Toertocht (25-45-65 km) van de Forestbikers Langdorp te
Aarschot op zondag 19-08-2012.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Na de rit van de Ter Dolen Fietshappening in een bloedheet
Helchteren op zaterdag en na een nacht met slaaptekort omwille van de warmte,
had ik het op zondagochtend niet gemakkelijk om op te staan en had ik veel tijd
nodig om wakker te worden. Dus later de
deur uit dan goed was om naar Aarschot te rijden om er deel te nemen aan de
toertocht van de Forestbikers uit Langdorp.
De GPS stuurde me enigszins anders naar de Bekaflaan, via enkele straten
in de stad, om dan een parkeerplekje te vinden even verderop. Het was al ruim 9.35 u toen ik ingeschreven
was, een armbandje met noodnummer omgedaan kreeg en kon vertrekken. Ik moet één van de laatsten geweest zijn,
want tot de eerste stop zijn me hooguit een 15 bikers nog gepasseerd. Iedereen was vroeg vertrokken om de
voorspelde hitte voor te blijven. Zo
snugger was ik niet geweest en dat zou ik geweten en gevoeld hebben!
Reeds van bij de start ging de lange toer van 65 km
afzonderlijk zijn weg, los van de ritten van 25 en 45 km. Vanaf de parochiezaal ging het recht naar de
er achter liggende Demer. De kleinste
afstanden sloegen linksaf en bleven langs deze kant van het water, terwijl ik
rechtsaf moest om na een tunneltje de Demer te kruisen via een gloednieuwe
fietsbrug en dan ook naar links af te slaan.
De extra lus van 20 km kwam volledig in het begin van de tocht. Gedurende 2 km reed ik op het grinten jaagpad
naast de Demer om dan een bospad in te slaan dat ons na 3 km tot enkele straten
in Aarschot bracht. Spoedig volgde een
eerste holle weg en brachten zandpaden ons na 5 km na een eerste klim over
asfalt tot op de grens met Rillaar, alwaar een grote baan diende gekruist te worden. 9.55 u.
Het ging de Jennekensstraat in, een naam die ik onthouden heb omdat hij
me deed terugdenken aan de schrijver van de leerboeken van wiskunde uit mijn
schooltijd. Een betonbaan bracht me er
tot aan het kapelletje waar al wel eens de bevoorrading staat van andere
tochten en van de nachttocht uit Rillaar.
Daar ging het een assenweg in die ons tot naast de snelweg
bracht. Ik wist niet dat het kapelletje
zo dicht bij de snelweg lag! Je hoort
deze niet of nauwelijks, omdat hij er in een sleuf voorbijkomt. Tot 8 km ging het lekker naar beneden
evenwijdig met de snelweg, waarbij we nogmaals een kapelletje passeerden dat je
in principe van op de snelweg vlak bij zou moeten kunnen zien staan aan de
bosrand. Eens beneden ging het de brug
onder en aan de andere zijde van de autoweg verder over een gelijkaardige
assenweg, maar nu klimmend naar boven.
Het begon al ferm heet te worden in de zon! Ik begon te vermoeden dat de richting van de
toer omgekeerd was in vergelijking met vroeger, maar later zou ik te horen
krijgen dat de wintertocht van de Forestbikers in de omgekeerde richting
gaat. Via een graspaadje en een veldweg
ging het weer weg van de snelweg.
