Santana
Een tijdje terug mijn eerste Santanas geoogst op een 4 jaar terug omgeënte boom. Best
aantrekkelijke, rode appelen.
De smaak valt danig mee: lekker, goede zoet-zuur
verhouding, veel sap.
Santana is in 1978 ontstaan uit de kruising Elstar x Priscilla door PRI (Plant
Research International; onderdeel van Wageningen Universiteit en Research). Het
nieuwe ras werd in
1996 in de handel gebracht.
Santana is een tegen schurft enkelvoudig resistente
appel. De resistentie berust op een gen van de sierappel Malus floribuinda. Er
waren al berichten van doorbreking van deze resistentie. Biofruittelers planten
dit ras aan naast Topaz, een ander
resistent ras en een goede bestuiver voor Santana.
In Nederland is dit een veel bekendere appel dan bij
ons.
Een tijdje geleden kwam het ras in de belangstelling
na het bekendmaken dat mensen die allergisch reageren op appels vaak wel
Santana-appels kunnen eten: onderzoek heeft uitgewezen dat driekwart van hen
geen klachten krijgt.
De groei van de boom is sterk en deze vormt lange
takken. De volle bloei valt in de eerste week van mei. Voor een goede
bestuiving moet een ander ras bijgeplant worden. Dit kan o.a. Topaz (ook
schurftresistent) of een sierappel zijn.
Het is een iets gestreepte tot donkerrode appel op
geelgroene ondergrond. De rijpe vruchten hebben na bewaring een vettige schil.
De rijpe appel heeft een friszure en aromatische smaak. Het vruchtvlees is vrij
hard, knapperig en sappig. Pas vanaf half oktober is de appel te eten, maar in
het begin nogal zuur. De appel is onder speciale bewaaromstandigheden te
bewaren tot eind februari. Tijdens bewaring zeer gevoelig voor klokhuisbruin en
matig gevoelig voor vruchtvleesbruin.
Ziekten en plagen
Santana is schurftresistent, weinig vatbaar voor
vruchtboomkanker, maar zeer vatbaar voor meeldauw en daardoor gevoelig voor
netvormige verruwing.
|