Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
18-07-2005
Bramen en braambozen ...
DE EUROPESE VARIËTEITEN
Deze stammen direct af van de wilde Europese rassen, zonder veel tussenkomst van onderzoekers.
De meest bekende is 'Himalaya' , een rubus procerus. Ze komt uit Duitsland als 'Theodor Reimers'. Door vergissing met labels werd ze in Amerika hernaamd. Het is een felgestekeld, sterk groeiend en vrij vruchtbaar ras met half opgerichte, half liggende uitlopers tot 5 m. De middelmatig grote bessen hebben een gewoon goede bramensmaak. Tamelijk vroege braam: vanaf begin augustus. De vorstweerstand is vrij goed. Geen schade na de koude winter van '95-'96: -12° C, wel schade in '93-'94: snijdende vrieswind (-10°C) eind februari, na een zeer zachte winter. Die zomer bemerkte ik echter wel opvallend veel taksterfte. Toen ook heb ik geleerd dat het zinloos is een door vorst geraakte tak te behouden. De natuur doet er alles voor opdat er nog vruchtvorming zou zijn. De nog gevormde vruchten zijn echter erg ondermaats, maar voor de voortzetting tellen de zaden.
Bij dergelijke plant schiet er echter geen energie over om nieuwe takken te vormen voor het volgende jaar en volgt er weer praktisch geen oogst. Daarom: door vorst beschadigde takken direct afknippen. Alle energie gaat naar het vormen van nieuwe ranken voor het volgend jaar. Die groeien dubbel fors uit.