Toertocht (25-35-45-55 km) van Joggingclub Ganshoren te
Ganshoren op zondag 25-03-2012.
Na een rit naar Ganshoren (Corne dOie pour les phrancophones sans doute) en het even zoeken naar een parkeerplekje, kon ik me omstreeks 09.30 u inschrijven en vertrekken voor de toertocht van de Joggingclub Ganshoren vanuit hun clublokaal aan de Bosstraat. Dat lokaal ligt tussen twee spoorlijnen in en in de nabijheid van het Laarbeekbos. We werden dus na de spoorwegovergang naar rechts gestuurd richting de dreven en paden in dat bewuste bos en voorbij de grote villa die daar middenin gebouwd staat. Vermits het voor mij de eerste tocht was na de winterperiode met veel vlakke tochten in de eigen streek, viel dat klimwerk in dit bos toch wel even tegen! Want vlak kan je het hier toch niet noemen! Vele paden op en af voerden ons gedurende 2,5 km doorheen het Laarbeekbos en in de richting van de snelweg, waarvan je het geluid kon horen aanzwellen.
Daarmee lieten we meteen de verstedelijkte kern van Ganshoren achter ons en werd de omgeving landelijker. Ook al werden de open ruimten aan de horizon omzoomd door bebouwing. Hier gaat de stad hand in hand met de natuur en de landbouw. Op 3,75 km ging het nogmaals de spoorweg over, maar nu via een fietspad dat als een spiraal omheen een centrale paal naar boven kronkelde. Daarmee bevonden we ons intussen op het grondgebied van Asse waar we het schilderachtige kerkje van Sint-Bavo passeerden. Meteen werd de omgeving nog landelijker en werden we over een pad vol steenpuin gevoerd. Op 6 km ging het steenpad over in een wegeltje dat glooiend doorheen de weiden liep zodat je de bikers voor je naar boven kon zien kruipen tot ze tussen de struiken verdwenen.
Aan het einde van dit pad ging het naar links over een brug om de snelweg te kunnen kruisen. Aan de andere kant lag het Hotel Waerboom aan onze linkerzijde. Een nog redelijk nieuw imposant gebouw. De gasten zullen er het geluid van de snelweg bij moeten nemen. Voor ons volgde de eerste langere afdaling over een veldweg richting Bekkerzeel (Asse). Na 7,5 km passeerden we de Sint-Godarduskerk, waarna landelijke wegen en smalle paden kennis maakten met mn fietsbanden. Een groepje van drie snelle rakkers van diverse leeftijden stak me voorbij. Ik kon ze weer bijbenen omdat ze op het smalle hobbelige paadje tussen groen niet voorbij twee dames geraakten die het wat lastig hadden op die bultjes. Of om van het uitzicht te kunnen genieten, natuurlijk. Eens het pad ten einde, zetten de twee dames zich aan de kant om op adem te komen en het sliertje achtervolgende mannen te laten passeren. Op 11 km ging het het Kerselaarspad op. Want in Asse hebben alle paadjes of buurtwegen hun eigen naam. Dat pad lag er vrij vettig bij en voor het eerst maakten we kennis met wat slijk. We zouden tijdens de rit nog een vijftal plaatsen passeren waar het wat vettiger was. Verder lag de bodem er beenhard bij. Ik was verwonderd over het feit van op 12 km reeds de eerste stop te treffen.
Daar kon je je te goed doen aan brokjes chocolade, stukken wafels, frangipanegebakjes en bananen. Het viel me op dat ik meer dan gewone belangstelling genoot van een deelneemster ter plaatse. Omwille van mijn sexappeal, als ik dat ooit al gehad zou hebben, kon dat niet zijn! Het bleek een dame te zijn die tot een groepje behoorde wat ik ooit in een verhaaltje vermeld had als het Fereyn-kwartet omwille van een val op een singletrack en in wiens zog ik de rest van de toer had gereden! Zij herinnerde zich nog dat verhaaltje. Enig opzoekwerk in mijn elektronisch geschiedenisboek en het gebruik van de zoekfunctie met het woord lama leert me dat dit tijdens de toertocht in Waasmunster was op 24 juli 2011. Ik herinnerde me namelijk dat we toen een zeer bizarre plek gepasseerd waren, meer bepaald de Kennel van Rialfo, een vreemdsoortig kasteel waar allerlei dieren, vooral lamas, graasden. Als ik het bij het rechte eind heb, moet één van de dames uit het gezelschap dan Catwomen zijn. Catman (?) was ook present, alhoewel hij niet weer samen met de twee dames vertrok. Misschien kregen ze wat voorsprong?
