Foto
Categorieën
  • etymologie (74)
  • ex libris (57)
  • God of geen god? (170)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (239)
  • literatuur (40)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (225)
  • spreekwoorden (11)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    21-02-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13

    Over de Turkse dichter Nâzım Hikmet

    Hugo D’hertefelt
    Hasselt, juli 2021

    Intro

    In 2002 leerde ik het werk van Nâzım Hikmet kennen. Voordien had ik er nog nooit van gehoord. Het Hasselts Omroerkoor, waar ik tenor was (en nog ben), werkte toen mee aan de muziektheaterproductie ‘Mensenzee’, een initiatief van het Brussels Brecht-Eislerkoor.
    Scenarist en regisseur Vital Schraenen creëerde een in mekaar overlopen van gedichten, op muziek gezet door Guido Schiffer en gezongen door een vierstemmig koor, een tekst van Elvis Peeters over een Belgische vrouw en een Turkse zanger/politiek vluchteling, gebracht door actrice Machteld Timmermans met live gezongen en gespeelde intermezzo’s door de Turkse zanger Tanar Catalpinar met zijn groep Tan.
    Het was een intimistische hommage aan de Turkse dichter ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van zijn geboorte en het door de UNESCO uitgeroepen jaar van Nâzım Hikmet. Hele mooie herinneringen heb ik eraan.    

    Maar wie was die Hikmet eigenlijk?

    Leven

    Afkomst en jeugd
    Nâzım Hikmet is geboren in 1902 in Thessaloniki, toen nog deel van het Ottomaanse Rijk. Zijn vader was daar ambtenaar. Langs vaderszijde is hij van Turkse afkomst. Langs moederszijde stamt hij uit een zeer kosmopolitische familie met Duitse, Poolse en Georgische vertakkingen. Hij groeit op in de hogere Ottomaanse kringen en raakt door zijn opvoeding vertrouwd met de klassieke Ottomaanse en Franse literatuur. In het begin van de Eerste Wereldoorlog zit hij  op een prestigieuze middelbare school. Daarna gaat hij naar de Ottomaanse Marineschool. In 1919 wordt hij ernstig ziek en van verdere dienst ontslagen.

    Verzet
    In november 1918 bezetten de geallieerden Istanbul en een jaar later bezet Griekenland Izmir. In Anatolië komt het verzet op gang. Nâzım sympathiseert met de verzetsbeweging die onder de leiding staat van Mustafa Kemal (de latere Atatürk). In 1921 slaagt hij erin om samen met een vriend uit Istanbul weg te geraken. Bij een oponthoud in het kustplaatsje Inebolu ontmoet hij Turkse Spartakisten en komt hij in contact met het marxisme. Tijdens hun wekenlange voetreis naar Ankara, in het midden van de winter, leert Nâzım Hikmet de leefomstandigheden van de plattelandsbevolking van Anatolië kennen. Als ze op het hoofdkwartier van de verzetsbeweging in Ankara aankomen, krijgen ze van Mustafa Kemal de opdracht een gedicht te schrijven om Turkse vrijwilligers in Istanbul en elders tot de strijd op te roepen. Het gedicht slaat aan en ze krijgen een aanstelling als leraar in een middelbare school in Bolu in plaats van als soldaat naar het front te worden gestuurd, wat ze hadden gehoopt. De sfeer in de school is echter heel conservatief en strookt niet met hun communistische sympathieën.

    Naar de Sovjet-Unie
    Nâzım Hikmet en zijn vriend besluiten naar de Sovjet-Unie te gaan. Eind september 1921 zijn ze in Batoemi in de Georgische socialistische sovjetrepubliek. Van daar reizen ze verder naar Moskou, waar ze in juli 1922 aankomen. Hikmet studeert er politieke economie en sociologie. Hij maakt zich de marxistisch-leninistische ideologie eigen. Ze geeft hem een algemeen politiek kader waarmee hij de armoede van het Anatolische platteland kan plaatsen en ze biedt hem hoop op verandering. In Turkije wordt hij bij verstek veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf omwille van zijn communistische sympathieën.

