Maandagavond
regende het en we wilden toch koken met het Namibisch stoofje.
De
jongste dochter Tinneke, die met haar man Werner twee jaar werkte in Namibiƫ
heeft dit leren kennen bij een Duitse anthropologe, die een centrum had in
centraal Namibiƫ.
In dit
stoofje kook je met heel weinig hout. Daarbij wordt de warmte opgeslagen in de
vuurvaste stenen wanden aan de binnenkant.
Deze
vuurtjes hebben weinig hout nodig en benutten dit ook beter. Aldus wordt de in
sommige streken schaarse bebossing gespaard.
Ik had
dit stoofje omwille van de regen onder het open afdak geplaatst.
Mijn
aandacht werd getrokken door een gezoem boven mijn hoofd.
Een
wespennest. Een gevaarlijke situatie als de wachters je ontdekken. De lamp die
ik net aangestoken had was echter de geschikte afleider.
Ik heb de
stofzuiger gehaald en daarmee de gevaarlijke beestjes afgezogen. Gevaar was
hier niet bij.
Wespen
zijn een tijdlang nuttige dieren, zolang ze broedzorg hebben. Dan brengen ze
insectenmateriaal naar het nest.
Daarna
mogen ze nog even van het leven genieten in hoogzomer en in het najaar. Dan
snoepen ze mee van de zoete vruchten en dranken.
Ik kon
het nest hier bezwaarlijk laten hangen omdat we er regelmatig langs komen. En
je moet de geit niet bij de kool zetten, in casu de druiven die er vlak naast
hangen.
Opgeruimd staat netjes.
|