Foto
Categorieën
  • etymologie (74)
  • ex libris (57)
  • God of geen god? (169)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (239)
  • literatuur (40)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (225)
  • spreekwoorden (11)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    30-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Champions League

    Zou het de leeftijd zijn? Ik weet het niet, maar ik heb er wel behoorlijk last van. Neem nu de voetbalmatch van Anderlecht tegen Limassol onlangs. Er was verder niets op TV dat de moeite waard leek, dus toch maar even kijken. Het belang van die match was dagen van tevoren al opgeklopt tot waanzinnige hoogten, de spanning zat er dus goed in. Anderlecht moest winnen na een dwaze uitnederlaag tegen een nogal onbenullige tegenstander.




    Na drie minuten voelde ik al dat het niet pluis zat. Ik bewoog met het spel mee in mijn zetel. Als de aanval van rechts naar links trok, leunde ik gaandeweg mee naar links naarmate het spel het doel naderde; liep de bal naar rechts, dan voelde ik me onweerstaanbaar naar rechts getrokken, als wou ik door mijn eigen lichaamsbeweging kracht bijzetten aan de aanval. Het was een beetje zoals sommige chauffeurs en de meeste passagiers in een auto, die met hun hele lijf mee remmen en mee optrekken en mee de bochten nemen.

    Bovendien voelde ik mijn hartslag omhoog gaan, zelfs wanneer er op het veld niets noemenswaardig gebeurde. Het was de spanning rond de gebeurtenis die het hem deed, het belang en de inzet van de wedstrijd.

    Ik heb dan maar voor een rustig stukje muziek gekozen en het hele zaakje aan mij laten voorbijgaan. Pas ’s anderendaags heb ik toevallig vernomen dat Anderlecht gewonnen had met het nodige verschil, zodat ze kunnen doorgaan in de Champions League.

    Voetbalwedstrijden zijn er om geanalyseerd te worden, vooraf, tijdens en erna. Laten we dat ook eens doen.

    Vooreerst de inzet, die deze match zo belangrijk maakte. Als Anderlecht verloor, mocht het niet deelnemen aan de groepsfase van de Champions League. Ik geef grif toe dat ik er geen flauw idee van heb wat dat concreet betekent, behalve dat volgens de nieuwsberichten in dat geval de club een startgeld van vijftien miljoen euro zou missen. Nu kan ik me voorstellen dat een dergelijke som zelfs voor een club als Anderlecht geen kattenpis is. Maar wat heb ik daarmee te maken? Ik ben geen fan van die club, ik heb er geen enkele affiniteit mee, eerlijk gezegd kan Anderlecht me gestolen worden. Of ze eerste staan of laatste, in de hoogste afdeling spelen of in vierde provinciale, het maakt me niets uit. Het is een grote commerciële onderneming in de entertainment business, punt uit. Bovendien is het een vorm van ontspanning die me helemaal niet interesseert. Ik ga nooit naar het voetbal kijken en ook op TV stem ik er zelden op af. Ik praat met vrienden en kennissen nooit over het voetbal.

    En toch was ik gespannen, nerveus, kreeg ik hartkloppingen.

    Nu ik erbij stilsta, besef ik dat die hevige gevoelens sterker zijn dan mezelf. Ze komen spontaan op en ik kan ze niet onderdrukken. En dan had ik het ineens door: ook andere mensen ervaren die hevige emoties. Maar in plaats van af te haken, geven ze eraan toe. Ze laten zich opzwepen, gaan op in de match, worden erdoor meegesleept, zwalpen op en neer met de golven van angst en euforie die het spel bij hen oproept bij elke uitgespeelde of gefaalde kans, bij elke aanval, elke bedreiging van het eigen doel.

    Dat is waarom het gaat in zo’n voetbalmatch. En deze match was niet zomaar een doordeweekse aangelegenheid, waarvan het resultaat pas op het einde van het seizoen wordt afgerekend. Nee, het was erop of eronder, alles of niets. Of zo werd het toch voorgesteld. En dus was het een spannende match, niet het minst door het risico op een onverwachte tegengoal die de lat onmiddellijk veel hoger zou leggen, enzovoort. En Anderlecht kwam maar niet tot scoren, tachtig eindeloze minuten lang, wat de spanning steeds meer deed stijgen tot een bijna ondraaglijk niveau. En dan kwam de ontknoping in een spectaculaire ontlading van extatische vreugde bij iedereen, ook bij de vele duizenden die de match hadden gevolgd, in het stadion of thuis. En er werd gedronken en gedanst en gefeest tot in de kleine uurtjes.

    Die emoties zijn niet ongewoon, ze zijn normaal. Honderdduizenden, ja miljoenen mensen leveren zich elke week over aan dat spel. Ze beleven de spanningen die normaal enkel de spelers en de clubbonzen voelen op een plaatsvervangende manier, alsof hun leven er van afhing, hun wedde, hun bonus, hun blijdschap of ongeluk, terwijl ze er in feite niets mee te maken hebben. Ze betalen om te mogen gaan kijken, maar vooral om te mogen mee opgaan in het spel, om hun emoties te mogen botvieren. Het is iets dat aanspreekt, het werkt, anders was het voetbal niet de miljardenbusiness die het is. De media doen er volop aan mee en pikken hun graantje mee van de commercie.

    Mensen hebben veel over voor hun voetbal, zeer veel. De mensheid heeft veel over voor haar voetbal, zeer veel tijd, energie en financiële middelen. En het voetbal is maar één van de vele aspecten van ons tijdverdrijf, van ons omgaan met onze emoties. We zijn blijkbaar ten minste zo veel bezig met onze emoties als met de andere aspecten van ons leven, zoals werken of slapen.

    Er is dus niets verkeerds mee. Blijkbaar hebben wij behoefte aan een emotioneel leven en beantwoordt voetbal, zoals talloze andere vormen van ontspanning, aan die behoefte. En toch heb ik daar mijn bedenkingen bij; het tegendeel zou u trouwens verwonderen, lieve lezers.





    Zie je, die emoties zijn er voor een reden en die reden is niet het voetbal. Onze emoties hebben een functie. Zij vervullen een rol in ons samenleven met anderen. Ze maken het mogelijk dat wij onszelf in stand houden in een complexe maatschappij, waarin wij op ontelbare manieren samenwerken met anderen, tot voordeel van iedereen. Maar zoals alle andere aspecten van ons mens-zijn, kunnen we ook die emoties oneigenlijk gebruiken. Honger is een signaal van ons lichaam dat het voedsel nodig heeft; dorst wijst op het gevaar van uitdroging enzovoort. Woede is een reactie op een of andere vorm van agressie, blijdschap is een reactie op iets dat goed is voor ons enzovoort. Maar wij eten ook als we geen honger hebben en we eten niet zozeer om onze honger te stillen als om onze smaakpapillen te plezieren; we drinken vaak veel meer dan nodig en duidelijk niet om onze dorst te lessen.

