Foto
Categorieën
  • etymologie (76)
  • ex libris (57)
  • God of geen god? (170)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (240)
  • literatuur (40)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (225)
  • spreekwoorden (11)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voltaire, Satires, Les Systèmes

    Systemen

     

    Toen de machtige, grote en Ene rechtgeaarde

    In zes dagen zijn werk had gedaan hier op aarde

    En al de hemellichamen op hun plaats had gerangeerd

    Heeft hij de mechanieken van zijn grootse machine gemaskeerd

    En over de natuur een ondoordringbare sluier gedrapeerd.

     

    Bij een rabbijn heb ik gelezen dat dit onzegbare Wezen

    Op een dag de geleerden bijeenriep voor zijn troon

    De trotse kinderen van het sofisme, de eindeloze criticasters

    De goede Thomas van Aquino, Scotus en Bonaventuur

    Uit de Provence zelfs een leerling van Epicuur

    En meester René die men vandaag vergeten is gewoon

    De grote gek, vervolgd door nog grotere gekken dan hij was en

    Al die knappe koppen die met hun geleerde fratsen

    Het wereldbouwwerk optrokken van het ingebeelde leven.

     

    Welaan, vrienden, zei God, ontraadsel mijn geheim:

    Zeg me wie ik ben, en hoe ik gemaakt moet zijn

    En als supplement daarbij, zeg me wie jullie zijn

    Welke kracht de kometen doet tollen als zot

    En waarom er op deze aardkloot door het fatale lot

    Voor elk pond goeds honderd centenaars kwaad moet zijn.

    Ik weet dat dank zij de goede zorgen van nobele genieën

    Prijzen worden uitgeschreven door de academiën

    Ik loof er ook een uit. Wie het doel het dichtst benadert

    Krijgt veel geld en verwerft ook het heil, maar dan later.

     

    Zo sprak hij. Thomas stond op voor een august vertoog,

    Thomas de dominicaan, de engel van de scholastiek

    Die wel honderd redetwisters diende van repliek

    Die op alles een antwoord wist en nooit zichzelf bedroog.

    Gij zijt, zo sprak hij tot hem, de existentie en de essentie,

    Eén met attributen, zuivere act en ook substantie

    Einde, begin en midden, binnen en buiten alle tijden,

    Altijd overal aanwezig zonder ooit ergens te verbeiden.

    De Eeuwige nam na die woorden bewonderd door een lorejas

    Het woord met een glimlach en sprak: Goede moed, Thomas!

    Descartes nam diens plaats in en stommelde wat rond

    Op zoek naar een werveling die hij maar niet vond

    En met zijn voorhoofd bepoederd met subtiele materie

    Zonder ooit iets gelezen te hebben, zelfs niet het Evangelie,

     

    Heer, zo sprak hij tot God, deze brave man Thomas

    Loopt al te zeer met de dromerige Aristoteles in de pas.

    Dit is mijn argument en ik vind dat het onweerlegbaar is

    Om te zijn volstaat het dat het zijn mogelijk is.

    Wat uw universum aangaat, het is erg imposant

    Maar ik kan dat net zo goed, ik sta ervoor garant

    Uit materie alles maken is iets wat ook ik vermag

    De elementen, dieren, wervelingen en het licht

    Als ik over de wetten van de mechanica goed ben ingelicht.

    God schonk ook hem een meewarige glimlach.

     

    Gassendi, een priester uit Digne, vroom maar onzeker

    Verachtte die ongelooflijk brutale Bretoense grootspreker

    En begon tegen God over zijn kromme atomen te brallen

    Hoewel die uit de mode waren en helaas al lang vervallen

    Het suprême zijn was voor hem echter de spelbreker.

     

    Toen kwam er een joodje met een lange neus, bleek gelaat
    Arm maar tevreden, bedachtzaam, desolaat
    Subtiel van geest, op het ijle af, meer geroemd dan gelezen
    Verstopt onder de mantel van Descartes, zijn meester
    En stapte met gemeten schreden naar het grote Wezen.
    Excuseer zei hij met nauwelijks hoorbaar gefluister
    Maar ik denk, onder ons gezegd, dat u niet bestaat...

    Ik heb dat meen ik bewezen met mijn mathematiek.

    Ik heb ordinaire leerlingen en ook wat slechte kritiek;

    Oordeel nu over ons. Bij die woorden begon de aardbol te daveren

    En uit afschuw en vrees begon de Heilige Thomas achteruit te laveren

    Maar de goede en clemente God beval slechts dat men

    De ongelovige beklaagde de hersenen zou purgeren.

    Nu hij zelf niet meer om de prijs kon concurreren

    Vertrok hij, vergezeld door enkele knappe koppen.

     

    Onze geleerden merkten hoe God in zijn grootmoedigheid

    Toegaf aan al die verregaande stoutmoedigheid.

    Ze etaleerden al gauw wel honderd diepe inventies

    En nobele staaltjes van hun puntige pretenties.

    Ze praatten, ze disputeerden en schreeuwden allen zonodig

    Zo gaat het ook als een gastheer op het feestmaal nodigt

    Vijftien of twintig raisonneurs, acteurs, commentatoren

    Rijmelaars, compilatoren, chansonniers, traductoren,

    Het huis weergalmt van hun geroep en hun geblaat

    Voorbijgangers blijven verbouwereerd staan op straat.

     

    Heel gedecideerd verzekerde Malebranche dat men zich bovenal

    Tot Het Woord moet richten en dat het antwoorden zal

     

    God in zijn opperste goedheid zo sprak Arnaud zonder verbloemen

    Heeft speciaal het mensenras geschapen om ons te kunnen verdoemen.

     

    Leibniz waarschuwde Turken en Christenen vastberaden

    Dat het grondig verkeerd was zijn harmonie te versmaden

    Dat God, de wereld en wij niets zijn zonder zijn monaden.

     

    In de Koerier van Lapland was er een hansworst die aanvoerde

    Dat we naar de straat moeten waar Magellaan ons voerde

    Alsof het verstand verlicht wie een dissectie op een reus uitvoerde.

    Benoît de Maillet, consul maar niet zoals die in Rome

    Weet perfect hoe hier de eerste mens tot stand kon komen.

    Eerst was hij een vis. De zeer wisselvallige bakermat

    Van dat arme beest was zelfs in het fijnste kristal gevat.

    En wij verbazen ons nog steeds dat de Chinese Zeeën

    Door hun stromingen vorm gaven aan de Pyreneeën.

    Elk creëert zijn systeem en al hun geleerde dromen

    Lijken wel regelrecht uit het gekkenhuis te komen.

     

    God werd echter niet boos: hij is de allerbeste vader

    En wil ons niet beklemmen met al te strakke banden

    Hij wil liever dat zijn kinderen als kleine libertijntjes

    Zich amuseren en genieten van het werk zijner handen

    Hij stelde de prijs dan maar uit tot een jaartje later

    Maar nog dezelfde dag zond hij terstond en fijntjes

    Zijn Engel Gabriël, als ambassadeur met vrede beladen

    Vervuld van indulgenties en brenger van weldaden.

     

    De gevederde zendeling overvloog wel twintig provinciën

    Bezocht heiligen, pauzen en ook prinsen

    Kranige kardinalen en ook inquisiteurs zeer ervaren

    Die in vorige eeuwen toegewijde vervolgers waren.

    Mijne heren, zo zei hij hen, de goede God ordonneert

    Dat gij zonder iemand anders te genaken u goed amuseert.

    Hij weet dat men op de wereld geleerden aantreft

    Wiens domheid die van jullie ruim overtreft

    Die de bedoeling noch de macht hebben om kwaad te doen

    Moeten we hen dan omdat ze dwalen in de brandende olie doen?

    Het gevaar van een boek, geloof me vrij, is niet baarlijk

    Een handtekening van jullie echter is levensgevaarlijk.

    In de Sorbonne, bij het geuzenkerkhof, is men één van gedacht:

    Doe als de goede God, die er alleen maar om lacht.

     

    Voltaire, Satires, Les Systèmes

    Vertaald door Karel D’huyvetters, ©2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    06-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ode aan Spinoza

    Homini igitur nihil homine utilius

    Spinoza

     










     

    in bescheidenheid

    hult zich de meester

    zonder ergernis

    over anathema

     

    leven voor vaal voetlicht

    geruild voor verlichting

    chaos geweld na-ijver

    voor klaar onderscheiden gedachten

     

    rijker worden kan

    door ontvreemden

    verwerven

    of nood beperken

     

    onvoorzichtig

    doorn in het oog

    vermaledijde

    steen des aanstoots

     

    mens

    gezegend

    mensen

    te nutte

     

    gedachten gepolijst

    tot briljante lenzen

    een en al onthullen

    op ware grootte

     

    ongenadig

    ontoereikend

    ontwaren

    ontluisteren

     

    kundig meten

    onweerlegbaar

    scherprechter

    helder weten

     

    die verder zag

    ongehinderd dacht

    ruimteloze einders

    de tijd te buiten

     

    waar gij tradt

    staan mijlpalen geslagen

    geen weg terug

    geen excuus

     

    denken

    voelen

    weten

    doen

     

    Karel D’huyvetters 2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    08-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goethe's Harzreise im Winter - Brahms' Alt-rapsodie

    Winterreis in het Harzgebergte

    Harzreise im Winter

     

     

    Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) schreef dit gedicht na een reis in het Hartzgebergte, in het hertogelijk gevolg. Het jachtgezelschap van de hertog moest soelaas brengen voor de voortdurende grote hinder die de boeren in de streek ondervonden van de everzwijnen. Bij het ochtendkrieken van 29 november 1777 trok hij gans alleen de Harz in, bij bar slecht weer. Hij bezocht er eenvoudige lieden, ‘die men voor nederig houdt, maar die gewis voor God de hoogsten zijn!’, zoals hij kort daarna in een brief aan Frau von Stein schreef. Zijn tocht voerde hem op 3 december 1777 ook naar een jonge theoloog uit Wernigerode, Friedrich Victor Leberecht Plessing (1749-1806). Die had aan Goethe, de auteur van Das Leiden des Jungen Werthers, een brief geschreven waarin hij zich hartstochtelijk herkent in de figuur van de sentimentele tragische figuur van de romanheld, zoals zoveel anderen trouwens. Goethe, die zich verzette tegen die morbide rage, bezocht de jongeman anoniem. Op 10 december 1777 besteeg Goethe met grote inspanningen de Brocken, een ervaring die een overweldigende indruk op hem maakte. Het Harzgebergte is rijk aan metalen, die de rotsen dooraderen.