Na de stop splitste de 25 km zich af van de rest, ging het voor ons de brug over de snelweg over en doken we het mooie en heuvelachtige Sint-Ulriks-Kapelle (Dilbeek) in. Over veldwegen op en af, soms tussen twee prikkeldraden die weiden afsloten en klimmend over een kasseiwegeltje. We deden ook een klein stukje van een lokale vaste route aan. Na 18 km volgde de splitsing tussen enerzijds de 35 km en anderzijds de routes van 45 en 55 km. Dat was vlak voor de plek waar al die kleine witte kapelletjes staan. Het was toen 10.50 u, dus ik was al een hele tijd op pad aan mijn gebruikelijke slakkentempo. Mijn vermoeden werd snel bevestigd, want dra volgde de korte maar nijdige klim aan het Kruis van Sjat. Waarom Sjat zijn kruis daar vereerd wordt, is me een raadsel. De smalle track eindigde in de Kruisborrestraat op het grondgebied van Asse. In die buurt kan je Sjat dus vinden! Tegenover de Kruisborrestraat is een grote parking van een café dat langsheen een drukke weg is gelegen.
We doken een singletrack op naast de parking om omstreeks 20 km de doortocht van Asbeek aan te vatten en er te kunnen genieten van een mooie en schilderachtige streek. De tweede stop diende zich na 22 km op een al even idyllische plek aan, tegenover een gerestaureerde hoeve die luistert naar de naam De Hoge Bomen. De bevoorrading stond opgesteld naast een vijvertje. In de verte stond nog een gerestaureerde boerderij. Het aanbod was identiek als aan de eerste stop en ook hier werden de twee voertalen gesproken en hoorde ik bikers praten in een dialect dat uit mijn contreien komt. De rit werd verder gezet over een stoffige veldweg tussen de weiden om aan het einde ervan de splitsing tussen de 45 en de 55 km te vinden. Het duo voor mij sloeg af voor de 45 km en ik rechtdoor voor de lange afstand, beer die ik ben!
Het begon al goed, want er volgde al snel een stukje langsheen een weide dat er vettig en zompig bij lag. Dat was de vorige keer, al twee jaar geleden, ook zo. Er waren daar toen een vader en zijn zoontje aan het werk in een boomgaard. Daarna volgde de doortocht van Meldert (Aalst), nog enkele wegen die er wat vettiger bij lagen, beenharde veldwegen en een stukje bos in een schilderachtige streek. We arriveerden na 27,5 km in de Huizekensstraat te Meldert en terwijl ik even aan de kant stond, werd ik voorbijgestoken door een man en een vrouw die aan de tweede stop waren toegekomen toen ik er vertrok. Het waren wellicht de laatste deelnemende bikers die ik tegenkwam. De Huizekensstraat heeft haar naam niet gestolen! Alle maten en soorten stonden er, van kleine vervallen en gerestaureerde, tot kasten van villas! En geen twee op dezelfde rooilijn! Een typischer Vlaams landschap kan men niet bedenken!
