Adrie van der Poel Classic (27-48 km) van WTC De Spartaan in Putte-Woensdrecht op zondag 12-01-2014.
Adrianus Aloysius Jacobus (Adrie) van der Poel (Hoogerheide, 17 juni 1959) is een Nederlandse voormalige beroepswielrenner in de jaren 1981-2000. Hij viel vooral op door zijn intensieve training, hetgeen meerdere malen tot overtraindheid leidde. Van der Poel is de schoonzoon van de beroemde Franse wielrenner Raymond Poulidor. Naar hem is de jaarlijkse toertocht genoemd die georganiseerd wordt door WTC De Spartaan (27-48 km) en die start vanuit Putte-Woensdrecht, vlak op de Belgisch-Nederlandse grens. Deze streek geniet hoe langer hoe meer bekendheid vanwege de lokale bikers die er langs beide zijden van de grens wonen, maar ook van bikers die van verder af naar hier komen rijden. Tijdens de après zag ik zelfs een biker met op zijn broekspijp de vermelding van de naam van een club uit een gemeente aan de Belgische kust, wat niet hoeft te betekenen dat die man van ginds afkomstig is!
Toen ik ’s ochtends opstond was het duidelijk dat het tijdens de nacht ferm gevroren had en ik mijn wintervest best zou kunnen gebruiken. Mijn helmlamp gemonteerd omdat ik van thuis uit bij duister vertrok en voor een rondje Nederlanders plagen, want die kerels houden die lamp vaak voor een camera! Die lamp is er ook de oorzaak van dat ik door sommigen met meer dan gewone belangstelling wordt aangekeken en het duurt dan soms even voor ik door heb dat het omwille van die lamp is! Putte ligt op zo’n 10 km van de voordeur. Om 8.00 u met de fiets vertrokken en een half uur later was ik ter plekke. Helaas hield mijn kilometertellertje het onderweg al snel voor bekeken. Omwille van de koude? Batterij aan vervanging toe? Ik had in ieder geval geen zin om weer naar huis te rijden om deze te vervangen. Eigenaardig genoeg zou het ding op de terugweg naar huis opnieuw werken! Maar tijdens de heenrit en de tocht heb ik helaas geen afstanden kunnen registreren! Onderweg in het Belgische deel van Putte werd ik ingehaald door een groepje snelle jonge gasten. Aan de Sporthal De Biezen werd het duidelijk dat er veel mensen naar Putte waren gekomen! Wat een gewriemel buiten en binnen! Geen bekenden gespot en om 8.45 u was ik ingeschreven en kon ik van start gaan.
We verlieten het dorp en bereikten al snel een korte vochtige singletrack doorheen een strook bos. Deze bracht ons naar de Postbaan, een zeer lange zandweg die de vele groepen bikers in de richting van de Ossendrechtse Heide voerde. Ik ergerde mij soms aan mannen die me rakelings voorbijstaken terwijl het pad daar meer dan breed genoeg is en ik uiterst rechts reed. Opdat ze naast hun clubmaten zouden kunnen blijven rijden! Er reed ook een wel zeer grote delegatie van een club, maar ik kon niet zien dewelke. Deze bikers droegen allen een blauw pak met opschriften in witte letters. Een deel van de groep had halt gehouden, vermoedelijk omdat er eentje problemen had met z’n fiets. Eén van de mannen kwam ook naast me rijden met de vraag of ik was wie ik ben! Zo wist ik dan tenminste dat er toch mensen zijn die deze schrijfseltjes lezen. Want het vraagt soms wel moed om er aan te beginnen. Daar kruipt heel wat tijd in! Even halt gehouden op de plek waar het bospad uitgeeft op de open heidevlakte. In de verte hoorde ik een trein rijden. We dienden een zanderige helling op te rijden en bereikten zo de rand van de open heide.
