Foto
Categorieën
  • etymologie (74)
  • ex libris (57)
  • God of geen god? (170)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (239)
  • literatuur (40)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (225)
  • spreekwoorden (11)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    30-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De avonden

    Gisteren had ik de hele dag voor het computerscherm doorgebracht, zoals het mij wel vaker vergaat. Je leest, je schrijft, je kijkt iets na, zoekt iets op, schrijft nog meer, er komen e-berichten binnen (ik zoek naar een goede vertaling van e-mail), je beantwoordt die, je haakt in op een discussie op Facebook, je luistert continu naar de internetradio en naar je eigen cd’s en voor je het weet is het tijd om het avondeten klaar te maken.

    Lut kijkt graag naar het nieuws. Sinds ik de VRT heb afgezworen, kijken we naar het VTM-nieuws en het valt ons op dat de zo vaakgeroemde objectiviteit en degelijkheid van de VRT een mythe is: op geen enkel ogenblik moet de verslaggeving en presentatie op VTM onderdoen voor de VRT.

    Indien ik alleen zou zijn (een lot dat ik mezelf noch iemand anders geenszins toewens), zou ik wellicht niet naar het nieuws kijken. Ik kan het missen, en dat is al een voldoende reden. Bovendien erger ik me voortdurend aan wat we aangeboden krijgen. Moorden, diefstallen en overvallen, branden, ongevallen, bedrijfssluitingen, burgeroorlog en militaire interventies, economische crisis, werkloosheid en armoede, ziekten en epidemieën, droogte en overstromingen en nog veel meer onheil en zwartgalligheid. De enige afwisseling bieden beelden van ongehoorde luxe en ontspanning, inclusief de sport. Nee, laat maar, voor mij hoeft het al lang niet meer, ik weet onderhand hoe het er in de wereld aan toe gaat.

    Na het nieuws duikt Lut in haar geliefkoosde avondlijke bezigheid: een boekje met puzzels, doorlopers, kruiswoordraadsels, cryptogrammen en dies meer. Af en toe stelt ze me op de proef met een vraag, meestal over de antieke mythologie, over een Latijns woord of iets uit de muziek. Soms weet ik het meteen, maar steeds vaker moet ik vaststellen dat ik het ooit geweten heb, dat ik het zou moeten weten, het ligt zelfs op de punt van mijn tong, maar het komt niet. Ik weet wat ik zoek, soms overduidelijk, bijvoorbeeld de naam van een persoon, een auteur, ik zie hem voor me, ik kan de titels opnoemen van de boeken die hij of zij geschreven heeft… Maar de naam? Noppes. Gelukkig is er Google en met enkele hints staat het weer duidelijk voor me: Simon Schama! Hoe kon ik het vergeten! Maar als ik huisgenoten of kennissen om hulp vraag: je weet wel, dinges, die dat boek geschreven heeft over de Franse Revolutie en de Gouden Eeuw in Nederland, die in de New Yorker schrijft, en cultuurprogramma’s maakt en presenteert op de BBC…, dan weten ze het ook niet, ze hebben zelfs nog nooit van Simon Schama gehoord. Zij kennen hem niet, ik wel, maar ik kan niet op zijn naam komen. Het resultaat is hetzelfde.

    Wanneer Lut zich verliest in de meanders van haar cryptogrammen, begint voor mij wat de laatste tijd het meest frustrerende, irriterende en ongelukkige deel van de dag is. Nog meer schrijven en nog meer lezen, en nog meer op het computerscherm staren? Naaah, toch maar niet als eerste keuze; de laptop blijft in de tuinkamer.

    En dan begint het zappen. Sinds enige tijd heeft Telenet zijn programmagids in een nieuw kleedje gestoken. Het grote verschil lijkt me hierin te bestaan dat ik de lettertjes van de tekst niet meer kan lezen. Met mijn trifocale brillenglazen moet ik proberen om het smalle strookje voor de tussenafstand te passen, maar zelfs daarmee lukt het me niet; het is meer gissen dan lezen en als ik het echt wil weten, moet ik een onderwerp selecteren en de details lezen, maar die zijn in even kleine letters gezet…

    Meestal zijn al mijn inspanningen om iets interessants te vinden echter vruchteloos. Reeksen bekijken we niet, de meeste films hebben we al herhaaldelijk gezien, de documentaires zijn ook vaak herhalingen van BBC of National Geographic. En dus eindigt mijn verkenning van het aanbod gewoonlijk met een diepe zucht en schakel ik over naar de muziekzender Mezzo, die echter ook veel, heel veel herhalingen brengt, of naar een radiostation met klassieke muziek zonder commentaar. Heb dan al zo’n ruim aanbod, waarvoor je tenslotte een hoop geld betaalt, en dan luister je nog gewoon naar de radio. We hebben zelfs een schotelantenne met decoder, dus nog eens honderden zenders meer, en nog altijd niets dat me kan boeien.

    Ik heb ook een aardige verzameling dvd’s, vooral muziek: opera’s en andere grote werken, ook wat kamermuziek, maar ook enkele films, klassiekers vooral, en enkele tv-series van de BBC, zoals Brideshead Revisited en enkele verfilmingen van Le Carré. Maar dat is allemaal vrij zwaar spul, en na een dag intellectuele arbeid (zo mag ik mijn bezigheid wel noemen, vind ik) ben ik op zoek naar ontspanning. Tevergeefs. Ik ben te veeleisend, natuurlijk: ik verwacht van mijn ontspanning dat ze van hetzelfde niveau is als mijn inspanning. Dom van mij, blijkbaar.

    En dus neem ik toch maar weer een boek vast, met klassieke muziek op de achtergrond. Maar ik merk dat mijn ogen vermoeid zijn en ook mijn brein: vanaf negen uur gaat het er niet meer zo vlot in, aan het einde van een paragraaf of een bladzijde merk ik dat ik niet meer weet wat ik nu precies net gelezen heb, en moet ik opnieuw beginnen, maar vaak met hetzelfde resultaat.

