Toertocht (25-35-50-60-65 km) van MTB Overijse te Overijse op zondag 03-05-2015.
Ik ben al enkele jaren trouw afgezakt naar de toertocht van MTB Overijse, maar vorig jaar heb ik deze eens links laten liggen voor de tocht van de Sjotbikers in Hulshout. Interessant voor deze tocht is dat het vertrek vlak naast de afrit van de snelweg gelegen is. Jari opgepikt op de carpool in Kontich. Het was vreemd dat er bij aankomst nog parkeerplek was op de carpoolparking in Overijse. Allicht hadden alle toertochten van dit weekend af te rekenen met minder deelnemers omwille van de Happy Bike Days in Houffalize. Ook op deze tocht daagden heel wat minder deelnemers op dan gebruikelijk. Reeds op de parking kregen we bekenden te zien: Daniel en Dirk, metgezellen op ons jaarlijkse pinksterweekend, door een gemeenschappelijke kennis georganiseerd. Aan de inschrijving troffen we Peter, die ook deel uitmaakt van die groep en nog zou wachten op enkele van zijn makkers. Om 9.30 u waren we ingeschreven en op weg.
Het ging zoals vroeger via de velden het dorp uit en het was al stevig klimmen geblazen op de grassporen. Er volgde al direct een zwaar stukje parcours op en af een pad in het Hagaardbos naast de snelweg. Toen het parcours van de snelweg af boog was het nog klimmen geblazen op een assenweg tot aan enkele huizen. Vanaf daar ging het op en af over sporen van grind. Op 5,50 km kregen we een stevige klim over de kasseitjes van de Vossebeekweg. We dienden de grote baan Waversesteenweg te kruisen om even verderop links af te slaan in een baantje richting Terlanen. Het ging opnieuw de velden in over een lastig paadje vol grind en keien dat niet voor niks Rotweg werd gedoopt! Eens boven kon je kiezen voor een extra optielus van 5 km. We hebben deze links laten liggen. Ik heb hem in het verleden ooit gereden. Hij begint met een spectaculaire afdaling naar het dal van de Dijle toe om daar een eindje door de bewoonde wereld te rijden en de velden weer op te zoeken. Een mooi extraatje, maar niet dat men uitzonderlijke zaken mist door de lus niet te rijden. Moest dat het geval zijn, dan werd de hele toertocht er over gejaagd zou ik vermoeden! Wat niet wegneemt dat het een leuk extraatje is voor wie veel kilometers wil rijden. Wij zijn er het gemeenschappelijk parcours van de 25-35-50-60 km blijven volgen.
We vervolgden onze weg door de landelijke streek. Op 12 km konden we genieten van een leuke lange afdaling in een mooie holle weg ter hoogte van de Vossekouter nabij Terlanen. De holle weg ging over in asfalt aan de rand van de bewoonde wereld zoals dat wel meer gebeurt in deze streek. Daarna reden we op en af over assensporen doorheen grasvelden tot in Ottenburg (Huldenberg) waar we toekwamen op een drukke baan, de Oliestraat. 13 km om 10.30 u. De 25 km splitste zich even later af van de rest. Toen ik het zacht klimmend grasspoor naast de prikkeldraad links zag, herkende ik de plek vanuit eerdere deelnames. Inderdaad reden we naar een grote houten bareel aan de rand van het Rodebos te Sint-Agatha-Rode. Daar kwam een voor de meesten onmogelijke klim, alhoewel er toch bikkels rijdend tot boven geraakten! Het betreft een zeer steile klim in het bos over wortels waarbij de bareel onderaan, waar je u tussen twee dicht op elkaar staande boomstammen moet zien te wurmen, een aanloop verhindert! Zelfs te voet is het een hele klus om boven te geraken! We zagen er een vader die zei dat dit niks meer voor boven de vijftig was. “Toch zijn er die boven raken”, reageerde ik. Inderdaad, de man vertelde dat zijn zoon al rijdend tot boven was geraakt. We hebben het tweetal nog een tijd in onze buurt weten rijden tot aan de eerste stop.
Eens boven reden we door het Rodebos om uit te komen aan een camping op 15 km van de start. We kregen er enkele servitudes op en af tussen landelijk gelegen huizen voor de wielen en een stuk doorheen het bos.
