Toertocht (35-58 km) van de Dendermonde Rugby Club te Sint-Gillis-Dendermonde op zondag 02-03-2014.
Ik ben niet zo’n fan van de toertochten in Oost-Vlaanderen, maar uit sympathie met de inrichters en de mannen die het parcours uitzetten en omdat ik ook de eerste editie van deze tocht vorig jaar op mijn palmares had geschreven, toch maar eens afgezakt naar Sint-Gillis-Dendermonde. Om er de toertocht te rijden van de Dendermondse Rugby Club, uitgezet door de Goodfellas Mountainbike Friends, een lokaal vriendenclubje, die daarvoor vorig jaar warm gemaakt werden omdat één van die bikers een zoon heeft die rugby speelt. Ik heb enkele Goodfellas leren kennen via het mountainbikeforum en via de mannen van Straf in Bergaf uit Opwijk. Ik kom hen elk jaar ook wel enkele keren tegen op de toertochten vanuit Opwijk, waar zij trouwe deelnemers zijn aan de Boerenbike, de Halloween-nachttocht in Zele en de Hoebelbike in Vlezenbeek. Een groepje enthousiastelingen waar je altijd vrolijk van wordt wanneer je hen tegenkomt. Aan hun inzet om een toertocht uit te zetten in de omgeving van een stad en in een streek die zich daar geografisch minder toe leent zal het dus zeker niet liggen! Ondanks dat werd het net zoals vorig jaar, en toen was het ook nog zeer slecht weer, voor mij een zware en lange tocht! Een eenzame tocht ook, want buiten vlak na het vertrek heb ik geen andere bikers gezien, tenzij twee aan de bevoorrading die mij nadien niet meer ingehaald hebben. Het was dan ook even over 10.00 u toen ik vertrok.
Vanaf het sportcomplex achter een straat met rijhuizen nabij het verstedelijkte centrum van Sint-Gillis ging het een met houtsnippers bedekt paadje op naast de voetbalvelden om een track in een strook bos te bereiken. Daarna volgde een zompige intro op een grasspoor naast een beek tot aan de oversteek ervan via een bruggetje op 1,50 km om een veldweg te bereiken. Verderop was één en ander me onduidelijk omdat het parcours linksaf boog terwijl er rechtsaf de mogelijkheid werd geboden om een “testparcours voor de schokdempers” te kiezen, aldus de veelzeggende tekening erbij. Aan het einde van de tocht zou ik dezelfde plek bereiken waarna duidelijk werd dat deze extra schokdemperlus weer uitkwam aan het vertrek. Er volgde een iets drogere veldweg en de doortocht van een slijkstrook op 3,50 km. Daar kreeg ik het enige gezelschap gedurende de ganse tocht van een vijftal bikers die me er inhaalden. Een natte veldweg leidde me naar Denderbelle (Lebbeke) en voorbij een boerenhof met gedichten op de gevels op de oever van de Dender. Ter hoogte van een weg die “Veer” heet trof ik de eerste splitsing tussen de routes van 35 km en van 58 km op 6 km van de start.
Samen met een gewone fietser en een biker die vermoedelijk op eigen houtje onderweg was, diende ik te voet via de loopbruggetjes op de sasdeuren van het Sas van Denderbelle de Dender te kruisen. Het ging linksaf naast de Dender over een door fietsers, wielertoeristen en joggers gebruikt jaagpad richting Mespelare, rechtsaf naar de Singelweg om de drukkere Ouburg over te steken omstreeks 8 km. Vanaf 10 km volgde een mix van droge en natte veldwegen op het grondgebied van Schoonaarde waar we omstreeks 11 km de spoorweg kruisten. De tocht voerde me door een landelijke omgeving om drie kilometer verder weer naast de spoorweg uit te komen in de Frans Vertongenstraat te Oudegem (Dendermonde) ter hoogte van enkele industriële vestigingen aan de andere kant van het spoor. Aan de spoorwegovergang in de Oudegemsebaan, waar een vrachtwagen aan het manoeuvreren was, ging het linksaf en onmiddellijk weer linksaf de baan over en een doodlopende straat in die overging in een onverhard wegeltje. De rit voerde me vervolgens door Oudegem en Appels en eventjes langsheen de Steenweg op Aalst, om een landelijke onverharde weg te bereiken. Op 16,50 km ging het dan gedurende een kilometer opnieuw over het jaagpad langsheen de Dender, allicht hetzelfde pad dat het Sas van Denderbelle passeert. We dienden verplicht te voet nogmaals de Dender te kruisen over een metalen voetgangersbruggetje naast de grote spoorbrug over de waterloop. Vorig jaar stond hier de eerste bevoorrading in weer en wind en een koude ijsregen! Deze keer stond er niets. Ofwel was ze al opgeruimd, ofwel stond ze elders. Ik heb achteraf gelezen dat de kleine bevoorrading deze keer na de grote kwam, maar ze zal al opgeruimd geweest zijn, wat begrijpelijk was vermits ik de laatste en langste onderweg was!
