Foto
Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Een huisdier neem je voor 't leven, niet voor heel even.
    Werkjes van Frean
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Tuurke
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Victorijo
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Fien43
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Simone1
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Runne
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Leest u graag de berichtjes over dieren ?
    1 ja
    2 nee
    3
    4
    5 of meer
    Bekijk resultaat

    Werkjes van Meiske
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Gwen
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • mailgroep huisdieren

    Hallo bezoeker, welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar. Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz. Veel kijk- en leesplezier!
    29-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwanen kunnen niet zwenken

    Zwanen kunnen niet zwenken

    GROENE HART - Bij het verdedigen van zijn territorium kan de zwaan tekeergaan en als het niet goedschiks gaat, dan verdrinkt hij zijn rivaal ter plekke.
    afbeelding vergroten Voor de knobbelzwaan valt het niet mee om uit het water op te stijgen.
    Veel mensen zijn een beetje bang van knobbelzwanen. Dat is niet zo vreemd, want vooral als ze jongen hebben, kan vader zwaan zich behoorlijk agressief gedragen. Doch de verhalen, dat een zwaan met een klap van zijn machtige vleugel je een gebroken arm kan bezorgen, zijn behoorlijk overdreven. Het is wel eens gebeurd, maar in de meeste gevallen brengt hij de indringers, die te dicht bij nest of jongen komen met zijn snavel flinke verwondingen toe.

    Ook bij het verdedigen van zijn territorium kan de zwaan behoorlijk tekeergaan en als het niet goedschiks gaat, dan verdrinkt hij zijn rivaal ter plekke, zoals wij vorig jaar nog in Driebruggen hebben gezien. Juist door dat agressieve gedrag durft geen enkele rover in de buurt van een zwanennest te komen en dat heeft logischerwijs tot gevolg, dat er steeds meer knobbelzwanen in de polders komen en er in sommige streken stemmen opgaan om zwanen te gaan afschieten.

    Wij wandelden rond de Lagenwaardse Polder ten noorden van Koudekerk in de hoop de eerste kleine zwanen (afkomstig van de poolcirkel, met gele snavels) en kolganzen te zien die hier vaak met honderden overwinteren. Niets van dat al, maar van knobbelzwanen kun je ook altijd wel genieten.

    Een zwanenpaar blijft levenslang bij elkaar, maar hecht absoluut niet aan een familieband. Van zeer nabij hebben we meegemaakt, dat het mannetje ruim vijf maanden zijn kroost verdedigde en daarbij zelfs niet schroomde om een tractor op het weiland aan te vallen. Om zich plotseling begin december tegen zijn eigen nakomelingen te richten en dat ging niet zachtzinnig ook. Die jonge zwanen, vaak nog grauwwit en zonder knobbel, snapten er niets van, dat hun vader plotseling zo lelijk ging doen en kwamen steeds weer terug, totdat het mannetje echt hard ging pikken en de jongen definitief uit het gebied verdreef. Die jonge dieren zoeken elkaar vaak op in de buurt van meren (Nieuwkoop, Reeuwijkse surfplas) en blijven vaak in groepen bijeen, totdat ze na twee jaar geslachtsrijp worden en een partner kiezen.

    Het is moeilijk voor te stellen, maar in de jaren vijftig van de vorige eeuw waren zwanen zeldzaam in de polders. Zij werden wel gehouden voor hun dons en nog langer geleden voor het vlees en gekortwiekte exemplaren zwommen in parken en grachten. Van oudsher is de knobbelzwaan een inheemse vogel, maar de bijna honderdduizend exemplaren, die nu over heel Nederland voorkomen, zijn bijna allemaal ontsnapte en dus verwilderde zwanen.

    Het vrouwtje weegt meestal ruim 10 kilo, maar de mannetjes komen gemakkelijk aan 16 kilo en het is duidelijk, dat het niet meevalt om met dat gewicht op te stijgen uit het water en dat geldt ook eigenlijk voor het landen. De knobbelzwanen hebben een flinke start- en landingsbaan nodig, maar het blijft een prachtig gezicht de dieren met het ‘zoevende soms fluitende geluid’ te zien opstijgen en de vergelijking met een vliegtuig is al vaak gemaakt (vandaar ook het reclamefilmpje). Het zijn krachtige vliegers, maar als gevolg van de forse massa niet bepaald wendbaar. In de randstad vallen de meeste slachtoffers door het feit dat zij in de vlucht nauwelijks kunnen zwenken en dan tegen een hoogspanningsmast of ander hoog obstakel vliegen.


    Tekst: Peter Dijkgraaf Foto: PR

    Bron : AD.nl

    29-11-2008 om 22:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels lokken naar uw tuin

    Geef vogels wat ze willen en ze komen graag in uw tuin. Zodat u kunt genieten van hun zang, ze heerlijk bezig kunt zien, het grootbrengen van hun jongen kunt volgen. Kijken en luisteren naar vogels is enorm rustgevend en geeft een geweldig natuurgevoel. Zet de juiste planten in uw tuin en de vogels komen vanzelf. En hoe meer variatie in het groen, des te meer soorten vogels u mag verwachten.

    Winterkoninkjes broeden graag in dichte hagen. Vinken, goudhaantjes, heggenmussen en mezen buitelen zingend door de struiken op zoek naar insecten. Turkse tortels koeren liefst in een wat hogere boom. Spreeuwen laten hun trillers vanuit de plantentoppen horen. Lijsters en merels eten net zo lief vruchten als wormen. Roodborstjes, kwikstaarten, boomklevers, piepers, paapjes en tapuiten, fitis, tjiftjaf en tuinfluiter, u mag ze allemaal verwachten met de juiste struiken en een enkele boom in de tuin. Misschien zal zelfs ooit een verscholen nachtegaal u tijdens een zoele zomernacht laten genieten zijn verrukkelijke geluid.

    Wat er nodig is

    U moet planten neerzetten die beschutting en bescherming bieden, die een uitkijkpost kunnen vormen, waarin veilig gebroed kan worden, waarin veel insecten te vinden zijn, waaraan voedzame bessen en andere vruchten groeien. Dat kan in iedere tuin, ongeacht stijl, vorm, maat of sfeer. Er zijn meer dan genoeg planten om uit te kiezen. Kies bij besdragende heesters en bomen liefst voor cultivars met rode of donker gekleurde bessen (blauwzwart). Daar komen de vogels eerder op af dan op witte of gele vruchten.

    Vogelvriendelijke loofgewassen, ook klimmers, stekelplanten en besdragers

    U heeft gegarandeerd succes met esdoorns (Acer ), elzen (Alnus ), krentenboompje (Amelanchier ), zuurbessen (Berberis ), erwtenstruik (Caragana ), dwergkweeën (Chaenomeles ), allerlei soorten Clematis (vooral kleinbloemige als C. montana ), blazenstruik (Colutea ), kornoeljes (Cornus -soorten), hazelaars (Corylus ), dwergmispels (Cotoneaster ), meidoorns (Crataegus ), olijfwilgen (Elaeagnus ), kardinaalshoed (Euonymus ), bruissluier (Fallopia aubertii ), valse christusdoorn (Gleditsia ), klimmende klimop (Hedera ), duindoorn (Hippophae ), (klim)hortensia’s (Hydrangea ), hulstsoorten (Ilex ), Kolkwitzia amabilis , ligusters (Ligustrum -soorten), kamperfoelie (Lonicera , zowel klimmers als struikvormen), boksdoorn (Lycium ), (sier)appels (Malus ), wilde wingerd (Parthenocissus ), Physocarpus , vuurdoorn (Pyracantha ), allerlei soorten Prunus , wegedoorn (Rhamnus -soorten), Ribes , Robinia ’s, rozen, bramen en Japanse wijnbes (Rubus -soorten), allerlei wilgen (Salix ), vlier (Sambucus ), Sorbaria , lijster- en meelbessen (Sorbus -soorten), sneeuwbes (Symphoricarpos ) en sneeuwbalsoorten (Viburnum ). En daarnaast zijn allerlei coniferen ook erg welkom.

    Ook heel praktisch

    Eén mezenpaar met jongen verorbert in één jaar de ongelooflijke hoeveelheid van meer dan 50 kg insecten (natuurlijk inclusief larven, rupsen, poppen enz.). Dat scheelt geweldig veel aantastingen (en dus werk) in de tuin. Veel andere zangvogels zijn ook flinke insectenbestrijders. En daar hoeft u niets anders voor te doen dan te zorgen dat ze het in uw tuin prettig vinden. Zorg behalve voor de juiste planten en veilige nestgelegenheid, voor wat water om te drinken en in te badderen. Een goed voorziene voedertafel is ook een prima vogelmagneet, zeker in de winter. Zorg wel voor ruimte eromheen, zodat ‘uw’ vogels katten en roofvogels op tijd in de gaten hebben.

    (tuinadvies.be)


    29-11-2008 om 22:44 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In bad met vissen
    In bad met vissen
    ANTWERPEN  -  In bad met tropische vissen die uw huid een natuurlijke peeling geven door aan uw lichaam te knabbelen... Dat is de nieuwste gezondheidstrend...

    Foto: REUTERS
    Foto: REUTERS

    In het Antwerpse schoonheidsinstituut Body Lounge is het mogelijk om letterlijk in bad te gaan met een stel visjes. "De vissen zitten in een bad met een temperatuur rond de dertig graden", zegt Michel Verschaeve van het instituut in Het Nieuwsblad. "Zodra je erin gaat zitten, komen de tropische garra rufavisjes op je handen en voeten af. Later gaan ze verder met je benen en je buik. Ze peuzelen gretig alle dode huidcellen op."

    In de Verenigde Staten is de techniek al langer bekend. "In België lopen wij altijd tien jaar achter", zegt Verschaeve. "Ik wilde met iets revolutionairs komen. In het begin voelt de therapie onwennig aan, maar na afloop is je lichaam zo glad als dat van een baby."



    Bron : Telegraaf.nl

    29-11-2008 om 22:43 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De beroemde hond van Edinburgh

    De beroemde hond van Edinburgh

    Vandaag wil ik je het verhaal vertellen van een hondje dat beroemd werd vanwege zijn bijzondere trouw. Het  was ergens halverwege de 19e eeuw dat het baasje van Bobby, een  politieagent uit Schotland, stierf. 

    Het lichaam werd naar het kerkhof van Edinburgh gebracht. De mensen die de  stoet volgden, zagen dat onder de  wagen een flink verwaarloosde hond meeliep. Zijn vacht zag er niet uit. Het was de Sky-terrier Bobby, die zoals altijd dicht bij zijn baasje wilde blijven.

    Toen de kist naar het graf werd gedragen, liep Bobby mee, hij jankte zachtjes in de hoop een reactie te krijgen. Bobby legde zich later  neer naast het graf.

    Een van de vrienden die afscheid kwam nemen riep Bobby nog,  in de hoop dat hij met hem mee zou komen. Maar de hond legde met een zucht zijn hoofd tussen zijn harige poten om zo de laatste mensen van het kerkhof te zien verdwijnen.

    Het werd een koude, kille nacht. Het weer was guur, het regende en stormde. Trillend van de kou hield Bobby trouw de wacht.

    's Morgens vroeg kwam de grafdelver het kerkhof op en zag de hond liggen. Omdat honden niet zijn toegestaan op het kerkhof joeg hij hem weg. Bobby had er geen zin in, maar na een trap en stenen die hem achterna werden gesmeten,  rende Bobby voorbij het smeedijzeren hek en verdween van het kerkhof.

    Diezelfde avond, nog voor het hek weer gesloten werd,  stond de grafdelver weer oog in oog met Bobby. Een collega, de onderhoudsman James Brown, herkende de hond. 'Dat is die hond die gisteren meekwam toen we die  agent hebben begraven.' De man haalde een stuk brood uit zijn zak en wierp het naar de hond. Bobby kwispelde  en  slokte het stuk zo vlug mogelijk op en ging weer liggen bij het graf.

    Later op café was de hond het onderwerp van gesprek.  Men vertelde over de trouwe Bobby, die maar geen afscheid kon nemen van zijn baasje. De eigenaar (John Traill)  van het café vond het verhaal  zo zielig dat hij een kijkje ging nemen en besloot de hond elke dag eten te  geven. Het verhaal van Bobby deed vlug de ronde, er werd zelfs over hem geschreven in de kranten.

    Heel wat  mensen werden nieuwsgierig en gingen naar het kerkhof om te kijken of ze er Bobby konden vinden. En ja, daar lag hij nog steeds, bedroefd om het gemis van zijn baasje.

    Bobby kreeg heel wat lekkers en sommigen vonden het zo zielig dat de hond in weer en wind lag dat ze het voor mekaar kregen dat Bobby een makkelijke ligplaats kreeg met een beschutting tegen weer en wind, naast het graf.

    Blijkbaar was de hond in die tijd zo bekend dat er zelfs toeristen uit Amerika over hem hoorden en een kijkje kwamen nemen bij het kerkhof in de hoop er  Bobby te zien. Er werd zelfs geld ingezameld om een halsband voor Bobby te maken met een speciale inscriptie.  Een schilder maakte een schilderij van de hond waarvan de reproducties een flinke afname vonden.

    Bobby stierf in 1872 nadat hij 18 jaar lang elke dag trouw naast het graf van zijn baasje had gelegen.  Bobby was destijds een van de bekendste figuren van deze Schotse stad.

    Er werd  ter nagedachtenis aan deze beroemde hond een grafsteen op het kerkhof gezet. Ongeveer 100 meter van het graf van zijn baasje, want  honden mochten niet in de  geweide grond begraven worden.

    Op de steen kan je lezen: Let his loyalty en devotion be a lesson to us all.

    In 1873 werd er op het kerkhof een fontein geplaatst met daarbij de mogelijkheid om te drinken voor zowel mens als hond.




    Bron : Hondentips Magazine - copyr. 2008 - www.hondentips.com

    29-11-2008 om 00:00 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om in de stemming te geraken
    Garfield E-Comic by Jim Davis

    28-11-2008 om 23:38 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werking van hondenneus ontrafeld
    Werking van hondenneus ontrafeld


    AMSTERDAM - Honden danken hun scherpe reukzin voor een groot deel aan hun natte neus, zo hebben Amerikaanse wetenschappers aangetoond.
    NU.nl/Els Bax

    De onderzoekers van Pennsylvania State University brachten verschillende hondenneuzen in kaart met MRI-scans. Aan de hand van de foto's ontwikkelden ze een computermodel waarmee ze nabootsten hoe lucht door de neusholtes van de dieren reist.

    Uit het model blijkt dat de grote hoeveelheid slijm in de neus van honden een belangrijke rol speelt bij het onderscheiden van geuren, zo meldt het Britse wetenschappelijke tijdschrift New Scientist .

    Slijmlaag

    Volgens de onderzoekers zorgt het slijm ervoor dat er in de neusholtes een soort voorselectie van verschillende aroma's wordt gemaakt. Voordat de moleculen van een geur de reukreceptoren achterin de neus kunnen bereiken, moeten ze namelijk door de slijmlaag heen dringen.

    De moleculen van de ene geur lukt dat sneller dan de andere. Verschillende geuren worden daardoor op verschillende plaatsen in de neusholtes voor het eerst herkend. Dat is een voordeel bij speurwerk met de neus, zo beweren de onderzoekers.

    Reukreceptoren

    Eerder is al aangetoond dat honden beschikken over meer zenuwcellen en reukreceptoren in hun neus dan mensen. Ook daardoor kunnen de dieren gemakkelijker verschillende geuren onderscheiden.

    "Maar nu hebben we aangetoond dat de geuren al worden gesorteerd voordat ze bij de reukreceptoren aankomen", aldus hoofdonderzoeker Brent Craven. "En dat erg belangrijk voor de werking van de neus."

    (c) NU.nl/Dennis Rijnvis



    28-11-2008 om 23:37 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorbehoedsmiddelen voor hond en kat

    Voorbehoedsmiddelen voor hond en kat

    Telefoon. "Dokter, mijn teefje is gedekt toen we op vakantie waren, we zijn nu net terug thuis en we willen helemaal geen pups. Valt er nog iets aan te doen?"

    Een telefoongesprek dat dagelijks gevoerd wordt in een dierenartspraktijk. Wat er in zo’n geval kan gedaan worden, en hoe dergelijke vervelende incidenten kunnen vermeden worden, gaan we nu uiteenzetten.

    Eerst het probleem van een ongewenste dekking bij de hond en de poes.

    Voor de gedekte teef bestaat er een hormonale behandeling om de resultaten van de dekking te niet te doen, een soort "morning-after-prik" als het ware. Het gebruikte product is een oestrogenen-preparaat (een bepaald vrouwelijk hormoon) dat ingespoten wordt onder de huid of in de bil. Theoretisch moet deze prik gegeven worden ten laatste 7 dagen na de dekking, maar in praktijk blijkt dat men er veel sneller bij moet zijn. Aangeraden wordt de eerste oestrogenen-prik te geven op de 3de dag na de dekking, en deze te herhalen op de 5de en de 7de dag. Bij zulke werkwijze blijkt dat 93 % van de gedekte teven niet drachtig worden.
    De oestrogenen-prik is echter niet zonder gevaar: er is een verhoogd risico voor baarmoederontsteking (met als enige doeltreffende behandeling de baarmoeder operatief verwijderen) en daarenboven is gekend dat oestrogenen vrij toxisch kunnen zijn voor de hond: het beenmerg wordt in meer of mindere aangetast: de bloedplaatjes dalen in aantal en in het slechtste geval kan de hond eraan sterven. Indien u uw hond aanbiedt later dan 5 dagen na dekking is er met de hormonenspuit zowiezo niets meer aan te vangen. Het enige wat dan nog te overwegen is, is sterilisatie met wegname van eierstokken en zwangere baarmoeder, maar dit moet zeker ook in het beginstadium van de dracht gebeuren, anders is de operatie te bloedingrijk en gevaarlijk voor de teef. U ziet het: beter voorkomen dan genezen!

    Wat een gedekte poes betreft, is alles nog veel moeilijker. De meeste poezen lopen vrij rond en het zou maar al te toevallig zijn dat de eigenaar net aanwezig is als de poes gedekt wordt. De poes laat zich trouwens soms nog dekken in het beginstadium van de dracht. Bon, zelfs in het ideale geval dat u precies weet wanneer de poes gedekt is, moet u er nog snel bij zijn: ca. 40 uur na de dekking moet ze een oestrogenen-prik krijgen, en dan nog is het succes wisselend. Meestal is de beste oplossing meteen steriliseren: eierstokjes en baarmoeder eruit en dan is het probleem voor het ganse poezenleven opgelost!

    Nu een woordje meer over de echte voorbehoedsmiddelen bij hond en kat die ervoor zorgen dat de hond niet meer loops wordt en de poes niet krols. Mogelijkheden:
    1. de pil bij de kat
    2. de prikpil bij hond, ev. kat
    3. sterilisatie (castratie) van hond en kat

    1) de pil.

    De pil wordt meestal enkel gegeven bij de poes. De hormonale cyclus bij de poes is veel korter dan bij de hond en daardoor makkelijker te beïnvloeden door een pil.

    Ik wou wel eerst iets meer over de cyclus van de poes vertellen. Van nature is de poes een dier dat krols wordt in seizoenen. Met andere woorden: ze hebben verschillende krolsheden in een periode van maart tot september. Doch vele poezen worden nu in huis gehouden, waar het voortdurend warm en licht is dus veel poezen zullen (onnatuurlijk) gans het jaar krols worden. De eerste krolsheid treedt op op een leeftijd van 9 à 10 maanden gemiddeld, maar dit is sterk rasgebonden: sommige poezen worden het al op 4 maanden, anderen pas op 18 maanden leeftijd. De krolsheidduur bedraagt een 7 à 9 dagen. De periode tussen 2 krolsheden kan ook sterk variëren, gemiddeld echter 2 à 3 weken. Bepaalde rassen bv. Siamezen zijn vrijwel continu krols.
    Hoe kan men merken dat de poes krols is: de poes wordt veel aanhankelijker, is rusteloos, miauwt (de oosterse typen gaan echt krijsen!), rolt zich over de grond, wil niet meer eten. De onervaren poezeneigenaar denkt op zo’n moment dat zijn poes ziek is en pijn heeft! De poes vertoont ook de typische lordose-reflex, zeker wanneer ze geaaid wordt op de rug aan de staartbasis: ze drukt haar voorhand plat op de grond en houdt de achterhand omhoog, waarbij ze haar staart opzij houdt.

    Terug over naar de pil: de pil bevat een derivaat van het vrouwelijk hormoon progesteron. Ze kan gegeven worden tijdens de krolsheid: dit moet dan wel 3 dagen na mekaar tot de krolsheid onderdrukt is, en daarna mag de dosis verminderd worden tot 1 pil per week, tenzij het een hormonaal actief ras is (oosterse typen). Bij hen moet soms de dosis van 2 pillen gehandhaafd worden. De pil kan wel bijwerkingen geven: soms worden karakteriele veranderingen opgemerkt (aanhankelijker, agressiever), de kat kan behoorlijk verdikken, er kan diabetes mellitus (suikerziekte) ontstaan, er is een grotere kans op het ontwikkelen van borstkankers en baarmoederproblemen. Voor een fokpoes is echter de pil veel meer aan te raden dan de prikpil, want de prikpil geeft veel frequenter bijwerkingen ter hoogte van de baarmoeder wat een volgende dracht negatief zou beïnvloeden.


    2) de prikpil

    Deze vorm van anticonceptie is zeer populair bij de hond, en af te raden bij de poes wegens frequent voorkomende bijwerkingen t.h.v. de baarmoeder en melkklieren. Doch ook bij de hond MOET zeer voorzichtig gewerkt worden. De hond heeft een zeer gevoelige baarmoeder en toedienen van hormonen op het verkeerde tijdstip in de cyclus kan zeer nare gevolgen hebben. Daarom ga ik voor u even de cyclus uitdiepen. Elke normale teef wordt 2 keer per jaar loops, soms 3 keer (o.a. duitse herder). Sommige rassen worden slechts 1x per jaar loops bv. Basenji, Teckel. De eerste loopsheid mag verwacht worden op een leeftijd van 6 à 9 maanden, grote rassen wat later.
    De cyclus kan men indelen in de anoestrus-fase, de volledige rustfase die ca. 3 maanden duurt. In deze fase zijn de hormonen van de teef in rust en dit is dan ook een veilige periode om de prikpil te geven. De loopsheidfase duurt een kleine drie weken te verdelen in een periode van 9 dagen waarin de teef een bloederige uitvloei heeft, doch dekking pas toelaat vanaf dag 7 ongeveer. De daarop volgende periode van 9 dagen laat ze dekking toe en verandert de uitvloei van kleur (gelig-bruin). En dan volgt een periode van mesoestrus, ca. 2 maand, pseudo-nest-periode als het ware. Tijdens deze periode zakt de hormonenspiegel in het bloed naar de minimumwaarde. Wanneer deze bereikt is, begint terug de anoestrus.

    Nu de prikpil : deze injectie bevat derivaten van het vrouwelijk progesteronhormoon. Zoals boven vermeld, is de uterus van de teef erg gevoelig voor hormonen, dus moet de injectie gegeven worden als het geslachtsstelsel van de teef in absolute rust is. Het beste tijdstip voor haar eerste prikpil is 100 dagen na de loopsheid (correcter is 100 dagen na de ovulatie, maar dat kan u als eigenaar niet opmerken, deze gebeurt ongeveer in het midden van de loopsheidperiode). Bij sommige preparaten moet de 2de injectie 3 maanden later herhaald worden, de daaropvolgende 4 maanden later en dan telkens om de 5 maanden (herders beter om de 4 maanden). Het progesteron-depot moet immers opgebouwd worden in het lichaam.
    Bij andere preparaten kan men meteen om de 5 maanden gaan prikken. Wanneer de prikpil gestopt wordt, wordt de teef weer loops na 6 tot soms 26 maanden, afhankelijk hoe lang de teef de prikpil heeft gehad. Indien de prikpil op het correcte tijdstip wordt gegeven is er relatief weinig gevaar, maar als de correcte tijdstippen niet gerespecteerd worden is het gevaar voor het ontwikkelen van een baarmoederontsteking zeer reëel!
    De prikpil kan eventueel voor gewichtstoename zorgen, kan soms de ontwikkeling van mammatumoren (borstkanker) bevorderen, en ev. op lange duur baarmoederontsteking veroorzaken, een grotere gevoeligheid voor het ontwikkelen van diabetes mellitus (suikerziekte) werd ook opgemerkt. Vroeger werd er soms gebruik gemaakt van pillen op basis van mannelijke hormonen om de loopsheid te onderdrukken, doch deze worden door de niet geringe bijwerkingen niet meer gegeven. Een voordeel echter is dat deze preparateen geen invloed hebben op de baarmoeder.


    3) sterilisatie (castratie)

    Bij de poes is deze ingreep zeker aan te raden als er verder geen fokplannen zijn met haar. Immers, 1 nestje kleine poesjes een goede thuis bezorgen is niet zo moeilijk, maar de volgende nesten zorgen voor veel problemen en wie weet waar deze sukkelaartjes dan terecht komen. De pil is een valabel alternatief, maar een ongelukje is gauw gebeurd: de pil uitbraken, erge diarree, te veel uitwendige stimulatie en de krolsheid en vruchtbaarheid is er weer. De prikpil is af te raden. Dan blijft de sterilisatie als definitieve ingreep over. Bij een jong dier is de ingreep echt niet verschrikkelijk: via een klein sneetje in de buik, of in de flanken, afhankelijk van de operatietechniek, worden de eierstokjes verwijderd. De baarmoeder wordt enkel weggehaald als er pathologische veranderingen op te zien zijn of als de poes al erg veel nesten heeft gehad.

    Na 10 dagen worden de hechtingen verwijderd en de operatie is volledig achter de rug.

    De poes wordt niet meer krols, gaat niet meer op pad, is meestal iets rustiger en aanhankelijker. Makkelijker kan niet. Het tijdstip waarop u de poes laat steriliseren is om het even: bij een jonge poes na de 1ste krolsheid, bij een ouder dier: tijdens de krolsheid, er voor, er na, dat maakt niets uit.

    En dan de hond: hier biedt sterilisatie ook een blijvende oplossing. Al is de ingreep bij de hond wel wat omslachtiger.
    Ten eerste: het tijdstip. Best laat men de operatie uitvoeren tijdens de hormonale rustperiode (de befaamde 100 dagen na de loopsheid, (cfr. bovenstaande uitleg bij de prikpil) dan is de kans op bloedingen en andere bijwerkingen geringer. Een jonge teef laat men best steriliseren na de eerste loopsheid, en liefst voor de 4de. Het is immers bewezen dat dan de kans op mammatumoren (borstkankers) op latere leeftijd aanzienlijk minder wordt.

    Een teef gesteriliseerd voor de 1ste loopsheid heeft slechts 0,5 % kans op mammatumoren, doch geeft meer aanleiding tot zwaarlijvigheid, het karakter is dan nog onvoldoende ontwikkeld, incontinentie kan optreden en op latere leeftijd huidproblemen! Indien de hond op latere leeftijd (na de 4de loopsheid) wordt gesteriliseerd is dat positieve effect wat betreft mammatumoren niet meer geldig.
    Bij een jonge hond worden meestal enkel de eierstokken weggenomen na grondige controle van de baarmoeder op afwijkingen. Bij oudere honden of bij dieren die al jongen gehad hebben worden eierstokken en baarmoeder weggenomen. De operatie bij de hond gaat iets minder vlot dan bij de poes. Honden hebben van nature, zelfs als ze mager zijn, veel vet in de buik en zeker rond de baarmoeder-eierstokken. Vet geeft diffuse bloedingen zodat een infuus steeds noodzakelijk is tijdens de operatie, daar de hond relatief veel bloed verliest. Het is daarom van het grootste belang dat de teef slank aangeboden wordt voor de operatie.
    Eventuele gevolgen van de sterilisatie is gewichtstoename. Dit kan heel vlot opgevangen worden door strengere voedingscontrole. Karakterveranderingen kunnen voorkomen: soms liever en rustiger, soms actiever. Eventueel kan ook incontinentie optrden na enkele weken tot 2 jaar na de operatie. Deze incontinentie is dan intermitterend en te behandelen met medicatie




    Zoals u kan lezen, er zijn mogelijkheden genoeg om niet ongewenst met een nest pups of kittens opgescheept te worden. Elke methode heeft zijn voor- en nadelen: welke voor uw teef of poes de beste oplossing is, moet u zelf uitmaken in overleg met uw dierenarts: elke hond of kat is immers een geval apart en daar kan niet veralgemenend over gepraat worden.<

    Hoe dan ook, probeer echt de "overschot" aan poezen en honden te vermijden. Als u de propvolle asiels bekijkt of de erbarmelijke levensomstandigheden van de ontelbare zwerfkatten...wel, kies dan zeer bewust voor een nest pups of kittens, maar laat zeker de natuur niet zo maar zijn gang gaan...



    Een krolse knuffel voor uw huisdier vanwege het VvD Team

    hondweekend1.gif

    28-11-2008 om 23:25 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tips voor het vervoer van dieren

    Tips voor het vervoer van dieren

    Hoe men dieren moet vervoeren hangt ten zeerste af van welke diersoort moet vervoerd worden en over welke afstand dit moet gebeuren.


    Hond.

    De hond kan goed mee in de auto, mits u hem dat gewend maakt van het pupstadium af. Sommige honden kunnen immers wagenziek zijn en dat is voornamelijk een gevolg van inwendige angst en zenuwachtigheid i.v.m. auto en/of autorijden. Er bestaat medicatie tegen reisziekte, maar beter voorkomen dan genezen: dus de pup geregeld meenemen voor korte auto-ritjes. Wanneer u met de hond alleen rijdt in de wagen, moet u ervoor zorgen die ie niet bij u kan komen. U kan de hond vastmaken met de leiband op de achterbank of een speciaal net aanbrengen tussen voor- en achterbank, zodat de hond meer vrijheid geniet maar toch de bestuurder niet kan hinderen. Er gebeuren namelijk veel ongelukken omdat de bestuurder aan 't worstelen is met z'n hond die met de baas wou spelen. Zo'n net is bij grotere dierenspeciaalzaken te verkrijgen.
    Er bestaat ook een speciaal systeem voor auto's met een lange achterkoffer om de hond daarin te vervoeren. Het systeem bestaat uit een stevige plastieken constructie dat tussen het kofferdeksel en de kofferruimte wordt geplaatst: de kofferruimte wordt alzo hoger, wordt goed geventileerd en verlicht. Het spreekt voor zich dat dit system niet kan gebruikt worden wanneer de zon genadeloos heet op de koffer schijnt, maar dan is de auto zowiezo geen goed vervoermiddel voor de hond. Tijdens langere ritten met de auto, moet u geregeld stoppen om de hond uit te laten en wat te laten drinken. Eten kan u best achterwege laten.
    Hond mee in het vliegtuig kan ook. Enkel wanneer het dier minder weegt dan 5 kg kan ie mee in de passagiersruimte, mits ie in een kartonnen doos wil zitten die onder de zetel past in geval van nood. De kartonnen dozen kan u bekomen op de luchthavens. U moet wel een hele poos van tevoren alles bespreken met de luchtvaartmaatschappij om onaangename verrassingen te vermijden. Honden zwaarder dan 5 kg mogen niet in de passagiersruimte. Deze regel geldt in sommige landen (vb USA) voor alle honden, ook lichter dan 5 kg. Ze moeten in aangepaste kooien mee in de geacclimatiseerde bagageruimte. Deze kooien moeten aan bepaalde eisen voldoen. De handigste kooien zijn deze die vervaardigd zijn uit een stevig plastiek, met slechts aan 1 zijde traliewerk dat dienst doet als deur en ventilatie.
    Deze kooien zijn beter dan de volledig getraliede kooien : ze bieden immers een donkere beschutting waardoor het dier zich veiliger voelt en de kooi is hierdoor ook tochtvrij. Kooien die goedgekeurd zijn voor vliegtuigvervoer zijn gemerkt met een sticker "AIRLINE APPROVED".


    Kat.

    Het enige goede transportmiddel voor de poes is een stevige reiskooi. Als kitten kan u ze nog makkelijk op de arm vervoeren, maar een volwassen kat geeft problemen: het dier schrikt van al die vreemde geluiden buitenshuis tijdens het transport, en een kat in paniek houdt niemand lang vast. Ook in de auto moet poes in een transportkooi, want tijdens een autorit zal poes gaan mauwen en, indien niet opgesloten, paniekerig rondhollen. Het spreekt voor zich dat dit voor de bestuurder een gevaarlijke situatie is. Bij onderzoek naar dit gedrag, kwam aan het licht dat sommige katten zeer gevoelig zijn voor bepaalde trillingen, die oa door een rijdende auto veroorzaakt worden. De reismand moet stevig, goed afsluitbaar en goed poetsbaar zijn. De beste kooien hiervoor zijn de plastieken kooien met traliewerk aan 1 kant.
    Deze zijn tevens "airline approved". Immers katten in paniek zijn tot heel wat in staat om uit te breken (dus : stevige kooi) en kunnen in paniek mest en urine laten lopen (dus : goed poetsbaar). Het is wel zo dat sommige katten beter reageren op een kooi van traliewerk helemaal rondom: dit type kat houdt liever de omgeving in de gaten en voelt zich daar rustiger onder. Test dit even uit voor u een kooi gaat kopen. Poes meenemen aan een tuigje kan ook. De poezentuigjes bestaan uit een harnasje en een leiband. Het harnasje omvat de nek en de borstkas met 2 riempjes. Zo'n harnasje is wel noodzakelijk omdat een kat zich makkelijk uit een halsband alleen kan wriemelen en een strakke halsband zeer moeilijk verdraagt. Men moet poes wel van jongsaf laten wennen aan een tuigje. Met veel geduld kan poes zelfs meewandelen aan de lijn.
    Bepaalde rassen zoals Siamezen en Oosterse Kortharen doen dit zelfs graag. Poes in het vliegtuig kan ook. In principe mag poes mits afspraak met de vliegtuigmaatschappij, altijd mee in de passagiersruimte. Ze moet uiteraard wel braaf in een speciale kartonnen doos willen zitten in geval van nood. Deze doos past onder de zetel. De doos kan worden gekocht op de vlieghaven. Uiteraard moet u poes goed aan het tuigje houden zodat tijdens paniekreacties u het dier niet kwijt speelt. Bedenk wel dat ook in het vliegtuig trillingen ontstaan en dat poes zeer onaangenaam kan reageren met aanhoudend mauwen, geen pretje voor de medepassagiers. Indien de passagiersruimte niets is voor uw kat, kan ze mee in de bagageruimte, wat trouwens verplicht is in sommige landen, vb USA. Zorg voor een "airline approved" hok, dat goed afsluitbaar is.
    Leg kattegrit op de bodem van de kooi en een stapel handdoeken in de kooi zodat poes in paniek zich goed kan wegstoppen. Voor lange autoritten moet u trouwens ook kattengrit op de bodem van de kooi leggen en geregeld fris water geven.


    Vogels.

    Vogels vervoert men best in een kleine houten kooi of in een kartonnen doosje voor de kleine vogelsoorten. Zowel de houten kooi als de kartonnen doos is volledig afgesloten op een paar luchtgaatjes na. De vogel voelt zich immers veel veiliger in een kleine, donkere afgesloten ruimte. Daarbij kan er geen tocht bij de vogel komen, iets waar ie toch al zo gevoelig aan is. Door het feit dat de kooi/doos klein is, zal er minder kans bestaan dat de vogel zich kwetst door paniekerig rond te fladderen tijdens het vervoer. Sommige eigenaars kunnen hun vogels niet hanteren en kunnen ze dus niet uit de kooi vangen om in een kleinere kooi te zetten. Deze dieren moet dus in hun normale kooi vervoerd worden. Men moet alle bakjes, speeltjes en stokjes verwijderen uit de kooi, behalve een stokje laag bij de bodem.
    Dit om kwetsuren te vermijden, omdat de vogel tijdens paniekerige reacties wild in het hok zal fladderen. De kooi moet volledig omwikkeld worden met handdoeken om tocht te vermijden en om de vogel door de duisternis zo kalm mogelijk te houden.


    Vissen.

    Vissen vervoert men in een plastieken zak gevuld met water, en voor het afsluiten, opgeblazen met lucht. Zo kan de vis zich niet kwetsen wanneer het water gaat klotsen tijdens het vervoer. Best wikkelt men de plastiek zak in krantenpapier, zeker wanneer het tropische vissen betreft: de watertemperatuur blijft dan stabiel door de isolerende werking van het krantenpapier.



    Een airline approved knuffel voor uw huisdier vanwege het VvD Team


    19.gif

    28-11-2008 om 23:14 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vissen fluoresceren rood
    Vissen fluoresceren rood
    Het was de zeebiologen tot nu toe nog niet opgevallen, maar tientallen soorten vissen in de zee blijken een rode kleur uit te stralen. In de diepte van de zee is de rode kleur niet te zien, omdat zonlicht daar niet doordringt. Ook werd altijd gedacht dat vissen rood niet konden waarnemen.

    Karmozijnrood, kersenrood, roestkleur en robijnrood blijken de koraalriffen te domineren, ontdekten onderzoekers van de Universiteit van Tübingen in Duitsland per ongeluk. De wetenschappers keken door een kleurenfilter en zagen plotsklaps een spectrum van rood om zich heen, zo lieten zij dinsdag weten. De vissen blijken de rode kleur, die alleen van dichtbij te zien is, te gebruiken om te communiceren met een potentiële partner of om soortgenoten te waarschuwen.
    De ontdekking heeft volgens de wetenschappers een schok teweeg gebracht in de wereld van de ichtyologen (vissendeskundigen).


    Bron: Dierennieuws

    27-11-2008 om 00:23 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eet kevers, mieren en termieten voor uw bloeddruk

    Eet kevers, mieren en termieten voor uw bloeddruk

    Insecten opeten heeft een gunstig effect voor mensen die kampen met een hoge bloeddruk. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Gent. De resultaten zijn vandaag bekend gemaakt.

    De insecten bevatten een eiwit dat bloeddrukverlagend werkt, net als de klassieke medicijnen. Pluspunt is dat de insecten niet de bijwerkingen hebben van de klassieke bloeddrukverlagende middeltjes.


    80 procent van de wereldbevolking

    Kevers, mieren en termieten zijn zeer voedzaam en een goede bron van eiwitten, energie en vitaminen. Insecten staan traditioneel op het menu in Azië, Afrika, Midden- en Zuid-Amerika. Tot 80 procent van de wereldbevolking eet wel eens insecten in een of ander vorm. Maar in de Westerse wereld met zijn ongezonde voedingsgewoonten en talrijke hartaandoeningen, komen er zelden insecten op het bord.

    Goede vleesvervanger

    Volgens onderzoekster Lieselot Vercruysse van de Gentse faculteit bio-ingenieurswetenschappen zijn insecten een goed alternatief voor vlees. Insecten zijn milieu-efficiënter dan vlees: er is minder water en voer nodig om ze te kweken.

    (GVA)

    26-11-2008 om 23:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chocolade vergiftiging bij honden

    Chocolade vergiftiging bij honden

     

    De decembermaand komt eraan. Een maand vol met snoepgoed en chocolade. Het snoepgoed en chocolade is overal te vinden; in de schoen, op tafel, in en onder de kerstboom. Het is niet alleen lekker voor de mens, maar ook voor de hond. Maar wanneer een hond bijvoorbeeld een chocoladeletter opeet, kan het slecht met de hond aflopen.

    Maar weinig mensen weten dat chocolade een stof bevat die zeer giftig is voor honden. Deze stof heet theobromine en zit in cacaobonen.

      Theobromine zit in het niet-vette gedeelte van de cacaoboon, wat ook chocola zijn typische smaak geeft. Melkchocolade wordt zo genoemd omdat er een hoog percentage melkvet in zit. Het bevat variërende hoeveelheden van het niet-vette gedeelte van de cacaoboon; net genoeg om de chocola smaak te geven, maar niet genoeg voor de kenmerkende bitterheid van pure chocolade. Hoe meer vet er in chocolade zit, hoe minder smaakgevende stoffen er in zit. Bakkers-chocolade is echter nog bitterder en bevat dus ook meer giftige theobromine. De banketbakkers chocolade bevat de hoogste hoeveelheid theobromine (tot 28mg per gram), daarop gevolgd door choclade puur (16mg per gram) en zelfs echte witte melkchocolade bevat theobromine (2mg per gram).

    Theobromine heeft naast een stimulerend effect ook een irriterende werking in het lichaam. Deze effecten zijn bij honden veel sterker dan bij mensen. Wanneer er theobromine in de maag van de hond zit, zullen de maagsecreties toenemen wat zweervorming tot gevolg kan hebben. Maagzweren leiden tot acute braakneigingen en diarree. Theobromine wordt snel in het bloed opgenomen waarna het de hartspier aantast, wat weer een versnelde en onregelmatige hartslag tot gevolg heeft. De ademhaling zal ook versnellen. Spieren trekken samen in epilepsieachtige stuipen. Ook leidt theobromine in het bloed tot veelvuldig plassen waardoor de hond veel moet drinken, waar hij dan weer van zal gaan braken. Uiteindelijk kan de hond door een hart- of ademhalingsstilstand sterven.

     

    Er is geen tegengif voor een theobrominevergiftiging!

     

    Mensen hebben geen enkel probleem met de verwerking van theobromine, maar bij honden duurt het 6 dagen voordat hun lichaam de stof heeft afgebroken. De kans op ophoping is dan ook groot. Het duurt ca. 10 à 14 uur voordat de theobromine uit de bloedsomloop is verdwenen en in die tussentijd wordt via het maag-darmkanaal telkens opnieuw in het bloed opgenomen. De lever heeft moeite met het afbreken van theobromine. De effecten hangen natuurlijk ook af van het gewicht van de hond, maar stelt u eens een puppy voor die alles probeert te krijgen wat de kinderen eten!

