Toertocht 18ième Rando Verte (20-35-50-60 km) van de Crazy
Bikers te Anderlues op zondag 01-04-2012.
Na vroeg opstaan en een lange rit en het passeren van ettelijke verkeerswisselaars op de snelwegen, kwam ik omstreeks 9.15 u toe in het straatje in Anderlues van waaruit de achttiende editie van de Rando Verte van de Crazy Bikers vertrok. Ik denk niet dat ik ooit al in deze streek geweest ben, vermoedelijk zelfs nog nooit in Henegouwen, en zeker niet om te komen biken. Niettemin klonk de naam van het stadje Morlanwelz, over wiens grondgebied een deel van de toertocht liep, me niet onbekend in de oren. Doelstelling: de toer van 50 km rond maken. De rit van 35 km vond ik wat kort in verhouding tot de verre verplaatsing en de langste afstand van 60 km wat veel vermits ik de streek hier niet kende. Ik moet in ieder geval aan de inschrijving opgevallen zijn, want een man kwam me vragen van waar ik afkomstig was en stond me zelfs in het Nederlands te woord! Hij wist me te vertellen dat er nog al Vlamingen vertrokken waren.
Om 9.30 u van start gegaan in het gezelschap van een viertal anderen. Er diende al snel een keuze gemaakt te worden tussen de verschillende afstanden. Het viertal overlegde welke afstand ze zouden nemen en versperde aldus de toegang tot een servitudepaadje. Twee kozen voor de korte toer van 35 km en van de twee anderen maakte één aan het einde van het paadje toch nog rechtsomkeer! Na nog enkele smalle servitudes dook ik dan in het gezelschap van één rijder na 2,5 km asfaltbaantjes de bossen in over een goed van dikke wortels voorziene pad! De aanblik van dit bos en het prachtige weer beloofden een mooie tocht. Het ging een smal beekje door om daarna geconfronteerd te worden met een slijkerige strook die weer overging in een bospad. Even verder moesten we weer een dieper uitgesneden beek oversteken. Daar ben ik toch maar afgestapt teneinde niet het risico te lopen op een onaangename of voormalig pauselijke wijze kennis te moeten maken met de Henegouwse bodem, lees op mijn bakkes te gaan! Net voor de beek stond een biker te prutsen aan zn fiets. Het bos begon al tekenen van fris groen te vertonen in de ochtendzon, terwijl de wilde witte bosanemonen in bloei stonden. Op 5 km kwamen we weer uit het bos tevoorschijn.
Daar moesten we een baan kruisen om een asfaltbaantje te nemen richting Rouveroy en Bienne-Lez-Happart. Joost mag weten waar deze oorden ergens gelegen zijn. Terwijl ik even aan de kant stond staken 6 Franstalige bikers de baan over. In het zog rijdend van dit zestal volgden 2 km langsheen een asfaltbaan die op dit ogenblik druk bereden werd door een aantal tot racewagen omgebouwde voertuigen die met veel lawaai en show voorbij kwamen. We sloegen naar rechts een fietspaadje in dat door het bos liep en bereikten de grens met een deelgemeente van Binche. Het viel me al direct op dat de bikers hier rustiger rijden en er niet zoals bij ons een koers van maken! Tijdens een zachte doch stevige klim doorheen een weide in een open vlakte, over een hobbelig paadje van keihard opgedroogde aarde, zag ik het zestal dan toch tussen de bomen verderop verdwijnen. De omgeving was er mooi om zien en een genietbaar paadje bracht ons doorheen een bos na 8,5 km weer tot een plek waar een aantal huizen stonden.
We reden een straatje in en over het schilderachtige dorpsplein waar een kerk en een kiosk stonden. Spijtig genoeg vond ik geen aanwijzingen over de naam van het dorpje. Servitudepaadjes naast eigendommen en veldwegen brachten ons tot aan een open plek midden de velden tot aan een kruispunt met een asfaltbaantje. Daar kon je een grote pyloon zien staan. Het tellertje toonde 10 km en een eenzame biker stak me voorbij. Het baantje over, waarna een goed van steenbrokken voorziene veldweg diende bereden te worden tot die weer uitgaf op een volgende asfaltbaantje. Ik zag de biker van daarnet in het zonovergoten landschap naar beneden bollen over dat baantje. Geen mooier zicht dan een mens op een bike in de lentezon. Om daarna zelf linksaf te slaan en begroet en voorbijgestoken te worden door een vermoedelijke deelnemer van de kortere afstanden die van rechts op het baantje toekwam. Even verder volgde een amusante off-road-afdaling. Aan het begin ervan stond een groepje van een man of zes die ik later nog ettelijke keren op mijn pad zou ontmoeten. De afdaling ging over een paadje vol stenen waar we halverwege weer een beekje door moesten, gevolgd door een zwaar klimmetje over een goed van keien voorzien paadje en een bosweg. Eens boven volgde weer een afdaling over een soort holle weg midden de prachtige bossen. Ik kreeg er het gezelschap van drie anderen.