    Op de zelfde manier gebruiken we onze emoties niet alleen voor de situaties waarin wij ons meestal bevinden in de maatschappij: we creëren speciale omstandigheden waarin onze emoties op een artificiële manier worden aangesproken: we gaan op een rollerbaan zitten, we beklimmen moeilijke bergen, we doen aan diepzeeduiken en we gaan naar het voetbal kijken. Zoals we meer aan seks doen dan nodig voor de voortplanting, spelen we ook met onze emoties omdat die er nu eenmaal zijn. We houden van opwinding en van de tegenstellingen tussen vreugde en verdriet en de spanningen die dat met zich meebrengt. En dus creëren wij situaties, of laten anderen die voor ons creëren, waarin onze primaire emoties sterk worden aangesproken.





    Theater is daarvan een goed voorbeeld. De auteur van het stuk, de regisseur, de acteurs en alle andere betrokkenen zijn erop uit om onze emoties een goede beurt te geven. Ze maken daarbij gebruik van alle mogelijke middelen, soms op de meest cynische manier. Maar we malen er niet om, we gaan naar het theater om ons te laten misleiden en hoe beter dat het lukt, hoe liever we het hebben. Net zo met film.

    Met de (kijk)sport is het anders. Daar hebben we de verwachting en de indruk dat het geen theater is, maar echt. Dat er geen spelletjes gespeeld worden met ons, maar dat het om een echte wedstrijd gaat, waarin de tegenstanders op een eerlijke manier met elkaar en dus met ons omgaan. Als het allemaal afgesproken spel zou zijn, dan gingen we niet kijken. Het is daarom dat heruitzendingen van wedstrijden zo weinig succes hebben: als we de uitslag al weten, is er niks meer aan. Om dezelfde reden is omkoperij de zwaarste overtreding van het sportethos die je kan bedenken. We hebben de spanning over de (eerlijke) afloop nodig. Het gaat er dus niet om hoe mooi een wedstrijd is, maar hoe spannend en wie er wint en hoe.

    En zo kom ik tot mijn bedenkingen.

    Vooreerst meen ik dat het beter is om je emoties te gebruiken voor het datgene waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk de omgang met de anderen. Het oneigenlijk gebruik, zoals bij het beoefenen van (gevaarlijke) sporten, is voor mij altijd min of meer verdacht en bedenkelijk. Natuurlijk geeft het jou een kick als je gaat skiën, zeker buiten de pistes, of als je een steile bergwand beklimt en eindelijk op de top staat. Maar dan ben je met je emoties aan het spelen, zoals je ook met je genitaliën kunt spelen. Wij mensen kunnen dat en we doen het volop en met veel plezier. Maar zowel uit de praktijk als met een beetje gezond verstand kunnen we leren dat het oneigenlijk gebruik van het een zowel als van het ander uiteindelijk onbevredigend is.

    Het meest genieten we van een koel glas water als we echt dorst hebben. De duurste gerechten moeten het afleggen tegen een boterham uit het vuistje als je echt honger hebt.

    Zo is het ook met onze emoties. Ongetwijfeld waren de fans uitgelaten toen Anderlecht had gewonnen, maar wat hebben ze daar uiteindelijk aan? Hun verwachtingen zijn ingelost, hun vrees is weggenomen en heeft plaats gemaakt voor euforie. Maar ze hebben zich geen echt voordeel gedaan, ze hebben alleen negentig minuten lang hun emoties kunnen botvieren op een kunstmatige, plaatsvervangende manier, gevoed door heel wat drank, opgezweept door de media en door de massahysterie die grote evenementen nu eenmaal meebrengen. De vijand is verslagen, maar zelfs de meest harde fan zal uiteindelijk moeten toegeven dat die vijand in feite helemaal geen vijand is; dat de spelers van de tegenpartij morgen misschien in je eigen ploeg zullen spelen en jouw helden van vandaag morgen verkocht worden voor veel geld, waarvan jij geen cent te zien krijgt. Waarom vechten hooligans van de ene ploeg eigenlijk tegen die van de andere? Wat kunnen ze daarmee winnen?

    Ik heb dus iets tegen het al te opzettelijk of kunstmatig bespelen van emoties. Ik ga nooit naar het theater, nooit naar de film. Ik kan ook geen films bekijken op TV, zeker niet als ze sterk emotioneel geladen zijn en dat is in bijna alle gevallen zo: geweld, diepe psychologische conflicten, gerechtszaken, avonturen… het is me allemaal teveel, zelfs al weet ik goed dat het maar theater is. Ik kan het niet aan, mijn lichaam reageert erop als de spreekwoordelijke stier op een rode lap: mijn hart gaat bonzen, ik krijg een krop in de keel, mijn stem stokt, het koude zweet breekt me uit, de tranen biggelen over mijn aangezicht. Ik weet er uren later nog van en van rustig inslapen is geen sprake, noch van een rustige nacht, de beelden blijven me tormenteren in mijn dromen.






    Leid ik dan een saai leven? Ik vind van niet. Mijn emotioneel leven is zo sterk gekleurd als dat van iemand anders, denk ik. Mijn gevoelens zijn even sterk als die van mijn evennaasten. Alleen ga ik er een beetje anders mee om. Ik vermijd confronterende omstandigheden van alle aard en zoek zoveel mogelijk rust en harmonie op. Ik vind mijn genot op iets meer subtiele plaatsen dan het voetbal, het wielrennen, Formule 1 of een bokswedstrijd; of een porno-, actie- of horrorfilm; of een thriller van een boek. Ik beklim zo weinig mogelijk hoge bergen en verplaats me het liefst te voet of met de fiets. Voor mij geen verre reizen, dure restaurants, zeldzame wijnen of chique kleren. Mijn interesses gaan veeleer naar wat me een genot verschaft dat men wel eens intellectueel noemt, maar dat daarom niet minder genieten is, en naar het plezier dat je kan hebben van heel eenvoudige dingen in het leven.