     

    Johannes Brahms (1833-1897) koos de middelste strofen (5-7) van dit bekende gedicht van Goethe uit voor zijn aangrijpende Rhapsodie für eine Altstimme, Männerchor und Orchester opus 53, die rond 1869 ontstond. De tekst begint met Aber abseits wer ist's? en eindigt met neben dem Durstenden in der Wüste! Dat is meteen ook het meest melancholische en pessimistische gedeelte. De eerste twee strofen worden gebracht door de contra-alt en het orkest; voor het laatste gedeelte sluit het vierstemmig mannenkoor zich daarbij aan. Het werk is ontstaan kort na het Ein Deutsches Requiem en is er nauw mee verwant in stijl en vorm. In hetzelfde jaar 1869 zette Brahms eerst een andere tekst van Goethe op muziek, Rinaldo, eveneens voor solo, koor en orkest. De alt-rapsodie was een huwelijksgeschenk voor Julie, een dochter van Robert Schumann en diens vrouw, Clara Wieck, met wie Brahms levenslang bevriend bleef. Pauline Viardot zong de première in Jena in 1870. In de volgende jaren was het vooral Amalie Joachim, de echtgenote van de vioolvirtuoos Joseph Joachim, die het bekend zou maken. Dit werk van Brahms wordt heden ten dage niet erg vaak uitgevoerd, wellicht wegens de hoge kosten: een soliste, vol orkest en mannenkoor voor een compositie van toch veeleer bescheiden omvang: 10 tot 15 minuten, al naargelang de uitvoering. Opnames zijn er daarentegen in overvloed, met alle beroemde alten: Marion Anderson, Dame Janet Baker, Stephanie Blythe, Dunja Vejzovik, Christa Ludwig, Marilyn Horne, Aafje Heynis, Brigitte Fassbänder, Marjanna Lipovsek, Kathleen Ferrier, Jessye Norman, Nathalie Stutzmann, om slechts enkele belangrijke solisten te noemen. Op YouTube vind je ettelijke uitvoeringen, waaronder deze van Christa Ludwig:

    http://www.youtube.com/watch?v=1aEczCGegYo  Voor de beste kwaliteit moet je een cd in huis halen; het loont zeker de moeite.

    De volledige Duitse tekst vind je hier: http://www.textlog.de/18820.html. Een Nederlandse vertaling heb ik niet gevonden, ondanks ijverig zoeken. Omdat ik eindelijk wel eens wou weten wat die mysterieuze altstem zingt, heb ik het hele gedicht dan maar zelf vertaald. Ik vermoed dat ook wie een beetje Duits kent, toch nog altijd zal gebaat zijn met een Nederlandse vertaling, die ook nu weer pretentieloos is en vooral bedoeld om je te helpen het romantische Duits te begrijpen. Veel luistergenot!

     

     

     

    Als de gier

    die op zware morgenwolken

    met zachte vleugel rustig

    naar buit schouwt

    zo zweve mijn lied.

     

    Een God heeft immers

    elkeen zijn weg

    uitgetekend.

    Wie geluk heeft

    rent snel

    naar het vreugdevol einddoel.

    Wie echter het ongeluk

    het hart deed ineenkrimpen

    die verzet zich vergeefs

    tegen de perken

    van de harde draad

    die de immer bittere Schikgodin

    slechts eenmalig afwikkelt.

     

    In het huiverend struikgewas

    verdringt zich het ruige wild

    en als mussen

    zijn koninkrijken al lang

    in moerassen verzonken.

     

    Licht valt het de wagen te volgen

    die Fortuna voert

    zoals de gezapige legertros

    op betere wegen

    de intredende Vorst achterna.

     

    Maar wie is dat daar terzijde?

    Zijn pad loopt verloren in het kreupelhout

    achter hem slaan

    de struiken weer ineen

    het gras richt zich weer op

    de wildernis verslindt hem.

     

    Ach, wie heelt de smarten

    van hem voor wie balsem vergif werd?

    Die de haat dronk van de mensen

    uit de volheid van liefde?

    Eerst veracht, nu verachtend

    verteert hij heimelijk

    zijn eigenwaarde op

    in onvoldane zelfzucht.

     

    Als er op uw psalter

    Vader van de liefde, een toon is

    die zijn oor kan ontwaren

    verkwik dan zijn hart!

    Open zijn benevelde blik

    op de duizend bronnen

    nevens de dorstige

    in de woestijn!

     

    Hen die gij overvloed verschaft van vreugde

    elkeen een overstromende maat

    zegen de broeders van de jacht

    op het spoor van het wild

    met jeugdige overmoed

    vrolijke moordzucht

    late wrekers van het onrecht

    waartegen al jaren vergeefs

    de boer zich verweert met de knoet.

     

    Kleed echter van de eenzame

    in uw gouden wolken

    omgeef met wintergroen

    tot de roos weer ontluikt

    de vochtige haren

    o, Liefde, van uw dichter!

     

    Met de deemsterende fakkel

    verlicht gij hem

    over de voorden bij nacht

    over de grondeloze paden

    de barre landouwen;

    met de duizendkleurige morgen

    lacht gij hem in het hart;

    met de bijtende storm

    draagt gij hem hoog naar boven;

    winterbeken storten van de rotsen

    in zijn psalmen

    en een altaar van lieflijkste dank

    wordt hem de met sneeuw behangen kruin

    van de gevreesde bergtop

    die voorvoelende volkeren

    met reidansen van geesten omkransten.

     

    Met ondoorvorst hart staat gij

    openlijk geheimenisvol

    boven de verbaasde wereld

    en schouwt vanuit de wolken

    op uw heerschappijen en heerlijkheid

    die gij uit de aderen van uw broeder

    nevens u bevloeit.

     

    Vertaling door Karel D’huyvetters © 2012

     

     

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:muziek
    05-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nogmaals: 300.000







     
    De Vlaamse reus



    Een Vlaamse reus, vol rare streken,

    Wilde net als de vos, zijn passie preken.

    Met de regelmaat van de klok,

    Gooit hij de knuppel in het hoenderhok,

    300.000 bezoekers hebben het al bekeken.

     

    Lieve lezers, u herkent hem toch,

    Het is Karel, met zijn Vlaamse (blok) blog.

     

    Jacques Quekel


    Categorie:poëzie
    25-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vriendschap kent geen grenzen

    eenzaamheid doe je vooral jezelf aan

    door je af te sluiten van de anderen

    je kan daaraan slechts iets veranderen

    door jezelf eens te buiten te gaan

     

    als je dus nood hebt aan vrienden

    zet dan zelf de eerste stap

    uit je dorre ballingschap

    en wacht dan niet tot zij jou komen vinden

     

    dat is de wijze les die ik leer

    van mijn dichte(nde) vriend Jacques

    hem danken is voor mij een erezaak

    voor een jaar open tweerichtingsverkeer

     

    Ad multos annos!

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    13-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gastgedicht: Ik weet niet waarom

    Voor velen onder ons is het internet een ontmoetingsplaats geworden. Dat is vaak eenzijdig, wanneer we anoniem, als gluurders bijna, bekijken wat aangeboden wordt: nieuwsberichten, aankondigingen, porno, Wikipedia, blogs… Meer en meer ontdekken we een andere dimensie van de social media: het interactieve. Dat vind je vooral op de sociale netwerken, zoals Facebook en zo. De omvang van de inhoud is daar minimaal, het contact, het gesprek is alles.

    Ik beoefen hier sinds zes jaar het bloggen. Ik bied mijn lezers teksten aan. Zo treed ik naar buiten en ontmoet zo anderen. Ook dat blijft nogal eenzijdig. De overgrote meerderheid van mijn lezers blijft anoniem, zij consumeren het aanbod en laten het daarbij. Sommigen niet: zij reageren, meestal occasioneel, eenmalig zelfs, en bondig. Af en toe ontwikkelt zich een gesprek, over het algemeen van vrij korte duur, omdat het stilvalt of afgebroken wordt. Met enkele internetvrienden blijf ik aan de praat. Dat gaat dan via mails over en weer, een telefonisch of videogesprek, uitzonderlijk zelfs een ontmoeting bij mij thuis of bij hen.

    Ik ben een schrijvend wezen, ik schrijf de hele dag, heb dat mijn hele leven al gedaan, ook in beroepsverband. Nu schrijf ik mijn blogteksten, maar ook heel wat andere teksten en notities die het daglicht niet zien. Af en toe waag ik me aan een reactie op iets dat ik lees op FaceBook of zo, maar daar kan je geen langere commentaren kwijt. Met Twitter is dat nog meer zo, dus dat trekt me niet aan. Van forums houd ik mij ver, de onverdraagzame agressiviteit en boertigheid die je daar veelal ontmoet, schrikt me af.

    Daarnaast onderhoud ik zoals gezegd contacten met enkele correspondenten. Het zijn soms vrij lange brieven die ik schrijf. Ik houd ervan om me zo uit te drukken, dat ligt me, het geeft me veel voldoening.