     

     

    Kenmerken van een overdosis

    -              verhoogde nervositeit en opwinding

    -              trillen

    -              hijgen dat niet gepaard gaat met een hoge hartslag

    -              plotselinge aanvallen

    -              zeer snelle hartslag

    -              coma

    Voor oudere honden kan een zeer snelle hartslag een hartstilstand teweeg brengen!

    Informatie over theobrominevergiftiging is van groot belang: te weinig hondeneigenaren zijn er mee bekend. Een hond in een gezin met kinderen zal waarschijnlijk meer risico lopen op zo’n vergiftiging, vooral rond Sinterklaas, Kerstmis of Pasen!

    Waarschijnlijk schrikt u van het feit dat een op het oog zo onschuldig stukje chocolade zo giftig is voor uw hond. Geef uw hond in het vervolg maar liever een echt hondenkoekje.

     

    Hoeveelheden theobromine in chocolade

    De concentraties van theobromine varieert met het soort chocolade (uitgaande van normale chocolade en niet van de banketbakker):

    -              Melkchocolade bevat 154mg/100g

    -              Pure chocolade bevat 1365mg/100g

     

    De theobromine in snoepjes bestaande uit vulling bedekt met chocolade – zoals gevulde snoepjes en gedroogd fruit  bedekt met chocolade, etc- zal meer verzwakt zijn dan in pure chocolade repen en pure chocoladesnoepjes.

     

    Bij een hond van 10kg is ca 70 gram pure chocolade al een dodelijke dosis! Met andere woorden: Chocolade is vergif voor honden.

     

    Eerste hulp : wanneer het minder dan twee uur geleden is dat de hond chocolade heeft gegeten, probeer hem dan direct te laten braken. Honden braken gemakkelijk, door een eetlepel zout achterop de tong te gooien. En ga voor de zekerheid bij de dierenarts langs.
    Merk je dat de hond duidelijk "opgefokt" is, zijn slikreflexen niet meer goed werken, of zelfs comateus dreigt te worden en "in slaap valt", ga dan onmiddellijk met SPOED naar de dierenarts!

     

    Geschreven door Sigrid Nauta

    www.kynotrim.nl 



     

    26-11-2008 om 23:50 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huwelijkspaar kiest hond als getuige
    Huwelijkspaar kiest hond als getuige
    Harriet en Andrew Athay hebben voor hun huwelijk een wel zeer bijzondere getuige uitgekozen: hun hond Ed, die samen met de twee teefjes van het gezin naar het altaar mocht stappen. Voor de gelegenheid haalde Ed zijn minismoking uit de kast, terwijl windhond Humbug en Hongaarse jachthond Goulash aan een roze glinsterende leiband de plechtigheid bijwoonden.

    Voor Harriet en Andrew was het een uitgemaakte zaak dat dit hondentrio de bruiloft zou bijwonen. Het was immers dankzij hen dat de vonk in augustus vorig jaar in Dorset voor het eerst oversloeg. Hun huisdier(en) begonnen met elkaar te spelen en zo raakte ook het toekomstige koppel met elkaar aan de klap.

    Andrew vroeg Harriet waar ze die opvallende leiband vandaan had, waarop zij repliceerde dat ze een winkel vol spulletjes voor huisdieren uitbaatte. De volgende morgen vond ze een bestelling voor een roze diamanten leiband in de bus, met een uitnodiging erbij om eens iets te gaan drinken. De rest is geschiedenis... (svm)

    Bron: Dierennieuws

    26-11-2008 om 23:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hydrotherapie voor je huisdier

    Hydrotherapie is meer dan een hond laten zwemmen of laten lopen in een onderwaterloopband. Er wordt therapeutisch en met toepassing van trainingsprincipes gebruik gemaakt van water.

    De warmte van het water ontspant de spieren.

    De hydrostatische druk reduceert de zwelling.

    Het drijfvermogen heeft als voordeel dat de honden geen volledige steunname behoeven om hun spieren te trainen.

    De belangrijkste doelstellingen zijn :

    · niet-belaste oefeningen

    · verminderen van pijn, zwelling en stijfheid

    · relaxatie

    · gewrichtsmobilisatie

    · spiertraining

    · verbeteren van de gewrichtsbeweeglijkheid

    · verbeteren van de circulatie

    · cardiovasculaire fitness (hart en longen)

       

    Indicaties :

    · pre-operatieve conditionering : verbeteren van de spiermassa, -kracht en -tonus

    · postoperatieve revalidatie, bvb na kruisbandoperaties, patellaluxaties, OCD, heup- en elleboogdysplasie, heupprothese, ...
    · Artrose, spondylose
    · Spier, pees en ligamentaire aandoeningen
    · Neurologische aandoeningen, al dan niet met verlamming
    · Obesitas
    · Sporthonden : conditietraining, verbeteren spierkracht en uithouding, ...
       
     

    Een belangrijk voordeel van de onderwaterloopband tov traditionele hydrotherapie is dat de variabele parameters (snelheid van de loopband en hoogte van het water) kunnen gecontroleerd worden waardoor we een consistent en progressief behandelplan kunnen opstellen.

       

    http://www.proximedia.com/local/03018524/hydrotherapy.html

    26-11-2008 om 23:47 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Virusziekte bij de kat:
    Virusziekte bij de kat:
    FeLV = Feline Leukemie Virus of leucose

    Iedere katteneigenaar die gaat fokken komt het vroeg of laat tegen. Voordat de poes bij de kater mag komen moet er een bloedtest uitgevoerd worden. Er wordt getest op FeLV (leukemie) en FIV (aids). FeLV is een ziekte die niet alleen van belang voor fokkers met raskatten maar ook voor eigenaren van "gewone" huiskatten want helaas komt FeLV bij alle soorten katten voor.


    Wat is FeLV voor een ziekte?

    FeLV is een virusziekte met een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie (tumoren van de witte bloedcellen) veroorzaken, maar dit is niet de ziekte die het meeste optreedt na infectie. Het virus tast namelijk het immuunsysteem van de kat aan (immunosuppressie) waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties.

    Het ziektebeeld van FeLV wordt daardoor vooral veroorzaakt door secundaire infecties.

    Hoe kan een kat besmet raken met het virus?

    Na infectie vermeerdert het virus zich in de tonsillen in de keel en verspreidt zich naar het beenmerg, lymfevaten en lymfeknopen. Het virus komt in het bloed en vanaf dan is het aan te tonen door middel van een bloedtest. Als de speekselklier wordt geïnfecteerd dan zal de kat virus gaan uitscheiden en vanaf nu is de kat besmettelijk voor andere katten!.

    Vooral speeksel bevat dus hoge concentraties virus en dit is ook de voornaamste manier van overdracht van de ene kat op de andere. FeLV wordt voornamelijk door langdurig sociaal contact met andere katten overgedragen. Denk bijvoorbeeld aan uit elkaars bakje eten of elkaar wassen, want via speeksel, bloed, urine en ontlasting kan het virus overgebracht worden. Een drachtige poes kan het virus via de placenta overbrengen op haar kittens (en later via de moedermelk). Dit kan leiden tot abortus of geboorteafwijkingen maar er kunnen ook gezonde kittens geboren worden die virusdrager blijven.

    FeLV wordt voornamelijk door langdurig sociaal contact overgedragen, maar ook door een bijtwond met vechten. Bij FIV daarentegen geschied de voornaamste overdracht veel meer door een directe bijtwond met vechten en in veel mindere mate door langdurig sociaal contact.

    Katten die in een groep samenleven en onderling niet vechten hebben dus ook kans op besmetting als er een kat met FeLV in de groep zit.

    Niet alle katten die besmet raken met het virus worden ziek.
    Gezonde, sterke katten met een goed immuunsysteem kunnen het virus bestrijden en overwinnen. Deze katten scheiden geen virus uit en worden er niet ziek van.

    Katten die het virus niet kunnen bestrijden worden ziek.
    Katten die het virus niet kunnen bestrijden , bijvoorbeeld door een vermindere weerstand, zullen het virus gaan uitscheiden. Zij zijn zelf nog niet ziek maar al wel besmettelijk voor andere katten. Ze worden daarom ook wel "dragers" genoemd. In de loop van enkele maanden tot jaren (3 jaar) zullen zij ziekteverschijnselen gaan vertonen.

      Er bestaat een leeftijdsresistentie.

    • Bij jonge kittens zal 70-100% ziek worden.
    • Bij kittens van 8-12 weken oud wordt 30-50% ziek.
    • Bij volwassen katten wordt 10-20% ziek.

    Wat zijn de symptomen van een kat met FeLV?

    Het meest belangrijke zijn secundaire gevolgen van de infectie door een verminderde afweer, waaronder FIP, toxoplasmose, bacteriële ontstekingen, tandvleesontstekingen, abcessen, huidontstekingen en oogonstekingen (uveitis). Zie foto's hieronder.

    Uveitis bij een kat tengevolge van FeLV Uveitis bij een kat tengevolge van FeLV Uveitis bij een kat tengevolge van FeLV Uveitis bij een kat tengevolge van FeLV

    FeLV ziekteverschijnselen:

    • Tumoren. De meest voorkomende tumor is maligne lymfoom maar ook leukemie, tumoren in lever, nieren, buikvlies of milt kunnen ontstaan.
    • Bloedarmoede doordat het beenmerg niet goed meer functioneert.
    • Vermageren
    • Benauwdheid
    • Koorts
    • Sloomheid
    • Zwelling van lymfeknopen
    • Oogontstekingen zoals uveitis
    • Slecht eten
    • Voortplantingsproblemen bijvoorbeeld abortus, sterfte van pasgeboren kittens, onvruchtbaarheid.
    • Verlammingsverschijnselen

    Het is afhankelijk van waar de tumoren zich bevinden en welke organen aangetast zijn, welke klachten de kat krijgt.

    Hoe is FeLV te diagnosticeren?

    FeLV diagnostiek wordt uitgevoerd in het kader van preventie bij katten waar mee gefokt wordt (het opsporen van katten die wel virus uitscheiden maar zelf nog niet ziek zijn) en als katten ziekteverschijnselen hebben die FeLV doen vermoeden.

    Een snap combotest bij de katDe door ons gebruikte testmethode is de Snap Combo-test (ELISA) van Idexx . Met deze test wordt het virus aangetoond in het bloed.

    Deze test kan in onze dierenkliniek zelf worden gedaan. Er wordt wat bloed afgenomen van de kat en binnen enkele minuten is de uitslag bekend, u kunt op de uitslag wachten.


    Een negatieve snap combotest van Idexx bij de kat => de kat heeft geen leukemie Er komt maar 1 blauwe stip tevoorschijn: de test is negatief . Dat wil zeggen dat de kat geen leukemie of aids heeft.

    Een positieve snap combotest van Idexx bij de kat => de kat heeft helaas leukemie Er komen 2 blauwe stippen op. Als de 2e stip aan de rechterkant opkomt dan is er een positieve test op FeLV . Dat wil zeggen dat de kat helaas leukemie heeft!



    De test is zeer betrouwbaar als er een negatieve uitslag uitkomt.

    Bij een positieve uitslag zal het bloed echter ook nog naar een gespecialiseerd laboratorium gestuurd moeten worden voor een confirmatie (bevestiging). Dit moet omdat er vals-positieve uitslagen kunnen voorkomen.

    Is FeLV te behandelen?

    Helaas is FeLV niet te genezen

    26-11-2008 om 18:34 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is FIV voor een ziekte?
     
    Virus ziekte bij de kat FIV:
    Feline Immunodeficientie Virus of kattenaids

    Iedere katteneigenaar die gaat fokken komt het vroeg of laat tegen. Voordat de poes bij de kater mag komen moet er een bloedtest uitgevoerd worden. Er wordt getest op FIV (aids) en FeLV (leukemie). FIV is een ziekte die niet alleen van belang voor fokkers met raskatten maar ook voor eigenaren van "gewone" huiskatten want helaas komt FIV bij alle soorten katten voor.

    Wat is FIV voor een ziekte?

    FIV wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. FIV wordt daarom ook wel kattenaids genoemd. FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens. Het is geen zoonose!!

    Hoe kan een kat besmet raken met het FIV-virus?

    Het virus wordt overgebracht via bloedcontact. Vooral via vecht- en bijtwonden worden katten geïnfecteerd. Omdat katers veel vaker vechten is het percentage geïnfecteerde katers tweemaal zo groot als geïnfecteerde poezen. De ziekte komt het meest voor onder normale huiskatten die naar buiten gaan. Katten die binnenshuis leven in een groep waar de rangorde bepaald is zullen elkaar niet snel besmetten doordat ze niet veel vechten met elkaar.

    Ook bij dekkingen wordt er vaak gebeten (nekbeet) waardoor een poes geïnfecteerd kan worden door de kater. Een drachtige poes kan het ook via de placenta en later via de moedermelk overbrengen op haar kittens .

    Bij FIV geschiedt de voornaamste overdracht veel meer door een directe bijtwond met vechten en in veel mindere mate door langdurig sociaal contact. FeLV wordt daarentegen voornamelijk door langdurig sociaal contact overgedragen en in een veel mindere mate door een bijtwond met vechten.

    Uveitis bij een kat tengevolge van FIV Uveitis bij een kat tengevolge van FIV Uveitis bij een kat tengevolge van FIV Uveitis bij een kat tengevolge van FIV

    Foto's van de kat Oortje die helaas FIV heeft. De eerste aanwijzing van FIV was een oogontsteking, een uveitis => het regenboogvlies (of de iris) was verkleurd. Verder heeft oortje nog geen klachten. Hij maakt niet de indruk dat hij ziek is.

    Wat zijn de symptomen van FIV?

    Het ziekteverloop is vergelijkbaar met HIV. Het virus tast het immuunsysteem (immunosuppressie) van de kat aan waardoor deze gevoelig wordt voor allerlei infecties.

      Na infectie met het FIV virus zijn er een aantal stadia:
    • 1. Acute stadium. Dit stadium kan zonder ziekteverschijnselen optreden. Soms wordt alleen wat koorts waargenomen.
    • 2. Asymptomatische fase. In deze fase vertoont de kat geen ziekteverschijnselen. Deze periode kan een aantal jaren duren, soms zelfs langer dan 5 jaar. De kat kan wel andere katten besmetten.
    • 3. Fase met vage, algemene symptomen zoals terugkerende koorts, oogontstekingen (uveitis) verminderde eetlust en vermageren.
    • 4. AIDS gerelateerd stadium. Dit is het stadium waarin het de eigenaar opvalt dat de kat niet in orde is. Veel voorkomende ziekteverschijnselen zijn: tandvleesontstekingen, oogontstekingen, vermageren, lymfeknoopzwelling, benauwdheid, diarree. Deze symptomen worden over een periode van enkele maanden steeds erger.
    • 5. AIDS. Uiteindelijk zal een deel van de katten een stadium bereiken vergelijkbaar met AIDS bij de mens. De kat vermagert, krijgt chronische ziekteproblemen en allerlei secundaire infecties die hij niet kan overwinnen bijvoorbeeld longonsteking. Neurologische verschijnselen (zenuwafwijkingen) worden nogal eens waargenomen bij katten met AIDS

    Huidontsteking tgv demodex bij een kat tengevolge van FIV Foto's van de kat Kip (9 maanden oud) die helaas FIV heeft. De eerste aanwijzing van FIV was een ontsteking van de huid rond de neus en aan de beide voorpoten. De huidontsteking werd veroorzaakt door een infectie met Demodexmijten.

    Demodex komt maar zelden voor bij katten en als ze gevonden worden is FIV een van de oorzaken, want door een verlaagde weerstand kunnen de Demodexmijten bij een kat problemen veroorzaken. Kip was ook klein voor haar leeftijd en dat zie je ook vaak bij katten met FIV. Helaas had Noodles de andere kat (10 maanden oud) in huis ook FIV. Het gaat op het moment redelijk met ze. Aan Noodles merk je bijna niet dat ze ziek is. Kip moet wel af en toe medicijnen om de ziekteverschijnselen te onderdrukken.

    Huidontsteking tgv demodex bij een kat tengevolge van FIV Huidontsteking tgv demodex bij een kat tengevolge van FIV Huidontsteking tgv demodex bij een kat tengevolge van FIV

    Hoe is FIV te diagnostiseren?

    FIV is, evenals FeLV, te diagostiseren met behulp van bloedonderzoek. Met behulp van een bloedtest worden antilichamen tegen het FIV virus aangetoond. De meeste katten maken antilichamen 3-4 weken na infectie. Een eenmalige positieve uitslag betekent dat de kat besmet is.

    Een snap combotest bij de katDe door ons gebruikte testmethode is de Snap Combo-test (ELISA) van Idexx . Met deze test wordt het virus aangetoond in het bloed.

    De door ons gebruikte testmethode is de Snap-Combotest (ELISA) van Idexx. Met deze test worden antilichamen in het bloed aangetoond. Deze test kan in onze dierenkliniek zelf worden gedaan.

    Er wordt wat bloed afgenomen van de kat en binnen enkele minuten is de uitslag bekend, u kunt op de uitslag wachten.


    Een negatieve snap combotest bij de kat => de kat heeft geen leukemie Er komt maar 1 blauwe stip tevoorschijn: de test is negatief . Dat wil zeggen dat de kat geen leukemie of aids heeft.

    Een positieve snap combotest bij de kat => de kat heeft helaas FIV Er komen 2 blauwe stippen op. Als de 2e stip aan de linkerkant opkomt dan is er een positieve test op FIV . Dat wil zeggen dat de kat helaas aids heeft!




    Let op: Bij gezonde katten kunnen vals positieve uitslagen voorkomen. Is de test positief bij een gezonde kat dan zal het bloed voor confirmatie (bevestiging) naar een gespecialiseerd laboratorium gestuurd moeten worden.




    Is FIV te behandelen?

    Kattenaids is helaas niet te genezen. De therapie bestaat uit het onderdrukken van de secundaire infecties met antibiotica. Specifieke antivirale therapie met Interferon van virbac is mogelijk maar is niet 100% werkzaam. Het is daarbij een dure behandeling en wordt daarom in de praktijk nog niet veel toegepast.

    Er is momenteel in Nederland nog geen vaccin beschikbaar tegen FIV.

    Het is erg belangrijk dat katten waarbij FIV is gediagnosticeerd geen andere katten kunnen besmetten. Dit betekent dat ze alleen gehuisvest moeten worden en dat ze ook niet meer naar buiten mogen. Dit ter bescherming van andere katten!

    Hoe is FIV te voorkomen?

    Het risico op infecties met FIV is het kleinst bij katten die binnen worden gehouden. Katten die in een groep leven, goed met elkaar overweg kunnen en dus niet veel vechten lopen de minste kans.

    Katten die in grotere groepen worden gehouden, bijvoorbeeld in catteries of in dierenasiels/pensions dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Positieve dieren dienen geïsoleerd te worden van de negatieve katten.

    Wordt een nieuwe kat geïntroduceerd in een bestaande groep dan is het verstandig deze kat eerst te testen alvorens hij in de groep mag. De kat zal dan eerst 4 weken in quarantaine (apart gehouden van de rest) moeten en daarna kan bloedonderzoek plaatsvinden.

    En zeker als u uw kat laat dekken is het van zeer groot belang dat u de negatieve test van de andere kat onder ogen krijgt, let hierbij ook op dat de test niet ouder dan 1/2 a 1 jaar is.

    Wat is de toekomst voor een kat met aids?

    Door de lange periode (gemiddeld 5 jaar) die zit tussen besmetting met het virus en het ontwikkelen van ziekteverschijnselen hebben katten met FIV een betere prognose dan katten met FeLV. Zij kunnen meestal nog een aantal jaren een goed leven hebben alvorens zij te ziek worden. Helaas zal ook een kat met aids uiteindelijk overlijden aan de complicaties van de ziekte.

    Als kattendierenartsen van Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht hopen we dat we uitleg hebben kunnen geven wat FIV of kattenaids voor een soort ziekte is.


    26-11-2008 om 18:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is FIP voor een ziekte?
    Virus ziekte bij de kat FIP:
    Feline Infectieuze Peritonitis


    Wat is FIP voor een ziekte?

    Een plaatje van een Corona virus deeltje FIP is een virusziekte die wordt veroorzaakt door een (gemuteerd) coronavirus. Dit feline coronavirus (FcoV) is in eerste instantie onschuldig en veroorzaakt alleen wat lichte diarree, echter als het muteert kan de ziekte FIP ontstaan. De meeste katten maken in hun leven wel eens een infectie door met het coronavirus.
    Binnen sommige kattenpopulaties zijn zelfs 80-90% van de katten met antilichamen tegen het coronavirus gemeten (=seropositief voor het FcoV), deze katten zijn dus ooit in aanraking geweest met het coronavirus. 1 - 5 % van de seropositieve katten zal FIP kunnen ontwikkelen. 100 % van de katten die FIP krijgen gaan dood.

    Een deel van de katten, die ooit een infectie met corona hebben doorgemaakt kan drager blijven, het virus blijft dan aanwezig in het lichaam. Deze katten zijn hier niet ziek van maar ze kunnen het virus wel verspreiden.
    De huidige theorie is dat onder bepaalde omstandigheden het coronavirus, dat nog in het lichaam aanwezig is, gaat muteren (= van DNA samenstelling veranderen) tot een kwaadaardige variant. We spreken dan van FIP.

    Dit "FIP" virus kan macrofagen (= bepaald type ontstekingscel) binnendringen en zich hierin vermeerderen. Op deze manier verspreidt het virus zich door de bloedbaan. Het ziektebeeld van FIP wordt veroorzaakt door een afweerreactie van het lichaam tegen deze geïnfecteerde macrofagen. Er worden zogenaamde immuuncomplexen gevormd die gaan vastlopen in kleine bloedvaatjes waardoor op die plaatsen ontstekingen ontstaan in en rond deze bloedvaatjes en organen.

    Een kitten van 6 maanden met de verdenking van FIP Wanneer muteert het?
    Of het onschuldige coronavirus in het lichaam van de kat muteert tot FIP hangt af van een aantal factoren. O.a. de virusstam, genetisch bepaalde afweer van de kat, andere virusinfecties ( FIV , FeLV ) en het doormaken van stress ( zoals teveel katten in een groep, dracht en geboorte, verhuizing, naar nieuwe eigenaar, andere kat in de groep) spelen een belangrijke rol. Katten die jonger zijn dan 2 jaar of ouder dan 10 jaar kunnen eerder FIP ontwikkelen. Wij zien in onze kattendierenkliniek de laatste jaren opvallend veel jonge katten (5-8 maanden oud) met FIP.

    Hoe kan een kat besmet raken met het coronavirus?
    Katten die besmet zijn met het coronavirus kunnen het virus uitscheiden via de ontlasting, speeksel en de urine. Andere katten kunnen het virus via de neus en/of bek opnemen. Iedere kat kan in contact komen met dit onschuldige coronavirus en daar wat diarree van hebben maar dus niet iedere kat ontwikkelt ook FIP, zoals hierboven beschreven staat.

    Is FIP wel of niet besmettelijk?
    Wanneer in een groep katten FIP optreedt beperkt de ziekte zich vaak tot een enkele kat. Het "FIP"-virus lijkt zich niet gemakkelijk te verspreiden. Het is mogelijk dat het "FIP"-virus, dat door deze kat wordt uitgescheiden, niet meer besmettelijk is voor andere katten. Een andere theorie is dat andere katten wel besmet worden door het "FIP"-virus maar dat zij voldoende bescherming hebben doordat zij antilichamen hebben tegen het onschuldige coronavirus. Er zal in de komende jaren meer onderzoek gedaan moeten worden om meer te weten te komen over FIP.

    Wat zijn de symptomen van een kat met FIP?

      Er zijn 2 vormen van FIP:
    • Een natte vorm.
      Dit is de acute vorm waarbij kleine bloedvaten vocht gaan lekken en er vrij vocht in de buikholte en/of borstholte ontstaat. Dit vocht is vaak geel en dradentrekkend (ten gevolge van een hoog eiwitgehalte en fibrine). Katten met deze vorm van FIP zijn erg ziek. Ze hebben vaak hoge koorts en een dikke buik. Ze kunnen benauwd zijn als er vocht in de borstholte aanwezig is.
    • De droge vorm.
      Dit is de chronische vorm waarbij er in verschillende organen door het hele lichaam kleine ontstekingshaarden ontstaan. Veel voorkomende organen zijn de lever, de nieren, de ogen en de hersenen.

    dradentrekkend buikvocht = ascites bij een kat die verdacht is van FIP

    Een kat met uveitis tgv FIP

    De symptomen van FIP zijn divers. NB: niet elk symptoom hoeft voor te komen.

      Symptomen kunnen zijn:
    • Slecht eten
    • Koorts
    • Slechte vacht
    • Lusteloosheid/sloomheid
    • Slechte groei
    • Vermageren
    • Oogontstekingen: uveitis -> zie de foto hier rechtsboven, let op: uveitis kun je ook bij FeLV en FIV zien.
    • Dikke volle buik door vocht in de buik (ascites)
    • Benauwdheid door vocht in borstholte (hydrothorax)
    • Gele slijmvliezen en huid (icterus of geelzucht) als de lever is aangetast
    • Braken en diarree
    • Epileptische aanvallen, als er ontstekingen in de hersenen zijn. Soms valt de eigenaar alleen een gedragsverandering op.

      Nystagmusfilm veroorzaakt door FIP bij de kat

    • Nystagmus
      Zie het filmpje (klik op de link) let op de ogen die gaan heen en weer. Vooral aan het rechteroog (voor u links) is dit goed te zien.
    • Neurologische verschijnselen (verlammingen)

    Bij jonge katten zie je vaak een groeiachterstand
    We krijgen als dierenartsen voor katten vaak katten op het spreekuur aangeboden voor een vaccinatie. Ze zijn dan rond de 1 of 1,5 kilogram zwaar. Echter de leeftijd past niet bij het uiterlijk van de kat. Ze lijken 3 maanden oud maar zijn in werkelijkheid dan al 6-7 maanden oud. Dit kun je met zekerheid zeggen omdat ze een volwassen gebit hebben. Het melkgebit is op een leeftijd van 6-7 maanden gewisseld voor het blijvende gebit. Een goede maat voor de groei van een kitten is rond de 100 gram per week. Een kitten van 6 maanden zou rond de 2-2,5 kilogram zwaar moeten zijn !

    We krijgen soms jonge katten op ons spreekuur aangeboden voor een vaccinatie. Het zijn dan vaak katjes uit een asiel of van een boerderij. Ze wegen maar 1-1,5 kg en lijken of ze 12-14 weken oud zijn. Als je dan naar het gebit kijkt blijkt er een volwassen gebit aanwezig te zijn! Ze moeten dan dus al 6-7 maanden oud zijn! Het gewicht van een kat moet zo'n 2-2,5 kg zijn. De kittens hebben dus een duidelijke groeiachterstand.

    Een kitten van 8 maanden die maar 1,1 kg zwaar is! Een kitten van 1,1 kg zwaar die al een volwassen gebit heeft!

    Ook krijgen we vaak kleine zieke katjes die ook veel jonger lijken dan ze in werkelijkheid zijn (zie hierboven). Vaak is er dan al van alles gegeven om hun koorts en ontstekingen af te remmen. Iedere keer met medicijnen leek het goed te gaan, echter daarna ging het weer slecht. De kittens groeiden eerst goed maar beginnen steeds meer van hun gewicht kwijt te raken, ze kwijnen als het ware weg. Er is verminderde weerstand bij deze kittens en ziektes als Giardia kunnen hun kop op steken.

    Het lijkt wel of we steeds meer van dit soort kittens in onze kattendierenkliniek aangeboden krijgen.

    Hoe is FIP te diagnosticeren?
    FIP rechtstreeks aantonen in het bloed
    Via bloedonderzoek zijn antilichamen tegen het coronavirus te bepalen. De zogenaamde "titer". Echter deze bloedonderzoeken kunnen geen onderscheid maken tussen antilichamen tegen het onschuldige coronavirus en antilichamen tegen het "FIP"-virus. De aanwezigheid van antilichamen in het bloed zegt dus niets over het wel of niet hebben van FIP. Het betekent alleen dat de kat een keer in zijn leven in aanraking is geweest met het onschuldige coronavirus.

    Een experimentele FIP test

    We hebben de laatste jaren veel bloed afgenomen bij katten van cattery's en bij katten die van FIP verdacht werden voor de Virologie afdeling van de faculteit Diergeneeskunde voor een experimentele FIP test die door middel van PCR techniek de FIP titer kon bepalen. Helaas is deze nog niet betrouwbaar genoeg om in de praktijk te gebruiken.

      Overige bloedonderzoeken:
    • Door middel van ander bloedonderzoek kun je aanwijzingen krijgen dat er FIP is, echter geen van deze onderzoeken is specifiek voor een FIP besmetting.
      Gamma globulines
      Door middel van bloedonderzoek is wel vast te stellen of er sprake is van een chronische ontsteking in het lichaam. Een bepaald deel van de ontstekingseiwitten (met name gamma-globulines) in het bloed zal gaan stijgen. Helaas is dit niet specifiek voor FIP omdat ook bij andere chronische ontstekingen deze fractie verhoogd kan zijn. Hieronder een bloeduitslag van een hele hoge gammafractie bij een kat die van FIP verdacht werd.

      Een hoge gamma fractie in het bloed bij een kat verdacht van FIP

    • Anemie (bloedarmoede)
    • Lymfopenie (laag aantal lymfocyten)
    • Hypo albuminemie (laag gehalte aan albumine)
    • Verhoogde Bilirubine, ALAT en Galzuren (leverwaardes)
    • Verhoogde ureum en kreatinine (nierwaardes)

    Helaas is er op dit moment geen bloedtest om FIP met zekerheid vast te stellen. Het blijft bij een waarschijnlijkheidsdiagnose

    26-11-2008 om 18:32 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. HEEL DRINGENDE OPROEP!!
    Lieve vrienden,  ik weet het... een diertje plaatsen is niet gemakkelijk.  Maar ik zit met een dringende oproep.  Ik zoek een nieuwe thuis en goede baasjes voor een Shiba Inu, van 6 maanden oud.  Als er vandaag geen baasje gevonden wordt voor 't diertje, dan laat de eigenaar hem inslapen, omdat het beestje nog niet zindelijk is en af en toe een plasje in huis doet!!!  VERSCHRIKKELIJK is dit!!  Ik stuur je straks een fotoke door van een shiba inu.  De eigenaar is een buur van een kennis van mij en woont in St-Katelijne-Waver;
    Ik ben bereid het diertje te gaan ophalen en het naar zijn nieuwe thuis te brengen.
    Ik weet het nu pas, vandaar mijn véél te late oproep, maar ja.... ik doe nog wat ik kan om het diertje te redden.



    Lieve vrienden, dit is het Shiba Inu-ras

    Beschrijving van de Shiba Inu

    De Shiba is een kleine, compacte, behendige hond. De Shiba heeft een gericht gezicht, een breed voorhoofd en driehoekige prikoren. De ogen zijn klein en donker. De tanden zouden in een schaarbeet moeten samenkomen. De neus is donker. De staart ligt in dikke en sterke krullen over de rug wordt gedragen in een ring of in een sikkelkromme. Hoewel alle kleuren aanvaardbaar zijn, komt de rode vacht vaakst in rood, of rood met een weinig zwart, of zwarte met tan noteringen. De hond zou witte of room-gekleurde noteringen aan de wangen en de kanten van de snuit, de keel, de onderkant en de borst moeten hebben. Het wit wordt ook toegelaten op de benen, staartuiteinde en boven de ogen.

    Karakter en temperament  van de Shiba Inu

    De Shiba is een waakzame, levendige hond. Onafhankelijke, maar hartelijk en liefhebbend, moedig en proper. Een grote hond in het lichaam van een kleine hond. De Shiba Inu is behendig, snel en speels. Hij charmeerd en heeft een open karakter. Shiba's blaffen weinig en hebben een dichte band met hun eigenaars, alshoewel ze onafhankelijk wensen te blijven. Het kan zijn dan ze gereserveerd zijn naar vreemdelingen toe, maar de omgang met kinderen veroorzaken gewoonlijk geen problemen, wat Shiba's goede metgezellen voor kinderen maakt. Socialiseer dit ras goed reeds als puppy. Zij doen het goed met andere honden en katten als zij van pup af met hen vertrouwd geraken. Vertrouw deze hond niet rond andere kleine huisdieren zoals knaagdieren en kleine vogels. De grote vogels zoals papegaaien vormen geen probleem. De Shiba Inu is een gemakkelijke hond om mee te reizen. Zorgvuldig zijn tijdens het jachtseizoen, aangezien de hond op een vos lijkt en aldus kan aanzien worden als wild.

           

    Hoogte en gewicht van de Shiba Inu

    Hoogte: Reu: 36-41 cm cm, Teef: 33-38 cm
    Gewicht: Reu: 8-11 kg, Teef:  6.8-9 kg


    Levensomstandigheden
    van de Shiba Inu

    De  Shiba zal het goed doen in een flat doen als hij voldoende wordt uitgelaten. Het is matig actief binnen en een gemiddelde tuin zal hem goed doen. De waterdichte vacht van Shiba beschermt met in zowel koude als warme omstandigheden, zodat de Shiba Inu perfect buiten in openlucht kan leven, als u hok van redelijke grootte hebt. Nochtans, beschouwt hij zich als deel van de familie en houden ze er niet van alleen buiten te worden gelaten. Dit ras is veel gelukkiger bij zijn familie binnen.
    De Shiba Inu is een gemakkelijke hond die zal aanpassen aan uw omstandigheden, mits het een dagelijkse wandelijk krijgt. Het is een zeer actieve hond en zal gezonder en gelukkiger zijn met een regelmatige oefening. Dit hondenras kan uren lopen aangezien het een enorme uithouding heeft.

    Levensverwachting van de Shiba Inu

    12-15 jaar

    Verzorging van de Shiba Inu

    Shiba heeft een schone, ruwe, stijve, kortharige vacht die gemakkelijk te verzorgen is. Borstel met een vaste varkenshaarborstel om het dode haar te verwijderen en geen hem een bad alleen wanneer absoluut noodzakelijk, om de waterdichtheid van de vacht niet aan te tasten.


    Oorsprong van de Shiba Inu

    De Shiba Inu is een oud Aziatisch ras, waarschijnlijk verwant met Chow Chow en Kyushu. Het werd naar Japan gebracht vanuit China zo'n 2000 jaar geleden. Zes verschillende rassen ontwikkelden zich van deze originele honden, met inbegrip van Akita en Shiba Inu. De Shiba is de kleinste van de zes Japanse spitz-type honden. Enkele van de andere zes rassen zijn reeds uitgestorven. Shiba's werden oorspronkelijk gekweekt om op vogels te  jagen. Het ras perfect in het kreupelhout op de loer liggen. De kleur van z'n vachtis als de heldere rode kleur van de herfstbladeren. Het woord "shiba" betekent "kreupelhout" en het woord "Inu" betekent "hond."
    De Tweede Wereldoorlog was een moeilijke tijd voor vele hondrassen, en dit was voor de Shiba geen uitzondering. Hoewel het ras bijna uitgestorven was, werden er kweekprogramma's opgestart onmiddellijk na deze oorlog, met individuele honden van het platteland in Japan. De Shiba is nu veruit het populairste ras in Japan en de laatste jaren winnen zij aan populariteit in de Verenigde Staten, waar ze hoofdzakelijk als metgezelhond genomen worden.
    De talenten van de Shiba omvatten: de jacht, het volgen, waakhond, het bewaken, behendigheid en het uitvoeren van oefeningen.

           
           
     
     
     




    25-11-2008 om 15:19 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afwijkende kaakstand bij het konijn
    Afwijkende kaakstand bij het konijn

    Onderbeet een erfelijke afwijking...
    Er komt een genetische afwijking voor bij het konijn waarbij de bovenkaak te kort is. Hierdoor lijkt het alsof de onderkaak te lang is een zogenaamde onderbeet. Op de leeftijd van 8-10 weken zien we meestal de eerste problemen ontstaan.
    Een te lange onderkaak is een erfelijk probleem bij konijnen
    Al bij deze jonge konijnen zie je dat deze afwijking problemen gaat geven. De snijtanden slijten dan niet op elkaar en de tanden zullen doorgroeien. De tanden gaan wonden veroorzaken in het slijmvlies van de bek en het konijn zal uiteindelijk niet meer kunnen eten.

    De behandeling...
    De behandeling bestaat uit het trekken (extractie) van de snijtanden. Dit kan gelukkig al op jonge leeftijd. We krijgen bijna iedere week wel een ouder konijn
    aangeboden waarbij dit probleem al die tijd al bestaat. Bij deze konijnen zijn de snijtanden iedere paar weken geknipt. Ons advies is om bij een dergelijke grote standafwijking van de snijtanden geen snijtanden bij het konijn te knippen maar om de snijtanden te trekken door middel van een operatie. Het konijntje kan, ondanks dat het niet kan knagen, zich hierna goed redden en je kan het eten, zoals hooi, in kleine stukjes aanbieden.
    Een jong konijn met een scheve stand van de kaken.
    Een konijn met een scheve kaakstand...
    Af en toe zie je een konijn met kaken die scheef ten opzichte van elkaar staan. De snijtanden kunnen door deze scheve stand niet goed op elkaar afslijten met als gevolg dat ze door zullen blijven groeien. Door dat ze doorgroeien zullen er wonden in het slijmvlies van de bek ontstaan. Klik op het plaatje om een toelichting te zien op hoe scheef de onder en de bovenkaak ten opzichte van elkaar zijn.


    De behandeling...

    De behandeling bestaat uit het trekken van de snijtanden van een konijn die een scheve kaakstand heeft.

    Afwijkingen van de snijtanden:

    Door een van hiervoor genoemde oorzaken kan de stand van de snijtanden zodanig verstoord raken dat deze niet meer op elkaar afslijten. Doordat de tanden van het konijn hun hele leven lang doorgroeien levert dit al snel problemen op. De snijtanden worden te lang en er ontstaan zogemnaamde olifantstanden. Om problemen te voorkomen en om evt de stand te corrigeren is een behandeling dan noodzakelijk. Doorgroeinde snijtanden of olifantstanden door een verkeerde stand. 
Foto www.dierengebit.nl

    Therapieën...
    Er zijn drie mogelijkheden om doorgroeiende snijtanden te behandelen:

    1. Knippen van de snijtanden
    2. Slijpen van de snijtanden
    3. Extractie van de snijtanden

    Deze mogelijkheden zullen hierna elk afzonderlijk besproken worden.


    Knippen van de snijtanden:

    Helaas worden nog vaak te lange snijtanden, of olifantstanden, bij konijnen geknipt. De te lange snijtanden ontstaan door een afwijkende stand van de snijtanden. Om een aantal redenen wordt het knippen gezien als een niet-diervriendelijke behandeling: Ingescheurde snijtand bij het konijn nadat de tanden geknipt zijn. 
Foto www.dierengebit.nl

    • Risico van het splijten of afbreken van de tanden in de lengterichting Zie foto hiernaast.
    • Het grote risico van het splijten of het afbreken van de tanden is dat er een abces kan ontstaan zie foto onderaan de pagina.
    • Het knippen is pijnlijk voor het konijn. Er kan een stilliggende darm ontstaan!
    • De afgeknipte tanden houden scherpe randen over die de tong en de lip kunnen beschadigen.
    • Knippen is een tijdelijke oplossing waarbij er niets gedaan wordt aan de achterliggende oorzaak.

    Ons advies...
    Wij adviseren dan ook om de snijtanden van een konijn niet te knippen maar om voor een andere, liefst blijvende, oplossing te kiezen. Te denken valt dan aan de extractie of het trekken van de snijtanden onder verdoving.

    Foto hieronder: Een abces aan de onderkaak doordat de tand is afgebroken na het knippen:

    Abces dat ontstaan is doordat de snijatand afgebroken is na het knippen van de tand.



    (wordt vervolgd)

    24-11-2008 om 16:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebitsproblemen door verkeerde voeding: konijn

    Gebitsproblemen door verkeerde voeding: Afwijkende groei van kiezen. 
Door calcium te kort wordt bot broos (osteodystrofie) en groeien de wortels het kaakbot in.

    Konijnen hebben een ongewone calciumstofwisseling. Wanneer een konijn voeding met te weinig calcium krijgt ontstaat er een tekort aan calcium in het bloed. Een konijn dat bijvoorbeeld gemengd voer krijgt eet vaak alleen de lekkere dingen op. Het zal vaak de bikskorrels die er tussen zitten laten liggen. Deze bikskorrels zijn juist belangrijk voor de calcumopname van het het konijn en het krijgt dus te weinig calcium binnen. Dit zal er toe leiden dat het konijn calcium uit zijn kaakbot gaat halen. Hierdoor ontstaat botontkalking. Dit heet osteodystrofie, of medisch niet helemaal correct, "osteoporose".

    Te weinig calcium...
    Door calciumtekort kunnen een aantal problemen ontstaan zoals:

    • Afwijkende stand (malocclusie) van de kiezen doordat de kiezen losser in het kaakbot komen te staan. Hierdoor ontstaan, door afwijkende slijtage, haken op de kiezen welke de tong en de wang kunnen beschadigen. Konijn met scheve snijtanden door calcium tekort. 
Foto Dierenkliniek Wilhelminapark Utrecht.
    • Afwijkende stand (malocclusie) van de snijtanden waardoor deze niet goed op elkaar afslijten. Ze kunnen in een verkeerde richting groeien en worden daardoor te lang. Ook kunnen de boven snijtanden scheef gaan groeien zodat ze naar buiten gaan wijken en niet meer op de onder tanden afslijten.
    • Emaille-defecten van de snijtanden waardoor horizontale richels ontstaan in de snijtanden.
    • Wortels kunnen in de verkeerde richting gaan groeien. Ze kunnen richting het bot groeien als door botontkalking de tegendruk van het bot wegvalt (zie plaatuw). Hierdoor kunnen botontstekingen en/of abcessen ontstaan. Ook kunnen er door naar boven doorgroeiende wortels ontstekingen in de traanbuizen ontstaan. Het konijn krijgt dan ontstoken ogen met veel ooguitvloeiing.

