Toertocht Le Bon Départ (15-25-35-42-50-65 km) te Mont-Saint-Guibert op zondag 06-09-2015.
Bij het opstaan zag het weer er niet goed uit. Ik had mijn zinnen gezet op de toertocht van de lagere school Le Bon Départ te Mont-Saint-Guibert en wou koste wat kost gaan rijden! Onderweg tussen Antwerpen en Brussel regende het! Eens het vierarmenkruispunt goed en wel voorbij werd de grond droog! De rest van de dag geen druppel regen gezien en zelfs nog redelijk mooi weer gehad met een streepje zon. Thuis blijven omwille van regen kan soms een verkeerde beslissing zijn! Jari kwam ook, maar zou op eigen houtje rijden want werd nadien nog elders verwacht. Mijn gebruikelijke parkeerplekje ingenomen waarbij het mij opviel dat daar nog geen bikers stonden, uitgezonderd degene die zich naast mij kwam zetten! Ik meen dat de toertocht deze keer wat concurrentie had van Diest (Marathon van de Demervallei) en Huizingen (Gordelfestival). Voorheen werd deze toer vlak voor de grote vakantie georganiseerd, nu er net na! Aan de inschrijving op de speelplaats kreeg je zoals steeds zelfs een heus ontbijt aangeboden en ondanks het feit dat ik dat thuis al genoten had, toch maar eens geproefd van de kwarktaart, een croissant en een bekertje koffie! Om 9.30 u de fiets op en weg voor hopelijk een mooie rit in een streek die ik sinds mijn eerste deelname aan de Trace d’Hez te Tangissaart bijzonder ben weten te waarderen.
Het ging al klimmend het dorp uit tot in Beaurieux, een gehucht van de buurgemeente Court-Saint-Etienne. Na onder een spoorwegbruggetje te zijn gereden ging asfalt over in onverhard en kregen we een korte maar leuke singletrack. We verlieten Beaurieux en bereikten een assenweg in de velden ter hoogte van een brug over de expresweg op 3,50 km van de start. We reden er een parkbos in. Op 5 km konden we genieten van een zeer mooie afdaling in een hol spoor waar een andere biker een tijdje in mij zog bleef rijden. Uiteraard was het nadien weer klimmen in een holle weg waarna we in de omgeving van de spoorweg toekwamen. Er volgde een zachte klim in een assenweg door het bos en over een vals platte veldweg op de hoogvlakte waar de enorme zendmast staat die de omgeving van Court-Saint-Etienne domineert. Op 9 km reed ik voorbij het bizarre Maison du Pâturage, een eenzame woning met grote poorten en geen ramen aan de voorzijde. Deze keer sloegen we na het huis rechtsaf een oud kasseibaantje in. 10.15 u.
Een afdaling in een bijzonder knap bos katapulteerde de bikers letterlijk in de bewoonde wereld van Saint-Messire-Guillaume, een gehucht van Court-Saint-Etienne. De lengte van de ronkende naam is omgekeerd evenredig met het aantal huizen! Een mooie plek waar het kleine kerkje op een hoogte gebouwd is. 10 km. We dienden enkele trapjes op te lopen naar een bijzonder smal met gras begroeid servitudenpaadje toe dat ons tussen muren en tuinen deed klimmen. Op 11,50 km kwam er aan het einde van een straat in het dorp een eerste splitsing waar de 15 km apart ging van de 25-35-42-50-65 km. Na nog een klimmetje in een servitude tussen huizen waar ik even het gezelschap kreeg van paardrijdsters, kwam aan de rand van het bos al de volgende splitsing waar de 25 km zich losmaakte van de grotere afstanden op 12,25 km van het vertrek. Het was grappig om zien dat een hele troep snelle jongens resoluut de richting van de 25 km in sloeg! In het zog van twee anderen gekozen voor de grotere ritten. Een klim in weer een mooi bos voerde me tot vlak bij “de mast” waar we vanaf een veldpad rechtsaf het betonbaantje in sloegen in de richting van Mellery. 13,50 km. Het ging direct weer rechtsaf en voorbij de enorm grote knappe oude witte vierkantshoeve.