Omstreeks kilometer 13 kregen we in het bos een moeilijker en technischer pad voor de wielen geworpen, goed voorzien van bochtjes en wortels. Het bospad ging over in een afdaling over een asfaltbaantje om na een kruispunt weer naar boven gestuurd te worden over de Rue de Binche, een weg in slechte staat en vol met opgestopte putten. We volgden deze lange straat doorheen het open veld. In de verte kregen we een toren van een mijnlift en een drietal terrils te zien. Hier moet dus ooit steenkool gevonden geweest zijn! De toren zouden we later nog van dichtbij te zien krijgen! We werden in ieder geval getrakteerd op mooie vergezichten en toen vier bikers me inhaalden op een kiezelpad, zag ik in de verte een tentje en de wapperende vlaggen van de eerste bevoorrading naast een oud huis staan. Die kwam na dik 17 km en een uur rijden. Er was van alles te eten: stukken wafels, peperkoek, cake met een soort crèmevulling, rozijnen en stukjes chocolade. Ook appelsienen en wel erg profijtig gesneden stukjes banaan! Er was ook een standje dat publiciteit maakte voor één of andere sportdrank in poedervorm. Er kwamen nog bikers toe, waarvan een gezin waarbij de vader zijn zoontje meevoerde op een aanhangfiets met één wiel, vastgemaakt aan zijn mountainbike. Zo bleef ook de kleinste niet verstoken van het genot van deze toertocht. Direct na de stop volgde de eerste splitsing waar de 60 km volledig afzonderlijk ging. Even getwijfeld, maar met het gedacht van je ne connais pas cet endroit, alors il ne faut pas pendre dehors le grand Jean ici, toch maar gekozen voor de vooropgestelde afstand van 50 km.
Een mooi servitudepaadje voerde me voorbij enkele uit de kluiten gewassen knotwilgen met aan de linkerkant een mooi vergezicht over de omgeving. Even verder ging de toer van 20 km weer apart en kort daarna, op een track tussen de weiden, ging de 35 km naar rechts haar eigen richting uit. Voor de 50 en de 60 ging het naar links tussen de weiden verder. We arriveerden in Morlanwelz en er volgde een snelle afdaling over een smal gekasseid paadje midden de weiden. De soms grote spleten tussen de kasseisteentjes boezemden mij weinig vertrouwen in. Ik zag de groep van zes die ik daarstraks al gezien had, achter me naderen. De afdaling ging over in een klim over een zeer smal paadje, zodat ik halverwege in een inham even aan de kant ging om uit te hijgen en het zestal te laten voorbijsteken. Daarvan waren er toch ook twee die even te voet gingen. Er kwamen nog een biker en een tweetal naar boven gekropen, waarvan de magerste en de kleinste met een pikzwart kroezelbaardje het ook knap lastig had en soms aan de kant ging, terwijl zijn zwaardere makker probleemloos naar boven trapte. En het was nog niet gedaan, want na eerst een zachte klim kregen we daarna nog twee stevige beklimmingen te overwinnen die telkens afgesloten werden met een zeer steil einde. Kroezelbaardje meldde aan zijn kompaan dat het les cailloux waren die hem de das omdeden. De klim lag inderdaad bovendien nog bezaaid met keien en steentjes. We reden voorbij een soort zandgroeve, waar ook een put achter huizen volgestort werd met zand. Een groezelige plek om te wonen. Servitudepaadjes voerden ons naar de bewoonde wereld.