    Teveel calcium...
    Een te hoog calciumgehalte in de voeding zal juist leiden tot een stijging van het calciumgehalte in het bloed. Hierdoor ontstaat, in tegenstelling tot bij andere diersoorten, een verhoging van het calcium in de urine waardoor blaaszand of blaasstenen kunnen optreden. Geef dus nooit knaagstenen aan een konijn want deze bevatten teveel calcium! Houd 20 gram per kilogram lichaamsgewicht voor uw konijn aan. Let op dat uw konijn niet teveel konijnenvoer eet . Dan wordt het namelijk te dik en ook krijgt het teveel calcium binnen.

    De juiste hoeveelheid konijnenvoer is van levensbelang voor je konijn!

      Een diëet voor het konijn moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
    • onbeperkt hooi
    • 20 gram konijnenvoer (biks) per kilogram lichaamsgewicht
    • groenvoer

    Een konijn moet veel hooi eten, dit is belangrijk voor slijtage van de kiezen en de calciumhuishoudingGoed voer...
    Het is dus belangrijk om een konijn een goed uitgebalanceerd dieet te geven. Dit bestaat uit veel hooi van goede kwaliteit, groenvoer en bikskorrels. Als uw konijn selectief eet (alleen de lekkere dingen uit het voer opeet) geef het dan een bikskorrel. Goed voer in een goede verhouding is ook heel belangrijk voor een goede darmwerking. Het is ook van belang dat een konijn de juiste hoeveelheid voer krijgt. Houd 20 gram per kilogram lichaamsgewicht voor uw konijn aan. Let op dat uw konijn niet teveel konijnenvoer eet.

    Overige oorzaken voor gebitsproblemen:

    Naast de eerder genoemde voedingsfouten ijn er nog een aantal andere oorzaken voor gebitsproblemen bij het konijn. We zullen de voornaamste hier voor u op een rijtje zetten:

    • Trauma; wanneer een tand door ongeluk oftewel een trauma (bijv. een klap of val) verloren gaat kan de tand na verloop van tijd weer teruggroeien. Deze tand kan dan verkeerd groeien waardoor een afwijkende stand ontstaat. Soms groeit de tand helemaal niet Op een leeftijd van 8 weken kunnen er al snijtandproblemen ontstaan bij een konijntje. meer terug. De tegenoverliggende snijtand slijt dan niet af en zal door blijven groeien.
    • Fracturen (breuk) van de kaak waardoor de positie van de snijtanden veranderd is.
    • Afwijkend knaaggedrag.
    • Genetisch. Er komt een genetische afwijking voor bij het konijn waarbij de bovenkaak te kort is. Hierdoor lijkt het alsof de onderkaak te lang is. Op de leeftijd van 8-10 weken zien we meestal de eerste problemen ontstaan.

    Te lange snijtanden bij het konijn. 
Foto www.dierengebit.nl

    Gevolgen...
    Bij een afwijkende stand van de snijtanden zullen meestal de bovensnijtanden naar binnen gaan groeien tot in de mondholte. Lippen, tong en gehemelte kunnen beschadigd raken en gaan ontsteken. De ondersnijtanden gaan meestal uit de bek groeien of kunnen de bovenlip raken.
    Doordat de bek niet goed kan sluiten zullen ook de kiezen niet goed afslijten op elkaar waardoor hier haken kunnen ontstaan. Deze haken kunnen de wang en de tong beschadigen.

    (Dierengebit/NL)
    (wordt vervolgd)

    24-11-2008 om 16:50 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Symptomen bij gebitsproblemen: Konijn

    Symptomen bij gebitsproblemen:

    Het gebit van een konijn is door de lange kop en kleine mondopening voor het grootste deel verborgen. Afwijkingen aan het gebit kunnen dan ook ongemerkt ontstaan. Het is daarom van belang op tekenen te letten die kunnen wijzen op een gebitsprobleem.

    • Het meest opvallende symptoom is het niet kunnen eten terwijl er wel interesse is in voer.
    • Spelen met eten en proppen maken van het eten. Je vindt uitgespuugde proppen hooi terug in het hok.
    • Speekselen, waardoor de huid rond de bek ontstoken kan raken.
    • Oog- en neusuitvloeiing door ontsteking van de traanbuizen (= dacryocystitis).
    • Verhoogde traanproductie.
    • Zwellingen aan de kop door abcessen.
    • Slechte conditie en slechte vacht.
    • Problemen met het maagdarmkanaal, omdat de darmen niet goed werken als het konijn niet eet. Zoals diarree of verstopping.
    • Vermageren.

    Speekselen of een natte onderkin zijn aanwijzingen voor gebitsproblemen bij het konijn

    Met een speciaal opzetstuk op de otoscoop controleren we de kiezen bij het konijn Diagnose...
    Wanneer u vermoedt dat uw konijn problemen heeft met het gebit is het belangrijk om gelijk naar de dierenarts te gaan. Deze zal het gebit en de kop Kijk niet met een plastic opzetstuk in de bek van het konijn om de kiezen te inspecteren controleren. Omdat de mondholte van het konijn in verhouding erg nauw is en de tong groot kan er met een visuele inspectie met een oorkijker niet alitjd een juiste diagnose worden gesteld. Omdat er een verkeerd opzetstuk gebruikt wordt of dat het konijn het niet goed toelaat zonder verdoving.

    Een onjuiste bekinspectie ....
    Indien er gebruik gemaakt wordt gemaakt van een plastic opzetstuk op de oorkijker dan kan er geen goede inspectie uitgevoerd worden van de kiezen van het konijn. Er wordt namelijk door een kleine opening gekeken, we noemen dit tunnelvisie. En een konijn bijt vaak het plastic opzetstukje kapot.
    Een beknspectie bij het konijn door middel van een metalen spreider op de oorkijker
    Een bekinspectie op de juiste wijze ....
    Als konijnen dierenartsen gebruiken wij een speciaal opzetstuk op de oorkijker. Een zogenaamde metalen spreider wordt op de oorkijker gezet. Daarbij is het belangrijk dat de spreider zo in de mond ingebracht wordt, dat als de spreider geopend wordt deze om de kiezen heen naar achteren geschoven worden. Op die manier worden de wang en de tong opzij gedrukt en zijn de kiezen van voor naar achteren goed te inspecteren.
      Zie hieronder
    Gebruik een metalen spreider die je om de kiezen van het konijn schuift om de kiezen te controleren
    Stille darm of niet meer willen eten en geen of weinig ontlasting ....
    Indien een konijn niet eet en poept en daarbij speekselt  + een natte kin dan is er eigenlijk altijd een gebitsprobleem als oorzaak van de stille darm aanwezig. Deze moet dan onder verdoving behandeld worden. Indien er door een andere oorzaak dan een gebitsprobleem een stille darm is ontstaan dan is het beter voor het konijn om met een bekinspectie zonder verdoving het gebit te inspecteren. Indien er geen gebitsprobleem aanwezig is dan kan er een juiste behandeling ingesteld worden zonder dat een verdoving het konijn nog meer belast.

    (Dierengebit/NL)

    (wordt vervolgd)

    24-11-2008 om 16:49 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van de mus met de gebroken poot (Martina1)
    Van de mus met de gebroken pootLange tijd geleden woonde er eens in een of ander bergdorp in Japan een goedhartig oud vrouwtje. Op een dag kwam er een mus in haar tuin die een poot gebroken had en zich bitter beklaagde.

    Toen de oude vrouw dat bemerkte, kreeg ze medelijden; ze pakte de mus op, zette hem in een mand van bamboe, gaf hem het voer dat mussen graag lusten en verzorgde hem met grote liefde.

    In korte tijd heelde ook de wond aan de poot van de mus en kon hij weer vrij in de mand rondfladderen. De oude vrouw verheugde zich daarover en steeds meer begon de mus haar na aan het hart te liggen. Op een dag hupte de mus uit de mand en vloog weg. Omdat hij niet meer terugkeerde, maakte het vrouwtje zich zorgen en probeerde erachter te komen waarheen hij gevlogen was. De volgende dag kwam er een mus onder het afdak zitten en zijn vrolijke stem verheffend begon hij te tjilpen. Het vrouwtje vond dat iets heel bijzonders en opende de deur en zag dat hij pompoenpitten op het erf strooide.

    De vrouw raapte alle pitten op en zaaide ze uit op het achterveld. Er kwamen wonderbaarlijke scheuten uit de grond, waaraan bloesems kwamen. Er groeiden vruchten uit en ze kon ten slotte een groot aantal flinke pompoenen oogsten. De oude was daar erg blij om en op een zonnige plek onder het afdak hing ze ongeveer tien dagen lang al deze grote pompoenen op.

    PompoenNa deze tijd kwam er uit de eerste pompoen, korreltje voor korreltje een soort glanzende rijst stromen. Ze raapte een korreltje op en proefde het; het bleek kostelijke glanzende rijst te zijn. Toen ze daarna alle pompoenen eraf haalde en erin keek, zat elk ervan vol rijst. Vol vreugde kookte het moedertje meteen een maaltijd van deze rijst en at ervan; het smaakte goed! Ze deed een deel van de rijst in dozen en deelde die ook rond in de buurt. Ze verheugde er zich over dat dit gerecht iedereen goed smaakte. Hoeveel ze ook van de rijst nam, de voorraad verminderde in het geheel niet en daardoor werd het oude vrouwtje bijzonder welgesteld.

    In de buurt woonde echter een hebzuchtige oude vrouw. Toen zij van deze geschiedenis hoorde, werd ze door grote afgunst gegrepen en ze nam zichzelf voor om ook een mus te vangen. Nadat ze er eindelijk een gevangen had, brak ze zijn poot en zette hem in een mand. Omdat ze hem echter in het geheel geen voedsel gaf, leed de mus honger en fladderde moeizaam in de mand rond. Al spoedig haalde de hebzuchtige oude het deksel eraf. Het musje stootte een smartelijke kreet uit en vloog weg. De oude stelde zich al voor hoe de mus haar de volgende dag een of ander geschenk zou brengen.

    De volgende dag kwam de mus op de vensterbank zitten tjilpen. Toen ze haastig de luiken opende, zag ze dat hij pompoenpitten had meegebracht en uitgestrooid. Vol blijdschap daarover zaaide de hebzuchtige oude vrouw, zonder iets over te laten, ze op haar veld uit. Er kwamen wonderbaarlijke scheuten te voorschijn, er kwamen bloesems aan en vruchten en er rijpten een groot aantal pompoenen aan. Ze plukte ze en hing ze allemaal onder het afdak. "Als er nu maar gauw rijst uitkomt! Als er nu maar gauw rijst uitkomt!" riep ze en keek er elke dag naar, maar het liet zich niet aanzien dat er ooit rijst uit zou komen.

    De hebzuchtige oude vrouw werd heel woedend; ze rukte alle pompoenen omlaag en brak de ene na de andere open. Toen kwamen er uit de pompoenen grote slangen, duizendpoten, horzels en hagedissen in grote scharen te voorschijn. Ze grepen de oude vrouw, slingerden zich om haar heen en beten of staken haar; de oude hebzuchtige vrouw kon er helemaal niets tegen doen en stierf ten slotte waanzinnig. Zo wordt er verteld.


    * * * EINDE * * *

    (www.beleven.org)

    24-11-2008 om 16:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst en wintertips voor uw viervoeters

    Herfst en winter

     

    De herfst en winter leveren voor huisdieren problemen op, die in de zomer geen, of een beduidend mindere rol spelen. Wat we hieronder bespreken zijn de volgende dingen: Aanrijdingen, Pekelpootjes en Braken door sneeuw eten.

     

    Aanrijdingen.

    De momenten van verhoogde activiteit van vooral de kat vallen in de winter in dagdelen, die gekenmerkt worden door hoge verkeersdr ukte en tegelijk betrekkelijk slecht zicht: de ochtendspits en de avondspits. In de zomer is dat anders. Dan gaan de katten pas op stap, als iedereen allang thuis naar het late journaal zit te kijken. En dat betekent, dat er in de herfst- en wintermaanden veel meer katten, maar ook veel meer honden worden aangereden, dan in de zomermaanden. Je kunt dat een beetje proberen te voorkomen door de kat zoveel mogelijk binnen te houden tijdens de grootste verkeersdrukte en door de hond zoveel mogelijk aan de riem uit te laten.

    Daarnaast verhogen reflecterende halsbanden de zichtbaarheid van zowel hond als kat enorm en soms kan dat ongelukken voorkomen.

    Het beste help het nog, als automobilisten vooral in de bebouwde kom een beetje voorzichtiger rijden, maar dan vraag je wat, natuurlijk......

     

    Pekelpootjes en kapotte voetzooltjes.

    In de winter heben de voetjes van uw hond het zwaar: Het is koud en dus voelt de hond minder goed waar hij/zij op staat en daarnaast kan ijs vreemd scherp zijn en als extraatje krijgen de voetzooltjes ook nog eens te maken met de funeste effecten van strooizout.

    Wat kun je daar nou weer aan doen, om ellende te voorkomen ?

    Allereerst is het belangrijk, dat de voetzooltjes in goede conditie zijn en de nagels niet te lang. Dus nagels (laten) knippen, regelmatig de voetjes controleren,  schoonspoelen en zo nodig invetten met een beetje vaseline of levertraanzalf. Duurder hoeft echt niet.

    Daarnaast een beetje "meedenken" met de hond en uitkijken waar de rakker loopt.

    Desnoods wat vaker aan de riem dan in de zomer om beschadigingen te voorkomen. En dan ook rekening houden met het feit, dat niet iedere hond tegen dezelfde "stootjes" kan: de ene hond banjert dwars over een schelpenstrand heen en heeft niks en de andere hond trapt één keer op een scherp steentje en heeft meteen een diepe wond in een voetzooltje.

     

    Braken door sneeuw eten.  

    Als jonge honden voor het eerst in hun leven sneeuw zien, dan is het groot feest. Dollen en rondrennen als gekken en happen in die witte vlokken. Soms gaan ze echt sneeuw eten. Dat ziet er komisch uit, maar de maag denkt daar toch anders over. Steenkoude sneeuw irriteert de maagwand heftig en een paar uur later kan een fikse maagwand-ontsteking het gevolg zijn. En dan begint Bello te braken.

    Als dat erg is, kunt u maar het beste even langs de dierenarts. Maar beter is het, om dat braken te voorkomen, door Bello toch maar geen sneeuw te laten eten. Voorkomen is beter en goedkoper, dan genezen.......


    (Dierenambulance geldersevallei)

    grijze2520tatty2520bew2520op2520ros.gif

    24-11-2008 om 16:46 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hond en elf puppy's vangen verstoten wild katje op

    Hond en elf puppy's vangen verstoten wild katje op

    Een vijf maand jonge servalkat, die door haar eigen moeder werd verstoten in een zoo nabij München, heeft een warme nieuwe thuis gevonden. Het jonge diertje, Shakira genaamd, is liefdevol opgevangen door een hond. Meteen kreeg hetp wilde katje er elf nieuwe broertjes en zusjes bij.

    Kittens stierven
    "Het Servalkatje kwam bij ons toen ze nog maar veertien dagen oud was,' getuigt dierenverzorger Roland Adam. "Ik werd gecontacteerd door de zoo, toen bleek dat Shakira's moeder niet genoeg melk produceerde voor haar kroost en de kittens één voor één stierven. Vervolgens besloot ik om de wilde kat in huis te nemen."

    Rhodesian Ridgebacks
    Roland Adam spendeerde op het begin twee uur per dag aan het voeden van Shakira. Na zes weken verzorging was het servalkatje sterk genoeg om te worden besnuffeld door haar nieuwe familie bestaande uit Rhodesian Ridgeback honden. Katjinga, die in juli van dit jaar zelf elf puppy's ter wereld bracht, aanvaardde de nieuwkomer meteen als haar eigen kindje.

    Gezinnetje
    "Ik wou dat Shakira kon samenleven met andere dieren in een soort van gezinnetje ter vervanging van haar eigen gestorven broertjes en zusjes," vertelt Roland Adam. "Het wilde katje maakt nu echt integraal deel uit van deze hondenfamilie. Ze spelen vaak samen verstoppertje en schrikken er zelfs niet voor terug om een robbertje te vechten. Je merkt nu al dat er een sterke band is tussen Shakira en haar nieuwe moeder. Het is een vertederend tafereel." (hlnsydney/kh)


    Bron : HLN

    21-11-2008 om 23:37 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Modeshow voor konijnen

    Modeshow voor konijnen

    Na het aankleden van hondjes zijn nu de konijnen aan de beurt. Een overzicht van wat er dezer dagen in de betere konijnenconfectiezaken ligt, kregen we het voorbije weekend in Japan. Daar werd de Rabbit Festa gehouden. Er kwamen 8.000 konijnenliefhebbers op af.

    Trends
    Bij de tweedaagse show in Yokohama draait alles om de laatste mode. Voor de komende lente waren enkele trends te bespeuren in de knaagdierenmode. Thaise jurkjes en Schotse ruitjes voerden de boventoon. Om naar het konijnenbal te gaan, trek je best een donkerroze jurk aan. (eb)
    17/11/08 11u24


    Bron : HLN


    21-11-2008 om 23:36 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Papegaai aan de Prozac

    Papegaai aan de Prozac

    Door: De Pers
    Gepubliceerd: gisteren 12:31
    Update: gisteren 16:13

    Na de dood van zijn baasje is papegaai Fred in een diep zwart gat gevallen. Zo erg zelfs dat de depressieve vogel Prozac slikt.  

    Negen maanden geleden overleed Freds baasje George Dance, die hem vanaf dat hij een kuiken was opvoedde. Uit verdriet trok Fred al zijn nekveren uit en zat de hele dag met zijn kop te knikken. Volgens dierenkenners is Fred zwaar depressief omdat hij niet begrijpt waarom George is verdwenen.  

    Nu hij tweemaals daags een vogelvriendelijke variant van Prozac , genaamd Clomical, krijgt, voelt Fred zich een stuk beter.  

    Volgens deskundigen zijn tropische vogel zeer emotioneel aangelegd. Het gebruik van antidepressiva onder de exotische gevleugelden groeit.  


    Update: gisteren 16:13

    Na de dood van zijn baasje is papegaai Fred in een diep zwart gat gevallen. Zo erg zelfs dat de depressieve vogel Prozac slikt.  

    Negen maanden geleden overleed Freds baasje George Dance, die hem vanaf dat hij een kuiken was opvoedde. Uit verdriet trok Fred al zijn nekveren uit en zat de hele dag met zijn kop te knikken. Volgens dierenkenners is Fred zwaar depressief omdat hij niet begrijpt waarom George is verdwenen.  

    Nu hij tweemaals daags een vogelvriendelijke variant van Prozac , genaamd Clomical, krijgt, voelt Fred zich een stuk beter.  

    Volgens deskundigen zijn tropische vogel zeer emotioneel aangelegd. Het gebruik van antidepressiva onder de exotische gevleugelden groeit.  



    Papegaai aan de Prozac


    Bron : De Pers Nl

    21-11-2008 om 23:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chinees kweekt kip met vier poten

    Chinees kweekt kip met vier poten

    Een Chinees wilde een eitje bakken, maar wat bleek? Er zat een kuikentje in. Met vier poten nog wel.

    Kloeke kip
    Meneer Cao uit Chanchun kocht vier maanden geleden een dozijn eieren. Groot was zijn verbazing toen in één ervan een kuiken bleek te zitten met vier poten. "Niemand dacht dat het diertje zou overleven, maar ik heb het met de beste zorgen omringd. Nu is het een kloeke kip geworden", zegt de man trots.

    Soortgenoten onder de indruk
    Aanvankelijk was het diertje nogal schuw en werd het door de andere kippen van Cao in de hoek gedrumd. "Maar nu zijn de rollen omgekeerd. De andere hennen zijn schijnbaar onder de indruk van hun vierpotige soortgenoot". (eb)
    20/11/08 12u56

    Bron : HLN

    21-11-2008 om 23:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duizend illegale jachtvogels afgemaakt in Oreye

    Duizend illegale jachtvogels afgemaakt in Oreye

    Een duizendtal jachtvogels, die illegaal werden vastgehouden door een jager, zijn afgelopen vrijdag in beslag genomen in Oreye, in de provincie Luik. Dat maakte de Ligue Royale Belge pour la Protection des Oiseaux (LRBPO) vandaag bekend. Die organisatie is de Franstalige tegenhanger van Vogelbescherming Vlaanderen.

    Afmaken
    De man kreeg beambten van de Unité Anti Braconnage (Anti-Stroperij Cel) en van het Federaal Voedselagentschap over de vloer. Zij stelden vast dat de man 800 fazanten vasthield, 70 patrijzen en een honderdtal eenden. Het FAVV gaf opdracht om de dieren af te maken om hygiënische redenen. "De dieren waren niet geschikt voor consumptie", zei de directeur van de LRBPO, Hugues Fanal.

    Het was de bedoeling om de dieren illegaal uit te zetten tijdens het jachtseizoen. Het parket werd op de hoogte gebracht. (belga/eb)


    Bron : HLN

    21-11-2008 om 23:34 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.paardrijden en kameelrijden ??? (JeeCee)
    En wat dacht je van paardrijden en kameelrijden ???

    http://nl.youtube.com/watch?v=CnsWQ4kNG-w


    chameaux-09.gif



    20-11-2008 om 18:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vreemdste dieren ter wereld

    De vreemdste dieren ter wereld

    Wist je dat er dieren bestaan zonder ogen, neus en tanden? Of dat er wezens zijn die geen lichaam hebben, maar enkel uit een hoofd bestaan? Er lopen heel wat bizarre dieren op deze planeet rond en de meeste daarvan zijn niet eens bij het grote publiek gekend. Wij stellen de vreemdste dieren ter wereld alvast aan u voor.


    Blobfish of fathead    
    Een reusachtige gelatineachtige kop waar zo goed als geen lichaam aan vast zit en een mistroostige uitdrukking op zijn afzichtelijke gezicht. Lelijker dan de blobfish of fathead bestaat er niet!

    Surinaamse pad (Surinam toad)    
    Wist je dat er een pad bestaat zonder tanden, tong, neus en ogen? Bovendien heeft het dier enorme wratten op haar rug waarin ze haar kroost laat uitbroeden.

    Binturong  
    Schattiger dan de binturong is er in het dierenrijk haast niet te vinden. In Amerika en enkele exotische landen zijn er al mensen die dit naar popcorn ruikende schatje als huisdier houden. Het dier zit op hun schouder als ze ermee gaan wandelen of ze gebruiken de leiband, net als bij een hond. Nieuwsgierig?

    Dumbo octopus (Grimpotheutis)    
    Zijn echte naam is Grimpotheutis, maar door de opvallende gelijkenis met het Disney-personage Dumbo kreeg dit zeediertje al snel de naam Dumbo octopus mee.



    (Avalon Infoteur)

    19-11-2008 om 18:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Detox voor dieren

    Detox voor dieren


    Infoteur: Avalon (http://avalon.infoteur.nl)
    Categorie: Dier en natuur / Huisdieren
    Bron: http://www.infonu.nl

    Een detoxkuur of ontgifting is niet alleen voor mensen gezond, maar ook voor dieren. De meeste ziekten en ongemakken kunnen worden voorkomen door het lichaam van onze huisdieren geregeld te ontgiften. Alle soorten dieren hebben er baat bij: honden, katten, knaagdieren, paarden en vogels. Waarom en hoe u een detoxkuur moet doen, leggen we u hier uit.

    Effecten van toxines, zware metalen en afvalstoffen

    Normaal is het lichaam van elk levend wezen zo uitgerust dat het zichzelf reinigt en herstelt; toxines en afvalstoffen worden dus op natuurlijke wijze afgevoerd. Krijgt het lichaam hier echter te veel van binnen, dan slaan de spijsverteringsorganen tilt en raakt het lymfestelsel verstopt. Hoe meer toxines en afvalstoffen erbij komen, hoe moeilijker het lichaam deze kan verwijderen.

    Hieronder volgen slechts enkele van de nadelige effecten van een verontreinigd lichaam:
    • Slechte werking van het immuunsysteem
    • Nierinsufficiëntie (dit is de meest voorkomende doodsoorzaak bij katten)
    • Ontregeling van het hormonenstelsel
    • Problemen aan de bijnierschors (de ziekte van Addison en de ziekte van Cushing)
    • Verstoorde werking van de schildklier
    • Kanker
    • Suikerziekte
    • Zwaarlijvigheid
    • Slechte opname van belangrijke voedingsstoffen
    • Vachtproblemen (ruwe en doffe vacht, kale plekken)
    • Spijsverteringsproblemen (misselijkheid, diarree, constipatie)
    • Lusteloosheid
    • Excessieve vorming van vrije radicalen
    • Vroegtijdige veroudering
    • Misvorming van het DNA (als het DNA grote schade heeft opgelopen kan dit worden doorgegeven aan de jongen van het dier)

    Test: Heeft uw huisdier een detoxkuur nodig?

    Elk dier zou minimum 1 keer in zijn leven een detoxkuur moeten ondergaan. We leven namelijk in een sterk geïndustrialiseerde maatschappij waarin zelfs dieren met de beste verzorging vergiftigd raken. Alleen als uw huisdier heel oud of zwak is, kunt u beter niet met een ontgifting beginnen. Een inwendige reiniging vraagt immers veel energie en niet alle dieren zijn hiertegen opgewassen.

    Doe de volgende test om te weten in welke mate uw huisdier vergiftigd is. Geef voor elke keer dat u ‘ja’ antwoordt uzelf 1 punt.
    • Is uw huisdier te dik?
    • Heeft uw huisdier een doffe en/of ruwe vacht?
    • Heeft uw huisdier kale plekken?
    • Heeft uw huisdier vaak diarree of is hij geregeld geconstipeerd?
    • Moet uw huisdier vaak overgeven (ook haarballen)?
    • Heeft uw huisdier een nare bek- en/of lichaamsgeur?
    • Is uw huisdier lusteloos?
    • Geeft u verschillende keren per week commerciële dierenvoeding uit de supermarkt?
    • Geeft u uw huisdier minimum 3 keer per week snacks al of niet bestemd voor dieren (hieronder vallen ook koekjes en kräckers voor knaagdieren en vogels)?

    0 tot 2 punten:
    Ofwel is uw huisdier nog zeer jong, ofwel bent u een voorbeeldig baasje. Eén keer per jaar een detox-kuur van een week is voldoende om uw lieveling gezond te houden.

    3 tot 9 punten:
    U doet het waarschijnlijk uit ontwetendheid, maar de slechte gewoontes die u hebt aangekweekt brengen het leven van uw huisdier in gevaar. Probeer vanaf nu zoveel mogelijk toxines te vermijden en doe een ontgiftingskuur van 1 maand van zodra uw hond of kat nieuwe eetgewoontes heeft aangekweekt.

    Toxines en afvalstoffen vermijden

    Commerciële dierenvoeding
    Vele mensen laten zich nog altijd verleiden door de schattige reclame voor dierenvoeding waarin dierenartsen een bepaald merk aanprijzen. De meeste commerciële dierenvoeding is echter van beduidend slechte kwaliteit en vaak héél ongezond.

    Vele merken bevatten amper vlees (tussen 2 en 30%). De rest bestaat uit goedkope fillers en chemische bewaarmiddelen. BHA, BHT en Ethoxyquin behoren tot de gevaarlijkste stoffen die in diervoeding te vinden zijn.

    Nu moet u ook weten dat een groot deel van dit ‘vlees’ in die 2 tot 30% uit dierlijke bijproducten bestaat. Deze bevatten zeer weinig voedingsstoffen in vergelijking met kwalitatief vlees (zoals spieren) en kunnen zelfs bepaalde overdraagbare ziekten verspreiden.

    Wat zijn dierlijke bijproducten?
    Dierlijke bijproducten zijn die delen van een dier die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn. Vaak gebruikt men hele kadavers van dieren, inclusief embryo’s, vacht en sperma. Vaak gaat het hier ook over - houd uw hart vast - honden en katten waarvan zelfs de halsbandjes en medailles niet werden verwijderd! Naargelang de kwaliteit van de voeding die u geeft, is het mogelijk dat uw hond elke dag vlooienbandjes en dode honden eet.

    Als u met een beetje gezond verstand naar de ingrediënten op de verpakking kijkt, komt u al een heel eind. Ook is het goed om weten dat u honden- en kattenvoeding uit de supermarkt beter vermijdt. Onderzoek heeft aangetoond dat deze het leven van uw huisdier met enkele jaren verkort.

    Zelf koken voor uw hond of kat is een goed alternatief, maar het is minder gemakkelijk dan het lijkt. U moet er immers voor zorgen dat uw huisdier geen tekorten oploopt.

    Wilt u toch kant-en-klare voeding voor uw hond of kat, dan is Almo Nature een goede keuze. De meeste ingrediënten worden biologisch geteeld en u ziet gewoon aan de voeding dat het natuurlijk en van goede kwaliteit is.

    Toxines in kwalitatieve dierenvoeding
    Zelfs biologisch geteelde voeding komt in aanraking met verontreinigde lucht en regen. Bovendien wordt voedsel aan de basis vaak vele malen behandeld tegen insecten, schimmels, bacteriën, knaagdieren en onkruid (allemaal stoffen die bedoeld zijn om te doden) en worden er chemicaliën gebruikt om de houdbaarheid te vergroten. Als er op de verpakking staat aangegeven dat er geen bewaarmiddelen in de voeding zitten, betekent dit dat de producent geen bewaarmiddelen heeft toegevoegd. Het wil echter niet zeggen dat er in de boerderij of in het slachthuis geen bewaarmiddelen of chemicaliën werden gebruikt.

    En dan zijn er nog de zware metalen van verpakkingen die zich letterlijk op het voedsel vastzetten. Een studie die werd uitgevoerd door Gloria Dodd, DVM heeft aangetoond dat er zelfs zware metalen zitten in de allerbeste merken van dierenvoeding in blik, evenals onaanvaardbaar hoge hoeveelheden aluminium.

    Toch bevatten kwalitatieve producten een pak minder toxines dan de meeste commerciële equivalenten. Ook wat knaagdieren, vogels en paarden betreft, koopt u beter een biologische variant. Vermijd grootverpakkingen die vaak vol beestjes, schimmels en bacteriën zitten.

    Toxines in water
    In kraantjeswater zitten ongeveer 260 soorten toxines. Het heeft ook geen zin om water uit plastic flessen te drinken. Water neemt immers de negatieve informatie van het plastiek op, zodat er plastiekdeeltjes in het lichaam van uw huisdier terecht komen (vandaar dat u ook beter geen plastic drinkbakjes gebruikt). Glas daarentegen beschermt en bewaart de informatie van water.

    Luchtverontreiniging
    Katten die in de buitenlucht leven komen dagelijks in contact met pesticiden, dioxine, uitlaatgassen, etc. Naar schatting komt elke huisdier dagelijks met ongeveer 500 gifstoffen in contact.

    Binnenhuislevende katten worden niet door luchtverontreiniging bespaard. Zij krijgen te maken met restanten van schoonmaakproducten en verf, evenals de negatieve ionen van computers en televisie. Zelfs gewoon stof, dat onze dieren oplikken en inademen, bevat vele schadelijke stoffen.

    Producten tegen vlooien en teken
    Vlooienmiddelen (vooral deze in sprays) zijn bijzonder toxisch. Het wordt door de huid opgenomen waardoor het direct naar de interne organen gaat, ook al wordt het product niet op het dier zelf aangebracht.

    Vaccins
    Vaccins zijn vaak ook een bron van zware metalen en andere kankerverwekkende stoffen zoals formol en aluminium.

    Te veel en te rijke voeding
    Als uw dier te veel of te rijk eet zullen zijn spijsverteringsorganen het te veel aan voedsel als afvalstoffen opslaan. Eet hij de volgende dag opnieuw te veel, dan wordt de berg afvalstoffen alleen maar hoger.

    Detox programma voor dieren

    Als u de voeding van uw huisdier aanpast en de toxines zoveel mogelijk vermindert, zal het lichaam van uw huisdier na een tijd zichzelf beginnen te herstellen. Af en toe, en vooral in het begin, is het echter nuttig om uw dier een tijdje ‘op diëet’ te zetten en de reinigende werking van de organen met de juiste producten te ondersteunen.

    Is het lichaam van uw huisdier sterk vervuild, dan is het mogelijk dat hij tijdens de eerste dagen van de detox koorts heeft en zich ziek voelt. Dit is volkomen normaal en wil zeggen dat het ontgiften zijn werk doet.

    Natuurlijke voeding geven
    Voed uw hond of kat tijdens het ontgiften met zo natuurlijk mogelijke producten. Is uw huisdier dit niet gewoon, dan moet hier een korte aanpassingsperiode aan voorafgaan. Abrupte veranderingen in het voedingspatroon zorgen bij huisdieren voor spijsverteringsproblemen. Verminder de hoeveelheid van het oude voer geleidelijk door er elke dag een grotere hoeveelheid vers eten mee te mengen.

    Tijdens de detoxkuur kunt u vlees en vis geven in combinatie met gestoomde groenten en bruine rijst. Tonijn en sardines uit blik zijn niet goed omdat hier zout aan werd toegevoegd. Het vlees kan ook het best rauw worden gegeven omdat dit is afgestemd op hun natuurlijke vertering.

    Geef niet teveel granen (normaal rijkelijk aanwezig in dierenvoeding) omdat deze het maagzuur te basisch maken zodat wormen, bacteriën en virussen niet meer op natuurlijk manier kunnen worden afgebroken.

    Probeer het menu ook zoveel mogelijk te variëren om tekorten te voorkomen.

    Porties verminderen
    Bij een ontgiftingskuur is het noodzakelijk dat u de hoeveelheid eten drastisch vermindert. In natuurlijke voeding zitten trouwens veel meer voedingsstoffen dan in vele commerciële merken en dus zal uw hond of kat er ook veel minder van nodig hebben.

    Geen snoep of tafelrestjes
    Elk zichzelf respecterend baasje is ervan overtuigd dat hij zo’n kleine hoeveelheden snoep en tafelrestjes geeft dat die geen negatieve invloed op de hond of kat kunnen hebben (uiteraard bent u een uitzondering).

    Enkele stukjes charcuterie per week of een lepeltje pudding lijken voor ons inderdaad weinig. Vergeet echter niet dat het lichaam van veel dieren kleiner is dan het onze. Uw kat één keer per week enkele kleine stukjes pitavlees geven, is dus hetzelfde als zelf elke week een pita verorberen.

    Ook snoep kunt u het beste vermijden. De meeste hondensnoep is rijk aan suiker, vet en koolhydraten en zijn dus niet goed voor uw huisdier. Uw hond of kat zal er waarschijnlijk niets op tegen hebben indien u hem een stukje rauw vlees geeft in plaats van een koekje.

    Hetzelfde geldt ook voor knaagdieren en vogels. Koekjes en kräckers zitten boordevol suiker en koolhydraten en mogen alleen sporadisch gegeven worden. Geef hen eerder een stukje vers fruit in de plaats.

    Tijdens een detoxkuur zijn alle deze lekkernijen verboden.

    Vasten
    Vele baasjes zullen hier waarschijnlijk geschokt reageren omdat het geven van eten voor veel mensen gelijkstaat aan het geven van liefde. Uw huisdier geregeld een dagje laten vasten is echter heel efficiënt om het lichaam van uw hond of kat van afvalstoffen te ontdoen. Door te vasten worden de spijsverteringsorganen op rust gezet en kan het lichaam zich concentreren op het ontgiften en herstellen van opgelopen schade.

    Doe dit echter niet bij knaagdieren, want bij hen kan vasten levensbedreigend zijn! De spijsvertering van een cavia verschilt met dat van andere dieren. Als het een dag lang niets te eten heeft gekregen, ‘herinnert’ hun lichaam niet meer hoe het moet verteren en valt hun spijsvertering voor altijd stil met de dood als gevolg.

    Aloë Vera
    Door tijdens de detox-kuur Aloë Vera te geven, wordt het lichaam extra gereinigd en hersteld. Aloë Vera wordt al duizenden jaren als medicinale plant gebruikt, zowel bij mensen als dieren. Het heeft de volgende voordelen:
    • Ontgift het lichaam
    • Verbetert de spijsvertering
    • Regelt de galafscheiding
    • Vermindert de opstapeling van lichaamsvet
    • Verbetert de darmwerking
    • Verbetert de bloeddruk
    • Voorkomt en geneest maagzweren
    • Voorkomt en geneest artritis
    • Voorkomt en geneest gewrichtsontstekingen

    Meng enkele theelepels Aloë Vera-sap onder de maaltijd of in het drinkwater van uw huisdier. De meeste dieren zijn gek op de smaak van deze plant en zullen het met plezier opdrinken.

    U vindt Aloë Vera-sap in diëetwinkels of op het Internet.

    U kunt Aloë Vera ook thuis kweken. U kunt deze plant aan cavia’s, konijnen en hamsters geven. Ze vinden het heerlijk om op te knabbelen en bovendien helpt het om hun lichaam en bloed te reinigen. Hebt u geen Aloë Vera plant voorhanden, dan kunt u ook enkele theelepels van het sap met het drinkwater mengen.

    Kelp
    Zeewier (vooral kelp en fucus) helpt bij de afvoer van gifstoffen en het bevordert de activiteit van de darmflora. Zeewier is rijk aan jodium. Het bevat ook veel sporenelementen die noodzakelijk zijn voor een goede stofwisseling (koper, chroom, zink, mangaan, selenium).

    Zeewier kunt u in gedroogde en gemalen vorm toevoegen aan het eten van uw huisdier. Het merk Zowiera heeft gedroogd en vloeibaar zeewier in zijn assortiment voor zowel honden, katten, paarden, duiven, papegaaien en siervogels.

    Echinacea
    Enkele druppels Echinacea in het drinkwater of het voedsel helpt om het bloed te reinigen. Bovendien versterkt Echinacea het immuunstysteem van uw huisdier. U kunt het gewoon bij de apotheker kopen. De Echinacea die wordt gebruikt voor mensen is ook goed voor dieren. Let alleen wel op dat u niet dezelfde hoeveelheid geeft.

    Antioxidanten
    Antioxidanten zijn belangrijk om vrije radicalen te bestrijden en om de weefsels te herstellen. Er zijn vele soorten antioxidanten. Enkele van de bekendste zijn CoEnzyme Q10, lycopeen, Vitamine E en Vitamine C.

    Kwalitatieve merken van dierenvoeding (zoals Almo Nature ) bevatten een grote hoeveelheid antioxidanten en zijn bovendien van hoogwaardige en biologisch geteelde voedingsmiddelen gemaakt. U kunt eventueel ook een extra portie antioxidanten voor dieren toevoegen (bv. VivoZeolite ).

    Andere
    De bovenstaande voedingssupplementen kunnen eventueel worden gecombineerd met propolis, grapefruitzaden, bijenpollen, hypericum, calendula, zoethout, paardebloem, colloidaal zilver, druivenpitolie en brandnetelthee.

    Detox-producten voor dieren
    Detoxproducten voor dieren zijn nog niet zo bekend en zijn dus ook niet gemakkelijk te verkrijgen. Volgende formules werden speciaal voor huisdieren ontwikkeld en kunt u het beste via het Internet bestellen:
    • Cell-Pet en Cell-Vet
    • PetAlive Detox Plus
    • Animals Apawthecary Detox Blend
    • Natural Canine World Herbs Pet Detox
    • Urban Wolf (voor honden) en Urban King (voor kitten)
    • Only Natural Pet Blood & System Herbal Formula

    Indien u één van deze speciale formules voor detox gebruikt, hoeft u geen andere voedingssupplementen bij te geven.

    Als u zich aan de regels in dit artikel houdt, zal uw huisdier binnenkort zijn tweede jeugd beleven. Bestaande ongemakken, zoals huid- en verteringsproblemen, zullen na 1 à 2 maanden verdwenen zijn.


    540986696vxlecrph1wx.jpg

    19-11-2008 om 18:50 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waterproblemen bij je aquarium

    Waterproblemen bij je aquarium


    Infoteur: Senna0 (http://senna0.infoteur.nl)
    Categorie: Dier en natuur / Vissen
    Bron: http://www.infonu.nl

    Het houden van een aqurium is niet altijd even gemakkelijk. Vaak kunnen er door kleine afwijkingen in de waterkwaliteit al flinke problemen in je aquarium optreden, hierdoor kunnen je vissen in conditie achteruit gaan. Hieronder geef ik enkele situaties aan die kunnen ontstaan in je aquarium en wat hiervan de oorzaak is, maar nog belangrijker hoe dat je dit probleem in je aquarium kan oplossen.

    Het water is troebel

    • Oorzaak: Massale ontwikkeling van zweefalgen, dode vissen of slakken, opgewoelde of gistende bodem,overmatige voedering of een overbelast filter.
    • Oplossing: Zweefalgen kun je bestrijden met een UV-apparaat. Filtermateriaal vaker verversen en eventueel filterkool toevoegen. Of met preparaten uit de aquariumhandel.