    Ieder diertje zijn pleziertje. Voor mij mag iedereen die daar zin in heeft naar het voetbal gaan of naar pornofilms kijken. Niemand moet zijn wil opdringen aan iemand anders, alles mag, niets moet, zolang er niemand geschaad wordt. Maar ik vind wel dat er goede en minder goede manieren zijn om met je emoties om te gaan en dat de meer natuurlijke manier uiteindelijk de grootste bevrediging schenkt, terwijl de meer spectaculaire maar minder natuurlijke slechts een snel voorbijgaande opwinding opleveren, die je nadien onbevredigd achterlaat en je alleen maar aanzet tot nog meer, nog heviger, nog krachtiger, nog duurder, nog verder, nog gekker.

    Ik voel me niet beter dan een ander. Maar wel af en toe behoorlijk verschillend.

     


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:maatschappij
    22-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Getuigen van Jehova

    Deze morgen was het gelukkig wat koeler. De tropische temperaturen van de laatste dagen zijn niets voor mij, ik zie werkelijk af. Van mijn goede voornemens om wat vaker te schrijven in mijn Kroniek is dan ook niet veel in huis gekomen. Niet dat daartoe geen aanleiding was, in tegendeel. Maar de weinige energie die niet door de hitte werd opgeslokt, verdween in enkele projecten op langere termijn waarmee ik bezig ben voor Spinoza in Vlaanderen. Verbazend hoeveel tijd er daarin kruipt. Maar ik klaag niet, het is werk dat ik erg graag doe en waarbij ik mijn bescheiden talenten volop kan aanwenden, een echte uitdaging dus. Later daarover meer.





    De laatste tijd krijg ik het bezoek van een Getuige van Jehova. Die kwamen vroeger ook al aan de deur en ik stuur ze nooit weg, ik maak altijd een praatje met die mensen. Zij zijn immers met dezelfde onderwerpen bezig als ik: de mens, de samenleving, godsdienst, wetenschap, geschiedenis, de Schrift, het hiernamaals, goed en kwaad. Ik hoef je niet te vertellen dat we het op haast alle punten grondig oneens zijn en ik laat dat ook niet onvermeld in onze gesprekken. Aanvankelijk kreeg ik vooral beginnelingen te zien en te horen, maar misschien omdat ik hen niet meteen wegstuurde zoals de meesten bij wie ze aankloppen, kwam er onlangs een meer onderlegde Getuige opdagen. We hebben enkele keren aan de deur gepraat, maar toen hij laatst weer aanbelde, heb ik hem meegenomen voor een gesprek in de tuin.

    D. is een bijzonder verstandig en goed ingelicht man. Hij kent zijn zaken, maar hij weet ook heel veel van zijn ‘tegenstanders’. Hij is uiterst vertrouwd met de moderne wetenschap en dat verbaasde me. Ik vroeg mij af hoe het kwam dat iemand die zo intelligent is en zo onderlegd, zich toch kan vinden in de klinkklare nonsens die de Getuigen aanhangen, op grond van de Schrift en de letterlijke interpretatie die zij eraan geven. Ik heb die vraag ook rechtstreeks aan hem gesteld, zij het onder iets of wat beleefder bewoordingen, natuurlijk.

    Hij liet zich niet uit zijn lood slaan, het is een ervaren Getuige met een lange staat van dienst, een geboren debater, die niet voor één gat te vangen is. Altijd heeft hij een uitleg klaar. Als hij voelt dat een of ander argument niet aanslaat, schakelt hij naadloos over naar een ander, zonder toe te geven dat hij ongelijk had natuurlijk. Dat maakt het een beetje een dovemans gesprek, helaas. Ik geef niet toe en hij ook niet. We tasten elkaars stellingen af, op zoek naar de zwakke punten.

    Bij hem is dat de starre dogmatiek waarmee hij bepaalde geloofspunten verdedigt die voor mij onaanvaardbaar en ook totaal onbelangrijk zijn. Zo verdedigen de Getuigen dat God de moderne mens, homo sapiens, geschapen heeft uit het niets zoals hij is. Niet dat ze de evolutieleer verwerpen, hoor, ze hebben ondertussen door dat die niet meer te ontkennen valt. God heeft toegelaten dat vanuit een klein levensbegin, waarvoor hij volledig verantwoordelijk is, allerlei experimenten ontstonden die aanleiding gaven tot het ontstaan van allerlei wezens, zoals de voorlopers van homo sapiens. Maar na al die proefnemingen heeft hij dan de mens geschapen zoals het in Genesis staat. Ook de zondeval moeten we letterlijk nemen en dus ook de erfzonde en de verlossing door Jezus van Nazareth. Maar die Jezus is niet te vereenzelvigen met God, nee, er is maar één God. Jezus is de Zoon van God, door God geschapen.

    Enfin, zo zijn er nog heel wat vreemde stellingen die ze verdedigen. Ze doen maar, maar ik vind dat ze hun tijd verliezen. Ze houden vast aan het verleden, aan de Bijbel en aan een dogmatiek uit voorbije eeuwen die wel verschilt van de christelijke, maar niet noemenswaardig. Ze voeren een verloren strijd. Maar ze doen dat op een vredelievende manier en dat siert hen.

    Ik weet niet wat ik moet denken van hun organisatie. Zij maken zich sterk dat ze heel wat mensen ‘redden’: radeloze, vertwijfelde en soms ook aan lager wal geraakte mensen die plots een strohalm aangereikt krijgen en die zich optrekken aan wat van hen gevraagd wordt in een vrij strakke organisatie met vaste rituelen. Ik betwist dat niet. Ongetwijfeld is dat zo. Maar die mensen komen van de regen in de drop, vind ik. Het kan toch niet anders dan dat zij na enige tijd vragen beginnen te stellen over hun nieuw gevonden en een beetje vreemd geloof? En dat ze dan opnieuw gaan twijfelen… Maar ik geef toe: je kan maar beter een voorbeeldige Getuige van Jehova (of een ander soort van christen of gelovige) zijn dan bijvoorbeeld een dakloze drank- of drugsverslaafde.

    Laatst was ik niet thuis en D. liet een brochure en een boekje achter in de brievenbus, met een mooi en vriendelijk kaartje erbij. Ik heb de brochure helemaal gelezen en in het boekje ben ik al een eind over de helft. Allebei zijn het merkwaardige documenten. Op basis van uitspraken van bekende wetenschappers (onder wie ook Dawkins!), proberen zij het bestaan van God te bewijzen. Het is het systeem van het Intelligent Design. De schepping is zo ingewikkeld en zo precair, het universum zo perfect in evenwicht dat het niet anders kan of er ligt een God aan de basis van de orde in de wereld die de wetenschap zo verbluffend ontsluiert.




