Toertocht Big Five MTB Tour (35-55 km) van de Dendermondse Rugbyclub in samenwerking met de Goodfellas te Sint-Gillis-Dendermonde op zondag 10-03-2013.
Omdat ik de week voordien tijdens de toertocht in Kalmthout aangesproken was geworden geweest door een biker van de Goodfellas Dendermonde die ik eerder ooit ontmoet had na de Hoebelbike nightride in Vlezenbeek, uitzonderlijk eens een verplaatsing gemaakt in de andere richting dan gebruikelijk. Want mijn keuze valt zelden op een toertocht in Oost-Vlaanderen. De eerste Big Five MTB Tour van de Dendermondse Rugbyclub in samenwerking met de Goodfellas viel deze uitzonderlijke eer te beurt! Wat de oorzaak was, weet ik niet, misschien had de passage van de meteoriet er iets mee te maken, maar onderweg naar Sint-Gillis-Dendermonde maakte mijn GPS-toestel in de wagen rare capriolen vanaf het ogenblik dat ik de Kennedytunnel was gepasseerd! De start gelukkig toch kunnen vinden! Mijn auto geparkeerd even verderop in de Van Langenhovestraat tegenover de oude gerenoveerde huizen die uitkijken op de rommelige terreinen van ijzervlechtcentrale Opalco. Wat een rotzooi ligt daar langsheen die omheining! Ik ben onderweg tijdens de toer ook plekken tegengekomen die last hebben van sluikstorters! Geen respect voor de weinige bosjes die er dan zijn! Mijn schoenen en overschoenen aangetrokken terwijl het licht aan het sneeuwen was. Sneeuw die een aantal bikers vermoedelijk op deze zondagochtend deed besluiten van thuis te blijven. Nochtans ben ik, van bovenaf tenminste, de hele dag zo goed als droog gebleven! Me ingeschreven en om 9.30 u was ik op pad.
Gedurende de eerste anderhalve kilometer werden we over een zompig graspad naast een beek gestuurd en kregen we een voormalig crossparcours in een bosje voor de wielen. In het gras was het al ferm stompen en kregen we af te rekenen met enkele goed modderige plekken. Net voor het moeten kruisen van een houten bruggetje stonden drie in dierenpak gestoken rugbyjongens als link naar waar de opbrengst van dit en andere initiatieven moet dienen: een reis naar Zuid-Afrika voor een exclusieve rugbywedstrijd voor de jeugdploeg. Na de lastige en vermoeiende intro volgde een kort stukje asfalt. Op 2,5 km volgde een veldweg naast een waterloop in een redelijk open vlakte, ging het een sluisje voorbij om dan via een klappoortje een terrein, vermoedelijk afgesloten voor vrij rondlopende dieren, te verlaten. Er volgde een typisch weinig spectaculair vlak Vlaams landschap waarvoor ik toch weinig aandacht kon opbrengen. Want die aandacht had ik vooral nodig voor de ondergrond! Die bestond uit slijkerige veldwegen. De veldwegen waren geen probleem, de zompige graspaadjes zijn niet zo mn favoriet! Na een kort extreem vettig stuk volgde de eerste splitsing tussen de routes van 35 km en van 55 km op een plaats waar het pad uitgaf op een asfaltbaantje. Hooguit een vijftal bikers te zien gekregen. Even getwijfeld toen ik een man de 35 km uit zag gaan, maar dan toch de volgende kerel achterna die voor de richting van de grote toer koos. En toen begon voor mij een uiterst eenzame rit. Want het zou lang duren eer ik nog een deelnemer te zien kreeg!