    Grijs, vettig vlies op het water

    • Oorzaak: Bacteriegroei door te weinig waterbeweging.
    • Oplossing: Gedeeltelijke waterverversing, gebruik waterbehandelingsmiddel; speciale oppervlak-afzuiger voor het filter monteren; filteruitstroom zo instellen dat het oppervlak wordt opengebroken.

    Water ruikt muf, naar rotting

    • Oorzaak: Rottende bodem; te weinig waterverversing; oud filtermateriaal.
    • Oplossing: Bodem zo nodig vervangen; vaker het water verversen; filtermateriaal vervangen of eventueel een filterkool toevoegen.

    Geelbruin water

    • Oorzaak: Te veel uitscheidingsproducten en/of humuszuren en looistoffen.
    • Oplossing: Gedeeltelijke waterverversing; regelmatige controle van de PH, nitriet en nitraatwaarden. Een koolfilter neemt de verkleuring wel weg, maar niet alle schadelijke stoffen.

    Bruinzwarte bodem, waaruit stinkende bellen opstijgen; planten rotten van onderen af en wortels worden zwart

    • Oorzaak: Verkeerde bodemsamenstelling; rottende stoffen (turf, potaarde); te fijn grind; of te dikke laag daarvan, zodat de bodem dichtslaat.
    • Oplossing: Bodem vervangen; gebruik dan grind van 3-5 mm korrelgrootte, in een 7 cm dikke laag. Voeg aquariumplantenmest toe.

    Slakken gaan dood

    • Oorzaak: Medicijnen of schadelijke toevoegingen aan het water; slakkenetende vissen.
    • Oplossing: Watereigenschappen controleren en zo nodig verbeteren. Slakken uit de bak halen voordat je eventuele medicijnen aan je bak toevoegd.

    Te zuur water

    • Oorzaak: Te lage KH waarde, te veel zuurvormers, te veel CO2.
    • Oplossing: Gedeeltelijke waterverversing, sterke beluchting. CO2 continumeter aanschaffen.

    Te basisch water

    • Oorzaak: Te veel hardheidsvormers, kalkhoudend decoratiemateriaal, te hard leidingwater.
    • Oplossing: Gedeeltelijke waterverversing met volledig ontzout water, tot de KH waarde 3 bedraagt. Over turf filteren en eventueel turfextract toevoegen.


    Artikel informatie

    Infoteur: Senna0 (http://senna0.infoteur.nl)
    Gepubliceerd: 18-11-2008
    Rubriek: Dier en natuur (http://dier-en-natuur.infonu.nl)
    Subrubriek: Vissen (http://dier-en-natuur.infonu.nl/vissen/)


    aquarium.gif

    19-11-2008 om 18:46 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Lachduif: een vrolijke vogel

    De Lachduif: een vrolijke vogel


    Infoteur: Claire (http://claire.infoteur.nl)
    Categorie: Dier en natuur / Vogels
    Bron: http://www.infonu.nl

    De lachduif heeft vele liefhebbers en fokkers. Het zijn leuke vogels om te zien en makkelijk in de omgang. Ze broeden zelfs eitjes uit van andere duiven. Een must voor vogelliefhebbers die nog plaats hebben in een voilère en op zoek zijn naar gezellige gezelschapsdieren.

    Naam

    • Latijn: Streptopelia risoria
    • Engels: Barbary Dove
    • Frans: Tourterelle domestique
    • Duits: Nordafrikanische Lachtaube
    • Spaans: tórtola doméstica

    Taxonomische indeling

    • Rijk: Animalia (dieren)
    • Stam: Chordate (chordadieren)
    • Klasse: Aves (vogels)
    • Orde: Columbiformes (duifachtigen)
    • Familie: Columbidae (duiven en tortels)
    • Geslacht: streptopelia


    Uiterlijke kenmerken

    De lachduif is gekweekt in verschillende kleuren, waaronder roodbruin, effen wit, bont en isabel, grijs, ivoor. De kleuren pastel en crème-ino en pastel waren al bekend in de 16e eeuw, ondertussen zijn er meer dan 15 kleurschakeringen. Daarnaast kan een lachduif ook zijdevederig, gefriseerd of gekuifd zijn. De lachduif is een vrij slanke vogel met een lange staart. In zijn nek heeft hij een zwart bandje lopen, die omgeven is door een witte zoom. De snavel is zwartgrijs, de poten purperrood en de nagels zijn donker hoornkleurig tot zwart. De grootte van de lachduif is ongeveer 23 centimeter, met de staart erbij 30 centimeter. Het verschil tussen doffer (mannetje) en duivin (vrouwtje) is niet eenvoudig te zien.

    Keuringseisen

    Lachduiven worden vaak tentoongesteld en gekeurd. Er zijn vele eisen die aan het uiterlijk van de duif gesteld worden. Hier de meeste op een rij:
    • De kop moet regelmatige rond zijn, er mogen geen scherpe hoeken te zien zijn op het voor- en achterhoofd.
    • De neklijn en halslijn moeten vloeiend overlopen in de ruglijn en borstlijn
    • De borst moet rond en breed zijn.
    • De vleugels moeten strak tegen het lichaam gedragen worden.
    • De tenen mogen geen verkrommingen vertonen, op een stok moeten alle tenen de stok omklemmen.
    • De snavel moet eerder langer zijn dan kort, en de snavellijn moet door het oog lopen.
    • De bovensnavel hoort gekromd en puntig te zijn.
    • De onder- en bovensnavel horen goed op elkaar aan te sluiten.
    • De keeluitsnijding moet een gladde gebogen lijn vormen.
    • De slagpennen horen gedekt te zijn door de dekveren en mogen niet boven de rug uitsteken.
    • De veren horen in goede conditie te zijn en mogen geen slijtage vertonen. De verendeken moet goed aangesloten en strak gedragen worden.
    • De witte omzoming om de zwarte nekband hoort aan de bovenkant breder te zijn dan aan de onderkant.
    • De ogen moeten helder zijn en de veren horen schoon te zijn.
    • De vogel mag geen lichamelijke gebreken en tekortkomingen hebben, evenals vergroeiingen van de snavel en snijranden en schubvorming op de poten.

    Geschiedenis

    De lachduif is niet zoals veel mensen denken dat de lachduif de gedomesticeerde vorm is van de Turkse tortelduif, maar dit is niet waar. De lachduif komt oorspronkelijk uit Afrika en is verwant aan de Noord-Afrikaanse tortelduif. Ondertussen houdt men de lachduif al 2000 tot 3000 jaar en zijn er veel liefhebbers die deze vogel fokken. De laatste 50 jaar is er biologisch onderzoek gedaan naar het voortplantingsgedrag van deze vogelsoort. Ook zijn er door de jaren heen steeds meer kleurschakeringen bijgekomen. De lachduif dankt zijn naam aan het lachende geluid dat hij maakt wanneer hij opgewonden is.

    Voedsel

    Goed voedsel voor de lachduif bestaat uit een zaadmengsel, zoals tortelduivenvoer aangevuld met een mengsel voor kleine tropische vogels. Belangrijk is dat de lachduif beschikking heeft over grit, dit is namelijk goed voor zijn spijsvertering. Grit bestaat onder andere uit gemalen schelpjes en voorziet de vogel van kalk. Voor lachduiven is het aan te raden om volièregrit of vogelgrit te nemen, want duivengrit is bedoeld voor postduiven en om die reden te grof. Als de lachduiven gaan broeden, moet de voeding worden aangepast. Het gewone tortelduivenvoer volstaat dan niet meer. Om tegemoet te komen aan de grotere eiwitbehoefte van de duivinnen is het verstandig om parkietenkrachtvoer of duivenkorrels te geven. Een lachduif mag af en toe ook wat groenvoer, zoals muur. Uiteraard is de beschikking over vers drinkwater belangrijk voor de duif. Vooral een drinkflesje is dan handig, omdat het water dan niet snel vuil wordt.

    Voortplanting

    Lachduiven zijn erg gemakkelijk te kweken, vereist is natuurlijk wel dat er een mannetje en een vrouwtje bij elkaar worden gezet. Er moeten ook geschikte nestmogelijkheden zijn. Zijn deze er niet, dan worden de eieren op de grond of in de voerbak gelegd en uitgebroed. Een bakje van 20 bij 20 centimeter met een opstaande rand is voor de duivin en goede plek om haar eitjes te leggen. Ze legt per keer twee eitjes. Deze breken na 14 dagen open, de jongen worden door beide ouders gevoerd met melk dat geproduceerd wordt in de krop. De jongen groeien snel op: na 15 dagen hebben ze al hun veren en een paar dagen later kunnen zij het nest al verlaten. Een week daarna zijn ze zelfstandig. Verstandig is om de jongen dan bij de ouders weg te halen. Hoewel de lachduif bekend staat om zijn vriendelijke karakter, kan de doffer agressief reageren naar zijn kroost. Een lachduif kan ook eitjes van
    andere duiven uitbroeden.

    In het wild

    Lachduiven horen niet in het wild voor te komen. Witte lachduiven worden echter vaak gebruikt bij feestelijke gebeurtenissen, waarbij zij los worden gelaten. De lachduif kan niet overleven in het wild, omdat ze over het algemeen niet gewend zijn aan het klimaat, ze geen angst kennen voor roofdieren en geen voedsel kunnen vinden.

    Artikel informatie

    Infoteur: Claire (http://claire.infoteur.nl)
    Gepubliceerd: 16-11-2008
    Rubriek: Dier en natuur (http://dier-en-natuur.infonu.nl)
    Subrubriek: Vogels (http://dier-en-natuur.infonu.nl/vogels/)

    19-11-2008 om 18:44 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hij lijkt niet op een hond, maar is het toch !
    Boshond Te bezichtingen in: Planckendael


    Dier in beeld Uitleg dier
    Diersoort: Boshond ( Speothos )
    Familie: Hondachtigen ( Canidae )
    Orde: Roofdieren ( Carnivora )
    Klasse: Zoogdieren ( Mammalia )

    Biotoop: Bossen en vochtige savanne van Zuid-Amerika (Panama, Colombië, Paraguay, Guyana’s, Brazilië, Bolivië, Oost-Peru en Noord-Argentinië)
    Verspreidingsgebied: Ze leven in de wouden en beboste steppen van noordelijk Zuid-Amerika.
    Gem. grootte: Hoogte: 30 – 50 cm en lengte: 60 – 70 cm
    Gem. gewicht: 6 kg
    Gem. levensduur: Max 10 jaar
    Geslachtsrijp: 10 - 12 maanden
    Paartijd: In de natuur: regenseizoen ; in de zoo : niet seizoensgebonden, gans het jaar
    Draagtijd: 67 dagen
    Jongen / worp: Van 1 tot 6 jongen, gemiddeld 3-4
    Leefgewoontes: Ze jagen meestal overdag in groepen van maximaal tien dieren. Door deze samenwerking kunnen ze ook een grotere prooi pakken.
    Speciale eigenschap: Boshonden zijn goede gravers. Hij leeft o.a. graag in holen, die door gordeldieren zijn verlaten. Het zijn ook de beste zwemmers en duikers van alle wilde honden: ze hebben zwemvliezen tussen de tenen. Ze markeren hun territorium: mannetjes doen dat door “hun pootjes op te heffen”, vrouwtjes “door een handstand te doen tegen de boom”
    Voedsel in de natuur: Zoogdieren: capybara’s, agouti’s, paca’s en vissen
    Voedsel in de zoo: Ratten, kuikens en makreel
    Status: Kwetsbaar door woudkap

                  Zoo Antwerpen

    19-11-2008 om 16:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Driebandanemoonvis

    Driebandanemoonvis Te bezichtingen in: ZOO Antwerpen


    Dier in beeld



    Diersoort: Driebandanemoonvis ( Amphiprion ocellaris )
    Familie: Rifbaarzen ( Pomacentridae )
    Orde: Baarsachtigen ( Perciformes )
    Klasse: Vissen ( Pisces )

    Biotoop: Koraalriffen
    Verspreidingsgebied: Oostelijke Indische Oceaan, Indo-Australische Archipel, Filippijnen, Ryukyu-eilanden, Zuid-Japan, Zuid-Chinese Zee
    Gem. grootte: Vrouwtjes ca. 11 cm, mannetjes ca. 8 cm.
    Geslachtsrijp: Bij 1 jaar
    Draagtijd: 7 tot 10 dagen voordat de eieren uitkomen. Dit is afhankelijk van de watertemperatuur.
    Jongen / worp: Gewoonlijk enkele honderden per nest.
    Leefgewoontes: De clownvis leeft samen met sommige zeeanemonen in ondiepe lagunes. Zonder deze anemonen sterven ze of worden ze opgegeten. Daarom zoeken ze bescherming in de anemonen wanneer ze zich bedreigd voelen. Een gewone familiegroep bestaat uit 1 vrouwtje, 1 dominant mannetje en enkele jongen. Ze zijn erg territoriaal.
    Speciale eigenschap: De anemoonvis kan van geslacht veranderen. Alle anemoonvisjes ontwikkelen zich eerst tot mannetjes. Indien nodig, wanneer het vrouwtje sterft, kan het dominante mannetje zich omvormen tot vrouwtje. Een ander mannetje wordt dan het dominante mannetje.
    Voedsel in de natuur: Allerlei kleine plantjes en diertjes die op de bodem leven en plankton.
    Voedselin de zoo: Krill, aasgarnaaltjes en plankton.
    Status: Niet bedreigd
                 

    Zoo Antwerpen

    18-11-2008 om 21:00 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tralenschildpad
    tralenschildpad Te bezichtingen in: ZOO Antwerpen


    Dier in beeld Uitleg dier
    Diersoort: Stralenschildpad ( Asterochelys radiata )
    Familie: Landschildpadden ( Testunidae )
    Orde: Schildpadden ( Chelonia )
    Klasse: Reptielen ( Reptilia )

    Biotoop: Bossen met droge zones die rijk zijn aan acacia’s en sparren.
    Verspreidingsgebied: Zuidwest Madagascar
    Gem. grootte: 38 cm
    Gem. gewicht: 13 kg
    Gem. levensduur: 70 - 90 jaar
    Geslachtsrijp: 15 jaar
    Paartijd: september tot maart
    Draagtijd: 10 tot 12 maanden broeden
    Jongen / worp: 8 tot 15 eieren
    Leefgewoontes: De stralenschildpad is actief op regenachtige dagen en ‘s ochtends, voor de hitte. De rest van de tijd is hij zeer rustig.
    Speciale eigenschap: Deze soort wordt bedreigd door zijn populariteit als huisdier. Er is een bloeiende handel in deze dieren. Ook is de soort een culinaire lekkernij in Madagascar, al is er gelukkig een deel van de bevolking die het dier als heilig aanziet.
    Voedsel in de natuur: planteneter, af en toe ook kleine insecten
    Voedselin de zoo: Een mengeling van groenten zoals andijvie, witloof en andere seizoensgroenten.
    Status: Bedreigd door de handel (de overeenkomst van Washington)
                   

    Zoo Antwerpen

    18-11-2008 om 20:59 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maranon pijlgifkikker
    Het uiterlijk is heel mooi, de naam iets minder... Oordeel zelf maar :

    Maranon pijlgifkikker Te bezichtingen in: ZOO Antwerpen


    Dier in beeld Uitleg dier
    Diersoort: Maranon pijlgifkikker ( Dendrobates mysteriosus )
    Familie: Pijlgifkikkers ( Dendrobatidae )
    Orde: Kikkers en padden ( Anura )
    Klasse: Amfibieën ( Amphibia )

    Biotoop: Steile hellingen, drogere gedeelte van het regenwoud op circa 900 m.
    Verspreidingsgebied: Noord- Peru, op 600–1200 m hoogte. Er zijn nog maar twee vindplaatsen van de Maranon pijlgifkikker bekend.
    Gem. grootte: 25-27 mm
    Leefgewoontes: Zoals de meeste pijlgifkikkers, is ook deze soort door de dag actief.
    Speciale eigenschap: De Maranon pijlgifkikker leeft in bromelia's op bomen op circa 10 meter hoogte. Mannetjes en vrouwtjes zijn even groot en de mannetjes zijn goed te herkennen aan de grote keelzak nadat zij geroepen hebben. Het is een chocoladebruine kikker met ronde witte vlekken, die hier en daar in elkaar kunnen overvloeien.
    Voedsel in de natuur: Fruitvliegen, sprinkhanen, krekels en pissebedden.
    Voedselin de zoo: Fruitvliegen
    Status: Bedreigd


    18-11-2008 om 20:57 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gezellig huisje voor 't Lieveheersbeestje (Yradja)

    Lieveheersbeestjeshuis keramiek

    Lieveheersbeestjes zijn echte bladluizeneters. Zij kunnen wel 100 bladluizen per dag opeten. Een goede reden om het de lieveheersbeestjes in de tuin naar hun zin te maken. Om deze mooie, nuttige insecten naar onze tuin te lokken kun je gebruik maken van deze zeer decoratieve, veilige en droge nestkast. De lieveheersbeestjes zullen dit huis gebruiken voor overwintering en schuilplaats. Het huisje is zo ontworpen dat lieveheersbeestjes hier gemakkelijk toegang tot hebben. Tevens worden veel concurrenten en roofdiertjes buiten gehouden.

    Snij een punt aan een stok van bv snoeihout, zet het huisje erop. Plaats het naast planten (rozen) waarop bladluizen werden gezien. Om het de lieveheersbeestjes helemaal naar hun zin te maken, is het raadzaam enkele losse bladeren, wat stro of rolletjes golfkarton in het huisje te stoppen.

    Kleur: pot is licht grijs, het afneembare deksel rood/bruin of blauw geglazuurd.
    Hoogte: 18 cm. Diameter van het huisje 9 cm. Diameter van het deksel: 14cm

    De in een Nederlandse pottenbakkerij met de hand gedraaide lieveheersbeestjeshuisjes worden na afwerking en droging op 1200 °C gebakken. Daardoor is het huisje keihard, waterdicht en vorstbestendig en kunnen deze nuttige kunstwerkjes het jaar door buiten de tuin sieren.
    De geglazuurde lieveheersbeesthuisjes worden in de gasoven op 1265 °C reducerend gestookt waardoor er vaak prachtige kleuren ontstaan. Zo is elke met de hand gemaakte lieveheersbeestjespot uniek.
    Het is een veilige schuilplaats voor dieren maar ook zeer decoratief in de tuin. Elk huisje is een stukje nuttige en zeer mooie tuinkunst op zich waar de tuinbezoekers zeker even bij stil zullen staan.

    Bron : Tuinadvies

    Lieveheersbeestjeshuis keramiek -
    Lieveheersbeestje

    17-11-2008 om 14:57 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.garfield
    Garfield E-Comic by Jim Davis


    17-11-2008 om 14:55 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Democratische vissen
    Democratische vissen
    SAMENVATTING
    Met de Amerikaanse verkiezingen nog vers in het geheugen, richtte de Zweedse bioloog David Sumpter zich alweer op een ander democratisch besluit. Stekelbaarsjes die een nieuwe leider kiezen, gaan namelijk unaniem voor de meest aantrekkelijke kandidaat. En hoe groter de groep vissen, hoe sterker hun voorkeur wordt.

    Stekelbaarsjes leven in scholen. Binnen zo’n groep visjes komt het regelmatig voor dat er beslissingen moeten worden genomen. Welke kant gaan we bijvoorbeeld op bij een kruising? In dit soort situaties kiest een schooltje stekelbaarsjes zelf zijn leider. De vissen maken deze keuze op basis van uiterlijke kenmerken, deze zeggen namelijk iets over de gezondheid en fitness van een kandidaat. Zo is een dikke buik een indicatie dat het stekelbaarsje goed is in het verzamelen van voedsel. Stippen op de huid kunnen duiden op een infectie, waardoor de vis minder kans maakt om verkozen te worden. Bij het kiezen van een leider gaan stekelbaarsjes unaniem voor de meest aantrekkelijke kandidaat. Een democratisch besluit.

    Stekelbaarsjes kiezen hun leider op basis van uiterlijke kenmerken. Welk van deze visjes is de beste kandidaat? Foto: Jolyon Faria en Alex Poll



    Subtiele verschillen
    De Zweedse bioloog David Sumpter praat liever over consensus. Dit is een algemene beslissing waarbij alle beschikbare informatie door elk individu zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt. Het idee van het begrip consensus komt uit de achttiende eeuw van de Franse filosoof Condorcet. Hij was ook de man die liet zien dat een jury bij rechtszaken een betere beslissing tussen ‘schuldig’ en ‘onschuldig’ kan maken, wanneer zij met meerdere personen zijn. De kans dat de meerderheid van een groep de juiste beslissing neemt, is groter dan de kans dat één persoon de juiste beslissing neemt. Speelt dit kanseffect ook mee wanneer stekelbaarsjes een leider kiezen?

    Om dat te testen, zette Sumpter verschillende trials op, waarin 1, 2, 4 of 8 stekelbaarsjes moesten kiezen tussen twee replica’s, een aantrekkelijke en een minder aantrekkelijke leider. In een grotere groep hebben de vissen een sterkere voorkeur voor de meest aantrekkelijke kandidaat. Volgens Sumpter kunnen de stekelbaarsjes, als zij met meer zijn, beter onderscheid maken tussen de subtiele verschillen tussen replica’s. In een grotere school maken de visjes dus eerder de juiste beslissing, maar dit gebeurt zeker niet bewust. Stekelbaarsjes bereiken consensus door een hele simpele regel.



    Visverkiezingen
    Sommige vissen in een school zien direct welke van de twee replica’s de meest aantrekkelijke leider is. Deze stekelbaarsjes slaan linksaf. Andere vissen maken een foute inschatting en gaan daardoor de verkeerde kant op, rechtsaf dus. De achtergebleven stekelbaarsjes houden als het ware bij hoeveel van hun groepsgenoten linksaf zijn geslagen en hoeveel juist rechtsaf. Deze besluitloze visjes volgen uiteindelijk gewoon de meerderheid. Dit verklaart ook waarom, in sommige gevallen, bijna alle stekelbaarsjes achter de minst aantrekkelijke kandidaat aangaan. In de visverkiezingen geldt: als er maar genoeg soortgenoten dezelfde keus maken, volgt de rest vanzelf.

    (Kennislink.nl)

    17-11-2008 om 14:53 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Splitsende stekelbaarzen
    Een beetje wetenschappen over dieren mag toch ook wel eens, hé? Nog een fijne dag gewenst voor mens én dier ! Ciska

    Splitsende stekelbaarzen
    SAMENVATTING
    Hoe kunnen uit één populatie stekelbaarzen twee aparte soorten ontstaan? In de afgelopen twee jaar hebben evolutiebiologen bewezen dat soortsvorming zonder geografische barrière theoretisch mogelijk is. Evolutiebioloog Sarah Kraak geeft een overzicht.

    Er zijn voorbeelden te over van een soort die zich splitst doordat twee populaties duizenden jaren apart van elkaar leefden - gescheiden door water of een bergrug. Charles Darwin leerde ons dat schildpadden- en plantensoorten zich konden splitsen doordat ze op verschillende eilanden leefden.
    Zelfs de mens zou zo zijn ontstaan. Aanhangers van de ‘East Side Story’ denken dat de voorouders van de mens geïsoleerd werden door het ontstaan van de Saraha. De voorvaderen van de mens bleven aan de oostkant, terwijl de chimpansee-voorouders zich afzonderden ten zuiden van de Sahara.
    Een soort kan zich echter ook splitsen zonder geografische afzondering. In 1984 ontdekte de Canadese vissenbioloog Don McPhail een soortenpaar van de driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus). In Enos Lake, een meer op het Vancouver Island aan de westkust van Canada, leven twee vormen van de driedoornige stekelbaars vredig naast elkaar. De zogenoemde benthische vorm is gespecialiseerd op voedsel dat in en op de bodem leeft en de andere, de limnetische vorm, op voedsel dat in de waterkolom leeft. Deze twee stekelbaarsvormen staan op de grens van twee aparte soorten.

    Geen hybride
    Beide stekelbaarstypen zijn wat betreft hun lichaamsvorm door natuurlijke selectie aangepast aan de verschillende foerageer-methoden. De benthische stekelbaars heeft een hoog lichaam om beter te kunnen manoeuvreren tussen de planten, en een korte brede mond om de grotere prooidieren te kunnen verorberen. De limnetische vorm heeft een smaller gestroomlijnd lichaam om beter door het water te kunnen schieten, grotere ogen om beter te kunnen zien, en een lange dunne ‘snuit’ om water met plankton te kunnen opzuigen.

    In de jaren die volgden op deze eerste ontdekking, ontdekten McPhail en collega’s dergelijke soortenparen in nog vijf andere meren in de omgeving van Vancouver. Zij maakten aannemelijk dat het echt om twee soorten gaat. Tussenvormen zagen ze nauwelijks; slechts één procent van de stekelbaarzen in die meren bleek hybride.
    Ook vonden de Canadezen dat alle benthische vissen slechts één variant van een bepaald gen bezitten, terwijl de limnetische vissen meerdere allelen van dat gen kennen. Bovendien, als de onderzoekers de jonge visjes onder identieke omstandigheden opvoeden, wordt het nageslacht van benthische ouders altijd van het benthische fenotype. Hetzelfde geldt voor de limnetische vorm.
    Al in het midden van de twintigste eeuw benadrukte evolutiebioloog Ernst Mayr dat een soort zich zonder geografische barrière niet in twee soorten zou opsplitsen. Zolang alle individuen met elkaar kunnen voortplanten, zullen immers de aan verschillende niches aangepaste allelcombinaties steeds weer recombineren. Mayr veronderstelde dat alleen allopatrische soortsvorming mogelijk was: als twee populaties door bijvoorbeeld een bergrug van elkaar gescheiden leven, kunnen ze elk in een eigen richting divergeren zonder dat hun allelen elke generatie gemengd worden.

    Paren
    Inmiddels bestaat al wel een verklaring voor het niet meer paren van eenmaal gesplitste soorten. In de jaren negentig vonden Dolph Schluter en collega’s hoe de twee stekelbaarssoorten in de natuur uitelkaar gehouden worden. Hybriden kunnen in het lab normaal overleven. In de natuur kunnen de tussenvormen niet met de limnetische vorm concurreren om plankton. Maar het bodemvoedsel gaat ook hun neus voorbij, dat gaat naar de breedgebekte benthische vorm.
    De intermediaire lichaamsvorm is dus in het nadeel. Bovendien paren de stekelbaarzen bij voorkeur met ‘vormgenoten’, waarbij ze zich baseren op lichaamsvorm. Dat is ook logisch: daardoor voorkomen de vissen dat ze ‘onfitte’ hybriden produceren. Zo blijven de twee vormen ‘reproductief geïsoleerd’.
    Een verklaring voor het ontstáán van sympatrische soorten ontbreekt nog. Tenminste, voorlopig. De Canadese stekelbaarsonderzoekers konden moeilijk verklaren hoe maar liefst zes keer een soort zich in tweeën had kunnen splitsen. In 1993 kwam Don McPhail met het allopatrische ‘double invasion’-scenario (zie kader). Deze hypothese zou ook verklaren waarom slechts zes meren soortenparen hebben, terwijl in alle andere meren slechts één soort voorkomt.
    McPhail voerde wat geologische aanwijzingen voor zijn hypothese aan, maar ze is nooit aan uitgebreid onderzoek onderworpen. Moleculair-genetische gegevens sluiten noch de sympatrische noch de allopatrische hypothese uit.




    Voedsel
    De hegemonie van Mayrs allopatrische soortsvorming brokkelt nu snel af. Vorig jaar verschenen artikelen in Nature, met algemene wiskundige modellen die aantonen dat sympatrische soortsvorming toch makkelijker kan geschieden dan men dacht.
    Die artikelen behandelen complexe materie. De theoretische modellen gaan uit van bepaalde aannames. Bijvoorbeeld: stekelbaarzen kiezen hun partner op basis van lichaamsvorm. Nu is het zo dat de lichaamsvorm van die partner bepaalt hoe die vis zijn voedsel verkrijgt. De stekelbaarzen die voedsel op de bodem zoeken, paren bij voorkeur alleen met soortgenoten met een hoog lichaam - de benthische vorm dus. Zo kunnen de twee door elkaar heen levende populaties zich toch genetisch van elkaar verwijderen.
    Niet altijd wordt partnerkeuze bepaald door een eigenschap die de niche bepaalt (i.e. het gebruik van voedings- of omgevingsfactoren). Zo paren Afrikaanse cichliden bij voorkeur met een soortgenoot van de juiste kleur. Maar kleur is niet direct betrokken bij eigenschappen die zorgen voor niche-differentiatie. Bij stekelbaarzen is dat wel het geval: zij kiezen partners met een gelijke lichaamsvorm, één van de eigenschappen die een stekelbaars benthisch of limnetisch maakt.

    Deze twee vormen stekelbaarzen staan op de grens van twee aparte soorten. De bovenste eet alleen plankton. De onderste stekelbaars leeft alleen op de bodem en eet grotere dieren. Paren kunnen de vissen nog wel, maar dat doen ze niet in de natuur. Het levert hybriden op die met geen van beide typen om voedsel kunnen concurreren.



    Alternatieve verklaring
    Zelf heb ik in de groep van vissenbioloog Paul Hart (Universiteit van Leicester, Engeland) simulatiemodellen ontworpen om de soortsvorming bij stekelbaarzen te kunnen begrijpen. Die modellen laten zien dat sympatrische soortsvorming mogelijk is.
    Ook laten ze zien dat bij bepaalde aannames de kans daarop zeer laag is. Dit zou een alternatieve verklaring kunnen zijn voor het feit dat in Canada maar zo weinig meren twee soorten hebben.

    Nu blijkt dat sympatrische soortvorming theoretisch mogelijk is, ontstaat een nieuwe uitdaging. De post-Mayr-biologen moeten testen of sympatrische soortsvorming ook feitelijk heeft plaatsgevonden, van stekelbaarzen en hagedissen tot planten.
    Op basis van deze ‘sympatrische theorieën’ kunnen evolutiebiologen genetische en gedragspatronen in nu levende soorten voorspellen. Vervolgens kunnen empirici die voorspellingen toetsen.

    (NIBI - Kennislink - Nederland)

    17-11-2008 om 14:52 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 4)
     

    Puppies van 3 weken oud

    Wanneer komen de tanden door?
    Bij de geboorte zijn de tanden van de puppies nog niet te zien. Ze zitten nog onder het slijmvlies.. De eerste elementen van het melkgebit komen 3-4 weken na de geboorte door het slijmvlies te voorschijn.

    Tand Doorbraaktijdstip Melkgebit Wisseltijdstip Blijvend gebit



    Snijtanden 3 – 4 weken 3 – 5 maanden
    Haaktanden 3 – 5 weken 5 – 7 maanden
    Premolairen 4 – 12 weken 4 – 6 maanden
    Molairen
    4 – 7 maanden
    Doorkomen van melk- en blijvend gebit

    (zie verder de mail die ik hierover onlangs doorstuurde en neem ook eens een kijkje op Dierengebit.nl)

    Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:44 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 3)

    De overgangsfase: 10 - 21 dagen leeftijd


    De pups gaan rondkruipen
    De overgangsfase is de periode voorafgaand aan de socialisatiefase. De pups openen hun oogjes en gaan ook horen. De pups gaan een beetje op onderzoek uit en wennen geleidelijk aan de twee zintuigen (zien en horen) die ze erbij gekregen hebben.

    puppies drinken melk bij de moeder

    Wat eet een pup en waneer beginnen met voer?
    Een pup drinkt melk bij de moeder. Dit is vooral belangrijk omdat ze in de eerste dagen antilichamen tegen allerlei ziektes binnenkrijgen via de eerste moedermelk: het colostrum. Als de pup de tepel niet kan vinden leg de pup zijn mond om de tepel of probeer de mond zachtjes open te wrikken met je vinger en druk wat melk uit de tepel. Met als doel dat de pup de melk proeft en vervolgens zelf gaat drinken.
    Blikvoer voor puppies

      Wat eet een pup
    • Zorg dat de pup voldoende moedermelk krijgt, weeg de pups dagelijks om de groei in de gaten te houden.
    • Indien de pup pieperig blijft en de moeder niet voldoende melk geeft ga dan bijvoeren met puppymelk
    • Vanaf 3-4 weken kunt u beginnen met de puppies pap aan te bieden.
      Dit mag ad lib (onbeperkt) de puppies eten zoveel ze opkunnen of nodig hebben
    • Na een paar dagen kunt u blikvoer (puppyvoer) door de pap beginnen te mengen.
      Een paar dagen hierna kunt u stoppen met de pap en alleen nog blikvoer aanbieden
    • Vanaf 5-6 weken kunt u beginnen met naast het blikvoer brokjes aan te bieden.
      De kiezen beginnen dan door te komen en ze kunnen echt gaan bijten/kauwen Hoe vaak moet je een pup voeren
    • Biedt een pup tot 3 maanden leeftijd 4x per dag eten aan
    • Vanaf 3 maanden 3x per dag
    • Vanaf 6 maanden 2x per dag

    Ontwormen: begin al op 2 weken leeftijd
    Pups kunnen reeds in de baarmoeder besmet raken met wormen. Ook via de moedermelk kunnen de pups besmet raken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo'n 90-95% van de puppy's vlak na de geboorte al besmet is met wormen. Omdat een worminfectie de ontwikkeling van een pup nadelig kan beinvloeden is het van belang pups goed te ontwormen. Over het algemeen hebben volwassen honden zelf weinig last van een worminfectie. Zij vormen echter wel een besmettingsbron voor andere dieren en, belangrijker, voor uzelf. Daarom raden wij aan ook de volwassen honden 2x per jaar te ontwormen.Wij hanteren hiervoor het volgende schema:

    Pup

    Volwassen hond

    2 wkn

    4 wkn

    6 wkn

    8 wkn

    4mnd

    6 mnd

    1 jaar

    1,5 jaar

    2 jaar

    Etc.

    Ontwormen

    Mochten er zich in het huishouden hele jonge kinderen of een zwangere vrouw bevinden dan adviseren wij om vaker te ontwormen, namelijk elke 3 maanden.


    (wordt vervolgd) Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:43 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 2)

    De voorbereiding op de geboorte


    Voorbereiding
    Zorg voor een geschikte werpkist. Deze behoort ergens rustig en beschut te staan. Voorkom tocht en zorg dat er niet teveel afleiding voor de teef is. Een warmtelamp is ook ideaal als het koud is rondom de werpkist. Hang eventueel een thermometer in de de werpkist zodat je de temperatuur kunt controleren.

    Als dierenartsenadviseren wij puppyvoer van het merk Hills Pet Nutrition Voeding tijdens en na de dracht
    Zorg dat de moeder genoeg te eten krijgt tijdens de dracht om de ongeboren pups goed te laten groeien. Om melk te kunnen geven heeft ze na de bevalling veel energie nodig: dus voer nodig. De moederhond moet onbeperkt eten tot haar beschikking hebben (dit heet ad lib voeren). Het beste is om de teef al vanaf de 4e week van de dracht langzaam op puppyvoer over te zetten, meng het gedurende 1 week met het oude voer. Vanaf de 2e helft van de dracht (de 5e week) raden wij aan om alleen om alleen nog maar puppyvoer te geven. Gedurende het einde van de dracht en tijdens het zogen krijgt ze dan voer met een hoog energiegehalte. Een extra voordeel is, dat zodra de puppy's vast voer gaan eten kunnen ze mee kunnen eten met de moeder.

    Draagtijd
    Puppies worden geboren na een draagtijd van gemiddeld 9 weken (62 dagen, gemiddeld 59-63 dagen).

    De neonatale fase: 0 - 14 dagen leeftijd


    Bevalling van een pup, 1 dag oude pup, schoonlikken van een pup

    Doof en blind geboren
    De pups worden doof en blind geboren en blijven dit de eerste 10-14 dagen. Voelen en ruiken kunnen ze wel. Met hun tastzin en neus vinden zij de weg naar moeders tepel en leren zij haar geur en die van hun broertjes en zusjes (her)kennen.

    Wennen aan mensen
    Ook nemen ze in deze periode de mensengeur op. Deze fase is dus belangrijk voor de hond-mens binding. Houd de pups af en toe tegen u aan, maar laat niet te veel vreemde mensen bij de teef en haar kroost. Rust is in deze fase belangrijk.

    pup met navelstreng toelichting puppies drinken melk bij de moeder, het rode licht is an de warmtelamp

    Geboortegewicht
    Puppies wegen afhankelijk van het ras bij de geboorte tussen de 100 en de 500 gram. Iedere 2-3 uur drinken de puppy's melk bij de moeder. In de eerste dagen is het belangrijk om bij te houden of een pup goed groeit. Weeg daarom elke pup minstens 1x per dag, dan kun je zien of deze genoeg melk binnenkrijgt en goed aankomt. Maak bijvoorbeeld een lijst waarop je elke dag opschrijft hoeveel gram de pup is gegroeid.

    Hoe herkent u een hongerige pup
    Indien de pups erg pieperig zijn en niet aankomen qua gewicht, dan kan het zijn dat de moeder niet voldoende melk geeft. Het is dan van belang dat de puppies met puppymelk bij te voeren.

    Weeg elke dag de pup!

    Navelstreng
    Na de eerste dag begint de navelstreng steeds meer in te drogen. Ongeveer een week na de geboorte valt de navelstreng eraf.

    Oogjes open
    Op ongeveer 10 dagen gaan de oogjes en de oren open.



    Controleer de pup na de geboorte op een open gehemelte
    Zodra de pup geboren zijn moet u ze nakijken of er geen afwijkingen zijn. Kijk de pootjes goed na en controleer het gehemelte door de mond open te maken. Vaak wordt dit vergeten. De pup groeit niet en heeft moeite met het zuigen op de tepel of op de speen van het flesje. Kijk op de foto hieronder. Als u een vergelijkbaar beeld ziet als op de foto hieronder dan moet u met die pup naar uw dierenarts gaan!

    pup met een open gehemelte

    (wordt vervolgd) Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:42 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 1)
    De belangrijkste tijd in het leven van een hond is de socialisatieperiode, die de eerste maanden van zijn leven beslaat. De socialisatieperiode bestaat uit twee fasen. Alles wat hij in deze korte periode leert (of juist niet leert) bepaalt voor een groot deel zijn latere ervaringen. Hij leert hoe hij met zijn soortgenoten, andere dieren en mensen moet omgaan, maar ook went hij in deze tijd het gemakkelijkst aan vreemde geluiden of rare voorwerpen. Een pup die in deze periode weinig of niet te maken heeft gehad met al deze prikkels, zal op latere leeftijd altijd wat moeite blijven houden er aan te wennen. Dit kan zich uiten in diverse gedragsproblemen, zoals bijvoorbeeld agressie of angst. Alle reden dus om hier veel aandacht aan te besteden bij de opvoeding van uw nieuwe pup!

    De eerste socialisatiefase: 3 - 12 weken leeftijd

    Deze fase is een heel belangrijke periode in het leven van de pup. In deze periode moeten de pups de rest van de buitenwereld als normaal gaan beschouwen.

    Nieuwsgierig
    Ze maken kennis met van alles en iedereen en zijn onderzoekend en nieuwsgierig. In deze periode moeten de hondjes met een zo breed mogelijk menselijk als dierlijk publiek in aanraking komen.
    Dit is dan ook de goede periode om met je pup naar een hondenschool te gaan!

    Wennen aan prikkels
    Ook moeten ze leren dat allerlei prikkels als bv. lawaai van auto's, treinen, apparaten enz. niet eng is. Dit proces wordt socialisatie genoemd. De 1e solcialisatieperiode moet rustig gebeuren, anders krijgt de pup een overkill aan informatie en kan hij dat niet op de juiste manier verwerken. Het is prima om de pup op de arm te nemen en rustig te laten wennen aan de nieuwe prikkel(s). U merkt snel genoeg of uw pup angstig of nieuwsgierig is. In het eerste geval is uw hond nog niet toe aan de prikkel. In het tweede geval is de pup klaar om op de grond op verkenningstocht te gaan. Als het nog wat angstig is negeer uw angstige pup en troost het niet, want dan versterkt u de angst. Breng in een later stadium de pup opnieuw met de prikkel in aanraking, na een paar keer zal de hond de prikkel als normaal gaan beschouwen en er niet meer angstig voor zijn.

    De tweede socialisatiefase: 12 weken tot 6 maanden leeftijd


    Deze fase wordt ook wel angstfase genoemd.

    De nieuwsgierigheid die de 1e socialisatiefase kenmerkt, heeft plaatsgemaakt voor angst. De pup zal niet meer enthousiast de wereld tegemoet treden, maar juist terughoudend zijn en vluchtgedrag vertonen.

    Het herstelvermogen na een vervelende ervaring is lang en in deze fase is de kans dat de pup blijvend bang blijft voor bepaalde dingen groot. De hond moet leren, dat alle dingen waarmee hij al ooit geconfronteerd was voorheen, nu ook niet gevaarlijk zijn en dat er dus niets nieuws onder de zon is wat dat betreft.

    Het fnuikende van deze fase is dat uw pup weer gedesocialiseerd kan raken als deze het bovenstaande proces niet leert.




    (wordt vervolgd) Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:41 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soorten vogels in de tuin.
    We kennen ze ondertussen wel allemaal denk ik, maar toch... soms twijfel ik nog eens, daarom nog even 't geheugen opgefrist.

    Soorten vogels in de tuin.

    Tijdens de anders zo stille en doodse wintermaanden zorgen de vele soorten vogels toch voor heel wat leven in de Kijken en luisteren naar vogels vanachter het warme keukenraam met een kopje thee in de hand kan zeer rustgevend zijn.

    De volgende soorten vogels kan men tijdens de winter in de tuin aantreffen:

    • koolmees (Parus Major) Gele buik met zwarte lengtestreep, witte kaken met zwarte pluimen boven de ogen.

