Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Het Inagro, afdeling
Biologische productie, is sinds 1998
actief in praktijkgericht onderzoek en voorlichting omtrent de biologische
teeltmethode, onder leiding van Ir Lieven DELANOTE en ir. Femke TEMMERMAN. ( Voor onderzoek en voorlichting heeft de
provincie Vlaams Brabant het Biologisch werkend Proefcentrum aardbeien en Houtig Kleinfruit te Roosdaal-Pamel opgericht.)
Besluit
Vooral de late
plantdatum heeft het seizoen 2012 getekend. Voorkiemen in voorkiemzakken bleek
een goede strategie om de poters in goede conditie te houden. De vroege en
hevige plaagaantasting begin juli zorgde voor een stevige selectie. Niettemin
lijken er naast Sarpo Mira ook
enkele beloftevolle nieuwe selecties aan te komen.
Rasbeschrijving
Voor de rassen met
een intermediaire tot sterke plaagresistentie, kunnen we volgende ervaringen
meegeven op basis van de voorgaande jaren:
Biogold (meerdere
jaren in proef) is een vroegrijp ras met een vrij goede plaagtolerantie en een
goede culinaire kwaliteit. De knollen koken licht bloemig en zijn
frietgeschikt. In jaren met hoge plaagdruk toont Biogold zich bedrijfszeker. In
droge jaren, zoals dit in 2010 en 2011 het geval was, blijft de pro-ductie
evenwel achter. Biogold heeft ook een hoge stikstofbehoefte.
Carolus (2011)
is een middellaat ras met een goede plaagtolerantie en een hoog
opbrengstpotentieel. De knollen zijn rondovaal met een goed uitzicht.
Kenmerkend zijn de licht rode ogen. Carolus kookt zeer bloemig. Het uitzicht en
de smaak vielen tegen bij de kookproef in 2011. De frietbakindex was goed.
Sarpo Mira (meerdere
jaren in proef) is een laatrijpe, robuuste en plaagresistente aardappel. Het gewas
start traag op, maar groeit daarna lang en fors door. Hierdoor is een hoge
opbrengst mogelijk. De presentatie van de licht rode knollen is eerder matig.
Sarpo Mira is witvlezig en kookt bloemig. De smaak is doorgaans voldoende.
Sarpo Mira is ook frietgeschikt.
Toluca is
een middellaat ras met een goede plaagtolerantie en heeft een hoog
opbrengstpotentieel. Vroegtijdig loofdoden is nodig opdat de knollen als
tafelaardappel in de maat zouden blijven. De rondovale knollen presenteren
eerder matig. Toluca kookt vast tot licht bloemig en is aanvaardbaar qua smaak.
Toluca is niet frietgeschikt.
Zelf heb ik dit jaar terug
aardappelen geplant en geoogst. Sarpo Mira
terug een groot succes, grote opbrengst en geen aantasting, Bionika iets mindere opbrengst en
lichtjes aangetast in het loof, Skagit
valley gold, een lekkere gele aardappel met matige opbrengst en nauwelijks
aantasting in het loof...
Hij kwam blijkbaar te goed uit de
proef, te resistent, en dit zou het ‘succesverhaal van GGO aardappelen maar in
de weg groeien...Â’
Johan
Klopt
helemaal en ik ga nog een stapje verde, door jaren na elkaar groencompost te
gebruiken en het stikstofgehalte laag te houden krijg je een optimale
roodverkleuring en appels die bijzonder smaakvol zijn en met een zeer hoog ds
gehalte,!!!
"Een appel uit Limburg is tot twintig procent gezonder
dan een uit West-Vlaanderen"
Dat zegt onafhankelijk landbouwexpert Luc Busschaert die twaalf
appelrassen liet onderzoeken.
Oorspronkelijk wou Busschaert onderzoeken of er een
verschil is tussen groene en rode appelen. “wat wel degelijk het geval is”,
zegt hij. “Bij zes verschillende kwekers uit heel Vlaanderen haalde ik appelen
op voor analyses. Onder andere de groene Granny Smith en Greenstar en de rode
Elstar en Jonagold. Bleek dat de rode rassen 10 tot 18 procent meer voedingsvezels bevatten dan groene. Nog belangrijker is de aanwezigheid van quercetine,
wat goed is tegen hart- en vaatziekten. In een rode appel zit er tot 480 milligram
per kilogram, bij een groene tot 250 milligram. En dan is er nog het cholesterol
verlagende pectine. Ook daar zit tot een derde meer van in in een rode appel.'
