La Trace d'Hez (15-32-51-72 km) te Tangissart op zondag 21-04-2013.
Ergens in Waals-Brabant ligt langsheen een grote baan het plaatsje Tangissart, een plek die zelfs niet door een GPS gekend is. Het is een gehuchtje van Court-Saint-Etienne. Bij gebrek aan parking elders staat op de bermen langsheen deze grote baan elke derde zondag van april een massa autos van bikers die deelnemen aan de zogenaamde La Trace dHez, genoemd naar het beekje Ry dHez dat Tangissart bespoelt. Dit is een evenement, en in Wallonië maakt men daar een feest van, bestaande uit een chronorit van 72 km en toertochten van 15-32-51-72 km. Sinds ik er in 2010 voor het eerst kwam rijden heeft Tangissart mijn hart weten te veroveren en kom ik er elk jaar weer graag naar toe, ook al moet ik er soms ander moois voor laten vallen en is het voor mij een zware tocht. Dus was ik daar voor het vierde jaar op rij te vinden. De rit naar ginds verliep vlot en net zoals vorig jaar vond ik pas een parkeerplek op 2 km van de start. Na de volgende bocht kom je in het misschien meer bekende Villers-La-Ville. Er kwam nog een wagen voor me staan en toen die man me begroette viel pas iets later mijn eurocent! Het bleek Harry te zijn die ik vorig jaar had leren kennen tijdens een bikeweekend dat door een gemeenschappelijke kennis was georganiseerd! Het was hier meer bewolkt dan in Vlaanderen en ook een stuk kouder! Harry had op warmer weer gerekend en kon al meteen een ander pak beginnen aantrekken, informerend naar hoeveel lagen ik aan had. Niet te veel, want ik vermoedde dat ik hier ging zweten!
De klok voor de tijdsregistratie toonde dat de chronorijders al meer dan een uur onderweg waren. Aan de start kreeg ik nog twee bekenden te zien. Karel van de Bierbikers die, naar ik achteraf te lezen kreeg, alle lof kreeg omdat hij zich over een zwaar ten geval gekomen man had ontfermd. Ook Koppigaard kreeg ik te zien en te spreken. Groot was mijn verbazing toen ik de lange rijen wachtenden zag staan aan de inschrijving in de Salle Notre Dame, de plaatselijke parochiezaal! Even geduld was dus nodig. Als aandenken kreeg men een t-shirt. De eerste keer was dat een speciale sleutelhanger-flesopener, de twee volgende keren heb ik zelf niets gekregen. Pas om 9.45 u kon ik vertrekken, dat was ruim later dan gehoopt. De tocht begon al direct met een klim tot 2,75 km (verplaatsing naar de start van 1,75 km inbegrepen) over een betonbaantje. Linksaf een servitude lekker naar beneden en een hobbelig paadje tussen lage struiken om een singletrack in het eerste bos te bereiken. De singletrack liep er in een prachtige maar vochtige omgeving evenwijdig met een riviertje, vermoedelijk de Ry dHez, dat we via een aantal betonnen en geïmproviseerde bruggetjes hier en daar dienden te kruisen. Voor de chronorijders zullen deze smalle brugjes wel voor opstoppingen gezorgd hebben. Maar de omgeving was zo knap dat ik direct weer wist waarom ik zo graag naar hier kom.
Knap, maar ook zwaar voor mij! Op 4 km diende zich een zware off-road klim aan over een kiezelpad met als beloning een leuke afdaling in een eerste holle weg. Ik hoorde een bekende stem naar me roepen en daar stoven de Bierbikers voorbij met aan kop Pierrot Le Fou en Hilde die voor haar mannelijke clubgenoten niet moet onderdoen! Ik wou dat ik ook zo kon vlammen! Van uit het bos kruisten we kort een open grasvlakte en zag ik het gezelschap het volgende bos in duiken. Daar was het nu klimmen in weer een holle weg na 6 km. Mooie paden passeerden onder de wielen, dan ging het naar beneden en naar boven in een holle weg. Tijdens een vlak stukje in een vochtig bos naast een beek kreeg ik een hele tijd het gezelschap van een jong koppel, man en vrouw, waarvan de man telkens zijn meisje opwachtte omdat ze nog niet al te zelfzeker was om hindernissen zoals een vettige plek, een wortel of gevallen boomstam te bedwingen. Ergens ben ik hen dan toch definitief kwijtgespeeld.
