Toertocht (10-25-45 km) van het Technisch Atheneum "Het Spoor" te Mol op zaterdag 24-03-2012.
Recht van mn werk vanuit Hoogstraten huiswaarts gereden, mn bike opgeladen, voor het eerst mn korte broek weer aangetrokken en weer op weg richting Mol. Daar was het omwille van wegeniswerken even zoeken naar de start in het Technisch Atheneum Het Spoor en reed ik me vast in het verkeer in het centrum van de stad! Daardoor wat tijd verloren, zodat ik me slechts op de valreep nog kon inschrijven voor de tocht. Ik was nochtans niet alleen om zo laat nog te vertrekken, want een heel huishouden Resibikers, vader, moeder en twee kinderen, waren er ook nog bezig hun formuliertjes in te vullen. Om 14.30 u op pad. Eerst even door het drukke centrum van de stad in de buurt van de spoorweg. Ter hoogte van het station stak ik het viertal van daarnet voorbij om na 3 km de sporthal Den Uyt te passeren en een nieuw aangelegd betonnen fietspaadje te nemen naast een sloot. We arriveerden aan een drukke baan die we over moesten om dan richting Heidehuizen te rijden. Toen het tellertje 5 km afklokte, hadden we nog weinig anders dan asfalt en verhard onder de wielen gekregen en doken we dan toch het bos in. Een groepje van drie in hetzelfde pak gehulde sneller bikers stak me voorbij en even verder dook ik met het groepje mee de track door de bossen in.
Tot even over 7 km volgden leuke off-road-paadjes en tracks op en af door de bossen over het parcours van de vaste route. We arriveerden in de Spinstersstraat aan de rand van het bos en waar enkele kasten van huizen staan van mensen die beslist geen armoede lijden! De moeder en een kind van de Resibikers staken me voorbij, de twee anderen waren er niet meer bij, en ik zou ze niet meer te zien krijgen, net zo min als de vader met het tweede kind. Asfaltbaantjes brachten ons op 9 km naar een straat die Manheuvels heet. Die naam klonk me bekend in de oren, in die omgeving was ik nog al gepasseerd. We reden door Geel-Bel en konden de kenmerkende stompe kerktoren boven de huizen zien uitsteken! Tot dan hadden we al redelijk wat asfalt onder de wielen gekregen en slechts enkele stukken bos. We reden intussen over de rode vaste route voorbij de in de bossen gelegen kampplaats De Kievit. Even verder trof ik op 9,5 km de splitsing van de routes van 25 km en 45 km even voorbij de open plek in de heide ter hoogte van de Kapucienenberg in de Belse Bossen.
Spijtig genoeg liet men daar links voorbij het huisje een aantal mooie tracks liggen. Indien ik geweten had dat de vaste route zou gevolgd worden, dan was ik er toch in gereden, vermits ik ongeveer weet waar die track weer op het vaste parcours komt. We bleven op het brede zandpad door de bossen rijden om uit te komen aan de Kruiskwacht. Daar reed een grote groep te paard. Even verder ging het de baan van Geel naar Meerhout over om het sportcentrum De Lissenvijver voorbij te rijden. Ik had toen 13,5 km afgelegd. Een assenweg bracht ons door de bossen vanaf de Lissenvijver naar het domein Scherpenbergen-De Hutten waar we over de groene vaste route reden in een meer open landschap. Na 16 km ging het ter hoogte van een huisje weer de bossen in. Volgde een kort funstukje over een track op en af in de buurt van de Meerhoutse Bredestraat die daar als een zandweg door de bossen loopt. We passeerden het kruispunt van zandwegen midden de bossen. Een kilometer verder kwamen we weer uit het bos tevoorschijn ter hoogte van restaurant De Luihoeve in Meerhout.
