Foto
Categorieën
  • etymologie (75)
  • ex libris (57)
  • God of geen god? (170)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (239)
  • literatuur (40)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (225)
  • spreekwoorden (11)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    21-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God is groter. Het testament van Spinoza.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Uitgeverij Coriarius heeft het genoegen de publicatie aan te kondigen van

    God is groter

     Het testament van Spinoza

    Karel D’huyvetters

    De filosoof Baruch of Benedictus de Spinoza (1632-1677) heeft ons geen ander testament nagelaten dan zijn filosofische geschriften, waarvan het grootste gedeelte pas na zijn dood gepubliceerd werd door zijn vrienden. Karel D’huyvetters vertaalde eerder de belangrijkste werken van Spinoza en voorzag ze van een uitvoerige toelichting. Op basis van die grondige vertrouwdheid met het gedachtegoed van deze uitzonderlijk radicale profane denker heeft hij nu een ‘testament’ van Spinoza geschreven, waarin hij zich inleeft in het laatste levensjaar van Spinoza.

    In zijn fictief testament formuleert Spinoza hier terugkijkend op zijn korte leven de diepste kerngedachten van zijn bevrijdende levenswijsheid zoals hij dat zelf tijdens zijn leven nooit gedaan heeft. Voor de lezer is het een bondige, heldere samenvatting van de hoopvolle blijde boodschap die Spinoza zijn tijdgenoten voorhield, een boodschap die na meer dan drie eeuwen niets van haar scherpe klaarheid of haar indrukwekkende overtuigingskracht verloren heeft.

    Spinoza was zijn tijd ver vooruit. Zijn diepdoorleefde gedachten behoren tot het onvergankelijke gemeenschappelijke erfgoed van de hele mensheid.

     

    Karel D’huyvetters, God is groter. Het testament van Spinoza, Werchter: Uitgeverij Coriarius, 2019, isbn 9789082602197, 36 blz., paperback € 9 – voor Nederland € 10 (verzendkosten inbegrepen).

    Te bestellen via mail: uitgeverij@coriarius.be


    Categorie:ex libris
    07-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peter Venmans, Discretie (recensie)

    Peter Venmans, Discretie. Essay over een vergeten deugd, Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2019, 222 blz., paperback 13,5 x 21 cm, isbn 9789045037196, € 19,99.

    Peter Venmans is filosoof, hispanist en essayist. Van hem verschenen eerder De ontdekking van de wereld. Over Hannah Arendt; Over de zin van nut; Het derde deel van de ziel. Over thymos; Amor Mundi. Met dit essay is hij dus niet aan zijn proefstuk. Ook hier blijkt zijn grondige kennis van de geschiedenis van de filosofie en van de literatuur. Het namenregister telt maar liefst 125 namen, er zijn tien bladzijden eindnoten met bibliografische verwijzingen. De auteur gaat bij al deze auteurs te rade om na te gaan wat zij in hun tijd al dan niet onder discretie verstonden. En dat blijkt zeer verschillend te zijn in verschillende perioden en verschillende culturen. Deze inductieve methode om tastend tot een definitie te komen van ‘discretie’ is kenmerkend voor Peter Venmans. Hij dringt zijn eigen mening niet op. Niet zelden vertrekt hij van een citaat van een belangrijke of relevante auteur en gaat dan nog even verder in de directe rede, waarbij hij de opvattingen van deze auteur verder expliciteert en samenvat. Zo komt het dat we in dit essay niet één maar verscheidene ‘definities’ vinden van discretie. Tussendoor probeert Peter Venmans zelf voorzichtig tot voorlopige of gedeeltelijk conclusies te komen; nooit zijn die apodictisch of definitief. Hij beschouwt deze discrete benadering ongetwijfeld als een kwaliteit en de lezer zal dat graag beamen: deze presentatie is immers heel genietbaar. Men wordt niet geconfronteerd met de expliciete en eenduidige stelling van de auteur en met de harde bewijzen die hij daarvoor meent te hebben. Men krijgt integendeel een brede waaier van mogelijkheden aangeboden, die het onderwerp van alle kanten benaderen op een boeiende en uiterst leesbare manier.

    Toch mist men af en toe een moment van persoonlijke deductieve filosofische bezinning en duiding door de auteur, waarbij de puntjes op de i gezet worden, vertrekkend van een bepaald mens- en wereldbeeld, en daaruit afleidend wat men onder discretie moet of kan verstaan, en wat niet. Zo blijven we het heel essay door in het ongewisse over het onderscheid tussen de twee elementaire vormen van discretie, namelijk enerzijds het discreet blijven over zichzelf in de contacten met anderen en anderzijds de discretie die men aan de dag legt tegenover anderen, het respecteren van hun privacy, zowel door terughoudendheid in het vernemen van persoonlijke informatie als in het verbreiden daarvan. Nu eens lijkt het over het ene aspect te gaan, dan weer over het andere, en dat is weleens verwarrend. De auteur gaat ook niet in op de betekenisvolle vraag of er misschien een verband is tussen de ‘oorspronkelijke’ betekenis van discretie, namelijk het onderscheidingsvermogen, of de ratio zelf, en de latere afgeleide betekenis van ‘terughoudendheid’. Een duidelijke afspraak over het begrip discretie in de inleiding ware nuttig geweest, maar zelfs tot in de slotbemerkingen blijft een zekere vaagheid ter zake bestaan. Het is evenmin duidelijk of discretie tegenover de privacy van anderen erin bestaat dat men niet te veel wenst te weten, dan wel dat men desgevallend zoveel mogelijk probeert te weten te komen, maar daarover de gepaste geheimhouding bewaart. Voortdurend blijft het onduidelijk of het bij discretie nu gaat om het weten dan wel om het al dan niet gebruiken van wat men weet. Er kunnen goede, zelfs dwingende redenen zijn waarom men bepaalde informatie niet gebruikt. Maar zijn er ook dergelijke redenen om iets niet te (willen) weten, behalve dat we nu eenmaal moeilijk onze mond kunnen houden?

    In zijn uiterst brede historische en literaire blikveld laat de auteur zich weleens verleiden tot verrassende en zelfs onvermijdelijk verdachte veralgemeningen. Het is niet omdat de Griekse taal geen woord zou hebben voor wat wij nu gewoonlijk onder discretie verstaan dat zij dat begrip niet zouden gekend hebben en dat zij zich dus nooit discreet zouden gedragen hebben. Misschien zijn er andere aspecten die meer naar voren komen in hun literatuur, maar alleen al het feit dat zij het seksuele en het scatologische zo goed als volledig onvermeld laten, wijst erop dat ook zij wel degelijk althans die vorm van discretie kenden; het ware trouwens verwonderlijk dat een cultuur die wij verder op alle mogelijke manieren als de onze kunnen beschouwen uitgerekend op dat punt totaal anders zou geweest zijn. Overigens is het niet omdat een bepaalde auteur in een bepaalde taal en tijd het woord ‘discreet’ gebruikt, dat dit woord de betekenis heeft die wij eraan geven. Zo lijken de talrijke passages waar Peter Venmans het heeft over hoofsheid, galanterie, en gedragsnormen aan het hof niet zozeer over discretie te handelen, maar over cynische manipulatie en ergerlijke simulatie.

    Een terugkerend thema is de hedendaagse openbaarheid van persoonlijke informatie, denk maar aan de sociale media. Onze auteur is er geen voorstander van. Maar ook hier schippert hij soms: enerzijds verdedigt hij het recht van iedereen op privacy, maar anderzijds moet hij wel erkennen dat het verzwijgen van onwelvoeglijkheid en misdaden niet wenselijk is. Uiteindelijk heeft of geeft hij geen antwoord op de vraag waarom precies men recht heeft op discretie over persoonlijke gegevens, tenzij een heel vage eis om niet altijd tot het uiterste te gaan, om elke persoon levensruimte en rust te gunnen. Zo niet vreest hij de totale ontsporing van de maatschappij en de ondergang van elk persoonlijk leven. Dat doemdenkend standpunt verdedigt hij niet overtuigend. Niet iedereen die volop gebruik maakt van sociale media loopt tegen een burn-out aan. Het overweldigende succes van deze sociale media wijst erop dat er blijkbaar een grote behoefte bestaat aan deze vorm van communicatie, waaraan men overigens vrij is deel te nemen of niet en op de manier die men zelf kiest. Je privacy gaat tenslotte maar verloren als je ermee te koop loopt.

    In het essay wordt discretie vaak voorgesteld als een geven en nemen, een beurtelings of gelijktijdig aanwezig en afwezig zijn, verdwijnen en verschijnen. Bijvoorbeeld: een ouder komt stiekem met de deur van de kamer op een kier de spelende kinderen genietend observeren, en sluit dan zonder zich te vertonen weer de deur. Men kan dat misschien discreet noemen, maar nog discreter is het wanneer de ouder zijn kinderen niet gaat begluren en zich dat zelfs niet eens in het hoofd haalt.

    Taalkundig zijn er enkele slordigheden te vermelden. Opeenvolgende vervoegde werkwoorden die niet tot dezelfde werkwoordgroep behoren, worden niet altijd gescheiden door een komma. Staande uitdrukkingen zoals ‘te gepasten tijde’ krijgen soms een -n te veel. Heel vervelend is dat woorden in een vreemde taal meestal zonder aanhalingstekens of cursivering weergegeven worden. De auteur gebruikt voortdurend ‘dit’ waar men ‘dat’ verwacht: het eerste verwijst naar iets dat volgt, het tweede naar iets dat voorafgaat. ‘Eerder’ gebruiken we bij voorkeur in de zin van ‘vroeger’, in het andere geval is het beter ‘veeleer’ te gebruiken. ‘Jeronimus’ lijkt wel een contaminatie van ‘Hiëronymus’ en ‘Jérôme’. ‘Chirurgische operatie’ is een pleonasme. ‘Zo optimaal mogelijk’ is een ongelukkige contaminatie. Er is een verschil tussen eropuit zijn en erop uit zijn. Combinaties met er, daar, waar en hier worden aaneengeschreven. Ergerlijk is het ongegeneerd exclusief mannelijk taalgebruik. De auteur voelt dat hier en daar zelf aan, maar heeft er geen elegante oplossing voor, en dat leidt tot verwarde passages, bijvoorbeeld op blz. 15 en 172).

    Citaten en halve citaten zijn af en toe onnauwkeurig: de hele waarheid en niets dan de waarheid; de mens is een ‘ongevederde tweevoeter’ (en niet: viervoeter). Historische informatie is niet altijd even betrouwbaar, bijvoorbeeld over Spinoza blz. 108, of over Augustinus blz. 189. Bijbelvastheid mag men de dag van vandaag ook al niet meer eisen of verwachten: Petrus’ verloochening van Jezus speelt zich niet af in de Hof van Olijven, maar op de binnenplaats van het huis van de Hogepriester.

    Met deze publicatie blijft Peter Venmans trouw aan zijn beproefde essayistische methode: de eclectische benadering van een thema via talloze vindplaatsen bij andere auteurs, ruimschoots gelardeerd met citaten en verwijzingen die getuigen van zijn grote belezenheid en eruditie. Hijzelf blijft daarbij bewust discreet op de achtergrond, merkwaardig genoeg overigens iets meer dan dat op Facebook het geval is…


    Categorie:ex libris
    18-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rudolf Agricola (recensie)

    Rudolf Agricola, Brieven, levens en lof. Van Petrarca tot Erasmus, vertaald, bezorgd & ingeleid door Fokke Akkerman & Adrie van der Laan, Amsterdam: Wereldbibliotheek, s.d. (2016), 383 blz.,  hardcover, €49,99.

                   Als Rudolf Agricola (1444-1485) in Nederland nagenoeg onbekend is, wat moeten we dan zeggen over zijn bekendheid in Vlaanderen? Met dit lijvige maar ook prijzige boek kan daarin misschien verandering komen. Laten we even de inhoud bekijken. In de inleiding krijgen we een verantwoording van het boek: Agricola is de moeite waard. Daarop volgt een overzicht van zijn leven en werk.

                   Een tweede sectie gaat onder de hoofding  ‘De vitae’. Een vita is een levensbeschrijving, een vast genre in de geschiedschrijving. Er zijn zes vitae, en die worden kort toegelicht: Agricola’s Vita Petrarchae, en Vitae van Agricola zelf, van de hand van Johannes Trithemius († 1516), Johann von Plieningen (†1506), Goswinus van Halen (†1530), Gerard Geldenhouwer (†1542), en Philippus Melanchton (†1560).

                   Het derde deel introduceert de 55 brieven die de ‘correspondentie’ van Agricola vormen: 51 van zijn hand en vier aan hem gericht. Ook die worden kort in hun context geplaatst.

                   Dan volgen de Nederlandse vertalingen van de zes Vitae, elk voorzien van een inleidende toelichting. Aan het einde van dit deel is er een toelichting bij een aantal namen en begrippen uit de Vitae.

                   Het vijfde deel wordt gevormd door de Nederlandse vertalingen van de 55 brieven, zonder verdere inleiding maar wel gevolgd door een toelichting bij elke van de brieven. Het zesde deel gaat over Agricola en Erasmus. Aan de hand van een aantal fragmenten uit het oeuvre van Erasmus (1469?-1536) die over Agricola handelen wordt nagegaan hoe goed ze elkaar gekend hebben en hoe Erasmus over Agricola dacht.

                   Er zijn nog twee bladzijden met noten, drie met een literatuuropgave, vijf met een lijst van de geciteerde werken in de Vitae en in de brieven, en vijf met bibliografische informatie over Agricola en het Agricola-onderzoek.

                   Deze vrij ingewikkelde structuur van het boek wordt bij het lezen niet meteen duidelijk. Bovendien is ze aanleiding tot een verspreiding van de informatie over een bepaald onderwerp over verscheidene onderdelen van het boek, wat enerzijds zorgt voor zoekwerk naar het ontbrekende, en anderzijds voor herhalingen.

                   De auteurs hebben ervoor gekozen Agricola’s leven en werk voor te stellen aan de hand van deze Vitae en de brieven, en dat is al bij al een ietwat vreemde keuze. Over het hoofdwerk van Agricola, De inventione dialectica libri tres of ‘De dialectische vinding’ van 1479, eerste druk 1515, vernemen we vrijwel niets en dan nog enkel terloops; zelfs het basisprincipe van dat werk de loci (plaatsen) of de manier om een onderwerp te behandelen, wordt nauwelijks toegelicht. We weten niet eens of er van dat werk een Nederlandse vertaling is. Akkerman had de vitae over Agricola en de brieven al in de jaren tachtig van de vorige eeuw vertaald en daar later Agricola’s vita van Petrarca aan toegevoegd, maar het is net meteen duidelijk of en waar die gepubliceerd zijn. De Brieven werden in 2002 in het Engels vertaald en uitgegeven door Van der Laan en Akkerman, de zes Vitae en de tekst over Erasmus van Akkerman verschenen in 2012 in een Engelse vertaling en verschijnen dus wellicht hier voor het eerst in het Nederlands, maar zeker weten we dat niet. Allicht is alles heel duidelijk voor de auteurs, maar de lezer heeft het behoorlijk moeilijk om de ware toedracht te achterhalen.