    Terug naar Turkije
    In 1928 keert hij illegaal terug naar Turkije. Er worden verschillende processen tegen hem ingespannen, die meestal uitlopen op vrijspraak na een periode van voorarrest. Hij laat zich echter niet intimideren en sluit zich aan bij de oppositionele literaire kringen in Istanbul.

    Gevangenis
    In januari 1938 wordt hij geheel onverwacht opgepakt wegens het aanzetten van militairen tot ongehoorzaamheid. De straf is buiten elke proportie: vijftien jaar. In juli 1938 wordt hij opnieuw van iets dergelijks beschuldigd. De militaire rechtbank legt hem twintig extra jaren gevangenisstraf op. De totale straf wordt teruggebracht tot 28 jaar. In de gevangenis zit hij niet stil. Met vertaalwerk en handenarbeid (o.a. weven) voorziet hij in het levensonderhoud van familie en vrienden. En hij werkt gestaag aan een oeuvre zoals blijkt uit de getuigenis van een medegevangene:

    ‘De dichter wipte bij elke cel van de gevangenis even naar binnen; hij luisterde naar iedere gevangene die iets vertelde, of het nu een bedreven of een onbeholpen verteller was. Dan vroeg hij de eerste de beste om pen en papier en begon te krabbelen. Plotsklaps sprong hij op en snelde naar zijn kamer. Daar zat hij dan uren achter elkaar op zijn typemachine gedichten te tikken.’

    Cause célèbre
    In 1949 ontstaan in binnen-en buitenland campagnes om Nâzım Hikmet vrij te krijgen. Hij wordt een cause célèbre van de intellectuele gemeenschap wereldwijd. Hij krijgt de steun van beroemde filosofen, schrijvers, schilders en zangers zoals Albert Camus, Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir, Pablo Picasso, Paul Robeson en Yves Montand. Tevergeefs.

    Op 8 april 1950 begint hij een hongerstaking om zijn vraag tot amnestie kracht bij  te zetten. Twee weken later moet hij die onderbreken wegens ernstig ziek. De arts die hem behandelt vraagt een opname in een ziekenhuis voor drie maanden maar dat wordt geweigerd. Uiteindelijk stopt hij zijn hongerstaking op 2 mei. Er ontstaat een enorme beroering in heel het land. Zijn moeder en verschillende Turkse dichters beginnen ook een hongerstaking. Die eindigt op 19 mei, enkele dagen na de verkiezingen die door de regerende partij zwaar wordt verloren.

    Middels een algemene amnestiewet van de nieuwe regering komt hij eindelijk vrij op 15 juli 1950. Veel rust is hem niet gegund. Het is de periode van de Koude oorlog, Turkije maakt deel uit van de NAVO, het anticommunisme viert hoogtij. In maart 1951 krijgt hij, 49 jaar oud en met een zwakke gezondheid, een oproep voor keuring voor militaire dienst.

    Weer naar de Sovjet-Unie
    In juni 1951 ontvlucht hij Turkije. Via Roemenië gaat hij naar de Sovjet-Unie. Het kost hem het Turkse staatsburgerschap. Moskou is echter niet meer als dertig jaar geleden en dat stelt hem teleur. Zijn oude vrienden zijn verdwenen, in artistieke kringen hoor je de namen Majakovski en Meyerhold niet meer. De persoonlijkheidscultus rond Stalin zint hem niet. Hij moet goed op zijn woorden en daden letten. Hij zet zich in voor de Wereldvredesraad en is in 1956 zelfs lid van het bestuur.
    Anderhalf jaar voor zijn dood schrijft Hikmet een gedicht waarin hij, zonder hem te noemen, afrekent met Stalin. Het is een opstapje naar zijn werk en geeft een idee van de dichtvorm waar hij mee experimenteert. Het gedicht heeft geen titel.

