Toertocht en Oeterdalmarathon (20-40-75-100-115 km) van WTC
Blijf Jong en De Wringers te Opoeteren-Dorne op zondag 12-08-2012.
Oeterdalmarathon van WTC Blijf Jong en De Wringers in Opoeteren-Dorne begint al een klassieker te worden op mijn lijstje jaarlijkse tochten, vermits het al de derde opeenvolgende keer is dat ik naar hier kom. In juli was ik hier ook om de (laatste) zomertoertocht van dezelfde organisatie te rijden. Een hele onderneming toch, vermits mijn parkeerplekje in de Dornerstationstraat op exact 111 km van mijn garagepoort ligt! En overal waar je in Vlaanderen rijdt, stoot je op wegenwerken! Omdat ik opteerde voor een afstand met drie cijfertjes, was het zaak van vroeg op te staan. Een stevig ontbijt achter de kiezen en om halfzeven was ik op weg. Fiets afgegeven aan de bewaakte parking en me aangesloten bij het rijtje wachtenden langs de kant van de marathon. Het nummerbordje dat je meekreeg om aan uw stuur te bevestigen gaf je het gevoel van ik ben er bij dit jaar. Om 8.20 u zat ik op de fiets en kon ik links afslaan op het brede grindpad richting de bossen.
Grindpaden in het bos en langs de maïsvelden en een smal bospad brachten me samen met vele anderen na 2;5 km tot aan de Driepaal. Daar stonden tenten van het kamp van een jeugdbeweging en zaten de kinderen buiten aan een grote houten tafel. Het was nog fris, zelfs koud, zo vroeg in de ochtend, maar de blauwe lucht en de zon beloofden een mooie dag in het vooruitzicht. Na een kort stukje over een asfaltbaan doken we dan definitief de bossen in. Op 5 km volgde de eerste echte singletrack tussen hoog opgeschoten struiken. Die bracht ons tot een brede brandgang in de bossen waarop een smal spoor loopt. Ik herkende de omgeving en wist dat het weldra rechtsaf zou gaan op een korte maar nijdige helling. Die kwam er effectief op 7 km en ondanks het feit dat ik er op gerekend had, had ze me ook deze keer toch weer liggen! Maar ik was er niet de enige die een stukje te voet mocht lopen. Even kwamen de herinneringen van de vorige uitgeregende editie terug naar boven. Ik stond er uit te hijgen in de gietende regen toen een biker me vertelde dat er verderop (in Opitter?) nog meer hellingen kwamen! Kwestie van een mens moed in te spreken! Vorig jaar was het zeer slecht weer en kwamen er maar bitter weinig gegadigden opdagen voor de marathon, wat zeer teleurstellend was voor de inrichters.
Van tussen de bomen reden we een lang graspaadje op in een brede brandgang tussen de bossen. Een jonge kerel in een blauw pak begroette me in het voorbijrijden. Ik vermoed dat hij het parcours controleerde, want onderweg heb ik hem aan de tweede en derde bevoorrading zien staan bij de mensen die daar aan het werk waren. Even verder volgde een paadje met los zand. Een herkenningspunt omdat het naast een afsluiting loopt die gemaakt is van houten stammen en gevlochten takken. Kwestie van in het natuurlijke kader te passen! Volgden een track die kwistig bezaaid lag met keien, om dan plots rechtsaf te moeten over een bultje tussen twee bomen waarvan de takken je in het gezicht sloegen. Door mn ogen te beschermen had ik te laat gezien dat zich een korte nijdige helling over steentjes aandiende! Singletracks en bospaden wisselden elkaar af. Op 9 km diende zich een zwaar klimmende track aan. Maar ik moest naar boven en op mn tanden bijten, vermits ik op de hielen gezeten werd door andere bikers die ik tegen elkaar hoorde praten. Halverwege zag ik toch de kans om even aan de kant te gaan. Het tweetal achter me bleek een vader te zijn die de nodige aanwijzingen gaf aan zn zoontje. En het kind geraakte nog probleemloos boven ook!