                   Het gaat dus hoofdzakelijk om oud materiaal dat aangevuld werd met toelichtingen op grond van meer recent onderzoek, wat de leesbaarheid niet echt bevordert. Men zou zich bij een zo prijzige en uitgebreide publicatie, bedoeld om Agricola bekend te maken bij een ruimer Nederlandstalig publiek, veeleer verwachten aan een ruime selectie uit zijn eigen werk, behoorlijk ingeleid en toegelicht. In plaats daarvan heeft men geput uit allerlei eerdere publicaties of ongepubliceerde manuscripten en heeft men geprobeerd met die stukjes een geheel te vormen dat een goed beeld zou moeten schetsen van de figuur en het werk van Agricola. Dat is echter niet gelukt, niet het minst omdat de heterogene fragmenten de stijlkenmerken van hun eigen wetenschappelijk genre behouden hebben.

                   Agricola is een interessante figuur uit de boeiende periode van de late Middeleeuwen en het vroege Humanisme, en hij is uitzonderlijk omdat hij afkomstig was uit Friesland, wat men toen toch niet echt als een centrum van de beschaafde wereld kon beschouwen. Dit boek doet geen recht aan zijn uitzonderlijke intellectuele kwaliteiten. De vijf Vitae over hem zijn weinig interessant. Tal van brieven zijn niet meer dan stijloefeningen vol clichés, de leukste zijn die waar hij ongedwongen vertelt over het wel en wee van zijn persoonlijk leven. De beschouwingen over Erasmus en Agricola krijgen hier veel meer belang dan ze verdienen, alsof men het nodig achtte Agricola’s faam op te dirken met de lof van een meer bekende Nederlandse humanist. Al de teksten waren al ter beschikking van geïnteresseerden in wetenschappelijke publicaties in het Engels en het Duits. Men had dus mogen hopen op een meer coherente voorstelling van leven en werk van deze figuur bij een heruitgave in het Nederlands. De cognoscenti hebben dit boek niet meer nodig, en voor het gewone publiek is het allicht te geleerd, te dik en te duur. Jammer, want er was beslist wel iets van te maken.


    Categorie:ex libris
    Tags:geschiedenis
    13-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)

    Jan Verplaetse, Bloedroes. Over onmodern geluk, Amsterdam: Nieuwezijds, 2016, 336 blz., € 22,95 (pb).

    In een boekbespreking zeg je meestal iets over de auteur: wat hij in het leven doet, wat hij nog geschreven heeft, welke studies hij gedaan heeft. Ik zal dat bewust niet doen, omdat ik meen dat dergelijke gegevens irrelevant zijn in dit geval.

    Bloedroes is een ergerlijk, weerzinwekkend boek. Ik heb het dan niet over het onderwerp, bloed, maar over de manier waarop de auteur zijn onderwerp behandelt. Hij heeft waarschijnlijk zowat alles gelezen wat een Google-zoekopdracht daarover kan opleveren en hij bespaart ons daarvan vrijwel niets. Hij doet dat echter op een bijzonder irritante, frustrerende manier. Bijbelse gegevens bestudeert hij niet als exegeet of theoloog; cultuurgegevens bekijkt hij niet als antropoloog; historische feiten en verhalen niet als historicus; psychologische verschijnselen net als psycholoog; filosofische ideeën niet als filosoof, en ga zo maar door. Hij leest en interpreteert alles uitsluitend vanuit zijn persoonlijke obsessie met bloed, een obsessie die we gerust ongezond kunnen noemen, of zelfs ronduit ziekelijk. Hier is geen wetenschapper aan het woord, al tooit hij zich met de veren van de wetenschap. De lezer weet niet waar hij het heeft. Wanneer de auteur je confronteert met een schijnbaar wetenschappelijke analyse van feiten en meningen, ben je geneigd daaraan geloof te hechten. Maar al na enkele paragrafen besef je dat de wetenschap slechts schijn is en de analyse verstoken is van elke wetenschappelijkheid. Steeds weer mist de auteur de pointe van zijn bronnen, omdat hij niet geïnteresseerd is in wat die aan objectieve en verifieerbare informatie te bieden hebben, maar enkel uit is op materiaal om zijn eigen bijzonder bedenkelijke fascinatie met bloed te voeden. Wat een boeiende studie had kunnen worden van een inderdaad fascinerend onderwerp, is ontaard in uiterst onzindelijke egotripperij, een ernstig intellectueel onwaardig. Ik wens er niet meer woorden aan vuil te maken, ik voel me al bezoedeld genoeg na lezing van het grootste gedeelte van dit boek; ik geef immers graag toe dat ik het niet tot het einde heb kunnen of willen lezen, en dat wil wat zeggen, in mijn geval.


    Categorie:ex libris
    09-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Charles Vergeer, Overspoeld door de eindigheid. (recensie)

    Charles Vergeer, Overspoeld door de eindigheid. Inleiding tot de metafysica, Budel: Damon, 2015, 204 blz., € 15,90 (pb).

    Het is niet elke dag dat er een inleiding tot de metafysica verschijnt en al helemaal niet in het Nederlandse taalgebied en dan nog in het oorspronkelijk Nederlands. Dat was genoeg om mij tot lezen aan te zetten.

    Van bij de aanvang valt op dat het hier niet gaat om een strak gestructureerde en methodische uiteenzetting van wat metafysica nu eigenlijk is, hoe ze ontstaan en geëvolueerd is en wat de hedendaagse geldende opvattingen ter zake zijn. De teksten zijn de weergave van colleges die de auteur gegeven heeft voor een selecte groep van honours studenten en worden omschreven als oefeningen. Maar niet helemaal, want het interactieve karakter van die colleges kunnen in een boek niet tot hun recht komen, natuurlijk.

    Wat we aangeboden krijgen, blijkt een transcriptie te zijn van de mondelinge bijdrage van de docent, veeleer min dan meer aangepast aan het boekformaat. Men leze het boek dus het best als dusdanig: beeld je in dat je de auteur zijn teksten hoort debiteren in een auditorium of seminarielokaal. Hij benadert zijn onderwerp flanerend langs bekende en minder bekende paden, sprekend in een half poëtische, half filosofisch-technische badinerende spreekstijl waarvan sommige filosofen menen dat die van hen verwacht wordt door een belangstellend publiek. Wat niet moeilijk kan gezegd worden is de waarheid niet, lijkt het parool te zijn.

    Typisch zijn de Heideggeriaanse etymologieën en pseudo-etymologieën en woordsplitsingen die een ver-borg-en waar-heid moet-en ont-hullen. Het is allemaal zo vaak gedaan in de vorige eeuw, dat het meer dan een beetje oubollig aandoet dat in 2015 nog eens voorgeschoteld te krijgen.

    We krijgen dus veeleer flarden van uiteenzettingen dat een rustig betoog, met talrijke citaten in het Latijn, Grieks, Engels, Duits, Frans, soms vertaald (of hertaald, of erger) maar vaak ook niet, nog meer verre verwijzingen naar bekende en minder bekende auteurs uit de hele geschiedenis van het denken. De vele herhalingen die in een voordracht nog enig nut kunnen hebben, verliezen in een boek hun zin en worden als slordigheden ervaren die men is vergeten weg te werken bij de revisie.

    Men kan zich echter afvragen of er van enige revisie wel sprake is geweest. Slordig is ook het taalgebruik, met talloze gevallen van de haar-ziekte (‘Het Griekse woord logos werd in haar Latijnse vorm opgenomen…’, blz. 37; ‘Het heelal spat niet uiteen maar dijt uit en behoudt haar samenhang.’, blz. 57), vreemde vormen van geslachtsverwisseling (‘De tijd gaat niet teloor in het verleden, noch verliest ze zich in de toekomst, ze behoudt haar samenhang…’, ibid.; ‘… een boom het kan verdragen dat ze haar wortels verlaat…‘ (blz. 64); ‘… en dat al gerijpte en volgroeide, volwassene en voltooide haar duur kende waarna haar tijd gekomen was en ze weer ten onder ging.’, blz. 64), een Angelsaksisch naast elkaar plaatsen van woorden (‘promotie plechtigheid’, blz. 59; ‘twee werelden leer’, blz. 63; ‘een chrono fobische jongeling‘, blz. 95), foute vervoegingen (‘het ontbreek’ blz. 31), feitelijke onjuistheden (‘acht miljard mensen’, blz. 36; ‘… in de duisternis van ons bloed bijvoorbeeld, zijn miljoenen bacteriën’, blz. 89); warrige beeldspraak (‘Er moet ruimte blijven voor andere wegen naar Rome.’, blz. 68); historische miskleunen (‘Descartes… wilde aansluiting zoeken bij de moderne natuurwetenschappen zoals die vooral door Newton belichaamd werden’, blz. 77; toen Descartes stierf, was Newton zeven jaar oud), onterechte meervouden (‘De gemaakte serie opmerkingen … roepen veel vragen op’, blz. 87) enzovoort, enzovoort.

    Een geval apart zijn de Latijnse citaten en verwijzingen. Alle grammaticale fouten daarvan opsommen, zou meer dan een volle bladzijde in beslag nemen. De meest schrijnende zijn het herhaalde ens creata en het hilarische Homer sacer (blz. 86, waarschijnlijk geïnspireerd door de metafysicus Simpson met die naam). Indien iemand dit boek nagelezen heeft, kende die geen Latijn.

    Met het Grieks gaat het niet beter. Enerzijds heeft de auteur kritiek op de vertaling van (naast anderen) Paul Claes van een Herakleitos-citaat (blz. 78), maar dan gaat hij doodleuk verder en plagieert Claes’ verklaring van zijn vertaling voor het opbouwen van zijn eigen verklaring van het begrip fusis. Het toppunt bereiken we met een volgend citaat van Herakleitos, dat de auteur vertaalt als ‘Lijken zijn betere uitwerpselen dan mest’. Nu hoef je geen Grieks te kennen om meteen in te zien dat dit zelfs voor Herakleitos al te cryptisch is. Wat er staat is natuurlijk dat lijken betere mest zijn dan uitwerpselen. Even verder staat een net zo klungelige vertaling van fragment B20, die zelfs als kopje dient voor het hoofdstuk (‘Opdat de dood niet uitsterft’, terwijl het Grieks zegt ‘… en laten ze kinderen na om te sterven’. En op blz. 105 moet ook Euripides eraan geloven: het bekende citaat ‘O goden! Goddelijk is het je vrienden te herkennen!’ wordt onbegrijpelijk vertaald als ‘het is God als de geliefde bekend wordt’. Blijkbaar kent iemand ook geen Grieks.

    Of Italiaans, want ook die citaten gaan de mist in (tra il finestre, blz. 115). Enkel het Duits lijkt meestal te kloppen.

    Al dat fraais maakt het lezen een frustrerende, ja ergerlijke bezigheid. Het mag een wonder heten dat iemand nog de moed opbrengt om zich in de inhoud te verdiepen. Maar ware heldenmoed is vereist om zich daaraan te wagen. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat de auteur zoals het orakel van Delphi door geestesverruimende of postprandiale wasems in een soort trance is gebracht en ons van daaruit eindeloos overspoelt met onsamenhangend geleuter van een verregaande apodictische arrogantie, gelardeerd met filosofisch jargon, citaten, verwijzingen, boutades, bon mots en vage vluchten van de fantasie. Wie na een pijnlijke worsteling met de eindeloze bladzijden eindelijk met een zucht van verlichting het boek dichtklapt (indien dat al niet veel eerder gebeurd is, wat meer waarschijnlijk is), weet voorwaar niets meer over metafysica dan aan het begin van deze lijdensweg.

    Boeken als dit bezorgen de filosofie haar slechte reputatie. Maar, lieve lezers en lezeressen, vergis je niet: dit boek is geen filosofie, maar een parodie daarvan. Lees dus maar liever het Wikipedia-artikel of ga een flinke wandeling maken. Om bij het citaat van Herakleitos te blijven: dit boek, het ‘lijk’ van de colleges waarmee deze docent zijn studenten teisterde, is helaas geen betere mest dan uitwerpselen, maar slechtere.


    Categorie:ex libris
    Tags:filosofie
    18-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Recensie: De naakte perenboom. Op reis met Spinoza, Rudi Rotthier

    Rudi Rotthier, De naakte perenboom, Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2013, 394 blz., € 21,95 paperback.

    Dit is nu eens geen boek dat speciaal voor Spinoza-kenners geschreven is. Het is evenmin zomaar een vrijblijvend leuk reisverhaal van een Vlaming wandelend door Nederland. Rudi Rotthier (zeg rottier, niet rotjé) heeft in dit boek vooral zijn eigen tocht, zijn queeste, beschreven, een periode uit zijn leven toen hij intens bezig was met Spinoza, en met Nederland.

    Het is vanzelfsprekend geen toeval dat de auteur die twee thema’s met elkaar verbonden heeft en ze in zijn boek onlosmakelijk verweeft. Spinoza was een geboren en getogen Nederlander, dat is op zich al een goede reden. Maar niet zomaar een Nederlander: hij heeft een belangrijke rol gespeeld in het Nederland van zijn eigen tijd, de Verenigde Provinciën. Hij was toen al beroemd ‒ en berucht ‒ tot ver buiten de toenmalige landsgrenzen. Zijn geschriften waren, hoewel verboden, bekend over heel Europa, zoals onlangs nog bleek toen in het Vaticaan een handgeschreven kopie gevonden werd van zijn hoofdwerk, de Ethica, dat in Rome dus bekend was nog voor het werd uitgegeven na Spinoza’s dood in 1677. Hij had contact met onder meer Leibniz en via Henry Oldenburg ook met de Britse Royal Society. Hij correspondeerde met vriend en vijand, al is dat in zijn geval een eenzijdig begrip, dat we helemaal aan de kant van die vijanden moeten situeren: Spinoza was niemand vijandig gezind.

    Zijn invloed is na zijn dood alleen maar toegenomen en is blijven voortduren tot op de dag van vandaag. In Nederland vind je ten minste twee Spinoza-huizen, verscheidene standbeelden, een aantal Spinoza-straatnamen, enkele Spinozakringen, een Spinozavereniging, enkele Spinozawebsites, een (uitstekend!) Spinoza antiquariaat… Spinoza stond destijds op het hoogste bankbiljet en prijkt op postzegels en penningen, en de belangrijkste Nederlandse wetenschappelijke onderscheiding is de Spinozaprijs. Er zijn talloze lezingen, cursussen, bijeenkomsten, congressen, ‘dagen’ gewijd aan Spinoza. Er wordt volop gepubliceerd over Spinoza en zijn verzameld werk wordt er uitgegeven en in druk gehouden.

    Spinoza was een exponent van die wonderlijke tijd in Nederland, de Gouden Eeuw, de Nederlandse Republiek, het eerste stadhouderloze tijdperk, de bloeitijd van de VOC. Spreken en schrijven over Spinoza is het over Nederland hebben, toen en nu. Een reisverhaal door Nederland aan de hand van Spinoza is dus een gelukkige combinatie, waarin Rudi Rotthier wonderwel geslaagd is.

