Eindelijk weer Kempische Pruimen
Toen we hier in 1962 aankwamen stonden er 2
pruimelaars aan de rand van de moestuin. Dus zeer goed bemest. Die zomer
plukten we overvloedig pruimen. De smaak is vrij goed. Nogal wat jaren waren er
geen vruchten wegens lentenachtvorsten tijdens de bloei.
Het is wat men noemt een landras dat zich voortzet met
uitlopers. Ik heb er tientallen en tientallen uitgedeeld.
Ik gaf ze de naam Kempische Pruim.
De laatste paar decennia echter deden ze het niet meer,
ook de jonge exemplaren. Steeds maar afstervende takken. Bacterieziekte?
Honingzwam in de grond? Takmonilia? Of? Niet voldoende voedsel gehad?
Regelmatig vernam ik dat op andere plaatsen de mensen
nog opgetogen waren over de lekkere pruimen. Ze hebben inderdaad een vrij
lekkere smaak.
In een beschutte uithoek kon ik eindelijk weer wat
pruimen rapen.
Het tweede ras op de fotos is eveneens een landras.
Ik kreeg een boompje van Wilfried en Simonne. De oorspronkelijke boom komt uit Keerbergen. Het is een zeer
groeikrachtig ras en de smaak van de vruchten is zelfs nog iets beter dan deze
van de Kempische pruim.
Het derde ras is een blauwe kerspruim (Prunus cerasifera), matig van smaak. Ik heb er
betere; maar dit jaar waren ze zeer schaars. De eersten rijpen al in juli. Ze
hebben een breed kleurenpalet: geel, rozig, rood, blauw, haast zwart en
tweekleurige in meerdere schakeringen.
FOTOS
Let op de grootte in vergelijking met een muntstuk van
2.





|