Het ging verder over een asfalt baantje evenwijdig met het spoor om dit aan de eerstvolgende overweg te kruisen en aan de overzijde op onze stappen terug te keren over een veldweg en zompig grasspoor. We werden een paadje op gestuurd dat zich aan de spoorweg tussen boomstammetjes op een berm voortslingerde en waar het lastig rijden was omwille van de korte bochtjes en de dicht op elkaar staande boompjes en struiken. Daarna volgde een vermoeiend stuk stompen over een verzadigd grasspoor in een open gebied met bomen, ik vermoed een soort overstromingsgebied naast een dijk. Op die begroeide dijk trof ik na 20 km een tweede splitsing tussen de 35 km en de 58 km die daar als 55 km stond aangekondigd. Even getwijfeld of ik wel de langste toer zou blijven volgen. Het was intussen al 11.40 u en ik was dus al tergend lang onderweg geweest. Mijn voornaamste zorg was dat de pijlen zouden blijven hangen, want niet alle toertochten worden logischerwijze van begin tot einde ontpijld! Ondanks het feit dat de tocht al veel van mijn krachten had gevergd had ik weinig zin om er te snel een punt achter te zetten. Er dus toch maar voor gekozen om nog 38 km te rijden in plaats van binnen 15 km weer bij af te zijn.
Voor de lange toer ging het rechtsaf en even verderop betreurde ik toch eventjes mijn keuze. Want er volgde een omzeggens niet te rijden modderstrook op een met putten bezaaid pad vol modderpoelen! Voor jonge kerels of technisch begaafden zal dit geen problemen opgeleverd hebben, maar voor deze vermoeide Pinokkio die daags voordien van 7.00 u tot 19.00 u aan het werk was geweest, was te voet een betere optie! Ik kwam van tussen de bomen en struiken uit aan de rand van velden waarna verharde en semiverharde landelijke wegen me over het grondgebied van Sint-Gillis-Dendermonde voerden. Op 22,85 km werd ik over een paadje gestuurd dat langsheen een grote visvijver liep waar zich op diverse plekken vissers langs de kant hadden neergezet. In de verte zag ik een plompe kerktoren staan, vermoedelijk van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Dendermonde. 12.00 u.
Een paadje over een dijk voerde me daarna door een knappe omgeving tot op een plek waar graafwerken aan de gang geweest zijn, getuige daarvan een kraan. Op 24 km werd daar de keuze gelaten tussen de opties “pussy” en “technisch”. Dat “technisch” bestond uit een korte bijna loodrechte klim op een zandhoop en een afdaling aan de achterzijde ervan. Na het verlaten van dit terrein doken we een speelbos in ter hoogte van scoutslokalen. Een kronkelig paadje leidde me doorheen een strook bos tot aan een dijk langs de Oude Dender waar we op en af gestuurd werden over een paadje dat zich met vele S-vormige bochtjes tussen de bomen aan de bosrand slingerde. Dan ging het de dijk op tot aan een eenzaam huis waar ik vorig jaar met enkele andere bikers een pijltje had gemist ter hoogte van de brievenbus van dat huis. We dienden er een bocht van bijna 360 graden te maken en een aardeweg in te rijden. Deze was in ieder geval beter berijdbaar dan vorige keer, want toen was het hier modderdabben! Het pad bracht me na 25 km tot op een dijk naast de Dender. Ik reed er onder de Ooiebrug en voorbij enkele oude huizen aan de voet van de Gentsesteenweg die er in de hoogte langs loopt. Een krakkemikkig oud witgeschilderd hoekhuis met een met mos begroeid dak stond er te koop. We reden het straatje in dat overging in een veldweg tot aan de Scheldedijk in Dendermonde.
Ter hoogte van een zigeunerkamp met een handvol woonwagens kregen we op 28,50 km nogmaals een speelbosje voor de wielen. We doken er van de weg naar beneden om er enkele natte maar redelijk te berijden paadjes voorgeschoteld te krijgen in een strook bos. Even later diende ik onder een brug te rijden waar vorig jaar de bevoorrading stond opgesteld. Nu niets daarvan, misschien al opgeruimd, deden enkele bandensporen me vermoeden. Het ging verder langsheen de Dender tot aan de Killeweg die uitkwam op de zeer drukke Mechelsesteenweg. Toen ik daar op de hoek even halt hield staken me twee bikers voorbij, de eersten die ik sinds kort na de start te zien kreeg! Even later kwam er dan toch nog een bevoorrading op de parking van de AS Adventure langsheen de Mechelsesteenweg in Dendermonde. 12.40 u. Samen met de twee andere bikers, die zeiden dat er nog twee op komst waren, me te goed gedaan aan stukjes banaan, partjes appelsien en sportdrank. Ik ben dan nog voor dit tweetal weer vertrokken en heb het niet meer weergezien, evenmin als de twee anderen waarop ze nog schenen te wachten!