Na een iets lastiger singletrack volgde op 12 km nogmaals een stevig klimmende track in een soort van holle weg. 9.00 u en 12,5 km achter de wielen. De vermoeiende klim werd beloond met een leuke en snelle afdaling waar je je lekker kon laten gaan over een ondergrond van keien. Beneden troffen we aan een asfaltbaantje de plek waar de route van 40 km zich losmaakte van de grotere afstanden. De kleinste route had dat al kort na de start gedaan. Het pijltje van mijn keuze wees naar rechts, maar daar waren twee wegen, eentje van asfalt en eentje het bos in. De logische conclusie dat een biker altijd voor het off-road-paadje kiest bleek niet te kloppen. Een beetje onduidelijk hier, zei een jongedame uit een groepje tijdens het voorbijrijden, terwijl ze me zag zoeken. Ik zou hier verder tijdens de toer nog een aantal keren mee geconfronteerd worden. Een pijltje wijst naar links of rechts, maar daar zie je twee wegen, waarbij het niet duidelijk is welke van de twee je dient in te slaan. Het volgende pijltje hangt dan pas verder in het pad, onzichtbaar vanaf de afslag. Op zich geen probleem, maar als naar het einde toe de kilometers in de benen beginnen te zitten, dan wekt dat wel eens ongenoegen op.
Er volgden enkele zware kuitenbijters, stevige klimmetjes over tracks en enkele steile afdalingen over kwistig met stenen bezaaide paadjes die gemarkeerd waren met een bordje gevaarlijke afdaling. Degenen die ik niet vertrouwde, deed ik te voet naar beneden. Wie mij daarover smalend bejegend krijgt een uitnodiging om mij te komen verzorgen indien ik immobiel ben door gebroken armen of benen! Ik was goed moe van het naar boven kruipen. Toen ik even halt hield, kreeg ik een schouderklopje van Phille81 die in een treintje voorbij stoof. Welke afstand ik ging rijden? De 100 en als het niet lukt de 75! Minder kon niet meer! Even paniek! Nog maar 15 km gereden en benen die al niet meer goed mee wilden! En dan wou deze pannenkoek een marathon rijden! En dan zon treintje zien voorbij stuiven met mannen die vooruit schijnen te komen zonder trappen! Op 18 km passeerde ik een bekende plek in de bossen, meer bepaald een diepe U-vormige put waar het paadje naar beneden en naar boven gaat. Als je tijdens het afdalen wat bij trapt, dan kan je zelfs zonder te trappen weer tot boven geraken. Dus lekker naar beneden vliegen was de boodschap! Even verder passeerden we het in de bossen gelegen Restaurant De Mechelse Bresse. Over die naam moet nagedacht zijn, want het zal wel wat te maken hebben met een Mechelse Koekoek en een Poulet de Bresse! Er is zelfs een doctor honoris causa van de unief Hasselt die zich bezig houdt met het kruisen van die twee kiekens! Koen Vanmechelen!
Na een zanderig paadje was het met twee anderen even uitkijken voor de volgende pijl. Een klimmende track en een dropke werden ons voor de wielen geworpen. Daarna ging het rechts over de keien. Aan een volgende stevige klim was het voor mij weer even te voet. Boswegen met leuke bultjes op en af brachten me na 20 km tot in een open vlakte. Daar reden we op een smal pad dat door het hoge gras aan het zicht werd onttrokken. Met overal kleurrijke veldbloemen. De bossen hier zijn een zegen, want op die open plek was het al ferm warm in de blakende zon. Aan de overkant ging het weer de bossen in. We reden er in een donker bos tussen de varens om daarna een lange zandweg in te slaan. Op 24 km moesten we onze fiets over het spoor van de railbike tillen. De paadjes die ik er voor de wielen kreeg kwamen me bekend voor. Vos in de bossen heeft me hier al een paar keren in zijn habitat mee op sleeptouw genomen. Leuke en snelle singletracks zorgden hier voor het amusement. Aan het stationnetje van Eisden troffen we de eerste bevoorrading op 26 km na de start. Voor de derde keer op korte tijd trof ik Frans van 3D-Cadworks op een toertocht. Deze keer in het gezelschap van een jongere bikemaat. Hij reed hier ook tijdens de tocht in juli. En hij was me na de open plek met de veldbloemen voorbijgestoken. Aan de stop lagen fruitrepen en wafels en kon je sportdrank en water drinken. Een Wringer zorgde er voor de voorraad.