Op 20 km volgde een leuk stukje over een iets moeilijkere zandweg met een paar opeenvolgende klimmetjes en afdalingen in bochten. Het viel me op dat de bodem er hier nog droger bij lag dan tot hiertoe reeds het geval geweest was. In de afdaling waren de boomwortels bloot gereden door de vaste routerijders. Een man wandelde er met zijn hond terwijl hij aan zn gsm liep te prutsen zoals zo veel mensen tegenwoordig. We arriveerden aan een visvijver en reden het zandpad naast, ik vermoed, de Grote Nete op. Een stoffige en zanderige assenweg bracht ons voorbij de Grote Hoeve die in een bocht van de weg en voor een bruggetje op de oever van de Grote Nete ligt en die er dwars doorheen het domein vloeit. De metalen toegangspoort bleek nu netjes geschilderd te zijn. Van hieruit gezien ziet de oude hoeve er eerder uit als een klein kasteeltje. Het gebouw ligt in een straat die Hoevendijk heet op het grondgebied van Lil-Meerhout. We reden er nog steeds over de groene route en het tellertje klokte bijna 22 km af.
Op 24 km en om 16.00 u trof ik de bevoorrading die ik al van op afstand kon zien staan vermits er op die plek een heel bos gerooid was. Enkel nog stompjes stammen stonden er op een stoffig maanlandschap. Na een bocht in het zandpad arriveerde ik aan de stop. Drie vrouwen en een man namen er de honneurs waar. Eentje was al in de weer met het proper maken van de plastiek vaten waarin de sportdrank had gezeten. Me tegoed gedaan aan een banaan en stukken lekkere energierepen. Ik zal de laatste passant geweest zijn. Toen ik zei dat de laatsten die ik te zien had gekregen een moeder en kind waren, kreeg ik te horen dat dit tweetal zonet hier gestaan had. Dat ik de vader en het tweede kind niet meer te zien had gekregen, was te wijten aan het feit dat deze de korte route hadden gekozen, voegde men er nog aan toe. Eens weer op pad en de bocht naar rechts om, reed ik korte tijd later voorbij de chalet van de Kempense Modelclub aan de Volmolenweg op de grens van Meerhout en Balen. Geen modellenbureau voor catwalk-wandelingen, doch een vereniging voor modelvliegtuigbouw. Een viertal volwassen mannen waren er met hun miniatuurhelikopters aan het spelen. Hun speelgoed stond er uitgestald op de vaste tafeltjes en één was duchtig aan het stuntvliegen!
Zandwegen leidden me door de bossen. Na het oversteken van een drukke baan even voorbij de helikopters volgden van 26 tot 30 km zeer mooie tracks op en af en waarvan sommigen zich over heuvelruggen door de bossen slingerden. Hier en daar werd zelfs even van de vaste rode route afgeweken om een extraatje mee te pikken. Dit was het mooiste stukje van de tocht. We passeerden het kleine kapelletje dat tegen een boom hangt aan de rand van een open plek in het bos. Tijdens een andere tocht werd hier omheen die open plek een mooie lus gemaakt via een track die er over een heuvel loopt. Dat was een tocht op een donderdag toen ik toevallig vrij was. Die toer vertrok toen vanaf de Tennisclub Mol. Aan het kapelletje zat toen een groep rare snuiters. Nu niets van dat! Geen extraatje. Jammer! Indien het niet al zo laat was geweest had ik de lus proberen terug te vinden en te rijden. Even voorbij het kapelletje ging de zandweg over in een straat die Kopberg heet en in Balen gelegen is. Dat zal de naam zijn van de plaatselijke heuvel.