    • pimpelmees (Parus Caeruleus) De zwarte oogstreep en het blauw op de kop en vleugels vallen goed op.

    • staartmees (Aegithalos caudatus) Valt erg op door de zeer lange staart (8 tot 10 cm). Ze vertoeven meestal in groepjes.

    • kuifmees (Parus cristatus) De kuifmees is door het zwartwitte koppatroon met opvallende kuif  zeer eenvoudig van andere mezensoorten te onderscheiden.

    • boomklever (Sitta europaea) De  boomklever klimt schoksgewijs in bomen en klimt in alle richtingen.

    • winterkoning (Troglodytes Troglodytes) Zeer klein, zenuwachtig vogeltje. Kan zijn staartje opvallende rechtop zetten zoals op de foto.

    Goudhaantje (Regulus Regulus) een frequent bezoeker van tuinen waar veel naaldbomen staan, het kleinste vogeltje van Europa.

    • roodborstje (Erithacus Rubecula) Een vrij nieuwsgierig vogeltje die U bij Uw tuinwerk volgt.

    • huismus (Passer domesticus) Meest voorkomende mus.

    • ringmus (Passer montanus) Deze kun je onderscheiden van de huismus door de zwarte vlek op de wangen en de doorlopende grijze ring rond de nek.

    • heggenmus (Prunella modularis) Iets groter dan een huismus. Heeft een nogal verdoken levenswijze.

    • houtduif (Columba palumbus) De grootste inheemse duif. Ze hebben een opvallende witte halsring.

    • Turkse tortel (Streptopelia decaocto) Een klein duifje met fijn zwart bekje en zwarte halsring.

    • grote bonte specht (Dendrocopos major) Opvallende rode onderstaartdekveren.

    • vink (Fringilla Coelebs) Lijkt veel op een gewone mus maar heeft opvallende veel wit aan de vleugels.

    • groenling (Carduelis chloris) Groenachtige gele vogels die meestal in groep rondvliegen.

    • sijs (Carduelis spinus) De wijfjes van de Sijs zijn grijzig bruin, bijna zonder geel, behalve aan de staartbasis en gestreepte witachtige onderdelen. De mannetjes zijn geelgroen met een zwart petje en kin en veel geel in vleugel en staart.

    • merel (Turdus merula) De mannetjes zijn zwart en hebben hebben een oranje snavel. De vrouwtjes zijn bruin met bruine snavel.

    • zanglijster (Turdus philomelos) Net iets groter dan een merel met een bruine rug en witte borst met bruine vlekken.

    • spreeuw (Sturnus vulgaris) ± even groot als de merel. Zwart van kleur met opvallend gespikkelde rug en borst. Ze leven in groep.

    • ekster (Pica pica) Grote vogel met lange staart. Zwarte kop en vel wit aan de onderborst en vleugels.

    • kraai (Corvus corone) Nog groter dan de ekster. volledig zwart.

    • kauw (Corvus monedula) Kleiner dan de kraai met opvallende grijze hals.

    • Vlaamse gaai (Garrulus Glandarius) Even groot als de kauw met mooi opvallend blauw op de vleugels.



    Bron : Tuinadvies (Vossaert L.)


    15-11-2008 om 19:40 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Als je veel geduld hebt..
    Lieve vrienden, als jullie véél geduld hebben en er wat ontspannen en dromerig willen bijzitten, kijken jullie dan even en klik op onderstaande link.


    http://cdn1.ustream.tv/swf/4/viewer.45.swf?cid=317016

    Schrijf fouten in zand en weldaden op marmer.


    211anim.gif

    15-11-2008 om 19:39 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buizerd kan kraai wel schieten

    Gerrit Jansen: Buizerd kan kraai wel schieten

    vrijdag 14 november 2008 | 06:20

    De zwarte kraai toont voor de buizerd weinig respect. 
Hij jent de roofvogel net zo lang tot hij weer op de wieken gaat. 
foto Otto Faulhaber

    De zwarte kraai toont voor de buizerd weinig respect. Hij jent de roofvogel net zo lang tot hij weer op de wieken gaat. foto Otto Faulhaber

    Buizerd met prooirest. 
foto Otto Faulhaber

    Buizerd met prooirest. foto Otto Faulhaber

    ‘Buizerdje pesten’ is een spel dat veel zwarte kraaien dagelijks spelen. Natuurlijk is de buizerd veel sterker dan een zwarte kraai, maar de roofvogel is niet snel en de kraai weet heel goed hoe ver hij kan gaan. Ook eksters tonen weinig respect voor onze meest algemene roofvogel.

    Buizerds moeten wel een gruwelijke hekel aan kraaien hebben. Bij ons slaapt buiten het broedseizoen een buizerd in een notenboom en dat doet hij al jaren. Ook overdag zit hij vaak op een vaste plek in deze boom en dat kun je ook wel zien. Als het een paar dagen niet geregend heeft, ziet de bodem wit van de kalkrijke vogelpoep.

    Elke dag, als het al stevig begint te schemeren, komt onze buizerd rustig en langzaam aanvliegen. We zien hem al van verre komen en hij wordt elke keer als het ware opgevangen door twee soms zelfs drie zwarte kraaien. Die proberen hem met schijnaanvallen de tuin uit te jagen. Af en toe, als een aanvaller al te dichtbij komt, wentelt de roofvogel in zijn vlucht, soms lijkt het of hij een looping in wil zetten. Tot een complete lus weet hij het echter nooit te brengen en de kraaien raken van deze luchtacrobatiek dan ook weinig onder de indruk. De buizerd accepteert het pesten gelaten en vliegt meestal zonder al te veel van de route af te wijken naar de slaapboom. Als hij eenmaal zit, staken de kraaien het spelletje. Zij slapen honderd meter verder, ook in een notenboom. Een paar kilometer van ons huis weet ik nog een slaapplaats van een buizerd. De roofvogel heeft voor zijn nachtrust een hoogspanningsmast uitgekozen en rond schemer speelt zich hier hetzelfde tafereel af. De kraaien daar zijn nog veel feller: ik heb ze de buizerd bijna van zijn zitplaats af zien vliegen. De zwarte kraai staat bij mijn weten bij de buizerd niet op de menulijst. Hij jaagt dus niet op kraaien, tenzij het zieke of jonge, te vroeg uitgevlogen vogels zijn.

    De jachtstrategie van de buizerd oogt lui, maar is wel efficiënt. Aan energieverslindende achtervolgingsvluchten, zoals wij die van sperwer en havik kennen, waagt de roofvogel zich niet. Hij vindt aas niet te min, maar heeft liever muizen, jonge konijnen en… regenwormen.

    Van een buizerd langs de snelweg kijkt geen mens meer op. Duizenden vogels uit Zweden, Denemarken en Duitsland brengen hier de winter door. Urenlang bezetten ze een weidepaal of een boomtak in het veld speurend naar iets eetbaars op de grond. Dat kan van alles zijn, want een buizerd is wat de prooikeus betreft bepaald niet kieskeurig.

    Langs de snelweg aast de roofvogel vooral op verkeersslachtoffers. Afhankelijk van het seizoen zijn dat egels, konijnen, hazen en verongelukte vogels. Ook muizen, kikkers en padden die door het verkeer geslachtofferd zijn, worden niet versmaad. Deze kleinere verkeersslachtoffers zijn echter vaak voor de snellere kraaien, eksters en meeuwen. Vooral eksters, zeker als ze met z'n tweeën zijn, weten een buizerd nogal eens een prooi afhandig te maken. Ik heb zo'n tweetal wel eens aan het werk gezien: de een leidt de buizerd af en de andere vliegt met de prooi weg. Op afstand doen ze zich dan samen te goed aan de door de buizerd gevangen muis of kikker. Kostelijke taferelen spelen zich af als de buizerd een grotere prooi heeft. Zo heb ik de roofvogel in de winter eens op een dode meerkoet zien zitten. Twee kraaien en drie eksters zorgden ervoor dat hij geen hap naar binnen kreeg. Regelmatig dekte de buizerd met beide vleugels zijn buit af. Wel een half uur heb ik vanuit de auto het tafereel gadegeslagen. Op een gegeven moment kreeg de roofvogel er genoeg van; hij zette zijn klauwen in de meerkoet en vloog uiterst moeizaam, vanwege het gewicht van de prooi, vijftig meter verder. Omdat ik ook verder moest, weet ik niet of de kraaiachtigen nog een graantje hebben kunnen meepikken.

    Uit onderzoek is gebleken dat de buizerd niet alleen aas eet, maar ook veel prooidieren vangt: maar liefst 37 vogelsoorten, 18 zoogdieren en verschillende amfibieën, reptielen en zelfs vissen staan op de menulijst. Daar past ook een krielkip in, maar het is dan wel specialistenwerk en bepaald geen reden om de buizerd als 'kiekendief' in het verdomhoekje te plaatsen. Toch ben ik bang dat onze buizerd zich ook aan het specialiseren is. Ik verdenk hem er sterk van dat hij alle jonge waterhoentjes van dit jaar naar binnen heeft gewerkt. De twee oude vogels zijn er nog wel. We schonen de grote vijver daarom dit jaar maar niet op. Hoe meer begroeiing, des te meer kans hebben we volgend jaar op jonge waterkippetjes.

    Ook liefhebbers van postduiven kunnen vaak ten onrechte de buizerd wel schieten. De meeste jonge, onervaren duiven en duiven die oververmoeid van een wedvlucht onderweg zijn, worden echter niet door de buizerd, maar door de havik geslagen. Vergeleken met de buizerd is de havik een uiterst behendige vliegenier. Geen kraai of ekster zal het dan ook in zijn hoofd halen om deze roofvogel lastig te vallen. Haviken eten duiven en konijnen, maar met kraaiachtigen weten ze ook wel raad.

    Bron : De Gelderlander

    15-11-2008 om 19:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat moet je doen bij een aangereden dier?

    Wat moet je doen bij een aangereden dier?

    Ik ga het hier niet hebben over verzekeringen, politie verwittigen, enz.... maar wel uitsluitend over wat je met het gewonde dier moet doen, wanneer je in contact komt met een aangereden dier.

    De allereerste en belangrijke EHBO

    Probeer zo snel mogelijk met het dier naar de dierenars toe te gaan. De dierenarts naar de plek van het ongeluk laten komen is meestal tijdverlies: veel kan hij ter plekke niet doen en hij zal het dier toch weer mee moeten nemen, naar de praktijk. Daarenboven kan de dierenarts thuis na je telefoontje al alles voorbereiden om de patiënt op te vangen en te helpen, wat weer (kostbare) minuten scheelt.
    In sommige grote steden (Antwerpen, Gent, Brussel ) bestaat er een dierenambulance die gebeld kan worden om het dier te vervoeren naar een dierenarts.

    Intussentijd kan je EHBO toepassen.

    Beperkt je tot de hoofdzaken: een gebroken poot is lang niet zo erg als een slagaderlijke bloeding! De dingen waarop je moet letten en iets aan doen in DALENDE ernstigheidsgraad:

    • ademhalingsproblemen waarbij het dier niet meer ademt
    • problemen met het bloedvatstelstel:
      • hartstilstand
      • (slag)aderlijke bloeding
    • breuken:
      • open breuk
      • gesloten breuk
    • zenuwstelsel: letsel hersenen ruggegraat
    1. Ademhaling

    Door talloze redenen kan de ademhaling belemmerd worden: een voorwerp in de keel, een wonde aan de borstkast, een scheur in het middenrif, etc...
    Wanneer het dier niet meer ademt, zal je kunstmatige ademhaling moeten toepassen tot het dier zelf weer ademt of tot diergeneeskundige hulp geboden wordt.
    Een ademhalingsstilstand van langer dan 2 minuten is fataal voor het dier. De kunstmatige ademhaling moet soms tot 20 minuten lang volgehouden worden vooraleer het dier weer zelfstandig kan of zal ademhalen.

    De verschillende technieken:
    • Drukken op borstkas:
      Eerst eventueel vreemde voorwerpen uit de keelholte verwijderen en de tong uit de mond trekken. Het dier op een harde achtergrond leggen en de poten goed strekken. Zet de 2 handen op de borstkas juist achter het schouderblad en druk de borstkas in, nadat de borstwand is ingedrukt laat je deze plots weer los zodat de borstkas weer in de oorspronkelijke stand terugveert waarbij lucht wordt aangezogen. En dit herbegin je. Dit indrukken en terug veren moet ongeveer 12x per minuut gedaan worden.
    • Mond-op-neus beademing:
      Sluit de bek en trek de bovenlippen strak over de onderlippen zodat geen lucht kan ontsnappen via de mond. Plaats je lippen over beide neusgaten van het dier en blaas met veel kracht lucht door de neus naar binnen. De borstkas van het dier moet omhoog gaan. Laat de lucht weer uit de longen van het dier stromen en herhaal de procedure. Als u dit een beetje vies vindt, kan u eerst een zakdoek over de neus van het dier leggen en door de zakdoek heen aan beademing doen.
    • Bij poes: zwaaitechniek
      Neem poes bij de achterpoten vast en zwaai ze krachtig 1x heen en weer. Even het dier op de zijkant laten liggen, en indien nodig de procedure herhalen.
    2. Hartstilstand

    Je merkt dat op doordat het dier buiten bewustzijn is en je de borstkas niet meer ziet trillen net als de achterpoten.Het hoeft geen betoog dat een hartstilstand levensbedreigend is.
    Het komt vaak voor kort na ademhalingsstilstand, dus meestal moet je naast hartstimulatie ook kunstmatige ademhaling verrichten.
    • Methode van hartstimulatie bij kat of kleine hond
      Leg het dier op de zij en leg de voorpoot zo veel mogelijk naar voren. Je neemt het borstbeen vast in de palm van je hand vlak achter de voorpoten. Je knijpt de ribben tussen duim en andere vingers krachtig in, gedurende 1 seconde, dan laat je 1 seconde los en je herhaalt de procedure tot het hart zelfstandig klopt.
    • Methode van hartstimulatie bij grote hond
      Bij een grote hond kan je met bovenstaande methode onvoldoende kracht uitoefenen. Daarom deze methode: het dier ligt op de zij, de voorpoot zo ver mogelijk naar voor. Plaats je vuist ongeveer 5 cm boven het borstbeen, vlak achter het schouderblad op de borstkas. Stoot eens per 2 seconden de vuist krachtig naar beneden zodat de borstkas ingedrukt wordt.Volhouden tot het hart het zelf gaat doen.
    3. Heftige bloeding
    • Bloeding op kop of romp
      Neem een doek en leg dit op de wonde: je moet dan druk uitoefenen en dit blijven doen tot de bloeding stopt of deskundige hulp komt opdagen. Het maakt op dat moment niet veel uit of de doek steriel is of niet, neem desnoods je trui of jas.
    • Bloeding aan poot of staart
      Oefen druk uit met je vinger of doekje op de het bloedingspunt. Indien dit niet voldoende is moet er een "tourniquet-verband" gelegd worden: je neemt een band of reep stof en bindt die op de poot tussen de wonde en het hart vast met een knoop. Neem dan een stokje (of pen) en bind dat stokje vast aan de band net boven de knoop. Draai het stokje langzaam rond met de wijzers van de klok mee zodat de druk van de band op de poot wordt vergroot: blijf draaien tot de wonde niet meer bloedt. Verminder elke minuut de druk door het stokje een klein stukje terug te draaien, bloedt de wonde weer, draai je het stokje weer iets aan.
    4. Open breuk

    Dit wil zeggen dat de huid kapot gescheurd is en dat je de gebroken stukken bot kan zien zitten. Een bot is zeer gevoelig aan infectie, wat de genezing van het bot en van het dier in het algemeen erg kan verstoren. Zo’n open breuk moet dan verbonden worden met (ditmaal een proper !) doek, zodat er geen vuil meer in de wonde kan komen. Dit verband zal ook een bescherming zijn tegen likken en bijten van het dier aan de wonde en de botten.
    Tijdens het vervoer goed opletten dat het gebroken lidmaat niet beweegt.

    5. Gesloten breuk

    Dit wil zeggen dat het lidmaat gebroken is, maar de huid nog netjes gesloten is. Dit moet je ten allen tijde behouden, wegens het ernstig infectiegevaar wanneer de huid open scheurt. Je moet dus zorgen dat het dier zo weinig mogelijk beweegt en let goed op tijdens het vervoer. Desnoods leg je een noodspalkje aan om te voorkomen dat de breuk erger wordt. Let wel op : een breuk is pijnlijk en het dier zal zich verweren (krabben-bijten) : tips hiervoor: zie verder.
    • Methode noodspalk
      Om de gebroken poot heen, wikkel je een laag watten, of een doek. Op dit "verband" leg je de spalk (stuk hout, meetlat, etc..) aan beide kanten van de gebroken poot : de spalk moet vrij lang zijn. Rond de spalk draai je tape of een verband (doek in repen) redelijk strak aan.
    6. Bewusteloosheid

    Een bewusteloos dier moet goed gecontroleerd worden in verband met ademhaling en hartactiviteit (zie 1 en 2). Leg het dier op de zij met het hoofd iets lager dan de rest van het lichaam. Probeer nooit water in de bek te gieten. Leg het dier warm : lek een deken over hem heen.

    7. Ruggegraat letsel = verlamde achterhand

    Hierbij is het van cruciaal belang het dier niet te erg te bewegen tijdens het transport. Schuif een plank onder het dier en transporteer het zo, zo snel mogelijk naar de dierenarts.

    8. Dwanggrepen

    Een aangereden dier heeft meestal pijn en is vaak in paniek, zodat het zou durven bijten en/of krabben, wanneer je het wil helpen. Daarmee is noch mens noch dier gebaat: daarom moet je soms gebruik maken van dwanggrepen.
    Uiteraard doe je dat enkel bij dieren waarbij het hoeft, want dwangrepen op zich brengen al stress teweeg bij het dier en stress moet men zoveel mogelijk vermijden.
    • de hond
      • Het enige gevaar bij de hond is zijn bek en de tanden. Een goede noodmuilband is snel gelegd : neem een soepele band (ev. een ceintuur van een jas, schoenveters aan elkaar geknoopt, etc..), maak van de band een lus met een knoop naar boven, schuif de lus over de bek van het dier en trek de knoop strak aan, ga met de band terug onder de bek langs en leg een 2de knoop, daarna worden de uiteinden van de band om de kop geslagen en achter de oren geknoopt (om weg glijden van de neus te voorkomen)
      • Methode om de hond plat op de grond te houden wanneer 1ste hulp moet gegeven worden : leg het dier op de zij, leun over het dier vanachter zijn rug en houd de onderliggende voorpoot en achterpoot stevig vast, zodat je ellebogen druk uitoefenen in de hals en in de liezen van het dier. Laat de druk niet minderen, want als de hond meent een kans te zien om te ontglippen, zal ie het zeker doen.

    • de kat
      • Bij katten is het heel belangrijk rustig, voorzichtig doch vastberaden op te treden : het is zo dat wanneer een kat ruw behandeld wordt of door de 1ste hulp plots veel pijn voelt, kan veranderen in een woeste furie waarmee niets meer te beginnen is.
      • Best neem je poes stevig in het nekvel beet en til ze van de grond: meestal heeft poes de reflex te verstijven zodat 1ste hulp toedienen mogelijk wordt.
      • Een andere manier is poes stevig in het nekvel te pakken, de beide achterpoten met de andere hand te grijpen, poes op de zij te leggen en het dier uit te rekken.
      • Is de poes in een furie veranderd, moet je een deken of jas over het dier leggen en de poten doorheen de jas vastgrijpen.

    • Vervoeren van een aangereden dier
      • Dit is afhankelijk van de situatie. Een dier dat zwak en suf is wordt op een deken (of jas) vervoerd : men schuift het deken onder het dier door. Til daarbij het dier enkel op aan de lichaamsdelen die niet gewond of gebroken zijn. Neem dan de 4 punten van het deken op zodat het dier als het ware in een zak ligt.
      • Poes vervoer je best in een wasmand of grote doos waarover je een deken legt.
      • Zorg in ieder geval dat het dier voldoende warm blijft; leg er een deken of jas overheen. Zorg voor stilte (geen radio aan, geen horde mensen mee in de auto) en duisternis: ev. kan je een doek over het hoofd van het dier leggen.


    Een bijzondere knuffel voor uw huisdier vanwege het VvD Team

    14-11-2008 om 22:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gebeurt er met uw hond of kat vlak voor de operatie?

    Gratis : een tip van Dierenkliniek VvD …

    Wat gebeurt er met uw hond of kat vlak voor de operatie?

    Wat gebeurt er met uw hond of kat vlak voor de operatie?
    Ass. Oushoorn Bénédicte, dierenarts-assistente

    1. ALGEMENE ANESTHESIE

      Algemene anesthesie wordt bereikt door het gebruik van technieken en agentia gekozen door de dierenarts wat het anesthetisch protocol genoemd wordt. De keuze van het anesthetische protocol varieert voor elk dier naargelang factoren zoals algemene toestand van het dier, aard van de operatie welke uitgevoerd dient te worden, voorkeur en ervaring van de dierenarts, ...

      Ongeacht voor welk protocol geopteerd wordt, kan elke algemene anesthesieprocedure opgedeeld worden in de volgende componenten:

      • Preanesthesie
      • Inductie of inleiding
      • Onderhoud
      • Recovery of uitleiding

    2. PREANESTHETISCHE VERZORGING

      De preanesthetische periode is de periode onmiddellijk voorafgegaan aan de anesthesie waarin o.a. gegevens omtrent de patiënt worden verzameld, waarin de patiënt wordt uitgevast met verzekering van een voldoende waterhuishouding en waarin eventuele preanesthetische geneesmiddelen worden toegediend.

      Gedurende de preanesthesie is de dierenarts-assistent verantwoordelijk voor de nodige verzorging van uw huisdier.

      • Uitvasten van de patiënt

        De dierenarts of assistente vermelde reeds dat uw huisdier nuchter moet zijn voor de operatie. Nu, waarom moet een dier uitvasten? Dieren welke anesthesie (verdoving) ondergaan zonder vooral te vasten kunnen braken tijdens de anesthesie of tijdens de ontwakingsperiode. Dit kan leiden tot irritatie van de slokdarm. Of nog erger, het braaksel kan daarbij in de luchtwegen terechtkomen en geaspireerd worden tot in de luchtpijp, bronchiën en longblaasjes. Wanneer dit braaksel de luchtwegen blokkeert, zal een onmiddellijke ademstilstand het resultaat zijn. Indien het dier dit overleeft, kan het verschillende dagen na het incident een ernstige aspiratiepneumonie (longonsteking) ontwikkelen. Door het instellen van een uitvastperiode wordt de kans op regurgitatie en braken aanzienlijk gereduceerd!!

        Door het uitvasten van de dieren, wordt tevens getracht de buikinhoud te reduceren zodat de druk uitgeoefend door de buikorganen op onder meer het middenrif en de borstorganen vermindert.

        Hoelang uitvasten? Als algemene regel geldt: dieren mogen geen vast voedsel opnemen 8 à 10 uur voor de anesthesie. Om de kans op regurgitatie of braken tijdens de anesthesie te reduceren wordt water weerhouden vanaf 2 uur voor de anesthesie. Gedehydrateerde dieren ontvangen voldoende vocht via onze intraveneuze vochttherapie om verdere uitdrogingen te voorkomen. Bij dringende operaties kan uiteraard geen uitvastperiode ingesteld worden.

        Indien geweten is dat uw huisdier gegeten heeft kunnen we ervoor opteren bij kleine huisdieren uw dier te doen braken door het toedienen van een braakmiddel (apomorfine bij de hond) (xylazine bij de kat).

        Ondanks het nemen van de nodige voorzorgen kan braken nog optreden gedurende de anesthesie. Indien dit gebeurt is er enige vorm van bescherming tegen aspiratie en blokkade van de luchtwegen indien er een endotracheale tube met cuff aanwezig is. Dit is de reden waarom we deze tube ter plaatse laten tot het slikreflex bij het dier terug aanwezig is tijdens de recovery

        Men moet er zich van bewust zijn dat een preanesthetische vastperiode aangeraden wordt, maar te lang vasten kan nadelig zijn voor het dier.

      • Profylactische antibiotica

        Antibiotica moeten toegediend worden aan patiënten welke een infectie hebben of welke chirurgie moeten ondergaan van een besmette zone. Specifieke richtlijnen worden gegeven door onze dierenartsen.

    3. INDUCTIE OF INLEIDING

      Het proces waarbij een dier zijn normale staat van bewustzijn verlaat en het onbewustzijn binnentreedt, wordt inductie of inleiding genoemd.
      Bij ons op de kliniek wordt dit inductieproces pas gestart nadat premedicatie werd toegediend en nadat voldoende tijd gepasseerd is opdat deze geneesmiddelen hun effect hebben kunnen uitoefenen. Bij katten wordt premedicatie en agentia voor inductie simultaan en intraveneus toegediend d.w.z. in één spuit.

      Het geneesmiddel voor inductie wordt ofwel via inspuiting (injectie) ofwel via inademing (inhalatie) toegediend aan de patiënt. Wanneer gekozen wordt voor injectie, zal dit altijd gevolgd worden door intubatie met een endotracheale tube om de toediening van inhalatieanesthetica via een anesthesietoestel mogelijk te maken.

      Wanneer uw huisdier rechtstreeks geïnduceerd wordt aan de hand van gas anesthetica via een masker of een anesthetische kamer, dan is er geen nood aan een injecteerbaar anestheticum.

      • Verdoving via injectie
        Anesthesie wordt bij ons geïnduceerd door intraveneuze injectie. Dit wil zeggen dat wij in het voorpootje van uw dier een katheter plaatsen waarbij wij de dosis rechtstreeks in de bloedcirculatie kunnen aanbrengen.

        Thiopental, ketamine en propofol zijn voorbeelden van inducerende agentia welke intraveneus toegediend worden.

        Een standaard dosis van het agens wordt berekend, opgetrokken in een spuit en daarna geïnjecteerd via de katheter in de vene. Het doel van deze methode is dat de patiënt op een snelle en veilige manier de eerste twee fasen van de anesthesie doorloopt en een zeker anesthesiediepte bereikt welke endotracheale intubatie zonder weerstand toelaat.

        Wat is endotracheale intubatie en waarvoor dient het?
        Eenmaal anesthesie geïnduceerd is bij uw huisdier, opteert onze kliniek voor het plaatsen van een flexibele buis in de luchtpijp, een zogenaamde endotracheale tube. Deze tube geleidt de lucht rechtstreeks van de mondholte tot in de luchtpijp, zo de neusgaten en de keelholte omzeilende.

        Waarom kiezen wij voor intubatie?
        Intubatie bij uw huisdier laat een efficiëntere levering van gas aan het dier toe dan een masker dit doet. Endotracheale tube met de correcte diameter en lengte voor de patiënt zal de efficiëntie van de ademhaling verbeteren door vermindering van de hoeveelheid anatomische dode ruimte in het ademhalingsstelsel. Het begrip anatomische dode ruimte slaat op die delen van het ademhalingsstelsel die wel lucht bevatten maar waar geen gasuitwisseling optreedt. Dus dat is de mond, neusgaten, keelholte, luchtpijp en bronchen. Door het reduceren van de anatomische dode ruimte, verzekert de endotracheale tube dat een grotere hoeveelheid lucht, welke geleverd wordt aan de patiënt, het uitwisselingsoppervlak ter hoogte van de longblaasjes bereikt.

        Ook laat intubatie de assistente toe om zuurstof te leveren en dit rechtstreeks aan de patiënt wanneer een ademhaling ondersteund dient te worden. En tot slot, een aanwezigheid van een endotracheale tube met een opgeblazen cuff reduceert het risico op aspiratie van braaksel, bloed, speeksel of ander materiaal sterk. Dit materiaal kan ophopen gedurende elke procedure, maar het risico op aspiratie is vooral hoog bij orale chirurgie of tandheelkunde of bij onvoldoende uitgevaste patiënten. Omwille van het nut van een endotracheale tube in het vrijhouden van de luchtweg is het de gewoonte deze op zijn plaats te houden gedurende de hele anesthesie inclusief de recoveryperiode totdat het dier zijn slikreflex herwonnen heeft. Deze controles worden uitgevoerd door onze anesthesist.

        Hoe plaatsen wij een endotracheale tube?
        Bij intubatie gebruiken wij steeds een laryngoscoop voor de visualisatie van de oropharynx bij de huisdieren. Laryngoscopen zijn voorzien van een lichtbron en kunnen aangewend worden voor het manipuleren van de weefsels zodat men een beter zicht krijgt op de luchtweg en intubatie makkelijker kan verlopen. Als een laryngoscoop wordt aangewend verloopt de intubatie in het algemeen minder traumatisch en is de kans op een foute plaatsing van de tube in de slokdarm kleiner.
        We verzamelen het nodige materiaal voor de intubatie en schatten de lengte en de diameter van de tube. We smeren de tube in met een steriel glijmiddel om minder trauma te veroorzaken. Wanneer we zien dat de patiënt de geschikte anesthesiediepte bereikt heeft, kan de eigenlijke intubatie beginnen:

        • We brengen het dier in sternale positie
        • De nek en de kop vormen één rechte lijn.
        • De bovenkaak wordt stabiel gehouden door de lippen naar boven te trekken. De onderkaak wordt naar beneden gebracht door de tong naar voor en beneden te trekken. De mond moet voldoende wijd opgetrokken worden zodat we de epiglottis kunnen zien.
        • De laryngoscoop wordt al hulpmiddel gebruikt
        • De tube wordt achter de stembanden in de luchtpijp gebracht.
        • Nu kijken we als de tube zich niet in de slokdarm bevindt.
        • De tube wordt gefixeerd adhv een gazen bandje bevestigd rond de top van de snuit of rond het achterhoofd.
        • De tong brengen we naar buiten
        • De cuff wordt opgeblazen.

        Eenmaal geïntubeerd, wordt het dier onder matige of diepe anesthesie gehouden door de toediening van een inhaleerbaar anestheticum. Het gebruik van zo een inhalatieanestheticum is echter niet altijd noodzakelijk omdat kleine chirurgische ingrepen en korte diagnostische procedures dikwijls worden uitgevoerd terwijl de patiënt zich enkel onder injectie anesthesie bevindt.

        Wanneer een eenmalige balus van een inducerend agens wordt gegeven, varieert de duur van de anesthesie met het gebruikte agens, maar bedraagt gewoonlijk minder dan twintig minuten. Indien nodig, kan de anesthesie verlengd worden door een herhaalde toediening van het intraveneus geïnjecteerde agens.

      • Verdoving via inhalatie

        Inductie van anesthesie kan bekomen worden door het gebruik van snel inwerkende inhaleerbare anesthetica, zoals isofluraan. Het anestheticum wordt toegediend aan de wakkere patiënt met behulp van een gasmasker.
        De inductie met inhaleerbare anesthetica verloopt veel geleidelijker dan de intraveneuze inductie met een injecteerbaar agens.

        Bij gasmaskerinductie maken wij gebruik van snel inwerkende inhaleerbare anesthetica isofluraan. Inductie via een masker is meer geschikt voor kritische patiënten dan inductie met injecteerbare agentia omdat de anesthesist in staat is snel de diepte van de anesthesie bij het dier te wijzigen door het aanpassen van de instelling van de verdamper van het anesthesietoestel. Indien er ernstige problemen optreden kan de inductie zelfs onmiddellijk onderbroken worden op een eenvoudige manier, namelijk door het verwijderen van het masker.

        Omwille van de tragere inductie is maskerinductie niet geschikt voor dieren met ademhalingsproblemen. Snelle inductie met een injecteerbaar anestheticum en onmiddellijke endotracheale intubatie geniet bij ons de voorkeur voor zulke patiënten.

    4. ONDERHOUD

      Na de periode van inductie volgt de periode van onderhoud, gedurende de welke voldoende anestheticum wordt toegediend aan de patiënt om deze voldoende diep in anesthesie te houden. Chirurgie en andere procedures worden uitgevoerd gedurende deze periode.

      In onze kliniek hebben wij steeds een anesthesist ter beschikking die deze handelingen uitvoert. Gedurende de onderhoudsperiode heeft de anesthesist twee belangrijke taken:

      Ten eerste moet het dier nauwgezet gemonitord worden om de vitale functies (in het bijzonder de hartslag en de ademhaling) binnen aanvaardbare grenzen te houden. Ten tweede moet de anesthesist het dier houden in de vereiste anesthesiediepte d.w.z. noch een te lichte nog een te diepe anesthesie.

      De belangrijkheid van deze twee taken wordt héél goed benadrukt in ons protocol. Aan de ene kant kan het niet slagen in het behouden van een voldoende diepe anesthesie leiden tot de gewaarwording van pijn door het dier en het vroegtijdig wakker worden uit anesthesie. Aan de andere kant kan het houden van een dier onder te diepe anesthesie leiden tot een anesthetische overdosis of tot een zeer lange ontwakingsperiode.

      Het letten op de vitale functies is zelfs nog meer van cruciaal belang omdat wanneer men er niet in slaagt te waken over de vitale functies en deze te houden binnen aanvaardbare grenzen; dit kan leiden tot blijvende hersenschade of zelfs tot de dood.

      Bijkomend aan de monitoring van de vitale functies en reflexen van de patiënt, is de positionering en het comfort van de patiënt gedurende de anesthesie ook van belang. Enkele hiermee in verband zijnde richtlijnen die duidelijk in ons protocol vermeld staan.

      • Gedurende inductie wordt het dier telkens ondersteund wanneer het zijn bewustzijn verliest. In het bijzonder letten wij erop dat de kop niet tegen de tafel botst tijdens de inductie of tijdens het transport naar onze operatieruimte.
      • Er wordt met de endotracheale tube héél voorzichtig te werk gegaan bij het draaien van het dier daar de tube kan dichtgedrukt worden met als resultaat een luchtwegobstructie of beschadiging van de luchtpijp door het einde van de endotracheale tube.
      • Voor de voorbereiding van de chirurgie begint, moet men de endotracheale tube van de patiënt nogmaal controleren zodat die correct geplaatst werd (dus niet in de slokdarm) en dat deze groot genoeg is om verloren gas door lekkage rond de tube te vermijden. Eenmaal de chrirurgische voorbereiding aangevangen is, is het moeilijk de ligging van het dier te veranderen om reïntubatie te realiseren zonder de steriliteit van de operatie te garanderen.
      • Wanneer de patiënt op de operatietafel in positie is gebracht, let men erop dat het dier een zo normaal mogelijke houding aanneemt.
      • Elke 90 minuten van een operatie druppelt men kunsttranen in de ogen van een patiënt onder anesthesie. Algemen anesthesie onderdrukt de traansecretie gedurende een periode van meer dan 24 uur bij honden. Het vochtig houden van het hoornvlies is belangrijk.

    5. RECOVERY

      De onderhoudsperiode begint en de recoveryperiode begint wanneer de concentratie van het anestheticum in de hersenen begint te dalen. De manier waarop het anestheticum de hersenen en het bloed verlaat varieert naargelang het anestheticum.

      • De meeste injecteerbare geneesmiddelen worden verwijderd uit de bloedbaan door de lever en ondergaan daar metabolisatie door enzymen. De metabolieten worden uitgescheiden via het urinair stelsel. Sommige geneesmiddelen ondergaan geen metabolisatie door de lever en worden onveranderd uitgescheiden door de nieren.
      • In het geval van kortwerkende thiobarbituraten daalt de spiegel van het anestheticum in de hersenen snel omdat het anestheticum snel herverdeeld wordt naar andere weefsels, voornamelijk het vetweefsel en de spieren.
      • Inhaleerbare anesthetica worden hoofdzakelijk geëlimineerd via het ademhalingsstelsel. De moleculen van het anestheticum verlaten de hersenen, komen eerst in de bloedbaan en vervolgens in de longblaasjes terecht en worden op die manier uitgeademd.
      Hoe dit ook bereikt wordt, de recovery kan in vele opzichten gezien worden als het tegenovergestelde van de inductie. Gevoeligheid voor pijn, spiertonus en reflexen worden geleidelijk herwonnen naarmate het bewustzijn terugkeert.

      Dus de recovery of ontwakingsperiode is de periode tussen het stoppen met de toediening van anesthetica (zowel injecteerbare als inhaleerbare) en het in staat zijn van het dier te staan en te wandelen zonder hulp.

      De lengte van de recovery is afhankelijk van verschillende factoren:

      • De lengte van de anesthesie: als algemene regel geldt, hoe langer de periode van toediening van anesthetica, hoe langer de verwachte recoveryperiode.
      • Het type anestheticum en de toedieningsweg: dieren waaraan inhaleerbare anesthetica werden toegediend zoals isofluraan vertonen in het algemeen langere ontwakingsperiodes dan dieren waaraan injecteerbare anesthetica zoals barbituraten en ketamine werden toegediend.
      • De conditie: langere recoveryperiodes worden gemeld bij dieren welke lijden aan een verzwakkende ziekte.
      • De lichaamstemperatuur: verlengde recovery wegens vertraagde metabolisatie en excretie van anesthetica.
      • Het ras: sommige hondenrassen zoals greyhounds, afghaanse windhonden, whippets,... vertonen lange ontwakingsperioden bij bepaalde anesthetica, in het bijzonder barbituraten.

      Een dier ontwakende uit algemene anesthesie doorloopt achtereenvolgens dezelfde anesthesiestadia welke werden ervaren tijdens inductie, uiteraard in omgekeerde volgorde. Naarmate het dier overgaat van een diepte tot lichte anesthesie, veranderen de vitale functies en de reflexen op een voorspelbare manier. Hart-, ademhalingsfrequentie en ademhalingsvolume stijgen. Reflexen die afwezig waren zoals de slikreflex, terugtrekreflex, ... keren terug en nog aanwezige reflexen worden sterker. Het dier kan beginnen trillen, slikken, kauwen of proberen slikken. Kort na het verschijnen van het slikken zal het dier normaal tekenen van bewustzijn beginnen te vertonen, inclusief gewillige beweging van het hoofd of poten, knippering van de ogen en vocalisatie.

      Deze periode is vooral de verantwoordelijkheid van onze dierenarts-assistente. Complicaties en sterfte kunnen optreden gedurende deze periode, zelfs bij dieren waarbij de inductie en onderhoudsperiode vlekkeloos zijn verlopen. Daarom hebben wij een dierenarts-assistente die deze patiënten niet uit het oog verliest en begeleid en controleert tijdens deze periode. De recovery van de dieren gebeurd in onze ruime hospitalisatieruimte waar het dier continue in de gaten kan worden gehouden en waar een emergency kit, toestellen voor monitoring en zuurstof onmiddellijk beschikbaar zijn.

      De plichten volgens het protocol waaraan onze assistente zich moet houden zijn:

      • Monitoring van de vitale functies
        Vitale functies moeten elke 10 minuten geëvalueerd worden tijdens de ontwakingsperiode. Bijzonder aandacht gaat naar de kleur van de slijmvliezen, de CVT en de ademhaling. Toestanden zoals shock, bloeding, hypoglycemie en hypothermie kunnen optreden en dienen zo snel mogelijk behandeld te worden. Het is dan ook héél belangrijk dat de patiënt in het oog gehouden wordt voor problemen zoals braken, beroertes, laryngospas

    14-11-2008 om 22:32 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Acupunctuur in de diergeneeskunde

    Acupunctuur in de diergeneeskunde

    Wat is (veterinaire) acupunctuur?


    Acupunctuur is een Oosterse manier van behandelen die al meer dan 3000 jaar op mens en dier wordt toegepast. Het is een techniek om pijn te verlichten en het functioneren van verschillende organen te verbeteren door welbepaalde punten op het lichaam te stimuleren. Deze stimulatie kan op verschillende manieren gebeuren: door middel van massage (acupressuur) van de punten, het prikken van naalden al dan niet gestimuleerd door hitte (moxibusti) of electrische stroom , laserstralen, injecties of inplanteren van bepaalde stoffen.

    Hoe werkt acupunctuur?


    Volgens de traditionele Chinese geneeskunde (TCM ) stroomt er energie   doorheen het lichaam van mens en dier. Deze energie stroomt door energiebanen (meridianen) op welbepaalde plaatsen gelegen in het lichaam. Ziekte en pijn ontstaan doordat deze energie niet harmonieus kan doorstromen in de meridianen.
    Via de welbepaalde acupunctuurpunten kan men toegang krijgen tot de meridianen. En door de stimulatie van de correcte punten kunnen die energieblokkades opgeheven worden en kan de energie weer doorstromen , wat genezing tot gevolg heeft.
    De Westerse geneeskunde is wetenschappelijk gaan onderzoeken wat er nou precies gebeurt wanneer een acupunctuurpunt geprikkeld wordt.
    Er zijn vooreerst plaatselijke reacties: er is een sterkere doorbloeding , bepaalde zenuwbanen worden geprikkeld zodat reflexreacties tot stand komen, etc.
    Maar er zijn ook reacties die effect hebben op het gehele lichaam : het autonoom zenuwstelsel (sympaticus en parasympaticus) wordt geprikkeld die een cascade van reacties kan teweeg brengen thv organen, gladde spieren, etc. Verschillende lichaamseigen hormonen worden vrijgezet, bijv.cortisol uit de bijnierschors, endorfines (pijnstillende hormonen) in het centraal zenuwstelsel, serotonines, groeihormoon, insuline,humorale stoffen (immunoglobulines, interferon, antistoffen ...).
    Wanneer dus de juiste punten worden geprikkeld zullen bovenvernoemde reacties in het lichaam tot stand komen die zullen bijdragen tot de genezing .
    De Westerse benadering "ziet" dan wel geen meridianen en hun sleutelgaten (acupunctuurpunten), maar kan wel de acupunctuurpunten precies lokaliseren omdat deze punten op de huid een andere electrische weerstand vertonen in vergelijking met de rest van de huid.