    hij was van brons van steen van gips van papier van één centimeter tot
                                                                                                zeven meter hoog
    wij zaten op alle pleinen van onze steden onder de laarzen van brons van
                                                                                                steen van gips van papier
    in de parken viel zijn schaduw van brons van steen van gips van papier over
                                                                                                de bomen
    in de restaurants weekte zijn snor van brons van steen van gips van papier
                                                                                                in onze soep
    in onze kamers werden we streng aangekeken door zijn ogen van brons van
                                                                                                steen van gips van papier
    op een ochtend was hij verdwenen
    zijn laarzen waren verdwenen van onze pleinen
                zijn schaduw van onze bomen
                    zijn snor uit onze soep
                       zijn ogen uit onze kamers
    het gewicht van tonnen brons steen gips en papier is ons van de borst
                                                                                                             gevallen   

    Op 3 juni 1963 overlijdt Hikmet aan een hartinfarct. Hij ligt begraven in Moskou op een begraafplaats voor prominenten.
    In 2009 krijgt hij postuum zijn Turks staatburgerschap terug. Zijn wens, uitgedrukt in het gedicht Testament, is tot nu toe niet vervuld.

    Vrienden, als ik die dag niet meer zie,
    als ik sterf voor de bevrijding,
    breng me dan naar Anatolië
    en begraaf me daar op een kerkhof in een dorp


    Werk

    Jeugd
    De liefde voor de poëzie krijgt hij mee van zijn grootvader, die zich intensief bezighoudt met de mystieke islamitische poëzie en zijn kleinzoon aanmoedigt om gedichten te schrijven. Maar Nâzım komt ook in aanraking met de moderne Turkse poëzie, want de grootste dichter van die tijd, Yahya Kemal, de geliefde van Nâzıms moeder, is zijn geschiedenis- en literatuurdocent en hij komt bij hen aan huis. Als leermeester van de jonge Hikmet zal hij in 1918 het eerste gedicht van zijn leerling uitgeven. De jeugdgedichten van Hikmet zijn geschreven in de turbulente periode van de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende bezettingsjaren van het Ottomaanse Rijk.

    Moskou - Turkije - Moskou
    Later in Moskou leert hij de experimentele kunstuitingen kennen die toen opgang maakten: het toneel van Stanislavski en Meyerhold, de futuristische avant-gardepoëzie van Majakovski (hij imiteert diens trapvormige verzen) en anderen. Het is het begin van de jaren 1920, het Russisch modernisme beleeft zijn gouden jaren. Het is een leerschool voor Hikmet.
    Terug in Turkije publiceert hij gedichten deels onder eigen naam, deels onder een pseudoniem. De klassieke versmaat is hem al gauw te eng; hij zoekt nieuwe vormen op, sterk beïnvloed door het futurisme van de jonge Sovjetdichters.

    ‘835 Regels’
    In 1929 verschijnt zijn eerste dichtbundel 835 Regels. Zowel naar vorm als naar inhoud is die een revelatie in de Turkse literatuur. In ‘De mooiste van Hikmet’staan enkele gedichten uit die bundel. Qua vorm is net of je Van Ostaijen leest. De drang om de Turkse literatuur te vernieuwen wordt hem niet in dank afgenomen. Hij krijgt van alle kanten kritiek, maar hij trekt zich daar niets van aan en werkt onverdroten verder aan een eindeloze reeks van innovatieve gedichten, toneelstukken en filmscenario’s.
    Hij wordt de charismatische leider van de Turkse avant-garde.

    Politieke thema’s in een poëtische vorm
    In de jaren 1930-1935 ontstaan enkele langere gedichten. Giacondo en Si-Ya-U gaat over een Chinese revolutionair, Waarom heeft Benerci zichzelf gedood? over de strijd van de Indische communisten tegen het Britse imperialisme en Brieven aan Taranta Babu over het fascisme in Italië, het eerste werk dat in het Westen wordt gepubliceerd, namelijk in het blad Commune van de surrealistische dichter Louis Aragon. De werken bevatten proza, dialogen en lyrische stukken. Ze vallen op door een intense dynamische en dramatische opbouw, schrijft Mehmet Emin Yıldırım in de inleiding tot ‘De mooiste van Hikmet’.