Dat zal wel geweest zijn tijdens de zware beklimming van een holle weg over een smal spoor aan de zijkant. Het feit dat ik opgeslokt was door een treintje gaf me vleugels. Met de moed der wanhoop ben ik boven geraakt. Ik mocht niet stilvallen omdat anders iedereen had moeten afstappen! De aanwezigheid van anderen geeft me vaak de motivatie om door te gaan in plaats van bij voorbaat al te denken dat het toch niet zal lukken! Ik was toch opgelucht van boven te zijn. We kwamen uit het pad tevoorschijn op een asfaltbaantje in een stukje bewoonde wereld van Baisy-Thy, deelgemeente van Genappe. Om 10.35 u had ik slechts 9 km afgelegd! Chronorijden is voor mij dus een verloren zaak en weggegooid geld! Langsheen enkele huizen van Baisy-Thy ging het tot in een open veld om er getrakteerd te worden op een zacht hellende afdaling, zodat de kilometerstand iets sneller en zonder moeite de hoogte in ging. Seingevers bewaakten de oversteek van een straat en aan de overkant ging het een afdaling op van een servitudepad in de richting van een bos. Op dat pad was het uitkijken voor wat slijk, wortels en prikkeldraad. Ook de twee Franstaligen achter mij hadden het niet begrepen op de barbelé. 10,5 km.
Er volgde een zachte klim in de velden waarbij ik achter een vader met zijn twee kleine zonen reed. Die kereltjes waren het blijkbaar gewend van hier te fietsen, want die geraakten zonder veel problemen de helling op. Eens boven bereikten we een veldweg in een open vlakte. Het deed me denken aan de omgeving van dat eenzame kapelletje in Bousval. Om daarna weer lekker naar beneden te kunnen bollen over die veldweg die overging in een holle weg vol keien. Daar schrok ik wel twee keren van jonge kerels die in volle afdaling plots nog voorbij staken. Op 12 km bereikte ik weer een stukje bewoonde wereld en reed ik naast een lange muur in de Rue de Thy (Genappe). Even van het parcours afgeweken om te zien wat dat daar kon wezen. De ommuring van een soort kasteelhoeve. In ieder geval geen gewoon huizeke, maar verder geen aanwijzingen wat naam of plaats betrof. Er volgde een klim over asfalt langsheen enkele huizen, gevolgd door een leuke off-road afdaling over veld en een hol steenpad om te arriveren in Bousval (Genappe). Kort daarna trof ik op 15 km en na een ferme klim een splitsing tussen de 15 km (kids/initiatie) en de 32-51-72 km. 11.00 u.
Na een door seingevers beveiligde oversteek volgde een klim in een assenweg en holle weg, reden we op een assenweg een brugje van de autoweg onder en volgde een lange, knappe genietbare afdaling over afwisselende ondergrond, dan weer in een meer open omgeving, gevolgd door een stuk bos en holle wegen. Ik kwam uit op een plek waarvan men uit de hoogte een mooi vergezicht had over een groene omgeving met daarin enkele prachtig gelegen grote witgeschilderde huizen. Bij het in gaan van een bos was het eerst even te voet over een paar te dikke wortels om dan te kunnen genieten van een volgende singletrack. Hier kreeg ik nog eens wat meer bikers te zien. 18 km. De ondergrond werd zeer zanderig om getrakteerd te worden op een vermoeiende klim tussen de struiken op een eerder gehavend pad vol stenen, wortels en dood hout. Eens het bos uit stond daar een grote hoeve aan een weide vol koeien die naar de bikers kwamen toe gelopen en ging het lichtjes naar beneden. Aan het kruispunt van veldwegen was het linksaf en daar stonden twee Bierbikers even aan de kant, ik veronderstel een moeder en haar zoon. Omdat ze recent nieuwe pakken dragen had ik dat te laat gezien. Vanaf toen bleef ik een hele tijd in hun buurt rijden omdat ik af en toe eens halt hield om uit te blazen en zij hetzelfde deden. Zo staken we elkaar afwisselend voorbij. Ik vermoed dat het tweetal rustig een kleinere afstand reed terwijl de bikkels van de Bierbikers de grote toer vlamden. Om samen te arriveren.