We reden daarna over een betonbaantje met fietspad en op 12
km volgde een korte stevige klim naast een huis naar het bos toe om daarna
velden te bereiken. Een weidepaadje werd
gevolgd door een korte track door een bos, waarna een afdaling over asfalt ons
in Rillaar bracht. Een langzaam klimmend
weidepaadje en een afdaling doorheen een bos brachten ons weer tot nabij de
snelweg. Het was toen 10.40 u en het
tellertje toonde 15,5 km. Veldwegen,
soms tussen hoge maïsstengels, en een smal paadje brachten me dan na 20 km
voorbij enkele huizen tot aan de voet van de bosrijke Konijnenberg. Daar ging het naar boven het bos in, te
beginnen met een korte zware klim, en voorbij het vervallen huisje op de
flanken. Er kwam een tegenliggende biker
het pad afgereden. De Konijnenberg op en
af over de er gekende singletracks en de steile afdaling halverwege, opgenomen
in elke zichzelf respecterende toertocht in deze contreien. Na de passage van deze plek ging het een
veldweg in en volgde een snelle afdaling over asfalt. Paden van diverse pluimage brachten me na 24
km tot aan de eerste bevoorrading in het open veld aan enkele eenzame huizen in
de buurt van de Demer. Daar trof ik als
enige nog de biker die me op de Konijnenberg tegemoet was gereden, toen op zoek
naar zijn vriendin. Vriendelijke mensen
aan de stop die zorgden voor zoete sportdrank, fruit en wafels. Vooral de frisse watermeloen was welgekomen. Water was er genoeg, want er werd
rechtstreeks getapt met een kraan vanuit de waterleiding.
Om 11.20 u weer op pad om uit te komen aan de Demer. De fiets- en wandelbrug over om uit te komen
achter de kerk van Langdorp en de routes van 25-45 km te vervoegen. Enkele straten door met het korte klimmetje over
de rode klinkers. Dan volgde het bekende
servitudepaadje tussen de bomen, al klimmend vertrekkend achter enkele huizen,
om via een wortelklimmetje en een weidepaadje tussen prikkeldraad een betonbaantje
te bereiken. Ter hoogte van de Kleine
Meur ging het weer de bossen in op 26 km na de start. Na een stevige klim voerden leuke slingerende
tracks ons tot 29 km op en af door de bossen.
De ondergrond lag er zeer droog en zanderig bij. De doortocht van dit bos eindigde met een
klimmetje over een kiezelpad om dan weer een track in de bossen op te rijden. Tot 30 km voerden singletracks me doorheen de
bossen om te eindigen met een als gevaarlijk gemarkeerde afdaling over wortels
en uitgesleten voren tot aan de spoorweg.
Daar werden we weer over een track al klimmend het bos in gestuurd. Ik begon hoe langer hoe meer last te krijgen
van de hitte! Tot 32 km reden we naast
de spoorweg, waarbij we op een aantal plaatsen een zijsprongetje maakten over
de holle wegjes in de naastliggende bossen.
12.25 u.
Dan ging het even het bos uit om er op 33 km weer in te
duiken over paadjes met een stevige portie los zand. Een uitermate zanderig pad bracht me dan tot
vlak bij de Heimolen op de Molenheide (34 km) in de landelijke Windmolenstraat
op Den Ouden Stok. Ik hoorde een trein
passeren achter de bossen. De twee
molenaars zaten werkloos in de schaduw van hun molen die elke zondag tussen
10.00 u en 13.00 u kan bezocht worden.
Er wordt dan gemalen als er wind is.
De molen dateert uit 1662, werd in 1999 volledig gerestaureerd en staat
op het grondgebied van Gijmel-Langdorp.
Vanaf de molen voerde de tocht me tot 38,5 km over een zeer mooi traject
door de bossen. Buiten enkele glooiingen
en een paar ferme puisten die dienden overwonnen te worden, was de omgeving
hier redelijk vlak, zodat ik de snelheid wat kon opkrikken zonder extra
energieverlies. Een plezant stukje op
deze hete zondag. Slechts één keer ging
het kort over een betonbaan aan een mooie villa met grote tuin en een stuk
omheind bos. Om 13.00 u bereikte ik een
grote baan
Tot 42,5 km reed ik in een meer bewoonde wereld en scheen de
zon ongenadig op me neer. Ik was veruit
de enige sterveling buiten. Dan ging het
weer de bossen in over een paar bultjes en twee mooie holle wegen, de eerste
naar beneden en de tweede klimmend naar boven.
Om 2 km verder na een straat weer uit te komen in de open velden. We bereikten de zeer drukke Ter Heidelaan
waar een drankautomaat aan een carwash zich als een geschenk uit de hemel
aandiende. Daar een ijskoude Sprite
gedronken, vermits de Cola uitverkocht was.