    Het is een boeiende mengeling geworden van tal van elementen. Er zijn momenten waarop het anekdotische van het reizen door hedendaags Nederland op de voorgrond treedt, en daarin toont de auteur zich een scherp waarnemer van het bijzondere in het banale: een trap die nergens heen voert, een oudere man die na een val op de hulpdiensten wacht, koude oliebollen, vuurwerkgekte en het Oranjegevoel, een hotelbrandje… het zijn leuke vignetten, subtiel geschilderde Frans Hals- of Peter van Straaten-tafereeltjes die het boek verluchten als miniaturen in een handschrift, welkome onderbrekingen tussen de meer diepgaande historische, filosofische en sociaal-politieke passages door.

    De auteur heeft voor deze laatste aspecten zijn huiswerk bijzonder goed gedaan. Hij heeft zich verdiept in Spinoza’s Nederland, maar is evengoed vertrouwd met de meer recente geschiedenis en met de Nederlandse politieke actualiteit. Hij heeft (heel!) Spinoza gelezen, ook in de eerste drukken, en ook heel wat secundaire literatuur, niet alleen de ernstige commentaren maar ook de Spinoza-biografieën en de roddels (wat helaas vaak hetzelfde is). Hij is vertrouwd met hedendaagse politieke theorieën en met het migrantenvraagstuk.

    De lezer krijgt van al die aspecten (en nog tal van andere) hapklare en goed verteerbare dosissen voorgeschoteld en dat leidt niet tot een lastig volle maag-gevoel maar tot die zalige voldaanheid die een goede maar niet overdadige maaltijd kenmerkt, om even in de culinaire sfeer te blijven die Rudi Rotthier duidelijk ook wel kan smaken of terecht afkeuren.

    Naar mijn aanvoelen zijn het echter de passages waarin hij, na enkele mislukte pogingen, erin slaagt om Spinoza te ontdekken in hedendaags Nederland, die nog het best geslaagd zijn en het langst blijven nazinderen. In welke mate is Nederland vandaag schatplichtig aan Spinoza? Welke ideeën hebben wij achteloos en zelfs met ondank van hem overgenomen? Een wethouder die de auteur meetroont naar een stadsontwikkelingsgebied dat nu eens niet bestaat uit identieke huisjes of flatgebouwen; een nationaal politicus met allochtone achtergrond die zijn jeugdige achterban confronteert met Spinoza als een gezond alternatief voor een al te fundamentalistische of simplistische lezing van de koran. Dat is ‘toegepaste Spinoza’ van de bovenste plank: de democratie die Spinoza zo dierbaar was en die hij zo feilloos beschreef in zijn beide politieke traktaten, gerealiseerd in ons leven van alledag.

    Enkele andere interviews zijn voor hun kwaliteit erg afhankelijk van de gesprekspartners van Rotthier. Als die niet goed op dreef zijn, of tegen de verwachtingen in niet veel te vertellen hebben, dan haal je daar als auteur nooit veel kruim uit. In enkele gevallen lijkt het wel om obligate bezoekjes te gaan aan de Nederlandse Spinoza-nestors: je kan geen boek schrijven over Spinoza in Nederland zonder Akkerman en Klever te vermelden, dat is nu eenmaal zo. Toch zie je de auteur opleven wanneer hij de confrontatie aangaat met bijvoorbeeld Miriam van Reijen, die hem stevig van repliek dient met enkele forse provocerende uitspraken.

    Dit geldt, mutatis mutandis, eveneens voor de bezoeken aan de plaatsen die van nabij of van ver iets te maken hadden of hebben met Spinoza. De plaats waar een huis moet of zou gestaan hebben waar hij enige tijd verbleef; een naakte perenboom in een besloten tuintje; een landgoed waar hij ooit te gast was; een stad die hij onder mysterieuze omstandigheden bezocht… Soms blijkt de teleurstelling van de auteur zo duidelijk dat ze afstraalt op de lezer. Twee bezoekjes aan het Spinozahuis in Rijnsburg, waarvan een ter gelegenheid van de heropening, leveren geen sprankelende bladzijden op over Spinoza, doch amper enkele meewarige realistische of zelfs ronduit cynische uitspraken over Rijnsburg toen en nu.

    Toch komt Spinoza ruim aan bod, mondjesmaat of in langere historische of inhoudelijke stukken. Hier blijkt de gedrevenheid waarmee Rudi Rotthier met Spinoza omgaat, maar evengoed zijn bedrevenheid in het formuleren van de essentie van Spinoza’s werk. Hij doet dat aan de hand van terloopse citaten en omzettingen in hedendaagse taal van kerngedachten uit Spinoza’s werk. Kenners zullen die feilloos situeren, de auteur doet dat niet: dit is een boek zonder voet- of eindnoten en dat is goed, het is immers een reisverhaal, zij het dan van een intellectuele reis. Rotthier bezondigt zich niet aan oppervlakkige eenzijdigheid als hij Spinoza uit de doeken doet, en dat siert hem. Hij laat zich niet verleiden tot geleerde uiteenzettingen of langdradige analyses. Vaak sluit hij zijn eigen zinnen over Spinoza af met een vraagteken. Hij is nog op reis, hij weet dat hij die denkbeeldige veilige haven nog niet heeft bereikt waar men voorgoed kan aanmeren en tevreden zuchten: ik begrijp Spinoza volkomen. Het is overigens niet erg druk in die haven: wie daar aankomt, in dat niet zo hippe Tipperary der Spinoza-egotrippers, zal er amper iemand aantreffen, op een enkele ingebeelde reïncarnatie na van onze filosoof in een om veiligheidsredenen aangemeten of noest zelfgebreide dwangbuis.

    Dit boek is een merkwaardig weefwerk van talrijke kleurige draden, een prettig patchwork van zorgvuldig gestikte stoffen, een kwistige quilt van intrigerende verhalen die moeiteloos een overtuigend geheel vormen. Spinoza-kenners zullen er zichzelf en Spinoza in herkennen; wie Spinoza beter wil leren kennen vindt er een aangename en leerrijke schets van het terrein, met handige wegwijzers naar nevenfiguren, historische achtergronden en verre filosofische horizonten, naar een aantal van de hoogste maar ook van de laagste punten van Spinoza- en Nederland. Het is een gedegen maar speelse introductie, gebouwd op een levendige reiservaring en een diepe persoonlijke bewondering voor die fascinerende figuur uit een verleden dat allicht enkel nog van ver als goud oplicht, en op een wondere wandeling langs enkele onbegane en andere platgetreden wegen, op zoek naar de Verlichting, of je eigen verlichting.

    Rest ons nog te zeggen dat de taal en stijl van deze ervaren auteur niet alleen vlekkeloos maar bovendien sprankelend zijn, wat het boek bijzonder aantrekkelijk en genietbaar maakt; dat het werk fraai is uitgegeven, gezet uit een prettig leesbare letter, met voor een keer ook voldoende witruimte om de tekst te laten ademen.

    De schaarse Vlaamse Spinozaliteratuur is met dit veelzijdig bevredigend boek van Rudi Rotthier een waardevolle bijdrage rijker, waarvan men ook in eponiem Nederland zeker zal genieten. Warm aanbevolen!






    Categorie:ex libris
    Tags:literatuur
    18-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.e-readers, e-books, e-lezers en e-boeken

    Sinds enige tijd is er een belangrijke evolutie aan gang in de wereld van het lezen. Ik meen zelfs dat we stilaan van een echte revolutie mogen spreken, die best te vergelijken is met dat ander belangrijk moment in de intellectuele geschiedenis van de mensheid: de uitvinding en verbreiding van de boekdrukkunst. Waarover heb ik het?

    Over elektronisch lezen of in het Engels e-reading.

    Het moest er wel van komen. Sinds vele jaren zijn velen onder ons gewend geraakt aan het lezen van allerlei documenten op ons computerscherm, zowel op het werk als thuis. We staan er niet meer bij stil. Wij lezen of schrijven omzeggens geen brieven meer, alles gaat via e-mail of sms of twitter of facebook, noem maar op. Ook onze facturen krijgen we op die manier aangeboden en betalen doen we via thuisbankieren. Alle aanbieders van nieuws en informatie, radio en tv, de kranten en tijdschriften, zijn aanwezig op internet. En wat ben jij op dit ogenblik aan het doen? En ik op het ogenblik dat ik dit schrijf?

    Eén domein ontbrak aanvankelijk: het boek. Daarin is nu, na een vrij lange en aarzelende aanloop, een doorbraak gekomen die onze leefomgeving grondig aan het veranderen is.

    Het was al enige tijd zo dat je bepaalde boeken op internet kon vinden, vele oudere publicaties zelfs helemaal gratis. Maar boeken lezen op je computerscherm vonden veel mensen niet prettig. Het formaat waarin boeken aangeboden werden was ook niet specifiek gericht op die manier van lezen en de kwaliteit van de schermen liet ook wel eens te wensen over, zeker bij langdurig gebruik. Het was vooral Amazon, de wereldleider in boekenverkoop (naast ongeveer alles) via internet, die het gat in de markt zag en die een eigen systeem ontwikkelde, waarbij enerzijds boeken werden aangeboden in een elektronische versie die specifiek gericht was op lezen op scherm en anderzijds ook specifieke e-readers ontwierp, kleine handige toestelletjes waarop je die boeken kon lezen. Kindle was geboren.

    Aanvankelijk waren die nog vrij duur, ongeveer $500, maar vandaag kan je al een Kindle kopen voor minder dan €100. Het zijn merkwaardige gadgets, 16x11x0,8 cm, met een scherm dat ongeveer zo groot is als een pagina van een pocket, vaal wit van kleur en scherpe, duidelijke zwarte letters. Men spreekt van e-inkt, elektronische inkt, omdat het niet gaat om een scherm dat licht uitstraalt zoals een computerscherm, maar om een wit oppervlak waarop de zwarte letters verschijnen. Als je in het donker wil lezen, heb je dus verlichting nodig, wat bij je PC of laptop niet het geval is. Precies omdat er geen licht uitgestraald wordt, is het lezen van e-inkt veel minder vermoeiend dan letters op een PC-scherm.

    Er zijn tal van aantrekkelijke kanten aan zo’n e-reader of e-lezer.

    Om te beginnen is er het formaat. Het toestel weegt bijna niets, is flinterdun en ligt gemakkelijk in de hand. Er zijn geen draden aan, de batterij gaat geruime tijd mee en laadt op via de usb-ingang van je PC. Er is een geheugen van ongeveer twee Gb, genoeg om meer dan duizend (!) boeken op te slaan. Je kan het geheugen uitbreiden met een SD-geheugenkaart, zodat je het onwaarschijnlijke aantal van bijna twintigduizend boeken kan meenemen waar je ook gaat.

    Dit is nu wat ik bedoel met een revolutie: ons huis staat van boven tot onder vol met boeken, maar wij komen waarschijnlijk niet eens aan tienduizend.

    E-boeken koop je via internet. Die zijn (meestal) een flink stuk minder duur dan de papieren exemplaren. Boeken waarop geen auteursrechten meer rusten zijn gratis of voor slechts enkele euro’s verkrijgbaar. Zo zijn er al tienduizenden oude en nieuwe publicaties beschikbaar bij verscheidene aanbieders zoals Amazon zelf, maar ook bol.com doet mee en stilaan springen alle uitgevers op de kar.

    Boeken aankopen is ook simpel: je kan het aanbod raadplegen op je e-lezer, even klikken en binnen de dertig seconden staat de hele tekst op je apparaatje! De technologie is die van je GSM, je mobieltje.

    Lezen op een e-reader is best aangenaam, het scherm went snel. Je ontdekt ook allerlei hulpmiddelen. Ik erger me elke dag aan de veel te kleine letters van allerlei publicaties, sommige boeken kan ik gewoon niet lezen en dat is frustrerend, omdat ik weet dat dit niet zal beteren, mijn ogen gaan er nu eenmaal op achteruit, binnenkort kan ik alleen nog de boeken in grote letter lezen, maar het weinige dat in dat formaat beschikbaar is, interesseert me langs geen kanten. Met de e-lezer is dat opgelost: je bepaalt zelf de lettergrootte, zelfs het lettertype, de lengte van de regel, het contrast, de helderheid, bij sommige modellen zelfs de achtergrondkleur.

    En niet alleen dat: het ding onthoudt welk boek je aan het lezen was en opent op de bladzijde waar je gebleven was! Je kan ook aantekeningen maken, met een stift, zoals je met een potlood (nooit met iets anders!) zou doen in je (eigen) boek. Als je een woord niet kent, in het Nederlands of in tien andere talen, dan dubbelklik je op dat woord en je ziet de uitleg van het woordenboek verschijnen. Als dat niet voldoende is, kan je zomaar overschakelen naar internet (als je een draadloze verbinding in huis hebt) en zoeken met Google of op Wikipedia. Dit is volledig kosteloos, er is geen abonnement nodig, er zijn geen verborgen kosten. Je kan ook markeringen aanbrengen om belangrijke of interessante passages gemakkelijk terug te vinden, je kan teksten ook markeren zoals je dat met een stift zou (willen maar niet durven) doen. De bladzijde omslaan doe je met een druk op de knop of met een veeg van je vinger zoals op een IPhone. Je kan ook je eigen teksten opslaan, zoals je boekenlijst bijvoorbeeld, zodat je geen boeken meer koopt die je al hebt.

    Kindle is ook beschikbaar als een programma voor PC en Mac, maar ook voor iPhone en IPad. Ik heb Kindle op mijn PC en heb er een aantal gratis of bijna gratis boeken gedownload. Gisteren heb ik op die manier een boek van Voltaire gelezen, zijn Lettre sur la tolérance, à l’occasion de la mort de Jean Calas (1763 sqq.) Eerst het boek gratis ‘aankopen’ bij Amazon.fr, het staat ogenblikkelijk op je PC. Dan de instellingen: bladspiegel, lettertype en corpsgrootte, achtergrondkleur, woordenboek enzovoort, even mijn laptop installeren op mijn leestafeltje en we zijn vertrokken van uit mijn luie zetel. Ik heb een draadloos klavier en muis bij de hand. Op de achtergrond draait Internettuner.nl en via een kabeltje is mijn laptop verbonden met de stereoset; als de muziek op een van de zestien klassieke radiokanalen me niet bevalt stop ik een cd in mijn laptop en zo begeleidt Mendelssohns kwartetmuziek me aangenaam. De hemel op aarde, toch?

    Ik heb lang geaarzeld voor een Kindle en op een dag, enkele weken geleden was ik zover dat ik er een wou bestellen, prijs €99. Tot mijn verbazing bleek dat van uit België niet mogelijk te zijn bij een van de Europese Amazon-winkels op internet. Frankrijk, Spanje, Italië, Duistland, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Zwitserland, zelfs Canada, Japan en China, maar niet België en Nederland. Wij kunnen enkel terecht in de V.S. Daar kost de goedkoopste Kindle amper $79, dat is omgerekend €60, maar! Voor het buitenland is de basisprijs voor hetzelfde toestel $109; daar komt BTW en verzendingskosten bij, samen omgerekend ongeveer €135. Kijk, lieve lezer, dat neem ik niet, op zo’n momenten ben ik een erg principieel mens. Als ik in Frankrijk en Duitsland, enkele tientallen kilometers hiervandaan, een toestel kan kopen voor €99, dan ga ik dat niet kopen in Amerika voor bijna €40 extra.

