Toertocht (25-35-50 km) 21 ste Rochustochten van WTC De
Zwervers te Oosterzele op zaterdag 28-07-2012 (en zondag 29-07-2012).
Net zoals vorig jaar afgezakt naar het verre Oosterzele om er deel te nemen aan de eenentwintigste uitgave van de Rochustochten van WTC De Zwervers. Een organisatie waar zowel de biker als de wielertoerist aan zijn trekken komt. Uitzonderlijk had ik mijn verslag over de vorige editie er nog eens op nagelezen en kon ik me bepaalde zaken weer voor de geest halen. Dat de weide tegenover de sporthal als parking fungeerde kon ik me nog goed herinneren. Half uitgedroogde vlaaien op de grond verrieden dat de bewoners van deze morzel grond tijdelijk uit hun habitat waren verdreven. Hun souvenir kleeft thans nog aan mijn autobanden! Oosterzele heeft de troef van een overdekte bewaakte bikeparking binnen in de sporthal zelf, waar de volledige vloer overdekt is met beschermende matten. Me ingeschreven en om 10.30 u was ik onderweg.
Achter de sporthal ging het enkele straatjes in om de woonwijk te verlaten, via een veldweg en enkele servitudepaadjes achter de tuinen van nieuwe huizen. Na 3,5 km troffen we al een eerste splitsing tussen de kidstoer en 25 km enerzijds en de routes van 35-50 km anderzijds. Dit midden in de velden nadat we de spoorweg gekruist hadden ter hoogte van de Roosbroekstraat. Omwille van de ruime inschrijvingstijd, tot 14.00 u, waren de bikers niet zo dik gezaaid op het parcours. Een negental had me ingehaald, solo of in groepjes van twee en drie. Tot 5 km trof ik landelijke betonbaantjes, tot ik een gele pijl van een verbinding van vaste routes te zien kreeg. Een mooie veldweg bracht me eerst zacht klimmend en dan lekker afdalend door een landelijke omgeving naar de Asselkouter in Merelbeke. Daar ging het rechtsaf, van de gele pijl weg, en passeerden we op 6,5 km de schilderachtig gelegen hoeve Asselhof. We sloegen de buurtweg Doelwegel in om de hoeve Den Doel te bereiken op het grondgebied van Bottelare (Merelbeke), een voormalige stopplaats voor reizigers onderweg naar Gent. Ze behoorde samen met andere hoeven uit de omgeving tot het klooster van de geschoeide Karmelieten (1667). Terwijl ik even halt hield, kruisten twee bikers mn pad. Via een verhard baantje bereikten we vanaf Den Doel de Driesbeekvallei en reden er De Zink op ter hoogte van het Kasteel Ter Zinkt. Daarvan kon je enkel vanaf de toegangspoort een glimp opvangen. In de omgeving ligt de zogenaamde Snijpaardwegel. Een snijpaard heeft niets met paarden van doen, doch was een werktuig om stro mee te hakken in vroegere tijden.