    Mijn avonden zijn dus een probleem, en dat is jammer. Het is gezellig in huis, we hebben alles wat we kunnen verlangen, en toch vind ik mijn draai niet. Ik heb het probleem al herhaaldelijk met Lut besproken en ook enkele vrienden om raad gevraagd, maar blijkbaar is het geen algemeen probleem, eerder iets dat het gevolg is van mijn eigen situatie, belangstelling en dagindeling. Zeker, bijna iedereen in mijn omgeving klaagt over het tv-aanbod, en iedereen vindt ook dat ik al veel te veel achter het computerscherm zit of met mijn neus in de boeken. Maar wat dan wel?

    Ik zou graag biljarten, maar dan het ‘echte’ biljarten, geen pool of snooker of tabbiljart, maar carambole, met alleen maar twee witte en één rode bal. In de wijde omgeving is er echter geen enkel café waar je nog zoiets vindt, enkel in Leuven, maar dat is dan ingenomen een club, en ik kan helemaal niet biljarten, dus daar kan ik ook niet terecht.

    Fitness trekt me ook niet aan. Ik zou het wel kunnen gebruiken, want mijn conditie is verre van optimaal, maar ik kan het niet opbrengen om fysieke inspanningen te leveren enkel en alleen voor de inspanning en het resultaat daarvan voor mijn gezondheid. Ergens heen fietsen, naar de apotheker of de bank of een winkel, dat wel, maar zomaar gaan fietsen? Ik heb het nog nooit gedaan, denk ik en ik ben het ook niet van plan. Te voet naar de apotheker en zo? Geen probleem. Maar zomaar gaan wandelen, dat is al wat anders. Nochtans zou het goed zijn voor mijn suikergehalte, mijn pancreas is aan het insluimeren, ik zit aan de grens van ouderdomsdiabetes, en veel minder suikers innemen dan ik nu doe lijkt wel onmogelijk.

    Laten we er maar van uitgaan dat ik ’s avonds thuisblijf. Maar waarom me ergeren aan het feit dat er niets is op tv? Dan ga ik ervan uit dat er iets zou moeten zijn dat ik goed vind en waarvan ik achteraf geen spijt heb dat ik er heb zitten naar kijken. Maar waarom zou dat zo zijn? Het is niet omdat er tv’s zijn dat er ook ononderbroken goede programma’s zijn. Cicero zei het al, en Spinoza herhaalde het: het goede is zeldzaam; het goede is blijkbaar veeleer de uitzondering dan de regel.

    Dus toch maar het programmaoverzicht bekijken en tussen het waardeloze zoeken naar de naald in de hooiberg: een programma dat me helemaal bevredigt. Lukt dat niet, dan toch maar iets lezen, misschien iets dat niet zo zwaar op de hand is, maar mijn evaring is dat ik dat dan na enkele bladzijden weer wegleg: waarom mijn tijd verdoen aan ijdel getater? Goede muziek beluisteren, op Mezzo of de radio, of mijn dvd’s en cd’s. En toch maar de laptop bij de hand nemen, al begint het stilaan op een verslaving te lijken.

    Gisterenavond heb ik nog eens, in arren moede, naar een thriller gekeken: Shooter. Ik heb hem zeker al drie keer gezien, en toch ben ik blijven kijken, terwijl ik wat men te zien krijgt ten stelligste afkeur: cynisch brutaal geweld door de overheid en door de held, moord en brand en genocide, corruptie, complottheorieën, noem maar op, al de bekende ingrediënten. Zo is de wereld niet, en als hij zo is, dan wil ik het niet eens weten. Ik keur dergelijke films ten zeerste af, en toch heb ik zitten kijken, met het gevolg dat ik natuurlijk niet kon inslapen met al die te onrecht opgewekte adrenaline in mijn lijf… Nog iets dat ik dus wil afzweren. En nog een beperking van de mogelijkheden, want er is elke avond ten minste één thriller op tv.

    Film, theater, restaurantbezoek, live muziek, quizavonden, kooklessen, taekwondo of bloemschikken… het spreekt me niet aan.

    Ik heb enkele jaren geleden geprobeerd om een maandelijkse gespreksgroep op te starten rond levensbeschouwing en atheïsme, maar dat is vrij snel op niets uitgelopen. Ik heb aansluiting gezocht bij de georganiseerde vrijzinnigheid, maar ook dat bleek een fiasco.

    Lieve lezer, ik weet niet of je jezelf herkent in mijn verhaal, maar ik vermoed dat er wel raakpunten zijn. Het is een luxeprobleem: we hebben het te goed, we weten niet wat doen met onze vrije tijd. En het aanbod dat er is, wijzen we af, elk om zijn of haar eigen redenen. Ik zie niet onmiddellijk één afdoende oplossing om al mijn avonden zinvol te vullen, het zal nog wel even zoeken zijn. Maar de eerste stap is gezet: ik ben me bewust dat er een probleem is. Socrates heeft ons geleerd dat dat het begin van de wijsheid is.


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:maatschappij
    17-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In den beginne...

    Laten we vanaf het begin beginnen.

    Het heelal, dat is letterlijk alles wat er is, is volgens onze beste wetenschappelijke inzichten meer dan 13 miljard jaar geleden ontstaan. Het was een bijzonder explosieve gebeurtenis, waarbij onvoorstelbaar veel energie en massa vrijkwam. Nu, zoveel later, heeft het heelal een aantal vormen aangenomen die naar onze menselijke maatstaven nogal stabiel zijn. Anderzijds zijn er ook nog altijd spectaculaire gebeurtenissen van enorme omvang, die wij af en toe te zien krijgen lang nadat ze ver van ons weg plaatsvonden. En er zijn ook zeer fundamentele verschijnselen die we nog niet kunnen verklaren en die nochtans bepalend zijn voor de werking van het universum.