    En dus ben ik op zoek gegaan naar een alternatief. Onmiddellijk bleken die overvloedig voorhanden te zijn, in alle vormen, kleuren en prijzen. Je hebt al een e-reader met kleurenscherm (geen e-inkt) voor amper €50 bij Blokker!




    Enig vergelijkend onderzoek bracht me bij de gloednieuwe Sony PRS t1, richtprijs €144, die nog enkele voordelen had boven de Kindle. Maar die bleek plots bij onder meer bol.com niet leverbaar wegens de overstromingen in Thailand, waar ie gemaakt wordt en de prijs was dientengevolge ook gestegen tot ongeveer €180, ook bij Sony zelf. Even zoeken op internet en ja hoor: bij Fnac.be was hij er nog, in wit, zwart of rood; prijs €155. Leden krijgen een korting, maar niet op e-readers. Maar Fnac heeft ook maandelijkse ledendagen en dan krijg je als lid 10% op alles. Dus heb ik mijn e-reader gekocht op de ledendag. Thuisgekomen, uitgepakt, geïnstalleerd en klaar is kees. Ik ben binnengetreden in de brave new world van het e-boek.

    Lieve lezer, dit is waarlijk een revolutie. Niet alleen voor de lezer, maar ook voor de andere spelers in de boekenwereld. De schrijver moet nu al zijn boek elektronisch aanleveren aan de uitgever, manuscripten willen ze daar met geen tang meer aanraken. Maar nu kan je als auteur een stapje verder gaan. Je kan je werk immers als e-boek rechtstreeks aanbieden bij een boekverkoper zoals Amazon, bol.com, Waterstone’s, Barnes & Noble enzovoort. Het hoeft dus niet meer zo nodig gedrukt te worden, maar als iemand daar behoefte zou aan hebben, zijn er drukker-uitgevers die dat op bestelling doen, voor een prijs die niet noodzakelijk veel hoger ligt dan bij grote oplagen.

    Ik zie dus een toekomst waarin de nadruk die eeuwenlang heeft gelegen bij de letterzetters, de drukkers en de boekbinders in dienst van de uitgevers, helemaal verschuift naar de auteur en zijn publiek, met als tussenpersoon ten hoogste een elektronische boekhandel die voor de reclame en de verkoop instaat. Dat is een revolutie op tal van punten, waarvan het fysische aspect wel het meest opvallende is: geen papieren boeken meer, of slechts uitzonderlijk en op bestelling. Dus geen papierverslindende uitgeverijen meer die miljoenen goedkope pockets de wereld insturen die binnen de kortste keren tot pulp vermalen worden of bij de wegenbouw gebruikt worden, geen bibliotheken meer, privé of openbaar met kasten vol snel verouderende en desintegrerende boeken. In de plaats daarvan een wereld vol e-boeken, oud en nieuw, gratis of voor een zeer beperkte som ter beschikking van iedereen vanuit zijn of haar luie zetel, op reis, op vakantie, waar je ook bent.

    Denk eens aan een bestseller zoals De da Vinci-code van Dan Brown. In plaats van een berg van miljoenen papieren pockets, één elektronische tekst die kan vermenigvuldigd worden naar believen en verspreid via GSM-masten en opgeslagen op een simpel apparaatje, waar die nauwelijks enige plaats inneemt. Dat moet kunnen voor een fractie van wat het nu kost en dat moet zich dan ook vertalen in de prijs die de consument ervoor betaalt.

    Neem nu het boek van Voltaire dat ik net las. Als ik dat zou willen lezen in gedrukte vorm, dan moet ik naar een gespecialiseerde bibliotheek, waarschijnlijk een universiteitsbibliotheek, waar ik het in het beste geval kan ontlenen voor een maand en dan nog moet terugbrengen ook, natuurlijk. Als ik het echt wil, dan gaat me dat veel geld, tijd en moeite kosten om het te vinden en aan te kopen, waarna het een plaatsje zal moeten zien te krijgen op mijn overvolle boekenrekken. Vergelijk dat met de nieuwe mogelijkheden: gratis en onmiddellijk voor altijd van mij, op elk moment, om het even waar, zonder dat het plaats inneemt, zonder dat er bomen moeten sneuvelen, voor eeuwig fris en onvergankelijk en leesbaar in steeds grotere letters naarmate ik ouder word en nadien zonder enige moeite desgewenst overdraagbaar naar de volgende generaties, die daar ook geen zolderruimte moeten voor vrijmaken. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik ervoor gewonnen ben.

    Ik weet het wel, lezers zijn nostalgische wezens, of dat is toch wat ik hoor. Ze willen een boek kunnen vastnemen, het ruiken, het opbergen, het koesteren, het bezitten vooral. Ze willen het echt lezen, elke bladzijde omslaan, genieten van elke fraai gedrukte letter op het al dan niet handgeschept papier…

    Hoewel ik ook zo ben, ben ik toch volledig gewonnen voor de nieuwe wereld. Ik ben nu al weken het jongste boek Jonathan Israel aan het lezen. Het is mooi uitgegeven, stevig gebonden. Maar het weegt 1,1 kilogram, het papier is hinderlijk blauwig wit, de veel te kleine letters, de veel te lange regels en de veel te volle bladzijden en het gewicht laten me niet toe om er langer dan een uur na elkaar in te lezen en zo krijg ik de duizend bladzijden maar niet verwerkt… Geef mij maar een elektronisch exemplaar! Meer nog: indien ik al mijn boeken elektronisch zou hebben, op mijn PC, mijn laptop en/of mijn e-reader, dan zou ik zeker negen op de tien boeken in mijn bezit met plezier van de rekken halen. Het is mij immers niet te doen om een boek te bezitten, maar om het te lezen. Bij een boek gaat het mij om de inhoud.

    Maar wat met al die afgedankte boeken?

    Lieve e-lezer (want dat ben je nu toch), ik kan het niet over mijn hart krijgen om zelfs het meest dwaze boek te liquideren of het naar de kringloopwinkel te brengen, en de tweedehandse boekhandels nemen de meeste boeken zelfs niet meer gratis aan, er zijn er gewoon al te veel. Ik koop nog elke week ‘echte’ boeken, nieuwe en tweedehands. Ik kan het niet laten. Het is een gewoonte, een hobby. Het is iets dat ik doe.




    Mijn elektronische bibliotheek is dus geen vervanging voor mijn ‘echte’, het is veeleer een fantastische aanvulling ervan, een die ik enthousiast onthaal. Toen Columbus voet aan wal zette in de Nieuwe Wereld moet hij zich zo gevoeld hebben. Hij hoefde toch ook Europa niet te verloochenen of achter zich te laten nu hij deze nieuwe horizonten had ontdekt, met al hun wondere mogelijkheden die hij toen, vijfhonderd jaar gelden, nauwelijks kon vermoeden?

    Let’s boldly go where no man has gone before…

     


    Categorie:ex libris
    Tags:maatschappij
    14-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview Jonathan Israel

    Trouwe lezers weten dat Jonathan Israel een van mijn meest geliefde auteurs is. Ik ben dezer dagen overigens diep verzonken in zijn jongste werk, Democratic Enlightenment. Philosophy, Revolution, and Human Rights 1750-1790. Het is weer een turf, het derde deel van zijn trilogie over de Radicale Verlichting, goed voor 1066 bladzijden. Je zal dus nog even op een bespreking moeten wachten. Ondertussen geniet ik.


    Ik vond een recent interview met professor Israel, in het Nederlands, zeer toegankelijk. Klik hier om het eens te lezen, warm aanbevolen. Let niet op enkele schrijffoutjes.


    Categorie:ex libris
    Tags:maatschappij
    20-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.My kind of writer: John le Carré
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De nieuwste van John le Carré is al enkele weken uit. Ik had hem besteld bij Amazon in Amerika bij voorintekening en kreeg hem thuis toegestuurd bij verschijnen; normaal kost ie $27,95, ik betaalde ongeveer €20, verzendingskosten inbegrepen, voor een nette hardcover.

    John le Carré, Our Kind of Traitor, 307 pp., Viking, New York, 2010, is de 22ste roman van de grootmeester van de naoorlogse spy story. Ik ben een fan sinds de late jaren 1960, ik heb al zijn boeken in hardcover én in paperback, ik lees elk nieuw werk enthousiast en herlees zijn ouder werk af en toe, steeds met ontroering en diepe voldoening. Ik zal niet zeggen dat le Carré (°1931) beter wordt met ouder worden, zoals de betere wijn. Wellicht ligt zijn hoogtepunt vroeger in zijn carrière, vooral in de jaren ’70 en ’80. Maar hij is blijven schrijven op een zeer hoog niveau en ik ben drommels blij dat hij dat nog altijd doet.

    Verre van mij dus om, zoals sommige fans, zijn jongste werk teleurgesteld af te doen als een péché de vieillesse. Wat le Carré doet op zijn 80ste, dat kunnen er weinig op welke leeftijd dan ook, in welke taal dan ook. Chapeau dus. Je kan bij hem terecht voor enkele spannende uren, maar dan niet voor het soort goedkope thrillers dat je snel leest en dan weggeeft of weggooit. Bij hem heb je steeds het gevoel dat je een Belangrijk Boek aan het lezen bent. Hij schrijft niet zozeer over wat een bepaalde persoon overkomt, als wel over wat wij allen meemaken in ons persoonlijk leven en in onze maatschappij. Je bent zelf betrokken in wat hij schrijft, je kan er niet onderuit om erin op te gaan, je voelt je mee verantwoordelijk voor wat er gebeurt met zijn hoofdpersonages, voor wat er gebeurt in onze wereld. Wat le Carré schrijft kan aanspraak maken op universele menselijke waarde.

    John le Carré is niet alleen een ongeëvenaard meester in de taal (lees hem als het enigszins mogelijk in zijn rijk gevarieerd maar steeds herkenbaar pittig Engels), hij is ook een genie wat betreft het decor. Hij beschrijft met krachtige, trefzekere trekken de wereld die wij kennen, van onze eigen reizen of van de vele toeristische documentaires op tv. Zoals een film staat of valt met de locaties waar hij gedraaid is, zo onderscheidt een boek van le Carré zich door de feilloze keuze en de subtiele beschrijving van de omgeving waarin de hoofdpersonages zich bewegen. Of dat nu de universiteit van Oxford is, een luxueus vakantieoord op Antigua, backstage op Roland Garros of een stijlvol maar duur hotel in Zwitserland, de auteur weet je met enkele perfect genoteerd details het gevoel te geven dat je er al geweest bent, dat je er thuis bent, dat je zonder verdere informatie zelf je weg zou kunnen vinden. Je ruikt de dennen in het gebergte of het vocht van de kelder van een huis in een buitenwijk dat te lang heeft leeg gestaan. Je ziet jezelf in de regen lopen en je voelt de claustrofobie van een modern maar net te klein appartement in de stad.

    Ook op psychologisch gebied hoeft le Carré van niemand lessen te krijgen. Zijn personages zijn echte mensen, met hun goede en vooral ook hun minder goede kanten. Helden zijn er niet, iedereen heeft gebreken. Meestal en ook in dit boek is er niet echt een hoofdfiguur, een personage waar alles om draait, vanuit wiens perspectief alles wordt bekeken. De aandacht verschuift van de ene naar de andere en ze hebben elk hun waarheid, elk hun belang, elk hun opinie, naargelang van hun eigen verleden en toekomstverwachtingen. Het zijn mensen van vlees en bloed en zo worden ze ook beschreven, in sprekende fysische details, ook als ze kaal zijn of te dik, als ze net dat kleine beetje manken, als ze zweten of dronken zijn of hun geduld verliezen of wenen zonder enige aanwijsbare reden.

    Alles van le Carré is vertaald in tientallen talen, ook in het Nederlands. Je kan Ons soort verrader vandaag overal vinden in de boekhandels en bibliotheken, prijs ongeveer €15. Voor de Engelse hardcover betaal je ook hier in de winkel niet meer dan €20. Succes verzekerd, veel leesplezier!

     


    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    03-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boeken zoeken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een zekere aanwijzing van het belang van een auteur of van een specifiek werk is de vermelding in andere publicaties door andere auteurs. De kwaliteit van die werken en die auteurs is dan weer een betrouwbare aanwijzing voor de kwaliteit van het werk in kwestie. Of anders gezegd: als je bij verscheidene auteurs die je hoogacht een lovende verwijzing vindt naar een zelfde andere auteur of publicatie, dan zijn de kansen groot dat het om een interessant werk gaat.

    Door dat principe toe te passen ben ik in januari 2009 terecht gekomen bij Jonathan Israel, klik hier voor meer: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=630277. Verscheidene duizenden bladzijden van die begenadigde auteur later bevestig ik hier graag dat dit een ervaring was die mijn leven grondig heeft veranderd.

    Het was onder meer in de bibliografie van Israels boeken dat ik een verwijzing vond naar Alan Charles Kors. Ik kwam hem opnieuw tegen in het buitengewoon boeiende en belangrijke verzamelwerk van Hunter en Wootton,  Atheism from the Reformation tot the Enlightenment, klik hier voor meer: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=513403. Ik vermeldde toen dat dit boek moeilijk te vinden is en ook nog schrikkelijk duur. Ik vond onlangs via internet een betaalbare reprint (1999) in Duitsland en ben dus nu de trotste bezitter.

    Over moeilijk te vinden boeken gesproken: Alan Charles Kors publiceerde in 1990, naar eigen zeggen na vijftien jaar vrijwel ononderbroken studie, Atheism in France 1650-1729, vol. I: The Orthodox Sources of Disbelief, Princeton UP, 1990, xvi + 392 pp., index. Dit leek me een interessante aanvulling bij wat ik daarover al las, bij Hazard, klik hier: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=359044 en ook bij Pintard, klik hier: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=619715.

    Ik begon mijn zoektocht in de LIBIS-catalogus van de K.U. Leuven, maar zonder resultaat. Enkele maanden later zocht ik nogmaals en kwam louter  toevallig uit op een exemplaar in een van de talrijke bibliotheken die zijn aangesloten op het LIBIS-net, namelijk in het Grootseminarie Rolduc in Nederlands Limburg, dat een behoudsgezinde faam geniet. Ik was van plan om bij gelegenheid in de bibliotheek van de Theologische Faculteit te vragen of ze dit boek voor mij wouden aanvragen via interbibliothecair leenverkeer (IBL), maar vergat dat telkens opnieuw toen mijn aandacht afgeleid was door een andere interessante vondst in het materieel en geestelijk erfgoed van professor Maurits Sabbe zaliger, aan wie ik de beste herinnering bewaar van vele jaren intense samenwerking.