    Het epos van Sjeik Bedreddin
    In de veertiende eeuw evolueert de theoloog sjeik Bedreddin, aanvankelijk een orthodoxe islamgeleerde, naar een onorthodoxe variant van de islam, het soefisme. Hij verricht zendingswerk onder het volk en houdt preken die zijn gebundeld en bekend geworden onder de naam ‘Ingevingen’. Als hij propaganda begint te maken voor het collectieve bezit in Anatolië, verbant de Osmaanse sultan hem naar de uiterst westelijke grens van het toenmalige Osmaanse rijk. Daar legt hij contact met twee leiders van een grootschalige boerenopstand. Aan die opstand nemen tienduizenden christelijke, islamitische en joodse Turken deel. De opstand wordt echter hardhandig en wreed de kop ingedrukt. Na een tweede poging tot opstand worden Bedreddin en zijn kameraden zonder pardon opgehangen.

    Tussen de strijd van sjeik Bedreddin en die van Nâzım Hikmet bestaan overeenkomsten. Sjeik Bedreddin voert een gewapende strijd tegen een autoritair en aristocratisch regime. Hikmet voert een pennenstrijd tegen het autocratische regime van de Turkse Republiek. Beiden moeten boeten voor hun opstandigheid; Bedreddin wordt opgehangen, Hikmet moet lange tijd in gevangenschap en uiteindelijk in ballingschap.

    In het verhaal over de wederwaardigheden van Bedreddin is de dichter Nâzim Hikmet een van de volgelingen van de sjeik. Een ooggetuige dus. In veertien genummerde hoofdstukjes, waarin poëzie en proza elkaar afwisselen, vertelt hij over wat hij ziet en meemaakt, over alle betrokken partijen: de sultan en zijn zonen en dienaren die in weelde leven, de arme bevolking die honger lijdt op de uitgedroogde aarde, de leidende kameraden die voortdurend op de vlucht zijn en zich uiteindelijk verzamelen met tienduizenden in het Dwaze Bos, waar de soldaten van de sultan hen in de pan hakken.
    Dit is het laatste hoofdstukje van het epos.

    Gestaag daalt de regen,
    angstig
    zachtjes
    als een gesprek tussen verraders.

    Gestaag daalt de regen,
    als het gedraaf van witte en blote voeten
    van afvalligen over de natte en donkere aarde.

    Gestaag daalt de regen,
    op de warenmarkt van Serez,
    tegenover de winkel van een kopersmid,
    hangt mijn Bedreddin aan een boom.

    Gestaag daalt de regen.
    Het is een laat en sterrenloos uur van de nacht.
    En het spiernaakte vlees van mijn sjeik
    dat schommelt aan een kale tak
                                  is nat van de regen.

    Gestaag daalt de regen.
    De markt van Serez is stom,
    de markt van Serez is blind.
    In de lucht het vervloekte verdriet van niet-spreken,
                                                                                      van niet-zien.
    En de markt van Serez heeft de handen
                                                                   voor het gezicht geslagen.

    Gestaag daalt de regen.

    Mensenlandschappen
    Tijdens zijn gevangenschap werkt hij aan een Epos van de bevrijdingsstrijd,dat hij in 1941 voltooit. Ondertussen is hij begonnen aan een nog grootser opzet, Mensenlandschappen. Hij zal er meer dan twintig jaar aan werken. Aanvankelijk was het een kleinschaliger project, een ‘Encyclopedie van beroemdheden. Daarover zegt hij:

    ‘De helden van mijn Encyclopedie waren niet generaals, sultans, gerenommeerde geleerden, kunstenaars of schoonheidskoninginnen, moordenaars noch miljardairs, maar arbeiders, boeren en handwerkslieden wier roem nooit doordrong tot buiten de fabrieken, werkplaatsen, dorpen en arbeidersbuurten.’
    (Een parallel met wat Louis Paul Boon beoogde met zijn Geuzenboek)

    Uiteindelijk wordt het een vijfdelig werk bestaande uit zeventienduizend versregels. Het waren er meer, want veel is verloren gegaan. Stukken en brokken tekst moesten de gevangenis uit gesmokkeld en werden later niet altijd teruggevonden. Hikmet werkt nog vele jaren aan Mensenlandschappen, maar het zal niet helemaal afgeraken.