Na de stop dienden zich paadjes van allerlei slag aan: bospaden, grindwegen en singletracks. Sommigen overwoekerd of door dicht begroeid gebied. Ook enkele zware beklimmingen. Omstreeks 30 km reed ik over een lange woeste singletrack pal naast een draadafsluiting. Op 32 km waarschuwde een bordje ons voor de intrede van een gebied met loslopende Highland runderen. Voorlopig kreeg ik er enkel de uitwerpselen van te zien. Sommigen voorzien van een bandenspoor door een biker die ze niet had (kunnen) ontwijken. Er volgde een mooie singletrack. Op 34,5 km kwam ik toe op een open plek met zicht op een meer, een terril en een plompe stompe kerktoren die boven de bomen uit stak. De Maasvallei. 11.00 u. Een halve kilometer verder volgde een zware klim over keien en gaf een bordje de keuze tussen met terrils en zonder terrils. We hadden dus de voet van de terril bestegen. Bij mn eerste deelname heb ik twee van de drie terrils bezocht. Nu liet ik ze letterlijk links liggen. Ik raak er toch niet fietsend tot boven op. Vorig jaar waren er een aantal op hun bek gegaan over de houten dwarsbalkjes die glibberig waren geworden door de regen. Op de eerste terril is er bij het afdalen ook een steil paadje vol stenen dat in één lijn naar beneden gaat. Niets voor mij! Te voet naar beneden gaan is er lastig, vermits er bijna geen uitwijken mogelijk is als er iemand naar benden komt, tenzij in het hoge gras te kruipen en uw fiets naar je toe te trekken! Ik blijf er liever weg, eerder dan bikers die er al fietsend naar benden rijden in gevaar te brengen. Want stoppen in de rush neerwaarts is niet evident zonder het risico over de kop te gaan!
Van een Nederlands koppel dat me voorbij stak en ook voor zonder koos, vroeg de vrouw me wat een terril was! Een hoop oude steenkool! De onbruikbare inhoud van een voormalige mijn! Nederlanders schijnen dat niet te kennen! Twee jaar terug stelden twee Nederlanders me dezelfde vraag op dezelfde plaats! Die weten dat nu, want ze kozen toen voor met! Even verder stonden de twee stil. Een rund versperde er het pad! Een stier, ik weet het niet. Het beest droeg horens, maar ik heb nagelaten van tussen de poten te kijken! Er stond een kalf bij! Voor op de hoorns genomen te worden had ik geen schrik, wel van een eventuele stamp van de poten! Het dier behoedzaam langs achter proberen te passeren. Maar daardoor draaide het zich om. Het kalf liep een paadje naar beneden op en de stier volgde. De baan was vrij! In het zog van de Nederlanders en een jonge kerel die zijn fiets als een prof over de schouder wierp, moest ik op 36 km een houten trap op. Weer het bos in. Van 36 tot 38 km reden we over een pad langsheen het meer. Asfalt dat door de vele boomwortels opgestuwd was. Er volgde een zware klim over een pad vol stenen. Ik werd er aangesproken door een voorbijstekende biker die vroeg of ik was wie ik ben. We kwamen uit op een breed stenen pad om de tweede stop te bereiken op 40 km. In Dilsen-Stokkem aan de toegang tot de Maasvallei. Deze keer onder een tentje. De houten hut was ingenomen door een medische hulppost. Om de op de terril gevallenen der aarde te verzorgen. Er liepen veel wandelaars rond met honden in alle maten en soorten, waaronder een koddig exemplaar dat het moeilijk had om te volgen op zn korte pootjes tussen de keien. Het aanbod hier was uitgebreid met lekkere eierkoeken en cake. Er liepen mannen rond in militaire uitrusting. Terroristen? Welk spel zij speelden blijft me een raadsel! Eén van de bikers die aan de stop stond zou ik verder tijdens mn rit nog een aantal keren treffen.