Ik vroeg me af waarom men een toertocht over een viertal kilometers
langsheen zon drukke baan stuurde, maar ik zou het antwoord weldra toevallig
vernemen! Want op 48 km trof ik de
tweede bevoorrading op het parkeerterrein voor een garage van Volkswagen. De Forestbikers ter plekke maakten aanstalten
om er met alle materiaal in hun autos en de dranghekkens op een aanhangwagen,
te vertrekken. Alles was er
opgeruimd. Dat had ik wel verwacht, want
sinds de vorige stop, 24 km eerder, had ik geen enkele biker meer te zien gekregen! Vriendelijk als ze waren hebben deze mannen
me nog twee bananen, twee granenrepen en een wafel gegeven. Alles lag binnen handbereik. En binnen in de garage werden nog twee
bekertjes water getapt. Eén van de
mannen vertelde me dat het handig is van de stop op deze plek te houden omdat
er in de garage de beschikking is over fris leidingwater en omdat de zakken met
afval in de container achteraan mogen geworpen worden. Dat spaart een hoop werk en verhuis uit. Zaak is van alles dus proper achter te laten
om er de volgende keer weer te mogen komen staan. En dat verklaart meteen het stukje route
langsheen deze drukke weg. Deze mens
wist me ook te vertellen dat het de wintertocht is die in de omgekeerde
richting loopt. Terwijl de mannen met
het materiaal vertrokken, kon ik op pad voor de laatste etappe. Het was al 13.45 u! Deze tocht is voor mij van een zwaar kaliber
en de hitte was van aard om nog trager te zijn dan gewoonlijk. Het feit dat ik er compleet alleen reed was
ook niet motiverend om een tandje bij te steken!
Het ging nog even verder over de drukke baan om uit te komen
aan de Duracell-rotonde met de reuzengrote batterijen op de grens met
Begijnendijk (Betekom). Links over de
rotonde werden we naar beneden een zandweg op gestuurd om even verder weer op
straat uit te komen om via de brug de Demer te kruisen. Dan ging het rechtsaf naast de rivier. Van 49 tot 51 km voerde de route me over het
jaagpad langsheen de Demer, voorbij het grote complex met feestzalen, om even
verderop linksaf de dijk te verlaten en via een straatje een stuk bos en een
veldpaadje te bereiken. Daar ging het
langsheen struikgewas over de rode vaste route.
Het was er snikheet. Een zandpad
eindigde aan een onderdoorsteek voor fietsers en voetgangers onder de
spoorweg. Daar stond een Forestbiker met
zn wagen. Hij had het splitsingsbord
weggenomen en legde me uit hoe ik verder moest.
Na de doorsteek linksaf en daar zou ik weer pijlen treffen. Dat klopte en ik werd er richting Nieuwrode
gestuurd. Na 54 km reed ik even verder
voorbij de Moedermolen. Dit was al de
derde molen die ik tijdens de tocht te zien kreeg, want ik was al eerder ook
een witte, eerder onderkomen, molen gepasseerd.
Daar ben ik bij het huiswaarts rijden ook met de auto gepasseerd. Hij staat niet ver van het vernieuwde
kruispunt aan een nieuwe brug waar jarenlang een omleiding geweest is en in de
nabijheid van de spoorweg.
Voorbij de Moedermolen ging het over een kasseiklim om
rechtsaf een assenweg te bereiken die me door een boomgaard leidde. Na een betonbaantje ging het links een
buurtweg op die luisterde naar de naam Waterloospad. Ik was gelukkig nog niet waterloos. Integendeel, ik had relatief weinig van mn
lurkzak gedronken ondanks de hitte. Via
het paadje doken we de bossen in doorheen een holle weg. 55,75 km.
Tot 59 km volgde de beklimming van de Wijngaardberg over de singletracks
doorheen het bos. Omwille van de hitte
en de vermoeidheid werd dit voor mij een lastige onderneming en was het hier en
daar te voet naar boven kruipen. Vanuit
het bos ging het een veldweg op doorheen een boomgaard in de brandende zon. Beneden links kon je de snelweg zien
liggen. Ik meen dat hier ook de vaste
route passeert. Weer aan het bos gekomen
stond ik aan de voet van een voor mij onmogelijke klim. Dus even van de fiets en te voet naar
boven. Er volgden plezante tracks die
zich er door de bossen slingerden. De
plek kwam me bekend voor uit eerdere of andere tochten. De doortocht van de bossen werd afgesloten
met een leuke snelle afdaling over een asfalt holle weg, zijnde de Donkerstraat
in Gelrode op 59,75 km na de start.