Na de stop ging het de Dendermondse Brug over en een eindje over een drukke baan richting Grembergen. We doken er een volgend speelbosje in waar een parcours was uitgezet op de oever van de Schelde. Een zompig graspad op een dijk naast een gracht bracht me tot in de Grootbroekstraat in Grembergen. Op dit graspad diende ik uit te wijken voor een voederbak en drinkplaats die op een aanhangwagen midden op de dijk was neergepoot ten behoeve van de schapen en de lammeren in de naastliggende weide. 35 km. Ik reed toen in de nabijheid van het Gremberger Broek aan de Schelde. Een paadje leidde me tussen de bomen evenwijdig met een grote baan die in de hoogte lag en waarvan ik dus niks kon zien, enkel kon horen. Aan het einde ervan werden we de hoogte in gestuurd om te arriveren in de brede grasberm naast de Rijksweg die vanuit Sint-Niklaas naar Dendermonde loopt en via dewelke ik daarstraks met de auto naar de start was gereden. Vanaf 37,50 km reden we hier een tijdje over een zompig grasspoor in deze berm langsheen deze weg.
Het ging weer rechtsaf naar beneden toe in de richting van een graspad en een lange track recht op recht tussen twee rijen bomen. Aan de linkerkant de Rijksweg en rechts van me een brede gracht waarachter een betonbaantje. De ondergrond lag er zompig bij, maar het pad was berijdbaar, in tegenstelling tot de vorige editie toen er geen beginnen aan was. Toen lag het er zo slijkerig bij dat ik van pure ellende een plek opgezocht heb om de gracht over te kunnen steken om op het betonbaantje te kunnen rijden! We werden linksaf weer naar boven gestuurd waar kon gekozen worden tussen gemakkelijk, wat al steil genoeg was, en extreem over een nog steiler kronkelend paadje, om weer op de Rijksweg uit te komen. Op 39 km van de start kruisten we op een brede asfaltstrook naast de Rijksweg de Schelde via de Vlassenbroekbrug. In de verte zag ik achter mij een fietsend gezin met kleine kinderen de brug op rijden. Tot 40 km ging het dan over het fietspad langsheen deze grote baan richting Lebbeke waar ik op een drukke kruising de verkeerslichten genegeerd heb omdat die ostentatief voor mij op rood bleven staan, ondanks op de knoppen te drukken! Na afloop zou ik de plek met auto op weg naar huis weer passeren. Eens die kruising voorbij ging het rechtsaf een kasseibaantje op en doorheen een woonwijk van Sint-Gillis op 41 km. Een assenweg naast de afsluiting van een bedrijf bracht me tot voorbij de voetbalvelden van FC Lutterzele. 42 km. Van hieruit ging het door de straat Hoeksken in heraanleg. Ter hoogte van de spoorwegovergang in de Winningstraat aan de rand van Sint-Gillis trof ik de derde splitsing tussen de 35 km en de 58 km op 43 km van het vertrek. Ik herinnerde me deze plek van vorig jaar!
Het ging de spoorweg over en linksaf. Ik kwam er nog twee tegenliggende bikers tegen die de extra lus allicht net achter de rug hadden. Een brug onder en verderop rechtsaf een zandweg vol plassen in. Deze zandweg liep vlak naast een drukkere baan die in de hoogte op een berm lag, zodat je er niets van te zien kreeg. Helaas lag er op een drietal plekken ferm sluikstort dat er door onverlaten van de weg af was neergekieperd. Bouwpuin en een afgedankte kast. Onbegrijpelijk in deze tijden! Het pad liep tot vlak voor een (andere) spoorweg, volgens de kaart op de grens met Lebbeke, en boog naar rechts af onder de rijbaan die er via een brug het spoor kruiste. Ik meende mij van vorige keer te herinneren dat het aan de andere kant weer evenwijdig met de weg was in de richting van waaruit we kwamen. Maar ik trof er geen pijl en de landbouwweg lag er uiterst modderig bij met grote plassen. Niet uitnodigend dus om er in te rijden. Eventjes verder gereden over asfalt, maar geen pijlen meer te zien. Daarom achtte ik het raadzamer van via de gekomen weg weer terug te keren, vermits ik wist dat we weer aan het spoor in Lutterzele zouden arriveren.