Een veldweg, aanvankelijk met grote stukken bouwpuin en overgaand in grote keien, leidde ons naar Baardegem. De landbouwwegen verharden met steenpuin is blijkbaar een Brabantse gewoonte. Ik begrijp er het nut niet van, tenzij om van het puin verlost te zijn. We reden er vermoedelijk over de resten van wat eens huizen waren geweest! We sloegen een brede veldweg in, een keihard biljartlaken waar met wat wind in de rug snelheid kon gemaakt worden. Het tellertje klokte 30 km af. Het deel van de tocht tussen de 30 en de 40 km was het mooiste stuk wat het landschap betreft. Met als opener een mooi stuk statig beukenbos waar je een vals plat diende te beklimmen om dan linksaf te slaan naar een zachte wortelklim, waar ik af te rekenen kreeg met een tegenligger. Tot 35 km reed ik door godverlaten velden met bitter weinig sporen van bebouwing. Het ging zelfs over een vers omgeploegd en bemest stuk landbouwgrond. Boeren ploegen hier vaak de servitudewegen mee om! Om dan geconfronteerd te worden met een kort technisch stukje vol putten en boomwortels. Hier ben ik nog ooit gepasseerd, vermoedelijk tijdens tochten vanuit Opwijk, Droeshout of Asse.
Maar de bewoonde wereld is nooit veraf en een veldweg ging over in een woonstraat. Op die veldweg kreeg ik te maken met vier mensen te paard om in te halen. In de straat vond ik geen pijl. Omdat er daar mensen waren en spelende kinderen hoopte ik dat deze het niet in hun peer gehaald hadden om een pijl weg te nemen! Even terug gereden en de paardrijders daardoor nog eens moeten lastigvallen! Gewoon het pijltje niet zien hangen! Het wees naar rechts naar een servitudepaadje tussen twee huizen. Dergelijke servitudes naast huizen en tuinen, afgewisseld met buurtwegen met naam, werden ons deel. Ik vermoed dat de routes van 45 en 55 km zich na 39 km weer samenvoegden.
Van 40 tot 42,5 km volgden leuke tracks tussen bomen in een glooiend landschap, om uit te komen aan twee kastelen. Even de asfaltweg naar rechts genomen. Aan de andere kant van de weg stond nog een derde kasteel! Hier wordt geen armoede geleden! Ik hoorde roepen! Toch geen pijlenophalers die mij de verkeerde kant hadden zien uitgaan! Neen, het waren wielertoeristen die even stopten! Rechtsomkeer gemaakt om vast te stellen dat het ene kasteel de naam Putberg droeg en in de gelijknamige straat in Asse was gelegen. Tegenover het kasteel werden we de heuvel op en het bos ingejaagd over een steile track tussen wilde bosanemonen in bloei. De lente is uitgebroken! Volgde een zware off-road klim over een aangereden pad naast een eenzaam huis in het bos. Hier had ik nog al gereden.
Intussen was de streek weer heuvelachtiger geworden op een ogenblik dat de vermoeidheid zich begon te laten voelen! Ik werd over servitudepaadjes gestuurd die boven tussen twee huizen doken, dan de velden in om dan onderaan weer tussen twee huizen uit te komen in een straat. Omstreeks 45 km genoot ik van een bospad tussen bomen op een door draad afgesloten terrein waarvan de bodem begroeid was met meiklokjes die nog niet in bloei stonden. Dat moet er daar over een paar weken prachtig uit zien. Een zware klim over een paadje tussen de velden gaf me even de doodsteek! Ik kreeg af te rekenen met een dipje! Ik raakte niet meer vooruit! Even gestopt om een energiereep achter de kiezen te steken. Twee Franstalige tegenliggers stopten om te informeren of alles in orde was. De klim ging over in een lange afdaling zodat ik een drietal kilometers gratis kreeg zonder er moeite voor te moeten doen. Want tussen de 45 km en de 55 km kreeg ik het toch zwaar!
Omstreeks 50 km volgde een meer bewoonde wereld met smalle paadjes tussen huizen en langsheen tuinen en velden. Na 52 km bereikte ik de derde rustplaats. Het verwonderde mij dat de twee dames ter plekke nog niet opgekraamd hadden. Buiten het duo in de Huizekensstraat en tegenliggers, had ik niemand meer gezien, zodat ik vermoedelijk de laatste was. De in de zon half gesmolten chocolade kon dus opgeruimd worden en ik kon me zonder blozen te goed doen aan de stukken koek die er nog lagen. De taalverhoudingen waren ook hier fifty-fifty! Ik had nog een 8 km voor de boeg, vermits de tocht 60 km was in plaats van de aangekondigde 55! Ondanks de vermoeidheid moest dat nog haalbaar zijn.