Er is niet alleen een verschil door de kleur van
appels, ook door de plek waar ze gekweekt worden. “Appels uit Haspengouw, Limburg
en een stukje Vlaams-Brabant bevatten tot 20 procent meer van die verschillende
stoffen dan die uit West-Vlaanderen. Ik trok ook naar fruitboeren in Melsele (Oost-Vlaanderen) en Arendonk(Antwerpen)
en zag de waarden geleidelijk stijgen.
Let op, ik zeg niet dat appels uit West-Vlaanderen slecht zijn. Maar de top
zit in de Fruitstreek Haspengouw.
Beste zit
in de schil
De reden daarvoor is volgens Busschaert simpel. “De
grond en de ervaring van de kwekers.” Iets wat fruitboer Eric Van Langenaker uit
Gorsem, Sint-Truiden, met plezier beaamt. “De West-Vlamingen hebben goeie grond
om aardappelen te kweken, wij voor fruit. Onze zandleemgrond is diepe grond. Wortels stuiten niet snel op ondoordringbare lagen, waardoor ze
diepergaan en meer mineralen opnemen.
Doorjuist te snoeien, te plukken en te bemesten halen
we ook het onderste uit de kan'
Dit herinnerde mij aan een mededeling, lang
geleden, van Jan Heyman, stichtend voorzitter van de VELT vzw. Hij was toen tuinbouwleraar
fruit aan de Land- en Tuinbouwschool Roeselare. Nu is hij de erevoorzitter van
Velt.
“Het ras Cox Orange Peppin (met een uitzonderlijke
goede smaak) “kan je enkel goed telen in de nabijheid (+/- 40 km) van de zee.”
Tabel: dood:Het ras is gebrand op het moment dat alle
planten van dat ras aangetast waren. De aardappelen werden gerooid op 28 aug.
Carolus had de hoogste opbrengst. Met wat afstand gevolgd door Sarpo Mira en
Bionica.
(Gegevens uit Ekoland
1-11-2012)
(Met dank aan Carel
Bouma van Biologisch Pootgoed.Nl)
De vorige jaren was het beter. Doch vorig jaar bij mij
in Zoersel (Kempische zandgrond), stierf enkel Sarpo Mira niet af door de
plaag. (Ik had Biogold, Ditta, Agria, Toluca (niet in de tabel) en Sarpo Mira) De aantasting was wel later dan dit jaar.
Bij mij sterven de planten een natuurlijke dood (door
ziekte). Met afbranden of afmaaien houd ik mij niet bezig. Daarbij blijven de
(late) rassen nog meestal lang in de grond. Het rottingspercentage blijkt al
bij al zeer gering en ook tijdens de winterbewaring heb zo goed als niet te
klagen.
De aardappelen worden vrij fris en bij vorst voldoende
afgeschermd bewaard tot in de lente. Scheuten worden dan wel eens verwijderd,
zodat oude en nieuwe praktisch op elkaar aansluiten.
(Net als 2008 was 2012 een jaar met extreme plaagdruk).
Rassen en
Aantastingsgraad door Phtophthora op
Proefveld Bioaardappelen te Oudemolen in West-Brabant
(op zware grond?)
ZW4136BioImpuls en NEDATO Oudemolen2012
Object
% Phyt
23 jun
% Phyt
25 jun
% Phyt
27 jun
% Phyt
29 juni
% Phyt
03 juli
% Phyt
06 juli
Carolus
0
o
0
0
0
Bionica
0
0
0
0
0
0
Vitabella
0
0
0
0
0
0
Sarpo Mira
0
0
0
0
0
0
Biogold
0
0
0
0
0.01
1
El Mundo
0
0
0
0
0.01
1
Laurette
0
0
0
0.01
1
dood
Triplo
0
0
0.01
1
dood
dood
Ditta
0
0
0.75
1
dood
dood
Connect
0
0
0.1
1
dood
dood
Agria
0
0.01
1
1
dood
dood
Montreal
0
0.1
2.5
5
dood
dood
FEEDBACK AARDAPPELPLAAG
Hallo Daniël,
Blijkbaar speelt de grond toch een grote rol voor de
aardappelplaag. Ik heb tot nu toe de beste resultaten met Biogold: niks geen
aantasting. Toluca gaf weinig aantasting in het blad maar bijna een kwart van
de knollen was aangetast: snot rot zoals ze bij ons zeggen.