Voorbij het kasteel ging het de eerste veldweg links in en volgde de eerste en meteen de meest nijdige klim van de tocht. Dit over een kwistig van stevige rotsachtige stenen voorziene pad dat luisterde naar de naam Stuivenberglos. Het tellertje toonde 9 km en het was intussen 11.00 u geworden. Vanaf Den Doel hadden we inmiddels een stukje van de rode vaste route aangedaan. Boven op de Stuivenberg ging het rechtsaf over een smalle veldweg tussen maïs en bos, en via een servitude naast een oude witte villa bereikten we de Sint-Bonifatiuskerk (1861) te Munte (Merelbeke). Terwijl ik er even stond uit te blazen kwamen drie rijders voorbij gesjeesd. Het hoekje om en aan de Clays Van Muntestedehoeve (1643) ging het rechtsaf de velden in, samen met een vader en zijn zoontje op de bike. Ook al behoort de hoeve tot het bouwkundig erfgoed, ze verkeert in niet al te beste staat, toch niet aan de buitenzijde! We troffen na 10 km een splitsing tussen de kidstoer en de andere afstanden ter hoogte van een grote baan aan vijf zendmasten voor militaire doeleinden, één grote en vier kleinen van een bijzonder type. We reden nog steeds over het traject van de vaste rode route. Aan de laatste twee zendmasten stond zelfs een bord met plannetje. Beton ging over in onverhard. Drie bikers stuiven me er op de stoffige zandweg voorbij. Toch hier en daar een vettige plek, waar het uitwijken was en zo de maïsbladeren in je smoelwerk gekatapulteerd te krijgen! Aan het einde van de zandweg bereiken we de wiekenloze Prinsenmolen in Baaigem die thans een architectenbureau huisvest in de nieuwe woning die er naast gebouwd werd. Het straatje uit achter de molen om na 13 km de eerste stop te treffen op een pleintje in Baaigem. Appelsienen, bananen, peperkoek en lekkere honingwafels stonden er op het menu dat er door twee Zwervers verzorgd werd onder hun tentje. Twee bikers vertrokken er terug, één kwam er nog toe. Als je omkeek kon je weer de bizarre zendmasten zien staan vanaf de stop. 11.35 u.
Onmiddellijk na de stop trof ik op een grote rustige baan de splitsing waar de 50 km haar eigen weg op ging, naar links de velden in. Een mengeling van landelijke betonbaantjes, veldwegen, asfaltbaantjes en weidepaadjes brachten me tot het schilderachtige Dikkelvenne. Daar is voor de kerk een mooi plein met trappen aangelegd. Een ommetje omheen het gebouw deed me de sepulture (graf) van de Weledele Heer Louis Herman, Graaf van Lichtervelde ontdekken (1889-1959). Een notabele uit lang vervlogen tijden. Enkele fel klimmende servitudes en een iets gevaarlijker afdaling brachten me op de middag na 19 km weer naar de open velden. Daar tref ik een bikend jonge koppel op de vaste route. We passeren een schilderachtige plek met glooiende hellingen, aan een taverne en rijden er voorbij enkele in het groen gelegen domeinen, zoals het Hof Ter Rotse. We gingen er een assenweg en zandweg op, gelegen naast een mooie strook bos. Een verhard zandpad leidde me doorheen een mooi stukje bos en voorbij enkele vijvers en waterpartijen tot aan het voetbalterrein van Gavere-Asper. Tijdens een korte rustpauze kreeg ik daar nog drie keren een eenzame biker te zien. Het parcours voerde me daarna doorheen het centrum van de gemeente Gavere, langsheen een langgerekt marktplein en via steegjes voorbij grote en kleine huizen.
Eerst klimmend en daarna weer lekker naar beneden ging het na 23 km weer de velden in, zacht klimmend over een smal en door zand overspoeld kasseiwegeltje. Kasseitjes gingen over in zand, terwijl ik over het parcours van een vaste groene route reed om boven een stukje van de luchtmachtbasis van Semmerzake te bereiken. Daar staat een klein gebouw in de vorm van een halve bol. Even van het parcours afgeweken en tot aan het kerkje van Semmerzake gereden, een gebouw, opgetrokken in oude ruwe steen. Even ging het een grote baan op, om daarna rechts een zandweg op te gaan die me weer langsheen de witte bol leidde. Even overgaan tot een meetkundige studie van het bouwsel. De bedekking van de bol bestaat uit een aaneenschakeling van onregelmatige vijfhoeken, met hier en daar een verloren gelopen regelmatige zeshoek in gepast. Een staaltje van boldriehoeksmeetkunde, wat onderwerp zou kunnen zijn van een wiskundig eindwerk! Waar is de tijd van mn eigenste legerdienst in de Meteo-Wing van de luchtmacht, toen nog in Wezembeek-Oppem? Drie bikers komen voorbij, waaronder het jonge koppel van daarnet.