Na 25 km doken we met zn allen de drukkere straten in het centrum van het stadje Morlanwelz in, werden we vergast op een stevige klim over asfalt en kreeg ik het zestal weer achter me die uit een andere straat tevoorschijn kwamen. Om daarna op een track het bos weer in te duiken. Daar was weer een splitsing tussen de 35 km en de 50-60 km. De langste afstanden werden een klim op gestuurd over een paadje dat zich naast de spoorweg de hoogte in werkte. Het zestal moet weer een ommetje in Morlanwelz gemaakt hebben, want zij zaten ineens weer achter mij aan! Er kwamen er nog toe, waaronder twee jonge gasten. Het paadje naast de spoorweg steeg naar het einde toe steil naar boven naar een brug toe. De boordstenen aan het einde waren voor één biker te veel zodat deze een duik maakte in het naastliggende struikgewas tot jolijt van zijn vrienden. Hun gelach klinkt me nog in de oren! Anderen deden de laatste meters te voet en iedereen stond op de brug even uit te hijgen. Dan ging het de brug over de spoorweg over en naar rechts de trappen op tot aan een gerestaureerde en wit bepleisterde toren en enkele muren met ramen in. Een tekst op de toren liet zien dat hier een weeshuis was, genaamd naar een zekere R. Warocqué. Even verder stonden inderdaad imposante gebouwen die uitkeken over het stadje. Via trappen ging het weer naar beneden. Ik hoorde de twee jonge kerels achter me de trappen af dokkeren, terwijl ik halverwege gestopt was teneinde een casse-gueulle te vermijden. Een pad door het bos liep achter een woonwijk. Jammer genoeg blijken niet alle bewoners het bos achter hun huis te respecteren, te zien aan de rotzooi die er gestort was! Er volgde een zware klim over een pad in een groot bos die ik wel tot boven gehaald heb door halverwege even te stoppen en uit te hijgen. Twee die me voorbijstaken haalden het net niet tot boven. Kroezelbaardje zag ook sterretjes. We arriveerden op een baan aan een groot nieuw gebouwd asielcentrum.
Via de weg ging het weer naar beneden. De echten reden over het paadje dat zich op de berm naast de baan had gevormd. We arriveerden aan de grote poorten die de toegang tot het Domaine De Mariemont vormden op de grens tussen Morlanwelz en La Hestre (Manage). Tussen de bomen door zagen we links de grote kerktoren van La Hestre staan. Enig zoeken op internet levert me de volgende informatie. Het kasteel en domein van Mariemont waren het bezit van de familie Warocqué, die haar rijkdom haalde uit de steenkoolindustrie in de streek. De laatste erfgenaam Raoul Warocqué vermaakte bij zijn dood in 1917 dit bezit aan de Belgische staat. Het kasteel zelf is in 1960 afgebrand. In de plaats is een Museum gekomen, gewijd aan de sierkunsten. Het wordt thans beheerd door de Franse Gemeenschap van België. Dat verklaart de terrils in de omgeving. En blijkbaar is Elio Di Rupo in Morlanwelz geboren. Samen met de twee jonge gasten duik ik de imposante Beukendreef van Mariemont in en die tegenover het domein gelegen is. Het tellertje klokt dan 30 km af.
Aan het einde van de dreef was er weer een splitsing tussen de 35 en de 50-60 km. Voor ons ging het naar rechts over een bultje het bos in. Daar wees de pijl een beetje twijfelachtig naar rechts een groot bos in. In een lange dreef geen pijlen meer, er reed een biker rechtdoor, terwijl Kroezelbaardje en zn maat halt hadden gehouden, niet goed wetend waar naartoe. Ik rechtdoor lekker naar beneden tot aan een smalle brug waarover ooit een trein moet gereden hebben. Daar wandelde een jonge kerel met zn fiets aan de hand me tegemoet. Aan de brug trof ik pijlen die duidelijk bedoeld waren voor wie van de andere kant kwamen! Op mijn stappen teruggekeerd waardoor ik nu naar boven moest kruipen. Kroezelbaardje en zn maat zagen me terugkomen en sloegen af in een dreef waar inderdaad een pijl hing! Maar daardoor hebben ze een heel stuk gemist, waaronder ook de tweede stop! En heb ik hen van toen af niet meer gezien.
Want ik vertrouwde het zaakje niet en heb nog eens goed rondgekeken. Want rechts van de weg hing ook een pijl die mogelijk verdraaid was, vermits je de witte rug ervan te zien kreeg. Toen merkte ik op de grond in het grind met verf gespoten aanwijzingen, de vermelding RV met een pijl naar rechts, zoals op zovele andere plaatsen. Het was de moeite waard om even gezocht te hebben, want er volgden een aantal zeer mooie singletracks op en af doorheen het bos. Ik kwam na enige tijd weer uit aan de brug. Het pad over en een beek door, gevolgd door een moeilijke klim over wortels. Een trio bikers van het Waasland Mountainbiketeam, man, vrouw en kind, staken me voorbij. Pluimgewichten die schijnbaar geen moeite moeten doen! Er volgde nog een biker in een oranje trui die net als ik het laatste stuk over de wortels te voet moest doen. Hij vroeg me in het Frans of ik aan de tocht bezig was en welke afstand ik volgde. Ik denk dat hij moe was. Achter hem aan door dit mooie stukje bos. Volgde een steile afdaling waar ik even panikeerde omdat het pad omheen een dikke boomstam zwenkte. Een verkeerde handeling had een onaangename kennismaking met deze bejaarde uit de kluiten gewassen telg in het Park van Mariemont als gevolg kunnen hebben! En remmen was schuiven! Maar ik ben heelhuids beneden geraakt.