    Wanneer kan acupunctuur hulp bieden?


    Vooreerst moet gesteld worden dat acupunctuur een behandeling op zich kan zijn, of perfect kan gecombineerd worden met de Westerse geneeskunde om aldus bepaalde medicijnen te kunnen vermijden of lager in dosis te houden.
    Acupunctuur kan op vele gebieden hulp bieden, maar moet niet beschouwd worden als het ultieme wondermiddel: het is een vorm van geneeskunde, doch wanneer iets onherroepelijk beschadigd is, of het lichaam echt op is, dan helpen daar noch medicijnen, noch acupunctuurnaalden voor.

    Acupunctuur wordt met succes toegepast bij:
    • orthopedische problemen: elke huisdiereigenaar kent de problemen van arthrose, H.D. (heupdysplasie), discus hernia (beter bekend onder de naam van teckelverlamming), spierproblemen, gescheurde kruisbanden , ...
    • luchtwegaandoeningen: asthma bij de kat, COPD bij het paard, ...
    • huidproblemen: allergische huidaandoeningen, likgranulomen bij honden...
    • maag-darm-problemen: obstipatie bij de (zware) kat, braken, diarree, krampen...
    • vruchtbaarheidsproblemen: bij het mannelijke en vrouwelijke dier.
    • centraal zenuwstelsel-problemen: epilepsie,...
    • problemen met specifieke organen zoals lever, nier,...
    De acupunctuurbehandeling op zich
    • 1) Pijnlijk?
      • Door het gebruik van flinterdunne flexibele naalden zullen alleen zeer gevoelige individuen reageren op het doorprikken van de huid. Als de naald op de juiste plaats terecht komt kan men ook een kleine reactie opmerken.
      • Vaak ziet men tijdens de behandeling reacties van het lichaam, zoals hijgen, relaxatie (gaan liggen of zitten), dwangbewegingen (zoals continu likken op dezelfde plaats), de haren die recht komen staan, etc.Dit zijn echter geen uitingen van pijn en na de sessie verdwijnen deze reacties.
      • Bij het gebruik van laserstralen voelt de patiënt absoluut niets.
    • 2) Veilig?
      • Bij gebruik van steriele wegwerpnaalden is er geen gevaar voor infecties.
      • Wat de bijwerkingen betreft: het enige wat af en toe wordt opgemerkt is een korststondige verergering van de symptomen een dag of paar dagen na de sessie.
      • Bijwerkingen op lange duur zijn er niet.
    • 3) Hoe lang duurt de sessie en hoe vaak wordt ze herhaald?
      • De duur van de sessie hangt af van de aandoening. Bij acute gevallen duurt de behandeling een paar minuten, chronische gevallen moeten rekenen op ½ uur.
      • Ook de frequentie hangt af van geval tot geval. Een acuut probleem moet om de 2 à 3 dagen behandeld worden, een chronische patiënt zowat om de week.
      • En voor hoe lang ? Gemiddeld moet men rekenen op een 3 à 6 weken. Enige reactie moet men ten laatste na een 4 tal sessies opmerken, ook weer afhankelijk van welk probleem.
    • 4) Wie voert de behandeling uit, waar vindt zo'n sessie plaats?
      • Belangrijk is dat er eerst een correcte diagnose wordt gesteld door een dierenarts zodat een behandeling kan ingesteld worden: Westers, acupuncturistisch of een combinatie van beiden. De dierenarts in kwestie moet geschoold zijn in beide disciplines om het dier correct te kunnen begeleiden.
      • BEVAS (zie verder) kan u een lijst doorgeven van dierenartsen geschoold in beide disciplines.
      • Kleine huisdieren worden steeds in de praktijkruimte van de dierenarts behandeld. De hond of kat is in een vreemde omgeving veel timider, zodat de soms lange duur van een sessie veel geduldiger wordt verdragen.
      • Paarden en runderen kunnen het best in hun rustgevende stal behandeld worden.


    Een bijzondere knuffel voor uw huisdier vanwege het VvD Team




    14-11-2008 om 22:31 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gedaan met een gestrande vleemuis in de tuin ?

    Wat gedaan met een gestrande vleermuis in de tuin ?

    Eerst even wat algemene informatie over de vleermuis, want de meeste mensen kennen niet veel over dit sympathieke zoogdiertje.

    Een vleermuis kan 6 à 10 jaar oud worden en het vrouwtje heeft 1 à 2 jongen per jaar. De dracht duurt een tweetal maanden en op 6 weken leeftijd kan de jonge vleermuis het leven alleen aan. De vleermuis houdt een winterslaap omdat ze in de winter onvoldoende voeding kan vinden, daarom moet ze leven van haar lichaamsvetreserves in de zomer opgedaan en kan ze haar lichaamstemperatuur laten dalen tot de omgevingstemperatuur en haar hartslagritme verminderen met een factor 20: ze is in lethargie. De vleermuis voedt zich met vliegende insecten en ze eet veel: ze verorbert per dag makkelijk haar eigen gewicht aan insecten.

    De vleermuis heeft een slecht gezichtsvermogen en desalniettemin "ziet" ze perfect in het donker en dit dankzij haar uniek "sonar-systeem". De vleermuis maakt geluiden van hoogfrequente trillingen (door ons niet te horen), deze ultrasonen botsen tegen voorwerpen of levende (bewegende) wezens en kaatsen terug, deze teruggekaatste trillingen worden opgevangen door de vleermuizenoren: zo krijgt het dier een perfect beeld van de omgeving, prooien etc.... Zo kunnen vleermuissoorten o.a. gedetermineerd worden door middel van ‘batdetectors’: elke soort heeft zijn eigen specifiek ultrasontrillingspatroon!

    Het zomerverblijf van de vleermuis bevindt zich in bomen, spouwmuren, kerktorens, zolders etc.: de temperatuur bedraagt daar tussen 10 en 40° c. Het winterverblijf in grotten, ijskelders, holle bomen en speciale vleermuiskasten kent temperaturen van 5 à 10°c, maar nooit vriestemperaturen, er moet ook een erg hoge luchtvochtigheidsgraad (meer dan 80 %) heersen en absolute rust.

    Deze info is enorm belangrijk voor wanneer u een vleermuis zou opvangen, maar daarover straks meer. Het kleine fladderbeest behoort spijtig genoeg tot de bedreigde diersoorten , de oorzaken hiervan zijn talrijk: chemische bestrijdingsmiddelen in land- en tuinbouw, het verdwijnen van de overwinteringsplaatsen: de grotten krijgen te kampen met overrecreatie: toeristen die aan speleologie doen maken veel herrie, roken en vervuilen de boel, kalkgroeven en mergelgrotten worden nu gebruikt als rioolwaterbergplaats of vuilnisbelt, oude forten en kelders worden afgebroken.
    Ook dieren die overwinteren op kerkzolders, schuren, dakomlijstingen en spouwmuren worden ten onrecht uitgemoord door de bewoners. De meest voorkomende soorten vleermuizen in België zijn de dwergvleermuizen en de laatvliegers. Vooral de dwergvleermuis heeft zich wonderwel aangepast aan het stadsleven.

    Vleermuisopvang

    De gouden top 3 van de vleermuis:
    1. optimale temperatuur:
      • zomer: 10 à 40° c
      • winter: 5 à 10° c
    2. zeer hoge relatieve vochtigheidsgraad van de lucht : meer dan 80 %
    3. absolute rust

    Indien u in de zomer een vleermuis vindt, is het vaak een jong dier dat leert vliegen met vallen en opstaan: het best hangt u het diertje in een boom, beschut voor poezen. Is het diertje gewond of verzwakt, plaatst u het dan in een warme kist, in vochtig papier. Als voeding kunt u stukjes meelworm geven, met honing en kindervitaminen: met een pincet in het muiltje steken. Als drank gewoon water of kunstmelk voor pupjes (nutriwelp).

    Indien u een wonde ontdekt in de vlieghuid moet u het dier een kraagje om de nek doen om verdere automutilatie te beletten. Een gebroken vleugel geeft grote genezingsproblemen. Nadat u deze eerste hulp hebt toegediend, kan u best advies vragen en het dier naar een vleermuisopvangcentrum brengen zodat het dier optimale overlevingskansen krijgt.

    Koninklijk Belgisch instituut voor natuurwetenschappen chiropterologisch onderzoek, Vautierstraat 29, 1000 Brussel tel: 02/627.43.71 of Natuur 2000 vzw Bervoetstraat 33 2000 Antwerpen 03 231 26 04

    Men vraagt vanuit het centrum ook dat wanneer u een dode vleermuis zou vinden, het naar een centrum in uw buurt te brengen, zodat de doodsoorzaak kan onderzocht worden, dit is van belang voor de levende dieren.

    Enkele "oude wijven praatjes" over vleermuizen ontkrachten:
    • een vleermuis vliegt NIET in je haren
    • een vleermuis in je spouw of zolder brengt GEEN ziekten of geuroverlast mee.
      Indien u het niet prettig vindt dat ze bij u logeren, moet u wachten tot augustus tot de jongen volwassen zijn om ze verdrijven: u brengt motteballen of wc-blokjes in hun slaapruimte of u plaatst een uitvlieghekje voor het gat (principe duivenhok).
    • een vampier is GEEN groot beest dat mensen leegzuigt: de vampier is 2 cm groot, woont in Zuid-Amerika en bijt liever het vee dan mensen; mensenbloed is niet smakelijk voor de vampier.


    Dit artikel is tot stand gekomen dankzij de welwillende medewerking van chiropteroloog Alex Lefevre.


    Een fladderende knuffel voor uw huisdier vanwege het
    VvD team


    00008.gif

    14-11-2008 om 22:28 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uw huisdier als bloeddonor?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Uw huisdier als bloeddonor?

    Kan uw huisdier het leven van een ander dier redden?

    Geregeld hebben dierenartsen "bloed" nodig om hun patiënt te behandelen en/ofte redden. Hiervoor zijn er dus bloeddonoren nodig, net zoals in de menselijke geneeskunde. In de diergeneeskunde bestaat er helaas geen bloedbank, zodat dierenartsen aangewezen zijn op bloed van bereidwillige dieren met bereidwillige baasjes.
    Dus ook onze kliniek is telkens weer op zoek naar nieuwe bloeddonoren.
    Als u wenst kan uw huisdier ook een bloeddonor worden. Heeft u interesse, lees dan even goed de onderstaande informatie door. Vul dan de onderstaande vragenlijst in en bezorg deze aan de kliniek.

    Welke huisdieren komen in aanmerking?

    De Hond

    De ideale donor is een volwassen dier (1-8 jaar) met een gewicht van minstens 30 kg. Deze grootte van hond heeft makkelijke bloedvaten om te hanteren en kan een ruime hoeveelheid bloed afstaan. Het dier mag niet extreem mager zijn of aan overgewicht lijden. Uiteraard moet het dier in een goede algemene gezondheid verkeren. Een zachtaardig, geduldig en handelbaar dier is een absolute vereiste, omdat we de donor niet willen verdoven noch kalmerende middelen willen toedienen tijdens de bloedafname. Is de donor van het vrouwelijk geslacht, mag ze niet drachtig zijn of reeds drachtig zijn geweest (dit in verband met vorming van mogelijke antistoffen door de donor).
    De hond moet gevaccineerd zijn (hondenziekte, kattenziekte, rattenziekte en hepatitis) en de vaccinaties moeten regelmatig (dwz elk jaar) herhaald zijn. Het dier moet ook geregeld ontwormd zijn geweest. De donor mag zelf geen chronische ziekten hebben (vb hartpatiënten, nierpatiënten, suikerzieken, etc ... en mag zelf nooit een bloedtransfusie hebben gehad.
    Op het moment dat de donor zou moeten bloed geven, mag hij niet ziek zijn (bijtwonden, braken, diarree, hoestje..), noch medicatie nemen en het vaccin mag niet korter dan 2 weken voor de donatie toegediend zijn.


    De Kat
    De ideale kat is eveneens een volwassen dier (1-8jaar), dat minstens 5 kg weegt (lichtere dieren kunnen te weinig bloed geven in 1 keer) en in goede gezondheid verkeert. Het spreekt voor zich dat de kat in kwestie rustig, geduldig en goed hanteerbaar moet zijn. Denk er wel aan dat een vorm van kalmering meestal wel noodzakelijk is bij de bloedafname van onze feliene vriendjes.
    De kat moet gevaccineerd zijn (kattenziekte, niesziekte en leucose), jaarlijks herhaald. De kat moet vrij zijn van het FIV-virus (de zogenaamde katten-aids) , het FeLV-virus (virale leukemie) en FIP (besmettelijke buikvliesontsteking).
    De kat mag zelf ook nooit een bloedtransfusie hebben gehad. De vrouwelijke donor mag een nestje hebben gehad, maar ze mag uiteraard niet drachtig zijn op het moment van de donatie. De ideale donor is een binnenshuislevende kat.
    Op het moment van de donatie mag het dier niet ziek zijn of te recent zijn gevaccineerd (korter dan 2 weken).

    Wat gebeurt er als uw dier wordt opgeroepen tot bloeddonatie?

    Na aankomst in de kliniek, zal de behandelende dokter u eerst enkele vragen stellen over de gezondheidstoestand van uw huisdier. Daarna zal hij/zij uw dier grondig klinisch onderzoeken. Indien op dat moment afwijkingen worden gevonden, wordt uw huisdier geweigerd. Waarschijnlijk zal de arts dan adviseren om uw huisdier verder te laten onderzoeken (eventueel op een later tijdstip).
    Indien uw dier gezond wordt bevonden, mag het bloed afstaan. Katten die erg opgewonden zijn of moeilijk te hanteren zijn, zullen eerst kalmeringsmiddelen toegediend krijgen. Een klein staal bloed wordt afgenomen om de hematocriet te bepalen. Dit vertelt hoeveel procent van het bloed uit rode bloedcellen bestaat. Indien dit bij uw dier te laag is, mag het op dat moment geen bloed doneren.
    De kat zal ook vooraf ook getest worden op FIV en FeLV. Als alles normaal is, gaat uw dier nu bloed doneren. Hierbij wordt een naald gestoken in een pootader ofwel in de halsader. Aan de naald zit een zakje verbonden met antistollingsmiddel, waarin het bloed wordt opgevangen.

    Hond
    • de hoeveelheid bloed dat wordt afgenomen bedraagt 16-18 ml/kg lichaamsgewicht
    • een hond kan elke 2-3 maanden bloed afstaan.
    • gedurende enkele dagen moet overvloedige beweging vermeden worden.
    Kat
    • de hoeveelheid bloed dat wordt afgenomen bedraagt 11-13 ml/kg lichaamsgewicht
    • een kat kan elke 2-3maanden bloed afstaan.
    • het dier zeker een weekje binnen houden na een donatie.


    Wanneer u denkt dat uw huisdier in aanmerking komt en u bent geïnteresseerd om uw huisdier op te geven als bloeddonor, mag u de vragenlijst invullen en terugbezorgen aan de kliniek. Mocht u nog vragen hebben, mag u steeds contact opnemen.

    Alvast bedankt voor uw tijd en uw interesse, en een dikke knuffel voor uw huisdier, al dan niet toekomstige donor.


    Vragenlijst

    Datum:  

    Un aam  :  

    Ua dres  :  

    UT elefoonnr  :  

    N aam  H uisdier  :  

    D iersoort 
    mannelijk                    vrouwelijk
    Gesteriliseerd/gecastreerd
    ja                    nee
    G eboortedatum  :  

    R as  :  

    G ewicht  :  

    G eboortedatum  :  

    E ventuele ziektengeschiedenis  :  



    Hond

    Verkeert uw hond in een algemene goede gezondheid: ja      neen
    Gaat het om een teef?ja      neen
    Indien ja: heeft ze reeds nesten gehad? ja      neen
    Wordt uw hond jaarlijks gevaccineerd?ja      neen
    tijdstip laatste vaccin en type vaccin   
    Is uw hond het afgelopen jaar naar het Middellandse Zeegebied/Afrika geweest?ja      neen
    Lijdt uw dier aan een chronische aandoening (bv hart- of nierlijden,diabetes)?ja      neen
    Drinkt en/of urineert uw hond veel?ja      neen
    Is uw hond gemakkelijk hanteerbaar?ja      neen
    Moet uw hond regelmatig medicatie nemen?ja      neen
    welke   
    Heeft uw hond ooit zelf een bloedtransfusie gekregen?ja      neen


    Kat

    Verkeert uw kat in een algemene goede gezondheid?ja      neen
    Wordt uw kat jaarlijks gevaccineerd?ja      neen
    tijdstip laatste vaccin en type vaccin   
    Is uw dier besmet met het FIV-, FeLV-virus  of FIP-virus?ja      neenonbekend
    is dit ooit via bloedonderzoek getest geweest?<ja      neen
    tijdstip   
    Lijdt uw kat aan een chronische aandoening (vb hart-of nierlijden,diabetes)?ja      neen
    Drinkt en/of urineert uw kat veel?ja      neen
    Is uw kat makkelijk hanteerbaar? ja      neen
    Moet uw kat regelmatig medicatie nemen? ja      neen
    welke   
    Heeft uw kat ooit zelf een bloedtransfusie moeten ondergaan?ja      neen
    Leeft uw kat uitsluitend binnenshuis? ja      neen


    Dank u voor het aanmelden van uw huisdier als bloeddonor, misschien kan uw dier in de toekomst het leven redden van een ander dier!


    Dierenkliniek VvD
    Victor Jacobslei 42-44
    2600 Berchem
    tel 03 239 31 75

    14-11-2008 om 19:42 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hond redt Australiër van dodelijke slang

    Hond redt Australiër van dodelijke slang

    Een bastaardhond met de naam Diesel heeft vandaag een prijs gekregen voor zijn moed en het grootste bot uit de slagerij nadat hij had bewezen dat hij echt de beste vriend van de mens is. Diesel riskeerde vorige maand zijn leven om een driejarig jongetje te redden van een dodelijke bruine slang op de boerderij van zijn gezin in Queensland, in het noordoosten van Australië.

    De moedige hond kreeg twee beten toen hij zich tussen de kleine Drew en het twee meter lange reptiel wierp. "Diesel gooide zichzelf in de lucht en viel de slang aan", zei de grootvader van de jongen. "Zijn actie redde het leven van Drew, want de slang was gigantisch en de beet zou dodelijk geweest zijn."

    Diesel stortte zelf ook in en had een dubbele dosis antigif nodig tegen de slangenbeet. Hij moest twee dagen in een dierenziekenhuis verblijven voor hij terug op zijn poten stond. (belga/bdr)

    (HLN)

    14-11-2008 om 18:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Agapornis

    De Agapornis

    De agapornis

    Agapornissen (Agaporniden) of Dwergpapegaaien horen tot de familie van papegaaien. In het wild komen ze voor in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar ze meestal in kleine groepen samenleven. Er zijn meerdere soorten, maar in Europa wordt het meest met de Agapornis Fischeri gekweekt.
    De naam Agaporniden betekent: de onafscheidelijken. Ze zijn zo genoemd omdat ze huwelijken voor het leven sluiten en veel met elkaar tortelen. Daarom worden ze ook wel lovebirds genoemd.
    Ze zijn ong. 15cm groot en lijken nog het meest op minipapegaaien met een naar verhouding te grote kop. Ze leven bij voorkeur met een groep in een wat grotere binnen-of buitenvoliere, maar kunnen ook alleen gehouden worden in een kooi. In dat geval gaat de vogel zijn tortelgedrag geheel op de eigenaar richten. U heeft dan een vogeltje, dat heel erg van U houdt. Agapornissen kunnen bij de dierenwinkel of bij een kweker aangeschaft worden. Koop alleen een gezond, stevig uitziend vogeltje.

    Dier Geslachtsrijp Broedtijd Eieren Aanschaf Leeftijd
    Agapornis 9–12 maanden 22–24 dagen 4–6 8 weken 12–15 jaar

    Verzorging, voeding, huisvesting

    Als u een volière wilt beginnen, moet U daarover advies inwinnen bij bijv. een goede dierenwinkel. Ook op internet zijn veel tips en websites te vinden.
    Houdt U de agapornis(sen) in een kooi, dan voldoet een flinke parkietenkooi, dus hoog en met horizontale spijltjes. Op de bodem komt een laag schelpenzand, die U regelmatig ververst. De stokken, minstens 3 en van hout en niet van plastic, moeten de juiste dikte hebben. Vogelgrit, slijpsteentjes, sepia moeten in de kooi aanwezig zijn.

    BELANGRIJK: Vogeltjes kunnen heel slecht tegen Tefal, het spul wat op pannen zit. De kooi mag dus nooit in de keuken staan en niet in de buurt van een open keuken. Als U in de kamer gaat gourmetten of zo, zet dan de kooi weg.
    Voor agapornissen bestaan goede voeren bij de dierenwinkel, wat U aanvult met eivoer, kiemzaad, stukjes appel en peer, bessen en trosgierst. Ze hebben ook grit nodig. Het drinkwater moet altijd vers en schoon zijn.

    Agapornis en dierenarts

    Een agapornis komt alleen bij de dierenarts als-ie ziek is. Bij de volgende verschijnselen is het belangrijk advies aan Uw dierenarts te vragen: slecht eten, bol zitten, vermageren, kale plekken, overmatig plukken en krabben, dunne en vreemd gekleurde uitwerpselen, lusteloosheid.
    Verder kunnen ze last hebben van te lang doorgegroeide nagels en snavel en van het ringetje om hun poot.
    Als U met Uw agapornis naar de dierenarts gaat, lees dan onze adviezen

    Links

    Over agapornissen (eigenlijk: agaporniden)
    Uitvoerige informatie over agaporniden
    Uitvoerige info Belgische Vereniging Agaporniden
    Soorten agaporniden met een foto

    (met dank aan Dierenkliniek Strijthagen)

    14-11-2008 om 00:24 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interessante tips voor de vogelliefhebbers

    Tip!

    Voerbakjes en drinkflesjes kunt u het beste schoonmaken en desinfekteren in een (afgesloten) emmer met een oplossing van water en bleekwater. Laat dit enkele dagen staan, spoel het af en alles is weer super schoon en fris!

    Tip!

    Zitstokken kunnen het beste gemaakt worden van natuurhout, zoals bijvoorbeeld wilgen- en fruittakken. Dergelijke takken geven de vogel tevens gelegenheid tot knagen. Een juiste dikte van de stok is, als de tenen van de vogel de stok ongeveer voor 3/4 omvatten.

    Tip!

    Houten wasknijpers kunnen prima gebruikt worden als bevestigingsmethode voor groente, fruit en takjes. De knijpers zelf zullen bij kromsnavels uiteindelijk ook ten prooi vallen aan hun knaaglust. Dit is voor deze vogels echter niet gevaarlijk.

    Tip!

    De voeding van papegaaien, zoals grijze roodstaart en amazone papegaaien moet niet uitsluitend bestaan uit "gewoon papegaaienvoer" . Ze eten hier namelijk heel selectief zonnebloempitten en pinda's uit. Hierdoor ontstaan op den duur ernstige vitaminetekorten. 

    Tip!

    Vitamine druppels kunnen het beste gegeven worden op voedsel wat de vogel erg lekker vindt, bijvoorbeeld op een stukje appel.

    Tip!

    Zachtvoer is voor veel vogels onmisbaar. Als een vogel dit moeilijk wil eten kun je de hoeveelheid zaden het best een tijdje verminderen, terwijl je de rest van het voer constant houdt. Op die manier moet je vogel wel wat zachtvoer eten. Probeer je vogel nooit te ‘dwingen’ door ál het zaad weg te nemen, want dat kan leiden tot een energietekort. Zo’n onevenwichtige voeding kan fatale gevolgen hebben!

    Tip!

    Bij vorst is de luchtvochtigheid in de kweekruimte vrijwel altijd te laag. Hierdoor bestaat de kans dat eitjes uitdrogen. De luchtvochtigheid is op peil te houden door een kletsnatte deken/kleed in de kweekruimte te hangen.

    Tip!

    Een (haar)hygrometer (instrument die de luchtvochtigheid meet) moet regelmatig geijkt worden. De eenvoudigste manier is de volgende. Wikkel een vochtige doek om de hygrometer en laat deze een uur zitten. Haal de doek weg. De hygrometer moet nu op 100% staan. Indien dit niet het geval is, de wijzer op 100% zetten met de stel- cq ijkschroef.

    Tip!

    Vervuild/besmet drinkwater is doodsoorzaak nummer 1 bij sterfte onder vogels. Drinkwater dient daarom elke dag ververst te worden. Verstrek het water op ongeveer kamertemperatuur.

    Tip!

    Ongewenst gedrag bij tamme vogels (bijvoorbeeld papegaaien) is snel aangeleerd en kan het meest effectief bestreden worden door de vogel totaal te negeren.

    Tip!

    Bij papegaaien kan gebrek aan aandacht en verveling leiden tot onophoudelijk krijsen en verenplukken. In een papegaaiensamenleving geldt een strikte rangorde. Dominante vogels zitten meestal op hogere plaatsen dan ondergeschikte vogels. Een papegaai die regelmatig op het hoofd van zijn baas of op andere hoge plekken mag zitten kan zich snel dominant gaan voelen en zich ontwikkelen tot bijtend en krijsend probleemdier.

    Tip!

    Controleer regelmatig de nagels van de vogels. Voor een goede bevruchting moeten de nagels van de man niet te lang zijn,anders steken ze als dolken in de rug van de pop.

    Tip!

    Nagels kunnen het beste geknipt worden door de nagels voor een lamp te houden. Op deze wijze zijn de bloedvaatjes goed zichtbaar en kunnen ze geknipt worden zonder 'in het leven' te knippen.

    Tip!

    Bij twijfel over de levensvatbaarheid van het jong in het ei kan 2 tot 3 dagen voor het uitkomen, het ei voorzichtig in een glas met lauw water worden 'gelegd'. Zet het glas op een stabiele plaats. Het ei zal blijven drijven en indien het jong leeft zal het ei lichtelijk schommelen in het water. Een teken dat het jong leeft. Laat het ei niet langer dan 1 minuut in het water liggen. Pas op bij het uitnemen van het ei, deze is nu zeer glad!!

    Tip!

    Na reiniging/ontsmetten van voerbakjes kunt u deze het beste drogen met keukenpapier i.p.v. een droogdoek. Droogdoeken bevatten namelijk, zeker als ze al in gebruik zijn geweest, bacteriën. De kans is hierdoor aanwezig dat je bacteriën overbrengt naar de voerbakjes (Tip van Anja, die ze via de dierenarts heeft gekregen).

    Tip!

    Om zaad te besparen kun je deze 'uit blazen'. Door het blazen worden de losse velletjes uit het voerbakje geblazen en blijft het nog aanwezige zaad liggen. Draag wel oogbescherming zodat de velletjes niet in het oog terecht kunnen komen.(Tip van Petra Hermsen)

    Tip!

    s' Winters als het wat vroor deed mijn vader altijd een heel klein beetje suiker in het water dat schijnt een beetje antivriezend te werken.(Tip van Petra Hermsen).

    Tip!

    Pas uit het ei gekomen vogels en jonge vogels als voeding gewelde puppybrokjes geven, vermengd met eivoer. De jonkies krijgen dan extra eiwitten.(Tip van John en Annette).

    Tip!

    Veel vogels gebruiken graag (dons)veertjes voor het bekleden van hun nest. Groot voordeel hiervan is een perfecte isolatie van de eitjes. (Voldoende) donsveertjes kunnen gemakkelijk verkregen worden uit een (oude) donzen kussen. (Tip van Ton Koek).

    Tip!

    Indien je een stuk schors of karton voor de opening van een nestkast hangt
    (voor parkietachtigen) dan zullen ze,als ze in broedstemming komen, er aan gaan
    knagen. Door het knagen wordt de broedlust (extra) aangewakkerd en heb je minder kans op onbevruchte eieren!
    (Tip van Gert Overweg).

    Tip!

    Het is handig om de nachthokken van binnen niet te schilderen, anders krijg je namelijk condens aan de binnenkant van het hok. Als de binnenzijde van het nachthok niet geschilderd is, heb je hier geen last van! (Tip van Phil).

    Tip!

    Bij last van bloedluis in het broedblok, shag of potpouri, onder de   houtkrullen strooien. (Tip van Arie van Dalen)

    Tip!

    Bij grasparkieten en andere soorten kun een grote dennenappel gebruiken om groenvoer en of gekiemd zaad in te steken.  (Tip van Brecht van Camp)

    Tip!

    Wanneer je een strodraad uitpluist en in kleine stukjes knipt kun je dat prima
    gebruiken als nestmateriaal voor kanaries, tropische vogels etc.
    (Tip van Gert Overweg)

    Tip!

    Gebruik een waterflesje voor cavia's ( met zo'n kogeltje ) eens voor je parkieten. Het water raakt niet vervuild en jonge vogels pakken deze wijze heel snel op. (Tip van Stefan Boender)

    Tip!

    Plaats in de broedkooien fijne gazen bodems zodat de vogels gemorst zaad dat met ontlasting in contact is geweest niet meer van de bodem kunnen eten. (Tip van H.F. Heidekamp)

    Tip!

    Laat kwartels op de bodem van je volière lopen. Deze zullen tussen de zaadvelletjes het gevallen of gemorste zaad nog vinden en dit opeten. Zo te handelen is erg handig want nu wordt alle zaad gegeten en wordt er niets verspild.    (Tip van Brecht Van Camp)

    Tip!

    Rondom de volière citroengeraniums planten, weert muggen en katten.  Een aantal planten kunnen in je tuin zeker helpen tegen de muggen: citroengeranium (Pelargonium crispum ); citroenmelisse (Melissa officinalis ); lavendel (Lavandula officinalis ); pepermunt (Mentha piperita );eucalyptus (Eucalypus ).

    (Tip van Laurenzo Walraevens )

    Tip!

    Maak de voorraad tonnen/emmers/blikken waarin je jouw voer bewaart elke keer dat ze leeg zijn schoon (met kokend water) om voermijt tegen te gaan.

    (Tip van Laurenzo Walraevens )

    Tip!

    Goed nestmateriaal voor de bodem zijn beukensnippers. Deze nemen veel vocht op. De jonkies hebben ook meer houvast voor de pootjes. (Tip van John en Annette )

    Tip!

    Geef de vogels vers gesneden brandnetel door het eivoer. Dit is zeer gezond. Ze moeten het wel leren eten. Of geef ze koude thee van gedroogde brandnetel als drinkwater (1 a 2 keer in de week). (Tip van Jarno Bakker )

      (www.vogelproblemen.nl)

    vogels/kawara.gif

    14-11-2008 om 00:21 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het dekken van ooien
    http://www.hampshiredown.be/juli.html


    Er komt stilaan een spannende periode in zicht waarbij enige nauwlettendheid geboden is. Juli is immers de start van de dektijd. Als alles goed is, zijn de ooien in prima conditie en is de ram klaar voor de job.

    Voor wie fokt overeenkomstig de Engelse rasstandaard en stamboek werking is 10 juli theoretisch de eerste dag is dat de ram bij de ooien mag. De draagtijd is immers 144 dagen en zo kom je voor het lammeren uit op 1 december, de eerste dag dat de lammeren voor het nieuwe seizoen mogen geboren worden. Dat is de mooie theorie. In de praktijk durft de duur van de dracht variëren. Ook de ooien zijn nu niet meteen tochtig op 10 juli. Dit gaat in cycli van 17 dagen en ook hier kan dus wel enige variatie optreden.

    In eerste instantie heb je voor de ooien twee alternatieven. Je kan alles op zijn natuurlijk beloop laten of je kan sponsen. Dit wordt bij voorkeur gedaan door de veearts. Daardoor worden de cycli bij de ooien gelijk gezet en worden ze dus ook als het even meezit, op dezelfde dag gedekt. Spons je niet dan zullen de ooien op verschillende data worden gedekt en zal het lammeren dus over een grotere periode worden gespreid.

    Rademon Simon.jpg (11597 bytes)De ram wordt voorzien van een dektuig. Dat is een stel riemen met daarop een waskrijt gemonteerd. Wanneer de ram dekt, kleurt hij ook meteen het achterste gedeelte van de ooi zodat je meteen kan uitrekenen wanneer de lammeren komen.
    Start met een licht kleur en verander om de 17 dagen het kleur waarbij steeds een donkerder kleur wordt ingezet.

    Ook wanneer alle ooien gekleurd zijn, moet de ram voor de volgende periode een nieuw kleur opgezet krijgen. Het dekken is immers niet altijd meteen succesvol en wanneer de ooi niet meteen drachtig is, wordt ze 17 dagen later opnieuw tochtig. De ram merkt dit en zal herdekken. De ram moet dus steeds een dektuig dragen tot minstens 17 dagen nadat de laatste ooi is gedekt.

    In die periode is het belangrijk dat de groep niet al te veel wordt verontrust. Drijven van de dieren naar een andere weide bijvoorbeeld moet worden vermeden. Het is dus belangrijk dat alle nazicht van de dieren is gebeurd in de periode net voor het dekken.

    Laat de ram rustig bij de ooien tot een twee weken voor het lammeren.


    13-11-2008 om 19:11 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schaap ontfermt zich over olifantweesje

    Schaap ontfermt zich over olifantweesje

    Hoe mooi de natuur wel kan zijn, bewijzen het schaap Albert en baby-olifant Themba. Het olifantje verloor zijn moeder toen ze in een ravijn stortte. Dierenartsen hoopten voor hem een nieuwe olifantmoeder te vinden, maar uiteindelijk ontfermde het schaap Albert zich over het weesje.

    Toenadering zoeken
    Een week lang observeerden dierenartsen in het natuurreservaat van de Zuid-Afrikaanse Savanne het olifantje, in de hoop dat een kudde olifanten het weesje zou opnemen. Toen dat niet het geval bleek te zijn werd Themba naar het Shamwari Wildlife Rehabilitation Centre gebracht, waar hij het schaap Albert ontmoette.

    Hoewel de twee de eerste uren helemaal niet overeenkwamen, zocht Themba het olifantje toch steeds meer contact met Albert. "Themba kwam naar Alberts hok gelopen en stak er nieuwsgierig zijn slurf door. Hij raakte Alberts wollige rug aan en snoof er even aan. De volgende dag waren de twee samen de vlakte aan het verkennen."

    Imitatie
    De artsen vreesden even dat Themba zou beginnen denken dat hij een schaap was, maar het omgekeerde was waar. "Albert doet alles wat Themba doet. Het is zelfs het eerste schaap dat ik acaciabladeren zie eten", aldus een van de artsen.

    Of de vriendschap nog lang zal duren, is de vraag want de artsen zijn van plan om het olifantje opnieuw in het wild los te laten. (ka)

    (HLN)


    13-11-2008 om 00:27 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwe Sara is een paard
    De nieuwe Sara is een paard

    Telenovela’s zijn in. Na ‘Emma’, ‘Sara’ en ‘LouisLouise’ volgt ‘Amika’. “Boordevol humor, avontuur en romantiek”, luidt het.

    Het verschil is dat ‘Amika’ een telenovela voor jongeren is en Amika geen beloftevolle juffrouw, maar een paard. Reken maar dat de maneges er spoedig beter van zullen worden.

    Eersteklas kreng

    Amika is een duur sportpaard. Een twaalf jaar oude Arabische volbloed. Marie-Claire de la Fayette (Véronique Leysen) kreeg Amika cadeau voor haar vijftiende verjaardag. Marie-Claire Marie-Claire is een onuitstaanbaar kreng. Haar enige ambitie is de mooiste, de beste, de leukste en de duurste zijn. Merel De Ridder (Moora Vander Veken) is een stil meisje dat haar moeder heeft verloren. Ze woont met haar vader Tijs (Bert Cosemans) in een bescheiden huis. Tijs waant zich een uitvinder, maar is vooral een warhoofd.

    Vraag het aan het paard

    Wanneer Merel in De Paardenhoeve een baantje krijgt als stalhulp, is dat voor haar een droom die uitkomt. Al spoedig is ze heel goeie maatjes met stalknecht Jan (Ken Verdoodt). Dé vraag is: wat is er aan de hand met Amika? Waarom doet iedereen zo geheimzinnig? Waarom mag niemand in de buurt van het paard komen?

    Videodagboek

    Samen met de reeks loopt op ketnet.be een videodagboek waarin Merel vertelt wat ze allemaal meemaakt, ook over dingen die op het scherm helemaal niet te zien zijn.

    ‘Amika’ is een productie van Studio 100. Er zijn 52 afleveringen op komst. Ze duren telkens twaalfenhalf minuten en ze worden uitgezonden op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. De eerste 28 lopen tot Kerstmis. In de kerstvakantie worden ze herhaald en na Nieuwjaar volgen de 24 andere.

    ‘Amika’, Ketnet, 18.15 uur. De vier afleveringen van de voorbije week worden op zondag op Ketnet herhaald om 18 uur.

    Bron : GVA

    12-11-2008 om 20:38 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Japanse dolfijnen moeten op lijn letten
    Japanse dolfijnen moeten op lijn letten

    De 19 dolfijnen uit het Japanse zeeaquarium 'Kinosaki Marine World' zijn te dik en moeten op dieet. De zwaarlijvige beestjes presteerden de laatste tijd ondermaats bij het opvoeren van hun kunstjes.

    Onderzoek heeft nu uitgewezen dat de snoezige beestjes in de voorbije zomer maar liefst tien kilogram zijn aangekomen. Een feit dat volledig te wijten is aan de overdadige en té vette hapjes die de dolfijnen toegereikt kregen van bezoekers.

    Makreel

    Het dieet van de dolfijnen zal ook gevolgen hebben voor het dagelijkse menu dat de beesten achter de kiezen krijgen. Normaal krijgt elke dolfijn per dag 14 kilogram makreel gemengd met witvis. Dat wordt nu vervangen door iets vetarm. De beestjes zullen wel meer witvis, dat vetarm is, krijgen voorgeschoteld.

    Buiten het eten van evenwichtigere voeding, zullen de Japanse dolfijnen ook meer moeten gaan bewegen.

    Bron : GVA

    12-11-2008 om 20:36 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De echte prijs van gekweekte zalm
    De echte prijs van gekweekte zalm

    Zalmkwekerijen hebben een desastreus effect op de oceanen in de hele wereld. Een internationale coalitie van wetenschappers, touroperators en inheemse volken pleit voor een wereldwijd moratorium.

    “Sinds de start van zalmkwekerijen hebben we een ineenstorting meegemaakt van het zeeleven”, klaagt Bob Chamberlin, stamhoofd van de Kwicksutaineuk Ah-kwa-mish. “Ik kan enkel met meewarig toezien hoe dit kan blijven doorgaan”. In het territorium van de stam, in de Canadese provincie British Columbia, zijn twintig zalmkwekerijen actief.

    Moratorium

    Wetenschappelijke studies tonen een verband aan tussen de scherpe teloorgang van de wilde zalmbestanden in Canada en ziektes en parasieten die afkomstig zijn van de zalmkwekerijen. In Chili zijn het vooral ontsnapte exemplaren die het ecosysteem onderuit halen.

    Een coalitie van actiegroepen uit Noorwegen, Canada, Chili, Schotland en Ierland wil eindelijk paal en perk stellen aan de misstanden. Die vormen een inbreuk op de 'United Nations code on Responsible Fisheries', zeggen ze. Ze hebben de VN formeel opgeroepen tot een moratorium op zalmkwekerijen.

    De “schaduw” van een kwekerij

    Het is geen geheim dat de aquacultuur van zalm een ramp vormt voor het ecosysteem en verre van duurzaam is. Er is ongeveer drie kilo wilde vis nodig om één kilo zalm te kweken.

    Bovendien heeft elke kwekerij een “schaduw” op de bodem van de oceaan: een dikke laag uitwerpselen van de vissen die elk leven op de oceaanbodem onmogelijk maakt. “Die schaduw kan zich drie of vier kilometer ver uitstrekken, afhankelijk van de stroming”, zegt Wolfram Heise, directeur aan de Fundación Pumalin, een beschermingsinitiatief in Chili. “Het zuurstofniveau in het water rondom de kwekerijen is soms zo laag dat ze moeten verhuizen naar een nieuwe locatie”.

    Bron: JG (IPS)


    12-11-2008 om 20:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liefde bij dieren
    Deze duif met 1 pootje neemt 2 kleine konijntjes onder zijn vleugels.









    11-11-2008 om 17:40 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe mama voor tijgerweesjes
    Nieuwe mama.











    11-11-2008 om 17:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rasbeschrijving Vizla
    Vizsla

    Beschrijving:


    De Vizsla, (ook wel Hongaarse Staande Hond genoemd) is ontstaan in Hongarije uit kruisingen van inheemse Brakken en de uit Turkije meegebrachte Vogelhond, de Duitse Zweethonden en verscheidene andere Staande Honden. Het is een zuiver ras en men heeft zich veel moeite getroost vreemd bloed te vermijden. Bij de fok heeft men het zwaartepunt gelegd op zowel een goede neus als goede apporteereigenschappen. De Vizsla is een snelle zoeker geworden en een uitstekende apporteur. Het ras houdt zeer goed spoor. Waarschijnlijk is de draadharige variant ontstaan uit kruisingen met de Poedelpointer. De Vizsla is een uitstekende jachthond, maar past zich ook aan een gezinsleven aan. Het is een hond met een prettig karakter verenigd met goede werkeigenschappen.

    Gebruik:


    Jachthond

    Activiteit:


    De Vizsla heeft zeer veel lichaamsbeweging nodig.