Intussen had ik er zon 5,5 km op zitten en bevond ik me volgens de bordjes in Lebbeke. Ik passeerde een veerhuis met grote gedichten op de gevels en bizarre kunstwerkjes in de tuin. Daar ging het een dijk op om de sluis op de Dender in Denderbelle te bereiken. Via de bruggetjes op de sluisdeuren ging het naar de andere kant van het water. Over landelijke asfaltbaantjes ging het richting Mespelare, een gehucht van Dendermonde waar ik tot op vandaag nog nooit van gehoord had. Dat was omstreeks 8 km na het vertrek. Van daar ging het richting Schoonaarde waar een asfaltbaantje en een veldweg naar het spoor toe leidden. Op 12 km de spoorweg over en via het zogenaamde Zeywindenpad bereikte ik vanuit de velden een landelijk asfaltbaantje. Een verharde veldweg vol plassen, een asfaltbaantje en doornatte veldwegen voerden me tot aan het station van Oudegem (15 km). Voerden is poëtisch uitgedrukt, want bij momenten was het ferm stompen over de zompige bodem! Verderop ging het naar boven om vanaf 17,5 km een volle kilometer over de dijk naast de Dender te rijden in de omgeving van Appels. Een smalle loopbrug naast de spoorwegbrug bracht me tot aan een tentje aan de andere kant van de Dender waar twee mannen zich met een kleine bevoorrading voor de langste route hadden opgesteld. Een halve banaan en een bekertje sportdrank genuttigd. Het tweetal dat daar de koude trotseerde wist me te vertellen dat zij zon zeventig deelnemers voor de grote toer hadden weten passeren. De kleine stop kwam op 18,5 km na de start omstreeks 11.00 u. De mannen rekenden op 400 deelnemers, maar aan de tweede bevoorrading kreeg ik te horen dat er maar een 250 bikers opdaagden. Er viel een weinig sneeuw, niet van aard om er doornat van te worden, maar het was onaangenaam koud.
Asfalt en behoorlijke off-road-wegen leidden opnieuw tot aan de spoorweg om na enkele modderstroken een tweede splitsing tussen de 35 km en de 55 km te treffen op omzeggens 22 km na het vertrek. Ik was toen opnieuw in Sint-Gillis. Een kilometer verder reed ik voorbij een grote visvijver waar slechts één visser het barre weer trotseerde. Ik kwam weer uit op de dijk naast de Dender met voor het eerst sinds de eerste splitsing een biker in mijn zog. Eigenaardig genoeg hield deze vaart in. Ik begon al te wanhopen. Toch niet de bezemrijder die op weg was om het parcours te controleren op achterblijvers! Het ging een slijkpaadje naast de Dender in en ik merkte in mijn ooghoeken dat de andere biker op afstand volgde. Het pad lag er hier wel bijzonder vettig bij zodat ik het na een tijdje opgaf van mij te pletter te trappen. Te voet ging sneller. Groot was mijn opluchting toen ik voor me nog een tweetal meer zag wandelen dan rijden. Ik was dus toch niet alleen op pad. Plots kwam de biker die me al een tijdje had gevolgd naast me rijden! Of ik al lang onderweg was? Welke afstand ik volgde? Het bleek geen biker van de organisatie te zijn, doch iemand die de lange route al had gereden en nu aan de 35 km was begonnen. Hij had dus de vorige splitsing na de kleine stop gemist en keerde op zijn stappen terug.