    Het is een geheel van verhalen, gesprekken, levensbeschrijvingen, oorlogshandelingen, historische figuren en gebeurtenissen, een grote diversiteit aan mensen en situaties en ook een diversiteit aan feitelijke en poëtische elementen.
    Boeken een en twee spelen zich allebei af op een trein die vertrekt vanuit het station Haydarpaşa te Istanbul. Op de eerste zitten arme mensen en, in de derdeklaswagon nummer 510, politieke gevangenen waaronder Halil, het alter-ego van Hikmet. Op de tweede, de Anatolïe-expres naar Ankara, zitten in de restauratiewagen een hoge ome, een ‘twee sterren en balken’ (een militair dus), een ondernemer, een volksvertegenwoordiger-arts en een fabriekseigenaar. In contrast met de gesprekken van die begoede lui vertelt ook het personeel van de restauratiewagen verhalen aan mekaar. Het derde boek speelt zich af in het ziekenhuis waar Halil is opgenomen. Het vierde boek is opgebouwd rond oorlogshandelingen in de Tweede Wereldoorlog met afwisselend droomachtige sequensen

    Ik lig languit op de bodem van de Atlantische Oceaan, meneer,
                                     leunend op mijn elleboog
                                         op de bodem van de Atlantische Oceaan.
    Ik kijk naar boven,
    ik zie daar een onderzeeër,
    daar boven mijn hoofd,
    drijft hij op een diepte van vijftig meter,
    als een vis, meneer.

    en meer realistische passages

    De zestiende november van het jaar ’41.
    Vijftig divisies, waarvan dertien pantserdivisies,
    drieduizend kanonnen
    en zevenhonderd vliegtuigen
    zullen andermaal Moskou aanvallen.

    Het vijfde boek tenslotte bevat brieven van Halil’s vrouw, die tevergeefs wacht op de vrijlating van haar man en vertelt over haar dagelijkse beslommeringen en haar angsten.

    Mijn liefste,
    ik kan je niet zeggen hoe raar mijn dagen zijn.
    Ik sta vroeg op:
    opruimen
             koken
                     naaiwerk en zo
                             en de dag is weer om.

    Ik heb je zo ontzettend nodig.
    Als je dezer dagen vrijkwam
            wat zou je me daarmee een weldaad bewijzen.

    Naar het schijnt was het de bedoeling van Hikmet om de treinen van de twee eerste boeken terug in Istanbul te laten aankomen. Dat is niet gelukt. Zijn gezondheidstoestand liet het niet toe. Hij had aan zijn lange gevangenschap hart- en leverkwalen overgehouden.

    Mensenlandschappen is een bijzondere leeservaring. De zinnen lopen niet door als in een roman, maar staan onder mekaar. Soms in getrapte vorm zoals in de fragmenten hierboven. Het is een episch gedicht, episch omwille van de omvang en de inhoud, gedicht omwille van de vorm waarin de tekst is gegoten.

    Een romantische communist?
    Hikmet’s laatste werk, De romantici, is een soort autobiografie in romanvorm. Via een aantal personages blikt hij terug op zijn deelname aan de onafhankelijkheidsstrijd, zijn tijd in Moskou en het heimwee naar Turkije, zijn moeilijkheden met de Turkse autoriteiten, waaronder folteringen, maar ook zijn verliefdheden, soms gepaard met jaloezie. Aan het eind brengt hij ze samen, die personages. ‘Mijn gasten’ noemt hij ze. Dit is de laatste zin:

    ‘Mijn gasten zijn niet ouder geworden. Ze hebben dezelfde leeftijd als toen ik ze voor het laatst zag, maar ik ben nu in mijn zestigste. O, kon ik nog maar vijf jaar leven …’

    De Turkse Saime Göksu en haar man Edward Timms schreven een Engelstalige biografie over Hikmet: ‘Romantic communist: The Life and Work of Nâzım Hikmet’ (Londen, Hurst, 1999). Inspireerden ze zich op de titel van zijn laatste boek of op deze passage uit zijn laatste werk?