    Er is in de hele geschiedenis van het heelal niets dat ons ertoe aanzet om te denken dat er iets anders aan het werk zou zijn dan alleen het heelal zelf, dat functioneert volgens onwrikbare wetmatigheden die wij mensen stilaan ontdekken. Er is dus geen verborgen kracht of persoon of ‘godheid’ die alles heeft doen ontstaan en die de loop van de geschiedenis leidt. Er is geen enkele bedoeling in het universum. Er zijn alleen de neutrale natuurwetten.

    Meteen is ook duidelijk dat uit het universum niet af te leiden valt of iets goed of slecht is: alles gebeurt nu eenmaal zonder enige bedoeling, volgens onveranderlijke natuurwetten. Er is geen God die ons op een of andere manier openbaart wat zijn Wil is en wat hij van ons verwacht.

    Dat heeft verstrekkende gevolgen voor de mens. Aangezien op geen enkele manier uit het universum af te leiden is wat goed en slecht is, moeten we dat zelf doen, zonder ons op enig gezagsargument te steunen.

    Alles wat bestaat, beschikt over mogelijkheden. Die kunnen zeer beperkt en bijzonder weinig indrukwekkend zijn. Wat wij dode materie noemen lijkt daarvan een goed voorbeeld, maar is het zeker niet: als wij zien welke spectaculaire vormen die dode materie kan aannemen, dan maakt ons dat erg nederig. Wat vermag een mens of zelfs de mensheid tegenover de natuurkrachten? Maar goed: een mens heeft (in principe) meer mogelijkheden dan een dier, een plant of een kei, dat is wat ik bedoel.

    Aangezien er geen absolute morele normen af te leiden zijn uit het universum, kan elk wezen op zich alles doen waartoe het in staat is, zonder dat we daarover een absoluut oordeel kunnen vellen. Om te oordelen heb je normen nodig, en het universum biedt ons die niet. Elk wezen mag dus alles doen wat het kan, zonder enige beperking. We kunnen dit ook zo formuleren: elk wezen heeft het recht om alles te doen wat het kan. Of nog: elk wezen heeft zoveel rechten als het macht heeft.

    Dat is een fundamenteel gegeven, waaraan niet te tornen valt. Op welke gronden zouden we dat immers doen? Wel, bij nader toezien zijn er daarover toch enkele belangrijke bedenkingen te maken. Als iemand helemaal alleen op een eiland zou leven, dan is er praktisch gesproken inderdaad geen enkele beperking die hij of zij zich dient op te leggen. Of beter nog: als er slechts één levend wezen was in het hele universum, dan was dat wezen vanzelfsprekend absoluut vrij. De enige waarde die er dan nog kan zijn, is het leven zelf. Maar dat is, zoals we weten, een absurde situatie; één levend wezen is onmogelijk, dat levend wezen komt ergens vandaan en dat ene wezen kan zich alleen ook niet voortplanten, dus het leven is dan ook geen waarde van enige betekenis.

    Binnen het universum is er (ten minste) onze aarde, en daarop is leven, veel leven, in vele soorten. De mens is daarin een uiterst belangrijke factor. We zijn met veel en we hebben een enorme invloed op onze omgeving. Dat heeft zo zijn gevolgen. Als we allemaal leven alsof we alleen op de wereld zijn, dan wordt het een bloedbad en een ecologische ruïne.

    De mens is ontstaan uit vroegere diersoorten, niet als een individu, maar als groep. Het is door in groep samen te leven in een omgeving met nog veel meer levende wezens van alle rang en soort, en in strijd met de elementen, dat de mens ontwikkeld is tot wat hij nu is (en wie weet wat de toekomst nog brengt). Dat samenleven met elkaar in een omgeving verloopt het best wanneer wij bepaalde regels in acht nemen, die er zowel op korte als op lange termijn voor zorgen dat het goed gaat met die levende wezens en met dat milieu. Met andere woorden: voor levende wezens is het leven belangrijk, het is een ‘waarde’. Anders gezegd: elk levend wezen zal zich inspannen om in leven te blijven, zo lang mogelijk en zo goed mogelijk. Meer nog: wij vinden leven zo belangrijk, dat wij het leven zelf ook in stand willen houden. Wij weten dat wij sterfelijk zijn, maar ook dat wij ons kunnen voortplanten. Wij proberen dus de vlam brandend te houden, omdat we beseffen dat anders de lange evolutie waarvan wij het resultaat zijn, plots zou afgebroken te worden. Wij willen andere mensen de kans geven om te leven, zoals wij ook die kans gekregen hebben van onze ouders en een schier eindeloze rei van voorouders.

    Het ontdekken van de beste manier om samen te leven op deze aarde is geen eenvoudige opgave. Als we terugkijken in onze geschiedenis, ook de meest recente en zelfs hoe het er vandaag aan toe gaat, dan stellen we vast dat we enerzijds in staat zijn tot fantastische prestaties, maar dat we anderzijds ook vreselijk tekortschieten. Dat heeft onder meer te maken met het ontbreken van absolute normen, die voor iedereen duidelijk zijn en die iedereen ook met overtuiging naleeft. Niemand heeft een oplossing voor alles, wellicht is er niet eens een oplossing voor alles. Dat zou eigenlijk zelfs heel verwonderlijk zijn. Het leven is altijd al een precaire zaak geweest. Hoe complexer de levensvormen, hoe ingewikkelder het samenleven. Hoe minder kansen de omgeving biedt, hoe onwaarschijnlijker de overlevingskansen. Leven is overleven, of een strijd om in leven te blijven. Die strijd is de motor van de evolutie en van de diversiteit van het leven, samen met de wetten van de genetica.