    Enkele weken geleden was ik in de ‘grote’ Leuvense universiteitsbibliotheek aan het Ladeuzeplein en legde mijn vraag voor aan de vriendelijke en steeds erg behulpzame mensen van de IBL-dienst. Die wezen me erop dat Rolduc geen boeken uitleent. Toen ik daarop nogal beteuterd reageerde, suggereerden ze me dat er nog wel ergens anders een exemplaar moest zijn. Ik drukte mijn twijfels daarover uit: ik had er immers geen gevonden in de LIBIS-catalogus. De medewerker knikte eens begrijpend en verdween dan met mijn referentie naar zijn werktafel; na enkele klikken op zijn PC kwam hij terug met de verheugende mededeling dat hij twee exemplaren gevonden had in andere bibliotheken, een daarvan - evident! - de Koninklijke Bibliotheek Albert I in Brussel, de Albertina. Je kan dus ook in andere bibliotheken boeken ontlenen dan die van het toch al zeer ruime LIBIS-netwerk; ik vernam later dat je via een link ook zelf kan zoeken in die andere bibliotheken, maar die link heb ik nog niet gevonden. Enkele dagen later kreeg ik een mailtje thuis: mijn boek was aangekomen; kostprijs voor de operatie: vijf schamele euro’s. Thuisgekomen heb ik me aan het lezen gezet, want je mag een IBL-boek in principe maar een maand houden.

    Daarnet heb ik de laatste bladzijde omgeslagen, met gemengde maar hevige gevoelens. Enerzijds ben ik blij en zelfs een beetje trots dat ik het helemaal uitgelezen heb, anderzijds wou ik dat ik er nog kon aan beginnen! Het is een van de beste boeken die ik ooit gelezen heb.

    Voor ik me aan een inhoudelijke beschrijving waag, eerst enkele anekdoten.

    De titel vermeldt: vol. I. Dat was ook J. Israel opgevallen, hij merkt in zijn bibliografische referentie tekens op: no more so far. Zowel aan het begin, onderweg en aan het einde van het boek verwijst prof. Kors nadrukkelijk naar een volgend deel. Ik dus gezwind op zoek naar deel twee: als ik al zo had moeten zoeken naar het eerste… Maar nergens een spoor, behalve een titel in een obscure referentie: vol. II Naturalism and Disbelief, 1997. Ook niets op de website van Princeton University Press; een mailtje naar de webmaster daar leverde niets op. Toen dacht ik: even kijken op de website van Princeton naar de professor. Daar vond ik zijn mailadres en dus trok ik mijn stoute schoenen aan en schreef hem deze mail:

    Dear Professor Kors,

    I am currently avidly reading your Atheism in France, vol. I.

    Understandably, I was much aroused and tempted by your announcement, in those pages, of the 'forthcoming' second volume. I have searched the library databases and the web with great anticipation, but have not found a trace.

    So I take the liberty of addressing myself to you directly, in order to find out whether the second volume has been published as yet; if not, whether you still consider it, for better or for worse, now twenty years later, 'forthcoming', and if so, within which possible delay.

    Thank you sincerely for your eagerly awaited and much appreciated reply.

    Een dag later had ik al een antwoord! Ik vat het hier samen: de professor had zijn werk onderbroken voor andere dringende taken, onder meer de leiding van de monumentale Encyclopedia of the Enlightenment en enkele publieke opdrachten, maar hij is nu ongeveer klaar met deel twee én deel drie, die hij over enkele maanden aan de uitgever zou voorleggen.

    Je verneemt het hier, heet van de naald, belangrijk wereldnieuws op cultureel gebied, nog voor het in de pers komt!

    Ondertussen was ik zo zo verdiept in en zo enthousiast over vol. I dat ik tussendoor nog maar eens op zoek trok naar een exemplaar om te kopen. Ik had dat vroeger ook al gedaan, maar de prijzen schrokken me toen serieus af: tussen 180 en 300 dollar voor een tweedehands exemplaar! Na veel zoeken vond ik enkele aanbiedingen voor minder, maar die bleken telkens niet beschikbaar. Met veel moeite slaagde ik er toch in om een betaalbaar exemplaar te bestellen bij de internetwinkel van Waterstones, de opvolger van W.H. Smith, maar na een telefoontje met de winkel in Brussel twijfel ik er sterk aan dat ze het boek kunnen leveren.

    Vertwijfeld vroeg ik dan aan een van de verkopers bij Amazon in Amerika of hun prijs van $ 185 bespreekbaar was; ze reageerden positief, maar wezen erop dat hun prijs vergelijkbaar was met andere aanbiedingen. Nou, dat was erom vragen. Dit is de tekst van de geïrriteerde mail die ik hen stuurde:

    Hello, thank you for your reply to my query. I am of course aware of the other companies' and sellers' price settings, but those are beside the point that I am making. Really, it is precisely this pernicious but ubiquitous system of setting one's prices in accordance with those of others that makes for such unrealistic prices. In so doing, you are moving away from good competitive practice in a free market. Buyers are looking for the better price, not for uniform prices.

    This book sold originally for $ 60; not many were ever printed, so it is rare, especially so after 20 years, when only some second hand copies are available. It is also highly specialized and dense, and in a language that is practically unknown in the country it is concerned with, France, so there are not many interested readers, and that is a serious understatement. I read it on loan from the Royal Albertina Library in Belgium, the only copy in our country. I was most probably the first person to read it in 20 years. I can't imagine anyone with enough time on his hands and who would be interested at all in a 20 year old book about the arcane philosophical and theological details of a 17th century controversy in France, except me, a retired registrar of a Theological Faculty (Louvain, Belgium).

    What I am trying to say is that your price is unrealistic; chances that you will ever sell this book are practically zero, whatever the price. At your present coordinated and thus prohibitive price, all of you hopeful sellers will undoubtedly get stuck with the few remaining copies you have acquired by sheer accident and most probably at a ridiculous price.

    I happen to be one of those exceptional persons who have found this rare book, have read it and appreciated it enough to want to own it. I am that rare potential buyer, most probably the only one you will ever encounter. I am even willing to pay up to $100 for it, surface postage included. That is a far cry from your asking price, but still a lot of money for a book that I have already read anyway, just for the dubious pleasure of having it take up space on my already dangerously overburdened bookshelves.

    If you rather keep the book advertised and unsold, that is fine with me, I don't really need it. Just consider the real profit you could make now and the chance of receiving an offer like mine ever again. Time is not on your side.

    I appreciate your willingness to discuss this with me and I look forward to your reply, even if it would be blunt.

    Je weet nooit hoe een koe een haas vangt…

    Even later kreeg ik hun antwoord: ze gingen in op mijn voorstel! Ik heb het boek onmiddellijk besteld en wacht nu op de levering, hopelijk is het nog in goede staat. 100 dollar of ongeveer 75 euro is nog altijd een niet onaanzienlijke som gelds voor een relatief oud boek, maar boeken is zowat het enige waar ik geld aan uitgeef, dus…

    Tijdens het lezen viel het me op dat prof. Kors af en toe even uit zijn rol stapt en een gevatte persoonlijke noot inlast. Dat deed hij ook in een voetnoot en dat ontlokte me deze mail die ik na enig zoekwerk trots aan hem richtte:

    Dear Professor Kors,

    on p. 228 of your Atheism in France, note 20, you refer to ‘the work of … Spener, Confessio Naturae contra Atheistas and ask your readers if they have seen it.

    I have found a reference to the fact that Spener sent the short essay with that title to his friend Spizel(ius) with a letter (nr. 19, 20, or 24?), in 1668, who published it together with his own De Atheismo Eradicando in 1669. Spener had mentioned in the letter that he had not been able to identify the author of the essay; Spitzel took that as false modesty and attributed it to Spener, who was thereby clearly embarrassed, since the author was none other than the young Leibniz. Leibniz took no offence, but entered in a friendly correspondence with Spener subsequently. See Udo Sträter, ‘Zum Verhältnis der fruhen Pietismus zu den Naturwissenschaften’, in: ‘Pietismus und Neuzeit’, band 32, 2006, P; 85.

    The ‘Confessio’ is to be found in the collected works of Leibniz.

    I surmise that you have come to the same conclusion a long time ago. In the event that you had not, this reference may be helpful.

    Ik heb nog geen antwoord gekregen, maar dat geeft niet.

    Zo, dat was het voorlopig, de boekbespreking volgt.


    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    18-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Road, Cormac McCarthy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Cormac McCarthy, The Road, 287 pp., Vintage, 2006. $ 14,95 paperback

    Nederlandse vertaling: De Weg, Arbeiderspers, 2007

    Verfilmd in 2009, met Viggo Mortensen

    Ik kocht dit boek kort na verschijningsdatum, maar het bleef ongelezen op mijn boekenplank staan. Een van de redenen daarvoor was dat ik nog een ander boek van McCarthy staan had en dat dus eerst moest lezen. Dat is ondertussen gebeurd, klik hier voor de boekbespreking: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=565916.

    Gisteren had ik net het laatste hoofdstuk gelezen van Spinoza’s Ethica en ik was klaar voor enige afwisseling. Veel groter kon de tegenstelling niet zijn, zoals bleek.

    McCarthy heeft een eigenzinnige taal en stijl. Hij schrijft vanuit zijn buik, om zo te zeggen. Het lijkt wel alsof hij zijn teksten in een soort trance dicteert, aan zichzelf of aan iemand anders. Zijn taal staat ook zeer dicht bij het gesproken woord en dat niet alleen in de korte, lapidaire dialogen, maar door heel het boek heen.

    Anderzijds is het boek dan weer doorspekt met allerlei Engelse woorden die je nog nergens bent tegengekomen. Ik mag zonder overdrijven zeggen dat mijn kennis van het Engels heel behoorlijk is. Het gebeurt me niet vaak meer dat ik nog een woordenboek moet raadplegen. Bij McCarthy zou je dat om goed te zijn op elke bladzijde kunnen doen. Vaak zijn het echter planten, bomen, dieren, voorwerpen, instrumenten, termen uit de landbouw of de techniek. Na een tijd sla je die dan over: wat belang heeft het uiteindelijk wat een harrow precies is: uit de context weet je dat het een of ander landbouwgereedschap is; in dit geval een eg.

    De auteur heeft, zoals velen voor hem, het woordenboek geplunderd, op zoek naar zeldzame, sonore, beeldrijke of gewoon ongebruikelijke woorden. Het is een geliefkoosde bezigheid van dichters. Hij gebruikt ook alle andere typisch poëtische procedés of dichterlijke vrijheden, zoals het weglaten van werkwoorden en lidwoorden, het opeenstapelen van adjectieven, opsommingen van zinsflarden, bevreemdende vergelijkingen, alliteraties… Vaak heb je inderdaad de indruk dat je poëzie aan het lezen bent. Of filosofie; wat denk je hiervan: How does the never to be differ from what never was? Vertaald: ‘Wat is het verschil tussen wat nooit zal zijn en wat nooit geweest is?’

    Het verhaal dan. Zonder te veel te willen weggeven, kan ik wel zeggen dat het zich afspeelt in een postapocalyptische wereld; dat is geleerde taal voor een klassiek thema uit de sciencefiction: overleven na de wereldbrand. Een vader en zijn zoon trekken door een desolaat landschap, vaag op weg naar de zee. Ze overleven op conserven die ze hier en daar nog aantreffen in verlaten huizen. Af en toe worden ze gewelddadig geconfronteerd met andere overlevenden.

    En dat is het zowat. Als actie-horror-thriller leunt het sterk aan bij Stephen King. Alleen het bombaste, barokke, soms effenaf geforceerde taalgebruik maakt het verschil.

    Er zijn ook een aantal pogingen tot diepzinnigheid, maar die missen elke coherentie, zoals in het voorbeeld dat ik hierboven al gaf. Het probleem is dat de auteur geen grond onder de voeten heeft, geen eigen filosofie, levenshouding of overtuiging van waaruit hij vertrekt. De wereld die hij ons voorstelt houdt geen steek: de hele beschaving is vernietigd, alle planten en dieren, alle leven, alleen enkele mensen leven nog; het klimaat is zo goed als onleefbaar. Er is dus geen enkele toekomst: wanneer al de conserven op zijn en de laatste mens zijn medemens heeft opgegeten, is er niets meer. Ja, veel bleker dan dat kan het natuurlijk niet en veel valt daarover ook niet te filosoferen.

    Voor mij was dat de grote teleurstelling van dit boek. Ik heb destijds vele honderden sciencefictionverhalen verslonden waarvan de meeste zich afspelen in een dergelijke wereld. Het is hetzelfde thema als Robinson Crusoe: een eenzame overlevende in een vijandige wereld, verstoken van alle vertrouwde beschavingselementen. De vraag is wat je met dat thema doet. Sciencefiction is niet zomaar what if? Het verhaal moet een functie hebben, moet ons iets leren over de mens. De boodschap die we hier krijgen is: de wereld kan vernietigd worden (maar we vernemen niet hoe of waarom dat is gebeurd); de mens kan niet overleven als al het andere leven vernietigd is. Dat is zo evident dat het me niet de moeite lijkt om daarover een boek te schrijven, zeker niet als er nergens een spoor is van een oplossing: hoe kunnen we vermijden dat de wereld vernietigd wordt? Hoe kunnen we overleven na de Apocalyps?

    De gevaarlijke tocht van een vader met zijn zoontje is een ontroerend thema, maar dat ouders van hun kinderen houden is algemeen geweten, ook dat is geen verrassende boodschap. Het is dan ook een verhaal zonder evolutie in de karakters, zonder zingeving, zonder opening naar de toekomst. Het is gewoon een horrorverhaal, maar met literaire ambities.

    Het ontbreekt dit boek aan echte menselijke diepgang. De nadruk ligt op de gruwel, het geweld en de gedetailleerde beschrijving van het kleurloze, levenloze decor, maar dat is al zo vaak en niet zelden beter gedaan. Wat McCarthy met de taal doet is misschien wel spectaculair, maar taal zonder inhoud is de slechtst denkbare poëzie. Woorden alleen kunnen ons niet boeien, er moet ook iets verteld worden, als het kan iets belangrijks, iets dat we nog niet wisten of iets waar we niet genoeg aandacht aan besteden.

    Naar mijn aanvoelen is McCarthy daarin niet geslaagd. Dat gebrek wordt niet goedgemaakt door gekunstelde zinnen als deze:

    It was snowing again, soft flakes drifting down out of the blackness. He dozed in the wonderful warmth. The boy’s shadow crossed over him. Carrying an armload of wood. He watched him stoke the flames. God’s own firedrake. The sparks rushed upward and died in the starless dark. Not all dying words are true and this blessing is no less real for being shorn of its ground.

     

    Ik vermeld nog dat het boek zeer goed onthaald is door omzeggens alle commentatoren en verscheidene prijzen heeft gewonnen, waaronder de belangrijke Pulitzer Prize for Fiction in 2007. Verlaat je dus maar niet al te zeer op mijn nogal afwijkende mening.




    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    24-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gratis boek!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Al een hele tijd ben ik aan het denken: wat zou ik eens kunnen doen voor mijn lezers, om ze te danken voor hun voortdurende belangstelling?