Er doemde weer een zware bosklim op doorheen een holle weg, gevolgd door een plattere assenweg en een licht klimmend bospad tot aan de eerste bevoorrading op 21 km. Intussen was het omzeggens middag. Het aanbod op de lange tafel was ruim: van bananen en appelsienen, over zoete cake, koeken, m&ms tot zoute hapjes. Als drank groen en rood gekleurd water, typisch voor de tochten in de streek. Blijkbaar waren de mensen er zo goed als door hun voorraad bekertjes heen. Na de rust werden weer de registers open getrokken en volgde er tot 22,5 km een pittige klim in het bos, licht stijgend in een mooie omgeving. Helaas was het goed te zien dat de chronorijders Aquarius hadden toegestopt gekregen, getuige de weggeworpen flesjes. Ook verder op het parcours kwam ik er soms nog tegen. Het zou niet mogen. Die mannen rijden natuurlijk voor hun tijd, dus ergens kan je dit verwachten. Misschien beter niet uitdelen! Uiteraard kunnen bekers ook worden weggeworpen. Men kan moeilijk een tuinslang in die mannen hun bek steken om te laten drinken! Allicht zullen de mensen die de pijlen weer ophalen dit zien en ze opruimen of laten opruimen. Ik had het gevoel plots alleen te rijden. Ik zag enkel één biker voor me in de verte de veldweg beklimmen. Die sloeg aan de volgende kruising verkeerd af en keerde op zijn stappen terug. Een biker achter me zag dat ik daardoor twijfelde, maar de pijl wees toch duidelijk naar rechts en was voorzien van een onderbordje met Cap Nord op geschreven, wat dat ook moge zijn.
Misschien was dit de naam van het prachtige private bos dat we bereikten. Eén pad dat er door liep was gemarkeerd als publiek wandelpad en dat werden we op gestuurd. Ik reed er tussen imposante kale beukenbomen, terwijl de bosanemonen op de grond hun gele jasjes aan begonnen te trekken. Over een week à twee weken kleuren vele bossen hier geel en wit door de anemonen en blauw door de wilde blauwe druifjes. Even opzij gaan staan voor een groepje wandelaars dat me tegemoet kwam op een plek waar het pad zeer smal was. Eens deze knappe plek voorbij arriveerde ik in de Rue Bois des Conins te Bousval (25 km). De Konijnenbosstraat zal het wel niet zijn. Genoteerd om de plek nadien te kunnen lokaliseren. Wat volgde was een megaplezante afdaling van een bospaadje tussen twee poortjes waar je uw fiets over diende te tillen. Ik reed er weer in het zog van moeder en zoon Bierbiker. Op een stukje asfalt ging het de beek Le Gala over. Op deze schilderachtige plek stonden enkele mooie oude huizen. Een paradijselijke plek om te wonen! Er kwam een zware klim op een pad tussen prikkeldraad. Daar liepen veel koeien rond. In de verte zag ik de twee Bierbikers op de top staan. Pech? Dat bleek niet het geval, wel rust- en drinkpauze. Het pad luisterde naar de naam Chemin de la Terre Franche. Een hele mond vol voor zon nijdig smal onverhard wegeltje. 26,75 km.