    Verschijning:


    • Algemeen: De Vizsla is middelgroot en oogt edel doch robuust. Zijn bewegingen zijn lenig en zeker. Het lichaam is tamelijk kort, met diepe en matig brede borst. De ribben zijn matig gewelfd. Rug is recht en kort. De buik is iets opgetrokken. De benen zijn lang met flink bot. Middelmatig lange hals zonder keelhuid.
    • Kleur: Donker tarwegeel.
    • Hoofd en schedel: Het hoofd is droog en heeft een edele uitstraling. Brede, matig lange schedel. De rechte snuit is iets langer dan de schedel en loopt niet spits toe, doch eindigt stomp. Matig diepe stop. Sterke en krachtige kaken. Bruine neus. Neusgaten tamelijk wijd. De ogen zijn iets donkerder dan de vacht en hebben een verstandige blik. Tamelijk grote, brede en hangende oren. Schaargebit.
    • Staart: Middelmatig dik, vrij laag aangezet. Tijdens beweging horizontaal gedragen.
    • Voeten: Rond met korte, gebogen en dicht aaneengesloten tenen. Korte nagels, sterk en donkerder dan de vacht.
    • Beharing:
      • draadhaar : 3-4 cm lang, dicht, ruw, aanliggend. Zachte onderwol. Hoofd, oren en benen korter behaard. Wenkbrauwen en baard gewenst.
      • korthaar : kort, recht, grof en glanzend.
    • Schofthoogte: Reu 57 - 64 cm, Teef: 53 - 60 cm.

    Aard:


    • Goede jachthond
    • Lief voor kinderen
    • Gesteld op gezelschap
    • Goedgehumeurd
    • Vriendelijk
    • Leergierig
    • Levendig
    • Gehoorzaam
    Bron : Doggynet.nl

    11-11-2008 om 17:28 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mensen ... stop met denken voor dieren!
    Mensen ... stop met denken voor dieren!

    Wij, mensen, denken altijd te weten wat anderen denken, of wat anderen van iets vinden. Zo ook bij dieren of vooral ook bij dieren. Zonder naar de lichaamstaal van een dier te kijken of er werkelijk verstand van te hebben, denken mensen altijd precies te weten wat erin een dier omgaat. Wat vaak vergeten wordt is dat we onze eigen gevoelens en gedachten projecteren op het dier, m.a.w. het is in veel gevallen niet het gevoel van het dier maar van onszelf. Met dit in gedachten kan je veel dingen op een andere manier gaan zien.

    Uitspraken die je vaak hoort zijn bijvoorbeeld de volgende: ¨Die (Siberische) tijger zal het wel koud hebben¨. Bedenk dat hun vacht ervoor gemaakt is om met temperaturen van -50 graden te overleven. ¨Wat zielig dat die zebra's in de modder staan, ze mogen niet eens binnen staan!¨; hoe dacht u dat ze in het wild lopen op een natte dag? ¨Die leeuw is wel mager!¨; de meeste dierentuindieren zijn dikker zijn dan de gemiddelde dieren in het wild. Een goed doorvoerd dier vinden veel mensen blijkbaar leuk maar het is niet echt functioneel bij het jagen, en niet goed voor de gezondheid.
    ¨De hond blaft, dus die zal wel agressief zijn!¨; mensen praten of schreeuwen, honden blaffen of grommen nou eenmaal om iets duidelijk te maken.

    Dat één van mijn katten graag met weer en wind buiten is vinden ook veel mensen zielig. Hoezo zielig als zij zelf aangeeft dit te willen vraag ik mij dan af? Het lijkt mij zieliger als je het dier tegen zijn wil binnen gaat houden.

    Allemaal kleine voorbeelden van het projecteren van menselijke gedachten op dieren. Wat mensen aannemen als maatstaaf wordt als de juiste maatstaaf aangenomen. Hoe onjuist is dit en hoeveel leed doe je een dier juist aan door deze gedachten?

    Sommige mensen gaan hier wel heel erg ver in, door te zeggen dat het verkrachten van dieren niet erg is want ze vinden het wel leuk. Oh ja zei het dier dat? Dit soort handelingen verricht je sowieso al niet als je de juiste normen en waarden hanteert. Je dwingt een dier tot het verrichten van onnatuurlijke handelingen. Onnatuurlijk ja, want het is niet natuurlijk als mensen en dieren met elkaar ¨paren¨. Ik begrijp dat de meeste mensen dit wel weten, maar vermeld dit er toch even bij om opmerkingen bij voorbaat de kop in te drukken zoals ¨paren is heel natuurlijk gedrag voor dieren hoor!¨.

    Mishandelen van dieren is ook iets waar we het hier niet over hoeven hebben, want als je een beetje gevoel in je donder hebt doe je zoiets niet, het is niet normaal!

    Maar om dan even terug te komen op het trainen van dieren waar zoveel mensen hun mening over klaar hebben. Niet alleen in het circus, maar ook in opvangcentra en sommige dierentuinen. Dieren trainen (zonder lichamelijk geweld wel te verstaan) is uit den boze volgens het merendeel van de mensen (dieren¨liefhebbers¨). Een dier mag ook geen kunstjes doen, dat is zielig, en mag niet optreden voor menselijk vermaak. Dit uiteraard in positieve zin en niet over mishandelde dansende beren, stierenvechten e.d.; van dwang en mishandeling mag geen sprake zijn).

    Mensen vinden dit ¨in principe¨ zielig, maar vinden dieren dit zelf ook? Als je naar hun lichaamstaal kijkt is dit namelijk niet altijd het geval. Je moet het per dier bekijken en niet alles over één kam scheren omdat wij dat vinden.

    Er zullen dieren zijn die het doen van kunstjes vreselijk vinden, en dat zal je wel aan hun zien, maar er zullen ook dieren zijn die het leuk vinden. Er zijn dieren die het reizen leuk vinden, anderen weer niet. Mijn hond is dol op autorijden (nou ja meerijden dan) terwijl zijn vriendje al nerveus wordt bij het zien van een auto. Ik ken zelfs katten die de auto inspringen als hun baasjes erin gaan. Het heeft er ook veel mee te maken hoe een dier opgegroeid is en wat hij meegemaakt heeft.

    Er kan niet wetenschappelijk bewezen worden wat een dier ergens van denkt. Dierentolken die beweren met dieren te kunnen praten zijn m.i. ook gewoon oplichters. Die bestaan ook alleen omdat sommige mensen ervoor kiezen dit te geloven. Je kan er naar kijken hoe een dier in de natuur leeft, en wat wij als natuurlijk gedrag bestempelen, maar ook dan wil het niet zeggen dat dit gedrag het dier gelukkiger maakt dan ander, aangepast gedrag, of een andere leefsituatie, anders dan wij mensen als ¨de juiste leefsituatie¨ bestempelen.

    Het meest in de richting kom je door te proberen het dier te begrijpen, door te kijken wat hij zelf aangeeft en nogmaals, om de lichaamstaal te begrijpen. De houding, de stand van de oren, ogen en staart, de vocale communicatie zegt zoveel meer dan de mening en gedachten waar mensen zich aan vast houden.

    Dieren kunnen altijd gelukkig zijn, mits ze dier mogen zijn en er rekening gehouden wordt met hun gedrag en wensen. Dit is geen standaard gegeven, maar per situatie en per dier verschillend.

    Dus, mensen, stop met denken voor dieren! Beter voor dier én mens!

    Tekst: B. de Jonge
    Website: www.wildcatsmagazine.nl

    Denk jij wel eens voor dieren? Plaats je reactie op het DN forum

    DN redactie
    DN 06/11/2008


    11-11-2008 om 17:23 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laika

    Laika

    Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


    Laika in haar cabine

    Het Russische hondje Laika (Лайка) was het eerste wezen dat levend rond de aarde cirkelde. Al eerder waren er zowel door de Sovjet-Unie als door de VS dieren de ruimte ingeschoten maar die hadden geen omloop volbracht.

    De naam Laika betekent "blaffer". Laika was in Moskou van de straat gehaald; ze reisde met de Spoetnik II die op 3 november 1957 vanuit Baikonoer werd gelanceerd. Spoetnik II was niet ontworpen om weer te landen en verbrandde bij terugkeer in de atmosfeer op 14 mei 1958 , maar Laika was lang voor dat moment al dood. Het plan was geweest haar voor die tijd door een vergif in het voedsel te laten sterven maar in oktober 2002 werd bekend dat Laika al na een paar uur in de ruimte was overleden aan oververhitting en stress , voordat de vierde omloop ten einde was. In 2006 heeft schrijfster Bibi Dumon Tak het Kinderboekenweekgeschenk van 2006 geschreven. Het boek heette Laika in de sterren en ging over Laika de hond.



    09-11-2008 om 13:13 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hondenallergie

    Hondenallergie


    Miljoenen mensen worden elke dag geconfronteerd met allergieën. Huidschilfers van een huisdier is een van de meest voorkomende oorzaken van allergieën. Deze kunnen ervoor zorgen dat je je zeer oncomfortabel voelt met symptomen zoals een droge mond, lopende ogen en jeukende huid.

    Ze kunnen ook serieusere symptomen veroorzaken zoals astma aanvallen, gezwollen, rode huid en moeilijk ademhalen. Ironisch genoeg kan je een hond al sinds een lange periode hebben voor de allergische reacties zich manifesteren.

    Het kan dan soms moeilijk zijn om de hond als oorzaak van de allergie te bepalen. Want, sinds de hond er al enige tijd is en de allergie pas nu opkomt, moet het wel iets anders zjin dat het veroorzaakt, niet?

    Als je overweegt om je hond te houden, en het effect dat hij op je heeft wil verminderen, is een goede eerste stap een speciale anti-allergische filter te installeren op je stofzuiger. Deze zal er voor zorgen dat er geen huidpartikels door de filter raken en weer in de lucht worden geblazen, wat een gewone stofzuigerfilter niet doet.

    Regelmatig stofzuigen zorgt ervoor dat de hoeveelheid huidschilfers in het huis beperkt blijft. Ideaal is om elke dag de tapijten te stofzuigen en de gordijnen eenmaal per maand. Regelmatig je hond wassen is een populaire manier om het aantal huidschilfers te reduceren. Maar, als je je hond te vaak wast, zal de hoeveelheid schilfers die je hond afwerpt juist vergroten. Het beste is om je hond niet meer dan 1 maal per maand te wassen zodat de huid niet uitdroogt.

    Deze stappen naleven kan ervoor zorgen dat de hoeveelheid huidschilfers in het huis binnen een beperkte norm blijft, net zoials de allergische reacties. Wanneer je deze stappen combineert met allergiemedicatie of -spuitjes, zal je zowel je geliefde hond kunnen houden en je nog steeds goed in je vel voelen.

    In het geval dat je al last hebt van allergieën en toch een hond wil, overweeg dan een hond te nemen die zijn huid traag afwerpt, zoals poedels of schnauzers. Hondensoorten die hun huid snel afwerpen zijn te vermijden (bv. cocker spaniels). Je kan ook overwegen om een hond aan te schaffen die gerust in de tuin kan wonen (wel met een hondenhok, natuurlijk). Dit zorgt ervoor dat je nog altijd het plezier van een hond kan ervaren, zonder dat je huis vol met huidschilfers ligt.

    Als je allergieën nog altijd oncontroleerbaar zijn na al deze stappen en je genoodzaakt bent je hond weg te doen, kan je je huis terug schilfervrij en leefbaar maken door grondig de tapijten te stofzuigen en te schoonmaken. Je gordijnen te wassen en je muren met een vochtige doek af te gaan.

    Verwijder alle speeltjes en andere objecten waarmee je hond intensief mee in contact is gekomen. Laat je beddengoed grondig, anti-allergisch wassen. Nadat al deze stappen zijn ondernomen kan het tot 3 maanden duren voor de allergie symptomen verdwijnen.

    Een laatste tip om de hoeveelheid huidschilfers die worden afgeworpen te minimaliseren is door er voor te zorgen dat het voedsel dat de hond krijgt van zeer goede kwaliteit is. Kwalitatief eten maakt de hond gezonder, de huid steviger en de vacht glanzend. Dit alles zorgt voor een merkbare terugval in de hoeveelheid huidschilfers die afgeworpen worden.

    (allergies-info)


    0178.gif

    08-11-2008 om 13:29 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik stink niet meer uit mijn bek(je) !
    Hallo lieve medehonden,

    hoera, hoera, leve mijn dierenarts, ik stink eindelijk niet meer uit mijn bek. En neen, dit is geen sluikreclame, maar een heel mooie realiteit.

    Toen mijn 'assistente' mij zo'n twee weekjes geleden naar de DA bracht, vroeg zij gelijk ook of er nu niets was dat iets zou kunnen doen aan mijn 'slechte adem'.

    En ja, Hedwig, zo heet mijn DA hier in H, had iets, dat nog tamelijk nieuw was op de markt. Niet echt goedkoop (rond de 18 euro), maar ik moet er maar zo een ietsiepietsie heel klein beetje van nemen zodat ik heel lang toekom  met zo'n doosje.

    En, het allerbelangrijkste, ik mag nu met mijn allerliefste snoetje voor de neus van mijn 'assistente' gaan hangen zonder dat zij haar hoofd wegdraait !!


    Vermits ik weet dat ik niet de enige hond met een ex-slechte adem, plak ik jullie hier heel graag de gegevens van dat product (en neen, dit is géén sluikreclame!!)

    Het product van ecuphar.bv is te verkrijgen in Belgie  onder de naam : "  Orozyme Bucco-Fresh " ( Ascophylleum nodosum) .Te koop bij  de dierenarts of  apotheek.

    http://www.cardonpharmaceuticals.com/ecuphar-bv-producten.html

    Ik wens jullie allemaal met jullie 'persoonlijke assistenten 'een heel fijne dag !



    Senorita Luna


    08-11-2008 om 13:26 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Raststandaard van het Nederlands Kooikerhondje
    Rasstandaard van het Nederlandse Kooikerhondje  
    (FCI-standaard N° 314/19-10-2001) - Rasgroep 8. Apporteer- en waterhonden  
       
    Land van herkomst  
    Nederland  
       
    Gebruik  
    Deze kleine spioen, die in de eendenkooien zo voortreffelijk werkte en soms nog werkt, met zijn harmonische bouw, fraaie kleur en schitterende beharing en bevedering is een echt jachthondje met een opgewekt karakter.  
       
    Algemene verschijning  
    Een kwieke, bonte hond van vrijwel kwadratische lichaamsvorm, waarbij de lengte iets meer bedraagt dan de schofthoogte.
    Goed bevederde staart en opgeheven hoofd.
    Lengte van schedel en snuit ongeveer gelijk.
     
       
    Karakter  
    Vrolijk maar niet luidruchtig, zeer op zijn omgeving gesteld, vriendelijk, goedaardig en attent.  
       
     
       
    Kop  
    Schedel: voldoende breed, matig gewelfd.
    Stop: duidelijk, maar niet te diep.
    Neusspiegel: zwart.
    Snuit: niet te diep en profil.
    Lippen: niet overhangend.
    Jukbeenderen: goed gevuld.
    Aftekening: bij voorkeur bles, gekleurde wangen.
    Ogen: amandelvormig, donkerbruin, met vriendelijke, attente uitdrukking.
    Oren: matig groot, aanzetting iets boven de lijn tussen neuspunt en ooghoek, zonder wit, tegen de wangen gedragen. De oorharen zijn lang; zwarte haarpunten (oorbellen) zijn gewenst.
    Gebit: normaal scharend, tanggebit is toegestaan.
     
       
    Hals  
    Recht en krachtig gespierd.  
       
    Romp  
    Rug: sterk.
    Borst: diep met voldoende gewelfde ribben.
    Staart: horizontaal, tot vrolijk gedragen; niet gekruld. Goed ontwikkelde bevedering met witte pluim. Lengte van de staartwervels tot de hakken reikend.
     
       
    Poten en voeten  
    Voor: recht met niet te zware bevedering.
    Achter: vrij lang behaarde broek; beneden de hak geen bevedering; sprong voldoende gehoekt.
    Voeten: klein, goed gesloten en kort behaard.
     
       
    Gangwerk  
    Moet vlot en elastisch te zijn, niet steppend.  
       
    Beharing  
    Middelmatig lang, lichtgolvend tot sluik; niet krullend en goed aansluitend. Niet te fijne haren. Goed ontwikkeld onderhaar. Gemakkelijk te onderhouden.  
       
    Kleur  
    Duidelijke en heldere oranjeroodkleurige platen op witte ondergrond. De kleur moet overwegen. Zwart-bont en driekleur zijn niet toegestaan.  
       
    Grootte  
    Schofthoogte van ca. 35 tot en met ca. 40 cm.  
       
    Reuen  
    Reuen moeten 2 duidelijk normale testikels hebben, die volledig in het scrotum zijn ingedaald.  
     
    Geschiedenis van het kooikerhondje
     
    Schilderijenhondje

    Kooikerhondjes behoren tot een oud, Nederlands ras. Op schilderijen van 17e eeuwse meesters o.a. Jan Steen komt men veelvuldig spioenachtige hondjes tegen die veel lijken op het huidige kooikerhondje. Ook op 18e en 19e eeuwse familie-portretten ziet men deze hondjes.

    Willem de Zwijger
    Behalve op schildersdoek treffen we de voorvaderen van ons huidige kooikerhondje aan in geschreven woord.
    Geschiedschrijver Pieter Hooft maakt in zijn 'Nederlandsche Historiën' melding van een hondje, welke het leven van Prins Willem van Oranje gered zou hebben toen deze in 1572 in zijn legertent bij Hermigny door het gekrab van dit hondje gewekt werd en zodoende tijdig kon ontsnappen aan de Spaanse overvallers.

    Recente geschiedenis
    De geschiedenis van het kooikerhondje als werkhondje in de eendenkooi, dateert al van enkele eeuwen geleden. Door de achteruitgang van het aantal eendenkooien aan het begin van de twintigste eeuw dreigde het type kooikerhondje te verdwijnen.
    Het is de verdienste van mevrouw M.C.S. Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol dat zij in de jaren veertig van de vorige eeuw de aanzet heeft gegeven om het type kooikerhondje te behouden en tot ontwikkeling te brengen tot een definitief ras.
    Met behulp van een marskramer die zij een lokje haar en een afbeelding van een kooikerhondje meegaf, slaagde zij erin enkele bruikbare exemplaren op het platteland op te sporen. Zo kwam zij aan het teefje 'Tommie', uit Friesland, welke algemeen beschouwd wordt als de stammoeder van het huidige kooikerhondje.
    Het eerste nest dat door de Baronesse werd gefokt onder de naam 'Van Walhalla' dateert van 1942. Nico, een kleinkind van Tommie's kleindochter Carlienke van Walhalla, was het eerste kooikerhondje dat ingeschreven werd in het Voorlopig Register.
    Erkenning
    Aanzet tot erkennig van het kooikerhondje als ras werd gegeven door de onder toezicht van Raad van Beheer op Kynologisch Gebied georganiseerde keuringsdagen ten behoeve van erkenning van het ras. Deze dagen werden georganiseerd in 1958, 1959 en in 1961.
    Op 18 juni 1966 vond voorlopige erkenning plaats en kort daarna kon men zijn kooikerhondje laten inschrijven in het Voorlopig Register (V.R). Inschrijvingen hiervoor verliepen via een aantal keuringsdagen voor toelating, welke van 1967 tot 1970 regelmatig werden georganiseerd.
    De officiële definitieve erkenning als ras verleende de Raad van Beheer op 20 december 1971. Op die datum werden ook de nu geldende raspunten van kracht.
    Bron: VHNK
     
    Interview met Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol
     
    Het hedendaagse kooikerhondje vindt zijn oorsprong bij de stammoeder Tommie van Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol.
    N.a.v. het eerste optreden van het kooikerhondje op de 79ste internationale tentoonstelling in Nederland verscheen in 1968 ( ? ) dit interview met de baronesse in een een Nederlandse krant.
       
       

     
    (met dank aan de Belgische club voor Kooikerhondjes

    08-11-2008 om 13:20 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kattenallergie

    Kattenallergie


    Katten zijn bij de meest verspreide en geliefde huisdieren ter wereld. Vele mensen die houden van het gezelschap van een kat vinden het moeilijk om te gaan met de allergische reacties die ze ervaren door om te gaan met hun huisdier.

    De symptomen die ze ervaren kunnen gaan van een jeukerige huid over een verstopte neus, moeilijke ademhaling, niezen, to rode en droge ogen. Indien deze allergische reacties pas beginnen nadat men de kat al een tijd heeft, kan het moeilijk zijn om afstand te nemen van het huisdier.

    Er zijn meerdere stappen die je kan ondernemen om de allergische reacties te verminderen, zodat je de kat toch kan houden. De voornaamste oorzaak van de allergenen zijn de huidschilfers van de kat, die zich over het hele huis kunnen verspreiden. In de gordijnen, het beddegoed en op de meubels.

    Doordat een groot deel van de dag in de slaapkamer wordt doorgebracht, is het een goed idee om te verhinderen dat de kat toegang krijgt tot de slaapkamer of aan je voeteneinde slaapt. Dit zorgt ervoor dat er geen huidschilfers in je slaapplaats voorkomen. Een douche nemen voor je gaat slapen zorgt ervoor dat je ook geen huidschilfersresidue meeneemt in de slaapkamer wanneer je gaat slapen.

    Door je slaapkamer compleet kat-vrij te houden, heb je altijd een veilige plaats om naar te vluchten wanneer de allergische reactie overweldigend wordt.

    Als je last hebt van een kattenallergie en toch beslist je kat te houden, zorg dan dat je je beddengoed minstens ��n keer per week vervangt. Stofzuig de tapijten dagelijks en was de gordijnen maandelijks. Deze stappen gecombineerd zullen de hoeveelheid huidschilfers drastisch verminderen. Voor de beste resultaten te verkrijgen bij het stofzuigen installeer je best een anti-allergie filter in je stofzuiger, die alle huidschilfer partikels tegenhoud, in tegenstelling tot een gewone filter.

    Het is altijd aan te raden om je handen te wassen nadat je een huisdier aangeraakt hebt om te voorkomen dat vuiligheid en bacteriën overgaan op jezelf. Maar als je een allergie hebt is het absoluut noodzakelijk. Een simpele beweging zoals je kat even aanraken en dan je gezicht aanraken kan ertoe leiden dat de rest van de dag zeer oncomfortabel verloopt.

    Indien je je kat wil strelen zonder risico, gebruik dan een micro-vezel doek. Terwijl je het plezier hebt van het strelen, verwijder je tegelijk meer huidschilfers van de vacht dan een bad kan doen. Dit zorgt ervoor dat er minder schilfers zijn die in het huis verspreid kunnen worden.

    Als al deze stappen er nog steeds niet in slagen om de allergische reacties te verminderen, probeer dan om de kat te beperken tot een specifieke zone van het huis, zodat je de tijd die gespendeerd wordt in de buurt van de kat kan controleren.

    Gezond blijven is natuurlijk het belangrijkste, maar ervoor kunnen zorgen dat je niet moet scheiden van je kat moet ook overwogen worden. Door de stappen te implementeren, samen met je dokter over allergieën praten en eventueel allergie-medicatie te nemen zou je moeten in staat kunnen zijn om je zowel goed te blijven voelen als je geliefde kat te kunnen behouden.

    (allergies-info)

    00233.gif

    08-11-2008 om 13:18 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Botontsteking

    Botontsteking

    Panosteïtis is een ziekte van het bot bij jonge opgroeiende honden. De symptomen worden gezien tussen de leeftijd van 4 en 14 maand. Zeer zelden zien we de ziekte op latere leeftijd hoewel we ze uitzonderlijk tegenkomen bij patiënten van 2 jaar.

    De ziekte bestaat uit een ontsteking van de mergholte en van het been zelf. De oorzaak is ongekend. Duitse herders zijn vaak aangetast maar elk ras kan de ziekte krijgen.

    De symptomen zijn erge pijn en dus manken op één poot. Soms gaat dit gepaard met koorts en algemeen ziek zijn (suf, geen eetlust). Elke poot kan aangetast zijn. De symptomen hebben de neiging ongeveer 2 tot 3 weken voort te woekeren, dan te verdwijnen om dan weer terug te komen op een andere of soms dezelfde poot. De symptoomloze tussenperiode varieert zeer sterk van enkele dagen tot meerdere maanden.

    De ziekte is erg onvoorspelbaar en dat maakt de eigenaar soms wanhopig, zeker als de patiënt eten weigert, koorts heeft en veel pijn lijdt.

    Soms moet de behandeling meermaals worden aangepast en veranderd en af en toe moet de patiënt helemaal opnieuw worden onderzocht om te zien of er geen andere ziekte optreedt of nog aanwezig is. Panosteitis veroorzaakt dezelfde symptomen als andere afwijkingen zoals OCD, HD, discospondylitis etc. Daarom is een grondig radiografisch onderzoek een absolute noodzaak.

    (met dank aan Dierenkliniek Anubis)

    animaatjesherfstgroet.jpg

    08-11-2008 om 13:17 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezondheid huisdieren: hoe moet je de hond uitlaten?

    Gezondheid huisdieren: hoe moet je de hond uitlaten?

    Wandelingen zijn noodzakelijk voor het welzijn van uw hond en het is ook een vorm van ontspanning voor u en de viervoeter. Op voorwaarde dat uw huisdier een goede opvoeding genoot…

    Waarom is het belangrijk?

    Minstens drie keer per dag gaan wandelen (vooral als men geen grote tuin heeft) is noodzakelijk voor het fysiek evenwicht van een hond. Het geeft hem de kans om zich uit te sloven en om te voldoen aan zijn behoefte aan spel en ruimte. Het is ook dé manier om soortgenoten te ontmoeten wat zijn ‘sociaal leven’ ten goede komt. Wandelingen zijn ook nodig voor het ontdekken van duizenden geuren. De reukzin van een hond is namelijk veel meer ontwikkeld dan die van de mens. Er zijn heel wat verschillen tussen beide reukorganen. Een voorbeeld. Men schat het aantal reukcellen in de neus van een labrador op 200 miljoen, terwijl een mens er niet meer dan 5 miljoen heeft.
    De duur en de frequentie van de wandelingen hangen vooral af van de leeftijd van de hond en zijn gezondheidstoestand. Een jonge hond die in goede gezondheid verkeert, heeft een grotere behoefte om zich uit te leven dan een oudere of zieke hond (artrose, hartaandoening, enz.)

    De anderen en de wet respecteren

    Als men een hond zou kunnen vragen waar hij het liefst gaat wandelen dan is de kans groot dat hij eerder voor velden en bossen kiest dan voor de stad. Maar waar u ook op stap gaat, als u met een hond op een openbare plek komt dan moet u de wetgeving respecteren en moet uw huisdier zich kunnen gedragen. De wet verplicht u om uw viervoeter aan een leiband te houden op de meeste plaatsen en op slechts een paar plekken is het toegelaten om uw hond los te laten, op voorwaarde dat u uw hond perfect onder controle hebt zonder riem. Het is belangrijk voor de veiligheid van iedereen, ook die van de hond

    shihtzu_215.gif

    07-11-2008 om 01:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bloeddrukmeting

    Bloeddrukmeting

    Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat hoge bloeddruk bij wat oudere katten (net als bij de mens) een belangrijk gezondheidsprobleem is.

    Wat veroorzaakt hoge bloeddruk bij de kat?

    Nierziekte en nierfalen en dat bij 2/3 van de dieren.

    Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier) met snelle hartslag en hartspierfalen.

    Diabetes of suikerziekte.

    Welke ziekten kan een te hoge bloeddruk veroorzaken?

    Loslaten van de retina (netvlies) in het oog met blijvende blindheid.

    Embolie of bloedklontervorming met verlammingen als gevolg.

    Nierschade.

    Hartspierschade met hartfalen.

    Hoe weet ik of mijn poes hoge bloeddruk heeft?

    Gedurende lange tijd werd de bloeddruk bij dieren slechts zelden gecontroleerd vermits dit een ingewikkelde procedure was. De laatste jaren zijn er echter toestellen op de markt gekomen die de bloeddruk van hond en kat heel nauwkeurig kunnen meten op een eenvoudige manier. Dit onderzoek moet om de zes maanden worden uitgevoerd en past in onze preventie campagne voor de senior katten .

    Wat te doen als ik weet dat mijn kat een hoge bloeddruk heeft?

    1. Dieet: zout vrij eten is aangewezen.

    2. Levenslange medicatie met bloeddrukverlagers.

    3. De bloeddruk laten controleren om de zes maanden.

    Wat is het vooruitzicht met een goede behandeling?

    Na monitoren en in orde maken van de bloeddruk is de levensverwachting van uw poes terug normaal.

    (Dierenkliniek Anubis)





    06-11-2008 om 17:37 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Plaskater

    Plaskater

    Plasproblemen als gevolg van blaasgeruis komen bij katers veelvuldig voor. Katers hebben een erg nauwe urinebuis die gemakkelijk verstopt.

    Symptomen

    De kater zit steeds te persen en er komt nog wel een beetje urine af. Vaak plast hij dat buiten de kattenbak; hij blijft zitten persen en miauwt klagelijk en is slomer.

    Wat kunt U doen?

    Zo snel mogelijk contact opnemen met Uw dierenarts.

    Wat kunnen dierenartsen eraan doen ?

    Het is vooral van belang te controleren of de blaas niet overvuld is. Urine-onderzoek kan vervolgens uitwijzen of er spake is van een door gruis veroorzaakte blaasontsteking. Wanneer geen sprake is van gruisvorming, kan worden volstaan met het geven van een antibioticakuur. Als er sprake is van een door gruis veroorzaakte blaasontsteking, worden medicijnen gegeven die de urinebuis ontspannen, urineverzuurders en een blaasgruis verwijderend dieet gedurende 3 maanden. Dan volgt een urineonderzoek om te controleren of de urine nu ook werkelijk gruisvrij is. Later wordt overgeschakeld op een gruisvoorkomend dieet dat levenslang wordt verstrekt omdat anders 70% kans bestaat dat het gruis terugkomt! Hier is verstandig elk half jaar een urine-onderzoek te laten uitvoeren.

    Plasproblemen met urinebuisverstopping

    Als een propje de urinebuis verstopt, kan de kater niet meer plassen. Het gevolg is niervergiftiging. De kat wordt suf en kan braken. Binnen de 2 dagen kan deze leiden tot shock, coma of zelfs de dood.

    Wat kunt U doen?

    Neem zo spoedig mogelijk contact op met Uw dierenarts. Waarschuwing : soms lijkt het wel of de kat zijn ontlasting niet kwijt kan. Neem bij twijfel geen enkel risico.

    Wat kunnen we als dierenarts eraan doen?

    De verstopping moet zo snel mogelijk worden opgeheven, met behulp van een dun buisje (een catheter). Als het lukt, kan de blaas geleegd worden, vervolgens wordt de blaas gespoeld. Na deze behandeling krijgt de patiënt een infuus en meerdere medicijnen. De catheter blijft in de urinebuis zitten gedurende enkel uren.
    Nabehandeling : het belangrijkste is ervoor te zorgen dat de urinebuis niet opnieuw verstopt. Dit kan dmv medicijnen, urineverzuurders en een blaasdieet.

    Vooruitzichten : als de urinebuis niet langer dan een dag verstopt heeft gezeten, is het vooruitzicht over het algemeen gunstig. De vooruitzichten worden somberder naarmate de verstopping langer heeft geduurd. In ernstige gevallen zien we ook dat de blaasinhoud bijna uit puur bloed bestaat.
    In die gevallen is het mogelijk dat de patiënt komt te overlijden ondanks intensieve zorgen. Dit komt doordat de niervergiftiging en de blaasbeschadiging te ernstig zijn geworden.

    Operatie

    In een enkel geval blijkt het niet mogelijk om de urineverstopping op te heffen. Dan is als uiterste redmiddel nog een operatie mogelijk. Deze operatie kan ook een oplossing zijn voor katers die regelmatig verstopt geraken. Het nauwe gedeelte van de urinebuis wordt verwijderd, zodat het gruis zonder problemen worden uitgeplast.

    Nazorg

    Als U Uw dier weer ophaalt, is het achterste kaalgeschoren en er zitten een aantal kleine hechtingen onder de anus.

    Thuisgekomen zal hij nog enige tijd op de urine blijven persen, mogelijk ook buiten de kattenbak. In verreweg de meeste gevallen is de operatie afdoende en treden nooit meer blaasklachten op. Bij katers, die erg veel gruis vormen, komt ook na de operatie bij hoge uitzondering verstopping voor. Dat begint met het aankoeken van gruis aan de rand van de opening waardoor deze in de loop van de tijd als het ware dichtslibt. Het is verstandig om deze dieren toch op een blaasgruisdieet te zetten. Heel soms treedt na de operatie wat wildvleesvorming op bij de nieuwe opening. Dan is een eenvoudige wondcorrectie nodig.


    (met dank aan Dierenkliniek Anubis - Aartselaar)

    06-11-2008 om 17:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De snurkende hond

    De snurkende hond

    Kortsnuitige hondenrassen hebben een erfelijke aanleg voor afwijkingen aan de bovenste luchtwegen. Deze afwijkingen worden gemakshalve gegroepeerd onder de noemer brachycefaal obstructief syndroom of kortweg BOS. Het syndroom omvat volgende afwijkingen: vernauwing van de neusopeningen, een te lang zacht gehemelte, een naar buiten klappen van de laryngeale luchtzakken en een inklappen van het strottenhoofd. Vernauwing van de neusopening en een verlengd zacht gehemelte zijn de primaire anatomische componenten van het syndroom. Eversie van de laryngeale luchtzakken en inklappen van het strottenhoofd treden secundair op. Rassen waarbij deze afwijkingen in hoog percentage voorkomen zijn: Shiz Tzu, boxer, Engelse en Franse bulldog, Pekinees, mopshond, shar pei, chow chow en Boston terriër. Het gaat om een progressieve aandoening die reeds op een leeftijd van 2 - 4 jaar zijn eindstadium van dodelijke larynxcollaps kan bereiken. Vroegtijdige diagnostiek en behandeling is daarom ten zeerste aangewezen.

    Inleiding
    Door de bewuste menselijke selectie naar eerder extreme uiterlijke kenmerken zijn er verschillende anatomische fouten geslopen in de lichaamsbouw van kortsnuitige honden. We denken dan vooral aan de Engelse en Franse bulldog, de Boston terriër, de mopshond, de Pekinees, de boxer en de dog- en mastiffachtigen. De afwijkingen komen voor op het niveau van de neus (te nauwe neusgaten), de keel (een te lang zacht gehemelte) en het strottenhoofd (het uitpuilen van de laryngeale luchtzakken en het inklappen van het strottenhoofd). Deze aandoeningen worden hieronder in het kort besproken.

    De ademhaling
    De ademhaling heeft als eerste doel lucht in de longen te brengen om het bloed van de noodzakelijke zuurstof te voorzien. Daarnaast gebruiken honden hun ademhaling ook om overtollige warmte kwijt te raken. Tijdens het hijgen zal speeksel op de tong verdampen in de in- en uitgeademde lucht zodat het lichaam afkoelt. Wanneer nu de ademhaling reeds moeizaam verloopt, is het te begrijpen dat de extra inspanning die door het hijgen wordt gevergd er teveel aan is. Dit verklaart waarom de meeste problemen zich voordoen in perioden met warm weer.

    Hindernissen
    Vele bulldoggen hebben een onvoldoende stevig kraakbeenskelet van de neusgaten. Hierdoor zullen de neusvleugels inklappen. Zo ontstaat dan de te nauwe opening van de neusgaten, met de typische snotterende ademhaling. Hierdoor moeten kortsnuitigen soms echt moeite doen om lucht door hun neusgaten naar binnen te zuigen. Vaak wordt erg snel overgeschakeld op open mond ademen.

    Een tweede barriëre bevindt zich achterin de keel en wordt gevormd door het zachte gehemelte (de huig). Deze structuur dient normaal om de slokdarm af te sluiten tijdens de ademhaling en gaat enkel open bij het slikken. Kortsnuitige honden hebben echter een te lang zacht gehemelte, dat nu niet enkel de slokdarm, maar ook de luchtpijp gedeeltelijk afsluit. Dit is hoorbaar (vooral tijdens de slaap, omdat de spieren dan verslappen) als een opvallend snurkend geluid.

    Doordat kortsnuitigen een extra inspanning dienen te leveren tijdens het inademen om deze barriëres te overwinnen zal er een negatieve druk ontstaan in de bovenste luchtwegen. Deze afwijkende onderdruk zorgt voor zwelling en onsteking van het slijmvlies waardoor het probleem nog verergert.

    De negatieve druk kan ervoor zorgen dat twee kleine zakvormige structuurtjes bovenaan in het strottenhoofd (de laryngeale luchtzakken) binnenste buiten keren. Hierdoor wordt de doorgang naar de luchtpijp verder belemmerd.

    Wanneer een patiënt langere tijd met deze luchtwegproblemen rondloopt zal, door de afwijkende negatieve druk, de kraakbeenstructuur waaruit het strottenhoofd is opgebouwd zijn stevigheid verliezen. Hierdoor klapt het strottenhoofd in elkaar en kan er praktisch geen lucht meer passeren (larynxcollaps).

    Klinische symptomen
    De voor de eigenaar meest opvallende afwijking is een luidruchtige en bemoeilijkte ademhaling. Patiënten met een te lang zacht gehemelte vertonen zowel bij inademing als bij uitademing een bijgeluid, onafhankelijk van het openen of sluiten van de mond. Sommige patiënten worden aangeboden voor frekwent kokhalzen of het opbraken van slijmen. Aangetaste honden kunnen slikmoeilijkheden hebben, rusteloos slapen en zelfs bewusteloosheid ten gevolge van zuurstoftekort in de hersenen komt voor. Patiënten met ingeklapt strottenhoofd hebben een ademhaling gekenmerkt door het naar achteren opspannen van de mondhoeken, ademen met open mond of continu hijgen, openspreiden van de voorpoten en uitgesproken opspannen van de buikspieren.

    Behandeling
    Bij patiënten met minimale klachten, kan worden gedacht aan het vermijden van de uitlokkende factoren (inspanning, opwinding). Vermageren is een noodzaak door zijn invloed op de lichaamstemperatuur en de inspanningstolerantie van het dier.

    Een medicamenteuze behandeling is enkel aangewezen bij spoedpatiënten om op korte termijn het acute respiratoire ongemak te verlichten. Het afkoelen van de patiënt naast het toedienen van kalmeermiddelen, ontstekingsremmers en zuurstof kunnen levensreddend zijn. Op langere termijn kan medicatie de degeneratieve veranderingen echter niet tegenhouden.

    Een echte behandeling is enkel mogelijk door het uitvoeren van een chirurgische correctie. Hierbij kunnen indien nodig zowel de neusopeningen, het zachte gehemelte als de luchtzakken in één sessie worden gecorrigeerd. De neusgaten worden wijder gemaakt door een hoeveelheid kraakbeen uit de neus te verwijderen. Het zachte gehemelte wordt zorgvuldig ingekort en de naar buiten geklapte luchtzakken worden weggesneden. Het chirurgisch herstellen van een ingeklapt strottenhoofd leidt helaas niet tot bevredigende resultaten. Het maken van een permanente opening in de luchtpijp (tracheostomie) kan mogelijks een oplossing bieden.

    Tijdens de ingreep dient de nodige aandacht te worden geschonken aan het verdovingsrisico. Ook het wakker worden verdient de nodige aandacht. Zuurstoftoediening is aangewezen en de dierenarts dient uitgerust te zijn om een spoed tracheostomie uit te voeren.

    Prognose
    Zonder operatieve correctie is het vooruitzicht slecht omwille van het progressieve verloop wat leidt tot de dodelijke larynxcollaps. Wanneer stenotische neusopeningen de enige afwijkingen zijn is de prognose na chirurgische correctie uitstekend. Wanneer deze afwijking in combinatie met andere van het BOS optreedt, zullen de meeste patiënten een duidelijk verminderde inspiratoire inspanning vertonen en een betere inspanningstolerantie hebben wanneer deze afwijkingen chirurgisch worden gecorrigeerd.



    (met dank aan Dierenkliniek Anubis)

    06-11-2008 om 17:34 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Veel voorkomende vragen over honden en katten
    FAQ: Veel voorkomende vragen over honden en katten
    Op sommige vragen krijg je een antwoord dat specifiek is voor Nederland. Met een beetje googlen vind je ook de informatie voor België.
    Met een klik op de woorden in het blauw krijg je nóg meer informatie. Veel leesplezier !!


    FAQ 

    • Aanschaf
    Hoe oud kan mijn hond of kat worden?
    Gemiddeld wordt een hond twaal tot veertien jaar oud. Een kat kan wat ouder worden: veertien tot zeventien jaar. Natuurlijk zijn er best wel uitschieters naar boven (er komen wel eens katten van 21 jaar op het spreekuur), maar dat zijn uitzonderingen. Meer over de leeftijd van honden en katten vind je hier .

    Wat kost een hond of kat?
    Dat is afhankelijk wat u kiest: sommige rassen zijn duur. Informeer hierover bij de rasverenigingen. Adressen zijn op te vragen bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland .
    U kunt natuurlijk ook een dier uit een asiel nemen. Dat is veel goedkoper . Deze zijn al gevaccineerd, ontwormd en onderzocht op ziekten of afwijkingen. Asielkatten zijn altijd gecastreerd of gesteriliseerd (eigenlijk is dat bij dieren hetzelfde: lees hier maar).

    Waar moet ik op letten als ik een hond of kat koop?

    Bij de aanschaf van een huisdier moet u een geldig vaccinatiepaspoort, een koopcontract en een betalingsbewijs ontvangen. Bij rasdieren bovendien nog een officiële stamboom, welke wordt afgegeven door de Raad van Beheer (zie boven). Pups en kittens mogen pas vanaf een leeftijd van 7 weken het nest verlaten.
    Het geeft daarnaast een goed gevoel, en is natuurlijk ook belangrijk, dat het dier goed verzorgd is en dat de eventuele nestgenoten en moeder dat ook zijn.