Even verderop passeerde ik een schuur alwaar de bevoorrading van de Boerenbike vanuit Droeshout ooit stond. Aan een grote open plek onder knetterende hoogspanningslijnen aan een straat die Heerveld heet op de grens van Asse en Kobbegem. Er staat een filmpje op YouTube waarop ik aan die stop te zien ben! Een biker met een tas op zn rug kwam me op de brede zandweg vanuit de andere richting tegemoet. Dat zou later een pijlenophaler blijken te zijn! Vanuit het bos doken we een straat in. Daar stond twee jaar terug de bevoorrading op de oprit van een huis. Toen ging de toer in de andere richting. Tijdens een lange zachte klim over eerst asfalt en daarna verhard zand, doemden aan de horizon plots de bollen van het Atomium op. Een grotere tegenstelling kan men niet bedenken! De hoofdstad zien liggen vanuit zon landelijke omgeving! Ik vergeet nooit dat ene beeld aan het begin van de editie in 2010 die ik ook ben komen rijden. Ik zag een boer met zn tractor in de weer op zn veld, keerde me om en keek recht op de basiliek van Koekelberg! Onwezenlijk. Het tellertje toonde 55,84 km. We reden over het 13-bunders wandelpad, een naam me bekend van de Boerenbike. Op 57 km passeerden we het Sint-Gudulakerkje te Hamme-Merchtem, op de grens met Relegem (Aalst) dat ik in mn verslag over de Boerenbike van vorig jaar vermeld heb. Nu stond het in de steigers voor restauratie. Die was ook nodig.
De bollen van het Atomium werden groter, het silhouet van de grootstad doemde hoe langer hoe meer op en het vat was leeg toen ik het Laarbeekbos weer bereikte. Daar vond ik geen pijlen meer toen ik de grote open plek aan de villa bereikte! Deze ochtend lag deze plek er verlaten bij, nu krioelde het er van de wandelaars die genoten van de warme lentezon. Ik heb wel tien keren gevraagd naar de Bosstraat en niemand kon me helpen. Ik wist dat ik de spoorwegen diende te kruisen, wat ik dan ook gedaan heb. Ik werd te woord gestaan in het Frans, door een Duitstalige dame en zelfs in het Engels, mais on ma envoyé de larmoir jusquau mur! Paniek sloeg toe! Niet zozeer omwille van het niet vinden van de plek, maar omdat ik doodmoe was! De laatste inboorlinge kon me dan toch verder helpen en stuurde me in de richting van de bontgekleurde wolkenkrabbers. Groot was mijn opluchting toen ik herkende waar ik wezen moest! Ik had er 70 km op zitten! Aan de chalet van de jogging waren geen bikers meer. Toen ik even stond uit te blazen aan de spoorwegovergang en de laatste energiereep verslond, kwam de ontpijler er met zijn kniptang langs om de laatste sporen van de toertocht uit te wissen!
Wat ik zeer sympathiek vond aan deze toer is dat ik ondanks mijn trage tempo en latere start toch nog heb kunnen genieten van de drie bevoorradingen, maar vooral dat ik mij niet te pletter moest trappen om de pijlenophalers voor te blijven en de hele rit heb kunnen rijden zoals ik dat graag doe. Mede omwille van het mooie weer beleefde ik een mooie, maar vermoeiende zondag! Of hoe men zelfs aan de rand van de hoofdstad een genietbare toer uit de hoge hoed kan toveren!
Het verslag van deze toertocht kan je ook lezen op mtb-you en op mountainbike.be!
Op de foto: het Laarbeekbos nabij Ganshoren.
Toertocht te Ganshoren op 25-03-2012 door Mtbexpeditions
|