    Ach, het is zo gemakkelijk om de logica van die redenering om te keren: de mens is ontstaan in het universum zoals het is en heeft zich over miljarden jaren ontwikkeld tot wat hij nu is, uitmuntend aangepast aan zijn omgeving volgens het principe dat Darwin zo geniaal postuleerde, zonder er de fysische oorsprong van te kennen, gewoon op basis van zijn waarnemingen en zijn scherp verstand. Het is met andere woorden helemaal niet verbazingwekkend dat de mens zo precies past in de niche die hij inneemt, het is integendeel evident dat hij is zoals hij is, hij kan niet anders dan zo zijn, als het anders had gekund, dan was hij ook anders geweest.

    Die redenering heeft nog een bijkomend voordeel. Je hoeft er geen God bij te verzinnen en dat is niet niks. Want stellen dat een ander Wezen verantwoordelijk is voor alles wat er is en zoals het is, dat is veel gevraagd, te veel zelfs. Waar komt dat wezen vandaan? Waar komt zijn macht en wijsheid vandaan? Wat heeft het met de mens? Het is niet uit te leggen, het blijft een mysterie. God als verklaring van alles is het probleem alleen maar verschuiven, want dan moet je iets verklaren dat nog veel meer immens, enorm en mysterieus is dan het universum, namelijk een God die dat allemaal heeft geschapen op een of andere manier. Voor het universum zijn er door de wetenschap verklaringen gevonden die de meeste mensen bevredigen. Voor God niet. God kan je niet verklaren, je moet erin geloven. Tja.

    Ik kijk uit naar het volgend bezoek van D., de intelligente, vriendelijke Getuige van Jehova. Ik praat graag met hem. Maar ik vrees dat hij het op een dag welletjes zal vinden, als hij inziet dat ik wel naar hem luister, maar hem niet geloof. Soms verwijt ik mezelf dat ik zo op hem inpraat; misschien breng ik hem wel aan het twijfelen? En wat zou er dan gebeuren? Zou hij nog even gelukkig zijn, even rustig, bijna onverstoorbaar, zelfzeker en Bijbelvast? Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik zijn zekerheden zou stuk breken, want al wat ik in de plaats te bieden heb, zijn voorlopige zekerheden, twijfels en de erkenning van onze onwetendheid.

    Spinoza zei het al: godsdienst heeft een rol te vervullen voor het allergrootste deel van de mensheid. Slechts enkelen kunnen zonder God of godsdienst verder. Ik heb altijd geweigerd om dat vandaag nog aan te nemen, want Spinoza zegt ook dat elke mens in staat is tot rationeel denken, filosofen zijn geen freaks van de natuur, iedereen kan doordenken op de belangrijke kwesties. Misschien was het in 1650 anders, maar vandaag heeft vrijwel niemand nog een excuus om niet na te denken maar te geloven zonder nadenken.

     


    Categorie:God of geen god?
    Tags:godsdienst, atheïsme
    13-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het grote misverstand, nog steeds en alweer

    Het grote misverstand, nog maar eens en nog steeds.

     

    Ik had het hier al over een misverstand dat vandaag heerst, namelijk dat het materialisme een aanslag zou zijn op de menselijke waardigheid. Lees die tekst (nog) eens na, hij vormt de basis voor wat je hieronder (hopelijk) gaat lezen.

    Ons nieuw samengesteld gezin, zoals wij sociologisch te boek staan, is niet groot en niet jong, althans, wijzelf zijn niet meer jong. Lut en ik zijn samen van in 1998. Onze kinderen zijn volwassen, tussen de 30 en de 45 jaar en leiden een zelfstandig leven. Toch zijn wij traditioneel lid van de Gezinsbond, vroeger de Bond van de grote gezinnen, daarna van de grote en jonge gezinnen. Al heel mijn leven lees ik, zij het snel en oppervlakkig,  De Bond, het weekblad van de Bond.

    In de laatste aflevering viel mijn oog op een artikeltje van de hand van Chris Dutry, onder de titel Het tijdperk van het brein. Het is in feite een boekbespreking van een boek van Jan Derksen, Bevrijd de psychologie (uit de greep van de hersenmythe), 208 blz., 2012, uitgeverij Bert Bakker, € 17,95. Ik heb het boek niet gelezen en ben dat ook niet van plan.

    Waarover gaat het?

    De titel zet ons al een heel eind op weg. Het is een pleidooi voor een autonome psychologie, als wetenschap en als praktijk. Zij moet blijkbaar bevrijd worden en nog wel van een mythe, namelijk die van de hersenen.

    Lieve lezer, je voelt me al steigeren. Het grote misverstand dat ik besprak in mijn vorige tekst slaat hier in alle verontwaardigde hevigheid toe. Terwijl de neurowetenschappen zich inspannen om de processen te onderzoeken die zich afspelen in onze hersenen, met als doel een beter begrip van hun werking en de gevolgen daarvan voor ons leven, vinden sommigen dat op die manier de psychologie gebiologiseerd wordt, dat men er een exacte of positieve wetenschap van maakt. Concreet gezien stelt men het voor alsof de neurowetenschap de psychologie als menswetenschap en als therapeutische activiteit zou willen verdringen en haar vervangen door een louter materiële verklaring en een louter materiële therapeutische behandeling: pilletjes, operaties en andere fysieke ingrepen op de hersenen.

    Het misverstand is hierin gelegen, dat de neurowetenschap dat inderdaad beoogt, in de mate dat ze dat kan en gelukkig maar! Want er zijn al spectaculaire resultaten bereikt op dat punt. Heel wat storingen in ons (centraal) zenuwstelsel, voornamelijk in onze hersenen, kunnen nu behandeld worden met fysische middelen en leiden vaak tot volledige genezing en herstel van zelfs aangeboren letsels. Niemand zal dat ontkennen en ook de auteur van het boek doet dat niet.

    Waar hij het blijkbaar moeilijk mee heeft is met een beperking van ons psychisch leven tot fysische processen en een daarbij aansluitende beperking van de therapieën tot materiële ingrepen.