Van 15 km tot 16 km was er een mooie lange afdaling over een holle weg en een bosweg, om te eindigen in een servitude tussen huizen. Ik kwam uit in de Rue de la belle Haie te Court-Saint-Etienne. Na een lange klim over een straat in het dorp kwam er een splitsing tussen de 25 km en de grotere afstanden. Ik reed er even door de bewoonde wereld in de Rue Saint-Gertrude, de Rue d’Heuval en de Rue de Masbourg langsheen nette huizen met verzorgde tuinen. Zoals ik al vermoedde reed ik hier in het gehucht La Roche van Court-Saint-Etienne dat op de flanken van een dal ligt tegenover Tangissart aan de overkant. Op 18 km ging het rechts het bos in en kwam er weer een plek waar de 25 km apart ging. Hier haalde Jari me in. We daalden af, staken de spoorweg over en kwamen toe in de Rue de Chévelipont, de grote baan die tussen La Roche en Tangissart loopt. Na de oversteek reden we Tangissart in en werden we rechtsaf de steile klim in het kasseibaantje op gejaagd. Bizar omdat in deze steile straat rijhuizen staan, het volgende telkens een stuk hoger dan het vorige. Ik vraag me af hoe de achtertuinen er uit zien op zo’n helling!
Eens boven reden we over het bospad tot naast het eenzame huis dat op de grote baan staat op de grens met Villers-la-Ville. Wie interesse heeft, het mooie huis staat al een tijd te koop! Even verder troffen we op 20 km de eerste bevoorrading op de parking aan het kruispunt van grote wegen in Villers-la-Ville op de grens met Court-Saint-Etienne en Baisy-Thy (Genappe), aan de voet van de abdijruïnes van Villers. De grote wegen en het treinspoor lopen er gewoon dwars door de historische site! Er was keuze genoeg aan fruit, koeken, cake, chocolade en drankjes in verschillende kleuren, typisch voor deze streek. Alles was wel in bijzonder kleine partjes gesneden! Je kon bijna kruimels pikken zoals de vogels! Afscheid genomen van Jari en de rit alleen verder gezet. Aan de stop was er meteen een splitsing tussen de 35 km en de grotere afstanden. Deze laatsten zouden hier na een grote lus weer passeren voor de tweede pauze.
De richting van de grote afstanden uit en direct het bos in voor een klim over een bospad en smal spoor over de Sentier du Ry de Saint-Bernard, het pad van de Sint-Bernardusbeek. Het laatste stuk van dat pad rijd ik niet zo graag. Dat is een bijzonder lastige singletrack, weliswaar recht op recht, maar hij zit vol door erosie veroorzaakte putten, gaten en diepe sporen. Ik heb hier bij slecht weer ooit tot aan mijn knieën in het water gestaan! Deze keer lag hij er goed hard bij en kon ik er eigenlijk vrij behoorlijk rijden. Het pad loopt dan verder naast de bosrand tot op de hoogvlakte waar een veldweg ons tot aan Les quatre chênes bracht. Daar staan vier eiken op een kruispunt van veldwegen. Er stonden dranghekkens. Blijkbaar heeft men het volgende deel van het paadje genivelleerd en voorzien van een betonnen ondergrond ten behoeve van de wandelaars. Spijtig, want dat was een mooie en eerder woeste singletrack die door andere tochten werd gebruikt! Nu kan ik deze plek meteen situeren ten opzichte van Villers. 23 km om 11.45 u.
Het ging rechtsaf de brede assenweg op die me over de hoogvlakte voerde tot aan het grote domein dat langs de Rue La Houlette ligt op het grondgebied van Baisy-Thy (Genappe). Verder staan enkele eenzame huizen die een knap uitzicht hebben over de glooiende velden en bossen. Eens daar voorbij doken we het bos ook in over brede paden, singletracks en een bospad op en af. De omgeving was daar bijzonder knap en we konden er genieten van een te smaken stuk parcours. Hier en daar waren er wat slijkerige plekken en grote plassen blijven staan. Op 27 km kwam ik toe aan de rand van de bewoonde wereld van Baisy-Thy en reed ik over een rustig betonbaantje in de richting van een grote witte vierkantshoeve. Er naast was een nieuw huis gebouwd. We reden de veldweg naast de hoeve in en over de open vlakte tot aan de splitsing tussen de 42 km en de 50-65 km op 28 km van het vertrek. 12.15 u. Even getwijfeld wat te kiezen. Jari had voor de 50 km gekozen, maar zou zich beperken tot de 42 km, ik had voor de 65 km gekozen, maar de 50 km leek me meer dan voldoende te zullen zijn. Ik had tijd genoeg, dus de 42 km toch maar links (eigenlijk rechts) laten liggen.