Beide andere rassen heb ik niet geprobeerd, Sarpo Mira
vind ik trouwens te laat om te oogsten, je loopt het risico om meer modder dan
piepers binnen te halen.
Groetjes,
Jan
Secretaris Velt Groot Gooik
Dag
Daniël,
Ter informatie:
Naast het ras Bintje hadden de proefpersonen ook in 2012 wel degelijk
nog andere aardappelrassen in hun tuin staan.
Zo teelde ik zelf, naast Sarpo Mira, - voor het eerst - ook Bionica in
mijn tuin, en ook die is helemaal niet aangetast in het voorbije seizoen.
Ik kreeg van de andere 'testers' feedback door dat bij hun ook Biogold en
Toluca onaangetast bleven; vandaar de vermelding in Seizoenen.
Persoonlijk teel ik al 4 opeenvolgende jaren Sarpo Mira, en dat is volgens mij
momenteel een, bewezen, nog resistent aardappelras.
Dit jaar (2011) heb ik voor het eerst de Biomix-variëteit van
AVEVE gepoot en tot mijn grote verbazing met succes. Weinig aantasting op deze
zeer bloemige aardappelen.
Groetjes,
Maurice
U heeft gelijk met
het feit dat een aantal rassen nog wel wordt aangetast door Phythofthora.
Het is echter net
als het griepvirus dat ook verschillende fysioÂ’s heeft. Daarom is het niet
altijd zeker dat de plant aangetast wordt.
Ook vallen nieuwe
rassen door de mand omdat de resistentie doorbroken wordt door andere fysioÂ’s (Bionica, Toluca)
Klopt ook dat Sarpo Mira nog nooit aan getast is,
echter heeft deze aardappel weer ander nadelen zoals smaak en een hoog solanine
gehalte (giftig bij grote hoeveelheden)
Bij gebrek aan
beter, telen wij rassen die vooral sterk in de knol zijn, zo is er wel een
redelijk opbrengst te verwachten. (Biogold,
Agria en Raja)
Gelukkig staat het
kweken van nieuwe rassen ook niet stil. Er komen goede nieuwe rassen aan.
Zie bijlage, (let
op is wel 1 proefveld en zeker geen gemiddelde) met nieuwe rassen
‘Het viel ons wel op dat,
in dezelfde weersomstandighedenin 2012, aardappelrassen die minder gevoelig zijn
voor Phytophthora niet aangetast werden
(door mij in cursief gezet). Concreet ging het om de aardappelrassen Sarpo
Mira, Biogold, Bionica en Toluca.Â’
Heel waarschijnlijk had er
2011 moeten staan.
Naar mijn ervaring is enkel
het ras Sarpo Mira resistent tegen
de aardappelplaag. (Pas 2 jaar ervaring: 2011 en 2012).
Bionica heb ik nog niet geteeld.
Op mijn zandgrond in De
Kempen werden Biogold en Toluca steeds wel aangetast.
Het nodige illustratiemateriaal
vindt u wanneer u bij zoeken (links boven) intypt aardappelplaag.
Onderzoek
aan Provinciaal Proefstation Kleinfruit te Pamel
(Vul bij zoeken in : Pamel en je krijgt een reeks
blogs met veel info.)
Na het uitvoeren van een ganse reeks proeven
kunnen we concluderen dat er enkel met elementaire
zwavel een werkbare oplossing geboden kan worden. We gaan daarom iets
dieper in op elementaire zwavel in de bodem.
Als we het over elementaire zwavel hebben dan
spreken we over S.
Onder deze vorm is zwavel niet opneembaar voor de
planten. De elementaire zwavel moet eerst nog oxideren. We krijgen in de bodem
de volgende reactie: 2 S + 3 O2 + 2 H2O geeft na werking van bacteriën H2SO4 (2
H+ + SO4--). Dit verklaart de verzurende werking van elementaire zwavel.