    Eerst dacht ik aan een maandelijkse geschenkbon voor boeken of Cd’s of Dvd’s. Maar hoe leg je dat aan boord? Het heeft geen zin om iedereen te laten mailen, dat geeft jullie en mij allicht een hoop werk. Ik wens ook de privacy van mijn lezers te respecteren, men hoeft zich niet bekend te maken om mijn Kroniek te mogen lezen. Een ander probleem is de selectie: hoe pik je iemand uit de kandidaten? De onschuldige kinderhand, of een schiftingsvraag? Problemen, problemen…

    Na nog wat nadenken kwam ik tot dit voorstel.

    In principe elke maand bied ik een bepaald boek gratis aan, verzendingskosten in België en Nederland inbegrepen. Zo beperk ik meteen al het aantal geïnteresseerden: wie het boek niet wil, wacht een volgende gelegenheid af. Je kan ook maar één keer een boek winnen, dat lijkt me fair.

    Wie belangstelling heeft kan me mailen, gedurende 14 dagen en antwoorden op een vraag waarop het antwoord (ook) ergens in mijn Kroniek staat, in een van de recentere teksten. Na de afgesproken periode van 14 dagen bekijk ik de antwoorden en indien er meer dan één goed antwoord binnenkwam, steek ik de namen in een hoed en trek daaruit de winnaar (M/V); die krijgt dan een mailtje met het verzoek om zijn of haar adres mee te delen, zodat ik het boek kan opsturen. Wie dat liever doet, kan het ook altijd komen halen, natuurlijk, dan krijg je nog een koffie toe.

    Laten we beginnen met de pocketuitgave van Slow Man (2005) van J.M. Coetzee, winnaar van de Nobelprijs voor literatuur. Het is een nieuw en ongelezen exemplaar. Lezers die het Engels niet machtig zijn hoeven zich niet meteen benadeeld te voelen, binnenkort bied ik zeker een Nederlandstalig boek aan.

    De vraag luidt: delen van Elizabeth Costello (2003) van J.M. Coetzee verschenen al eerder onder een andere titel. Welke?

    Antwoorden via mail graag binnen voor donderdag 8 juli 2010 aan

    Karel D'huyvetters




    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    11-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Conan Doyle & George Edalji
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    De Britse auteur Julian Barnes is mijn tijdgenoot: hij is drie dagen na mij geboren in 1946. Ik las van hem Nothing To Be Frightened Of, klik hier voor de bespreking en een verwijzing naar mijn bespreking van zijn roman Staring At the Sun: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=143316.

    In 2008 verscheen van hem een kortverhaal, klik hier voor de volledige tekst: http://entertainment.timesonline.co.uk/tol/arts_and_entertainment/books/article5244889.ece

    Ik kocht enkele jaren geleden in de ramsj zijn boek Julian Barnes, Arthur and George, 360 pp., J. Cape, 2005, een mooie ‘retro’ uitgegeven hardcover voor weinig geld. Om een of andere reden heb ik die toen niet onmiddellijk gelezen. Enkele dagen geleden wou ik eens wat anders dan filosofie en geschiedenis lezen en mijn oog viel op Barnes’ boek.

    Het duurt even voor je het door hebt, maar de Arthur in de titel is de overbekende auteur Sir Arthur Conan Doyle (1859-1930), de man die Sherlock Holmes en Watson creëerde maar nog veel andere werken schreef. George Edalji is ook een figuur uit het reële leven: hij was een solicitor, iets tussen een advocaat en een notaris in Engeland, die in 1903 ten onrechte veroordeeld werd voor een reeks vreemde aanslagen op vee in zijn geboortedorp. Conan Doyle nam zijn verdediging op zich en slaagde erin om de veroordeling ongedaan te maken.

    Julian Barnes heeft zich vastgebeten in dit voorval. Hij zocht de historische bronnen op, de originele documenten van de rechtszaak en de vele krantencommentaren. Op basis daarvan heeft hij deze roman geschreven, die de gebeurtenissen getrouw volgt en vele documenten letterlijk citeert. Maar het is in de eerste plaats een roman en het leest ook zo. Barnes heeft zich helemaal in de stijl van de tijd ingewerkt. Soms leest het boek als een Sherlock Holmes-verhaal, soms als een roman uit de Victoriaanse tijd, die officieel eindigde met de dood van Queen Victoria in 1901, maar nog een hele tijd nadien kenmerkend en zelfs bepalend was voor de Britse en West-Europese levenshouding.

    Het boek heeft dus iets van een pastiche, een nabootsing van iets anders. Dat kan leuk zijn, als het goed gedaan is; je kan dan de handigheid en vindingrijkheid van de auteur bewonderen in zijn imitatie van iets dat je kent. Maar het blijft altijd een nabootsing. Op de zwakste momenten, waarbij er meer sprake is van slaafs navolgen van het voorbeeld, krijg je ook de nadelen van het Victoriaans origineel: de langdradigheid, de (valse!) preutsheid, de fascinatie voor rang en stand, de uitgesponnen karakterbeschrijving, de verdrongen seksualiteit…

    Julian Barnes is een uitstekend auteur. Dat blijkt ook hier weer. Hij is in ongetwijfeld zijn opzet geslaagd, con brio zelfs. Persoonlijk heb ik het echter niet zo voor dit procedé, het heeft iets onechts, iets artificieels. Men is als auteur én als lezer teveel met de vorm bezig. Je beoordeelt de auteur voortdurend op zijn succes als pasticheur. Dat is overigens niet eenvoudig, want wie is er nu echt vertrouwd met de Victoriaanse literatuur? Ik beken: ik heb nog nooit iets gelezen van Sir Arthur, geen enkel Sherlock Holmes-verhaal.

    Gelukkig is Barnes ook zichzelf gebleven. Voor het grootste gedeelte is het boek gewoon een uitstekend verhaal, vlot geschreven, met veel aandacht en sympathie voor de nevenfiguren. Slechts hier en daar zijn die te schematisch en karikaturaal om levensgetrouw te zijn. Dat dit gevaar voor bouffonnerie aanwezig is, blijkt uit de talrijke pastiches die er op Sherlock Holmes gemaakt zijn, vooral in de film. Blijkbaar voelt men aan dat de Victoriaanse samenleving enkel nog als een parodie met enig succes kan gebracht worden in onze tijd. Barnes heeft met dit boek bewezen dat het ook anders kan. Het is een literaire krachttoer, een tour de force, die slechts zeer af en toe iets te geforceerd overkomt.

    Zeker op rijpere leeftijd was Conan Doyle heel sterk geïnteresseerd in het typisch Victoriaanse spiritisme. Dat blijkt ook uit verscheidene van zijn werken. Voor mij was dit aspect, dat Barnes niet uit de weg gaat, het minst boeiende. Het heeft me altijd verbaasd dat verstandige, welopgeleide mensen zich ernstig met dergelijke onzin kunnen bezighouden, terwijl er zoveel andere en meer boeiende en geloofwaardige benaderingen zijn van de wereld. Onlangs ontmoette ik een vooraanstaand fysicus die me toevertrouwde dat hij, samen met enkele collega’s, bezig was met een onderzoek naar de invloed van de hemellichamen op ons leven; dat noemt men gemeenzaam horoscopen. 

    Nu ben ik de laatste om te ontkennen dat bijvoorbeeld de zwaartekracht van de ons omringende planeten en vooral van de maan een invloed heeft op de aarde. De zon bepaalt zelfs ál het leven. Maar ik sta wel perplex als bona fide wetenschappers de constellatie van de hemellichamen in concreto willen toepassen op de levensloop van individuele mensen. Er zijn, meen ik, zoveel andere factoren waarvan we weten dat ze echt belangrijk zijn en waarvan we nog lang het fijne niet weten. Persoonlijk vind ik dan dat we ons ten minste voorlopig beter volop daarop kunnen concentreren.




    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    11-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niet te pruimen: psilosofie van John Searle
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    John Searle (°1932) is een bekend Amerikaans filosoof, verbonden aan de University of California, Berkeley. Ik las van hem onlangs Mind. A Brief Introduction, 224 pp., Oxford UP, 2004. Het was een ervaring die gemengde gevoelens heeft opgeleverd. Het boek is gebaseerd op een cursus die de auteur herhaaldelijk heeft gegeven aan de universiteit en waarin hij zijn basisopvattingen uiteenzet. Het eerste gedeelte handelt hoofdzakelijk over het bewustzijn en dat viel best mee. Maar vanaf pagina 112 begint hij een uiteenzetting over intentionaliteit en dat is, om het nog zacht uit te drukken, niet te pruimen. Ik heb in Leuven lang geleden ook dergelijke cursussen gekregen en ik had toen ook de grootste moeite om mijn aandacht bij de les te houden.

    Searle bezondigt zich aan een systeem dat typisch is voor een bepaald slag van filosofen. Dat gaat als volgt. Hij vertrekt van de realiteit, onze dagelijkse omgang met elkaar en de dingen. Vervolgens brengt hij die onder in een systeem en geeft hij aan elk aspect dat hij onderscheidt een geleerde naam. En dan is hij vertrokken voor een bespreking, niet van de realiteit, maar van de namen die hij heeft gegeven aan die aspecten van de realiteit, de abstracte concepten en begrippen die hij net heeft ontdekt en de wijze waarop ze met elkaar verbonden zijn en van elkaar verschillen. Na enkele paragrafen heb je geen idee meer waarover hij het heeft.

    Ik noemde dat destijds als student ‘psilosofie’, van het Grieks psilos, leeg, brak, onvruchtbaar. Een lezer zoals ik en ongetwijfeld ook generaties van studenten hebben daar absoluut niets aan. Ze leren het in het beste (of slechtste) geval van buiten en debiteren het voor de prof en vergeten het dan zo vlug mogelijk, wat hen overigens nauwelijks enige moeite kan kosten. Een goed geheugen is een weldaad, maar ook kunnen vergeten heeft zo zijn positieve kanten.

    Ik weet het: wie ben ik om een oordeel te vellen over een beroemde filosoof? Wel: ik mag denken en zeggen en zelfs schrijven wat ik wil, zolang ik eerlijk ben met mezelf. Je kan voor mijn part ook altijd de proef op de som nemen en zelf het boek lezen, het is niet eens erg dik.

    Ik had in mijn onschuldige overmoed nog een tweede, meer recent boek van hem meegebracht uit de bibliotheek van het Hoger Instituut Wijsbegeerte in Leuven: Making the Social World. The Structure of Human Civilization, 207 pp., Oxford UP, 2010. Ook hier was ik aangetrokken door de titel en de inleiding, die een uiteenzetting beloofde van wat onze beschaving is, hoe ze zich verhoudt tot de fysieke wereld en tot ons bewustzijn. Maar hier begonnen de moeilijkheden al vanaf het eerste hoofdstuk. Weer ‘vertaalt’ de auteur de realiteit in geleerde woorden (wat dacht u van een bladzijden lange analyse van het verschil tussen intentionaliteit en intensionaliteit?) en systemen, die hij dan omstandig analyseert, synthetiseert enzovoort, tot je zinnen te lezen krijgt die zo vol staan met abstracte begrippen dat je om den drommel niet meer kunt bevroeden wat de auteur nu aan het zeggen is en waarover. Ik ben er dan ook maar mee gestopt na een dertigtal bladzijden. Ik moet een beetje aan mijn hart denken, weet je wel. Een bijkomende reden voor mijn opgave was de lettergrootte waarin deze hardcover gezet is, of liever het totale gebrek daaraan. Het is onbegrijpelijk dat een instelling als OUP een tekst van deze bescheiden omvang nog meent te moeten samendrukken op overvolle bladzijden en in letters die je met een vergrootglas moet lezen.

    Ik vraag me eerlijk af voor wie deze boeken geschreven zijn. Ofwel ben je zelf professioneel filosoof en gespecialiseerd in deze materie en in dat geval heb je aan deze elementaire teksten niets, neem ik aan: je weet het al of je weet het beter. Ofwel ben je een leek en dan is dit onverteerbaar, onleesbaar, zonder meer. Niet zomaar moeilijk, maar pure, onversneden nonsens en kletskoek. Het maakt me niet zozeer moedeloos als wel echt boos. Dit is een gevierd filosoof, ongetwijfeld een heel verstandig man, die echt wel veel weet, die zelfs originele gedachten heeft. En hij bestaat het om die deskundig de nek om te wringen door ze te verbergen achter kinderachtig jargon en onnozele pseudowetenschappelijkheid. Het moest verboden worden.

    Neem het van mij aan, lieve lezer: bespaar u de aggravatie en lees John Searle niet.

    In het Nederlands vond ik enkel een vroeg werkje van hem vertaald: Taalhandelingen: een taalfilosofisch essay. Spectrum, 1977. (Aula-boeken 592). Misschien vind je het nog ergens tweedehands: mocht dat zo zijn, koop het dan, als het niet meer kost dan enkele euro’s en vernietig het grondig, ik betaal alle kosten graag terug. Als je er de wereld geen dienst mee bewijst, dan doe je mij er in alle geval een groot plezier mee en dat is toch ook wat waard, niet?

     


    Categorie:ex libris
    Tags:filosofie
    23-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boekendag 2010
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    23 april is een speciale dag voor boekenliefhebbers. 

    Ons verhaal begint in Catalonië. Daar was het sinds de middeleeuwen de gewoonte dat de mannen op die dag rode rozen schonken aan hun geliefde (vrouw). 23 april is het feest van Sint-Joris, die van de draak. Er is weinig reden om aan te nemen dat hij of de draak werkelijk bestaan hebben, maar dat belet niet dat hij sinds de zesde eeuw een van de meest populaire heiligen in heel christelijk Europa is geweest. Ontelbaar zijn de verhalen en legenden, maar ook de gilden en religieuze of folkloristische verenigingen die naar hem werden genoemd, de kerken en steden die hem als patroon hadden. Vooral in Engeland was zijn feest een van de sociale hoogdagen van het jaar, zelfs na de reformatie, toen heiligenverering op een laag pitje werd gezet. 

    Hoe dan ook, in Catalonië bedachten de boekhandelaars in 1925 een handige commerciële campagne: in ruil voor de rozen zouden de dames aan hun geliefde (man) een boek geven: 23 april 1616 was immers de sterfdatum van Cervantes, de auteur van Don Quixote, natuurlijk. En zo geschiedde. Sindsdien verkoopt men in Catalonië op die dag alleen zo’n 400.000 boeken (naast 4 miljoen rozen…), ongeveer de helft van de jaarlijkse boekenverkoop in de streek.

    Toen de Unesco op zoek was naar een datum voor een dag gewijd aan het boek, viel hun keuze wegens die bestaande traditie en de wereldwijde bekendheid van Cervantes’ Don Quixote, bijna vanzelfsprekend op die dag. Sinds 1995 is 23 april derhalve Wereld boeken- en copyrightdag. Toevallig zijn er nog wat andere literaire connotaties voor die dag: (waarschijnlijk) de geboortedag én (zeker) de sterfdag van William Shakespeare, de sterfdag van Inca Garcilaso de la Vega en Josep Pla, de geboortedag van Maurice Druon, Vladimir Nabokov, Manuel Mejía Vallejo en Halldór Laxness. 