Na een ommetje via een veldweg bereikten we na 27 km weer dezelfde grote baan om daarna Vurste binnen te rijden. Na enkele straatjes bereikten we via het landelijke Ten Stroom, met enkele rustig en mooi gelegen huizen, een natte track die ons doorheen een bos naast de oever van de Schelde loodste. We reden er door het Domein Teirlinck, naast een vijver aan de zogenaamde Merelberg in Merelbeke. Veel berg is er niet te zien, maar het pad geeft wel uit op een plek met enkele prachtig gelegen huizen. Rust is hier troef op een plek met straten zonder verkeer. Eens de huizen voorbij (de villa aan de rand van het bos stond vorig jaar te koop) ging het de Steenbakkerswegel op. Dit kwistig van stenen voorziene pad heeft zijn naam duidelijk niet gestolen en loopt er aan de rand van een bos parallel met een diepe gracht vol waterplanten. Er stonden ook redelijk wat plassen. De beste motivatie voor mij om er op, over en door te gaan was het achtervolgd worden door een andere biker. En spetteren dat de modder deed! Het paadje ging over in een assenweg die ons doorheen de lokale natuur loodste. Het pad luisterde naar de naam Meersstraat en gaf uit in de Langeweide te Merelbeke. Rechts een met gras begroeid pad op. In de verte zie ik drie jonge snaken achter me naderen, voor mij doemt een ranke toren op. Via een betonnen bruggetje over een stevig klimmende servitude bereikte ik, achtervolgd door de drie kerels, het mooie Schelderode.
De ranke toren behoort tot het Kasteel van Schelderode, gelegen achter de Sint-Martinuskerk. Het kasteel zou het decor kunnen zijn van een sprookje. Witte ballons, een rode loper en geluiden uit de kerk verraden er een bruiloft. Aan het kerkhof kan men gebruik maken van gieters die met een muntslot zijn beveiligd, zoals de winkelwagentjes in een supermarkt! Even grappig als inventief! De opsmuk van het kasteel is al verder gevorderd, zo niet voltooid. Het ging de Grepstraat tegenover de kerk in, waar huizen staan die ook enige opsmuk kunnen gebruiken, om dan links de buurtweg Moortselwegel in te slaan en uit te komen in een villawijk. In de eerste villa, gelegen naast een klimmetje, speelt de televisie in de grote veranda. Daar zal belangstelling geweest zijn voor de Olympische spelen en ligt de heer deze huizes in een tuinstoel te niksen! Villawijk? Kwam ik hier vorig jaar geen molen tegen? Het bleek te kloppen, want tussen de bomen door ontwaar ik de witte Schelderomolen (herbouwd in 1907). Het parcours even verlaten om tot daar te rijden. Tegenover de molen staan een paar oude huisjes. In één ervan woonde de laatste molenaar. De plek is een beschermd dorpsgezicht in Merelbeke. De molen is gebouwd met zogenaamde knurren, te hard gebakken Scheldesteen! De villawijk weer in en naast het huis van de vermoedelijke bruid, met witte ballons en idem dito rode loper, ging het het Luisdonkbospad op (30 km).
Het Luisdonkbospad bracht me tot aan de rand van het private Nerenbos. Vorig jaar ben ik daar eens in gereden. Het lag er toen zeer drassig bij. De straat Hogenbos bracht me tot aan de drukke Hundelgemsesteenweg. Na het kruisen ervan ging het even naar rechts en dan de Steenbergstraat in, overgaand in de Steenbergwegel, een buurtpaadje tussen de velden en met de doortocht van een maïsveld alwaar ik me even smal diende te maken, terwijl de bladeren mijn smoelwerk geselden. De smalle, gehavende en bultige Boerenwachtwegel in, alwaar op 38 km een oude bunker boven de maïs uittorende. Een pijltje aan een maïsstengel opgehangen, wees er naar links. Muntwegel en Drieswegel, aan wegels duidelijk geen gebrek in deze streek, brachten me door de maïsvelden, met zicht op een kerktoren, tot in de Diepestraat in Merelbeke (39 km). Aan het einde van de Drieswegel stond een oud huisje, onbereikbaar per auto. Bottelaredries en Dokterswegel voerden me dan doorheen een stuk bos en tot aan de Sint-Annakerk in Bottelare. Tegenover de kerk staat een mooi oud, met bloemen getooid huis. De Moortseelsewegel bracht me na 40 km tot aan de tweede rustplaats. Er waren nog drie andere bikers present aan het kleine tentje langs de kant van de weg. Genoten van hetzelfde aanbod als aan de eerste stop.
