Zeer vruchtbaar
ras. Geschikt voor alle boomvormen. Amerikaans ras van iets voor 1860.
Zeer grote, mooi
peervormige vruchten met mooie blos. Heerlijk sappig, maar soms ook wat stenig.
Goede smaak, beter in een zonnige zomer. Rijp tweede helft van augustus. Het nadeel
is dat de vruchten slechts enkele dagen bewaren.Vlug buikziek. Iets voor volle
rijpheid plukken.
Ik ken de peer al
van mijn kinderjaren op de boerderij van mijn grootvader van moeders kant, Jules
Vandecasteele, mijn dooppeter, pette in t West Vlaams.
De peren waren rijp
in de periode dat de dorsmachine kwam, een van de grote gebeurtenissen in mijn
prille kinderjaren. Tot 1940 werd die nog aangedreven door een stoommachine,
een zware, zwarte machine, de duvel die ter plaatse getrokken werd door
paarden.
Van het stoken
herinner ik mij niet veel, maar de indrukwekkende zwarte snoet des te
duidelijker. Met een vlam van een soort soldeerlamp werd die roodgloeiend voorverwarmd.
5-6 man grepen de brede aandrijfriem naar de eigenlijke dorsmachine vast. Wellicht
waren er ook een paar man die de spaken van het grote aandrijfwiel vastpakten.
Op commando werd er getrokken tot de machine puffend in gang schoot. Ik keek
met een bang hart uiterst geboeid toe.
Hier in Zoersel
plantte ik ook een clapps, die al vlug aangetast werd door perenringwormen. De
witte larve vreet slingervormige gangen onder de bast van stam en takken.
Plaatselijk gaat het hout dood en gaat de schors barsten. De boom gaat kwijnen.
In die tijd werden mijn bomen tevens onvoldoende bemest. Na een tijdje werd de
boom gerooid. In de zware Poldergrond te Melsele zag ik enkele jaren terug een
zwaar beladen, zeer gezonde boom.
|