Het tweetal voor mij hield halt langs de kant net voor we een zandhoop op moesten. Het bleken een vader en kleine zoon te zijn. Ik bereikte een desolate zandvlakte tussen een waterloop en de vijver waar een kraan stond voor grote werken. Er volgde een splitsing tussen de beide afstanden. Voor de grootste route was hier een kleine lus van enkele wegen recht op recht uitgezet, om weer aan hetzelfde punt te arriveren in de buurt van de grote kraan. Links van me bemerkte ik het einde van het slijkerige pad waar de biker me daarnet had aangesproken. Na de doortocht van een modderige plek werd ik naar een klein speelbos van de plaatselijke scouts gestuurd (24,5 km). Toen ik daar even halt hield stak een andere eenzame biker me voorbij om het bos in te rijden. Daar ging het eerst over een kronkelig paadje om dan een track te bereiken die zich met vele S-vormige bochtjes over een heuvelrug op de bosrand naast de dijk slingerde. Het parcours was er aangegeven met plastiek linten. Toen ik de dijk op reed zag ik de biker van daarnet in de verte verdwijnen en achter me zag ik een duo over de speelbultjes aan de rand van het bos rijden. De biker keerde op zijn stappen terug, geen pijlen te vinden aan het einde van het jaagpad waar het een woonkern in ging. Intussen was het tweetal ook toegekomen en met zn vieren nog eens tot aan het einde van het jaagpad gereden en weer teruggekeerd. Om dan vast te stellen dat we een onopvallend pijltje vlak boven de grond gemist hadden net na de speelbultjes aan de brievenbus van een eenzaam huis naast de dijk naast de waterloop. Wat ieder voor onmogelijk had gehouden bleek dus wel de goede richting te zijn! We werden namelijk recht naar de drek verwezen! Er volgde zon honderd meter ploeterwerk en slijkdabben zodat ik het drietal al snel weer uit het oog verloor. En ik zou niemand nog te zien krijgen. Sinds de eerste splitsing op 5,5 km tot nu op 28,5 km om 12.00 u had ik maar zes bikers gezien. Het ploeterwerk eindigde op een smal pad tussen lage struiken en rechts van me zag ik van tussen de bomen het trio op een veldweg rijden. Deze veldweg leidde me weer tot op de dijk naast de Dender op dezelfde plaats waar we daarstraks het bos van de scouts waren in gereden. Er stond geen pijltje, maar het kon niet anders dan naar rechts zijn, vermits we daarstraks van de andere kant waren toegekomen. Ik zag het trio nog net de brug onder rijden en rechts afslaan.
Het ging doorheen een woonwijk met eenvormige rijhuizen en in de richting van de stad Dendermonde, te zien aan het silhouet van een groot appartementsgebouw. Op 30,5 km ging het over de dijk langsheen het jaagpad en passeerde ik een kilometer verder enkele caravans en woonwagens van ogenschijnlijk een klein zigeunerkamp. Ik meende tussen de bomen door de bevoorrading te zien staan. Maar voor we daar aan toe waren ging het eerst naast de caravans nog steil naar beneden om kronkelige paadjes te treffen in een speelbos. Een plakkaatje met de afbeelding van een Afrikaans dier gaf ons de raad van te trapppeeuh! Even het bosje weer uit en er direct weer in voor een volgende track met kort bochtenwerk. Om na 32,25 km de bevoorrading te treffen. Daar stonden twee mannen en twee vrouwen in de koude wind onder een brug naast een grote loods. Geen al te gezellige plek. Er waren nog bananen en wafels, de warme soep was uitverkocht. Als troostprijs kreeg ik nog een banaan mee voor onderweg. De mensen hadden al een deel van hun eetstand opgeruimd en konden er zo goed als zeker van zijn dat ik de laatste passant was. Het trio van daarnet was intussen al weer weg. Na een korte stop weer op pad om direct weer een gelijkaardig speelbosje te treffen aan de boorden van de Dender in een verder overigens desolate omgeving op het grondgebied van Grembergen (Dendermonde). Met weer een Afrikaans dier dat aanzette tot extra trappen. Maar hier was dat iets minder nodig dan vlak voor de stop. Wanneer ik de brug over de Dender (of was het de Schelde?) over reed onder dewelke ik daarnet even had staan smikkelen, zag ik de autos van de mensen aan de stop wegrijden over het asfaltbaantje onder de brug.