Het uitzicht dat we daar te zien kregen kon wedijveren met het plaatje op de mooiste kerstkaart. Het wit berijpte heidegras en de schaarse bomen tekenden zich knap af tegen een blauwe winterlucht met nevelslierten en een opkomende zon. Van op de zanderige toppen van de duinen kon je de slierten bikers door het open landschap zien trekken. Als je even stopte moest je een hele tijd wachten voor je een opening vond om je tussen te smijten! Trage rijder zijnde zette deze drukte en de soms wild voorbijstekende deelnemers enigszins een domper op m’n plezier. Net zoals het verdomde tellertje dat dienst weigerde en waardoor ik geen benul had van de reeds gereden afstand. Zandsporen voerden ons over de heide. In ieder geval konden we er ook genieten van de knappe singeltrack die zich doorheen het hoge gras evenwijdig met een zandweg over de heide naar het bos slingert. Ik heb er de afgelopen tijd nog al gereden. We doken de bossen van de Groote Meer in en net voor een knappe korte singletrack die op de grens met de Kalmthoutse Heide uitgeeft op een bospad in de richting van het Puts Molentje, sloegen we linksaf een bosweg in. De bospaden die we dan voor de wielen kregen waren gelukkig breed genoeg om de vele bikers op te vangen. Sommigen gedroegen zich toch wel als doodrijders! Ach ja, die knullen geven natuurlijk alles om bij de maten van hun club te kunnen blijven en vliegen overal door de slijkplekken en over kleine hindernissen! Ik rijd toch liever wat voorzichtiger dan het risico te lopen mijn nek te breken en daardoor de fiets een tijd aan de kant te moeten zetten! Bij momenten scheen de lage zon recht in de ogen en zag je niet waar je reed!
Hier en daar kregen we op de singletracks of de bospaadjes een pittig heuveltje te verwerken. Een aantal bikers van V’lox reden me voorbij en toen ik op de top van een zanderige heuvel even aan de kant ging omdat mijn fiets het weer even liet afweten, passeerden daar ook Dennis, Patrick en Berten. En nog een massa andere bikers! 9.45 u. Even later kreeg ik ook Rubber-12 te zien en nog later Silverfokske. Hij had de voorgaanden moeten laten gaan wegens een panne. Daar had ik trouwens ook mee te maken. Ik had gisteren mijn fiets met water afgespoten na de tocht in Overpelt (B) en omdat het vannacht dan toch was beginnen vriezen was het water binnen de body nu ijs aan het worden waardoor alles zot draait. Gelukkig kon ik toch altijd weer verder en zo lang ik bleef trappen was er geen probleem. Ik heb evenmin het ultieme wapen, meer bepaald warme lichaamsvochten, dienen aan te wenden als redmiddel. Ook het slurfje van mijn drinkzak vertoonde bevriezingsverschijnselen. Naarmate de voormiddag vorderde en de lage zon hoger aan de hemel kwam te staan en het warmer werd, waren de problemen van de baan.
Na zeer veel bos bereikten we nogmaals een stuk open heide, knap en wit berijpt, met een zon laag boven de horizon van een lichtblauwe hemel. 10.00 u. Kort na de oversteek van de open heide bereikte ik via een bospad één van de hoofdingangen van de Groote Meer op de Putseweg ter hoogte van het Puts Molentje nabij Ossendrecht. Recht tegenover dit eetcafé kwam er de splitsing tussen de routes van 27 km en van 45 km. Mijn kilometertellertje liet het nog steeds afweten, maar ik schat dat ik toen zo’n 15 km zal gereden hebben. 10.10 u. De korte toer werd richting Ossendrecht gezonden, voor mij ging het verder richting Woensdrecht om via het fietspad langsheen de Putseweg het rondpunt aan Restaurant Jagersrust te bereiken. Aan de overkant reden vele bikers die de extra lus al achter de rug hadden. We dienden de Putseweg over te steken en via de Onze-Lieve-Vrouw-Ter-Duinenlaan reden we de hoofdingang in van de gelijknamige Volksabdij die daar midden in de bossen ligt. Ik werd er opgeschrikt door een paard dat daar zonder berijder of begeleider enigszins paniekerig moederziel alleen over de baan liep! Uiteindelijk wandelde het ergens een zijpad in.