    Laatst kreeg ik een heel mooie (e-mail)brief van iemand die toevallig op mijn Kroniek was terechtgekomen bij het zoeken naar iets over Iris Murdoch, klik hier als je die tekst nog eens wil nalezen. In haar reactie verwees ze naar een gedicht dat ze had geschreven over deze auteur, die op het einde van haar leven getroffen werd door de ziekte van Alzheimer. Omdat ik er zo door geraakt was, vroeg ik haar of ik het gedicht hier mocht afdrukken en tot mijn grote voldoening stemde ze daarmee graag in. Hieronder vind je het gedicht, een gastbijdrage als het ware. Geniet ervan, en dank je wel, Hanneke Driever.

      

    Ik weet niet waarom

    ik zou niet weten waarom ik schrijven zou
    heb ik
    John, heb ik niet ooit geschreven, vraag ik hem, ik weet hem soms nog mijn man,
    als hij me kan vinden en ik mezelf en mijn bril

    mijn hele ik en dan de rest ervan kijkt naar hem op en vraagt even of ik het ware
    heb ik echt geschreven lieve John?
    ik hoor zijn antwoord zittend in het zand dat alleen mijn hand zich nog herinnert, waarheen hij me meegenomen heeft
    maar ik weet niet waarom
    het zand was vroeger los en niet zo solide als toen de klok plotseling
    wil ik mijn platenboek
    dus gaan we nu naar huis John, want de rommel weet ik daar en alles nog
    en jij zet thee heet het platenboek?

    thuis weet ik niet waarom mijn chaos niet vertrouwd, ineens onvast geworden is en dan vouw ik me
    wring me eruit ik ga op zoek naar vroegere oevers zonder netten
    zijn ze niet meer van de zee
    ik roep de hond: Apollo
    Bacchus hier!
    kijk, de man heeft me gevonden en zet thee
    de graaf! ik weet hem

    de hemel, lieve John, ik weet je weer, is een diep kasteel op zand gebouwd
    soms weet ik Hartley oude vrouw en de meedogenloosheid van tijden
    noch het onvermijdelijke alsmaar weer en overkomelijk verdriet
    de wanen die monsters oproepen en andersom
    en wat er tussen Socrates en Sartre was
    ik kan er niets meer mee

    het is negen uur en het ronde hoekt, breng me naar bed John
    en blijf bij me of ik ga en als ik ga
    zoek me dan maar niet
    laat me mijn eervolle aftocht

    drapeer de zee, drapeer de zee
    die van vanochtend maar om mijn lijf dat pijn doet --ja zo-- ik dank je
    zeg je beleefd goedenacht
    ik ga van Bruno dromen

    Ploos


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    06-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goede Vrijdag




    attende Domine et miserere

     

    ik heb gebeden

    zoals me werd geheten

    ze wisten zelf niet beter

    of wouden het niet weten

     

    holle frasen lege woorden

    gepreveld zonder zin

    die niemand verhoorde

    als was mijn woord te min

     

    ik heb gebeden en gezocht

    als kind en ook later

    toen bloed en rede in mij vocht

    met het verlangen naar een Vader

     

    het mocht niet baten

    hoe ik ook smeekte en vroeg

    om een woord een teken te laten

    een wenk was me genoeg

     

    maar zelfs dat was mij niet vergund

    ik wend me af in arren moede

    van wie me geen blik waardig gunt

    geen oren heeft naar mijn vrees of woede

     

    ik heb gebeden en bitter geweend

    me geweigerd geweten en verlaten

    om niet geen genade verleend

    aan mijn armzalige zelf overgelaten

     

    tot ik mijn rug heb gerecht

    opgestaan

    het gevecht

    ben aangegaan

     

    er was geen Vader en geen zonde

    wat men ook beweerde of beval

    er was alleen de diepe wonde

    de laffe leugen van de zondeval

     

    bevrijd van last van eeuwen

    kon ik koppig mijn eigen weg gaan

    mijn diepe onschuld uitschreeuwen

    geen mens kon me in de weg nog staan

     

    de hemel was leeg

    de aarde vervuld van belofte en pracht

    was wat ik zomaar kreeg

    de stralende zon in ruil voor de nacht

     

    Karel D’huyvetters

    Goede Vrijdag 2012

     

     

     

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    26-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebed voor Vlaanderen

    Voor Vlaanderen ’n bid ik niet.

    Wat hebben al de bange trouwe gebeden

    van vrome vrouwen lang geleden

    en de rozenkransen voor goeds gedaan

    en de drie Weesgegroeten voor het slapengaan?

    de schone liederen in de mei en de novenen

    waar men ging langs Vlaamse wegen?

    het gebed om een witte kerst dat klein broertje bad

    en voor Vlaanderen, dat men al zo vaak verraden had?

     

    Wat vermocht de knieval van gans een volk

    voor plaasteren beeltenis en God in een wolk

    de zwijgende zondagsmis die man en vrouw verdeelde

    en vroege vissers en late duivenmelkers verveelde

    de vernederende biecht van schamele zonden

    en de vergeving zonder heling van de wonden?

     

    Tot alles waren wij voor Vlaanderen bereid

    aan Kristus was Vlaanderen echter toegewijd

    elke moeder leerde dromen dat haar oudste zoon

    haar ooit begeleiden zou tot voor Gods troon

    het kruis torende hoog boven de transen

    en verbood donderprekend de jonkheid het dansen.

     

    Vlaanderen voerde Kristus in vlag en vaan

    maar wat heeft Kristus met Vlaanderen gedaan?

    overgeleverd aan geile begerige priesterhanden

    geklonken gekluisterd in onverbreekbare banden

    vernederd verkocht verleid en verraden

    keer op keer door god en kerk die we stil aanbaden.

     

    Ik bid niet voor Vlaanderen.

     

    Ik ween voor Vlaanderen.

     

    Het prinsenvolk der oude Nederlanden

    verdeeld door Spaanse katholieke beulenhanden

    in broedertwist, haat en schande ten onder gegaan

    de oude bron van haar levenskracht ontdaan

    aan vreemde heersers en strenge meesters onderworpen

    het vertrouwen beschaamd de moed verworpen

    om op het puin van zoveel onbegrip en blinde haat

    ooit nog een volk te stichten een land een staat.

     

    Ik droom van Vlaanderen.

     

    Dat weer welig is en waar wij aan onze rijke tafel

    elkaar eindelijk ontmoeten bij tarwebroden en falafel

    waar de zon gloort over zomergranen en de rilde rivieren

    waar handen delen en geen bedelaars de straten ontsieren.

     

    Ik sta op voor Vlaanderen.

     

    Dat zich zelfbewust en zonder angst weer vrij wil maken

    en aan eeuwen onderwerping en verknechting wil verzaken

    dat genoeg heeft van een staat die geen vaderland kan zijn

    die geen moedertaal kent en dus en nooit één kan zijn

    dat het gezag niet meer aanvaardt van volksvreemde vorsten

    en van al wie niet begrijpt dat wij naar vrijheid dorsten

    ik vervloek de lauwen die voor minder kiezen

    en zo de oude strijd opnieuw verliezen.

     

    Ik woon in Vlaanderen

     

    waar het goed wonen is en waar ik mezelf kan zijn

    waar geen mens me kan dwingen anders dan Vlaams te zijn

    waar ik vrij ben om te leven en voor Vlaanderen te werven

    tot ik eindelijk in vrede en rust in mijn Vlaanderen kan sterven.

     

     

     Karel D'huyvetters

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    11-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Additions aux Pensées philosophiques, Denis Diderot

     

    Toevoegingen

     

    bij de

     

    Filosofische Gedachten

     

    Denis Diderot

     

     

     

    Twijfel over religieuze kwesties moeten we helemaal niet als oneerbiedig beschouwen, maar veeleer als goede werken, wanneer het gaat om iemand die nederig zijn onwetendheid erkent, en ze hun oorsprong vinden in de vrees om God te mishagen door afbreuk te doen aan de redelijkheid.

    Als we enerzijds aanvaarden dat er een overeenkomst bestaat tussen de menselijke rede en de eeuwige redelijkheid die God is, maar anderzijds aanvoeren dat God van ons eist dat we onze menselijke rede laten varen, dan is dat zo goed als stellen dat hij alles en niets wil.

    Als God die ons onze rede heeft gegeven, van ons vraagt dat we haar opgeven, dan is hij een goochelaar die doet verdwijnen wat hij eerst gegeven heeft.

    Als ik afstand doe van mijn rede, dan heb ik niets meer dat me leidt. Ik moet dan blindelings een ander principe volgen en de veronderstelling voor waar aannemen die nog ter discussie staat.

    Als de rede een geschenk uit de hemel is en als we hetzelfde zouden kunnen zeggen van het geloof, dan heeft de hemel ons twee geschenken gegeven die incompatibel en tegenstrijdig zijn.

    Om die moeilijkheid op te heffen, moeten we zeggen dat het geloof een schimmig principe is, iets dat niet bestaat in de werkelijkheid.

    Pascal, Nicole en nog anderen hebben het volgende verklaard: ’als God al de onschuldige kinderen straft met eeuwige verdoemenis voor de fouten waaraan hun ouders zich hebben schuldig gemaakt, dan is dat een hoogstaande stellingneming, die niet in strijd is met de rede.’ Maar wat is dan nog een uitspraak die strijdig is met de rede, als een die zo duidelijk godlasterlijk is, het niet is?

    Ik ben in de nacht verdwaald in een uitgestrekt woud en ik heb alleen maar een stukje kaars om me te leiden. Komt daar een onbekende aan die me zegt: beste vriend, blaas je kaars uit, dan zal je beter de weg vinden. Die onbekende is een theoloog.

    Als mijn rede van hierboven komt, dan is het de hemel die daardoor tot mij spreekt; dan moet ik wel luisteren.

    Of iemand een verdienstelijk mens is of niet, heeft niets van doen met het gebruik van de rede. Al de goede bedoelingen ter wereld kunnen een blinde nog geen kleuren leren onderscheiden.