Op 33 km volgde een tweede stop. Daar stonden enkele Crazy Bikers met twee autos. Je kreeg er een koek en een bekertje water. De drie bikers van het Waasland Mountainbiketeam en de biker met het oranje truitje stonden er ook. Tussen de twee in vertrokken. Even verder stonden de Waaslanders aan de kant voor een sanitaire stop. Even later passeerde ik weer de plek op het kruispunt van assenwegen waar Kroezelbaardje en zn makker daarstraks stonden te twijfelen. Zij hadden dus ook de tweede stop gemist! De kiezelweg kroop gezwind naar boven en het vet was van de soep. Dus maar even te voet, terwijl de drie Waaslanders met hun geledigde blazen tot boven geraakten. Daarna volgde een singletrack doorheen het bos. Aan de rand ervan werden we naar rechts gestuurd en kwam ik weer aan een splitsing. Maar ik was ervan overtuigd dat ik hier al gepasseerd was! Even gewacht op de biker met het oranje truitje die ik daarnet nog achter mij had gezien, maar die bleek ineens in het niets te zijn verdwenen. Er stonden ook pijlen die bedoeld waren voor bikers uit de tegenovergestelde richting. Ik vertrouwde het niet en ben dan de richting van de 35 km op gegaan, want eenzelfde lus nog eens, dat zagen mijn vermoeide benen niet zitten.
Een paadje leidde ons tussen enkele huizen en voorbij een slagboom met Acces interdit over een terrein vol industriële archeologie. Eeuwenoude vervallen gebouwen met gebroken ruiten en overwoekerde muren, roestige machines en oude silos. Eens daar voorbij was er weer een splitsing. Enerzijds de 35-50 en anderzijds de 60 km. Gekozen voor het eerste. Ik reed voorbij een transportbedrijf dat gevestigd was naast een stokoud vervallen industriële gebouw en een grote watertoren. Ik had toen 40 km gereden. Dan ging het over een betonbaan van recentere datum en stuurden de gele pijlen me over de parking van de plaatselijke Delhaize om een zeer mooi bos te bereiken. Het eerste groen was er ontloken en op de bodem stonden vele blauwe bloemen en witte bosanemonen in al hun glorie mooi te wezen. De track slingerde zich naast een diep uitgesneden beek doorheen het bos en daarna langsheen de bosrand zodat men een mooi vergezicht kreeg over de naastgelegen vallei. Dit was de mooiste kilometer van deze tocht, in schril contrast met de bouwval en verwaarloosde omgeving die we daarnet gepasseerd waren.
We doken weer het bos in en tussen de bomen door meende ik een tentje en bikers te zien. Maar eerst werd er nog een lus doorheen het bos gereden om enkele mooie paden op en af mee te kunnen pikken. En na 42 km arriveerde ik aan de derde stop. Er stonden nog een vader en een moeder met hun zoon. Dit trio zou ik tijdens het verdere verloop van de tocht nog ettelijke keren te zien krijgen. Een praatje gemaakt met één van de mannen die zorgden voor de bevoorrading. Of ik al ooit de Transsambrienne had gereden? Ook een organisatie van de Crazy Bikers uit Anderlues. Neen dus! Moest ik beslist eens doen! Niet te zwaar voor mij? Je kan kiezen uit verschillende afstanden! Weer op pad. Even later ging het pijlsnel naar beneden over een straatje tot aan het stationnetje van Carnières. Geen pijlen meer te zien! Ergens gemist? Terug naar boven gestrompeld! Halverwege inderdaad gemist. Een aanduiding op de grond en een pijltje dat door een geparkeerde wagen aan het oog werd onttrokken. We moesten naar links een uiterst smal paadje in tussen twee huizen en dit dan nog steil naar beneden over kleine kasseitjes. Een beproeving voor de sluitspier na 44 km rijden! Eens beneden ging het weer de bossen in.