We werden de bossen in gestuurd om er te kunnen rijden over de natte en droge paden in de buurt van de abdij en het Mollercollege. De modderige track in de omgeving van deze school werd ons ook vandaag voorgeschoteld. Ook hier liggen vele paadjes en enkele bulten in het bos verscholen. Daarnet was Sammy me voorbijgestoken en hier kreeg ik de clubmakkers Kris, Dennis en Davies te zien. Aan de stop later ook Ivan en Bart. Dat was al heel lang geleden! Blijkbaar was de Stabroekse vogelkooi van de Café de Papegaai Bike Team deze zondag goed uitgevlogen! Lang heb ik niet in hun zog kunnen blijven rijden omdat ik omwille van m’n tegenpruttelende fiets en de te passeren modderstroken noodgedwongen enkele treintjes had moeten laten voorbijgaan. Iedereen genoot van de knappe singletracks en paden in dit gedeelte van de bossen van De Vluchtheuvel nabij Calfven. Ik passeerde de bizarre gebouwen van het vakantieverblijf De Luchtballon. De omgeving lag er relatief droog bij. Ik heb het hier ooit onder water weten staan en een biker een beek in zien duiken omdat de overgang tussen pad en beek onder water verstopt zat! Geblaf van honden aan de in de bossen gelegen hondenschool nabij de visvijver van ’t Spanjooltje.
Omstreeks 10.55 u trof ik seingevers bij de oversteek van een baan, ik vermoed de Onze-Lieve-Vrouw-Ter-Duinenlaan, waarna aan de overkant een zacht klimmend bospad me tot aan de oude zandgroeve van Ossendrecht bracht. 11.00u. Ook daar is een hondenschool. We reden de track naast de groeve in om de zeer knappe en iets meer technische singletrack met bochtjes, wortels en tussen struikgewas, evenwijdig lopend met een zandweg, te bereiken. Die leidde ons tot de voor mij onmogelijk te nemen klim om na een laatste track opnieuw uit de bossen tevoorschijn te komen op de Putseweg. De extra lus voor de lange toer had voor mij daarom exact één uur geduurd. We werden weer in de richting van het Puts Molentje gestuurd. Aan de overkant van de weg reden nog steeds bikers die de extra lus nog voor de boeg hadden. Ter hoogte van het Puts Molentje ging het rechtsaf richting Ossendrecht om daar de pauzeplaats te bereiken, ondergebracht in de loods van een bedrijf op het bedrijventerrein Driehoeven. 11.15 u. M’n clubmakkers stonden vertrekkenklaar wanneer ik er toekwam. Davies had 30 km op z’n tellertje staan en dat kan ongeveer kloppen met mijn tijdsgebruik. Er stond een massa fietsen en ’t zag er zwart van de bikers. Gelukkig viel het aanschuiven mee. Het loonde ook de moeite, want de bevoorrading voorzag in soep, sportdrank, suikerwafels en zelfs een hele banaan. Hier geen gemillimeterde partjes! Ondanks de drukte lag er nog een grote voorraad zodat niemand met lege handen diende weg te gaan.