    Ik moet de evidentie onderkennen waar ze te vinden is, en de afwezigheid van evidentie waar ze niet is, tenzij ik achterlijk ben. Maar achterlijkheid is een ongeluk, geen misdaad.

    De maker van de natuur deelt geen beloningen uit voor wie blijk heeft gegeven van scherpzinnigheid. Hij zal dan ook geen straf uitspreken over wie een dwaas is geweest.

    Hij zal je zelfs niet bestraffen omdat je een booswicht bent geweest. Hoezo! Ben je dan niet al ongelukkig genoeg geweest dat je een booswicht was?

    Elke deugdzame bezigheid gaat gepaard met een innerlijke voldoening. Elke misdaad, met wroeging. Los van alle schaamte of wroeging kent ons verstand een afkeer voor deze of gene zaak. Ze te geloven of te verwerpen is dus geen kwestie van deugd of misdaad.

    Als we om het goede te doen ook nog genade nodig hebben, wat was dan het nut van de dood van Jezus Christus?

    Als er voor elke geredde honderdduizend verdoemden zijn, dan is de duivel altijd in het voordeel, en hij heeft niet eens zijn zoon moeten overleveren aan de dood.

    De god van de christenen is een vader die zich zeer bezorgd toont over zijn appelen, maar veel minder over zijn kinderen.

    Ontdoe een christen van zijn vrees voor de hel, en je ontdoet hem van zijn geloof.

    Een godsdienst die waarachtig is, van belang voor alle mensen, altijd en overal, moest wel eeuwig, universeel en vanzelfsprekend zijn. Geen enkele godsdienst heeft die drie eigenschappen. Dus is drie keer bewezen dat ze allemaal vals zijn.

    Feiten waarvan slechts enkele mensen getuige kunnen zijn, volstaan niet om een godsdienst te bewijzen die door iedereen ter wereld op dezelfde wijze moet geloofd worden.

    De feiten waarop men de godsdiensten steunt, zijn antiek en wonderbaarlijk, met andere woorden zo verdacht als maar enigszins kan als bewijzen voor een totaal ongeloofwaardige zaak.

    Het evangelie bewijzen met een mirakel, dat is iets dat absurd is, bewijzen met iets dat tegennatuurlijk is.

    En wat gaat God aanvangen met al diegenen die nooit over zijn zoon hebben horen spreken? Zal hij de doven bestraffen omdat ze het niet gehoord hebben?

    Wat gaat hij doen met al diegenen die wel van zijn godsdienst gehoord hebben, maar die er geen hoogte konden van krijgen? Zal hij de pygmeeën bestraffen omdat ze niet konden lopen met zevenmijlslaarzen?

    Waarom zijn de mirakels van Jezus Christus echt gebeurd, en die van Aesculapius, Apollonius van Tyana en van Mohamed niet?

    Zijn alle joden die in Jeruzalem waren dan bekeerd bij het zien van de mirakels van Jezus Christus? Helemaal niet. Ver van in hem te geloven, ze hebben hem gekruisigd. We moeten wel gaan geloven dat die joden heel bijzondere mensen waren. We hebben gezien hoe overal de mensen overtuigd worden door een vals mirakel, terwijl Jezus Christus zelf met het joodse volk er niets van terecht bracht met eindeloos veel echte mirakels.

    We moeten het belang van precies dat mirakel onder de aandacht brengen, het ongeloof van de joden, en niet dat van de verrijzenis.

    Zo zeker als twee plus twee vier is, zo zeker is het dat Julius Caesar werkelijk bestaan heeft. Het is zo zeker dat Jezus Christus heeft bestaan als Caesar. En dus is het zo zeker dat Jezus uit de doden is opgestaan, als dat hij of Caesar ooit geleefd hebben. Wat een logica! Dat Jezus en Caesar bestaan hebben is geen mirakel.

    In de biografie van Monsieur de Turenne staat dat toen er ooit een brand uitbrak in een huis, de aanwezigheid van gewijde hosties de brand meteen deed ophouden. Juist. Maar in de geschiedenisboeken lezen we ook dat een monnik ooit een hostie vergiftigde; toen de Duitse keizer ze innam, viel hij meteen dood.

    Ofwel ging het daar om iets heel anders dan louter de gedaante van brood en wijn, ofwel moeten we aannemen dat het vergif opgegaan is in het lichaam en het bloed van Christus.

    Dat lichaam beschimmelt, dat bloed wordt azijn. God wordt op zijn altaar opgegeten door de mijt. Domme mensen, onnozele halzen, open toch jullie ogen!

    De godsdienst van Jezus Christus, verkondigd door onwetenden, heeft de eerste christenen opgeleverd. Diezelfde godsdienst wordt vandaag gepredikt door geleerde doctors, maar levert enkel nog ongelovigen op.

    Men voert aan dat door zich te onderwerpen aan een wettig gezag, men niet meer hoeft te redeneren. Maar waar ter wereld vinden we een godsdienst die een dergelijk gezag niet heeft?

    Het is de opvoeding als kind die een moslim verhindert gedoopt te worden. Het is de opvoeding als kind die een christen verhindert zich te laten besnijden. Het is de rede van de volwassene die zowel het doopsel als de besnijdenis misprijst.

    Bij Sint-Lukas lezen we dat God de Vader groter is dan God de Zoon: pater major me est. Nochtans, en in tegenspraak met een zo formele uitspraak, veroordeelt de kerk elke gewetensvolle gelovige die het letterlijk houdt bij die woorden van het testament van de Vader.

    Als de autoriteiten zo vrijelijk kunnen beschikken over de betekenis van deze passage, terwijl er in de hele Schrift geen één is die meer precies is dan deze, dan is er geen enkele passage waarover we ons sterk kunnen maken dat we ze goed verstaan, zonder dat de kerk er van nu af aan om het even wat kan van maken.

    Tu es Petrus etc., is dat de uitspraak van een god of een gril zoals die van Etienne Tabourot, heer van Accords?

    In dolore paries, in smart zult gij kinderen baren, zegt God tot de leugenachtige vrouw. Wat hebben al de vrouwelijke dieren hem misdaan, dat ook zij barensnood kennen?

    Als we pater major me est naar de letter moeten nemen, dan is Jezus Christus God niet. Als we hoc est corpus meum letterlijk moeten geloven, dan heeft hij zich met zijn eigen handen aan zijn apostelen uitgereikt. Dat is al even absurd als zeggen dat Sint-Denijs het hoofd gebogen heeft nadat men het afgehouwen had.

    Men zegt dat hij zich terugtrok op de Berg van Olijven om te bidden. En tot wie bad hij? Tot zichzelf.

    Een God, die God doet sterven om God te sussen, een mooie uitdrukking van de baron de la Hontan. Er staat minder zinvols in honderd folianten geschreven voor of tegen het christendom, dan in de satire van deze twee regels.

    Als we zeggen dat een mens bestaat uit sterkte en zwakheid, uit inzicht en verblinding, uit kleinzieligheid en grandeur, dan maken we het proces niet op van de mens, maar zeggen we wat hij is.

    De mens is zoals God of de Natuur hem gemaakt heeft. God of de Natuur maakt niets slechts.

    Wat wij de péché originel noemen, is bij Ninon de L’Enclos le péché original.

    Het is een grove schaamteloosheid om de overeenstemming van de evangelisten aan te halen, terwijl er bij de enen zeer belangrijke feiten vermeld staan waarover bij de anderen met geen woord gesproken wordt.

    Plato onderkende drie aspecten in het goddelijke: goedheid, wijsheid en macht. Zelfs met de ogen toe herkent men de triniteit van de christenen. Al drieduizend jaar geleden noemde die Atheense filosoof logos wat wij het woord noemen.

    De drie goddelijke personen zijn ofwel alle drie accidenteel ofwel drie substanties. Een tussenweg is er niet. Als ze accidenteel zijn, dan zijn we atheïst of deïst. Als ze substanties zijn, zijn we heidenen.

    God de Vader is van oordeel dat de mensen zijn eeuwige wraak verdienen. God de Zoon vindt dat ze zijn eeuwig medelijden waardig zijn. De Heilige Geest is onbeslist. Hoe brengen we dit katholiek gewauwel in overeenstemming met de eenheid van de goddelijke wil?

    Al heel lang vraagt men aan de theologen om het dogma over de eeuwige straf in overeenstemming te brengen met Gods oneindige goedheid. Ze zijn er nog altijd mee bezig.

    Waarom een schuldige straffen, als er van zijn straf geen enkel gunstig gevolg meer te verwachten is?

    Als men enkel voor zichzelf bestraft, dan is men wel erg wreed en erg boosaardig.

    Geen enkele goede vader zou op onze hemelse vader willen lijken.

    Wat voor verhouding is er tussen degene die beledigt en degene die beledigd is? Wat voor verhouding tussen de belediging en de straf? Een opeenstapeling van dwaasheid en van wreedheid.

    En waarover is die God zo gebelgd? Zou je niet denken dat ik iets vermag voor of tegen zijn glorie, voor of tegen zijn gemoedsrust, voor of tegen zijn geluk?

    Men wil hebben dat God de schelmen doet branden die niets tegen hem vermogen, in een vuur dat eindeloos brandt. Terwijl men een vader nauwelijks zou toestaan om een zoon een zeer tijdelijke dood te doen ondergaan voor het in gevaar brengen van zijn leven, zijn eer en zijn fortuin!

    Jullie christenen hebben dus heel andere opvattingen over goed en kwaad, over waarheid en leugen. Jullie zijn dan ook de meest absurde dogmatisten, of anders de meest buitensporige pyrronisten.

    Al het kwaad waartoe iemand in staat is, is niet al het mogelijke kwaad. Enkel wie in staat is tot al het mogelijke kwaad, verdient ook een eeuwige straf. Door van God een oneindig wraakzuchtig wezen te maken, verhef je een aardworm tot een oneindig machtig wezen.

