Toertocht (12-25-35-45-60 km) Le Petit Godefroid te Baisy-Thy op zondag 24-06-2012.
De weersvooruitzichten beloofden voor deze zondag niet veel goeds, maar de enkele druppels die vielen konden mij er niet van weerhouden weg te gaan, ook al had eens lekker uitslapen deugd kunnen doen. Omstreeks 10.00 u was ik ter plaatse in het Waals-Brabantse Baisy-Thy (Genappe) om er de derde editie van Le Petit Godefroid te rijden. Deze streek valt me in de smaak nadat ik er enkele jaren geleden kennis mee maakte na de toertochten vanuit Lasne, Tangissart, Wavre en Mont-Saint-Guibert gereden te hebben. De inschrijving was in de refter van de plaatselijke lagere school, aan tafeltjes op kindermaat! Het dochtertje van één van de medewerkers zat er braaf een tekening te kleuren aan de achterste tafel!
De eerste vijf kilometers kregen we een aantal veldwegen voor de wielen, sommigen geplaveid met kasseitjes, zodat ik vreesde een verkeerde keuze gemaakt te hebben. Bovendien werden de vergezichten belemmerd door de lichte regen die voor een grijs mistgordijn zorgde en kreeg ik af te rekenen met stevige tegenwind. De tocht door het open landschap werd besloten met een stukje bos, waarna we toekwamen in Sart-Dames-Avelines, een gehucht waarvan de lengte van de naam omgekeerd evenredig is met het aantal inwoners. Daar was de eerste splitsing. Intussen was het ook stevig beginnen regenen. Veel bikers had ik niet gezien gedurende die eerste 9 km, enkel degene die samen met mij gestart was en een groepje van twee, gevolgd door een rijder met een wit regenjasje die ik aan het einde van de toer nog te zien zou krijgen. En dan nog een groepje van drie waarvan er één koos voor de route van 35 km terwijl zijn twee maten samen met mij de richting van de 45-60 km uitgingen. Er liepen op die plek ook wandelaars rond die deelnamen aan een georganiseerde tocht.
Vanaf Sart-Dames-Avelines doken we een pracht van een donker bos in en kregen we een mooie track voor de wielen geschoven, op en af tussen de bomen. Het was wat uitkijken voor wortels en een ondergrond die door de regen natter begon te worden. Het pad eindigde achter een aantal kolossale huizen met grote tuinen, op een helling gelegen, met onderaan een aantal vijvers, grenzend aan de bossen. Door de regen was ik intussen al drijfnat geworden. Tot 10 km voerde de rit me doorheen mooie stukken bos met een aantal technische passages over uit de kluiten gewassen wortels. We reden er naast een waterloop die er kronkelend doorheen het bos vloeide. Er volgde een stukje open veld met een paadje doorheen hoog gras en gelegen tussen twee draaipoortjes om dieren binnen of buiten te houden. In het volgende bos staken me twee bikers voorbij en een derde schoof in een dropje weg, maar kon sierlijk van zijn fiets springen en alzo de kennismaking met een boom vermijden.
Via een stevige klim bereikten we op 12 km een mooi bos. Daar moest ik na een korte steile helling even aan de kant om naar adem te happen. Twee bikers in mn zog raken netjes boven. Van de drie bikers die dan nog volgden moesten er ook twee van de fiets. De derde die wel met de bike tot boven geraakte, begroette me met een bonjour, waarna hij tegen zijn makkers riep Het is gene kak hier! Eigenaardig genoeg zal ik het trio niet meer op mijn pad ontmoeten. De singletrack door het bos eindigt met een stevige afdaling over een rotsachtige ondergrond om uit te komen aan het kruispunt van grote wegen in Villers-La-Ville aan de ruïnes van de abdij. Even gewacht in de hoop het trio van daarnet weer te treffen, maar die mannen daagden niet op. In Villers-La-Ville gaat het even langsheen een grote baan. Het eerste huis dat ik passeer komt me bekend voor! Hier heb ik ooit al geparkeerd met de wagen. Blijkt dat dit de grote baan is die voorbij Tangissart (Court-Saint-Etienne) komt en waar ik al drie keren La Trace dHez ben gaan rijden. Blijkbaar ligt Tangissart maar op een boogscheut van Villers.