    Voor Shakespeare moeten we nog vermelden dat hij wel op 23 april geboren is in 1564 en gestorven in 1616, maar in de praktijk was zijn laatste uur toch niet op dezelfde dag als Cervantes: de kalenderhervorming van Gregorius (1582) werd in Engeland veel later ingevoerd dan in Spanje (lees hierover meer en klik hier: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=360) en zo komt het dat Shakespeare tien dagen voor Cervantes overleed, maar wel op dezelfde datum, volg je nog?

    Er is niet alleen een wereldboekendag, maar ook een wereldboekenstad: sinds 2001 duidt de Unesco elk jaar een stad aan die een jaar lang, van 23 april natuurlijk, die titel mag dragen; het begon (natuurlijk) in Spanje: Madrid (2001), dan Alexandria (2002), New Delhi (2003), Antwerpen (2004), Montréal (2005), Turijn (2006), Bogotá (2007), Amsterdam (2008), Beiroet (2009), Ljubljana (2010).

    Doe eens iets met een boek vandaag: lees er een, koop er een, ontleen er een, geef er een cadeau...



    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    20-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ex libris: een jaar boeken lezen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 28 april 2009 maakte ik het lijstje op van de boeken die ik in het jaar daarvoor gelezen en hier besproken had, klik hier als je het wil nalezen: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=294152.

    Tijd dus voor een nieuw jaaroverzicht. De volgorde is grotendeels die waarin ik de boeken gelezen heb. Als een titel je interesseert, gebruik dan de zoekfunctie om de bespreking  te vinden.

    Het zijn ongeveer evenveel boeken als vorige keer, zowat één per week en dat verbaast me een beetje, want er zitten enkele zeer dikke pillen bij, andere hebben mijn verstandelijke vermogens deerlijk op de proef gesteld, sommige hebben me weken lang intens bezig gehouden. Veel romans zal je niet vinden, zeker geen recente Nederlandse. De onderwerpen zullen mijn lezers niet verbazen, het is een weerspiegeling van de thema’s die me boeien, fascineren of tormenteren.

    Toen ik voor dit overzicht door mijn teksten van het voorbije jaar struinde, was ik zowaar zelf onder de indruk, zowel van het aantal teksten als van de lengte en de ernst van de meeste bijdragen. Als ik zie wat ik allemaal gelezen en geschreven heb, dan ben ik best tevreden over mezelf, ik heb mijn dagen niet in ledigheid gesleten en me evenmin opgehouden met beuzelarijen. Een mens kan veel slechter of minder doen dan dat. Als lezer kan je allicht beter vinden, maar er is ook veel dat je nergens anders zal aantreffen en al zeg ik het zelf, ik meen dat mijn teksten de vergelijking met andere publicaties gerust kunnen doorstaan. Onlangs was er nog een lezer die vond dat ik meer inhoud had dan sommige kranten; mijn spontane reactie was toen: dat is precies wat ik probeer te brengen: een ernstige culturele kwaliteitskrant zoals ik die zelf zou willen lezen, zonder intellectuele toegevingen; geen reclame, sensatie, sport, geen frivole of banale berichtgeving over mediafiguren. Ik moet natuurlijk alles zelf doen, alle teksten zijn origineel. Dat brengt met zich mee dat het een zeer persoonlijke selectie is, ik kan nu eenmaal niet alles lezen, weten, kennen of begrijpen, er is nog zoveel interessants of zelfs essentieels dat ik nog niet weet…

    Quod scripsi, scripsi en dat is al heel wat.

     

    M. De Tollenaere S.J., Een Philosophie van de Tijd. De functie van het subject in de tijdsstructuur volgens het hedendaags Thomisme, xxi + 218 blz., Leuvense Bibliotheek voor Philosophie 5, 1952.

    Jaap Kruithof Het Humanisme, 279 blz., EPO, 2001

    Christian Van Kerckhove (ed.), Grondslagen Vrijzinnig Humanisme, 275 blz., met bijdragen van Leo Apostel, Dirk Batens, Hubert Dethier, Jean Paul Van Bendeghem, Rudolph Boehm, Eddy Borms, Willy Coolsaet en Koen Raes

    Thomas S. Kuhn, The Structure of Scientific Revolutions, xiv + 212 pp., University of Chicago Press, 1962, 1996³.

    J. M. Coetzee, Elizabeth Costello, 233 pp., Viking, 2003

    Rik Pinxten, De strepen van de zebra. Voor een strijdend vrijzinnig humanisme, 220 blz., Houtekiet, 2007

    Spinoza als gids voor een vrije wereld. Libertas philosophandi, Cis van Heertum red., Amsterdam, 2008, 336 blz., geïllustreerd.

    Steven Nadler, Spinoza’s Ethics. An Introduction, Cambridge UP, 2006, xviii + 281 pp.

    William Trevor, The News from Ireland & other stories, 285 pp., 1986

    Paul Hazard, La pensée européenne au XVIIIe siècle. De Montesquieu à Lessing, 469 pp., Fayard, (1946) 1963.

    Gerard Walschap, Celibaat, 1963

    Herman Philipse (°1951), Atheïstisch manifest, 193 blz., 1995, 2005

    Marianne Joëls, Een zeepaardje in je hoofd. Over de rol van de hersenen van de conceptie tot de dood, 187 blz., Uitgeverij Bert Bakker, 2009³, ISBN 978 90 351 3360 0, € 17,95

    Andrew C. Fix, Prophecy and Reason. The Dutch Collegiants in the Early Enlightenment, xiii + 277 pp., PUP, Princeton, 1991

    Paul Hazard, La crise de la conscience Européenne, 1680-1715, x + 474 pp., Paris, 1935

    Leen Huet, Oud Papier, Atlas, Antwerpen-Amsterdam, 1998, 169 blz., ISBN 9025421563

    Ruth Rendell, End in Tears, A Wexford Novel, Crown, New York, 2005, 327 pp., hardcover

    Eugen Drewermann, God zonder omwegen. Gesprekken met Gwendoline Jarczyk, 184 blz., Averbode/Meinema, 1995, 96.

    Maarten Prak, Gouden Eeuw, Het raadsel van de republiek, uitg. SUN, 2002², 341 blz., gebonden, enkele zwart-wit afbeeldingen, literatuuropgave, noten, register; ISBN 90 5875 0485

    Jonathan Israel, Enlightenment Contested. Philosophy, Modernity and the Emancipation of Man 1670-1752, OUP, 2006, 2008 paperback, xxiv + 983 pp

    Ken Wilber, De Integratie van Wetenschap en Religie, 332 blz., Servire, 1998

    Catechismus van de Katholieke Kerk, 733 blz., 1993, 1995

    Patricia De Martelaere (red.), Het Dubieuze Denken. Geschiedenis en vormen van wijsgerig scepticisme. Met bijdragen van Tim Heysse, Dieter Lesage, Patricia De Martelaere, A.A. Derksen, Paul van Tongeren, Arjo Vanderjagt, Theo Verbeek, 230 blz., Kok Agora/Pelckmans, 1996.

    David Couzens Hoy, The Time of Our Lives. A Critical History of Temporality, xxi + 288 pp., MIT Press, 2009.

    Kai Nielsen, Philosophy & Atheism. In Defense of Atheism, 231 pp., Prometheus Books, 1985.

    Louise M. Antony (ed.), Philosophers without Gods. Meditations on Atheism and the Secular Life, xiii + 315 pp., Oxford UP, 2007.

    Jürgen Habermas & Joseph Ratzinger, Dialectiek van de secularisering. Over rede en religie, 86 blz., 2009, € 14,95

    J. L. Mackie, The Miracle of Theism. Arguments for and against the existence of God, Clarendon Press-Oxford, 1982, 268 pp.

    Godsdienst / Filosofisch bekeken, Paul Cortois e.a., red., 240 blz., Pelckmans, 2003

    Leszek Kołakowski, The Two Eyes of Spinoza and Other Essays on Philosophers, vii + 311 pp., 2004.

    Id., Religion. If there is no God… On God, the Devil, Sin and other Worries of the so-called Philosophy of Religion, 237 pp., OUP, 1982.

    Richard Dawkins, The Greatest Show on Earth. The Evidence for Evolution, ix + 470 pp., London, 2009, £ 10 amazon.uk

    J. L. Mackie, Ethics. Inventing Right and Wrong, 1977, 1990², Penguin Books, 249 pp., € 8, Amazon.UK

    Axel Liégeois, Waarden in dialoog. Ethiek in de zorg, 2009, 192 blz., LannooCampus, € 19,95

    William Trevor, Love and Summer, 212 pp., Viking, 2009, ong. € 17 (hardcover)

    Philosophers and God. At the Frontiers of Faith and Reason, J. Cornwell & M. McGhee ed., xxvii + 258 pp., 2009.

    Antony Flew (1923-), God, Freedom and Immortality. A Critical Analysis, 183 pp., Prometheus Books, 1984; vroeger gepubliceerd als The Presumption of Atheism, 1976

    Herman De Dijn, Spinoza. De doornen en de roos, 195 blz., Pelckmans-Klement, 2009. ong. € 20

    Michael Hunter & David Wootton (ed.), Atheism from the Reformation to the Enlightenment, viii + 307 pp., index of names, Clarendon Press, Oxford, 1992. £ 66. 

    R. Popkin, Scepticism in the Enlightenment, xiii + 192 pp., Kluwer, 1997

    David Sloan Wilson, Darwin’s Cathedral, 268 pp., Univ. Chicago Press, 2002, $ 14

    Jennifer Michael Hecht, Doubt. A History. The Great Doubters and Their Legacy of Innovation from Socrates and Jesus to Thomas Jefferson and Emily Dickinson, xxi + 551 pp., notes, bibliography, index, HarperOne, 2003, 2004 (paperback), $ 16,99, ongeveer € 16 (Proxis).

    Daniel C. Dennett, Freedom Evolves, 347 pp., bibliography, index, Penguin Books, 2003, £ 9,9

    Daniel Dennett, Consciousness Explained, xiii + 511 pp., appendices, bibliography, index, Little, Brown, 1991, nieuw $ 28.

    Susan Blackmore, The Meme Machine, xxi + 264 pp., with a forword by Richard Dawkins, references, index, Oxford UP, 1999  

    Cormac McCarthy (1933-), No Country for Old Men (2005)

    Harm Visser, Leven zonder God. Elf interviews over ongeloof, 192 blz., uitg. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 2003 € 15,50

    Floris van den Berg, Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox, 156 blz., bibliografie, noten, Houtekiet/Atlas, 2009, € 16,50

    Matthew Cobb, Generation. The Seventeenth-century Scientists Who Unraveled the Secrets of Sex, Life and Growth, xv + 333 pp., notes, bibliography, index, Bloomsbury, 2006. Eerder uitgegeven in het U.K als The Egg and Sperm Race. $ 24,95 


    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    01-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Trevor The Collected Stories
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is ongetwijfeld geen van mijn lezers ontgaan: William Trevor is mijn lievelingsauteur. Klik even hier, dan heb je een goed vertrekpunt voor alles wat ik hier al over hem schreef: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=340461.

    In zijn bibliografie vallen vooral de short stories op, hij heeft er een aanzienlijk aantal geschreven. Die verschenen hier en daar en werden dan gebundeld, meestal twaalf in een bundel en uitgegeven onder een eigen titel. In 1983 verscheen voor het eerst een verzameling van die verzamelingen, onder de titel The Stories of William Trevor, 799 pp., Penguin, 1992². Die uitgave is nog steeds tweedehands te vinden; een nadeel ervan is dat het lettertype van deze paperback nogal klein is en vanzelfsprekend ook dat je er enkel vindt wat voor 1983 verschenen is, namelijk de kortverhalen uit deze bundels:

            The Day We Got Drunk on Cake and Other Stories (1967)

            The Ballroom of Romance and Other Stories (1972)

            Angels at the Ritz and Other Stories (1975)

            Lovers of Their Time and Other Stories (1978)

            Beyond the Pale and Other Stories (1981).

     

    In dezelfde periode verscheen dan als hardcover The Collected Stories, viii + 1261 pp., Viking, 1992. Daarin staan de vijf reeds vermelde verzamelingen, aangevuld met:     

            The News from Ireland and Other Stories (1986)

            Family Sins and Other Stories (1990)

    en met vier kortverhalen die nog niet eerder in boekvorm waren verschenen. Ik kocht deze mooie uitgave onlangs via internet voor amper 6 £ tweedehands maar in nieuwe staat, de oorspronkelijke prijs was 20 £. Met verzendingskosten erbij ongeveer 18 euro. Er is ook een paperback versie, bij Proxis/Club kost die ongeveer 27 euro. Maar lees verder!

    Er is goed nieuws voor wie William Trevor niet kent Embarassed of nog geen van zijn bundels met kortverhalen heeft Crying or Very sad. Bij Penguin verscheen einde 2009 een nieuwe The Collected Stories, hardcover, twee volumes in een fraaie box, normaal voor 60 £ maar bij Amazon voor ongeveer 35 £, ongeveer 40 euro. Het is een luxe-uitgave. Naast alles wat in de Collected Stories van 1992 verscheen, zijn hierin ook deze vier latere bundels opgenomen:       

            After Rain (1996)

            The Hill Bachelors (2000)

            A Bit on the Side (2004)

            Cheating at Canasta (2007).


    Daarmee is de collectie up to date, althans wat de gepubliceerde bundels betreft. William Trevor is 80 en nog steeds actief. Ik vond op de website van The New Yorker nog een kortverhaal van 15 december 2008: The Woman of the House (je kan dat gewoon opvragen en afdrukken, 7 pagina’s) en wellicht zijn er in andere tijdschriften nog enkele verhalen van hem verschenen, die dan binnen afzienbare tijd weer gebundeld worden, dat hoop ik althans.

    Ik heb de laatste vier bundels natuurlijk al als afzonderlijke hardcovers gekocht bij verschijnen, maar ik zal moeilijk kunnen weerstaan aan de prachtig uitgegeven gift set van de verzamelde kortverhalen van november 2009. De vorige bundels kan ik bij gelegenheid altijd nog aan een goede vriend of vriendin cadeau doen…

    Deze uitgave is een unieke gelegenheid om de meer dan 130 kortverhalen van William Trevor goedkoop en in fraaie banden in huis te halen. Ik verzeker je dat je er geen seconde spijt zal van hebben.




    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    08-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.No Country for Old Men, Cormac McCarthy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was heel lang geleden dat ik nog een roman had gelezen uit de Engelstalige bestsellerslijsten. Hoe kan het ook anders? Er ligt zoveel interessants te wachten op mijn leestafel en er komen bijna elke week nieuwe dingen bij. Ik heb voor mezelf ook een lijstje gemaakt van klassiekers uit de wereldliteratuur die ik absoluut nog wil lezen voor ik doodga en dat is ook al la mer à boire.