    Als we horen hoe de theologen tekeer gaan over de daad van een man die God wellustig heeft geschapen en die met zijn buurvrouw heeft gevrijd, die God gewillig en mooi geschapen heeft, zou je denken dat de hele wereld in brand staat. Ach! Beste vriend, hoor wat Marcus Aurelius zegt en je zal zien dat je God vertoornt omwille van het ongeoorloofde en wulpse gewrijf van twee ingewanden.

    Wat de wrede christenen vertaald hebben in ‘eeuwig’, betekent in het Hebreeuws enkel ‘langdurig’. De onwetendheid van een hebraïst en het woest karakter van een vertaler zijn de reden voor het dogma over de eeuwigdurende straf.

    Pascal heeft gezegd: ‘Als uw religie vals is, dan riskeer je niets door ze voor waar te nemen; als ze waar is, dan riskeer je alles door haar voor vals te houden.’ Een imam kan net hetzelfde zeggen als Pascal.

    Dat Jezus Christus, die God is, zou verleid zijn door de duivel, is een fabeltje zoals die uit Duizend en één nacht.

    Ik zou willen dat een christen, vooral een jansenist, me het cui bono aantoont van de incarnatie. Overigens moet men het aantal verdoemden niet tot in het oneindige opdrijven, als men tenminste nog enig nut wil halen uit dit dogma.

    Er was eens een jonge vrouw die een erg teruggetrokken leven leidde. Op een dag kreeg ze bezoek van een jongeman met een vogel. Ze werd zwanger. Dan stelt zich de vraag: wie heeft het kind gemaakt? Interessante vraag. De vogel!

    Waarom lachen wij met de zwaan van Leda en de vlammetjes van Castor en Pollux, en niet met de duif en de vurige tongen uit het evangelie?

    Tijdens de eerste eeuwen waren er zestig evangelies waaraan men evenveel geloof hechtte. Zesenvijftig ervan heeft men verworpen omdat ze kinderachtig en onzinnig waren. Alsof er in de vier overgeblevene niets daarvan zou aanwezig zijn.

    God vaardigt een eerste wet uit voor de mens. Vervolgens schaft hij die wet af. Is dat niet een beetje het gedrag van een wetgever die zich vergist heeft en dat maar erkent na verloop van tijd? Is het een kenmerk van een volmaakt wezen om zijn mening te herzien?

    Er zijn zoveel soorten van geloof als er religies zijn in de wereld.

    Al de onverdraagzamen van de hele wereld zijn niets anders dan ketterse deïsten.

    Als de mens ongelukkig is indien hij niet met schuld beladen geboren wordt, dan is dat misschien wel omdat wij voorbestemd zijn om te genieten van het eeuwig geluk, zonder dat we dat van nature ooit waardig zouden kunnen zijn.

    Dat is wat ik denk van de dogma’s van het christendom. Over zijn moraal zal ik mij niet uitspreken. Wat moet een katholieke huisvader doen, wanneer hij overtuigd is dat hij de geboden van het evangelie letterlijk moet toepassen, op straffe van wat men de hel noemt; rekening houdend met de extreme moeilijkheid om een zo hoge graad van perfectie te bereiken dat de menselijke zwakheid die niet mogelijk maakt? Ik zie geen andere mogelijkheid dan dat hij zijn kind bij zijn ene voet grijpt en het op de grond te pletter slaat, of het verstikt bij zijn geboorte. Op die manier bespaart hij het kind het gevaar van de verdoemenis en verzekert hij het van het eeuwige geluk. En ik houd vol dat door zo te handelen hij helemaal geen misdaad begaat, maar een zeer lovenswaardige daad stelt, aangezien die gebaseerd is op de vaderlijke liefde, die vereist dat een goede vader voor zijn kinderen al het mogelijke goed doet.

    De voorschriften van de godsdienst en de wetten van de maatschappij, die het vermoorden van onschuldigen verbieden zijn dus inderdaad wel erg absurd en heel wreed, indien men door hen te doden hen verzekert van de eeuwige zaligheid en door hen te laten leven, bijna zeker overlevert aan het eeuwige onheil.

    Hoezo, Mijnheer De La Condamine! Het zou toegelaten zijn om je kinderen in te enten tegen de pokken, maar het is niet toegelaten om ze te doden om ze de hel te besparen? Belachelijk!

    ‘Het volstaat dat de overwinning triomfeert bij enkelingen, als dat ook de goede zijn. Het ligt niet in haar aard om aan iedereen te behagen.’ In de Oudheid was het op het eiland Ternate aan iedereen verboden, zelfs aan priesters, om over godsdienst te spreken. Er was maar één tempel, er was een wet die uitdrukkelijk verbood dat er een tweede zou komen. Er was daarin geen altaar, geen heiligenbeelden, geen schilderijen. Honderd priesters met een aanzienlijk inkomen, deden dienst in de tempel. Ze zongen niet en spraken niet; in die enorme stilte wezen ze met de vinger naar een piramide waarop deze woorden geschreven stonden: ‘Sterveling, aanbid God, bemin uw broeders en wees dienstbaar aan het vaderland.’

    Er was eens een man die in de steek gelaten was door zijn kinderen, zijn vrouw en zijn vrienden. Onbetrouwbare vennoten hadden hem in het ongeluk en de armoede gestort. Vervuld als hij was door haat en een grondig misprijzen voor de menselijke soort, liet hij de maatschappij achter zich en trok zich helemaal alleen terug in een grot. Daar, met zijn vuisten in de ogen gedrukt, en denkend aan een wraakneming die in verhouding zou zijn met zijn hevige gevoelens, sprak hij: ‘De ontaarden! Wat zal ik doen om hen te straffen voor het onrecht dat ze me aangedaan hebben, hoe kan ik hen zo ongelukkig maken als ze verdienen te zijn? O, als het mogelijk zou zijn om iets te bedenken… hen een groot waanidee in het hoofd te prenten dat ze voor belangrijker zouden houden dan hun leven, en waarover ze het nooit eens zouden worden!’ Meteen stormt hij naar buiten uit de grot, al roepend: ‘God! God!’ Om hem heen herhalen ontelbare echo’s ‘God! God!’ Die vreesaanjagende naam verspreid zich van pool tot pool en wordt overal beluisterd met verbazing. De mensen buigen eerst diep neer, komen dan weer overeind, stellen zich vragen, discuteren, worden verbitterd, excommuniceren elkaar, haten elkaar, snijden elkaar de keel over en zo wordt de dodelijke wens van de misantroop bewaarheid. Dit is het verhaal geweest in het verleden, en zo zal ook het verhaal zijn in de toekomst, van een wezen dat altijd even belangrijk zal zijn als onbegrijpelijk.

     

     

    Vertaling © Karel D’huyvetters 2012

     

     


    Categorie:poëzie
    02-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pensées philosophiques 50-62, Denis Diderot

    Filosofische gedachten L - LXII

    Denis Diderot

    L

    Een enkele bewijsvoering maakt meer indruk op mij dan vijftig feiten. Dank zij het extreme vertrouwen dat ik heb in mijn rede, is mijn geloof niet overgeleverd aan de willekeur van een hekkenspringer. Jij die Mohamed predikt: laat de manken weer lopen, de doven spreken, de blinden zien, genees de verlamden, wek de doden tot leven, geef aan de geamputeerden de ledematen terug die ze missen, een mirakel dat men nog niet geprobeerd heeft; tot jouw grote verbazing zal mijn geloof daardoor niet aan het wankelen gebracht worden. Als je wil dat ik missionaris wordt voor jouw zaak, laat dan die kunstjes achterwege en laten we redeneren. Ik vertrouw meer op mijn oordeel dan op mijn ogen. Als de godsdienst die je me verkondigt waarachtig is, dan kan zijn waarheid aangetoond worden en bewezen met onweerlegbare argumenten. Vind ze, die redeneringen. Waarom me lastig vallen met wonderen wanneer je om mij te vloeren niet meer nodig hebt dan een syllogisme? Hoezo! Is het voor jou gemakkelijker om een manke te doen lopen dan om mij iets duidelijk uit te leggen?

    LI

    Er ligt een man uitgestrekt op de grond, gevoelloos, zonder stem, zonder lichaamswarmte, bewegingsloos. Men draait hem om, draait hem nog eens om, schudt hem dooreen, bestookt hem met een hete pook, niets brengt hem in beweging, het hete ijzer kan hem geen enkel teken van leven ontlokken. Men neemt aan dat hij dood is. Is dat zo? Neen. Het is een geval zoals dat van de priester van Calama.

    Die, zo vaak als men wou, het bewustzijn verloor en voor dood neerviel telkens wanneer men hem het gezang van weeklachten liet horen. Het was zo erg dat men hem kon knijpen of zijn huid doorboren zonder dat hij er iets van voelde; soms heeft men zelfs met laaiend vuur gebrand zonder dat hij eronder leed, op de blaren na die hij eraan over hield! (Augustinus, De civitate Dei, boek XIV, hoofdstuk 24)

    Als sommige mensen op onze dagen zo iemand zouden tegenkomen, zouden ze er mooi gebruik van maken. Men zou ons een kadaver laten zien dat weer tot leven komt op het graf van een uitverkorene; het rapport van de jansenistische magistraat zou aangedikt zijn met een verrijzenis en de aanhangers van de bul Unigenitus zouden allicht serieus verontrust zijn.