Van 61 tot 62 km ging het klimmend over een kasseitje de
Eikelberg op, naast een paar mooi gelegen huizen, gevolgd door een off-road
afdaling. Even verder kregen we twee
mooie holle wegen voor de wielen, de eerste klimmend naar boven en over de
tweede lekker naar beneden. Daarna
volgden paadjes in de open velden tot aan het Kloesbos op 64,5 km. Daar staan enkele mooie buitenhuizen in de
bossen. Er volgde een twee kilometer
lange asfaltklim vanaf het mooie witte huis dat op een hoogte tussen de bomen
staat, over het traject van de rode vaste route, tot aan het kruispunt van
wegen aan de oprit van de snelweg E314.
Het kruispunt over om een steile track op te gaan naar het bos toe. Aan die track heb ik nare herinneringen omdat
ik er ooit eens zwaar gevallen ben met gedurende lange tijd een pijnlijke knie
tot gevolg! Nochtans ben ik er achteraf
ooit in geslaagd om er al rijdend tot boven te geraken. Maar nu zag ik het in deze hitte en na 67,75
km niet meer zitten om hier een poging voor te wagen. Ik was uitgeteld!
Ik was doodmoe en geraakte nog amper vooruit. Toch werd ik nog een stuk over de rode vaste
route gejaagd en kreeg ik nog diverse tracks en paadjes voor de wielen. Elke keer wanneer ik een stukje bewoonde
wereld te zien kreeg, hoopte ik op het einde, maar werd ik toch nog een
volgende bosje in gestuurd. Wat was ik
blij dat ik de nieuwe fietsbrug over de Demer van deze ochtend weer in het
vizier kreeg! Even verder kon ik de
poort aan de chirolokalen achter de parochiezaal binnen rijden en was ik weer
bij af. Er was geen teken van leven meer
te bespeuren, alles was afgesloten. De
enige getuige van de toertocht was een aanhangwagen vol dranghekkens. De binnen- en buitenspeeltuin er naast was
open. De hitte hield zelfs de kinderen
weg, want er waren daar bitter weinig mensen, terwijl het er anders gonst van
de spelende kinderen. Ik heb er tegelijk
drie icetea besteld en nog eens twee Gini en me buiten op het terras onder een
parasol gezet. Ik ben er ruim een uur
blijven zitten alvorens de auto weer op te zoeken en huiswaarts te rijden. Het werd een eenzame tocht, want op 50 van de
70 afgelegde kilometers heb ik geen levende ziel bespeurd, uitgezonderd een
groepje wandelaars die zich afvroegen waarom er aan het einde van een paadje zon
rare constructie gemaakt was met plastiek en betonijzers. Ik heb hen bij het voorbijrijden uitgelegd
dat dit poortjes waren om te beletten dat mountainbikers onverhoeds een
rijweg op zouden schieten vanuit het bos.
Want alle gevaarlijke punten waren op deze wijze beveiligd.
De Forestbikers hadden weer een mooi parcours in elkaar
gestoken. Ze weten er de zware
off-road-klimmetjes in ieder geval goed te vinden! Ik ben altijd bekaf na de toertocht vanuit de
Bekaflaan, want het was niet de eerste keer dat ik deze reed. Zeker al minstens drie keren meegedaan. Twee jaar terug zijn we hier ooit tot vijf
uur blijven hangen met een delegatie Bierbikers. Toen hebben de Forestbikers bijna letterlijk
de stoel van onder onze kont uitgehaald, omdat de parochiezaal diende afgesloten
te worden! De hitte maakte de tocht deze
keer nog eens zo zwaar. Een duidelijke
bepijling met de klassieke en goed opvallende zwarte pijlen op een gele
achtergrond. Verzorgde bevoorradingen
met fris drinken en watermeloen.
StrammerMax
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you!
Nog een verslag van deze tocht: MTB Goe Bezig
Arendonk!


|