Naar rechts ging het dan een brug over de waterloop over, ter hoogte van een aantal op een schilderachtige plek gelegen gerestaureerde huizen. Om weer de bossen in te duiken over een mooie track, gevolgd door bredere bospaden. De plek waar we de bocht naar links moeten volgen herken ik nog van de tocht vanuit Tangissart. Je komt er dan vanaf de andere kant toe. Aan het einde van het brede bospad stond de eerste bevoorrading op 17 km. Er waren de groen en rood gekleurde drankjes (grenadine en munt), blijkbaar een klassieker voor de tochten in deze streek. Je kon er wafels eten, partjes appelsien en nick-nack-koekjes met suiker. De bananen waren er bijna letterlijk gemillimeterd! Er stonden nog een vijftal andere doornatte bikers en de vier kinderen van de medewerkers amuseerden zich met een grote tak in het bos. Eens weer op weg kruisten we een kasseibaantje om de open velden in te duiken alwaar een vrouw de rijders vastlegde met haar fototoestel. Eens het veld voorbij volgde een plezante afdaling over een rotsachtig paadje, een stevige uitputtende klim en een semi-holle weg met veel bermbegroeiing. De volgende 2 tot 3 km reden we over veldwegen om in een stukje bos dan plots naast een drukke baan te verschijnen. Ik vermoed een grote ringweg die naar Waver en de E411 leidt, te zien aan het bord dat ik kon zien staan. Ik ben op weg naar huis over die baan gepasseerd, want het bord was herkenbaar aan de graffiti die er was op gespoten. Het ritje in het bos naast de snelweg was kort van duur, waarna we op de hoogvlakten in de buurt van Tangissart arriveerden. Het tellertje toonde toen 24 km.
Intussen had het nog geen seconde opgehouden met regenen en was ik nat van kop tot teen! Een zeer mooie afdaling over een rotsachtige bodem in een prachtige holle weg, naast een beekje, brachten me tot in een woonkern alwaar het onmiddellijk een volgende holle weg in ging, maar nu klimmend naar boven. Gelukkig was de afdaling van daarnet een stuk langer dan deze korte klim. We arriveren in een mooi bos waar de rit ons over een track tot in de Rue de la Quenique brengt. Deze weg loopt daar op het grondgebied van Court-Saint-Etienne dwars doorheen dat bos. We volgen een eindje deze baan om het bos te verlaten. Daar worden we via een voetgangersbrug in etages de spoorweg over gestuurd. Een waarschuwingsbordje, zoals die op andere punten gevaarlijke plaatsen of oversteken markeerden, waarschuwt hier zelfs voor de aanwezigheid van slangen! Danger, pietons! Hèhè! Aan de andere kant van het spoor duikt op een grote open grindvlakte voor een bedrijf het Circus Bouglione op dat daar met zijn tent en vele caravans is neergestreken!
Eens de plaatselijke woonkern voorbij gaat het weer stevig naar boven in een holle weg om dan in een open hoogvlakte te arriveren. Na een stuk bos volgt op 29 km de tweede stopplaats. Daar zitten een man en een vrouw in de kofferbak van een bestelwagen om zich enigszins tegen de regen te beschermen. Het aanbod is ook al een weinig door de regen aangetast. Het is niet evident om in deze omstandigheden van regen en wind de spullen droog te houden. Van de man kom ik te weten dat er zon 305 deelnemers gestart waren. En hij kon daar, gezien het slechte weer, vrede mee nemen. Na de stop bracht een smal paadje, bezaaid met grote keien, ons doorheen het hoge gras naast weiden met paarden en hun veulens, tot in Bousval. Daar ging het dan een tijd over een asfaltbaantje waaruit stukken asfalt verwijderd waren om door nieuwe vervangen te worden. Aan de huizen te zien lijden de mensen die hier wonen geen armoede. Op 33 km volgt een splitsing. Een paadje voert ons op de grens van een bos en een vallei over een aantal dikke wortels en dropjes tussen de bomen naar boven. Bij mooi weer moet de omgeving er hier prachtig uit zien. Een smal pad voert ons doorheen struikgewas. Door het contact met de takken die onder het gewicht van de regen over het pad hangen, worden de mouwen van mn jasje drijfnat. Een pad vol stenen voert ons weer naar boven.
Een pad dat doorheen laag struikgewas voert is intussen door de onophoudelijke regen veranderd in een slijkerige glijbaan. Het vraagt me meer moeite om te rijden dan om te lopen. Het tellertje klokt 34,5 km af. Smalle servitudepaadjes brengen me naar een asfaltbaantje waarlangs mooie villas staan, de ene al groter dan de andere. Volgt een stuk bos waarin rioleringswerken plaats vinden. Daar is het even ploeteren geblazen. Waarschijnlijk wordt de weg hier verder doorgetrokken en vallen de mooie stukken bos op de hellingen links en rechts binnenkort ten prooi aan verkaveling en bebouwing door gefortuneerde mensen. We komen weer in een straat met al even mooie huizen. Aan het einde ervan passeren we een grote vijver. Een straatnaambord leert me dat we in Lasne zijn. Dat verklaart de mooie villas, want hier wonen de rijke Brusselaars. Een aantal autos rijden me voorbij, het kan de suite van een huwelijk geweest zijn. De laatste wagen past goed bij de omgeving: een rode Ferrari! Net voor de plek waar het baantje met een drukkere weg kruist, is de splitsing na 38 km. De 60 km duikt rechts de bossen in, voor de 45 km gaat het rechtdoor de weg over. Ik heb de langste afstand deze keer rechts laten liggen! Ik was al lang onderweg en deze slechte weersomstandigheden waren niet van aard om mij voor de lange toer te motiveren. Met 45 km zou ik vandaag wel mijn bekomst hebben!