    Onlangs sprak mijn jongste zoon me aan over de verfilming van het jongste boek van Cormac McCarthy (1933-), The Road. Ik heb vroeger zijn trilogie gelezen: All the Pretty Horses (1992), The Crossing (1994), Cities of the Plain (1998), met gemengde gevoelens. Zijn twee recente werken, No Country for Old Men (2005) en The Road (2006) had ik in huis, maar nog niet gelezen. Het eerste, No Country for Old Men is verfilmd in een regie van de gebroeders Coen in 2007 en kreeg een Academy Award; in de hoofdrollen Tommy Lee Jones, Josh Brolin, Javier Bardem. Zijn meest recente roman, The Road, is eveneens verfilmd, met Viggo Mortensen, Charlize Theron en Robert Duvall. Hij kwam in het najaar van 2009 uit en kreeg uiteenlopende kritieken.

    Dat was de aanleiding om toch maar aan No Country for Old Men te beginnen. Ik ben ook snipverkouden en wat grieperig en dat noodt niet echt tot zware lectuur.

    Het is een teleurstelling geworden.

    Vooreerst kan ik moeilijk overweg met zoveel bruut en willekeurig geweld. In dit boek vallen tientallen slachtoffers, de meeste in koelen bloede afgemaakt. Misschien wil de auteur door die overdosis aan geweld ons wakker schudden, maar dat heeft althans bij mij het omgekeerd effect gehad. Er is al genoeg geweld in onze wereld, het is helemaal niet nodig daarop nog de aandacht te vestigen.

    Bovendien ben ik het oneens met de voorstelling van zaken die de auteur geeft. Een van de hoofdfiguren, de koele maar gewelddadige moordenaar, is een soort Superman, maar dan van het Kwaad, Satan als robot. Hij staat in schril contrast met de rest van de menselijke soort, die wel emoties kennen en scrupules en morele beginselen. De auteur schetst een wereld waarin de zware misdaad een ‘normale’ vorm van economische activiteit is geworden, een aanvaarde manier van (snel en veel) geld verdienen. De misdadigers hebben geen enkel moreel besef, een mensenleven is van geen tel, moord is gewoon ‘opruimen’, zonder verpinken.

    Men maakt in de Verenigde Staten natuurlijk wat mee aan misdadige activiteiten, vooral rond de drughandel. Men zou de indruk kunnen krijgen dat de mensen die daarmee bezig zijn allemaal totaal gewetenloze moordmachines zijn. En toch heb ik daar mijn twijfels over. Ik kan niet geloven dat die mensen, want dat zijn het toch, niet weten dat ze een misdaad begaan als ze iemand vermoorden en dat hen dat totaal onverschillig laat, zoals de auteur het voorstelt.

    Neem nu de misdadigers die enige tijd geleden een vrouwelijke politieagent doodschoten en een andere zwaar verwondden toen ze betrapt werden bij een homejacking. Dat is een zeer zware misdaad en het lijkt wel of die criminelen nietsontziend te werk gingen, dat het geweld dat ze gebruikten niet in proportie stond met de diefstal van een auto. Maar ik weiger zelfs in dat extreem geval te geloven dat wij te maken hebben met een nieuwe vorm van misdaad, waarbij mensen zonder enige scrupule, zonder ernstige redenen en zonder emoties andere mensen afmaken.

    Ik kan dat alleen aannemen in het geval van psychopaten en andere geesteszieken, die door die stoornis niet in staat zijn tot normale menselijke gevoelens. Zeker, dergelijke misdaden gebeuren ook door koele, berekenende misdadigers, maar ik kan niet aannemen dat die zo moreel afgestompt zijn dat zij niet meer beseffen waarmee ze bezig zijn. Ik maak bezwaar tegen het beeld van de superintellectuele misdadiger die ook nog kunstkenner is en een gewiekst zaakvoerder. Het lijkt me onmogelijk dat iemand echt intelligent, een echte intellectueel is en tevens een moordmachine. Het is een contradictio in terminis, want wie zich echt een homo sapiens wil noemen, is niet in staat tot overdadig geweld als zakelijk middel om rijkdom te verwerven.

    Dat is wat me vooral heeft gestoord in dit boek. Naast de overdosis aan moorden zijn er nog andere verhaallijnen, maar die verdwijnen naar de achtergrond bij al het geweld. Wat de auteur via zijn personages vertelt over drugs, Vietnam en de andere Amerikaanse agressies, over ordehandhaving in het landelijke Amerika, over ouderdom en desillusie, over jong zijn en idealen, over verraad en trouw: het zijn niet meer dan clichés die er op geen enkel moment in slagen om een gore misdaadthriller tot literatuur te verheffen. Dat de film een Academy Award gekregen heeft, zal wel alles te maken hebben met onze fascinatie voor surrealistisch geweld in de film, waar moord meer een soort ritueel is geworden, een macaber ballet, waarmee we ons willen harnassen tegen het reële, normale, meestal passionele geweld dat blijkbaar onvermijdelijk is onder mensen, zoals de geschiedenis ons leert.

    Ik twijfel er sterk aan of boeken en films als deze ons in de goede richting doen evolueren. Zij lijken me veeleer bij te dragen tot de banalisering van het kwaad en het geweld en dat is wat we vooral moeten vermijden.



    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    26-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Trevor, Love and Summer, 2009
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Trevor, Love and Summer, 212 pp., Viking, 2009, ong. € 17 (hardcover)

    Mensen hebben zo hun rare trekjes en dat is met mij niet anders: homo sum, humani nil a me alienum puto, schreef Terentius (c. 190-159 voor onze tijdrekening) in ‘zijn’ toneelstuk ‘De zelfkweller’, dat wellicht/misschien een vertaling is van een gelijknamig stuk van Menander, eigenlijk Menandros, ca. -342–291. Ik vertaal voor u: ik ben een mens, niets menselijks is me vreemd.

    Een van die rare trekjes is dat ik sommige boeken die ik koop niet onmiddellijk lees, maar ze op mijn leestafeltje naast mij laat liggen, soms maanden lang. Dat doe ik niet zozeer met minder interessante werken, nee, het zijn precies de langverwachte werken van geliefde schrijvers die even blijven liggen. Een goed boek moet bij mij, als was het een goede wijn, eventjes kelder hebben. Enkele maanden weten dat het er is, vlak bij me, klaar om ervan te genieten, het even zo koesteren voor ik er op een begenadigd moment aan begin, als ik er klaar voor ben, als de tijd rijp is, als het juiste moment gekomen is. Ben ik de enige die dat doet?

    Gisteren was het dan zo ver voor het jongste boek van William Trevor, dat ik in de lente in voorpublicatie had besteld en dat in de nazomer uitkwam. Het is geen lijvig boek, de 212 bladzijden zijn gezet in een genereuze letter en met een luchtige bladspiegel, een genot voor het oog van een senior. Het is dus veeleer een novelle dan een ‘novel’, een roman. Ik heb het traag gelezen, genietend van elke trefzekere zin, van elk goedgekozen woord van de meester.

    Wat kan ik nog meer zeggen? Het heeft geen zin om je het verhaal na te vertellen. Het is, zoals bijna alle verhalen van Trevor, gesitueerd in Ierland, zijn geboorteland, in een landelijke omgeving, misschien in de periode tussen de beide wereldoorlogen. De ingrediënten zijn de lezers van William Trevor bekend: het sociale weefsel tussen individuen en families, niets menselijks is hem vreemd. Hij schildert de mensen en hun omgeving in zijn befaamde suggestieve stijl, geen woord teveel, maar toch met een fabelachtige rijkdom aan emoties, met die haarscherp geobserveerde details die een dorp, een provinciestadje, een boerderij, een verlaten landhuis voor je ogen toveren.

    William Trevor is nu 81. Onvermijdelijk kijk je dan uit naar tekenen van verval, van enige gemakzucht in het schrijven of het bedenken, naar stereotiepe uitdrukkingen of wendingen in de plot, naar clichés. Ik kan je meteen geruststellen: niets daarvan in dit late werk van de oude meester. Er is geen enkel moment dat hij niet boeit, intrigeert, overweldigt, verrast, aangrijpt en niet meer loslaat tot je de laatste zin hebt gelezen. Niets laat zich voorspellen, hij houdt zijn verholen geheimen in petto tot het laatst, er is geen greintje voorspelbaarheid in heel dit boek, behalve de mood, de gefilterde weemoed die over het verhaal hangt als een nauwelijks merkbaar glacis.

    Het thema dat alles doorgloeit is de zachte, ontredderende pijn van het verwachte afscheid, het verlies, het voorbijgaan van de mensen en de dingen. Dat is heel in het bijzonder zo voor Florian, het mannelijk hoofdpersonage, zullen we maar zeggen, hoewel hij eerder een indringende randfiguur is. Halverwege het boek kon ik me niet van de indruk ontdoen dat Trevor, zich ongetwijfeld diep bewust van zijn eigen vergankelijkheid, deze figuur met uiterste tederheid en heel veel liefdevol begrip heeft getekend met zorgvuldig verwerkte elementen uit zijn eigen ervaringen als schrijver op leeftijd.

    Toen ik de laatste bladzijde had gelezen en het boek met een traag gebaar sloot en voorzichtig naast me neerlegde, als om de betovering niet te verbreken, was ik danig aangedaan, niet alleen door het ontroerende verhaal, niet alleen door de aangrijpende ervaring van enkele uren in de onthutsende aanwezigheid van de personages die aan het brein van deze uitzonderlijke grootmeester van het verhalend proza ontsproten zijn, maar ook en misschien vooral door het knagende aanvoelen dat ook dit een afscheid zou kunnen zijn, dat er misschien geen volgende aflevering komt in de lange reeks van intense ontmoetingen met een begenadigd auteur, die in de loop der jaren als een intieme vriend is geworden. Mijn hart was vervuld van diepe dankbaarheid voor al de sublieme momenten van warme menselijkheid die hij mij zo vaak heeft vergund.

    Ik heb geen Nederlandse vertaling kunnen vinden. Op Wikipedia heeft Trevor zelfs geen pagina in het Nederlands, onbegrijpelijk. Wil je meer over hem weten, dan kan je hier op mijn blog terecht: klik hier: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=340461.

    Ook zijn volledige bibliografie in het Engels vind je hier: http://blog.seniorennet.be/kareldhuyvetters/archief.php?ID=452.




    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris
    10-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza, de doornen en de roos
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Herman De Dijn, Spinoza. De doornen en de roos, 195 blz., Pelckmans-Klement, 2009. ong. € 20

    Ik citeer uit de inleiding:

    De laatste jaren heb ik het genoegen gehad me weer heel intensief met de studie van Spinoza te kunnen bezighouden, niet alleen met mijn studenten (en collega’s) in Leuven, maar ook in Amsterdam (UvA, Spinozaleerstoel 2007) en in Boston-Cambridge (Harvard, Erasmus-lectureship 2009). Dat gaf me de gelegenheid mijn eigen inzichten, opgebouwd gedurende jaren, nog eens diepgaand te confronteren met de laatste, vooral Anglo-Amerikaanse studies over Spinoza.

    Al een tijd koesterde ik het verlangen eindelijk een Nederlandstalig boek over Spinoza te publiceren. En zo rijpte de gedachte om, in het licht van mijn hernieuwde reflecties, een aantal van mijn artikelen over Spinoza grondig te herwerken, en op die basis een boek samen te stellen dat het hele denken van Spinoza zou overspannen. Ik hoefde slechts één hoofdstuk volledig nieuw te schrijven (hoofdstuk 5), ironisch genoeg het hoofdstuk handelend over Spinoza’s opvatting over de menselijke geest en zijn drie kennissoorten – het onderwerp van mijn doctoraatsverhandeling van lang geleden.

    Meteen weet de aandachtige lezer dat dit inderdaad veeleer een bundeling is van eerder verschenen werk, van 1976 tot 2009, dan een grondige, zelfstandige, systematisch opgebouwde monografie. Inhoudelijk moet men derhalve niets nieuws verwachten, ondanks de vermelde herbewerking. Dergelijke recyclage heeft trouwens haar risico’s: door toevoegingen, weglatingen en aanpassingen allerhande gaat vaak het oorspronkelijke elan verloren en verzandt men als lezer in de verschillende tekstlagen van Spinoza zelf en van de oorspronkelijke tekst en de latere bewerking van De Dijn, die wellicht alleen voor de auteur of voor latere exegeten relevant of zelfs verstaanbaar zijn. Taal en stijl lijden immers niet zelden onder die manier van (her)schrijven. De Dijns Vlaamse afkomst is daarin trouwens ook nu onmiskenbaar aanwezig.

    De auteur blijft vanzelfsprekend trouw aan zijn bekende eigenzinnig ‘christelijke’ lezing van Spinoza, die niet door alle specialisten ter zake gedeeld wordt en die een inzicht in de toch al niet simpele basisgedachten van Spinoza’s filosofie vaak eerder bemoeilijkt dan verheldert. Spinoza’s eigen motto caute is hier zeker op zijn plaats: voorzichtigheid is geboden.

    Het is niet helemaal duidelijk voor wie deze bundel bedoeld is. Wie nog weinig of niets over Spinoza weet, doet er goed aan te beginnen met een biografie, meer bepaald het uitstekende Spinoza van Steven Nadler, dat ook in het Nederlands vertaald is (€ 17,50). Anderzijds zijn specialisten ongetwijfeld al meer dan voldoende vertrouwd met de vele bijdragen van Herman De Dijn over Spinoza om niet te zitten wachten op deze heruitgave.

    Het is voor de lezer in deze publicatie dus wel even zoeken tussen nogal wat doornen naar de elusieve roos van Spinoza zelf.




    Categorie:ex libris
    Tags:ex libris


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018
  • René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas (recensie)
  • Thomas van Aquino, Over het zijnde en het wezen (recensie)
  • What's in a name?
  • Spinoza: Ethica
  • Patrick Lateur (vert.), Goden. 150 epigrammen uit de Anthologia Graeca
  • Ter inleiding bij de tentoonstelling van Lut in De schuur van A, 9 september 2017
  • Paul Claes, SIC, mijn citatenboek
  • Facebook
  • De heilsstaat is niet voor morgen.
  • Paul Claes: Catullus, Lesbia (recensie)
  • het boerkini-verbod en de filosoof
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • Exit buxus
  • Terugblik
  • Een poging tot samenvatting
  • Leonard Cohen
  • De wraak van Jan met de pet
  • Foucaults slinger: naschrift ter correctie
  • En toch beweegt ze! Foucaults slinger.
  • Tentoonstelling
  • De rode draad
  • Avondlied
  • Afscheid van kerstmis
  • Spinoza: De Brieven over God
  • Spinoza: de Brieven over God
  • Keren Mock, Hébreu, du sacré au maternel, 2016 (recensie)
  • Geen visum voor vluchtelingen?
  • Rudolf Agricola (recensie)
  • Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)
  • De verlichting uit evenwicht? (recensie)
  • Godsdienst: macht of inspiratie?
  • 'En bewaar het geheim.' Intieme blikken van vrijmetselaars (recensie)
  • Lamettrie, Het Geluk (recensie)


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!