Thans volgden als recuperatie enkele vlakkere wegen in een open landschap tot een met seingevers beveiligde kruising en een leuke afdaling op 29 km. Wie daalt dient daarna weer te klimmen en deze keer over een oud smal kasseibaantje. Samen met de Bierbikers even aan de kant in een inham om een tractor te laten afdalen. Die moet wel in conflict gekomen zijn met de bikers die op enige afstand volgden en ook al op de kasseien reden. Er was geen plek om uit te wijken, het pad net zo breed als de tractor en tussen twee verticale wanden. Ik heb niet gezien hoe ze het hebben opgelost! In het zog van de Bierbikers ging het een zacht klimmend bospad op (na 30 km om 12.50 u), gevolgd door een klim in een holle weg. Na een beveiligde oversteek lekker naar beneden over een grindpad richting een bewoonde wereld. Daar kwam een vlak paadje dat in een strook bos achter eendere huizen van een nieuwgebouwde wijk in Bousval naast een kronkelend beekje voerde. Knap en goed berijdbaar. Weer het open veld in om te klimmen over een zandweg die overging in een zware klim over een smal paadje dat op de rand van een privaat bos naast de velden de hoogte in ging. Te zien aan de pijlen, die ook van elders kwamen, voegden alle afstanden zich hier weer samen. De klim was afmattend, maar de prachtige omgeving maakte dat ruim goed. Ik arriveerde in meer open velden en trof daar de splitsing tussen de 15-32 km en 51-72 km op 33 km van de start. Nog net op tijd om te zien dat de twee Bierbikers naar boven kropen richting de 32 km. Aldus scheidden onze wegen. 13.10 u.
Voor mij was het linksaf de velden in, en omdat ik een biker me tegemoet zag komen vermoedde ik hier een grote lus. De route van 51 km leek me voldoende voor vandaag teneinde voor donker binnen te lopen! Aan mijn tempo zou zelfs de klok van de chrono het tegen de duur opgeven van te wachten! Ik vermoedde vanaf hier niet veel bikers meer te zullen zien. Na een stukje veld volgde een afdaling in een knappe woeste holle weg tot in Bousval. Op 34,5 km ging het even over een voormalige treinbedding en bereikte ik een plek waar ik laatst nog eens aan gedacht heb, maar niet meer wist in welke tocht ze kwam. Daar moesten we tussen de hoge brugpijlers onder een viaduct van de snelweg naar beneden en dan kort steil naar boven. Dat was even lopen. Tijdens vorige edities kwamen we van de andere kant en ging het er angstwekkend steil naar beneden. Wat volgde was een voor mij onmogelijke klim over een pad met keien. Dus te voet! De eenzame biker achter me hield het langer vol, maar staakte zijn poging toch ook. Halverwege op een iets vlakker stuk geprobeerd om weer te rijden, maar de poging was van korte duur. Hijgend bereikte ik de top. Eens boven bereikte ik een bospad dat me tot in Court-Saint-Etienne bracht. Genoteerd voor opzoeken op de kaart: Chemin des Tombelles.
Als recuperatie van het zwaar naar boven kruipen kregen we hier een lange afdaling over een asfaltstraat waar mooie nieuwere villas op de hellingen links en rechts stonden. De knappe woonplaats van rijke mensen. Het was al snel opnieuw flink trappen geblazen voor een lange klim in een lange aarden holle weg. Helaas lag hier in het begin wat bouwpuin en afval (een zak met steentjes voor in bloempotten) in de zijkanten gestort. Deze keer geen flesjes van Aquarius, maar geen respect voor de schoonheid van de eigen streek. Eens boven ging de holle weg over in een veldweg op open terrein en zoals ik vermoedde bereikte ik na 38 km opnieuw de plek waar ik 5 km eerder aan de extra lus was begonnen. 13.40 u. In de verte zag ik het kapelletje staan met een naam die ik altijd ben blijven onthouden en waarvan de lengte omgekeerd evenredig is met de grootte van het gebouw: la chapelle-du-try-au-chêne (de kapel van de dries aan de eik) in Bousval. De boom, die geen eik was, werd in 2010 geveld door een zomerstorm en in 2012 vervangen door een jonge eik. Voor mij ging het weer op de gemeenschappelijke route die echter onmiddellijk weer splitste in 15-32 km en 51-72 km. Er stond geen herinneringsbordje 51-72 zoals elders en ik hoopte dus van niet op de 72 km te zijn beland!