Aan de stop trof ik nog meer bekenden, zoals een trio Weetabix-Watjes en Jos K. Toen de Watjes weer weg waren werd ik bij het nekvel gegrepen door Jari. Nog even staan napraten over de bij aanvang modderige tocht van vorige week in Huijbergen en het feit dat (één van) onze fietsen voor langere tijd binnen is voor herstelling. Jari heeft daarom tijdelijk de bike van zijn vader ingepikt! Geen fiets hebben is wel het ergste wat een fervent biker kan overkomen! Al bij al ben ik daardoor vrij lang aan de stop blijven hangen. Toen ik vertrok was het aantal geparkeerde fietsen en etende bikers al flink geslonken. Na de stop reden we verder in de richting van het centrum van Ossendrecht en sloegen er de Molenbosstraat in. Daar reden we de plek voorbij waar op de oprit voor de stal van een hoeve de stop is van een andere toertocht; Even dacht ik aan deze van vorige zondag, maar dat kon niet kloppen, want dat was in Huijbergen. Nochtans lijken de beide plekken op elkaar. Via de Pannenhoef reden we voorbij de ingang van de politieacademie, ook stopplaats van de recente toertocht vanuit Ossendrecht op 22 december. Deze keer doken we niet de vettige paden in het bos achter de academie in zoals bij andere tochten, maar reden verder tot we linksaf moesten op een zandweg op de rand tussen bos en velden (De Pappot?). Daar werd ik fel verblind door de lage zon. We volgden de bocht naar rechts en aan het eerste kruispunt van veldwegen ging het linksaf (Het Geleeg?) om zo de bossen van Stoppelbergen te bereiken.
Ik arriveerde op een mij bekende plek en we sloegen een singletrack in die eindigt met een kort klimmetje in de buurt van een zitbank op een open plek midden de bossen. Het is te zeggen, daar stond vroeger een zitbank en bij mijn laatste passage daar was ze weg! Vanaf hier bereden we mij meer bekende paadjes, alhoewel we ze soms in de andere richting aandeden dan dat ik ze gewend ben van op eigen houtje te rijden. Dat geeft altijd een heel ander beeld van de omgeving, alsof het de eerste keer is dat men er komt! Na een bochtje werd ik aangesproken door een zekere Patrick, met als schuilnaam Fordje. Of ik was wie ik ben? Ja dus! Hij was content van de schrijver van de verhaaltjes eens te zien. Ik was content van te horen dat er dan toch minstens één iemand is die ze leest! In het zog van Patrick bereikte ik een tweede splitsing tussen de routes van 27 km en van 45 km op het kruispunt van zandwegen in Stoppelbergen waar een zitbank staat. De splitsing was goed aangegeven, maar je kreeg de bordjes maar op het allerlaatste moment te zien. Voor de extra lus van de langste rit hadden de parcoursbouwers de mooiste paadjes doorheen het gebied Stoppelbergen uitgekozen. Het is daar echt een feest om te rijden. Ik herkende bepaalde plekken maar andere dan weer niet omdat we er tegen mijn gebruikelijke richting in reden.
We bereikten een belangrijk herkenningspunt, namelijk het asfalt fietspad naast de zandweg Scheidreef die letterlijk de scheiding vormt tussen België en Nederland. Een klein stukje van Stoppelbergen ligt namelijk in België nabij Berendrecht en Zandvliet. Het fietspad voerde me tot aan de grenspaal ter hoogte van de achterzijde van de jeugdkampeerplaats De Ruige Heide waar een twijfelachtig opgehangen pijl wat voor verwarring zorgde. Ik reed toen al een hele tijd van kort na de stop in de buurt van een biker met blauwwitte broek en blauw regenjasje. Er zijn dan blijkbaar toch nog trage rijders. Die kerel was zeker maar half zo oud als ik. We moesten er voorbij de brede beek linksaf en bereikten zo een mij meer bekend deel van Stoppelbergen met de bekende “put”, de zandpaadjes en het “klimmeke” nabij de Antwerpse sportvelden. Zo bereikte ik de achterzijde van de camping De Watertoren in Berendrecht. Daar heb ik even staan praten met een dame die er met haar hondje op wandel was. Van daar af ging het weer naar meer bekend terrein in de buurt van “de put” om zo het bekende kruispunt van zandwegen te bereiken. Volgens een kaartje op internet hebben die simpele wegen naast een gracht wel ronkende namen als “Weg van de Koude Heide naar Zandvliet” en “Weg naar de Tooverberg”! Vermoedelijk oude plaatsnamen uit een tijd dat er niet alleen hier maar overal slechts weinig bebouwing was en geen asfaltwegen!
