Een ganse dag
gesnoeid
Eindelijk een regenloze dag met
nogal wat zon. Na een tijdje buiten voel je de frisse noordenwind minder.
Bij één kerspruim of myrobolaan
(Prunus cerasifera) komen de eerste bloemen open. Andere kerspruimen hebben nog
witte gesloten knopjes.
Mijn appelbomen zijn meestal
halfstammen, 4 op 4m van elkaar.
De onderstam is meestal MM 106, ook
een paar op MM 111.
Mijn voorkeur gaat naar bomen in
vaasvorm, maar de meesten hebben een centrale stam.
Daar ik een jaartje ouder word, ben
ik begonnen met de koptakken in te toppen volgens de
bereikbaarheid met mijn plukladder. ( Een
plukladder heeft naar onder toe een brede voet met bredere sporten en onderaan
de stijlen punten, zodat ze vaster in de grond staan. In het midden bovenaan
scharniert een paal, eveneens met punt.
Het geheel vormt een tamelijk stabiele driepikkel.)
Steeds kan je toppen ter hoogte van
een zijscheut, zodat deze groeiremmend gaat werken.
Dit jaar, na het
algemene beurtjaar van 2005, zijn er enorm veel bloemknoppen. Telkens wordt ook het
vruchthout wat uitgedund en enkele van de knoppen op de vruchtbeurzen
wegeknipt, om uitputtende bloemvorming wat te vermijden.
Kankertakken
en - takjes worden zorgvuldig weggeknipt en apart verzameld om te
verbranden. Laat je ze ter plaatse, dan vormen ze een blijvende
infectiebron.
Door de vele te verwachten vruchten
zal de vegetatieve groei getemperd worden.
Het blijft natuurlijk altijd
mogelijk dat we in mei een zeer late nachtvorst krijgen waarbij veel bloemen
bevriezen, maar normaal mag de liefhebber in 2006 een
grote oogst verwachten .