Op 35 km kwam ik dat bosje weer uit op een paadje naast de oever van de Dender (Schelde?). En dan volgde een voor mij zeer onaangenaam, lees ergerlijk, stuk onder de vorm van een kilometerslange modderige en zompige grasdijk waar het zwaar stompen was doorheen het oververzadigde gras. Intussen had zich tijdens de rit al een dikke laag modder en grasresten vastgezet op fiets en onderdelen die daardoor merkbaar in gewicht was toegenomen! Tot 37,68 km heb ik zwaar afgezien, me afvragend of ik wel de goede keuze gemaakt had door vorige zondag naar die kerel van de Goodfellas te luisteren en eens tot hier te komen! s Avonds heb ik de commentaren over de andere mogelijke opties voor vandaag eens gelezen. Om dan zonder spijt vast te stellen dat ook de rijders in Bertem en zelfs in Lommel schreven dat ze bijna een ganse rit ferm hadden moeten modderdabben! Waardoor mijn eerste gedachte van Dendermonde zal goed zijn voor één keer alweer kon bijgesteld worden. Ik ken zo nog plaatsen waar droog of nat een wereld van verschil kunnen maken tussen vlot rijden of een dodentocht. Met als beste voorbeelden Opwijk en Loonbeek. De ene keer een fluitje van een cent, enfin, wel een ferm vermoeiende fluit, de volgende keer een marteling. Hoe dan ook, zulke graspaden zijn toch niet mijn uitverkoren terrein om te rijden. Maar vermoedelijk zijn er geen alternatieven in de buurt van een grote stad als deze. Tot 37,5 km duurde aldus mijn kruisweg en ik was content van na een laatste bocht het einde ervan te zien! Ik stond toen op een kruispunt met de landelijke Voortweg in Grembergen
Mijn vreugde was van korte duur, want tot 38,5 km was het tappen uit hetzelfde modderige zompige vaatje over een grasdijk die evenwijdig liep met dit asfaltbaantje. Met als surplus dat een motor pas over het zeer smalle spoor gereden had, of het moest een dikkebandenfiets geweest zijn! Toch de moed gehad om op de dijk te blijven en het asfalt figuurlijk links en letterlijk rechts te laten liggen. Vanuit de diepte werd ik begroet door twee ruiters tijdens hun paardentochtje. In plaats van dat aan het einde van die Voortweg de verlossing kwam, gingen de poorten van de hel nu pas echt open! Een waterloopje over en rechtsaf. Toen ik daar een lang spoor zag aan de bosrand zakte de moed figuurlijk en de modder me letterlijk in de mountainbikeschoenen! Want er diende zich een eindeloos modderspoor aan. Links in de hoogte hoorde ik verkeer rijden. Daar moet een vrij drukke baan gelegen hebben en ik bevond me eigenlijk aan de voet van de zijberm. Na enige tijd hield ik het voor bekeken en ben ik te voet verder gewandeld. Een pak modder en afgevallen bladeren klitte zich vast aan de banden van mn fiets dat zelfs het achterwiel de pijp aan maarten begon te geven. Mijn drastisch besluit om over de gracht te springen en de achterliggende asfaltweg te volgen kwam iets te laat toen het einde bijna naderde. Naar boven gestrompeld om de rijbaan te bereiken en eens ferm gevloekt dat ik niet eerder over de beek was gesprongen!
Op het fietspad naast de grote baan ging het via een grote brug over de Schelde. Het lag er vol klodders slijk van de voorgangers. Het tellertje klokte 40 km af en ik was al tergend lang onderweg! Aan de overzijde van de brug ging het een hobbelig kasseibaantje in en voorbij een eenzaam huis tot in Sint-Gillis. Ook hier nog dikke klodders modder die van de fietsbanden waren gekatapulteerd. Nog een grasspoor naast een beek, gevolgd door een kort stukje asfalt en een volgend graspaadje vol slijk met de onmogelijke passage van een oververzadigde modderstrook doorheen een veld! Ik begon echt te verlangen naar het einde, het was welletjes geweest! Op 43,75 km arriveerde ik naast een spoorweg om er voor de overweg een splitsing te treffen tussen de 35 en de 55 km. Veiligheidshalve mijn gekozen afstand aangehouden. Stel u voor dat de 35 km op deze plaats zijn grootste stuk nog zou moeten krijgen, dan zou het geen inkorting betekenen! Bij nader toezien kreeg ik hier toch simpelweg een extra lus voor de wielen. Vanuit de Winningstraat in Sint-Gillis ging het een slijkspoor naast een grote baan in (de in de hoogte gelegen N41 volgens een kaart), goed voorzien van plassen, via een brug de baan onder om langs de andere kant op onze stappen terug te moeten keren via een volgend slijkspoor. Via een slijkerig paadje achter een rij huizen arriveerde ik op 47,5 km weer aan de spoorwegovergang. Hier werd ook gebruik gemaakt van een ander soort pijlen, wat duidelijk werd gemaakt door er aan de spoorweg één van elke type boven elkaar te hangen.