    Laten we nog even terugkomen op die uitdagende stelling: elk wezen heeft zoveel rechten als het macht heeft. Dat is niet zozeer een aanspraak die we maken als een uitspraak, een vaststelling. Je kan het ook omkeren: men heeft enkel recht op datgene wat men vermag. Een kei kan zich niet uit zichzelf voortbewegen en heeft dus ook niet het ‘recht’ om dat te doen; het is zinloos om dat recht aan die kei toe te kennen. Het is dus even zinloos om aan mensen rechten toe te kennen die ze toch onmogelijk kunnen waarmaken. En laten we ook dat omkeren: men kan een (levend) wezen het recht niet ontzeggen om iets te doen waartoe het in staat is; dat is trouwens in veel gevallen totaal onmogelijk. Een voorbeeld: een mens is in staat om te denken. Welnu, dat is een recht dat men niet kan ontnemen, een mens kan altijd denken, zelfs als men het hem of haar verdomd moeilijk maakt. Maar het is ook zo dat wie over meer macht beschikt, meer rechten heeft. De leeuw is machtiger dan het lam. Hij kan een lam opeten, een lam kan zich daar niet eens tegen verzetten. De leeuw heeft dus het recht om het lam op te eten, hij begaat geen misdaad wanneer hij dat doet.

    Wanneer het om mensen onderling gaat, liggen de zaken anders. Aangezien alle mensen in principe gelijk zijn en dus evenveel macht hebben, hebben ze ook allen dezelfde rechten. Dat is wat is vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens. Maar in een samenleving maken mensen ook allerlei afspraken met elkaar. Ze staan een deel van hun macht af aan anderen om praktische redenen. Denk aan het parlement en de regering: die ‘mensen’ hebben niet meer macht of recht dan jij en ik, maar als verkozen vertegenwoordigers van het volk voeren zij uit wat wij willen; wij hebben een deel van onze individuele beslissingsmacht vrijwillig afgestaan aan een instelling, die beslissingen neemt voor iedereen. Die regelingen hebben we in wetten vastgelegd, in rechtsregels, die dus bijzondere rechten en een bijzondere macht toekennen aan sommige personen, maar onder strikte voorwaarden. Die regels zijn bindend voor iedereen, ook als we het er niet mee eens zijn: we moeten onze belastingen betalen, ook als we vragen hebben over de besteding van onze zuur verdiende centen.

    Sommige rechten zijn onvervreemdbaar, ofwel omdat ze werkelijk niet kunnen afgenomen worden (zoals het recht om te denken, zich te voeden, beschutting te zoeken, zich voort te planten, te werken), ofwel omdat wij bij wet hebben vastgelegd dat het zo is, bijvoorbeeld de vrije meningsuiting, het recht op onderwijs, het recht om een godsdienst te belijden &c.

    We moeten die gelijkstelling van macht en recht dus goed begrijpen. Het gaat helemaal niet om een simplistische regel die het recht van de sterkste huldigt. Het is niet dat soort macht waarover het hier gaat, maar over de macht waarover een wezen nu eenmaal beschikt omdat het dat soort wezen is. Zeker, ook de onvervreemdbare rechten zijn op ongelijke manier gerealiseerd in de miljarden verschillende mensen. Men is fysiek sterker dan iemand anders, of intellectueel, artistiek, emotioneel enzovoort, en dat speelt ongetwijfeld een rol. Maar er is altijd een rem op de macht van de sterkere: er zijn rechten die zelfs de machtigste niet kan ontnemen aan de allerzwakste, en dat zijn de meest fundamentele rechten. In een beschaafde samenleving zal men dus regels vastleggen die de macht van de sterke afwegen tegen het recht van de zwakke.

    Iedereen heeft zo zijn of haar eigen opvatting over de beste manier om te overleven. Natuurlijk zijn er een aantal regels, die in de loop der millennia een min of meer vaste vorm gekregen hebben, precies omdat ze in de praktijk succesvol waren. ‘Gij zult (elkaar) niet doden’ is evident een goede basisregel als het om het behoud van het leven gaat. Maar we moeten toegeven dat we zelfs die evidente regel niet zo heel goed onderhouden. Het aantal mensen dat geen natuurlijke dood sterft is altijd verbijsterend groot geweest en is dat nog steeds, ondanks al onze beschaving.

    Sommige mensen hebben gemeend dat ze de ultieme regel, of het ultieme reglement voor de samenleving ontdekt hadden, of dat het hen was ingefluisterd of spectaculair geopenbaard door een hoger wezen. Ze hebben dan geprobeerd om hun opvattingen ingang te doen vinden, op alle mogelijke manieren, vreedzaam maar helaas al te vaak ook te vuur en te zwaard. Deze manier van samenleven is kenmerkend voor onze geschiedenis tot op vandaag.

    Er zijn altijd al mensen geweest die er een andere mening op na hielden, die beter overeenkomt met ons vertrekpunt: er zijn geen absolute wetten af te leiden uit het universum, we moeten alles met elkaar afspreken, we moeten zelf bepalen wat we waardevol genoeg vinden om het in stand te houden; we zijn als soort ontstaan in groep, niet als individu. We moeten ons dus hoeden voor profeten die beweren dat zij het licht gezien hebben of een boodschap van hogerhand gekregen hebben, voor machthebbers die autonoom bepalen wat andere mensen mogen doen en moeten laten.