Aan een meer open gebied week het parcours weer even af van het mij bekende rondje en reden we voorbij een onlangs gerooide strook bos. Na nog eventjes bekende wegeltjes gevolgd te hebben diende ik naar rechts af te slaan over minder bekend terrein waar ik langzaam maar zeker de trage biker in blauwwitte broek weer kon inhalen. Mij niet bekende wegen leidden me door de bossen tot een meer open vlakte van waaruit ik het eenzame huis aan de rand van het Moretusbos kon zien staan. In dit bos staat het kasteel Ravenhof van de toenmalige graven Van Moretus op Belgische bodem terwijl het theehuisje van het kasteel in Nederland staat. De grens loopt dwars doorheen het park. Vanuit het bos bereikte ik samen met de trage biker de bewoonde wereld van Putte op de plek waar ik altijd met de bike passeer op weg naar de toertochten vlak over de grens in Nederland. Via de Hooiweide kruisten we de grote baan waar nog steeds seingevers present waren om zo de aankomst te bereiken na 48 km omstreeks 13.15 u.
Er stonden nog veel fietsen buiten en in de te kleine ruimte binnen waar de lokale fietshandelaar zijn waren tentoonstelt, stonden nog vele mensen te genieten van een pint en een babbel met de fietsmakkers. Het is jammer dat men er niet kan zitten! Mijn tombolalootje leverde me zoals gewoonlijk geen prijs op. De Papegaaien hadden het al voor bekeken gehouden en waren huiswaarts. Ik heb dan nog even het gezelschap genoten van Rubber-12, Silverfokske, Dennis, MTBiker from Berendrecht, Patrick Enigma en één van hun maten die ik niet ken. Dat betekent een portie Antwerpse luchtige gezelligheid en kwinkslagen, vooral dan wanneer er iemand zonder erg op de speen van een ander zijn drinkzak staat te trappelen! En eigenlijk zijn die gasten altijd even vriendelijk! Kort na hun vertrek ben ik ook huiswaarts gereden. Omdat Silverfokske was komen te vertellen dat hij vanochtend het kippenkraam op de grens al had zien staan heb ik de twee dames die het uitbaten, moeder en dochter, nog eens met een bezoek vereerd. Net toen ik er op straat mijn halve kip begon te verslinden passeerde hij met de auto! De kippenmoeder vroeg me waar ik woonde en of ik wel meer op zondag over de grens ging rijden. De helmlamp intrigeerde hen en de dochter vertelde dat ze me vanochtend al met de fiets had zien passeren in het donker terwijl ze op haar moeder en het kraam stond te wachten. Want het kraam stond er toen nog niet. Ook het darmpje dat uit mijn rugzak bungelde vereiste een verklaring. Ik kon hen vertellen dat ik volgende zondag allicht nogmaals zou passeren op de terugweg van de toertocht die dan vanuit Hoogerheide vertrekt! Leg de halve kip alvast klaar!
Ondanks de drukte bij aanvang, de strubbelingen met de fiets omwille van de koude, het feit dat ik geen benul had van de gereden kilometers omwille van een niet werkend tellertje en het feit dat ik me eigenlijk niet zo lekker in mijn vel voelde vandaag, heb ik toch genoten van deze zondag. De toer was bijzonder knap uitgezet met het doorkruisen van de lokale bosgebieden over de mooiste paadjes. Het was een fantastische ochtend met een zon die opkwam boven een bevroren landschap zonder extreem koud te zijn. Het was een prachtige winterdag. ’t Was leuk dat vele mensen die ik via het biken leerde kennen vandaag mijn pad kruisten, ook al was het soms maar even. Dank zij De Spartaan zijn we weer een mooie herinnering aan een dag uit ons leven rijker.
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you.be en op mtb-you.nl en op mountainbike.be en op mountainbike.nl en op m'n gloednieuwe website mtbwijzer.be!
Guy Heesakker maakte knappe foto's bij een opkomende zon over een wit berijpte Ossendrechtse Heide:


|