In een bocht van de straat stond een oud huis waarop een straatnaambord de vermelding Highway to Hell vermeldde. Daar ging het naar links de Bottelaarse Vijverwegel op, een brede veldweg, waarna de Kalbergwegel ons door een kort stukje bos loodste om tenslotte uit te komen op een betonbaantje tussen de velden. Via de Boterhoek werden we naar Moortsele (Oosterzele) geleid. Daar krijg ik nog eens het gezelschap van een andere rijder. Op de betonnen Schollaertweg volgde na het kruisen van de spoorweg een zeer stevige klim, voorbij een paardenrenstal om na 44 km een splitsing te treffen tussen de 25-35 en de 50 km ter hoogte van een aantal bunkers. Een leuke kiezelweg tussen de velden leidde voorbij een verlaten huis met gesloten, groene luiken. De tuin overwoekerd. Een plaatje op de oude poort vermeldde: Dokter Van De Velde, oogziekten, op afspraak, tel. 62.73.82. De achterbouw reikt bijna tot in het achterliggende bos. Daar wonen zou me wel aanstaan, alhoewel het er maar eenzaam is. Wie kent de eigenaar?
Na een veldweg kruisten we de Geraardsbergsesteenweg en ging het parcours richting Gijzenzele. Enkele straten door en via geurige rozenvelden passeren we de plantenkwekerij Kris De Backer. Aan nog een stel bunkers, er is hier een heuse bunkerwandelroute, ging het weer een veldweg op en wordt ik ingehaald door drie snelle jongens die ik meen eerder op de tocht al gezien te hebben. Via een stenen trapje met drie treden ging het na 49 km een singletrack op. Servitudes en straten voerden me door Oosterzele. Een lastig graspaadje leidde tot een straat met een molen die omgebouwd is tot woonhuis. Hij stond te huur. Net voor de molen een graspaadje in en dan de Keiberg op en af. Daar merk ik dat ik de halve natuur van Oosterzele meesleep met mn achterwiel. Een pak gras zit tussen cassette en wiel gedraaid, tot tussen de schijfrem toe! Alles er van tussen gepeuterd. Intussen had ik al 55 km bij elkaar gereden en begon ik toch te verlangen naar de eindmeet. Ik reed nog langs een stokoud kapelletje langsheen een grote baan om via een betonpaadje de sporthal na 57 km weer te bereiken. Daar trof ik de opvallende biker met de lange grijze baard en dito haren en die ik vorig jaar ook op mijn weg had gezien. Nog een mijter en een staf en je hebt Sinterklaas! Eigenaardig! De kans dat men eenzelfde lukrake biker nog eens ontmoet is omzeggens nihil!
De bikewash benut, mijn fietske in bewaring gegeven en gebruik gemaakt van de voorziene catering door een hotdog door te spoelen met twee flesjes icetea. Het polsbandje kon je inwisselen tegen een kleinood. Deze keer gelukkig eens geen drinkbus, maar een klein draagtasje met klittenband. Ik heb immers geen plek voor een bidonhouder op mn fiets! De douches gaven heerlijk warm water zodat ik netjes gewassen afscheid kon nemen van Scheldewindeke-Oosterzele. Afwisselend tochtje en puike organisatie door vriendelijke mensen.
Het verslag van deze toertocht is ook te lezen op mtb-you
en op mountainbike.be!
Op de foto's: Kasteel Ter Zinkt in Munte - Prinsenmolen in Baaigem


|