Een zware klim leidde ons tot in de Loswegstraat waar we op 18 km om 11.00 u de eerste bevoorrading troffen ter hoogte van de Tommestraat op een pleintje met waterpomp aan het kruispunt van enkele landelijke straten. De plek ligt ergens tussen Ottenburg en de taalgrens. Ze stond zoals steeds opgesteld voor een bizar gebouw met torentje. Geen kapel vermoed ik, doch een gebouw met elektriciteitscabine of voor andere nutsvoorzieningen. Op deze plek was meteen de splitsing tussen de routes van 35 km en van 50-60 km en de rijders van de langste afstanden passeerden hier een tweede keer na extra lussen. Vandaar was er nog redelijk wat beweging aan de stopplaats. Alles was nog voorhanden zoals fruit, cake, koeken, water en sportdrank van diverse kleuren en smaken. Met nog veel bedrijvigheid van medewerkers onder het tentzeil.
Na de stop gekozen voor de richting van de langste ritten. Er gingen niet bijster veel bikers nog die kant op, alhoewel we toch nog deelnemers te zien kregen tijdens het vervolg. Als opener kregen we een grasspoor en een superknappe afdaling in een mooie holle weg tot in de Florivalstraat. Op 20 km overschreden we de grens tussen Ottenburg (Huldenberg) en Archennes (Grez-Doiceau) en tegelijk de taalgrens en de grens tussen het Vlaamse en Waalse Gewest. De Florivalstraat veranderde in de Rue de Florival , maar in plaats van direct naar het bos vanaf het gelijknamige stationnetje te rijden, ging het linksaf een strook bos in en daarna over de desolate bijna tot stort verworden ruimte achter een aantal rijhuizen annex achterliggende koterijen die langsheen de rustige grote baan evenwijdig met de spoorweg zijn gelegen. Op deze spoorlijn gebeurde op 27 maart 2001 een zwaar treinongeval in het nabijgelegen Pécrot.
We kruisten de weg en het spoor en kregen een zware klim voor de wielen. Dan reden we over een singletrack in het bos op de flank van de heuvel naast de spoorweg met rechts van ons een diepe afgrond. Uiteindelijk bereikten we dan toch het stationnetje van Florival op de spoorlijn van Leuven naar Ottignies. Zoals te verwachten was ging het al stevig klimmend de holle weg in waarin halverwege een gedenksteen staat als herinnering aan de burgerslachtoffers die tijdens de tweede wereldoorlog stierven bij een bominslag in het nabijgelegen Gastuche. Toeval wou dat na afloop één van m’n kompanen vroeg wat dat was. Ik wist het, omdat ik er ooit gestopt ben omdat ik wilde weten wat de betekenis van die steen was. 23 km. Ik raakte deze keer in één ruk tot boven maar moest wel forfait geven tijdens een volgende zware klim. Want in het Bois de la Hocaille, zoals die plek nabij het station van Florival heet, kregen we nog enkele zware klimmetjes, maar ook enkele leuke afdalingen in de buurt van een crossparcours voor de wielen. De plek was wel wat beschadigd door boswerken. Deze toertocht haalt het meeste uit dit bos, want de andere tochten die hier passeren beperken zich meestal tot de holle weg met het oorlogsgedenkteken. De doortocht van het bos werd afgesloten met een zware klim in een holle weg om van daaruit een hoogvlakte te bereiken. 26 km om 12.00 u.
In de velden op die hoogvlakte troffen we de splitsing tussen de 50 km en de 60 km op 26 km van het vertrek. Van uit de velden ging het weer het bos in en kwam er een zeer plezante en knappe afdaling tot in de Rue de l’Hézidelle en het ander eind van de eerder genoemde Rue de Florival. We reden dan een eindje naast de spoorweg en via een tunneltje er onder om aan de andere kant een zachte klim door de velden naast het spoor op te gaan. Omstreeks 30 km reden we even door de bewoonde wereld van enkele gehuchtjes van Archennes. Dan ging het een eindje over een paadje naast de spoorweg en reden we voorbij het knapste kippenhok annex verzamelplaats van oud ijzer ooit gezien, gelegen op een driehoekig stuk grond, ingesloten door het pad en de spoorweg. We kruisten de spoorweg ter hoogte van enkele oude huizen die met een beek voor de voortuintjes al decennia lang tegen elkaar aanleunen op de rand van het dorpje Gastuche.