    ‘Al die mijmeringen van mij, ik weet het, allemaal romantika. Hoeveel jaar is mijn leven romantika? … Wie weet, misschien is het erg pijnlijk, misschien ook erg bloedig, maar het is de romantika van deRode Partizaan op zijn galopperend paard. Waar galoppeert de ruiter heen? De meeste de dood tegemoet. Maar wel om te leven, om mooier, rechtvaardiger, beter, intenser te leven.’

    Bronnen

    Nâzım Hikmet, Mensenlandschappen, De Geus/EPO, 1995
    Nâzım Hikmet, Het epos van sjeik Bedreddin, Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam, 2018
    Nâzım Hikmet, De romantici, De Geus/EPO, 1995
    De mooiste van Nâzım Hikmet, Lannoo/Atlas, 2003 (vertaald door Perihan Eydemir en Joris Iven; inleiding van Mehmet Emin Yıldırım)


    Categorie:poëzie
    04-02-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerst zien, en dan geloven!

    Eerst zien, en dan geloven!

    Latijn heeft mij altijd geboeid. Dat begon al in de lagere school. De mis was in het Latijn en bepaalde woorden en uitdrukkingen nestelden zich ongemerkt in mijn taal en kennis. Mijn Vader zaliger, mijn twee oudere broers, ook al zaliger gedachtenis, hadden Latijn geleerd. Op mijn twaalfde begon dan mijn eigen onderdompeling in het Latijn: zes uur per week Latijnse les en elke dag tien woordjes van buiten leren… Zes jaar lang heb ik genoten van die taal, zozeer dat ik daarna naar de universiteit trok om Klassieke Filologie te studeren. Helaas, dat werd een flop, om vele redenen, maar ook omwille van de aftandse onderwijsmethoden die ik daar aantrof. Toch is mijn liefde voor het Latijn gebleven. In mijn werkkring kwam ik nog vrij vaak in contact met Latijnse teksten en het deed me altijd plezier dat ik me goed uit de slag kon trekken. Mijn eerste echtgenote was een classica, mijn oudste zoon is dat ook geworden en is getrouwd met een classica, zelf ook dochter van een classicus. Mijn andere zoon heeft ook Latijn gevolgd op de humaniora, en mijn drie kleinkinderen eveneens. Het zit stevig in de familie.

    Onlangs viel mijn oog op een Latijns gezegde: Fide sed ante vide; qui fidit nec bene vidit fallitur; ergo vide ne capiaris fide.

    Zelfs zonder de betekenis te kennen, valt het woordspel op: fide-vide; fidit-vidit; vide-fide. Dat zijn ook de kernwoorden: fidere is geloven of vertrouwen, videre is kijken of zien. Met die kennis gewapend kunnen we de vertaling wel aan: Geloof, vertrouw, maar kijk eerst uit! Wie gelooft en vertrouwt maar niet uitkijkt, komt bedrogen uit. Kijk dus uit dat je niet in het ootje genomen wordt door je geloof en vertrouwen. Het is een terechte waarschuwing tegen blind geloven en vertrouwen. Er is ook een kortere versie: Fide sed cui vide. Vertrouw, geloof, maar kijk uit wie je vertrouwt en gelooft. Zoals bij zoveel Latijnse spreuken en zegswijzen is het niet duidelijk wie de auteur is, noch waar en wanneer ze voor het eerst gebruikt is. Ik betwijfel dat ze uit de antieke oudheid komt: de Romeinen waren veel kernachtiger en minder geïnteresseerd in woordspelingen. Dat is meer iets voor rederijkers en neolatinisten.

    Fidere betekent vertrouwen, vertrouwen hebben in iemand of iets, iemand op zijn woord geloven. Fides, het zelfstandig naamwoord heeft in onze cultuur echter een zeer specifieke betekenis gekregen: Het Geloof, de eerste van de kardinale of goddelijke deugden. Gedurende tweeduizend jaar is het Westen in de ban geweest van Het Geloof, meer bepaald het christelijk geloof. Dat geloof heeft onze beschaving zo grondig getekend dat wij nog steeds de grootste moeite hebben om ons ervan te ontdoen, hoewel wij de grondslagen van dat geloof sinds eeuwen als louter menselijke verhalen en pure verzinsels ontmaskerd hebben.