In het projectverslag wordt ook een berekeningswijze
toegelicht om de juiste dosering aan elementaire zwavel te berekenen. Deze
berekeningswijze houdt rekening met het % organische stof, de gewenste daling
van de pH en de dikte van de bouwlaag. Deze berekeningswijze is door het PPK
'Pamel' nog niet in de praktijk uitgetest. In 2013 worden hier uitgebreide
proeven mee opgezet. Voor meer info over deze tool neemt u best eerst contact
op met het PPK 'Pamel'. Alhoewel een oplossing binnen handbereik lijkt is er zeker
nog verder onderzoek nodig om een duidelijker inzicht te krijgen over de
toepassing onder verschillende omstandigheden in verschillende grondsoorten bij
de verschillende kleinfruitsoorten.
Het eerste Nederlandstalig boek over kiwiÂ’s en kiwibessen
is pas verschenen
Naast de beschrijving van talrijke gekende en minder gekende
rassen staat zowel het aanplanten, verzorgen, snoeien, vermenigvuldigenÂ… er
uitvoering in beschreven.
Van
kiwi tot kiwibes. Telershandleiding.
Debersaques, Filip, en Christian de Kezel en Omer Mekers
De werking strekt zich uit
over Malle, Zandhoven en Zoersel. Van Malle
waren enkele eminente personen aanwezig: Leen Laenens van Bioforum, Anny De
Schutter van de dienst Leefmilieu en Walter DÂ’Hertefelt van Natuurpunt.
Aleide was in de weer om
te fotograferen. Ik ben nu een hele tijd zoet geweest met de vele fotoÂ’s en sta
in bewondering voor de fantastische fotoreeks met wellicht alle aanwezigen.
(Sorry van enkele ken ik de naam niet).
Bart Gysels en Nick
stelden hun Sociaal-Ecologisch project VELDSTRAAT te Zoersel voor (Op een
zijstraat links voorbij de Hulsten, komende van Sint Antonius).
30Met het echtpaar
Lambersy. Ik vernam dat zij er al bij waren tijdens de stichting in februari
1973. Toen gingen we van start als de tweede groep“Vrienden van de Biologische Land- en
Tuinbouw”.
Eigenlijk ben ik wel blij mijn
webstek Fruit. Via deze weg heb ik al meerdere interessante tips gekregen en
mensen leren kennen.
Zo was er iemand die mij
attent maakte op Reinette Dubois,
een van de laatste rassen gelanceerd door Gembloux.(RGF-ras: Ressources
Genetiques Fruitières).
Het blijkt een zeer late,
lekkere bewaarappel. Bart
De Quidt, een van de beste boomkwekers van Vlaanderen verzekerde mij dat de
vrucht nog beter is dan de President van Dievoet(In Frans-Vlaanderen Cabarette).
Daar het een zwakke
groeier is zal hij het ras voor struikvorm voortaan kweken op MM 106.
Maar niemand of niets is
volmaakt, ook appelen niet. Ik lees dat het ras gevoelig is voor kanker. Een van mijn
voorkeurrassen, de Tsjechische Otava
is dat ook. Daarbij is dat ras een beurtjaardrager. De vruchten houden wel tot
april en zijn dan nog even lekker.
Reinette
de Waleffe (RGF)
Matig
grote dessertappel van eerste klasse, groengeel met oranjerode blos, matig
glad, november tot maart, zoetzuur, stevig, fijn aroma
(tussen
Court-Pendu en Reinette de France), snel en goed vruchtbaar, alle boomvormen,
weinig gevoelig voor schurft, matig gevoelig voor kanker en witziekte.
Zeer oud ( 15de -16de eeuw?) Zuid-West-Vlaams
ras.
Sterk groeiende, gezonde boomWeinig ziektegevoelig Vorm:middelmatig grote, vrij hoge, calvillevormige
appel met uitgesproken knobbels aan de kelkzijde, diezich als ribben over de zijkanten van de
vrucht, naar de steelzijde uitstrekken. De vrucht is bonkig en rustiek van
uitzicht, conisch aan de kelkkant en plat aan de steelzijde.