Een brede stoffige assenweg leidde ons uit de Maasvallei naar een industrieterrein met betonwegen en een rondpunt in aanleg. Van 42 tot 44 km reden we over dit terrein om uit te komen op een drukke verkeersweg. Anderhalve kilometer over het fietspad om daarna rechtsaf het Dilserbos in te duiken over een grindpad. De automatische piloot opgezet in de bossen en achter een biker aan die iets sneller reed dan mijn tempo, maar me hier en daar opwachtte omdat hij geen pijlen zag hangen. Een memorabel ogenblik was het overschrijden van de 50 km omstreeks 12.20 u. Halverwege! Mijn gelegenheidsmakker stond te wachten aan het kruispunt van het bospad met een rijweg. Geen pijltje te bespeuren. Enkel een bordje met gevaarlijke oversteek! Dus vermoedelijk gewoon oversteken en weer het bos in. Inderdaad. Op 53 km moesten we onder een smal bruggetje en volgde een stevige klim over een pad vol stenen. De bomen waren er langs één kant gerooid zodat we in de blakende zon moesten puffen, mijn gelegenheidsmaat in mn kielzog. Boven gekomen ging het naar rechts over een kiezelweg en zag ik mijn makker van de voorbije tien kilometer uit mijn leven verdwijnen. Na 56 km troffen we een lange singletrack die deel uitmaakte van het parcours van een fit-o-meter. Hier in de buurt zou ik later op de dag nog passeren. Van 57 tot 59 km reden we door de Bergervenstraat in Maaseik, dit is een assenweg in het bos waar op het einde enkele villas van rijke mensen verscholen liggen in het groen. Om uit te komen op de oever van een kanaal, de Zuid-Willemsvaart. Een schilderachtig plekje.
We doken echter onmiddellijk weer de bossen in om na 60 km de splitsing te treffen tussen de routes 25-40 km en 75-100-115 km in Bergerven. Klokslag 13.00 u. Er volgden paadjes op en af door de bossen. Na een stevige afdaling raasde ik letterlijk de derde stop binnen. Daar trof ik weer de jonge biker in het blauwe pak die me vanochtend was voorbijgereden. Er was nog een tiental deelnemers ter plekke, waaronder een koppel jonge mensen uit Eindhoven. Aan de gesprekken te horen kozen de meesten voor de route van 75 km, waardoor voor hen het einde in zicht kwam. Twee bikers die na mij de helling af kwamen gereden gingen voor het volle pond, voor de 115 km. Er waren fruitrepen en wafels, wie wenste kon zijn drinkbus laten vullen. Eén man zorgde er voor het aanbod. Na de stop kwam er een stevig klimmende track, bijna een soort holle weg die een meter dieper ligt dan de omgeving. Daar is het doorbijten wanneer iemand in je zog rijdt. Dat had ik ervaren tijdens de toertocht in juli. Er is immers geen kans om te laten voorbijsteken. Maar ik had geluk, want ik had deze keer niemand achter me. Zelfs de stevige wortel die aan het einde ervan ligt kon me niet uit mn lood slaan. Het ging hier beter dan de vorige keer, zelfs boven uithijgen was niet nodig!
