Nachttocht (30-50 km) van het Waanzinnig Weekend te Herfelingen op vrijdag 15-07-2016.
Zoals alle jaren op vrijdagavond trouw naar Herfelingen voor de avond- en nachtrit van het Waanzinnig Weekend. Naar ginder rijden betekent altijd file in Antwerpen en in Brussel zodat ik pas om 19.30 u van start kon gaan na me ingeschreven te hebben in één van de tentjes op de feest- en fuifweide. Nadat ik eerst nog was moeten terugkeren omdat ik de batterij van mijn helmlamp in de auto vergeten was! Goed voor 3,50 km extra. Het ging het dorp in, de grote baan over en via een servitude naar de kerk toe. Veldpaadjes, servitudes en verharde wegen deden ons Herfelingen verlaten. Er volgde een pad met veel stenen in de grond tot aan de oversteek van de drukke Langestraat in de landelijke omgeving tussen Herfelingen (Herne) en Oetingen (Gooik). 8 km. Hier stak een groepje van een zestal mannen me voorbij.
Een lange klim leidde ons tot aan het veldkapelletje van Sint-Guido en de Maagd Maria. Die plek kon ik me nog van eerdere tochten herinneren. Van 10 km tot 11 km leidde de tocht ons over kiezelpaden en servitudes in Oetingen en daarna over landelijke verharde wegen en grassporen. Op 15 km doken we plots een strook bos in waar het zwaar klimmen was over een bospaadje. Daar was het even te voet. De biker die me daarnet ingehaald had liep hier ook te voet naar boven en dat bleek Petruske te zijn! Zulke klimmetjes zijn inderdaad niet meer voor mensen van onze leeftijd bedoeld! Patje was er niet bij, zijn vrouwke wou naar de zee! We verlieten het bos via een smal spoor door struikgewas waar de bodem nog zeer modderig was! Ook deze plek herinnerde ik me nog vaag van eerdere edities. 20.30 u. We reden nog even in het bos tot aan een asfaltbaantje. Nadien werd de rit verder gezet over een grasspoor in een mooie landelijke omgeving. Het was er wel wat opletten voor diepe voren die soms door het hoge gras aan het oog onttrokken werden. Daar met je wielen in terecht komen zou wel eens geen deugd kunnen doen! Er zouden nog meer dergelijke paadjes komen. Door het hoge gras was het soms bijna niet te zien waar je reed, soms kon je amper nog een pad onderscheiden!
Petruske die de tocht van 30 km reed vermoedde dat we zo stilaan de bevoorrading zouden treffen vermits hij al ruim over de helft van het aantal kilometers zat. De stop stond opgesteld op het erf naast een huis in Sint-Kwintens-Lennik op 22,50 km van de start. We waren daar omstreeks 21.00 u en er was toch nog wat beweging van arriverende bikers. Een dame kwam er toe om foto’s te maken. Met haar wagen reed ze naar bepaalde punten op het parours. We staan er samen met enkele andere bikers (M/V) en een paar jonge kerels van de organisatie op een groepsfoto. Eén en ander gaf al direct aanleiding tot de nodige ambiance. Er was lekkers om te knabbelen en te drinken. Om 21.15 u zijn we weer vertrokken en nam ik afscheid van Petruske omdat kort na de start de splitsing kwam tussen de ritten van 30 km en van 50 km op 23 km van het vertrek. Vermits de rit tot hiertoe vlot verlopen was zag ik het wel zitten om de 50 km alsnog te rijden, anders zou ik vrij vlug weer terug aan het vertrek geweest zijn. Het was een warme dag geweest en de temperatuur was nu ideaal om te rijden. Het had wel voor gevolg dat ik vanaf nu zo goed als niemand nog te zien kreeg. Pas naar het einde van de rit toe zou ik nog enkele bikers me weten inhalen!