Vanaf dan tot omstreeks 50 km voerde de tocht ons over veldwegen en bizarre servitudepaadjes die wegen kruisten of zich tussen huizen en tuinen slingerden. Het ene al merkwaardiger dan het andere, soms bezaaid met dikke wortels, dan weer met grote stenen en spijtig genoeg soms ook met glasresten en afval. Eén zon smal paadje voerde ons tijdens een stevig klimmetje onder een kleine brug van de voormalige spoorwegbedding. Even verder moesten we rechtsaf de spoorwegbedding op en reden we over datzelfde bruggetje. Vermits mijn tellertje reeds 50 km toonde en ik nog steeds niet de indruk had het einde te naderen, begon ik toch ongerust te worden. Soms had ik ook het gevoel plaatsen te passeren die ik al gezien had. Alhoewel we nu dichter bij een terril reden, zodat je de zwarte flanken goed te zien kreeg. En dat zou ik me zeker nog herinnerd hebben indien ik er al voorbij zou gefietst zijn! Ik was pas weer gerust toen ik het ouderpaar met hun kind van aan de derde stop weer in het vizier kreeg tussen de velden. We reden nu vlak naast de toren van de mijnlift die ik in het begin van de tocht in de verte had opgemorken. Ernaast lag een bizarre hoeve. Het trio Waaslanders stak me weer voorbij. Zij volgden waarschijnlijk het traject van de grootste toer zodat ik ze telkens weer inhaalde. Mijn hoed af voor de jongen die er bij was om zo een rit in deze streek te rijden.
Voor mij mocht er zo stilaan een einde aan komen. Ik begon echt moe te worden en het landschap had ik nu wel zo stilaan gehad! Toch steeds de route van 50 km blijven volgen. Soms was het wat uitkijken naar de vermeldingen op het asfalt, bijvoorbeeld aan splitsingen, want dat ben ik niet gewend. De laatste kilometers voerden ons over asfaltbaantjes en servitudewegeltjes langs weiden. Het was alsof er geen einde kwam aan deze tocht en de Crazy Bikers ons niet meer wilden loslaten! Tot ik weer het duo met kind bemerkte. Een laatste afdaling over een asfaltbaantje en dan naar links om het bordje aan de start weer te zien! Achter mij volgde het duo met kind en kwamen ook de drie Waaslanders toe. Deze hadden hun wagen voor de mijne geparkeerd, zo bleek nadien. Op de startplaats weerklonk nog de luide muziek, maar bleek het meeste intussen al opgeruimd. Maar gelukkig laat men in Wallonië de pijltjes lang genoeg hangen zodat ik mij niet zoals in Vlaanderen te pletter moet rijden om als traagrijder en late starter de bikers die de pijlen weer ophalen voor te blijven!
Ik was niet in vorm, ik had er weer tergend lang over gedaan! Nochtans heb ik wat hoogteverschillen betreft al zwaardere tochten gereden. De fysieke inspanning van deze toer was zeker niet te onderschatten. Het was niet helemaal wat ik ervan verwacht had. Er zaten redelijk wat asfaltbaantjes in de tocht. Indien natuurlijk alle klimmetjes off-road hadden geweest, dan had ik aan deze toer niet eens hoeven beginnen! Want deze dwongen me vaak tot afstappen, zeker deze met een steil einde. Het was voor mij een aangename kennismaking met een streek die tot nu een gesloten boek was gebleven. Een streek met vele contrasten. Schilderachtige plekken, mooie huizen, maar ook armoedige huizen die achter elkaar gebouwd staan naast een helling en waar jonge mensen wonen. Oude koten die nog gerenoveerd worden, terwijl ze mij eerder rijp lijken voor de sloop! De organisatie was in orde, met drie stops met knabbeltjes en drinken en over het algemeen een duidelijke afpijling, op het stukje in het bos van Mariemont na. Achter mn ruitenwisser zat een klein blaadje in het Frans en gebroken Nederlands dat een toer in Leernes aankondigt voor 6 mei aanstaande. Volgens de berichten op het forum moet deze toer de moeite waard zijn. Misschien een reden om nog eens naar hier te komen of eens mee te doen aan de Transsambrienne op 26 augustus. Het enige minpunt is de lange verplaatsing: 135 km enkel! Eigenaardig dat de gps mij op de terugweg langs de andere kant om Brussel stuurde. Maar daardoor zag ik de Leeuw van Waterloo staan. Ik denk niet dat ik dat beest ooit al van dichtbij gezien heb!
Het verslag van deze toertocht kan je ook lezen op mtb-you
en op mountainbike.be!
Op de foto's: de Dreef van Mariemont en de kerk van La Hestre.
Foto's van
Jean-Pol Grandmont (te zien op Wikipedia: Dreef van Mariemont en Kerk van La Hestre).
Op de derde foto: het Atheneum Warocqué te Morlanwelz.
Op de vierde foto: het kasteel van Morlanwelz.
|