    Hoe kunnen we dan weten wat goed is en wat niet? Ook dat is een complexe zaak. Als mens beschikken we over een fenomenaal verstand, dat ons gebracht heeft waar we zijn, met zijn goede en kwade kanten. Op dat verstand zijn we aangewezen. We hoeven ook niet alles zelf te bedenken: we kunnen te rade gaan bij de mensen die ons zijn voorgegaan en leren uit hun ervaring, zoals die opgeslagen is in wat wij onze beschaving noemen. We kunnen ook onze levende medemensen raadplegen: er zijn er altijd die meer (of eer) weten dan andere. We kunnen experimenteren en leren uit onze fouten.

    Overleven zal echter altijd een strijd blijven. Wij zijn een levensvorm die zich hier op aarde ontwikkeld heeft in een voortdurende wisselwerking met de omgeving, waarbij het vaak de uitdagingen waren die tot nieuwe mogelijkheden leidden. Wij moeten nog steeds werken gedurende een groot deel van ons leven, ongeveer veertig tot vijftig jaar. Tel daar nog onze opleiding bij, ongeveer twintig jaar eer we onze plaats in de maatschappij kunnen innemen. Er blijft maar een relatief of absoluut korte periode over aan het einde, maar precies dan is de overlevingsstrijd van ons lichaam, inclusief ons verstand, het meest precair. Vandaar dat wij elkaar aansporen om de dag te plukken, carpe diem en te genieten van het leven terwijl we dat nog kunnen.

    Een van de weinige mensen die hebben ingezien wat het universum was en wat de plaats daarin van de mens, is Spinoza. Hij leefde in Nederland, van 1632 tot 1677. Hij leidde een sober leven en schreef enkele boeken, waarvan er slechts één tijdens zijn leven uitgegeven werd onder zijn naam, een ander verscheen anoniem. Na zijn dood publiceerden zijn vrienden zijn Nagelate Schriften, met daarin ook zijn belangrijkste werk, de Ethica. Sindsdien is hij voor velen een bron van diepe inspiratie geweest, maar voor de gevestigde machten steeds een doorn in het oog (zoals de Bijbel het zo huiveringwekkend zegt in Num. 33,55). De jongste jaren is de belangstelling voor zijn werk en voor zijn manier van denken toegenomen, zowel bij wetenschappers als bij gewone mensen zoals jij en ik. Anders dan religieuze leiders, goeroes, dictators, demagogen, politici of commercieel ingestelde betweters zegt hij ons niet hoe het moet, maar hoe het is, en hoe het niet is. De rest moeten we zelf ontdekken, met ons machtig verstand, samen met elkaar, bewust van onze geschiedenis en vooruitkijkend naar de toekomst.






    Maar Spinoza is zich als geen ander bewust van onze beperkingen. Wij zijn zo menselijk… Hij reikt ons enkele handige hulpmiddelen aan, die ons kunnen helpen wanneer we tekortschieten. De meeste mensen zijn hebzuchtig; welnu, maak daarvan gebruik, leid het in banen, en het kan helpen om de economie te doen draaien, ten bate van de gemeenschap. Mensen laten zich wel eens omkopen; welnu, zorg ervoor dat de verantwoordelijken met zoveel zijn, dat niemand ze allemaal kan omkopen. Enzovoort.

    Spinoza had ook een droom: dat de mensen uiteindelijk allemaal heel bewust liefdevol zouden samenleven met elkaar, zonder enige dwang van buitenaf, uit overtuiging, en niets zouden doen dat de harmonie zou verstoren.

    Het is merkwaardig dat iemand die een dergelijk ideaal voor ogen had, zo verguisd en miskend is, vooral door het christendom, tot op vandaag. Sinds ik zijn werk heb leren kennen, is Spinoza ook voor mij een bron van inspiratie. Door me in zijn werk te verdiepen, ben ik tot andere en betere inzichten gekomen over de meest fundamentele kwesties die ons bezighouden. Om bij te dragen tot de verspreiding van zijn ideeën spreek ik hier vaak over hem. Wie op een meer diepgaande manier met zijn werk wil kennismaken, kan onder meer terecht op de website van Spinoza in Vlaanderen, die ik met dat doel onderhoud.

     


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:maatschappij
    11-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwart Vlaanderen volgens Lode Wils en Eric Defoort

    Ik lees geen kranten of weekbladen, maar via facebook werd mijn aandacht getrokken op een interview in De Standaard met em. prof. Lode Wils en een reactie daarop van em. prof. Eric Defoort. Wie dat wil nalezen, kan dat gemakkelijk zelf googelen. Hoewel het antwoord van professor Defoort precies weergeeft wat ook mijn spontane reactie was bij het interview met professor Wils (bij wie ook ik destijds college liep), wil ik toch even wat dieper ingaan op mijn eigen Vlaams nationalisme.


     

    Let om te beginnen op het ontbreken van het koppelteken. Daarmee distantieer ik mij al enigszins van het Vlaams-Nationalisme dat tijdens, tussen en na de twee Wereldoorlogen zo sterk verbonden is geweest met de collaboratie met de Duitse bezetter. In het licht van de historische genocide door het Duitse Nationaal-Socialisme heeft die collaboratie en dat Vlaams-Nationalisme een onverholen negatieve morele connotatie meegekregen, en dat is ook wat Lode Wils uitvoerig en niet zonder enig innuendo naar voren schuift in het interview, en wat de journalist van dienst zo gretig oppikt.

    Professor Wils bezondigt zich daarmee aan wat in het Frans ‘faire l’amalgame’ heet, een amalgaam maken, of: er een soepje van maken. Kijk eens, als vandaag ongeveer veertig procent van de Vlamingen voor de N-VA zegt te stemmen, dan is het onmogelijk dat die allemaal of zelfs grotendeels afstammen van collaborateurs. Ikzelf ben daar een sprekend voorbeeld van: geboren na de oorlog; Moeder was van 1905, Vader van 1909 en ze hebben dus de beide Wereldoorlogen meegemaakt, de eerste als kind, de tweede als jonggehuwden (1935). Hun ouders waren geen collaborateurs en zij zelf ook niet; de twee jongere broers Vader zijn op het laatst (verplicht?) in Duitsland gaan werken en zijn nadien nooit meer gezond geweest en zijn dan ook vrij vroeg gestorven. Er is niets in mijn achtergrond dat ook maar enigszins naar collaboratie zweemt en ook ikzelf heb nooit iets anders gevoeld dan afschuw voor het Duitse imperialisme en voor het infame Nazisme. Duitsland was de vijand, punt. En toch ben ik sinds mijn prille jeugd Vlaamsgezind en een hartsgrondige tegenstander van de nefaste Belgische constructie.