De route liep nu verder naast de spoorweg om op 49 km voorbij oudere nette huizen te rijden die echter uitkijken op het gore terrein van een spoorwegemplacement met geparkeerde passagierstreinen aan de rand van Dendermonde. Er volgden servitudes doorheen een soort park en rond een vijver tot aan een appartementsgebouw dat uitkijkt op nog een vijver met aan de kant ruïnes van oud metselwerk. Een bordje toonde dat ik me in het natuurgebied Kalendijk bevond op 50,5 km na de start. Van tussen de bomen kreeg ik zicht op de gerestaureerde Mechelse Poort op de andere oever van de gracht en de restanten van vervallen en overwoekerd metselwerk van wat ooit een spoorwegbrug moet geweest zijn. Ik werd dan over de overstroomde dolomietpaadjes van een park gestuurd rond een aantal waterpartijen om de eveneens gerestaureerde Brusselse poort te bereiken. Het ging eventjes een drukker gedeelte van de stad door om naar een naast een groezelige fabriek gelegen blubberspoor gestuurd te worden. Gevolgd door nog een grasdijk waar ik er nu zo stilaan genoeg van had gezien. Uiteindelijk bereikte ik na 58 km via de achterzijde weer de sporttereinen van de rugby.
Daar was de après intussen al uitgestorven maar ben ik nog even blijven wachten tot de aanvang van de match. De bikewash zal al opgeruimd geweest zijn. Gelukkig staat de fiets buiten op een drager. Die was niet meer herkenbaar, zo smerig! Mijn schoenen uitgedaan aan de auto en daarbij een deel Dendermondse aarde moeten achterlaten op het asfalt van de Van Langenhovestraat! De rest is thuis mee in het putteke gespoeld. Vuil huiswaarts gereden en de terugrit leek korter dan de heenrit! Nog heel wat werk gehad om fiets, man, kleren en schoenen weer proper te krijgen! Het sombere weer zal er wel voor wat tussen zitten, maar ik werd nu niet bepaald euforisch van de eerder groezelige regio waar het vermoedelijk veel puzzelwerk vereist om tussen bewoning, industrie en waterlopen zo veel off-road aan elkaar te rijgen! Niet dat de plek waar ik woon nu bepaald super is! Vanuit de eigen gemeente is zelfs geen toertocht! En een reden om wat hier dan toch is (vooral vlak over de landsgrens) meer te appreciëren. Omdat vele andere tochten deze zondag blijkbaar ook af te rekenen kregen met modderdabtoestanden (velen schakelden onderweg zelfs over naar kleinere afstanden) is het gewoon pech geweest dat deze rit in natte omstandigheden gereden moest worden. De afpijling was degelijk, op sommige stroken soms karig, maar ik ben nergens verkeerd gereden, tenzij dan op die ene plek na het speelbos van de scouts. Bevoorradingen met bananen, appelsienen, wafels en drank. Meer moet dat niet zijn. Spijtig van de lage opkomst, maar dat zal overal wel geweest zijn. Velen zullen zich s ochtends nog eens omgedraaid hebben onder de warme dekens in plaats van in de koude en sneeuw te gaan rijden!
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you.be en op mountainbike.be!


|