Aan Greesveld in Balen volgde het enige natte stukje van de tocht. We dienden er over een vettig paadje naast een weide te rijden, waardoor de fietsbanden dan toch vuil werden. Dit paadje gaf uit op de drukkere Borgerhoutsedijk in Mol. De vaste route en deze toer doken er even verder naast het vervallen uitgebrande huisje de recent met beton verharde Bremdoornstraat in. Ook daar liet men een lusje door het bos, wat door de meeste toertochten hier wordt meegepikt, figuurlijk links en letterlijk rechts liggen. Het tellertje klokte 32 km af. De Bremdoornstraat ging over in een brede bruinkleurige zandweg alwaar dan als verrassing toch een zijsprongetje gemaakt werd over een stukje singletrack doorheen de bossen. Om dan weer de zandweg te volgen tot aan de Tennisclub Mol in Heidehuizen op de grens tussen Mol en Balen. Dat schiep verwachtingen, want ik herinnerde me nog de mooie aanvang van de tocht die hier toen vertrok. We doken inderdaad een mooie track in die ons over de plaatselijke heide voerde. Ik vermoed dat men op deze plek meer uit de bossen had kunnen halen, getuige de tocht van indertijd. Na 37 km reden we voorbij de gemeentelijke opslagplaats van Mol waar de aanvang van de laatste vijf kilometers werd aangekondigd. Nadat we de tennisterreinen langs de achterzijde weer voorbijgereden waren. We waren dus in een lus doorheen dit bos gereden.
In plaats van de rode route naar links mee te volgen, moesten we naar rechts afslaan om verder voorbij de afsluiting van de opslagplaats te rijden. Even verder kwamen we uit in een straat en reden het Technische Sint-Paulusinstituut voorbij dat aan de rand van de bossen van Heidehuizen is gelegen en waarlangs menige toertocht passeert. Ook hier bleef het paadje achter de school onbenut. We werden naar het drukke kruispunt gestuurd om er de gloednieuwe ondergrondse fietsrotonde te benutten om aan de andere zijde van de drukke weg te geraken. Volgde een stukje over een weg die parallel met de grote baan loopt. Om dan enkele schilderachtig gelegen plekjes te passeren toen we naast vermoedelijk de Grote Nete reden. We kwamen uit op een weg naast de spoorweg. Het oversteken van een straat was een koud kunstje omdat de autos er moesten stoppen voor de gesloten slagbomen. Volgde een naast de spoorweg gelegen fietspad achter de huizen en voorbij grote oude slecht onderhouden schoolgebouwen. Rechts afslaan om de spoorweg te kruisen. Daar rechtdoor gereden in plaats van onmiddellijk na het kruisen van de sporen weer rechtsaf te slaan. Pijltje niet zien hangen! Omdat ik wist dat de school niet ver van de spoorweg was gelegen, vertrouwde ik het zaakje niet en ben op mn stappen teruggekeerd. Even later was ik weer bij af.
Volgde nog een babbeltje met het viertal Resibikers dat vanuit Sint-Niklaas naar hier was afgezakt. Toen de vader de laatste van de vier fietsen op de drager zette, viel mijn eurocent. Die wagen was me even voorbij Wommelgem op de snelweg voorbijgestoken! Toch leuk dat het hele gezin dezelfde passie deelt. Zelfs onze nightride in december waren deze mensen komen rijden en de mooie toeren in de streek van Woensdrecht en Huijbergen waren hen niet onbekend. Zelf moest ik nog even zoeken naar mn wagen die ik buiten het domein van de school ter hoogte van de bikewash had geparkeerd. Een bordje op de terugweg verried dat er in het Atheneum Het Spoor vandaag ook opendeurdag was. De rit weer naar huis verliep rustig en vlot. Gekozen voor de E34, ook al zijn er werken ter hoogte van Lille.
De tocht op zich was genietbaar, maar bij de aanvang zat er redelijk wat asfalt in en het is jammer dat de vaste routes bijna klakkeloos worden gevolgd. Vier euro vragen en de mensen dan over de vaste route sturen is eigenlijk niet netjes. Het feit dat ik na een uur als traagrijder al halverwege was, zegt veel. Maar het weer was mooi, de korte broek en korte mouwen zaten lekker en het was plezant om buiten te kunnen komen nadat de bike vorig weekend op stal had moeten blijven.
Het verslag van deze toertocht kan je ook lezen op mtb-you en op
mountainbike.be!
Op de foto's: de kerk van Geel-Bel en de Kapucienenberg in de Belse Bossen.
|