    Ik heb nog geen enkel boek gelezen, van welke neurowetenschapper dan ook, dat een dergelijke beperking voorstelt of verdedigt. Het gaat hier dus duidelijk om een misverstand. Derksen ziet spoken. Onze hersenen zijn geen mythe, het is onze psyche die een mythe is. De neurowetenschap pleit zelf helemaal niet voor een bevrijding van de mens uit de mythe van de psychologie, integendeel. Men heeft ontdekt dat men allerlei storingen, letsels en aangeboren afwijkingen strikt medisch met groot succes kan behandelen, ook en vooral aandoeningen waarbij de klassieke, niet-intrusieve therapieën (meestal gesprekstherapieën), tot nog toe jammerlijk faalden. Maar er is niet één medische neurowetenschapper die beweert dat de klassieke psychologie heeft afgedaan, als wetenschap of als behandelingsmethode.

    Om dit misverstand en de mogelijke oplossing ervan goed te begrijpen moeten we wat dieper ingaan op de zaak.

    Onze hersenen zijn het centrum van onze mentale vermogens. Daar kan van alles verkeerd gaan, want het is een uiterst complex orgaan, veel ingewikkelder dan welke machine die de mens ooit bedacht, laat staan gemaakt heeft. Die hersenen functioneren in en zijn dus afhankelijk van de werking een lichaam. Ook daar kan van alles fout lopen. Als mens leven wij in gemeenschap, op grote en kleine schaal. En weer zorgt dat voor allerlei problemen.

    De medische neurowetenschap heeft in haar therapeutische benadering enkel aandacht voor de problemen die van fysische aard zijn. Een eenvoudig voorbeeld is de behandeling van epilepsie. Men kan met chemische middelen en met elektrische stimuli die ‘ziekte’ bijna volledig onder controle houden, zodat de ‘patiënt’ een zo goed als normaal leven kan leiden. Een materieel defect wordt dan hersteld door een fysische ingreep.

    Het is echter ook mogelijk dat mensen met volkomen gezonde en fysiologisch ‘normale’ hersenen toch niet goed functioneren. Er is dan met andere woorden geen lichamelijk aanwijsbare oorzaak van de ‘ziekte’; er is dus geen fysieke oorzaak. Als er geen fysieke oorzaak of letstel is, ligt het niet voor de hand om te proberen daarop in te grijpen met materiële middelen. Soms doet men dat toch, maar dan veeleer als een ondersteunende therapie of als symptoombestrijding in afwachting van een mogelijke genezing, spontaan of met klassieke therapie.

    Laten we een voorbeeld nemen. Iemand die denkt dat de aarde niet bol is, maar plat, vergist zich, maar is niet noodzakelijk gek. Anders zouden er vroeger wel veel gekken rondgelopen hebben op aarde. Wij kunnen ons vergissen en we doen dat voortdurend, slimme mensen zowel als minder slimme. Het is dus perfect mogelijk om met een goed stel hersenen tot de verkeerde conclusies te komen, of opvattingen te koesteren die net iets minder dan helemaal juist en waar zijn. Kijk om je heen, kijk in je eigen hart, lees dit boek…

    Het gebeurt dat perfect normale mensen plots met psychische moeilijkheden te maken hebben. Onderzoek moet dan uitmaken wat er aan de hand is. Met allerlei testen kan men meestal heel snel naar een diagnose gaan, omdat de symptomen stilaan goed herkend worden. Zo geeft een hersentumor op een bepaalde plaats in de hersenen heel vaak zeer specifieke afwijkingen tot gevolg. Men kan dan gaan zoeken naar die tumor en proberen om die te verwijderen. Zo kan men ook genetisch bepaalde afwijkingen opsporen, of fysische letsels, bijvoorbeeld na een ongeval. Maar het kan ook zijn dat men niets vindt met al de apparaten die men nu heeft, of dat men alleen zeer vage aanduidingen krijgt van een verminderde activiteit hier of daar, terwijl er toch ernstige gezondheidsklachten zijn.

    Dat betekent dan wellicht dat het gaat om een psychische nood, veroorzaakt door een verstoring van het omgaan van die persoon met zichzelf en met zijn of haar omgeving. Wie een dramatische gebeurtenis meemaakt, zoals het overlijden van een geliefde, ondervindt daar een invloed van in zijn of haar leven. Dat kan een weerslag hebben op het functioneren van onze hersenen, zonder aanwijsbare beschadigingen aan te richten. Men kan dan proberen om de hersenen weer beter te doen functioneren, bijvoorbeeld door die centra tot ruste te brengen waarvan men weet dat ze zorgen voor onrust, opgewondenheid enzovoort. Maar dat is een ondersteunende therapie. Als men de oorzaak niet onderkent, zal men het probleem niet blijvend oplossen.

    Er is met andere woorden nog steeds en misschien zelfs nog meer plaats dan vroeger voor een diagnose en een therapie die zich richt op de psychische nood en het psychisch lijden van de mens. Ook de medische neurowetenschap is nog steeds aangewezen op het gesprek, zowel bij de diagnose als bij het opvolgen van de (fysische) behandeling.

    Derksen maakt te weinig het essentiële onderscheid tussen psychische stoornissen die een specifieke fysische oorsprong en behandeling hebben en andere, die hun oorsprong vooral hebben in het functioneren van de mens in de maatschappij, iets wat blijkbaar steeds moeilijker wordt in onze moderne samenleving met zeven miljard mensen. Deze laatste vorm van psychisch lijden is nog steeds gebaat met de klassieke psychologische therapieën, maar kan steeds beter ondersteund worden met aanvullende therapieën uit de medische neurowetenschap. Dat zal de efficiëntie van die gesprekstherapieën aanzienlijk verhogen en de behandeling wellicht inkorten en dat mag allebei wel, want de klassieke behandelingen zijn altijd zeer intensief, uiterst langdurig en leiden helaas op zichzelf bijna nooit tot volledige genezing.

    Derksen heeft dus gelijk wanneer hij stelt dat de klassieke therapieën niet afgedaan hebben. Hij vergist zich echter schromelijk wanneer hij de medische neurowetenschap ervan beschuldigt dat zij dat op het oog zou hebben.  Wat nog erger is: door zich zo rabiaat af te zetten tegen wat die neurowetenschappen kunnen bijbrengen aan de klassieke therapieën, ontzegt hij de patiënten de kans om te genieten van de spectaculaire voordelen die deze nieuwe benadering onbetwistbaar biedt.

     

    En zo blijkt dat ook verstandige mensen schadelijke of zelfs destructieve illusies kunnen koesteren, die kunnen leiden tot hun eigen ongeluk of zelfs ondergang of die van anderen. Derksen heeft allicht geen behoefte aan een medische behandeling, maar een goed gesprek met een neurowetenschapper lijkt me een aangewezen en zelfs noodzakelijke therapie voor hem en zijn geestesgenoten.