De veldweg linksaf leidde me weer naar het dorp van Baisy-Thy waar ik plekken passeerde die ik me herinnerde van eerdere deelnames. Zo de oude huizen die gerenoveerd worden en ingepakt werden met isolatiemateriaal. Elke keer zijn ze wat verder afgewerkt. De straatjes, het steile kasseienwegeltje en de servitudes langs de bosrand. Ik dook het bos weer in en reed dan over de singletrack doorheen het struikgewas en hoog opgeschoten bloemen op de oever van het beekje La Falise. Eindelijk kreeg ik nog eens een andere biker te zien! Het pad eindigt aan een bruggetje tegenover een eenzaam huis in het bos. Na een korte klim in een knappe holle weg, vooral als je achterom keek, kwam de splitsing tussen de 50 km en de 65 km. Getwijfeld, maar een rekensom leerde me dat ik voor de 65 km nog een hele tijd onderweg zou zijn. Gekozen voor de route van 50 km. Toch kwamen er op dat ogenblik nog twee bikers toe die de richting van de langste toer uit reden. De splitsing kwam op 30 km van de start en het was al 12.30 u!
Bij aanvang kreeg ik een lange bosklim voor de wielen. Daar was het even te voet over de woeste ondergrond vol diepe sporen. De beloning bestond uit een leuke afdaling die me weer heel even tot in de bewoonde wereld van Baisy-Thy bracht. Veldwegen voerden me er over de hoogvlakte in het zog van nog twee bikers. 32,50 km. Kort daarna werd ik na en bocht om de rand van het bos in een afdaling over een beenhard omgeploegd veld gejaagd. Ik werd er helemaal door elkaar geschud tijdens het rijden over de verweerde ploegvoren! Daarmee bereikten we op 33 km het knapste plekje van deze toertocht, de wortelklim naast het kloofje in de Sentier de La Roche! De biker die me inhaalde reed vrij vlot naar boven, maar voor mij is het hier altijd even te voet! Te steil en te veel wortels! Eens boven ging het dan een hele tijd door het bijzonder mooie bos over een smal spoor tussen de bomen. In de lente bloeien er witte bosanemonen en blauwe wilde hyacinten. De biker met de oranje helm die ik aan de inschrijving gezien had stak me groetend voorbij, hij reed allicht de 65 km. Dan ging het over een rotsachtig pad weer naar beneden en naar het einde toe herkende ik de omgeving en wist ik dat ik dadelijk opnieuw aan de stop in Villers-la-Ville zou staan.
Ondanks het gevorderde uur was ik niet alleen aan de tweede bevoorrading. Ze kwam op 35 km van het vertrek. 13.00 u. Er was nog van alles voorraad die verzorgd werd door een man en een vrouw ter plekke. Een onfortuinlijke biker met kettingbreuk werd opgehaald door de pechwagen. Nu ging het de linkse weg in het bos op voor een zachte klim tot aan het kapelletje van Sainte-Apolline. Daar vertrekt een afdaling in een uitgespoelde woeste holle weg vol stenen, wortels en afgevallen takken! Enige voorzichtigheid was er geboden, vermits ik er alleen onderweg was. Ik kwam toe in een bosrijke villawijk van Villers-la-Ville waar we door enkele straten reden langs in het groen verborgen villa’s van rijke mensen en over servitudenpaadjes langsheen de grote tuinen, vol bomen en vaak op hellingen gelegen. Niet simpel om daar gras te maaien. Er waren plekken waar graafwerken geweest waren voor de bouw van nog nieuwe stulpjes! Ik stak het kasseibaantje over dat naar de ruïnes leidt en klom er over een breed pad naar het bos toe. Een hele tijd konden we daar klimmen en dalen over de paden in het bos van Villers. Zo naast het riviertje dat er door stroomt. In plaats van helemaal naar beneden te moeten en dan rechtsomkeer te maken op het volgende pad, werden we een zeer steile korte helling op gejaagd om dat pad te bereiken. De meeste tochten in deze streek passeren hier. Het is daar best zwaar klimmen en vaak komt deze plek aan het einde van de tochten. De tocht werd verder gezet op een zeer lange singletrack die op zo’n 40 km overging in een grasspoor. 14.00 u.