Het spoor weer over om er dan evenwijdig mee in de richting van Sint-Gillis te rijden. Het landelijke wegeltje eindigde tussen enkele huizen die uitkijken op het spoorwegemplacement op de rand van Sint-Gillis. Van daar trof ik een fietsweg door de velden en evenwijdig met een enkelsporige spoorlijn met aan mijn rechterkant het schijnbaar nog gloednieuwe Sint-Blasiusziekenhuis, aan het zicht onttrokken door hoge begroeide zandbermen. Het ging linksaf het spoor onder via een bruggetje, voorzien van een mensluis op het Ros Beiaard Ruiternetwerk, een door paaltjes geblokkeerde doorgang die enkel paarden, fietsers en wandelaars doorgang biedt. 49,50 km. Er volgden servitudes doorheen een soort park en rond een vijver tot aan een appartementsgebouw aan de rand van de bewoonde wereld van Dendermonde en dat uitkijkt op nog een vijver met aan de kant ruïnes van oud metselwerk. Een bordje toonde dat ik me in het natuurgebied Kalendijk bevond. Van tussen de bomen kreeg ik zicht op de gerestaureerde Mechelse Poort op de andere oever van de gracht en de restanten van vervallen en overwoekerd metselwerk van wat ooit een spoorwegbrug moet geweest zijn. 50,75 km. Er volgden met houtsnippers bedekte paadjes tijdens een lusje door Kalendijk. Ik werd dan over de overstroomde dolomietpaadjes van een park gestuurd rond een aantal waterpartijen om de eveneens gerestaureerde Brusselse poort te bereiken op 52,50 km van het vertrek. Het ging eventjes een drukker gedeelte van de stad door langs huizen en flatgebouwen die gedoopt werden met namen van personages uit de Jommekesboeken, langsheen het spoor in de Diepestraat en de Wastijnestraat in. Om dan naar een naast een groezelige fabriek gelegen blubberspoor gestuurd te worden waar we verwelkomd werden met een bordje waarop een foto van een stukspringende lamp met de vraag “Is uw licht al uit?”. Wat een zooi op die plek! We reden er opnieuw in de richting van Denderbelle. Vanaf de straat ging het een kasseibaantje op, de Donaustraat, op 56 km van het vertrek! Achter mij dokkerde ook een oudere man met zijn gewone fiets over de kinderkopjes. Ter hoogte van een huis in verbouwing sloeg het parcours rechtsaf een vettig weidepad in en bereikte ik het “testparcours voor dempers” van kort na de start! Linksaf tussen de struiken bereikte ik na 58 km en met een grote zucht van verlichting weer de sportterreinen van de rugby!
Ik zag mannen in de weer met de opruim van de bikewash! Het was intussen ook al 15.15 u! Ik ben binnen niks meer gaan drinken omdat ik verlegen was van te moeten tonen dat ik zo tergend lang onderweg was geweest! Ik heb trouwens geen connecties met de rugby en de Goodfellas zullen onderweg geweest zijn voor het ophalen van de pijlen. De pijl aan mijn geparkeerde auto was inmiddels weg. Want bij gebrek aan parking had ik mij achter een boompje en lantaarnpaal weten te wringen. Die kerels zal ik de komende lente en zomer allicht nog wel eens ontmoeten. Tijdens het opladen van mijn beslijkte bike nog twee energierepen soldaat gemaakt om weer op krachten te komen. Want ook al durf ik wel eens beweren dat Oost-Vlaanderen minder mountainbikewaardige troeven in petto heeft dan andere streken, dit is een van de zwaarste tochten op mijn jaarlijks palmares! Omwille van de modder nadat het de afgelopen week toch enkele avonden ferm geregend had en de technische lusjes die niet zo aan een pannenkoek als ik besteed zijn! Ik houd niet zo van eerder kunstmatig aangelegde trajecten met korte bochtjes rond bomen of klimmetjes gecombineerd met bochtjes, terwijl anderen daar soms net wel van houden. Ik zou deze tocht eens willen rijden in de zomer, in droge omstandigheden, want dat kan soms een wereld van verschil maken! De Goodfellas hebben in elk geval de verdienste om er in te slagen van een toertocht in elkaar te steken in het gebied tussen de Dender en de Schelde aan de rand van een grote stad en er een aantal stukjes in te steken waar de technisch begaafde rijder zijn gangen kan gaan en vermoeid kan thuiskomen! De afpijling was duidelijk en de algemene organisatie in orde.
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you.be en op mountainbike.be en op m'n website mtbwijzer.be!


|