Een kilometer verder zie ik iemand in het bos in de weer naast een bestelwagen. Daar is de derde stop zo goed als opgeruimd. Omdat er niet zo veel kilometers meer resten, bespaar ik de mens de moeite van het weer opdiepen van iets eetbaars. En in mijn drinkzak zit nog voorraad genoeg. De vriendelijke man praat me nog wat moed in. En ik merk dat de mensen in Waals-Brabant hoe langer hoe meer moeite doen om u in het Nederlands te woord te staan als ze merken dat je Vlaming bent. Zij zullen wel noodgedwongen tweetalig moeten zijn in hun werkmilieu in deze streek. Weer op weg. Eens het bos uit volgt een stevige klim over een veldweg. Mijn motivatie begon vanaf dan weg te spoelen, samen met de regen en de wind. Aan bordjes die een wandelweg markeren ging het weer een stukje door struikgewas om uit te komen aan een kiezelpad. Volgt een asfaltbaantje van 1 tot 2 km. Het water spoelt langs de zijkanten naar beneden. De man van aan de stop steekt me met zijn wagen voorbij. Na een klim over hetzelfde baantje gaat het naar rechts de velden in. Daar moet ik mn bike weer optillen om twee draaipoortjes te passeren. Vanaf het smalle paadje doorheen het hoge gras zie ik in de diepte de terreinen van Waterloo-golf liggen. Zelfs met dit hondenweer zijn er golfers bezig. Sporten met een paraplu in de hand! Hoe gek kan een mens zijn! Mijn tellertje toont 43,5 km en ik kies een boom uit voor een sanitaire stop.
Het slechte weer, de regen en de wind beginnen me te enerveren. Maar op 45 km valt er nog niets te bespeuren dat op de plaats van aankomst lijkt! Veldwegen voeren me doorheen het grijze Brabantse landschap. In een afdaling over een goed berijdbaar baantje steekt de biker in het witte regenjasje van vanochtend me voorbij. Na het kruisen van een rijbaan zie ik hem een grof kasseipaadje op kruipen. Ik volg op enige afstand in zijn spoor. Ik vermoed dat deze mens de moed heeft gehad om de grote toer te rijden en mij door zijn hogere snelheid weer heeft weten in te halen. Sinds de eerste stop had ik geen andere rijders meer gezien! Op een brede veldweg staan grote plassen die de hele breedte van het pad innemen. Ik doe geen moeite meer om ze te ontwijken. Gewoon er doorheen. Ik ben toch drijfnat! De laatste is wel dieper dan ik gehoopt had! Herinneringen van een toer in Loonbeek komen boven. Toen was het ook zon hondenweer en had ik danig afgezien om op te tornen tegen regen en wind. Na 50 km was ik weer bij af en zag ik de bikers die ik daarstraks aan de eerste stop ontmoet had naar hun autos rijden.
De bikewash was er een van uitmuntende kwaliteit. Met een stevige straal was mijn bike zo weer schoon. Daar had ik dus thuis niet veel werk meer mee! Meteen mijn schoenen en benen mee afgespoten. Want er was niets wat op de aanwezigheid van douches wees in zon schooltje. Een medewerker zei me dat ik binnen nog wat kon gaan drinken indien ik dorst had. Maar ik voelde er meer voor om direct naar de auto te gaan. Er was daar nog weinig leven te bespeuren. Omdat ik het niet zag zitten om in die natte kleren in de auto te kruipen, mijn boeltje gepakt, en in het hoger gelegen straatje een plekje naast een struik uitgezocht om me om te kleden, teneinde geen zedenschennis te plegen naast de hoofdbaan noch geneteld te worden op een onaangename plaats! Het zal zelden gebeuren dat de paarden van Baisy-Thy vanuit hun weide een mens in zijne pure zullen zien staan. Een paar energierepen verslonden in de auto om wat te bekomen en op te warmen. Om via Villers-La-Ville en Tangissart weer huiswaarts te rijden. Eigenaardig genoeg stuurde de GPS me vanochtend richting Charleroi, terwijl ik nu Brussel naderde vanuit de richting Namen en Luxemburg. Ter hoogte van Rosières reed er op het rechtse rijvak een indrukwekkende colonne caravans met voornamelijk Franse nummerplaten. Het moeten er honderden geweest zijn. Een volksverhuizing van zigeuners misschien! Of de groep die ooit al op diverse plaatsen in ons land is neergestreken om er hun geloof te verkondigen?
Het was een mooie tocht in een streek die me tot op heden al altijd goed is bevallen. Maar de regen en de wind maakten hem tot een uitputtende strijd en eentje om niet snel te vergeten. Doodmoe was ik bij thuiskomst. En dan nog dubbel werk hebben met de was omdat er een stuk papier in een zakje was achtergebleven, zodat al mn kleren vol papierresten hingen! Ik ben in mijn bed als een blok in slaap gevallen! xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Het verslag van deze toertocht kan je ook lezen op mtb-you en op mountainbike.be!
Op de foto's: de ruïnes van Villers-La-Ville, het oorlogsmonument te Baisy-Thy en de bossen in deze streek.


>

|