Kort na de stop volgde het moment van de waarheid en trof ik de splitsing tussen de routes van 75 km en van 100-115 km. Als ik voor de 75 koos zou ik dra weer bij af zijn en misschien nog kunnen genieten van enige après! Het alternatief was minstens 25 km meer en vermoedelijk weer als hekkensluiter arriveren! Een afstand van drie cijfers heeft het gewonnen van de après! En de beloning was navenant onder de vorm van een mooie en plezante lange afdaling over een singletrack door een imposant bos, tot aan een baantje waarlangs een vijver lag. Aan de voet van deze heuvel liggen de Volmolen, een oude watermolen, en de gelijknamige manege. Tot 70 km volgden gemengde paden in het bos, in open veld of langs de bosrand. Op de open plekken was het verdomd warm! Enkele leuke singletracks brachten me tot aan asfalt fietspad dat er naast een assenweg liep. De dagjesmensen op hun zondagse fietsuitstap en de mannen op hun racert zullen zich wel afgevraagd hebben waarom deze klojo op de kiezelweg reed en niet over het naastliggende biljartlaken! Kwestie van een maximaal off-road gehalte te bekomen! Omstreeks 14.00 u klokte mn tellertje 70 km af. Van 72 tot 75 km volgden enkele woeste singletracks over bulten op en af, boomwortels inbegrepen in de prijs, afgesloten met een stevige klim en met als beloning een leuke afdaling. Wat me daar opviel waren de vele jonge eiken die hier opgeschoten waren na het rooien van hun voorouders. De plek kwam me bekend voor en de bordjes met kogelgevaar bij rode vlag gaven uitsluitsel. Dit was een stukje van het Glimburgerbos. Glimburger is de schuilnaam van een plaatselijke biker die de paadjes in ere houdt in zijn speeltuin te Opitter. We verlieten het bos via een track die naast een afgrond loopt. In de diepte zie je er sportvelden liggen. Ik vermoed dat deze plek een voormalige zandwinning betreft die weer door de natuur is ingenomen. Toch eigenaardig dat hier zon grote hoogteverschillen zijn. Vermoeidheid begon toe te slaan, want over sommige korte klimmetjes ging ik te voet.
Tot 80 km volgden vrij goed berijdbare paden, afgewisseld met singletracks in de bossen of tussen de maïsvelden. Met minder hoogteverschillen, zodat ik wat kon recupereren. We doken er de Gruitroderheide in, midden de bossen. Assenwegen en graspaadjes werden er ons deel. Op 82 km trof ik midden het bos de splitsing tussen de 100 en de 115 km. Het onderste uit de kan hoefde ik niet te hebben, dus ging het naar links de route van 100 km op. Ik schrok me een helm, een biker draagt geen hoedje, toen er een biker uit het tegenoverliggende pad kwam gevlogen. Het was de man die ik aan de tweede stop in de Maasvallei had gezien. Hij had net de extra lus van 15 km achter zich! Die eindigde waar ze begonnen was! Samen bereikten we de vierde bevoorrading aan het einde van het bospad. Ik was content van te zien dat er nog bikers zijn die van hun rit een daguitstap maken. Aan de stop trof ik Leikepeij, het brein achter de Oeterdalmarathon, in het gezelschap van een gezellige bende clubgenoten, mannen die zaten te wachten om hun deel van de route weer te ontdoen van pijlen. 15.00 u.
Samen met mn gelegenheidsmetgezel weer op pad en hem nog twee keren bijgebeend op een plek waar er wat onduidelijkheid was over de te volgen richting. Ik trof leuke paden en tracks door het bos tot ik na 86 km De Oudsberg bereikte op de grens van Opglabbeek en Louwel (Opoeteren). Het is een natuurgebied met beschermde landduinen. Een kilometer verder trof ik een brede bruinrode kiezelweg. Daar liepen jongeren van een jeugdbeweging gepakt en gezakt rond. Hun kamp zal voorbij geweest zijn. Op 89 km bereikte ik even de bewoonde wereld, de enige plek waar de toertocht doorheen een woonkern trok. En zelfs daar moest stevig geklommen worden over het asfalt van de Nullensstraat in Opoeteren. Om daarna weer de bossen en de velden in te duiken. Ik hoorde mijn gsm bellen, maar eer ik hem uit de rugzak heb, is het meestal te laat. Het was Vos in de bossen. Hij zal zich afgevraagd hebben waar ik bleef. Omdat ik het te bellen nummer van de voicemail niet goed kon lezen heb ik gewoon snel een berichtje gestuurd om te melden dat ik nog 6 km te gaan had. Even later reed ik Opoeteren Tennis voorbij. Van op de top van een heuveltje op een bospad zag ik op 96 km beneden langs het pad een man of vijf zitten. Neen, geen deelnemers die een extra rustpauze hadden ingelast, maar mannen die zaten te wachten om de pijlen weer op te halen. Ik was de laatste geweest aan de vierde stop, wat achteraf niet zo zou blijken te zijn! Ze wisten me te zeggen dat ik nog 9 km te gaan had, dus nog meer dan dubbel zo veel als de vier die ik verwacht had! En het bleek achteraf te kloppen. Op 100 km kreeg ik nog een onmogelijke klim voor de wielen op de plaats waar ik tijdens de toertocht in juli even had staan praten met drie jonge kerels die daar met hun fiets op tocht waren. Daarna de track door het gras met een paar diepe voren. Tijdens de vorige editie was het hier alsof je door een beek reed! De laatste kilometers wogen zwaar, elk klimmetje was een beproeving en deed de moed in mn schoenen zinken! Er kwam geen einde aan, de singletracks en paadjes bleven maar komen, ik vroeg me af waar ze ze bleven halen! Wat was ik blij dat ik na 105,5 km het voetbalveld kon op rijden!