Een veldweg en een verharde weg voerden me in de richting van Gaasbeek (Lennik) waar ik toekwam in de Trontingenweg. Een asfaltbaantje en een voor de gelegenheid gemaaid grasspoor voerden me door Sint-Martens-Lennik. Ik schrok even toen ik merkte dat er een biker achter me reed terwijl ik op dat grasspoor niet bijster snel vooruit raakte. Het bleek zelfs een hele groep te zijn, want eens het spoor ten einde staken er zes of zeven voorbij. Ik kon hen nog een tijdje over het asfaltbaantje in het glooiende landschap zien rijden. In hun zog bereikte ik de grote baan die me naar het Kasteel van Gaasbeek voerde. We sloegen rechtsaf het parkdomein in zo omstreeks 30 km en 21.40 u. Het ging op en af in de omgeving van het kasteel en even over asfalt om dan een lang spoor op de rand tussen het op een helling gelegen bos en de velden beneden te bereiken. Als je in het begin van dat pad links naar boven kijkt dan heb je een knap zicht op de indrukwekkende burcht in de hoogte. Eerst ging het lekker snel naar beneden, maar daarna zwaar weer naar boven!
Het paadje kwam uit in de bewoonde kern van Sint-Laureins-Berchem (Sint-Pieters-Leeuw). In de weide waar de vorige keer nog berggeiten stonden die beschikten over een aantal houten platforms om op te springen, was nu een huis in aanbouw. We passeerden het schilderachtige kerkje van dit piepkleine gehucht. 31,50 km. Eens voorbij de kerk sloegen we een spoor in dat er op en af door grasvelden loopt. Er stond een gevarenbordje. Het spoor was inderdaad op vele plaatsen uitgespoeld en geërodeerd door de overvloedige regen van juni. Zo heb ik het er nog nooit bij zien liggen. Het spoor bracht me tot vlak naast het kerkhof en de kerk van Oudenaken, een volgend piepklein gehucht van Sint-Pieters-Leeuw. Een uitgesleten grasspoor naast paardenweiden leidde me in de richting van de enorm grote zendmast die daar staat. Deze VRT-toren in Sint-Pieters-Leeuw is het hoogste bouwwerk van België! Er knipperen grote witte lichten op en de toren domineert de hele omgeving.
Op een graspad tussen velden hield ik even halt. Het eigenaardige geluid dat ik hoorde bleek niet anders dan het gezoem van een zwerm muggen die rond mijn helm cirkelde! Er volgden enkele zeer avontuurlijke paden door de velden en tussen glooiende weiden met koeien die er mijn enige gezelschap waren in deze mooie landelijke streek. Uiteindelijk kwam ik toe in de Vosholenweg te Sint-Pieters-Leeuw. 39 km om 22.30 u. Op 40 km diende ik op mijn stappen terug te keren omdat ik ergens een pijl had gemist. De grote baan gevolgd in plaats een veldweg in te slaan! Die was in het duister bijna niet te zien. Dan reed ik in de richting van de straat Den Booien. Veldwegen en een gehavende asfaltbaan leidden me uiteindelijk tot aan de kerk van Breedhout-Halle. Het duurde even eer het tot mij doordrong dat ik op de Lenniksesteenweg stond op de plaats waar de toertocht van 26 juni van start ging en die ik nog nooit eerder had gereden! Toen was het erg slecht weer geworden onderweg. Een oudere dame die er haar hondje uitliet vond dat ik wel erg sterke lampen bij had. Dat is ook nodig in het bos of plaatsen zonder licht.
Bij het verlaten van een assenweg wees een pijl rechtdoor, terwijl de weg naar rechts afboog. Rechtdoor gereden, ook al leek het me niet de bedoeling van over de akker te rijden! Voor me zag ik door het schijnsel van mijn lampen zes ogen van blaffende honden oplichten op het erf van de hoeve. Dus maar snel rechtsomkeer gemaakt en de straat gevolgd! De afpijling was op sommige plekken wat twijfelachtig, zeker in het donker. Op 45 km dook ik een donker bos in. Daarna volgden enkele tricky sporen door hoog gras. De eventuele uitgesleten groeven waren nu helemaal niet meer te zien. Eindelijk kreeg ik nog eens twee bikers te zien. Het waren de eersten die ik met lichten aan zag rijden. Het waren nog vrij jonge gasten, ze reden snel en verdwenen zo weer uit het zicht. Het valt me op dat er de laatste tijd nog weinig echte nachtrijders deelnemen en dat de meesten al voor het invallen van de duisternis weer binnen zijn. In juli is het natuurlijk al halfelf eer het volledig donker is. 47,75 km om 23.10 u. Assenwegen met veel stof brachten me in het duister tot aan een oversteek van een grote baan vlak op de grens tussen Kester (Gooik) en Pepingen. Op 53 km van de start kreeg ik hier nog even het gezelschap van twee bikers die ook met hun lichten aan reden. Vanaf de bevoorrading had ik dus nog slechts in totaal tien bikers te zien gekregen, waarvan vier met licht effectief een nachtrit reden!