Er kwam een lange snelle afdaling in een goed met stenen bezaaide diepe holle weg waarbij één biker me voorbij vloog. Ik arriveerde op de grote baan die voorbij Tangissart passeert en was dus op een boogscheut van de start! Seingevers hielpen me tot aan de overkant. Het tellertje klokte 39 km af zodat de laatste etappe kon beginnen. Na enkele straten met huizen volgde een smalle servitude die door een sluisje was afgesloten om te vermijden dat fietsers die afdaalden de straat op zouden schieten. Voor mij was het er over de kasseitjes naar boven kruipen, al wandelend. Het paadje voerde naast een rij hoge struiken en bomen achter eerder krottige huizen tot aan een bos waar het weer wat vlakker werd. Op 40 km volgde een singletrack. Toen ik even halt hield kwam daar een jonge biker voorbij die twee pittig rijdende kleine jongens op sleeptouw had. In het volgende klimmetje gaven ze me het nakijken. Ik kreeg het trio te zien aan de tweede bevoorrading die eigenlijk opgeruimd was. Het bleken Vlamingen uit Grobbendonk te zijn. De drie dames aan de stop konden hun zeg ook in het Nederlands doen. Taalkundige onwil is blijkbaar enkel eigen aan politiekers en misschien enkele koppige Brusselaars! Het trio liet zijn drinkbussen bijvullen, ik had nog genoeg voorraad in mijn lurkzak. Ik kreeg een Leo-wafel en nog eentje extra om mee te nemen voor onderweg. Er kwam nog een rijder toe waarna de vrouwen er het blok op legden! Tijd om zelf te drinken en water te lozen! Want een sanitaire stop tussen de bomen hadden ze niet zien zitten met al dat passerend mansvolk op de fiets! 14.00 u.
Er wenkte een stevige steile klim over een breed bospad en als die twee jongens dat konden, dan moest ik zien van niet onder te moeten doen. Met veel moeite is me dat gelukt. Er volgde een eerder vlak graspaadje en een zware klim in het bos met anemonen die nog niet in bloei stonden. Vorige keer zat deze plek meer in het begin, een bewijs dat de toer in de omgekeerde richting was uitgezet. Ik kwam op 42 km uit op een veldweg tussen een immense zendmast (hoe blijft zoiets recht staan bij storm!) en een witte vierkantshoeve. Vorig jaar stond hier de bevoorrading en kreeg ik er de snelle Bierbikers te zien. Even enkele meters over een betonbaantje om dan samen met nog een biker het pad richting de witte hoeve op te gaan. Tot 43,50 km volgde een mooie afdaling over een singletrack doorheen een woest bos en naast een riviertje in een knappe omgeving! Om van te genieten! Maar na het gezellige afdalen volgde zoals te verwachten was een zware bosklim, deels over een zeer smal spoor. Een kilometer verder werd ik op een kasseibaantje richting La Roche (Court-Saint-Etienne) ingehaald door nog een eenzame late rijder. Weer het bos in over vlakkere paden met een zanderige ondergrond en langsheen jonge bossen met lorken, vermoedelijk van een boomkwekerij. Zeer leuke afdalingen door een aantal holle wegen brachten me tot aan een spoorwegovergang. De vorige keren stond hier ook een seingever, maar er was aangekondigd dat de signaleurs er om halftwee mee ophielden. Er was daar trouwens geen verkeer. 14.30 u.