    Categorie:wetenschap
    Tags:maatschappij
    08-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog writer's block

    Lieve lezers,

    als ik terugblik op mijn activiteit hier op mijn blog in de maand juli, dan moet ik toegeven dat er duidelijk sprake is van een zekere terugval, zowel in het aantal van de bijdragen als in hun aard. Hoe is dat te verklaren?

    De zomer is komkommertijd voor iedereen. Op tv zie je bijna uitsluitend herhalingen van reeksen en oude films. Er gebeurt niets, de fut is eruit want iedereen droomt van, is op, of geniet na van vakantie. Het aantal lezers dat mijn Kroniek per dag bezoekt en het aantal bladzijden dat ze aantikken daalt angstwekkend tot ongeveer een derde van het gewone aantal. Waar zijn jullie dan? Wat heb ik jullie misdaan dat jullie me links laten liggen?

    De laatste maanden heb ik me ook meer dan vroeger bezig gehouden met Spinoza. Niet zozeer met het lezen van zijn geschriften, al kwam dat er ook wel bij, maar veeleer met wat er rond hem en zijn filosofie gebeurt, vooral dan in Nederland, waar hij veel meer in de belangstelling staat dan in Vlaanderen. Ik bracht heel wat tijd door op de onnavolgbare website van de onvermoeibare Spinoza-blogger Stan Verdult en volgde de vele sporen die hij daar trok. Ik kwam in contact met Rikus Koops, de hertaler en uitgever van de Korte Verhandeling. Dat leidde tot een intensieve samenwerking bij zijn Toelichtingen, een werk dat ik graag deed maar dat wel heel wat tijd en energie opeiste, maar ook veel voldoening gaf en dat ik ook in de toekomst hoop voort te zetten. Ik schreef zelf ook over Spinoza, uitvoerig over Uriël da Costa en vertaalde Voltaire, toch allemaal enigszins afwijkend van wat je hier meestal aangeboden krijgt.

    Uiteindelijk resulteerde dat in een nieuw initiatief: Spinoza in Vlaanderen. De bedoeling was om een trefpunt te maken voor wat er rond Spinoza ook hier in Vlaanderen gebeurt: waar en door wie wordt hij bestudeerd, publicaties, lezingen, studiedagen en bijeenkomsten van Spinoza-liefhebbers. Het begon met een website waar men zich kon melden als belangstellende of sympathisant. Dat lijstje groeide snel aan, met verscheidene heel belangrijke namen erop, maar ook met gewone mensen zoals u en ik die zo te kennen gaven dat Spinoza iets betekende in hun leven.

    Dat succes was een uitdaging. Ik stortte me enthousiast in het nieuwe project, zoekend naar materiaal dat ik daar kon aanbieden. Dat bleek echter niet zo eenvoudig te zijn. Ik schreef een aantal sympathisanten aan om een bijdrage te vragen, maar veel leverde dat zo meteen niet op. Ik moest me dan ook bezinnen over de inhoud van de nieuwe website, vooral in het licht van wat Stan Verdult aanbiedt. Het is onmogelijk om zijn inspanningen ook maar enigszins te benaderen en dat is ook niet nodig: wat hij doet, hoeft niemand nog over te doen. Er moest dus een eigen aanpak komen, specifiek gericht op de Vlaamse context, maar interessant voor alle Nederlandstaligen. Dat is een veel bescheidener objectief dan dat van Stan, die met succes de hele wereld afschuimt naar elke snipper informatie over Spinoza.

    We zijn nog maar net begonnen met Spinoza in Vlaanderen en we moeten onze weg nog vinden. Er zijn concrete plannen voor enkele nieuwe pistes, die in de volgende maanden hopelijk tot resultaat zullen leiden. Ondertussen druppelen de aanmeldingen verder binnen en ook enkele berichten over activiteiten in Vlaanderen. We gaan het rustig aan doen.

    En ja, lieve trouwe lezers, zo komt er weer wat meer tijd en rust en inspiratie voor mijn Kroniek. Weg dus met de komkommers en de writer’s block! Hierbij bied ik jullie een passend verdichtsel aan dat mijn vriend Jacques voor mij schreef na de donkere blogschaarse dagen van de voorbije maand.




     

    Writer’s Block.

     

    Steeds weer kijkt hij op de klok,

    de schrijver met zijn writer’s block.

    Al zijn hele leven,

    heeft hij het liefst geschreven,

    maar nu is het overleven.

     

    Het enige wat hem nog drijft,

    is de gedachte: ‘wie schrijft, die blijft’.

     

    Jacques Quekel


    Categorie:poëzie
    Tags:levensbeschouwing
    07-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Olympisch goud

    De Olympische spelen zijn bijna voorbij en dat spijt me niet. Ik begrijp niet dat mensen daar ook maar enige aandacht aan besteden.





    Het is ten eerste pure commercie, op alle gebied. De Spelen zijn een grote en ondoorzichtige multinational, met enkel commerciële belangen, onder het mom van een nobele en humanitaire instelling.







    Bovendien blijven ze op een domme manier nationalistisch: de atleten worden verondersteld hun land te vertegenwoordigen, maar sommigen hebben al vijf nationaliteiten achter de rug, ze kiezen gewoon een land uit waar ze de beste zijn in hun discipline en laten zich daar nationaliseren, terwijl ze in hun eigen land geen kans maken. Met het systeem van nationale vertegenwoordigers krijg je niet de beste atleten aan de start, maar een zootje van allerlei slag, terwijl topatleten ondanks hun Olympisch minimum geen kans maken omdat er in hun land al iemand is voor die discipline.






    En dan is er de doping: voortdurend worden er atleten aangekondigd die net een dopingschorsing achter de rug hebben. Maar ook los van regelrechte doping zie je gewoon aan al die lijven dat de voorbereiding voor deze en andere spelen niet meer normaal is: diëten, krachtvoer, krachttraining, vochtafdrijvende middelen, er is nauwelijks nog een atleet die er een beetje normaal uitziet. Het zijn allemaal, op een enkele uitzondering na, mensen die met een hele entourage professioneel bezig zijn met sport, gesponsord en gesteund en betaald en gesubsidieerd, miljonairs vaak.

    Het is ook onzin dat de organisatie van de spelen een land vooruit zou helpen op sportief gebied: ga eens kijken in de landen die de spelen recentelijk georganiseerd hebben. De enorme nieuwe stadions en hallen staan leeg en vervallen snel. De nieuwe woonwijken zijn niet ten goede gekomen aan de arme vroegere bewoners die er verjaagd zijn, maar zijn door gehaaide makelaars verkocht aan de betere klasse.