    LII

    De logicus van Port-Royal verkondigt ons dat Sint-Augustinus het bij het rechte eind had toen hij, Plato navolgend, stelde dat het oordeel over wat waar is en het onderscheidingsvermogen niet tot de zintuigen behoren maar tot onze geestelijke vermogens: non est veritatis judicium in sensibus. Het is zelfs zo dat de zekerheid die wij kunnen halen uit de zintuigen niet heel ver reikt, en dat er heel wat zaken zijn die we menen te weten door middel van die zintuigen, maar waarover we geen absolute zekerheid hebben. Wanneer het getuigenis van de zintuigen het gezag van de rede niet tegenspreekt of ontkracht, valt er niet te kiezen: volgens de juiste logica moeten we ons aan de rede houden.

    LIII

    In de voorstad weerklinken de toejuichingen: de stoffelijke resten van een uitverkorene doen er op één dag meer wonderen dan Jezus Christus er in zijn hele leven heeft verricht. Allen daarheen, op een loopje, ik volg de menigte. Ik ben nog maar net aangekomen als ik hoor roepen: een mirakel! een mirakel! Ik ga dichterbij, ik kijk toe en ik zie een kleine manke die ondersteund door drie of vier liefdadige personen rondloopt. En het volk verbaast zich erover en roept voortdurend: een mirakel, een mirakel! Waar is dat mirakel dan, stommelingen? Zien jullie dan niet dat die schavuit niets anders gedaan dan heeft dan van krukken te wisselen? In dit geval was het niet anders dan altijd wanneer het over spoken gaat. Ik kan er een eed op doen dat al degenen die ooit een spook hebben gezien er vooraf al bevreesd voor waren, en dat al degenen die hier een mirakel gezien hebben, vast van plan waren om er een te zien.

    LIV

    Nochtans hebben we van dat soort vermeende mirakels een lange lijst die het kan opnemen tegen zelfs het meest vastberaden ongeloof. De auteur ervan is een senator, een ernstig man die weliswaar aanhanger was van een bedenkelijk materialisme, maar die van zijn bekering geen materieel voordeel te verwachten had. Hij was ooggetuige van de feiten die hij vertelt en heeft ongehinderd en zonder eigenbelang zijn oordeel kunnen vormen; zij getuigenis wordt bevestigd door duizend andere. Ze zeggen allen dat ze het gezien hebben en hun verklaring is zo authentiek als maar kan: de originele akten worden bewaard in de openbare archieven. Wat kunnen we daarop zeggen, ja wat? Dat die mirakels niets bewijzen, zolang de kwestie van het sentiment niet uitgeklaard is.

    LV

    Elke redenering die beide partijen bevredigt, bevredigt de ene noch de andere. Als het fanatieke geloof martelaars heeft zoals het ware geloof; en als er onder degenen die gestorven zijn voor het ware geloof fanatiekelingen waren, laten we dan het aantal doden tellen, als we dat kunnen, of anders andere motieven zoeken voor de goedgelovigheid.

    LVI

    Niets is zo van aard op iemand in zijn ongeloof te bevestigen als valse motieven voor een bekering. Aan de ongelovigen zegt men altijd: wie mogen jullie wel zijn, dat je het geloof aanvalt dat mensen als Paulus, Tertullianus, Athanasius, Chrysostomus, Augustinus, Cyprianus en nog zoveel andere beroemde personages zo moedig verdedigd hebben? Misschien hebben jullie wel een of andere moeilijkheid opgemerkt die deze superieure genieën is ontgaan. Laat maar eens zien dat jullie er meer over weten dan zij, of geef uw twijfels op voor hun zekerheden als jullie aanvaarden dat zij er meer over weten dan jullie.

    Wat een frivole redenering! De inzichten van de bedienaars zijn geen bewijs voor de waarheid van een religie. Is er een meer absurde godsdienst dan die van de Egyptenaren? Nochtans waren zijn bedienaars de meest verlichte geesten! Nee, deze ui kan ik echt niet aanbidden. Wat voor privilegies heeft hij tegenover andere groenten? Ik zou wel gek zijn om mijn eerbetoon te vergooien aan wezens die bestemd zijn om mij tot voedsel te dienen! Wat een grappige godheid: een plant die ik water geef, die groeit en die aanhaar einde komt in mijn groentetuin!

    ‘Zwijg stil, ongelukkige, uw godslastering doet me sidderen. Nu is het uw beurt om te redeneren: weet jij daar soms meer over dan het heilig college? Wie ben jij om je goden aan te vallen en lessen in wijsheid te geven aan hun priesters? Ben jij misschien slimmer dan al die orakels die de hele wereld om advies komt vragen? Wat ook je antwoord is, ik bewonder je hoogmoed of je stoutmoedigheid…’

    Zullen de christenen zich dan nooit bewust worden van hun eigen kracht? Zullen ze dan nooit die ongelukkige sofismen overlaten aan hen die geen ander verweer hebben?

    Weg met gemeenschappelijke ideeën die de ene zowel als de andere partij kan inroepen: het is immers niet mogelijk dat ze beide kanten gelijk kunnen geven. (Augustinus)

    Voorbeelden, wonderen en het gezag kunnen onnozelaars en huichelaars opleveren, doch enkel de rede kan voor gelovigen zorgen.

    LVII

    Laten we aannemen dat het van het hoogste belang is dat men bij het verdedigen van een religie slechts gebruikmaakt van de meest solide argumenten. En toch vervolgt men al wie zijn best doet om verkeerde argumenten aan te klagen! Hoezo, is het niet voldoende dat men christen is? Moet men het ook nog zijn voor de verkeerde redenen? Jullie kwezels, luister goed: ik ben geen christen omdat Sint-Augustinus het was. Ik ben het omdat het raisonnabel is om het te zijn.

    LVIII

    Ik ken de kwezels, ze worden gemakkelijk opgeschrikt. Eens ze ervan overtuigd zijn dat wat ik hier neerschrijf iets bevat dat in strijd is met hun ideeën, dan verwacht ik me meteen aan al de kwaadsprekerij die ze gedebiteerd hebben over duizend personen die meer waard zijn dan ik. Als ik enkel maar uitgescholden wordt voor deïst en schavuit, dan kom ik er nog goed vanaf. Descartes hebben ze lang geleden al verdoemd, net als Montaigne, Locke en Bayle, en ik verwacht dat ze er nog veel meer zullen verdoemen. Ik laat hen echter weten dat ik me niet sterk maak een meer eerlijk man te zijn, noch een beter christen, dan de meerderheid van die filosofen.

    Ik ben geboren in de katholieke, apostolische en Roomse Kerk en ik onderwerp me met alle kracht aan haar beslissingen. Ik wil sterven in de godsdienst van mijn voorvaderen en ik houd die voor de ware, in de mate dat men dat kan wanneer men nog nooit persoonlijk te maken heeft gehad met de Godheid en nog nooit getuige is geweest van enig mirakel. Dat is mijn geloofsbelijdenis. Ik ben er zo goed als zeker van dat ze hen niet zal bevallen, terwijl er allicht niemand van hen is die in staat zou zijn om er een betere af te leggen.

    LIX

    Ik heb hier en daar wat gelezen van Abadie, Huet en de anderen. Ik ben voldoende op de hoogte van de bewijzen voor mijn godsdienst en ik geef toe dat ze indrukwekkend zijn. Maar zelfs als ze nog duizendmaal indrukwekkender zouden zijn, dan nog zou ik het christendom nog niet voor bewezen houden. Waarom eist men van mij dat ik geloof dat er drie personen in God zijn, met evenveel zekerheid als mijn geloof in de stelling dat de drie hoeken van een driehoek overeenkomen met twee rechte hoeken? Een bewijs moet in mij een zekerheid opleveren die in verhouding staat met zijn relatieve kracht. De inwerking op mijn geest van geometrische, morele en fysische bewijzen kan niet anders dan verschillend zijn, anders is dat een frivool onderscheid.

    LX

    Jullie leggen aan een ongelovige een volume voor met geschriften waarvan jullie hem het goddelijk karakter willen aantonen. Maar nog voor aan het onderzoek te beginnen van uw bewijzen, zal hij niet nalaten om u te ondervragen over die collectie. Is die altijd dezelfde geweest, zal hij vragen. Hoe komt het dat ze vandaag niet zo uitgebreid is als enkele eeuwen geleden? Met welk recht heeft men er dit of geen werk eruit verwijderd, dat nochtans door een andere sekte vereerd wordt, en andere behouden, die door haar verworpen zijn? Op welke gronden hebben jullie de voorkeur gegeven aan dit manuscript? Wie heeft jullie geleid bij de keuze die jullie gemaakt hebben tussen al die verschillende kopieën, die het bewijs zijn dat deze heilige schrijvers jullie niet overgeleverd zijn in al hun originele en primaire puurheid?

    Als de onwetendheid van de kopiisten of de listen van de ketters ze verminkt hebben, en dat kunnen jullie niet ontkennen, dan zullen jullie ze wel moeten herstellen in hun oorspronkelijke toestand, eer je er het goddelijk karakter ervan gaat bewijzen. Jullie bewijzen kunnen immers niet slaan op een bundel verminkte geschriften en het is niet daarop dat ik mijn geloof zal vestigen. Maar wie gaan jullie belasten met die opdracht? De Kerk. Maar ik kan de onfeilbaarheid van de kerk niet aanvaarden, zolang het goddelijk karakter van de Schrift me niet bewezen is. En dus ben ik veroordeeld tot het scepticisme.

    Men kan voor dat probleem maar een oplossing vinden als men toegeeft dat de eerste fundamenten van het geloof zuiver menselijk zijn. De keuze tussen de manuscripten, het herstel van passages moet gebeuren volgens de regels van de historische kritiek. Ik zal mijn geloof aan de goddelijkheid van de heilige schriftuur laten afhangen van de zekerheid van die regels.