Het smalle paadje naast het spoor, met op sommige plaatsen een rotsachtige ondergrond, herinnerde ik me nog van eerdere edities. De spoorweg over waarna een singletrack volgde waar je doorheen een riviertje diende te rijden. 48 km. Aan een mooie vijver gekomen ging het linksaf over een onverhard pad en via een bruggetje onder de spoorweg naar een plek waar de kleine routes de grote opnieuw vervoegden. Na een smal pad ging het even een modderige strook door. Daar liepen wandelaars met honden die ik later nog eens zou tegenkomen. Echt moe was ik niet, maar ik heb vaak geen jus in de benen, zodat het op een volgende stevige klim dan maar even te voet was tot aan de grens tussen bos en velden. Ik had er in een lusje gereden, want ik zag de wandelaars opnieuw achter me. Rechtsaf een kasseiweg op, direct weer rechtsaf een zandweg in en opnieuw door jonge bossen met dennen en beukenhagen van de boomkwekerij. Ter hoogte van een kapelletje aan een kasseibaan met iets meer verkeer kwam de splitsing tussen de 72 km en de 51 km op 50 km na de start. De plek heette Bois Pinchet in Villers-La-Ville. Zoals te verwachten was reed ik korte tijd later over het kasseiwegeltje naar en onder de machtige ruïnes van de abdij.
Nog niet naar af en zoals ik verwachtte ging het een klim op over een rotsachtig paadje. Dat lukte nog vrij aardig. Ik heb er ooit in de gietende regen gereden, vermoedelijk tijdens de toertocht vanuit het onooglijke schooltje van Baisy-Thy vorig jaar. Nog meer klimmen in het bos om dan eerder effen paden te bereiken in weer meer open en jonge bossen, gevolgd door een mooie afdaling in een loofbos. 52,5 km. Ik kreeg hetzelfde wandelend koppel met de hond te zien. Il fait le dépannage, zei de man, terwijl de hond voor mn fiets post vatte. Hetgeen hij in zijn muil meezeulde was niet zijn leiband maar de binnenband van een fiets! Een woeste track voerde me tussen boompjes en takken, over bultjes en doorheen plassen. Even halt gehouden om vijf wandelaars te laten passeren. Er kwam blijkbaar geen einde aan het spoor van Hez en de moed zonk me in de schoenen bij het zien van een klim over een zeer smal hol pad tussen lage struiken en een prikkeldraad. Ik vraag me af wie hier fietsend tot boven is geraakt, vermits er halverwege nog een knoert van een rotsblokje stak! Groot was mijn opluchting toen ik boven de bewoonde wereld te zien kreeg. Dan was het naar beneden toe uitbollen over kasseitjes. Eens daar kreeg ik de dranghekkens te zien waarlangs de chronorijders waren gestart en met enige opluchting bereikte ik de aankomst met 53,89 km op het tellertje. Ik had er weer een dagtocht van gemaakt.
Koppigaard nog even te zien gekregen alvorens hij huiswaarts vertrok. Ook de delegatie Bierbikers was nog present. Bonnetjes gekocht voor twee colas en een rode Chimay van de tapwagen. De pain saucisse bleek uitverkocht maar uit sympathie met het ouder echtpaar dat onder een tentje in de weer was met bakken, een bakje friet gaan kopen. Pierrot Le Fou de woorden uit de mond genomen door te zeggen dat het inderdaad ongezond is met als excuus dat het maar een klein bakje was met niet te veel mayonaise! Ik ben daar nog dik een uur blijven zitten op dat binnenpleintje, geen zin om al op te krassen. Zoals ik vanochtend tegen Harry gezegd had stond mijn auto nog als enige in de berm. Het was druk op de snelweg richting Brussel en ik had de pech van op de E19 tot in Zemst twintig minuten te verliezen in een file. Laat thuis en na fiets, kleren en rijder gewassen te hebben nog gezorgd voor iets eetbaars en bedtijd. Het was mooi, het was af, het was La trace dHez. Ik heb tijdens de rit nog gedacht Ik ben er toch weer bij dit jaar. Ooit zal het immers de laatste keer zijn
Wie kennis wil maken met deze streek kan nog terecht in Mont-Saint-Guibert (09/05 en 02/06), Chaumont-Gistoux (16/06), Baisy-Thy (23/06), Villers-La-Ville (25/08) en Genappe (29/09).
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you.be en op mountainbike.be!
|