    Volgens Lode Wils heb ik dat van mijn katholieke achtergrond. Maar precies tegen die achtergrond heb ik mij altijd uit alle kracht verzet, mijn hele leven lang en zeer publiek uitgesproken sinds ik op pensioen ben. Wils denkt als een wetenschapper. Hij heeft het over ‘de’ katholieken, ‘de’ socialisten, ‘de’ liberalen enzovoort en daarmee bedoelt hij onvermijdelijk de groepen die in het parlement hun politieke vertegenwoordigers hadden. Maar wat betekent dat concreet?

    Nog niet zolang geleden had N-VA één vertegenwoordiger in het parlement. Als we professor Wils volgen, waren er toen dus zo goed als geen mensen in Vlaanderen die het gedachtegoed van die partij toegedaan waren. Enkele jaren later vertegenwoordigt die partij bijna de helft van de Vlaamse bevolking in hetzelfde parlement. Er klopt duidelijk iets niet. Vlak na de laatste (hopelijk!) oorlog was Vlaanderen in overgrote meerderheid katholiek en dat bleek ook in het parlement; vijftig jaar later is het katholicisme in Vlaanderen uitgestorven. Veranderen de mensen dan zo gemakkelijk van gedacht?

    Natuurlijk niet. Een persoon is geen katholiek, socialist of liberaal. Dat zijn etiketten die men op mensen kleeft die tijdens een bepaalde verkiezing voor een bepaalde politieke partij stemmen. Ik heb in mijn leven op zowat alle partijen gestemd, behalve op het Vlaams Blok/Belang. Het is al te simpel om mensen zo in te delen en zo te beoordelen, maar als wetenschapper kan je natuurlijk niet anders, dat is het enige houvast dat je hebt, want in de ziel van de mens kan je niet kijken. Wie was er collaborateur, destijds? Alleen wie veroordeeld is of vermoord? En is iedereen terecht veroordeeld, en is er iemand terecht vermoord? Waren alle Vlamingen collaborateurs, zoals de Franstalige Belgische pers zo graag wil laten geloven? Waren alle katholieken Vlaamsgezind, of zelfs een meerderheid? Waren er geen Vlaamsgezinde socialisten of liberalen? Was er dan geen liberaal katholicisme? Geen Kristenen voor het Socialisme?

    Ach, de opvattingen van een mens zijn zoveel complexer dan het beeld dat Lode Wils ervan schetst in dit interview. Zeker, zijn opvattingen zullen wel wat meer genuanceerd zijn dan hier blijkt, maar het siert hem niet dat hij zich op zijn oude dag laat verleiden tot dergelijke interviews die door hun kort bestek noodzakelijk ongenuanceerd zijn, ik zei bijna: zwart/wit.

    Wij zijn ook niet door ons verleden gedetermineerd. Mijn oudste broer is zijn leven lang katholiek gebleven, heeft zich laten berechten op zijn sterfbed; ik ben overtuigd atheïst en strijdbaar antiklerikaal. En zo is het in het algemeen. Mensen denken heus zelf wel na. Bij N-VA zitten nu mensen die vroeger voor een andere partij stemden, dat kan niet evident niet anders. Als het Vlaams nationalisme zwartgekleurd is, waren ze dan al zwart toen ze nog blauw, groen/oranje of rood stemden? Het heeft niet de minste zin meer om zoals Lode Wils te denken en te spreken in termen van partijpolitieke en ideologische tegenstellingen van een halve of een hele eeuw geleden.

    Mijn Vlaams nationalisme heeft niets met Duitsland te maken, niet met het Keizerrijk, niet met het Dritte Reich, niet met de Bundesrepublik, niet met het recentelijk verenigde Duitsland. Zoals Eric Defoort zegt: het heeft alles te maken met België. Het koninkrijk België is een anomalie, een cynische historische constructie van de grootmachten na Napoleon, dat is straks tweehonderd jaar geleden! België is nefast voor Vlaanderen, het is nefast voor België. Het had al lang moeten verdwenen zijn en het wordt nog enkel in stand gehouden door wie er ten onrechte van profiteert.


     



    Daarom is het perfect verstaanbaar dat N-VA niet in de federale regering zit en er niet wil in zitten, in tegenstelling tot alle andere partijen. De enige federale regering waaraan de N-VA kan deelnemen, is er een die zichzelf en meteen België opheft, en zo Vlaanderen teruggeeft wat het nooit had mogen verliezen: zijn grondgebied, zijn taal, zijn instellingen, zijn eer, zijn trots, zijn ziel.



    Categorie:samenleving
    Tags:maatschappij
    10-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Barbaren!

    Bij enkele recente straatinterviews met Franstalige federale ministers en met de Waalse premier van de federale Belgische regering bleek nog eens overduidelijk dat zij onze taal niet machtig zijn. Zij slagen er niet in om op eenvoudige vragen te antwoorden in een begrijpelijk Nederlands. Meer nog: zij verstaan de vragen meestal niet eens, en om dat te verbergen, geven ze een ontwijkend of niet ter zake doend antwoord.