Een zachte klim bracht me in het gezelschap van twee anderen, mogelijk de mannen die ik aan de splitsing de 65 km had zien uitgaan, tot aan een betonbaantje. Zoals ik al vermoedde was dit het betonbaantje dat langsheen “de mast” voert. Vanaf hier kregen we het wat gemakkelijker tijdens het rijden over de hoogvlakte met wat beton en asfalt onder de wielen. Steeds kregen we “de mast” in de verte te zien en dat gedurende lange tijd. Op 42 km passeerde ik een plek waar het gras smetteloos groen en gemaaid was. Daar waren mannen met modelvliegtuigen actief. Even verder reden we een smal compleet overwoekerd hol gekasseid spoor op en was het klimmen en dalen tussen hoog opgeschoten begroeiing. Woest en knap, maar ook vermoeiend door de kasseien die door de tand des tijds schots en scheef waren komen te liggen. Een afdaling over een smal betonbaantje, waar ik twee auto’s tegen kreeg die het vertikten van wat vaart te minderen, leidde me tot aan een bruggetje over het riviertje La Houssière aan de rand van het dorpje Villeroux (Chastre). 44 km. Twee late bikers (M/V) staken me voorbij. Vanuit een straat ging het rechtsaf een steegje in waar een bestelwagen zeer ongelukkig de hoek blokkeerde. Die mensen waren wat aan het verhuizen.
Het steegje liep dood op de bosrand waar ik onder een oude overwoekerde brug diende te rijden. Een bruggetje van een oude treinbedding. Een bizarre woeste plek waar lianen vanaf de brug naar beneden hingen. Na de brug een zachte maar lange klim in een prachtige holle weg om de tocht verder te zetten over een hoogvlakte. Dat over een lang smal grasspoor, eerst zacht klimmend en dan stevig afdalend tot in Chastre. In de verte zag ik nog steeds “de mast” staan. We reden er in een grote lus omheen. 47 km om 14.30 u. We lieten Chastre achter ons om via een kasseibaantje in slechte toestand tot in Hevillers te rijden, een gehucht van Mont-Saint-Guibert. 49 km. We doorkruisten Hevillers via bizarre servitudes die langsheen grote domeinen aan de bosrand voerden. We reden er in de omgeving van de riviertjes de Orne en de Nil. Het bizarre paadje langs de Orne in de Val d’Alvaux eindigde tot vlak achter de verweerde muren van een grote oude hoeve in Nil-Pierreux. Dat is een gehucht van, houd u vast, Nil-Saint-Martin-Saint-Vincent dat op zijn beurt deel uitmaakt van de gemeente Walhain! De restanten van de oude burchttoren, de Tour d’Alvaux, kregen we deze keer niet te zien. 51 km.
Na de doortocht van deze schilderachtige plek leidde een paadje ons langsheen de Orne, zeer knap, alsof je in de Ardennen reed! Daarna slingerde het riviertje zich samen met het paadje door de bewoonde wereld door stroken bos. Aan het einde van een woest pad moest je een zeer lange smalle donkere tunnel door! Geen steek kon je er zien, alleen het licht aan het einde! 52,50 km. De tunnel spuwde u uit tussen de huizen van Mont-Saint-Guibert. Op twee plaatsen waren huizen zelfs over de straat gebouwd. Een laatste klim voerde me door een straat weer tot aan de school. Na 54 km kwam er om 15.00 u een einde aan één van de mooiste tochten van dit jaar!
Kort samengevat, dit was een prachtige toertocht. Ik heb er ruim mijn tijd voor genomen, maar er van genoten, van bij het begin tot aan het einde. Eén van de besten dit jaar gereden. Nogmaals ogen te kort gekomen om te genieten van deze prachtige streek in Waals-Brabant, zo ergens tussen Waver en Nijvel. Overal redelijk vlot kunnen rijden. Zeer afwisselende landschappen met bossen en open vlakten met vergezichten. Deze tocht is nog mooier dan de VTT des Hayeffes vanuit dezelfde gemeente, ook vanuit een school, het Institut Notre Dame des Hayeffes. Jari dacht er ook zo over. De toertochten in deze streek zijn beslist de moeite meer dan waard! Vriendelijke mensen ook die de moeite doen om u in het Nederlands te woord te staan wanneer ze op uw inschrijfstrookje merken dat je uit Vlaanderen komt. Het enige minpunt: de tocht viel samen met de Marathon van de Demervallei. Een mens moet nu eenmaal keuzes maken!
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you.be en op mountainbike.be!
StrammerMax




|