De rest van de rit voerde me over veldwegen in het donkere Kester en Gooik. Er scheen maar geen einde aan de rit te komen. Zelfs rekening gehouden met de 3,50 km extra omwille van mijn terugkeer naar de start om mijn vergeten batterij op te halen en het een paar keren verkeerd rijden, zat ik al ruim boven de vooropgestelde 50 km! Naar het einde toe reden we over een grote boomgaard. Het viel me op dat veel jonge appels beschadigd aan de bomen hingen. Allicht het gevolg van hagelbuien in juni! Vanaf een zacht klimmend pad op de grens tussen een bos en een grasveld zag ik in de hoogte oranje verlichting rond een hoog gebouw. Dat was het tot rusthuis verbouwde klooster van Pepingen-Heikruis. Dat betekende dat het einde dan toch nabij was, want het betonbaantje waarlangs de feestweide van het Waanzinnig Weekend ligt loopt van Heikruis naar Herfelingen. Vanaf een kruispunt van landelijke wegen ging het die betonbaan, de Mollestraat, in en na een dikke kilometer was ik weer bij af. In plaats van 50 km had ik wel 59 km gereden en ik kwam exact om middernacht toe!
Laat toekomen is hier geen probleem, er zaten trouwens nog andere bikers, want op de feestweide was in de naburige tent de fuif voor de jeugd in volle gang. Hier in de streek zijn nog plaatsen waar een mountainbiketocht onderdeel is van vele activiteiten gedurende een feestweekeinde. Het kaartje met noodnummer kon je inruilen tegen een drankje en ik heb me daarbij nog een hamburger gekocht. Nog een half uurtje blijven zitten en een paar woorden gewisseld met de man aan de bikeparking. Dan toch huiswaarts gereden, want met de auto ben ik zo’n anderhalf uur onderweg, waarvan een half uur over de lange baan van Herfelingen naar Ternat! Daar rustig gereden, want ik werd ooit op de terugweg naar huis geflitst in Gooik en dat is weggegooid geld! Het werd dus een korte nacht! Op de terugweg even een test gedaan. Ik had gezien dat ik vanaf de afrit Ternat toekwam op een baan die van Asse naar Edingen voert. Ik weet dat vele toertochten in de streek van Asse de Edingsesteenweg kruisen ter hoogte van Taverne De Koekoek aan de Kruisborre (de witte kapelletjes en het Kruis van Sjat). Daarom de oprit eerst even voorbij gereden tot in Asse. Ik passeerde effectief De Koekoek. Nu kan ik die plaats ook weer situeren ten opzichte van de rest. De lange baan van Edingen naar Asse zou trouwens op de plaats liggen van een oude Romeinse heirweg.
Tevreden dat ik ook deze editie weer kon meemaken. Deze tocht is nooit elk jaar exact hetzelfde. Soms gaat men de richting van Galmaarden en Tollembeek uit. Het interessante is dat je bij daglicht kan vertrekken en zo nog kunt genieten van de schoonheid van het Pajottenland met een ondergaande zon en dan gedeeltelijk in het donker kunt rijden zodat je ook een nachtrit hebt. Redelijk wat verharde wegen, dat is wel meer zo in deze streek, maar er is voldoende afwisseling met off-road en omwille van het aanbod van een lange afstand is dat geen probleem. Volledig off-road zou zeer zwaar worden! Tijdens de stukken over verharde wegen kan je genieten van de mooie streek, want tijdens het rijden over de sporen moet je geconcentreerd zijn en goed kijken waar je rijdt vermits in de zomer het gras hoog staat (en de groeven diep kunnen zijn)!
Artikel in EditiePajot waar ik ook de groepsfoto van aan de stop terugvond: klik hier!
StrammerMax
|