    Men kan zich daaraan ergeren op principiële gronden: federale ministers en zeker de premier van België zouden de taal van de meerderheid van de bevolking moeten spreken. Dat is evident, maar er is meer aan de hand. Door zich in stuntelig of zelfs schabouwelijk Nederlands uit te drukken, geven deze eminenties de indruk dat zij idioten zijn, terwijl ik voorlopig nog altijd bereid ben aan te nemen dat zij dat niet zijn. Ik verklaar mij nader.

    Een kind dat zich onbeholpen uitdrukt, beschouwt men als onmondig, als nog niet helemaal compos mentis, of zoals ze in Leuven zeggen: ‘nog nie toetoe’ (nog niet tot daar). Zich verstaanbaar kunnen maken is de eerste vereiste om ernstig genomen te worden. Wij gebruiken die norm ook voor vreemdelingen. De Grieken noemden al wie geen Grieks sprak ‘barbaroi’, een onomatopee die perfect nabootst wat de Grieken hoorden als vreemdelingen tot hen spraken: gewauwel. En dus werd hun benaming voor vreemdelingen die een onverstaanbare taal spreken ook een internationaal waardeoordeel: barbaren, ongeletterde, onbeschaafde personen die nauwelijks van de dieren te onderscheiden zijn. De Vlaamse en Franstalig Belgische kolonisten die naar ‘de’ Kongo trokken, namen dezelfde houding aan tegenover de ‘zwartjes’: goed genoeg om als slaven te werk te stellen, te verkrachten, te mishandelen, maar nauwelijks mensen. Vandaag nemen wij nog steeds die houding aan tegenover vreemdelingen, ook al spreken die vaak (noodgedwongen) veel meer talen dan wij.

    Vlamingen nemen tegenover personen die uitsluitend Frans spreken nog altijd die misprijzende houding aan. Een tiental jaren geleden, in 2001,  leidde dat tot een vreselijk treinongeval in Pécrot, op de spoorlijn Leuven-Ottignies. Er was een trein uit Ottignies op het verkeerde spoor geraakt en die denderde als in een slechte film onontkoombaar af op de nietsvermoedende tegenligger uit Leuven. Een Waalse spoorwegbeambte telefoneerde in volle paniek naar zijn collega in Leuven, maar in het Frans, natuurlijk. De Vlaamse collega reageerde geïrriteerd: wazegdegaanaa? kverstoanekikaanie, zenne, zegtanekie in tVloms menneke… Waarop de Waalse collega als uitzinnig bleef roepen: arrêtez ce train, arrêtez ce train! Maar toen was het al te laat: acht doden, twaalf gewonden.


     







    Elke treinbediende in Leuven, elke Vlaming kent voldoende Frans om ‘arrêtez ce train’ te verstaan. Maar men wil het niet verstaan, blijkbaar zelfs niet in dit vreselijk noodgeval. En dus legde de Vlaamse collega gewoon de telefoon dicht. Hij zal geacht hebben: onnozel ventje, dat m’ Vloms sprekt!

    Door te proberen om ‘Vloms’ te spreken en dus hun goede wil te laten zien, bereiken de Franstalige politici, bedrijfsleiders, vakbondsmensen, journalisten en inderdaad ook de Koninklijke familie precies het tegenovergestelde effect. Ze komen door hun manifeste onkunde immers niet over als mensen die een inspanning doen om onze taal te spreken, maar als volslagen idioten. Wie zich niet in onze taal kan uitdrukken, is nog altijd een barbaar waarvoor we niet het minste respect hebben.

    Let wel, dat gaat enkel op voor mensen van wie we terecht mogen verwachten en zelfs eisen dat ze Nederlands spreken. De dalai lama mag hier om het even welke taal gebruiken, en ook Obama, zelfs Sarkozy of Hollande. Maar Di Rupo niet: die moet Nederlands spreken, als premier van België. Doet hij dat niet (en hij doet het nog steeds niet) dan komt hij over als een kluns, een idioot, een karikatuur van zichzelf. Dat is de reden waarom ik hem gewoonlijk een clown noem. Telkens hij in het Nederlands in het nieuws verschijnt, word ik verscheurd tussen woedende ergernis en hilariteit: het zou amusant en komisch zijn, als het niet zo tragisch was.

    Mijn ietwat verrassende raad aan de Franstalige eminenties is: sa vrienden staakt uw wild geraas en spreek in het vervolg nog uitsluitend Frans. Je zal dan ten minste een behoorlijk antwoord kunnen geven op vragen en zeggen wat je te zeggen hebt. Men zal je dan voor vol aanzien, ook als men je kwalijk blijft nemen dat je geen Nederlands spreekt. Dat laatste is een (belangrijke!) politieke kwestie, het eerste is een elementair menselijke. Beter overkomen als een Nederlands onkundige vreemdeling (wat ze in feite zijn) dan als een idioot die er niet in slaagt om zich verstaanbaar te maken.


    Categorie:samenleving
    Tags:maatschappij
    06-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spijt

    Er zijn wel meer dingen in mijn leven waarover ik achteraf spijt heb, zeker nu ik wat ouder geworden ben. Maar er is een aspect van mijn kleinburgerlijke achtergrond dat me wel erg dwars zit. In de omgeving waarin ik ben opgegroeid, was men zeer uitgesproken in zijn oordeel; wij hadden gelijk, al de anderen ongelijk; wij waren de goeden, al de anderen de slechten enzovoort. Dat vond zijn oorzaak in een ongetwijfeld goedbedoelde manier om ons duidelijk te maken wat goed en slecht was, een belangrijk element in de opvoeding van kinderen, maar alles hangt natuurlijk af van wat me goed noemt en wat niet. Het is zo kenmerkend voor een kleinsteeds of dorpsmilieu dat men niet veel verder kijkt dan zijn neus lang is. Alles wat anders is, is dan slecht.