    LXI

    Door op zoek te gaan naar de bewijzen ben ik op de moeilijkheden gestoten. De geschriften die de redenen voor mijn geloof bevatten, bieden me te gelijkertijd redenen aan tot ongeloof. Het zijn gezamenlijke arsenalen. Aan de ene kant heb ik er de deïst ontmoet die zich kwam wapenen tegen de atheïst. De deïst en de atheïst vechten er tegen de jood. De atheïst, de deïst en de jood sluiten er een bondgenootschap tegen de christen. De christen, de jood, de deïst en de atheïst gaan de strijd aan met de moslim. De atheïst, de deïst, de jood en de moslim, samen met heel de menigte van christenen storten zich op de christen. De scepticus staat alleen tegen allen. Ik ben getuige geweest van de klappen die er gevallen zijn. Ik hield het evenwicht in de gaten tussen de strijdende partijen. Hun armen gingen omhoog en omlaag naargelang het gewicht dat eraan bevestigd was. Na veel over en weer sloeg de balans door naar de christen, maar alleen door zijn doorslaggevende argumenten, ten nadele van de tegenstanders. Ik ben mezelf tot getuige van mijn onpartijdigheid. Het heeft niet aan mij gelegen dat dat overwicht me aanzienlijk leek. Ik bevestig God in alle eerlijkheid.

    LXII

    Die verscheidenheid van opinies heeft de deïsten op een idee gebracht dat wellicht veeleer eigenaardig is dan solide. Wanneer Cicero wil aantonen de dat de Romeinen het meest oorlogszuchtige volk ter wereld zijn, haalt hij handig die bekentenis uit de mond van hun tegenstanders. Galliërs, als jullie aan iemand onderdoen in moed, aan wie dan wel? Aan de Romeinen. Parthen, wie zijn na jullie de meest dappere mannen? De Romeinen. Afrikanen, als jullie voor iemand zouden beducht zijn, voor wie dan? Voor de Romeinen. Laten we zijn voorbeeld volgen, zeggen de deïsten en de andere religionairs ondervragen. Chinezen, welke godsdienst is de beste, als het die van jullie niet is? De natuurlijke godsdienst. Moslims, welke godsdienst zouden jullie aanhangen indien jullie Mohamed zouden afzweren? Het naturalisme. Christenen, welke is de ware godsdienst, als dat niet het christendom is? De godsdienst van de joden. Maar jullie, joden, wat is de ware godsdienst als het judaïsme vals is? Het naturalisme. Wie de tweede plaats toegewezen krijgt in een unanieme consensus, en wie de eerste plaats aan niemand afstaat, verdient die ongetwijfeld.

    Vertaling © Karel D’huyvetters 2012


    Categorie:poëzie
    26-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vita brevis

    Wie lang genoeg leeft

    leert allengs dat leven

    leren sterven is.

     

    De last van eeuwen rust

    Ongevraagd op schouders

    van rijke erfgenamen.

     

    De tijd verwijdt

    de blik verglijdt

    naar oneindigheid.

     

    Langzaam daagt het inzicht

    leven is amper

    kort vertoeven.

     

    Een dag, een mensenleven

    is even oplichten

    dan weer oneindig niets.

     

    Zo krimpt ons leven in

    en groeit het uit

    tot al wat is.

     

    De petite histoire maakt plaats

    voor een immens ruimere ruimte

    die om geen tranen maalt.

     

    In het licht van eeuwigheid

    is een mensenleven te kort

    om te tellen.

     

    Niet in uren en dagen

    maar in miljarden jaren

    meten we ontstaan en vergaan.

     

    Afstanden verschrompelen

    voeten, ellen, vadems

    gaan verloren in lichtjaren.

     

    De aarde verdwijnt

    in sterrenstelsels

    ontelbaar.

     

    Ik verlies mij

    in honderd miljard anderen

    en nog duizend miljard meer.

     

    Het unieke is niets meer

    eindeloos vermenigvuldigd

    lemniscaat.

     

    Het hier en nu

    ooit alles

    nu minder dan niets.

     

    De stormen in mijn hart

    de passie en de glimlach

    rimpels in een plas.

     

    Door verder te kijken

    zie ik minder

    en minder.

     

    Alles verdwijnt

    in de oneindigheid

    van ruimte en tijd.

     

    Leven is niets

    om zich zorgen te maken

    sterven evenmin.

     

    In de ogen

    van een kind

    zie ik nevelvlekken.

     

    In de tranen van een moeder

    stroomt de Amoer en de Nijl

    naar zee.

     

    In de waanzin

    van de woede

    kolkt Etna en Vesuvius.

     

    De honger van de wereld

    roept om wraak

    in het sterven van de sterren.

     

     

    Met elk nieuw leven

    wordt het universum

    opnieuw geboren.

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    24-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.puntdichten voor Vader

    Als een alternatief verjaardagscadeau vroeg ik aan mijn kinderen een gedicht, een versje, een kattenbelletje. Oudste zoon Dirk reageerde met een verrassend origineel sonnet dat me tot tranen toe ontroerde.

    Fils cadet Luk had wat meer tijd nodig, maar dit is zijn puntig poëtisch cadeautje:

     

    "Verjaardag in een globale wereld"

     

    De tijd is rijp nu

    Geest en lichaam nog rijper

    Verrotting alom

     

     

    "Vergissing"

     

    Geen haar op zijn hoofd

    Nochtans echt geen werkschuw tuig

    Dat eraan denkt

     

     

    "Denken aan haar"

     

    Wie had dat gedacht,

    Weelderige krullenpracht,

    66 jaren later

     

     

    "Rare carrière planning"

     

    Wie bij de vos slaapt

    Krijgt zijn vlooien soms later

    Theoloog ex post

     

     

    "Vraag voor de zeker-weter"

     

    Qui disait encore

    « Qui a raison contre tout

    le monde, a tort

     

     

    "Ode aan het nonsensgedicht"

     

    Ik zit mij voor mijn scherm,

    Onnoemelijk t'enerveren

    Ik wou dat ik mijn vader was,

    Vlot verzen declameren.

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    26-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichtendag 2012: STROOM

    Elke

     

    d

    r

    u

    p

    p

    e

    l

    water

    die voldragen

    striemend

    of

    gelaten

    zomaar

    hier

    of

    daar

    de aarde

     raakt

     

    droomt

                                                                  dat

                                        op een dag

                      onvermoed

    hij

    blij   

    in vervoering

    en vol overmoed

    weer

                                                                                    naar

                                                                                             zee

                                                         stroomt.





    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    16-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de wolken

    Clouds

     

    Strauss Van Nevel Kuijken Callas

    Schubert Verdi Haydn Sjostakovitsj

    Wagner Bach Puccini Figueras

    Scarlatti Bruckner Haendel Rostropovitsj

     

    McBain Nabokov Dawkins Trevor

    Mehta Updike Tolkien Dennett

    Le Carré De Vries Spinoza Pinker

    Burgess James Damasio Pritchett

     

    Linguist Polyglot Humanist

    Etymoloog Atheïst Evolutionist

    Flamingant altegader

     

    Blogger Internaut Klokkenman

    Keukenprins E-reader Beeldjesfan

    Zesenzestig Mijn Vader

     


    Dirk D’huyvetters, 16 januari 2012


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    26-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de herderkens logen bij nachte

    Mijn penvriend Jacques Quekel is een ijverig en geïnspireerd epigrammendichter. Je kan hier terecht voor zijn puntig en poëtisch blog. Daar vind je ook zijn gelegenheidsgedicht voor kerstmis. Niet voor het eerst is daarin sprake van engelenkoren bij de geboorte van Jezus. Ik reageerde in mijn Kroniek al eerder op dat traditioneel beeld, klik hier als je het nog eens wil nalezen.

     

    En dit is mijn reactie op zijn jongste kerstvisioenen:

     

     

    Mensen die engelenkoren

    bij nacht en ontij horen

    zijn misschien wel onschuldig als schapen

    vooral als ze de desbetreffende slaap slapen.

     

    Maar het blijft betreurenswaard

    en het verraadt hun ware aard:

    mensen die horen wat er niet is

    daar is beslist een en ander mee mis.

     

    Jezus werd niet uit een maagd geboren

    en zeker niet met bijhorende engelenkoren;

    als hij al geboren werd, wat erg onzeker is

    dan als simpele mens, wat op zich ook beter is.

     

    En niet als God, en ook nog diens Zoon

    dat zou een wonder zijn en erg ongewoon

    en met Verlossers hebben we het wel gehad

    hun weg naar vrede is altijd een heilloos oorlogspad.

     

    Laten we derhalve ons feesten inspireren

    door wat we van Moeder Natuur zelf kunnen leren:

    Het Licht der Wereld is niet in Bethlehem geboren

    het verschijnt elke dag bij het eerste ochtendgloren.

     

    Laten we het denken niet aan anderen overlaten

    aan priesters, misleiders en andere onverlaten

    maar onbevreesd en welgemoed zelf bezinnen

    hoe we het best aan een betere wereld beginnen.

     

    Dat kan door ons verstand te gebruiken

    en in ons hart de liefde te laten ontluiken

    voor iedereen en al wat ons dierbaar is

    en voor wat billijk, goed en bovendien ook nog waar is.



     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    29-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cicisbeo

    Cicisbeo

     

     

    G

    roteske minuskel

    Grijnzende halfedelsteen

    Grafschrift in een lijzige zijbeuk

     

    Versleten godvergeten woord

    Geamuseerde opwelling

    Vernederende kwelling ener

    Vertederd nederige aanbidder

     

    Soupirant de dame

    Cavalier servant

    Chevalier galant

    Ami tendre ami de cœur

    Damoisel damoiseau

    Triste jusqu’au fond de l’âme

     

    Een dobberend driftwoord

    Maskers van Muranoglas

    Bautablinden en volte-face

    Casanova door achterklap gestoord

    Betrapt met een vierdeukenhoed

    Op het Canal Grande onvermoed

    Carnaval de Venise als slotakkoord

     

    Cicí sist de siciliaan

    Kijk hem gaan de epigoon

    Dienaar zonder loon

    Leenroerig vazal en kompaan

    Hangend aan de slippen

    En zijn douce dames lippen

    Hij aanbidt doch niet in bed

    Amper onteerd begeerd

    Noch wederkerig begerig

    Onbevredigd tevreden

    Met karig verleende gunst

    Verlangen verheven tot kunst

     

    Druk doende

    Dritte im Bunde

    Lancelot Iskarioth

    Sigisbée

    Cicisbeo




    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    14-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.I Modi en Aretino's Wulpse Sonnetten

    Het christendom is nooit een goede vriend geweest van seksualiteit. Maar waarom? Het is immers waanzin om zich tegen seksualiteit te keren. Je kan net zo goed tegen eten en drinken zijn. James Thurber en E.B. White gaven samen een hilarisch boek uit in 1929 onder de titel Is Sex Necessary?