    Laten we onze Latijnse spreuk eens toepassen, niet op het blind vertrouwen in het algemeen, maar op Fides met hoofdletter, Het Geloof. De vertaling zou dan kunnen zijn: Geloof, maar kijk toch eerst maar goed uit; wie gelooft maar niet goed uitkijkt, zal bedrogen uitkomen. Kijk dus uit dat je niet door je/het Geloof in de maling genomen wordt.

    Het christendom heeft zich steeds vragen gesteld over de minimale geloofseisen: wat moet men op zijn minst aanvaarden om zich christen te mogen noemen? Men kan immers van de grote massa van de gelovigen niet verwachten dat zij vertrouwd zijn met al de finesses van de theologie, de vele dogma’s en al de kerkelijke en liturgische voorschriften, laat staan al de regels van het kerkelijk recht. Van meet af aan heeft men derhalve geprobeerd om het geloof te verwoorden in een Symbolum, letterlijk een samenvatting. Het meest bekend is het Credo, de Twaalf Artikelen van het Geloof. Maar over de inhoud is hevig getwist, er zijn zelfs oorlogen over gevoerd en men heeft niet geaarzeld om tegenstanders op de brandstapel te vermoorden, soms omwille van één letter van de tekst. Het aller-striktste minimum minimorum van het geloof is volgens sommigen de Triniteit en de Menswording, volgens anderen de Verrijzenis en het Eeuwig Leven. Dit is wat Jezus zegt in het Evangelie: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ (Mt 22) Merk dat hij verwijst naar de Wet en de Profeten, dat is het Oude Testament, het Nieuwe was immers nog niet geschreven. Hij citeert letterlijk uit de Schrift, hij zegt niets nieuws. Wanneer Richard Dawkins ons wijst op onze selfish genes, de genetische drijfveer van onze zorg voor onszelf en onze verwanten, zegt hij identiek hetzelfde: wij hebben de anderen lief omdat wij onszelf liefhebben. Wie zichzelf niet liefheeft, kan onmogelijk anderen liefhebben. De zorg voor de anderen steunt op de ingeboren zorg voor het eigen overleven. De mens heeft in de evolutie geleerd om voor zichzelf te zorgen en heeft die zorg vervolgens leren uitbreiden tot zijn partner, zijn kroost, zijn clan, zijn dorp, zijn land, zijn volk, de mensheid.

    Maar keren we terug naar het Geloof. Daar is men stilaan vergeten wat Jezus zei. Zijn liefdesgebod werd door een wereldse Kerk vertaald in fanatiek gepredikte haat tegenover al wie en wat anders is. Geloof werd een twistpunt, en de essentie werd herleid tot een zinloze Drie-eenheid van God of goden en een even onbegrijpelijke Menswording, gevolgd door een onmogelijke Verrijzenis en een totaal ongeloofwaardig verhaal over Eeuwig Leven voor iedereen. Toen men aan een gelovige kolenbrander, het schoolvoorbeeld van de niet-geschoolde arbeider, vroeg wat hij geloofde, antwoordde hij: Wat de Kerk gelooft. Daarop vroeg men spottend: Maar wat gelooft de Kerk dan? Zijn antwoord was: Wat ik geloof… Dit onuitgesproken geloof, waarvan de inhoud niet kan verwoord worden door degene die gelooft, noemt men fides implicita, het impliciet geloof van de eenvoudige mens. Naar de legendarische kolenbrander noemt men het ook wel fides carbonaria.