    Zo waren socialisten en liberalen slecht, want wij waren tsjeven, katholieken dus; waarschijnlijk waren ook wij de slechten in een liberaal of socialistisch gezin, al ben ik daar niet helemaal zeker van: katholieken waren nog een stuk zelfzekerder en onverdraagzaam dan de anderen. Protestanten waren ook letterlijk uit den boze en over ongelovigen werd niet eens gepraat; vrijmetselaars waren des duivels. Arbeiders, daar keek men op neer, als men er geen schrik voor had. Wie vreemd ging of scheidde, plaatste zich meteen aan de verkeerde kant. Homo’s werden doodgezwegen, maar er was geen twijfel over dat wat ze deden afschuwelijk was.

    Het was zelfs voldoende dat men een ander dialect sprak. In Eeklo, mijn geboortestad, liep er een spoorlijn aan de rand van het stadscentrum; wat aan de andere kant van die spoorlijn lag, noemden we onveranderlijk Over d’IJzers; wie daar woonde, sprak lichtjes anders dan in het stadscentrum. Het accent neigde bijna onmerkbaar naar wat nog verder lag, de boerenbuiten. En dus keek men neer op wie zelfs maar een zweem van dat boerse verried in zijn of haar taal.

    Ik nam als kind aanvankelijk al die ‘morele’ oordelen gewoon over. Ik hoorde niet anders bij mijn ouders; mijn moeder was daarin zeer uitgesproken, maar mijn drie ongetrouwde tantes, die nochtans (net…) over d’ijzers woonden, dreven het wel heel ver.

    Toen iemand mij later in Leuven de eerste keer een homo aanwees in ons gezelschap, wou ik die zelfs niet aankijken, laat staan aanspreken. Ik was erg vooringenomen en ik ben dat lang gebleven, en dat spijt me. Ik heb op die manier kansen gemist om mensen te ontmoeten die anders waren, en dat is jammer. Ik heb helaas ook mensen gekwetst en liefdeloos behandeld, en dat is erger dan alleen maar jammer.

    Vandaag leven we in een meer tolerante maatschappij. Wij zien meer mensen die anders zijn dan wij en wij stellen vast dat zij het niet slechter doen dan wij, soms zelfs zeer in tegendeel. Dat geeft te denken. Er zijn de media die de verscheidenheid illustreren zonder daaraan meteen een moreel oordeel te verbinden. Geleidelijk aan verruimt dat de geesten.

    Allerlei dingen ‘kunnen’ nu die vroeger not done waren. Sinds ik de VRT, de Vlaamse ‘staatsomroep’ radicaal vaarwel gezegd heb, bekijk ik samen met Lut het avondnieuws op VTM. Dat zou vroeger ondenkbaar geweest zijn. Ik stel echter vast dat het nieuws daar helemaal niet moet onderdoen voor het ‘officiële’ nieuws, integendeel. En zo zijn er waarschijnlijk talloze zaken die ik onnadenkend heb uitgesloten, en die een volwaardig alternatief zijn, indien geen aanmerkelijke verbetering.

    Natuurlijk zijn er nog altijd grenzen, en er zijn ook nog altijd onverdraagzame mensen. Maar al bij al vind ik dat men in mijn omgeving althans niet meer zo eenzijdig is als toen ik nog een kind was. Dat stemt me hoopvol, ook als ik de onverdraagzaamheid en de haat die er nog altijd is in de wereld dagelijks voorgeschoteld krijg in de nieuwsberichten.

    Ik heb een evolutie doorgemaakt in mijn denken, in mijn oordeel over de anderen. Wij hebben allemaal een dergelijke evolutie doorgemaakt, elk op zijn manier en de wereld is daardoor een beetje meer leefbaar geworden. Wat er in mijn leven gebeurd is, daar kan ik niets meer aan veranderen. We dragen ons verleden met ons mee, als goede herinneringen en als pijnlijke, die ons tot in onze meest benauwende nachtmerries achtervolgen.

    Mocht er iemand zijn die dit leest en die aan mij terecht een slechte herinnering heeft overgehouden, dan wil ik me, voor wat het waard is, daarvoor gemeend verontschuldigen. Als je me ooit nog mocht ontmoeten, dan reik ik je mijn hand en ik hoop dat je meer openheid zal betonen dan ik toen, en me zal vergeven.

    Karel


    Categorie:samenleving
    Tags:levensbeschouwing


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018
  • René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas (recensie)
  • Thomas van Aquino, Over het zijnde en het wezen (recensie)
  • What's in a name?
  • Spinoza: Ethica
  • Patrick Lateur (vert.), Goden. 150 epigrammen uit de Anthologia Graeca
  • Ter inleiding bij de tentoonstelling van Lut in De schuur van A, 9 september 2017
  • Paul Claes, SIC, mijn citatenboek
  • Facebook
  • De heilsstaat is niet voor morgen.
  • Paul Claes: Catullus, Lesbia (recensie)
  • het boerkini-verbod en de filosoof
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • Exit buxus
  • Terugblik
  • Een poging tot samenvatting
  • Leonard Cohen
  • De wraak van Jan met de pet
  • Foucaults slinger: naschrift ter correctie
  • En toch beweegt ze! Foucaults slinger.
  • Tentoonstelling
  • De rode draad
  • Avondlied
  • Afscheid van kerstmis
  • Spinoza: De Brieven over God
  • Spinoza: de Brieven over God
  • Keren Mock, Hébreu, du sacré au maternel, 2016 (recensie)
  • Geen visum voor vluchtelingen?
  • Rudolf Agricola (recensie)
  • Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)
  • De verlichting uit evenwicht? (recensie)
  • Godsdienst: macht of inspiratie?
  • 'En bewaar het geheim.' Intieme blikken van vrijmetselaars (recensie)
  • Lamettrie, Het Geluk (recensie)
  • El cant dels Aucells


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!