Aan de overkant ging het de Drève de Laurensart in, een brede grindweg, gelegen tussen een stuk van het gelijknamige bos en een imposant privaat domein. We kruisten de Dijle die hier nog la Dyle heet en dra ook weer de taalgrens. Een singletrack voerde ons via de bosrand langsheen prachtig groene glooiende weiden. Echt knap is het daar! Via een zware bosklim en een veldspoor bereikten we opnieuw de bevoorrading aan De Tomme op 32,75 km van de start en zoals gezegd op dezelfde plek aan het pleintje met de waterpomp. 12.30 u. Ondanks het feit dat wij allicht bij de laatsten op pad waren, was alles nog voorradig. De hemel voorspelde niet veel goeds. Ondanks de slechte vooruitzichten hadden we tot hiertoe zonder regen kunnen rijden, maar de vraag was of we ook droog zouden toekomen. Voor de mensen die de pijlen moesten ophalen was de kans groot dat het zou regenen. Maar volgens één van de bikers van de organiserende club was het het belangrijkst dat de deelnemers in droge omstandigheden de tocht hadden kunnen rijden. Dat ze zelf nat zouden worden bij het opruimen was minder erg! Een positieve ingesteldheid naar de deelnemers toe, zo hoort het!
Na de stop ging het de Poelstraat in en volgde een klimmetje tot in de Tommestraat op een hoogvlakte. In de verte zag ik hoogspanningsmasten of antennes staan. Dan reden we eventjes door de bewoonde wereld van Ottenburg. Na de doortocht van het dorp kwam er een afdaling in een mooie holle weg tot aan een visvijver die pal op de taalgrens ligt. Een assenweg door de open velden voerde voorbij een zeer grote hoeve, de Ferme de Bilande. 37,80 km om 13.00 u. Klimmetjes en afdalingen voerden ons over de Dijle die hier de taalgrens volgt en tot in de Schaatbroekweg. Deze lange landelijke straat bracht ons naar één van de hoogtepunten van deze toertocht. Want van 40 km tot 44 km konden we genieten van de doortocht van een prachtig privaat bos met klimmende en dalende paden en boswegen. Ik herinnerde me deze plek van uit eerdere deelnames en het is een plezier om er te mogen rijden. De vermoeidheid begon wel toe te slaan! De regen helaas ook! Tijdens de laatste tien kilometers zijn we nog behoorlijk nat geworden!
We kregen nog een zware klim in de Papendelle en de Waaienberg, lokale trage buurtwegen, om toe te komen in de bebouwde maar groene kern van Tombeek. Vanaf Tombeek werden ons nog enkele zware beklimmingen voor de wielen geworpen, zo over de kasseitjes en de keien van de Kamvoetweg. 47,50 km om 13.50 u. Er was daar in de omgeving niet voor niks een Bergstraat! Zo stilaan bereikten we opnieuw de bewoonde wereld van Overijse en werden we nog over klimmende straten en servitudes door de woonwijk achter de sportvelden geleid. Omstreeks 14.00 u arriveerden we na 52,50 km opnieuw op de plek van de start. Als één van de weinigen zeiknat! Met de handige tuinslangen van de bikewash kwam alle vuil direct los van de fiets. Bij aankomst aan de kantine kreeg ik BikerKapellen, Ward en diens schoonbroer Frans nog te zien toen ze weer huiswaarts trokken. Zo ook Daniel en Dirk. Groot was mijn vreugde van te zien dat er nog hamburgers te koop waren. Jari en ik hebben er elk nog twee naar binnen gewerkt! BikerKapellen verwar ik steeds met Guy uit Beerzel die we binnen aantroffen in het gezelschap van Peter en Marcel, nog iemand uit het gezelschap van het jaarlijkse pinksterweekeinde! En nog andere bikers die ik niet ken maar wel al in het gezelschap van Peter ontmoet heb. Ze rijden allemaal met een broek vol goesting want op hun kont maken ze publiciteit voor www.libidos.be dat zichzelf aanprijst met “alles om uw seksleven spannender te maken”! Men verkoopt er zelfs een vibrerende cupcake (44,50 euro alstublieft) en batterijen van Duracell (5 euro voor vier stuks). Anders komt er allicht geen beweging in die cupcake! Enfin, misschien een ideetje voor een kerstgeschenk dit jaar! We hebben nog een hele tijd nagepraat in het bonte gezelschap tot we de allerlaatsten waren om te vertrekken en men ons net niet buitengeveegd heeft met de laatste zandresten! Tevreden weer naar huis na een mooie rit en een prima organisatie van MTB Overijse.
Jari registreerde de route op Google-Maps: klik hier!
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you.be en op mountainbike.be!
StrammerMax


|