Zuid-Westvlaams ras
25/10
SCHIL: van grondkleur groen, bij rijpheid geelgroenig en karmijnrood
aan de zonzijde. Over het hele oppervlak met bruinroestige vlekken en strepen
bedekt. Grijze lenticellen op groenige eilandjes, vrij ver van elkaar op de
zijkanten.
knappend, sappig
keuken, dessert
STEEL: korte,middelmatig lange
en middelmatig dikke steel, in brede, diepe steelholte met typisch bruine,
uitstralende vlek.
groen + lichtoranje
middelgroot, vrij hoog, knobbels aan kelkzijde
VLEES: witgroenig, hard, sappig. Bij overrijpheid en/of slechte
bewaring droog en melig.
Comment from bart(niet Bart De Quidt) Time:
25/02/2012, 20:27
Dit jaar hebben we voor het eerst een
twintigtal essings geoogst. Het is in elk geval een heel vaste appel, beetje
droog maar wel lekker. De moeite waard om aan te planten. Hopelijk ben je zelf
ook tevreden met je keuze binnen een paar.
Ik combineerde het terugbrengen van
leeggoed naar fruitperserij naar Lombarts Calville te Voormezele (Ieper) met
het aanschaffen bij Bart De Quidt. Te elfder ure kreeg ik er nog 2 bestellingen
bij van fruitkennissen die gehoord hadden van mijn lange rit uit het Antwerpse.
En gelukkig kon Bart het nog klaarspelen,
ondanks het hoogseizoen nu. Het is zijn beste seizoen met de meeste vraag.De
fruitteelt bij liefhebbers zit dus sterk in de lift.
FOTOÂ’S
Bart en zijn bedrijf.
Ik stopte bij het terugrijden ook op de
Kemmelsteenweg te Voormezele voor fotoÂ’s van het speciale kasteel Elzenwalle,
dat na de eerste wereldoorlog heropgebouwd werd begin de jaren twintig.
Het kasteel is enig in zijn soort: een bouwwerk
in gewapend beton. De koepelbekroning werd door de mensen van de streek de
pinhelm genoemd, naar het Pruisische hoofddeksel.
Een plasticbidon met grote opening vullen voor 60% met rijpe(beurse) mispels.
Ik breek de mispels in 2 om te zien of er geen schimmel in zit.
Voeg 5 Ã 20 kruidnagels toe.
1 kg suiker en vul aan met vodka.
Laat dit tot minimaal 4 maand staan en decanteer.
Laat bezinken tot klaar, decanteer en filtreer.
Nu klaar om te drinken.
Hoe langer je de likeur op vrucht laat staan hoe beter.
max 2 jaar. Bij mij lukt dat zelden daar heb ik te weinig mispels voor.
Smakelijk Leo
Na 50 jaar tuinieren staat
een mens nog altijd voor verrassingen.
Vandaag was ik mijn rode
kolen aan het oogsten en plots wordt mijn aandacht gevestigd op de kale
stengels van de spruitkolen.
Nog nooit zoiets gezien!
Ik ben een exemplaar gaan
tonen aan mijn buur, de 82 jarige Marus van de Mollenhoeve. Eerst dacht hij aan
konijnenvraat, maar ik toonde hem de sporen van de fijne tanden op de stam. Hij
had een dergelijk fenomeen ook nog nooit gezien.
De grauwe bast leek mij op
het eerste zicht op een onbekende schimmelaantasting. Van naderbij zie je de
afdrukken van knaagtanden. Het zijn beslist geen verse sporen.
De vraatschade dateert
wellicht nog van deze zomer. Niet alleen de bast, over een wel aanzienlijke
lengte, maar ook de spruiten zijn weggevreten. Enkele van de allerbovenste zijn
de dans ontsprongen.
Gezien de omvangrijke
oppervlakte denk ik dat een ganse muizenfamilie aan de dis gezeten heeft. Alle
tiental spruitplanten werden geconsumeerd! Gelukkig heb ik op een andere plaats
de hoofdmoot van mijn spruiten staan en daar mankeert niets.
Het verwondert mij dat de
vreterij al een hele tijd gestopt is. Waarom? Niet mals genoeg meer? Ongeluk in
de familie? Aan onze kat zal het niet liggen want die is een tijdje geleden
verdwenen.
Hebben de steenuiltjes die
in de omgeving broedden deze kolonie ontdekt?
Waren er nog andere
predatoren?
Heeft iemand anders van de
tuiniers ooit al iets dergelijks meegemaakt?