    Ook de zogenaamde democratische bonus die de Spelen zouden meebrengen is een fictie, kijk maar naar China: mensenrechten tijdens de Spelen, ja, min of meer. Maar als iedereen weer weg is? Juist.

    Het heeft allemaal met normale sportbeoefening door normale mensen niets meer te maken.

    Als je aan dat alles denkt terwijl je zit te kijken, dan is het plezier er meteen af. Ik kijk dus niet meer.


    Categorie:samenleving
    Tags:maatschappij
    06-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levende wezens, dode materie

    Er bestaat geen twijfel over: er is leven op aarde. De NASA heeft zonet een robot op Mars laten landen om te onderzoeken of daar ooit omstandigheden zijn geweest waarin het mogelijk was dat er zich leven zou ontwikkeld hebben. Als er ooit een buitenaardse beschaving een sonde naar de Aarde zou sturen, zou die niet eens hoeven te landen: wij zijn ongetwijfeld de meest zichtbare, hoorbare, ruikbare planeet van de hele Melkweg en belendende percelen. De stralingen die we uitzenden voor eigen gebruik zouden de communicatiesystemen van al onze buren lichtjaren in het rond drastisch verstoren, indien we buren hadden, natuurlijk.




    Nee, er is leven op aarde, massaal veel en verscheiden leven. Dat is zo evident dat we er niet eens bij stilstaan. Leven is de norm, er is niets ongewoons aan. Wij kijken neer op al wat niet leeft, we noemen het zelfs ‘dood’. Leven is een kwaliteit van de dingen. Het is een onderscheid dat we feilloos maken: er zijn levende wezens en er is dode materie. Een muis leeft, een steen is dood, zo simpel is dat.

    Of niet?





    Wees niet bevreesd, ik ga niet proberen om je ervan te overtuigen dat een steen ook leeft. Maar ik heb wel enkele bedenkingen bij die muis.

    Als je ze zo ziet lopen, schichtig en snel, beducht voor gevaar en altijd op zoek naar iets eetbaars, dan twijfel je natuurlijk niet: die muis leeft. Maar laten we eens nagaan waaruit die muis bestaat. Spieren en botten en vel en organen en haar en klauwen en bloed. En waaruit bestaan die? Uit levende cellen. En waaruit bestaan die? Uit moleculen. En waaruit bestaan moleculen? Uit atomen, en in het geval van organische stoffen is daar altijd ten minste één koolstofatoom bij. Atomen bestaan uit een kern, waarin protonen en neutronen zitten en elektronen die rond die kern draaien. Die protonen, neutronen en elektronen zijn allemaal identiek, in heel het universum. Het is hun aantal binnen een atoom dat de atomen verschillend maakt.

    Waar is de grens van het leven? Atomen leven niet en hun onderdelen ook niet. Moleculen wel? Nee: het zijn verzamelingen van atomen die op een bepaalde manier aan elkaar vasthangen en zo scheikundige stoffen vormen; de molecule is de kleinste eenheid die nog de eigenschappen van een stof bezit. De volgende stap is de levende cel, een verzameling van moleculen. Maar het is een grote stap, want zelfs de kleinste cel is een enorm complex van allerlei soorten moleculen. En een cel leeft: ze kan zich voortplanten, op haar eentje, of samen met andere cellen. Daar ligt dus de grens.






    Alle levende cellen bestaan echter nog altijd uit dode materie en wel uit dezelfde dode materie: elektronen, protonen, neutronen. We zouden nog verder kunnen gaan, want er zijn nog kleinere partikeltjes, we weten niet eens hoeveel, we zijn ze nog volop aan het ontdekken. Maar laten we het hierbij houden: levende cellen zijn samengesteld uit dode materie. Het zo beroemde DNA, waarin ons genetisch materiaal is opgeslagen, is dode materie. En heel ons lichaam is dode materie. Leven is dus een verzameling van dode stof. Elk levend wezen is een tijdelijke configuratie van identieke deeltjes. Dat is evident ook zo voor alle andere, niet-levende materie. Levende en dode materie verschillen op dat punt niet. Levende wezens zijn net zo goed verzamelingen van elektronen, protonen en neutronen. Het verschil is enkel dat in het ene geval de moleculen ook een koolstofatoom bevatten.

    Maar wat een gevolgen heeft dat minuscuul verschil!

    Een steen, een muis, een mens…

    Maar vergeet het nooit: alles bestaat uit dezelfde drie identieke deeltjes. Het is alleen de samenstelling die verschilt en die maakt dat de wereld zo ongelooflijk divers is. Ook levende wezens bestaan alleen uit dezelfde drie identieke deeltjes. Wat ons speciaal maakt, is niet de materie waaruit wij bestaan, maar de specifieke combinatie van die deeltjes. Wij zijn een stuk van de natuur zoals al de rest, wij zijn uit dezelfde bouwstenen gemaakt, alleen de architectuur verschilt, alleen het aantal gebruikte bouwsteentjes.



     





    Dat heeft zo zijn gevolgen. Lieve lezer, je zou raar opgekeken hebben indien ik beweerd had dat stenen kunnen spreken, of zelfs muizen. Maar is het niet even vreemd dat een andere samenstelling van dezelfde elementen dat wel kan? Gewoon één koolstofatoompje maakt het verschil voor het leven. Er is dus niets mysterieus aan. Levende wezens zijn gewoon een andere combinatie van dezelfde bouwstenen. Die combinaties zijn spontaan ontstaan, onder de gepaste omstandigheden, gewoon omdat ze konden ontstaan. Dat begon heel klein en heel eenvoudig en het werd alsmaar complexer tot we gekomen zijn waar we vandaag staan: kijk om je heen.

    Als alles uit dezelfde materie bestaat, zijn de wetten van die materie op alles van toepassing. Er zijn speciale wetten voor de steeds meer complexe configuraties, maar de basiswetten die gelden voor de basiselementen van de materie blijven steeds gelden, hoe complex de materie ook is. De opzoekingen die men in CERN in Zwitserland doet naar de kleinste partikels van de materie betreffen niet een of andere vreemde stof zoals uranium, maar de elementaire deeltjes waaruit ook jij en ik samengesteld zijn. Het higgsboson bevindt zich niet ergens verborgen in de grootste en meest complexe machine die de mens ooit uitgedacht en gebouwd heeft. Het zit in elk atoom waaruit wij samengesteld zijn.