In de kantine zat nog een leutige groep Wringers, waaronder enkelen waar ik ook vorig jaar nog bij heb staan napraten na de rit. Die mannen waren al wat boven hun theewater. Degene die nog de kans had gehad om zijn benen te laten masseren zag er het gelukkigst uit! Ik heb nog een uur bij die mannen gezeten om wat uit te blazen alvorens de lange rit naar huis aan te vatten. Ook de biker die ik aan de tweede en de vierde stop had gezien was nog ter plekke. Afkomstig uit Erpe-Mere! Deze man had een nog langere rit huiswaarts voor de boeg. Hij vermoedde dat hij me ook gezien had tijdens de Boerernbike in Opwijk van twee weken terug. Blijkbaar ook een fervent rijder. Hij vertelde me dat ik niet de laatste was, want dat er nog niet zo heel lang geleden nog rijders aan de vierde rustpost waren gepasseerd! Er kwamen inderdaad nadien nog een man en een vrouw toe die aan het einde nog verloren waren gereden. Zij hadden daardoor 125 km op hun actief! Laat toekomen heeft als nadeel dat de sfeer van de après voorbij is, maar ook zijn voordelen onder de vorm van een stuk Limburgse vlaai en een belegd broodje, overschot van het rantsoen van de medewerkers met een glas bruine er boven op. En na zon lange dag was iets eetbaars welgekomen. Er waren zon 400 bikers opgedaagd voor de marathon (75 km en meer) en ongeveer eenzelfde aantal voor de toertochten. Om halfzeven ben ik na het opladen van mn fiets huiswaarts gereden! Van een marathon gesproken!
Een mooie dag beleefd op een plaats waar elke biker zijn hart kan ophalen in de schier eindeloze bossen. Er zal wel wat kritiek komen op het feit dat de voorraad bananen te snel uitgeput was, een inschattingsfout van de aankoper. En dat op een aantal kruispunten de bepijling aanleiding kon geven tot twijfel. De afpijling was op sommige plekken ook schaars. Men kan voor een marathon natuurlijk niet om de vijf meter een pijltje hangen. Zelf heb ik nergens gemist, soms wel eens getwijfeld. Zo reed ik naar het einde toe door een bospad, terwijl ik de evenwijdig lopende straat had moeten volgen tot aan een kapelletje. Dat weegt allemaal niet op tegen het feit dat de mensen uit Opoeteren kosten nog moeite gespaard hebben om voor de deelnemers een prachtige rit uit te zetten. Het was druk op de snelwegen huiswaarts, en dan nog wegenwerken op enkele plaatsen. Als ik bedenk dat ik bijna dezelfde afstand per fiets heb afgelegd, dan is dat toch wel een medaille waard! Mijn groeten aan de mensen uit Opoeteren en de biker uit Erpe-Mere.
Het verslag van deze marathon is ook te lezen op mtb-you!
Voor een verslag van MTB_Peter: klik hier!
|