    Onze spreuk waarschuwt tegen dergelijk kolenbrandersgeloof. Laat je niets wijsmaken, hou je ogen goed open, anders word je het slachtoffer van bedriegers, van je goedgelovigheid, ja van Het Geloof zelf. Dat laatste punt, het Geloof als bedrieger, noopt me tot een uitweiding (met excuses voor al de keren dat ik dit als ‘uitwijding’ schreef) en een belangrijke correctie. Het laatste gedeelte van onze spreuk vind je immers herhaaldelijk en, niet te verwonderen, ook bij Van Dale, als volgt: ergo vide ne capiaris vide. Als we dat proberen te vertalen, merken we dat dit niet klopt: kijk daarom uit dat je niet beetgenomen wordt… kijk uit! De herhaling van vide is overbodig en stuntelig en doorbreekt de paarsgewijze opstelling fide-vide in de twee andere zinsneden. Het is evident dat we de tekst moeten lezen als: ergo vide ne capiaris fide, let op dat je niet beetgenomen wordt door je blind vertrouwen, door je geloof, door Het Geloof! Heeft Van Dale en met hem/haar ook vele anderen geaarzeld om ‘geloof’ en ‘beetnemen’ in dezelfde zin te gebruiken en dan maar beslist om, tegen alle taalkundige, stilistische en logische aanwijzingen en zelfs tegen alle beter weten in, stiekem ‘fide’ te veranderen in ‘vide’? Het lijkt er wel heel sterk op dat dit het geval is!

    Dat is wat ik bedoelde toen ik eerder zei dat Het Geloof onze beschaving zo sterk getekend heeft. Men heeft het uitkijken, het zien (vide) letterlijk vervangen door het blind vertrouwen, Het Geloof (fide).

    Fide sed ante vide; qui fidit nec bene vidit fallitur; ergo vide ne capiaris fide of: heb vertrouwen, maar kijk eerst toch maar uit; wie vertrouwt zonder goed uit te kijken, loopt het gevaar bedrogen te worden; let dus op dat je je niet in je blind vertrouwen laat beetnemen. In die oorspronkelijke, correcte versie is het een levenswijze raad, gesteund op een menselijke ervaring die vele duizenden jaren teruggaat. Wij zijn geneigd om anderen te vertrouwen, zonder daarover lang na te denken. Dat is menselijk, maar gevaarlijk. Niet iedereen is te goeder trouw, de bona fides kan niet zomaar verondersteld worden, er zijn bedriegers en dus moeten wij te allen tijde onze ogen goed openhouden. Dat is vooral zo als men ons nadrukkelijk zegt dat we dat niet moeten doen, dat wij niet moeten kijken, maar vertrouwen, niet moeten zien, maar als een kolenbrander geloven.

    Ergo vide ne capiaris Fide!

    PS Paul Claes wees me erop dat fide sed ante vide een evidente Nederlandse evenknie heeft: eerst zien en dan geloven!

     


    Categorie:God of geen god?


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018
  • René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas (recensie)
  • Thomas van Aquino, Over het zijnde en het wezen (recensie)
  • What's in a name?
  • Spinoza: Ethica
  • Patrick Lateur (vert.), Goden. 150 epigrammen uit de Anthologia Graeca
  • Ter inleiding bij de tentoonstelling van Lut in De schuur van A, 9 september 2017
  • Paul Claes, SIC, mijn citatenboek
  • Facebook
  • De heilsstaat is niet voor morgen.
  • Paul Claes: Catullus, Lesbia (recensie)
  • het boerkini-verbod en de filosoof
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • Exit buxus
  • Terugblik
  • Een poging tot samenvatting
  • Leonard Cohen
  • De wraak van Jan met de pet
  • Foucaults slinger: naschrift ter correctie
  • En toch beweegt ze! Foucaults slinger.
  • Tentoonstelling
  • De rode draad
  • Avondlied
  • Afscheid van kerstmis
  • Spinoza: De Brieven over God
  • Spinoza: de Brieven over God
  • Keren Mock, Hébreu, du sacré au maternel, 2016 (recensie)
  • Geen visum voor vluchtelingen?
  • Rudolf Agricola (recensie)
  • Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)
  • De verlichting uit evenwicht? (recensie)
  • Godsdienst: macht of inspiratie?
  • 'En bewaar het geheim.' Intieme blikken van vrijmetselaars (recensie)
  • Lamettrie, Het Geluk (recensie)
  • El cant dels Aucells


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!