    Als we deze eenvoudige waarheid onder ogen nemen, namelijk dat wij mensen niet meer zijn dan een zeer tijdelijke en erg precaire, kwetsbare en onvolmaakte configuratie van elektronen, protonen en neuronen, dan lijkt het toch wel erg hoogmoedig om te veronderstellen dat wij op een of andere manier zouden onsterfelijk zijn. Dat wij zouden beschikken over een geest of een ziel die onafhankelijk is van de materie en die niet onderworpen is aan de natuurwetten. Dat er een of meer wezens zouden zijn die niet uit die bouwstenen bestaan, maar uit ‘iets anders’. En dat een dergelijk wezen als een goede vader de mens zou liefhebben.

    Kom nou!

     

     


    Categorie:wetenschap
    Tags:wetenschap
    05-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onrust

    De laatste tijd word ik beslopen door een ontstellende onrust.

    Ik merk dat aan subtiele veranderingen in mijn leefpatroon. Ik lees minder en minder lang aan een stuk, ik leg wat ik lees vaker naast me neer en zit dan een tijdlang in het ijle te staren. Ik schrijf minder op mijn Kroniek, en noteer meer onrijpe of afgebroken gedachtegangen in mijn notitieboekje. Ook het dagboek dat ik bijhoud op mijn laptop is al maanden onaangevuld. Ik breng heel wat tijd door op Facebook.

    Ik ben ook meer bezig met Spinoza, vooral praktisch dan. Dat heeft geleid tot Spinoza in Vlaanderen en daar steek ik ook veel tijd in. Ik ga ijverig op zoek naar wat ik op de nieuwe website kan brengen en beland zo op de meest diverse sites, met talloze gegevens die ik niet hoef of wens te herhalen. Ik wil een trefpunt van maken voor wat er rond Spinoza leeft in Vlaanderen, maar hoe?

    Stilaan ben ik me bewust aan het worden waar die onrust vandaan komt. De vele uren die ik doorbreng op het internet leveren een overvloed op aan impulsen en stimulansen, veel meer dan ik kan verwerken. Ik loop door een Kretenzisch labyrint en ben helaas Ariadne’s rode draad al lang kwijt, ik ijl naar adem snakkend door de gangen van Borges’ bibliotheek en om elke hoek begint een nieuwe gang, achter elke deur schuilt een andere, elke kamer is slechts het voorgeborchte van een volgende, nog veel grotere, met nog meer onvatbare woorden, nog meer boeken waarvan ik amper de titels kan ontcijferen en die ik nooit kan gelezen krijgen.

    Elk onderwerp dat ik aanraak, dwingt me om verder te kijken dan mijn neus lang is. Ik ben een dwerg op schouders van giganten, maar wat ik te zien krijg zijn geen horizonten maar een mateloos verstrengeld oerwoud van overweldigende betekenissen dat niet verschilt van absolute zinloosheid. Achter elk woord doemt een gans epos op. Ik ben overdonderd. Als ik ook maar eventjes elk spoor volg dat zich aandient, val ik allengs uiteen in duizend steeds kleinere kareltjes die zich elk als driftige mieren een onnaspeurlijke weg zoeken in een nest dat zich eindeloos uitstrekt, uitzichtloos en genadeloos.

    Ik ben fractaal, gebroken.

    Mijn systeem is overbelast. Mijn vriend Jacques legde al de vinger op de wonde: ik ben aan het schaakspelen op vier borden tegelijk, of nog meer.

    Een vos weet veel dingen, een egel weet er één groot.

    Ik heb me laten afleiden. Ik was niet meer tevreden met mijn eenzame zoektocht naar dat ene grote ding. Maar, lieve lezer, ik was zo alleen, zo alleen in mijn gedachten dat het niet meer te harden was. Ik wou andere mensen ontmoeten, natuurlijk het liefst mensen zoals ik, om samen mezelf te zijn. Ik wou mezelf delen met anderen, mezelf mededelen. Ik wou dat anderen me leerden kennen en appreciëren, niet alleen virtueel maar in levenden lijve. Maar elke mens is anders, wij zijn zo gruwelijk verschillend, zelfs als we op elkaar lijken, van ver.

    Ik ben toch maar op zoek gegaan, grotendeels vruchteloos, allicht. Ik heb vaak vrede genomen met minder dan ik zocht, om niet met lege handen achter te blijven, vol van mezelf. En toch is dat wat gebeurd is, met een teleurstellende en terneerdrukkende onrust op de koop toe.

     

    Nu is het dan tijd voor inkeer.

    Bezinnen over de opgelopen schade en redden wat nog te redden valt. Terugkeren op mijn stappen van wat valse sporen waren. Slechte gewoonten weer afleren. Weer veeleisend worden voor mezelf en voor de anderen. Me niet meer tevreden stellen met minder, me concentreren op wat echt en goed is. Niet meer alles zelf willen doen. Beperken om te overleven.

    Het leven dat me rest wordt alsmaar korter, er is geen tijd te verliezen. Ik wil er het beste van maken.

     


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:levensbeschouwing


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018
  • René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas (recensie)
  • Thomas van Aquino, Over het zijnde en het wezen (recensie)
  • What's in a name?
  • Spinoza: Ethica
  • Patrick Lateur (vert.), Goden. 150 epigrammen uit de Anthologia Graeca
  • Ter inleiding bij de tentoonstelling van Lut in De schuur van A, 9 september 2017
  • Paul Claes, SIC, mijn citatenboek
  • Facebook
  • De heilsstaat is niet voor morgen.
  • Paul Claes: Catullus, Lesbia (recensie)
  • het boerkini-verbod en de filosoof
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • Exit buxus
  • Terugblik
  • Een poging tot samenvatting
  • Leonard Cohen
  • De wraak van Jan met de pet
  • Foucaults slinger: naschrift ter correctie
  • En toch beweegt ze! Foucaults slinger.
  • Tentoonstelling
  • De rode draad
  • Avondlied
  • Afscheid van kerstmis
  • Spinoza: De Brieven over God
  • Spinoza: de Brieven over God
  • Keren Mock, Hébreu, du sacré au maternel, 2016 (recensie)
  • Geen visum voor vluchtelingen?
  • Rudolf Agricola (recensie)
  • Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)
  • De verlichting uit evenwicht? (recensie)
  • Godsdienst: macht of inspiratie?
  • 'En bewaar het geheim.' Intieme blikken van vrijmetselaars (recensie)
  • Lamettrie, Het Geluk (recensie)
  • El cant dels Aucells
  • Peter Venmans, Amor Mundi (recensie)


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!