    Paulus was ertegen. Waarschijnlijk leefde hij in de veronderstelling dat de terugkomst van Christus op aarde niet lang meer zou uitblijven. Het had dus geen zin om rap nog wat kinderen bij te maken, het einde was nabij. Het celibaat, de verplichting voor priesters om ongehuwd te zijn op het ogenblik van de wijding en ongehuwd te blijven en zich ook te onthouden van alle seksuele activiteit, was echter niet van bij de aanvang de regel voor priesters, bisschoppen en zelfs pausen. Pas in het Eerste en Tweede concilie van Lateranen (1123, 1139), en het concilie van Trente (1545–64) werd het formeel opgelegd, maar nog altijd met (evident) beperkt succes. De meeste priesters bleven openlijk met een partner leven.

    Men stelde het voor als waren ongehuwde mannen en vrouwen meer toegewijd aan God en aan hun medemens dan gehuwden. Dat is nog altijd de stelling van de rooms-katholieke kerk. Maar zelfs als dat waar zou zijn, wat ik betwijfel, dan is dat toch nog altijd geen reden om tegen seks te zijn? Wie zich om Godswil onthoudt van seks hoeft seks niet te verafschuwen of te haten, hij of zij moet het gewoon laten, zonder meer.

    Maar zo is het niet gegaan, o, nee.

    In mijn jeugd was het zelfs zo dat men over seks niet eens mocht praten, nooit, onder geen enkele omstandigheid, behalve in de biechtstoel. Seks kwam in het publieke leven niet voor. Seks in boeken en films was verboden, niet alleen door de kerk, maar ook door de staat. Openbare zedenschennis, bijvoorbeeld naaktheid of zelfs een te gewaagd decolleté of je broek afsteken was een misdaad. Zelfs wildplassen was een seksueel misdrijf.

    Het was natuurlijk allemaal vechten tegen de bierkaai, of zoals men het in het Frans zegt: le nier serait nier la lumière du soleil. De mens is een seksueel wezen, zonder seks kunnen wij ons niet (natuurlijk) voortplanten en bovendien zijn wij zo geëvolueerd dat wij seksueel opgewonden raken door anderen. Wij zijn zo en daarmee uit. Wat heeft de kerk dan bezield om niet alleen priesters en religieuzen tot absolute seksuele onthouding te dwingen, maar ook elke vermelding van seksualiteit te verbieden? Ik weet het werkelijk niet, het is pure waanzin.

    Natuurlijk hebben de mensen dat verbod steeds aan hun laars gelapt, ook de priesters en religieuzen, het bleven mensen en wat men ook probeert, de seksualiteit kan men nooit onderdrukken.

    Er is altijd veel belangstelling geweest voor seksueel getinte verhalen en afbeeldingen. Als dat niet open en bloot kon, dan maar in het geheim. Hoe meer iets verboden is, hoe meer het gegeerd is.

    Een goed voorbeeld daarvan zijn de afbeeldingen van zestien seksuele variaties, oorspronkelijk geschilderd door Giulio Romano voor het paleis van de Gonzaga’s in Mantua, maar gepubliceerd als gravures door Marcanatonio Raimondi in 1524 als I Modi. De brave man werd prompt door de paus gevangen gezet en alle exemplaren werden vernietigd, of berusten nu ergens in de kelders van het Vaticaan. De dichter Pietro Aretino schreef zestien frivole sonnetten, één voor elk van de afbeeldingen.

    Er moeten toch enkele afbeeldingen ontsnapt zijn en er kwam dus een tweede uitgave, met de gedichten van Aretino, die echter ook helemaal in beslag werd genomen. Er zijn enkele fragmenten van de gravures bewaard in het British Museum. Nadien zijn er verscheidene pogingen ondernomen om de afbeeldingen toch weer te publiceren, sommige duidelijk op basis van de originelen, zoals blijkt uit de overeenkomst met de fragmenten in het British Museum.




    I Modi
    waren berucht sinds hun ontstaan en ze zijn dat gebleven. Vandaag kan je ze gewoon bekijken op Wikipedia. Ik wou ook graag eens de vermaarde scabreuze gedichten van Aretino lezen, maar dat bleek minder gemakkelijk. De volledige tekst in het Italiaans vind je redelijk gauw, maar voor vertalingen in het Engels, Frans of Duits, talen die ik beter meester ben, was het wel even zoeken. Uiteindelijk ontdekte ik dat er een moderne Nederlandse vertaling bestaat en wel van die meester-dichter en vertaler en schrijver van liedteksten, Ernst van Altena. Zijn vertaling is gepubliceerd, samen met de afbeeldingen, in een boekje van 1981 onder de titel: Pietro Aretino, Wulpse sonnetten. Je vindt hier of daar nog wel een tweedehands exemplaar te koop aangeboden. Voor de tekst kan je hier terecht.

    Zowel bij de afbeeldingen als bij de gedichten zal je merken dat Shakespeare’s stelling klopt: much ado about nothing. Wij zijn natuurlijk wat gewoon sinds je de eerste Playboy hier onder de toog kon kopen. Men kan zich terecht de vraag stellen waarom de kerk zich zo vreselijk druk heeft gemaakt over deze afbeeldingen en de gedichten. Waarin bestond het vermeende kwaad dat ze konden veroorzaken bij het lezen of bekijken? Oordeel zelf maar.

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    12-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonder woorden - Sans paroles




    Sans paroles je me retrouvai délaissée

    Toute seule depuis nos adieux

    Malgré toutes nos promesses répétées

    De découvrir ensemble et heureux

    Les plus tendres de nos années.

     

    Personne ne soupçonnait

    Mon monde secret

    Et moi je gardai le silence

    Dans toutes les mille langues

    que crie la souffrance.

     

    Féroce comme le feu fulminant

    La douleur brûlait mon corps ardant.

     

    Tu avais disparu vers la plaine

    De la mémoire sourde et soudaine.

     

    Dans mon univers tu restes en présence

    Même si le désir a perdu de sa puissance

    Et la nostalgie absorbée en d’autres absences.

     

    Seul mon souvenir sigillaire

    Retient ton image claire

    Ton nom tellement cher

    Placé en signe indélébile

    Sur ma peau vive et sensible.

     

     

    Gedicht door Lut De Rudder bij het beeld Les Pénitents van Anne Cornil

    Klik hier voor het origineel in het Nederlands

    Vertaald door Karel D’huyvetters, 2011


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    30-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adieu

    Alors je me retournais,

    sachant fort bien:

    cet adieu est à tout jamais.

     

    J’avais appris la senteur brûlante

    D’ardeur, amour, abandon.

     

    Mais il fallait retourner

    vers une existence bourgeoise,

    respirer selon les normes,

    réaliser les rêves de ses parents.

     

    La passion ne s’était pas fanée,

    le désir rageait encore,

    chaque pore de mon être

    crevait tes embrassements.

     

    Mais nos promesses de se revoir

    avant les premières neiges

    se réduisaient en froideur dévorante,

    arrachant toute chaleur

    de mon corps.

     

    Et on appelle ça: vivre…

     

    Gedicht door Lut De Rudder bij het beeld van Anne Cornil, Les pénitents

    Vertaald door Karel D’huyvetters

    Klik hier voor het origineel in het Nederlands

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    27-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leesblindheid, Jacques Quekel

    Mijn penvriend Jacques Quekel (klik op zijn naam voor zijn blog) schreef naar aanleiding van mijn verhaal over het kapitaalbandje volgend epigram:

    De boekbinder.



    De boekbinder bindt,

    Wat de schrijver verzint.

    Maar beste boekenvrinden,

    U zult die waarheid pas vinden,

    Als u met lezen begint.



    Dat ik dat niet begreep,

    Kijk, daar zit nu de kneep.










    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018
  • René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas (recensie)
  • Thomas van Aquino, Over het zijnde en het wezen (recensie)
  • What's in a name?
  • Spinoza: Ethica
  • Patrick Lateur (vert.), Goden. 150 epigrammen uit de Anthologia Graeca
  • Ter inleiding bij de tentoonstelling van Lut in De schuur van A, 9 september 2017
  • Paul Claes, SIC, mijn citatenboek
  • Facebook
  • De heilsstaat is niet voor morgen.
  • Paul Claes: Catullus, Lesbia (recensie)
  • het boerkini-verbod en de filosoof
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • Exit buxus
  • Terugblik
  • Een poging tot samenvatting
  • Leonard Cohen
  • De wraak van Jan met de pet
  • Foucaults slinger: naschrift ter correctie
  • En toch beweegt ze! Foucaults slinger.
  • Tentoonstelling
  • De rode draad
  • Avondlied
  • Afscheid van kerstmis
  • Spinoza: De Brieven over God
  • Spinoza: de Brieven over God
  • Keren Mock, Hébreu, du sacré au maternel, 2016 (recensie)
  • Geen visum voor vluchtelingen?
  • Rudolf Agricola (recensie)
  • Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)
  • De verlichting uit evenwicht? (recensie)
  • Godsdienst: macht of inspiratie?


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!