    Ben ik wel geschikt voor een hond of een kat?
    Bedenk alle voor- en nadelen voordat u een huisdier aanschaft. U hebt 'm niet voor een weekje, maar minstens 10 jaar lang!
    Komt u er niet uit, dan heeft de Dierenbescherming een hondentest en een kattentest ontwikkeld. Hiermee kunt u uzelf de vraag stellen of u wel geschikt bent voor een hond of kat.

    • Registratie
    Wat bedoelen ze met ‘chippen’?
    Onder de huid wordt met een injectiespuit een chip ter grootte van een rijstkorrel ingebracht. Dat is vrijwel pijnloos. De gegevens van chip en eigenaar worden doorgegeven aan een databank. De chip bevat informatie over de eigenaar welke op internet makkelijk is te vinden. Dierenambulances, asiels en dierenartsen kunnen deze chip aflezen met een ‘reader’. Op http://www.chipnummer.nl kunt u de gegevens terugvinden. Hier lees je nog meer over het chippen van je huisdier.

    Is een chip verplicht?
    Nee, nog niet. Maar het is wel verplicht bij honden en katten die bedrijfsmatig worden gehouden of verkocht, zoals fokkers. En ook als u uw hond of kat meeneemt op vakantie naar het buitenland. Ook paarden hebben verplicht een chip.

    Mijn dier is geregistreerd en is weggelopen. Wat nu?
    Informeer de politie, de Dierenambulance en uw dierenarts over de vermissing en geef daarbij ook het chipnummer (te vinden in het dierenpaspoort) door. Misschien is hij/zij immers al gevonden en heeft men u nog niet gebeld. 


    • Opvoeding
    Hebt u tips voor de opvoeding?
    Hier kun je wat lezen over de opvoeding van de hond. Wees in ieder geval consequent. Sta het dier geen dingen toe die u eerder verboden hebt en andersom. En belonen is beter dan straffen. Bovendien zijn er gehoorzaamheidcursussen en puppy-cursussen die in het gehele land worden gegeven. In onze regio kunt u hier terecht.

    Hoe voorkom ik bedelen?
    Weer door consequent te zijn en uw pup van jongsaf aan niets te geven terwijl u eet.
    Als u of een gezinslid maar één keer een uitzondering op die regel maakt levert u dat al een bedelende hond op.

    Wij zijn pas verhuisd, maar onze kat loopt steeds terug naar ons oude huis. Hoe kan dat?
    Op korte afstand kan een kat door herkenning de weg naar huis vaak terug vinden. net als wij. Als het echter om een onbekende plaats gaat lijkt de kat over een 'inwendig kompas' te beschikken. Deskundigen nemen aan dat daardoor sommige katten honderded kilometers ver en weken lang kunnen reizen en uiteindelijk toch weer bij hun 'oude' huis aan komen. Voorkom dit door de kat ongeveer een maand thuis te houden, zodat hij vertrouwd raakt met zijn 'nieuwe' thuis.

    Mijn kat sproeit. Wat is daar tegen te doen?
    Katers, maar ook poezen, sproeien wat urine met geurhormonen (feromonen) om andere katten te laten weten dat ze hier leven en om hun leefomgeving vetrouwder te maken. Eigenlijk is het een vorm van communiceren. Castratie helpt zo’n 80% van de katers van dit gedrag af. Helpt dat niet dan zijn er nog andere mogelijkheden om het gedrag te beïnvloeden. Daarover leest u hier meer.

    Wat doe ik aan die vieze sproeiplekken en de stank?
    Reinigen met water en (groene) zeep, maar beslist geen chloor of ammoniak. Deze stoffen stimuleren juist het sproeigedrag omdat de plek ‘vreemd’ ruikt voor de kat. De geur kunt u neutraliseren met azijn.

    Mijn pup wil niet zindelijk worden. Wat doe ik eraan?
    Een aantal tips over het zindelijk krijgen van uw pup leest u hier . Katten zijn trouwens erg snel zindelijk.

    Als ik afwezig ben, breekt mijn hond bijna het hele huis af of blaft hij aan één stuk door. Wat moet ik doen?
    Dat heet verlatingsangst . Daar is wat aan te doen met gedragstraining, soms gecombineerd met medicijnen.

    • Vaccineren
    Wanneer krijgt een kat zijn eerste inenting?
    Vanaf een leeftijd van zo'n 9 weken. Daarbij wordt hij/zij ook goed nagekeken: we noemen dat een gezondheidscheck . Lees over entingen bij de kat meer op deze pagina. Het kitten wordt dan gevaccineerd tegen katteziekte en niesziekte.
    Beide zijn besmettelijk. Katteziekte is vrijwel altijd dodelijk.

    En een pup?
    Jonge honden kunnen vanaf een leeftijd van 6 weken worden ingeënt. Ook die worden vooraf goed onderzocht door de dierenarts. Welke entingen dat zijn kunt u hier lezen.

    • Voeding
    Mogen katten melk drinken?
    Van meer dan 50 ml melk per dag kunnen katten diarree krijgen. Dat geldt ook voor andere melkprodukten, zoals yoghurt en slagroom. Geef daarom liever speciale kattenmelk of gewoon kraanwater. Dat een kat melk zou moeten drinken komt meer door stripverhalen zoals de Donald Duck. Echt nodig is het dus niet.

    Hoeveel mag een hond of kat per dag drinken?
    Beide drinken normaal zo'n 40 ml per kilogram lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van welk soort voer ze eten. Van droogvoer drinken ze natuurlijk meer dan wanneer ze blikvoer krijgen. Als de totale hoeveelheid boven de 100 ml per kilo per dag komt, zou dit op een ziekte kunnen wijzen. Ga dan naar de dierenarts. Die kan met behulp van o.a. bloed- en urineonderzoek uitzoeken wat de oorzaak is van dit vele drinken.

    Kan een hond doodgaan van chocolade?
    Jazeker! In chocola zitten stoffen (o.a. theobromide) die schadelijk zijn voor hart en zenuwstelsel. Daarover lees je op deze pagina meer.

    Waarom eet mijn hond poep?
    Vrijwel altijd is dat een gedragsstoornis en zelden heeft het met een tekort in de voeding te maken. Lees daarover hier meer. 


    • Verzorging van uw huisdier
    Mag ik mijn hond of kat wassen?
    Ja. Zeker als hij of zij vies is. Een vuile vacht is een broeinest voor schimmels en parasieten. Gebruik wel een speciale hondenshampoo. Een tip: begin er al jong mee, zodat uw hond of kat er aan went. En geef 'm daarna een beloning.
    Droog uw huisdier na het wassen af met een gewone handdoek. Verder likken ze zich wel droog. Eventueeel kunt u ook een föhn gebruiken, bij voorkeur op een wat koudere stand.
    Houdt pas gewassen honden en katten een paar uur binnen en uit de tocht: ze vatten snel kou.

    Wat kan ik doen tegen vlooien?
    Er zijn heel veel vlooienbestrijdingsmiddelen . En let daarbij niet alleen op uw hond of kat... maar ook op de omgeving (mand, vloerbedekking, etc.).

    Welk vlooienmiddel werkt het best?
    Een middel wat zowel de volwassen vlo bestrijdt en tevens larven en eitjes doodt. En vergeet niet te stofzuigen. Elke vlo legt zo'n 20-30 eitjes per dag en die komen allemaal in de omgeving terecht. Tip: doe een stukje vlooienband in de stofzuigerzak voor u begint te stofzuigen. Dan blijven de vlooien in de zak en springen ze er niet zo snel meer uit.

    Hoe zie ik dat mijn huisdier wormen heeft?
    Soms zitten er volwassen wormen in de ontlasting of in het braaksel. Ook treft u wel eens 'witte rijstkorreltjes' aan rond de anus of op de plekken waar uw dier ligt. Dit laatste wijst op een lintwormbesmetting.
    Jonge dieren hebben bij ernstige worminfecties een slechte eetlust en een opgeblazen bolle buik

    Hoe houd ik mijn huisdier wormenvrij?
    Al vanaf twee weken na de geboorte kunt u met ontwormen beginnen. Daarna elk half jaar. Overleg met uw dierenarts over de beste wormbestrijding in uw situatie.
    Meer weten over wormen en de risico's voor de mens? Lees deze en deze pagina maar.
    Uit een onderzoek van enkele jaren geleden in een grote stad werden in 25% van de parken en 59% van de zandbakken spoelwormeieren gevonden. Vooral kinderen lopen door hun speelgedrag en minder goede hygiëne een grotere kans besmet te worden.

    Mijn hond heeft vieze horen. Moet ik daarmee naar de dierenarts?
    Als het slechts overtollig oorsmeer is (bruine rommel in de oorschelp) dan kunt u dat eenvoudig met een tissue weghalen. Gebruik nooit een wattenstokje: u unt door het trommelvlies prikken en bovendien stampt u het vuil alleen maar aan tegen het trommelvlies.
    Blijft hij/zij krabben aan het oor of schudt regelmatig de kop, ga er dan mee naar de dierenarts. Oormijt kun je vaak niet met het blote oog zien.

    • Sterilisatie / Castratie
    Op welke leeftijd kan ik mijn kat het beste laten steriliseren of castreren?
    Vanaf een leeftijd van 6 maanden, maar soms kan het ook al eerder omdat katten steeds jonger vruchtbaar worden.

    Zijn er nog andere manieren om zwangerschap te voorkómen?
    Beide dieren kunnen aan de pil. Bij katten is dat vaak een tablet en bij de hond wordt dat gedaan met een injectie. Daar zijn wel nadelen aan verbonden, zoals baarmoederontsteking en borstkanker. Daarom verdient sterilisatie/castratie de voorkeur.

    Wat is het verschil tussen castratie en sterilisatie?
    Er wordt meestal van sterilisatie van een poes of teef gesproken, terwijl de ingreep in werkelijkheid castratie genoemd moet worden, net zoals bij de kater en de reu. Sterilisatie betekent alleen het onvruchtbaar maken: daarbij worden de eileiders of de zaadstreng afgesloten. Dat doen we zelden of nooit bij een hond of kat. Castratie betekent het wegnemen van de eierstokken (poes en teef) of testikels (kater en reu) en dat is wat er bij de ingreep gebeurt. Dus eigenlijk moet je bij de hond en de kat altijd van castratie spreken, of het nu een vrouwelijk of mannelijk dier betreft. 


    • Gezondheid van de mens
    Mag een hond me in het gezicht likken?
    Een hondentong herbergt heel veel bacteriën die een enkele keer tot ziektes leiden. Doe het dus liever niet.

    Wat te doen met een katten- of hondenbeet?
    Bij beide moet u zo snel mogelijk naar de dokter om dat te laten behandelen. Vooral kattenbeten kunnen tot vieze abcessen leiden.

    En een krab van een kat?
    Daar kan de mens de 'kattenkrabziekte' van krijgen. Dat is een infectie van de lymfeklieren van oksel of lies. Het ontstaat zo'n 2-6 weken na de krab. Erg vervelend, maar niet levensgevaarlijk.
    Reinig zo'n krab in ieder geval goed en desinfecteer het met bijvoorbeeld betadine.

    Mag mijn zwangere vrouw de kattenbak schoonmaken?
    Liever niet. In de ontlasting van de kat kan toxoplasma zitten. Deze parasiet kan bij ongeboren babies afwijkingen veroorzaken zoals waterhoofd en blindheid.
    Toxoplasmose bij de kat kunt u voorkómen door de dieren uitsluitend kant-en-klaar voedsel te geven en vlees altijd te verhitten. Knaagdieren en vogels kunnen een belangrijke bron voor besmetting van uw kat zijn. Katten die uitsluitend binnen worden gehouden hebben er dus geen last van.
    Als u zwanger bent en alleen woont wees dan voorzichtig. Als u uw buren niet wilt lastig vallen, draag dan rubber handschoenen bij het verschonen van de kattenbak en was uw handen grondig.

    Mogen mijn kinderen de kat aaien als hij spoelwormen heeft?
    Liever niet, want de eitjes van de wormen kunnen in zijn vacht zitten en kinderen kunnen daar ziek van worden. Ook als kinderen in de zandbak spelen, waarin dieren hebben gepoept, kunnen ze deze infecties oplopen. Uit een onderzoek van enkele jaren geleden in een grote stad werden in 25% van de parken en 59% van de zandbakken spoelwormeieren gevonden. Vooral kinderen lopen door hun speelgedrag en minder goede hygiëne een grotere kans besmet te worden. Ontworm daarom uw huisdier regelmatig.

    Wat zijn zoönosen?
    Dat zijn ziekten die u van huisdieren kunt oplopen. Men noemt dat zoönosen. Meer over zoönosen leest u hier.

    Kan ik AIDS krijgen van de kat?
    Nee. Net zoals AIDS (HIV) bij de mens, bestaat er ook een immunodeficiëntie-virus bij katten: FIV (feline immunodeficiëntie virus) . Hoewel FIV tot dezelfde familie behoort als HIV, is er niets dat erop wijst dat het virus kan worden overgedragen op de mens. FIV kan alléén de kat besmetten en niet de mens. Het is dus geen zoonose!!

    • Ziekten bij hond en kat
    Wat is de normale lichaamstemperatuur bij de hond en de kat?
    De normale temperatuur ligt tussen de 38 en 39 graden Celsius, afhankelijk van de grootte van het dier. Kleine honden vaak wat hoger, en grote rassen wat lager. Dus wel wat hoger dan bij de mens.

    Welke ziekten zou ik kunnen verwachten bij mijn huisdier?
    Meer info over ziekten bij de hond en ziekten bij de kat vindt u boven in het menu aan de linkerzijde van dit witte tekstveld.

    Mijn hond heeft erge jeuk en de dierenarts zegt dat hij allergisch is. Wat is dat?
    Als een dier (of mens) in contact komt met een stof die normaal niet in het lichaam thuishoort ontstaat een afweer reactie. Als het om een een virus of een bacterie gaat zorgt die afweerreactie er voor dat ziekte-verschijnselen worden tegengegaan. Bij een allergie is er sprake van een vergelijkbare, maar veel te sterke reactie, die ongewenste verschijnselen, bijvoorbeeld jeuk, als gevolg heeft. Er zijn verschillende soorten van allergie .

    Kan ik zelf wat doen aan de wagenziekte bij mijn hond?
    Geef uw hond vanaf zes uren voor het vertrek geen voer meer. Daarnaast moet de angst voor autorijden worden tegengegaan: een pup kun je met hele korte ritjes (eerst alleen de straat uit en niet verder) laten wennen aan het autorijden. Probeer de hond tijdens de rit af te leiden en gerust te stellen. En als alles goed gaat, is het aan het einde van de rit belangrijk de hond te belonen voor het goede gedrag. Zeker tijdens een lange reis is goed ventileren belangrijk: raampje open en niet roken! En als dat allemaal nog niet lukt heeft de dierenarts medicijnen tegen wagenziekte. Helaas kan de hond daar wat sloom van worden, dus beperk het gebruik tot lange ritten.
    Wagenziekte komt trouwens ook voor bij de kat.

    • Algemeen
    Ik hoor wel eens dat een 3-jarige hond in 'mensenleeftijd' 21 jaar is. Is dat zo?
    Nee. De vergelijking van 1 jaar dierenleeftijd met 7 jaren mensenleeftijd gaat niet op. Lees hier maar.

    Waarom spinnen katten?
    Vroeger dacht men dat katten spinden als ze tevreden waren. maar er zijn ook katten die met ziek en met veel pijn op de tafel van de dierenarts zitten te spinnen. Dan zijn ze toch niet meer tevreden...
    Spinnen betekent dat de kat vriendelijk is tegen jou en ook graag vriendschap terug wil.
    Overigens kunnen tijgers in de natuur (onze katten lijken er erg op) niet zo goed snorren als onze huiskatten, die dat soms uren kunnen volhouden. Maar gelukkig kunnen onze katten weer niet zo brullen :)

    Wat is echografie?
    Dat wordt hier uitgelegd.

    (met dank aan de Dierenkliniek Vrieselaar)

    06-11-2008 om 17:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leeftijd van honden en leeftijd van de mens
    Leeftijd van honden en leeftijd van de mens

    De vergelijking van 1 jaar dierenleeftijd met 7 jaren mensenleeftijd gaat niet op. Een teef van 1 jaar oud kan al een nest pups hebben, terwijl dat voor (mensen)kinderen van 7 jaar gelukkig nog lang niet aan de orde is. En er zijn meer honden van 17 jaar oud, dan er mensen van 119 jaar zijn.
    In onderstaande tabel staat de hondenleeftijd naast de vergelijkbare leeftijd bij de mens. Katten bereiken gemiddeld een hogere leeftijd dan honden. Kleinere hondjes zijn eerder volwassen en worden gemiddeld ouder dan grotere hondenrassen.

    Bij honden komt de leeftijd van 18 maanden overeen met een jongvolwassene van 20 jaar! Een 11-jarige hond komt overeen met een zestiger en komt in de herfst van zijn leven. Een hond van 20 jaar heeft een mensenleeftijd van meer dan 100 jaar!

    Hieronder een tabel waarin de leeftijden van een hond worden vergeleken met die van de mens.
    De getallen hangen wel een beetje af van de grootte van het ras. Een kleine hond van 6 jaar is in mensenjaren ongeveer 40 jaar oud, een grote ongeveer 50.

    Hond > Mens
    3 maanden / 3 jaar
    4 maanden / 5 jaar
    6 maanden / 10 jaar
    8 maanden / 13 jaar
    10 maanden / 14 jaar
    12 maanden / 15 jaar
    18 maanden / 20 jaar
    24 maanden / 24 jaar
    4 jaar / 32 jaar
    3 jaar / 28 jaar
    4 jaar / 32 jaar
    5 jaar / 36 jaar
    6 jaar / 40 jaar
    7 jaar / 44 jaar
    8 jaar / 48 jaar
    9 jaar / 52 jaar
    10 jaar / 56 jaar
    11 jaar / 60 jaar
    12 jaar / 64 jaar
    13 jaar / 68 jaar
    14 jaar / 72 jaar
    15 jaar / 76 jaar
    16 jaar / 80 jaar
    17 jaar / 84 jaar
    18 jaar / 88 jaar
    19 jaar / 92 jaar
    20 jaar / 96 jaar
    21 jaar / 100 jaar

    oud

    Voor katten kan men ervan uitgaan dat een kitten van 3 maanden overeenkomt met een kindje van 2 jaar, een kat van 1 jaar met een jongere van 18 en een kat van 10 jaar met een menselijke zestiger. Als uw kat tenslotte 18 jaar wordt, is hij in mensenjaren een 80-jarig oudje!

    (met dank aan Dierenkliniek Lemmer)

    06-11-2008 om 17:30 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontdek mee Dierenartsen Zonder Grenzen

      De dierenartsen van DZG zijn in de weer om de minst bedeelde volkeren in de allerarmste streken te helpen. In heel wat ontwikkelingslanden is het vee immers de belangrijkste bron van gezond voedsel. Diergeneeskunde is er echter dikwijls niet bestaande zodat het gevaar voor epidemieën nooit ver weg is. En precies hier knelt het schoentje: wanneer de kudde sterft, sterft ook het dorp. Juist daarom is diergeneeskundige hulp op het terrein zo een absolute noodzaak.

    Het dier, drijfveer van ontwikkeling

    In de derdewereld is landbouw vaak het begin- en eindpunt van alle leven. Het vee speelt daarbij een cruciale rol aangezien landbouw en veeteelt moeten zorgen voor de voedselvoorziening van de mensen. In die streken waar de graanproductie de voornaamste voedselbron is, is het dier een belangrijke schakel in de ketting van de voedselvoorziening. Daar waar de levenswijze, de kwaliteit van de bodem of het klimaat de traditionele akkerbouw in de weg staan, is de veeteelt zelfs van levensbelang. Dierlijke producten als melk, eieren of vlees bevatten immers alle nodige proteïnen voor een gezonde en kwalitatieve voeding. Naast de rol van voedselvoorziening, speelt het vee ook een cruciale rol als natuurlijke werkkracht. Paarden, ezels, runderen en kamelen, het zijn stuk voor stuk trek- en lastdieren. Zij zorgen voor de natuurlijke werk- en trekkracht op de akker, zij putten drinkwater uit de plaatselijke bevoorradingsputten en zij zorgen voor het transport. Zij leven van en voor de landbouw. Zij voeden zich met de landbouwproducten en zij zorgen voor een natuurlijke bemesting van de gronden. Het grootvee mag de rol van het kleinvee niet doen vergeten. De hoenderen, de bijenstal of de vijver zijn ook een belangrijke bron voor voedsel. Als ruilmiddel en inkomensbron maken de dieren bovendien deel uit van een kleinschalige familiale economie. De veeteelt stelt de mensen in staat te sparen, zodat zij op termijn hun levens- en werkomstandigheden kunnen verbeteren. Het bevordert de autofinanciering van de lokale ontwikkelingsprojecten. "Respect en waardering hebben voor de complementaire relatie tussen dier en mens" is één van de basisprincipes voor een duurzame ontwikkeling.


    Dieren genezen om mensen te redden

    De kudde is voor het volk in de ontwikkelingslanden van essentieel belang om te overleven. Dierenartsen Zonder Grenzen haakt in op de natuurlijke wisselwerking tussen mens en dier. Zij tracht langs die weg de hongersnood op een structurele manier te bestrijden.

    Aanmoediging van lokale initiatieven

    DZG staat voor duurzame ontwikkelingssamenwerking die vertrekt vanuit de basisbehoeften op het terrein. Ons engagement t.a.v. de derdewereld zoekt naar lange termijnoplossingen voor het probleem van de chronische ondervoeding. Want preventie is nog steeds de beste remedie. Daarom ook wil Dierenartsen Zonder Grenzen lokale initiatieven in de landbouwsector stimuleren en ondersteunen, zodat de plaatselijke bevolking na verloop van tijd het lot opnieuw in eigen handen kan nemen. Waar mogelijk werkt DZG samen met een bestaande lokale partner. In andere gebieden zal Dierenartsen Zonder Grenzen veehoudersverenigingen helpen oprichten.

    Strategisch plan 2005 - 2015 

    Net als  heel wat  andere non-profitorganisaties wil ook Dierenartsen Zonder Grenzen  de Millenniumdoelstellingen halen.  "Horizon 2015",  ons strategisch plan voor de volgende 10 jaar,  legt uit  wat Dierenartsen Zonder Grenzen  tegen 2015  verwezenlijkt wil  zien  op vlak van werkwijze en ondersteuning en op operationeel gebied.  U kan dit uitgebreide document hier downloaden.

    Horizon 2005 - 2015 PDF (672 kb)

    Praktisch

    DZG maakt deel uit van het VSF Europa netwerk ( http://www.vsfeuropa.org/ )

    DZG -Belgium
    Avenue Paul Deschanellaan 36-38
    1030 Brussel
    tel : 32-2-539.09.89
    fax : 32-2-539.34.90
    Mail: vsf@vsf-belgium.org


    8 november: Ketnet Koeiendag over belang van koeien in Niger

    15-10-2008

    Vanaf 4 oktober – Werelddierendag – voert Ketnet actie om kinderen bewust te maken van het belang van veeteelt in ontwikkelingslanden. Wrapper Kristien Maes  trok met Ketnetter Jona (12) naar het Afrikaanse Niger om met  eigen ogen te zien wat het belang van de veeteelt, meerbepaald  de koe,  voor een Nigerees gezin is.

    Om de actie in Vlaanderen te doen leven, vraagt Ketnet de kinderen hun goed hart te laten zien door grote koeien te knutselen. De vijf mooiste koeien dingen mee naar de titel van ’Miss Koe’ op Ketnetkoeiendag op 8 november, de apotheose van de Ketnetkoeienactie.

    Doel van de actie
    Voor Vlaamse kinderen is een koe maar een koe. Maar voor de kinderen in Niger, betekent een koe veel meer. Ketnet start met een heuse humanitaire sensibiliseringsactie. Wrapper Kristien wilde weten waarom koeien zo belangrijk zijn in ontwikkelingslanden. Ze ging samen met Jona naar Niger, een groot, droog en arm land in Midden-Afrika. Op 8 november kent de actie zijn hoogtepunt met  Ketnetkoeiendag, een hele televisiedag in het teken van de koe.

    Fases van de actie
    Zaterdag 4 oktober: lancering van de actie met oproep aan de kinderen om zelf een koe te ontwerpen en in elkaar te knutselen.
    Zaterdag 11, 18 en 25 oktober: een informatieve reportage in ‘De week van Karrewiet’ en vergelijkende reportages in de wrap, met nadien een leuke studiogast en een stand van zaken van de knutselactie.
    Ketnetradio en Ketnet.be volgen de actie ook op de voet. Kinderen en hun begeleiders kunnen op de website terecht voor meer informatie over de projecten.

    Woensdag 15 en zaterdag 25 oktober: inzamelmoment van geknutselde koeien in verschillende provincies. 
    Zaterdag 8 november: Ketnetkoeiendag: een slotshow met BV’s en de verkiezing van ‘Miss Koe’
    KetnetFreezzz tijdens de kerstvakantie: tentoonstelling van ‘Miss Koe’ en haar levensgrote evenbeeld.

    Lees hier het volledige persdossier , met interviews van Kristien en Jona

    De reportages van de reis en het dagboek van Kristien kan je lezen op www.ketnet.be en www.karrewiet.be




    06-11-2008 om 17:25 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schildpad heeft een vriend te eten

    Schildpad heeft een vriend te eten

    Schildpadden zijn geweldige dieren. Nooit haast, altijd relaxt, ingebouwde pantsering en ze lopen cool. Bied daar maar eens tegenop! Op bezoek in de dierentuin zijn de schildpadden stiekem een leuke belevenis. Als je tenminste wat geduld hebt. Er gebeurt meestal wel iets, alleen soms duurt het even. Onderstaande schildpadden lieten zich fotograferen rond etenstijd.

    Etende schildpadden

    De schildpad rechts wandelt nog even naar de keuken om een servet en bestek te pakken. De schildpad links is nog nietsvermoedend aan de salade vooraf bezig, voordat hij zometeen als hoofdgerecht opgediend wordt. Óf hij is de kleine maffiabaas die tijdens het eten geflankeerd wordt door zijn lijfwacht. Óf dit is verstoppertje op zijn schildpads, waarbij de rechter nu wegrent om zich te verstoppen, en de linker tot 100.000 moet tellen en twee weken de tijd krijgt om te zoeken. Genoeg interpretaties voor dit tafereeltje, wie vult aan?


    (Lurven - Nederland)

    06-11-2008 om 17:24 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trekvogels verspreiden toch vogelgriep
    Trekvogels verspreiden toch vogelgriep

    Trekvogels spelen een grotere rol in de verspreiding van vogelgriep (H5N1) dan wetenschappers dachten. Sommige onderzoekers gingen er vanuit dat trekvogels niet in staat zijn om het H5N1-virus naar andere continenten te verplaatsen. Dat dit wel degelijk kan gebeuren, bewezen Amerikaanse biologen in een geografische studie naar pijlstaarteenden.    Het vogelgriepvirus is de laatste jaren in opspraak geraakt, toen het zich vanuit Azië naar Europa en Afrika verspreidde. Bij deze trek overleden ongeveer 245 mensen en ontstond de angst dat H5N1 zou zorgen voor de volgende grieppandemie (een wereldwijde, dodelijke epidemie). De rol van trekvogels in de verspreiding van vogelgriep was onzeker. Onderzoek liet zien dat het virus zich niet via vogels naar andere continenten kon verplaatsen. Het onderzoek tot dusver richtte zich echter op vogelsoorten die niet tussen verschillende continenten migreren of vogels die voorkomen op plekken waar nog nooit een Aziatisch griepvirus werd gevonden.  In Noord-Amerika (Alaska) bestaat een gebied waar continentale trekvogels leven en waar ook al eens Aziatische vormen van H5N1 werden aangetroffen. Amerikaanse biologen namen in dit gebied bloed af bij meer dan 1400 pijlstaarteenden op verschillende locaties. Pijlstaarten komen veel voor in zowel Noord-Amerika als Oost-Azië, waar de dieren overwinteren. Bovendien raken deze trekvogels gemakkelijk geïnfecteerd met griepvirussen. Om de exacte migratieroute van elke pijlstaart in de gaten te kunnen houden, kregen de vogels ook allemaal een zender. Op die manier kunnen de onderzoekers bijvoorbeeld vaststellen waar een bepaalde eend een Aziatische vorm van vogelgriep heeft opgepikt.  Hiervan geven de biologen ook een mooi voorbeeld. Zij zagen dat een groep pijlstaarten zich in april 2008 in de wetlanden van Japan bevond. De eenden leefden daar samen met een groep wilde zwanen. In dit gebied werd een schadelijke vorm van Aziatische vogelgriep vastgesteld, waaraan ook enkele zwanen zijn overleden. De onderzoekers vergeleken het bloed van de pijlstaarteenden met dat van andere vogels uit Noord-Amerika en Oost-Azië. Zij vonden geen virussen die helemaal van Aziatische oorsprong zijn en ook geen dodelijke vormen van H5N1.  Toch heeft ongeveer de helft van de vogelgriepvirussen, die in het bloedonderzoek bij pijlstaarten werden aangetroffen, op genetische basis meer overeenkomst met Aziatische dan met Noord-Amerikaanse vogelgriep. Continentale trekvogels kunnen dus wel degelijk virusmateriaal uitwisselen met andere vogelsoorten en zo mogelijk gevaarlijke vormen van H5N1 over verschillende continenten verspreiden. 
    Elles Lalieu

    (Nieuwsbrief van de Grote Griepmeting)


    06-11-2008 om 17:22 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Cavia
    De Cavia
    Voeding en verzorging van moederloze dieren

    Pasgeboren cavia's zijn .nestvlieders'. Bij de geboorte zijn de ogen open, en de vacht en het gebit volledig ontwikkeld. Het zeugje produceert gedurende 2-3 weken melk, maar al enkele dagen na de geboorte beginnen de jongen met de opname van vast voedsel en water. Het geboortegewicht is 70-100 gram. Op een leeftijd van 15-28 dagen worden ze gespeend en ze wegen dan 180-240 gram. Verdere gegevens over de cavia lees je hier

     
    Baby-cavia's met hun moeder links) en een jonge cavia in de hand

    Melk en andere voeding
    Een melkvervangend preparaat bestaat uit 100 gram volle koemelk + 8 gram Protifar (een eiwitrijke dieetvoeding in poedervorm van Nutricia) + 50 mg (meestal is dat 1 tablet) vitamine C. De fijngewreven tablet vitamine C wordt gemengd met wat Protifar. De rest Protifar toevoegen en met een deel van de melk aanmaken. daarna de rest van de melk toevoegen, roeren en verwarmen tot 38 graden Celsius.

    Verzorging
    Moederloze jongen kunnen makkelijk naar een ander melkgevend zeugje worden overgeplaatst. Handopfok is tamelijk eenvoudig. de omgevingstemperatuur moet niet lager dan 17 graden Celsius zijn. De eerste 5 levensdagen moet je de jongen 5 maal daags kunstmelk geven (ze nemen dan ongeveer 20 gram melk per dag op) met een speenflesje of pipetje.

    Vanaf de vierde dag kun je er vast voedsel  bijgeven en de kunstmelk in een schaaltje doen.
    Na elke flesvoeding moet je na elke flesvoeding de buik en gebied rond anus masseren met een vochtig watje of tissue om het poepen en plassen te stimuleren. Per week kunnen de jongen 30 gram groeien.

    Voor kleine herbivoren (= planteneters) zoals konijnen, cavia's, chinchilla's, schildpadden en slangen is er via de dierenarts tegenwoordig ook het voedingssupplement Crital Care® beschikbaar wat met water moet worden aangemaakt. Dit wordt gebruikt na ziekte in de herstelperiode maar mag ook worden gegeven zodra aan het jonge dier vast voedsel mag hebben.

    (Dierenkliniek Vrieselaar)



    06-11-2008 om 17:20 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voetballersknie bij de hond

    Voetballersknie bij de hond

    Scheuren van de voorste kruisband zien we bij twee types honden. In de eerste plaats bij jonge, vaak zware, atletische honden zoals de Rottweiler, Herder, Berner Sennen, Beauceron enz.. Ten tweede zien we ze ook bij de wat oudere honden van elk ras maar vaak ook bij kleinere rassen zoals de Yorkshire terriër, Maltezer, Poedel, enz..

    Deze scheuren ontstaan door overbelasting van de kruisband. Dit gebeurt vaak tijdens een explosieve beweging zoals jagen achter een vogel of poes, of bij spelen met stokken of een bal. Bij oudere honden echter kan de band scheuren bij dagelijkse bewegingen en dat omdat er slijtage en degeneratie op de band zit.

    De band scheurt bij slechts een klein aantal honden direct helemaal. Meestal is er een voorgeschiedenis van kleine scheurtjes die aanleiding geven tot periodes van mank zijn. In de beginfase reageert de hond dan ook nog goed op pijnstillers of ontstekingsremmers en dat zolang de scheurtjes klein zijn.

    Als de band echter helemaal scheurt, ontlast de patiënt de poot geheel en zullen pijnstillers geen of nauwelijks verbetering veroorzaken. edeeltelijke scheuren van de voorste kruisband leiden in onze ervaring steeds tot gehele rupturen. Deze totale scheuren kunnen optreden dagen, weken, maanden, of jaren na het optreden van de eerste partiële scheuren.

    Schuiflade SchuifladeEens de band helemaal gescheurd is, wordt de knie instabiel en treedt het schuiflade syndroom op. Hierbij is de knie abnormaal te bewegen. Om dit uit te testen is het meestal nodig om de patiënt te sederen. De knie wordt dan stevig vastgenomen en onderzocht op het voorwaarts schuiven van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen. Indien dit kan is de schuiflade positief.

    Ook tijdens het wandelen zal deze abnormale beweeglijkheid in de knie aanwezig zijn. Daardoor maalt de knie op de duur haar eigen meniscus kapot. Onderzoek heeft aangetoond dat scheuren van de kruisband die niet worden geopereerd in 100 % van de gevallen leiden tot meniscus scheuren na een jaar. ij grote honden zijn een maand na het optreden van een voorste kruisbandscheur reeds 85 % van de meniscussen gescheurd. ls een scheur van de kruisband optreedt, is het dus verstandig om de ingreep redelijk snel uit te voeren (zonder echte spoed). pijtig genoeg treden er ook nog scheuren van de meniscus op na een herstellende ingreep en dit in nog 15 % van de patiënten. Hoewel dit wat ontgoochelend is, is het alleszins veel beter dan in de 100 % die anders te verwachten is. upturen van de voorste kruisband worden, zoals reeds aangegeven, best chirugisch behandeld. Er zijn meer dan 100 technieken beschreven voor het herstellen van deze afwijking. Wat daarbij opviel was dat de resultaten van de chirurgie slechter werden naarmate de hond meer woog. Er werden bij deze zware honden vaak meniscus scheuren waargenomen, soms maanden na de oorspronkelijke ingreep en tevens bleven de dieren vaak mank vooral na rust. Ook trad er zelfs na een ingreep steeds behoorlijk wat arthrose op. aarom werd recent een geheel nieuwe techniek ontwikkeld.

    Wij bieden in onze kliniek 2 technieken aan, de TPLO (= Tibial Plateau Levelling Osteotomy) en de TTA (= Tibial Tuberosity Advancement). Aangezien niet elke hond dezelfde knie heeft en sommige honden geen TTA of andersom, geen TPLO kunnen ondergaan, kunnen we kiezen welke techniek uw dier het beste ondergaat.

    Het herstel na de ingreep moet langzaam gebeuren. Daarom moet de patiënt tot zes weken na de ingreep aan de korte lijn worden gehouden. In huis mag hij echter vrij bewegen. Wandelingen moeten kort zijn. Tien minuten is echt het maximum, maar dit mag vaak per dag zijn.Na zes weken mag de patiënt meer doen. Maar de patiënt ineens loslaten en plots alles laten doen is te veel van het goede. De knie wordt dan overbelast. Daarom moet de fysieke opbouw langzaam gebeuren over een periode van 1 tot 2 maanden.

    Bij katten worden scheuren van de kruisband vaak gezien in combinatie met een ziekte van de hartspier. Een EKG en echografisch onderzoek is dan ook steeds noodzaakelijk voor de anesthesie bij deze diersoort.

    (met dank waan Dierenkliniek Anubis - Aartselaar)

    06-11-2008 om 17:17 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paardenopvang blijkt oplichting
    Paardenopvang blijkt oplichting
    donderdag 30 oktober 2008
    Erpe-Mere/Lede - Dierenwelzijnsorganisatie BLID waarschuwt paardenliefhebbers voor de paardenopvang Los Vaqueros. Deze opvang, vroeger gevestigd in Lede, opereert nu vanuit Erpe-Mere en biedt via het internet gratis opvang aan voor paarden, pony's en ezeltjes. "Zoals vaak het geval gaat het ook hier om pure zwendel en worden de paarden doorverkocht", stelt BLID-voorzitter Dirk Blanchart.

    BLID haalt een getuige aan die zijn paard afstond en later ontdekte dat dit verkocht was. Een andere paardenliefhebber die zijn 'schenking' wou omzetten in een adoptiecontract ving eveneens bot bij Los Vaqueros. "Sinds wij het probleem onder de aandacht brachten is de blog van de paardenopvang van het net gehaald", aldus Blanchart.
    Op het net zijn wel nog zoekertjes te vinden waar Los Vaqueros zijn gratis opvang promoot. "Daartegen valt niets te doen, want volgens de politie is er niets strafbaar gebeurd. Toch vragen wij dat FOD Dierenwelzijn iets onderneemt tegen deze niet-vergunde opvangcentra, voordat er nog dieren worden gebruikt voor oplichting.

    We willen ook dat de gerechtelijke instanties de praktijken van Los Vaquers onderzoeken en zullen al onze getuigenissen aan hun overmaken."
    BLID roept andere slachtoffers van niet-vergunde dierenopvangcentra op om zich te melden via n opgelicht@blid.be Dit e-mail adres is beschermd door spambots, u heeft Javascript nodig om dit onderdeel te kunnen bekijken   Bij Los Vaqueros was niemand bereikbaar voor commentaar.



    Webnieuws



    04-11-2008 om 17:20 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paarden in Europa verdienen een beter leven

    Paarden in Europa verdienen een beter leven

    Oct 21, 2008

    Ieder jaar maken duizenden paarden een barre tocht per vrachtwagen van Spanje en Oost-Europa naar Zuid-Italië. Met als enige doel om daar te worden geslacht. Hun barre tocht duurt 36 tot 46 uur.

    Klik hier om mee te helpen deze wreedheden te stoppen

    36 - 46 uur wreedheid

    Transport in Europa

    Vele transporteurs lappen de regelgeving van de Europese Unie voor de bescherming van deze dieren aan hun laars. Tijdens hun wrede reis krijgen de paarden onvoldoende rust, voedsel en water. De paarden lijden aan stress doordat ze te weinig ruimte hebben. Bovendien moeten ze tijdens het vervoer constant hun gewicht verplaatsen om zich in balans te houden. Een reis van 36 tot 46 uur betekent dat de dieren in feite bijna twee dagen moeten lopen zonder rust. En dan de verstikkende temperaturen; die kunnen oplopen tot wel 40 graden Celsius! Door deze omstandigheden wordt deze dieren in hun laatste uren bijzonder groot leed aangedaan.

    De lange reis naar de slacht is onnodig wreed. Er is maar één reden waarom deze dieren moeten lijden: als ze in Italië worden geslacht, kan hun vlees op misleidende wijze aan de man worden gebracht als ‘traditioneel Italiaans’…

    Help nu mee dit te stoppen!

    Transport in Europa

    Dit moet stoppen. En dit kan ook stoppen, met úw hulp! Binnenkort vergadert de Europese Commissie over het vervoer van dieren over lange afstand. Laat uw stem horen, vandaag nog.  Laat deze  paarden niet aan hun lot over! 

    Klik hier om een e-mail naar de Europese Comissie te sturen  


    Bron : WSPA 

    04-11-2008 om 17:19 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Python verorbert papegaai

    Python verorbert papegaai

    De python geniet van zijn lekkere maaltijd.
    Eerst wordt de papegaai deskundig gewurgd.
    Eerst wordt de papegaai deskundig gewurgd.
    Na twee uur blijft enkel nog het staartje van de verorberde prooi over.
    Na twee uur blijft enkel nog het staartje van de verorberde prooi over.
    Vorige maand verbaasde een spin de wereld door een vogel op te eten, nu was het de beurt aan een python om een soortgelijk huzarenstukje te herhalen. Op zoek naar een fantastische maaltijd liet de slang haar oog vallen op een grote geelkuifkaketoe. De tamme papegaai die zich van geen kwaad bewust was, zat uit te rusten in een boom in een tuin in Cairns, Noord-Australië.

    Baasje
    Het baasje van de kaketoe, Cindy Lane, zat te schilderen in haar studio toen ze plots gekrijs hoorde in haar tuin. Op het moment dat de Australische vrouw naar buiten liep, was haar kaketoe al half opgegeten door de python. "Ik wou hem nog proberen te redden maar hij blies letterlijk zijn laatste adem uit toen ik naderde," vertelt ze gechoqueerd.

    Twee uur
    De slang deed er ongeveer twee uur over om de hele vogel te verorberen. "Het was heel moeilijk voor me om dit tafereel gade te slaan", voegt mevrouw Lane eraan toe. "Tegelijkertijd was het echter fenomenaal hoe de slang dit voor mekaar kreeg." (hlnsydney/kh)
    04/11/08 03u07

    Bron : HLN

    04-11-2008 om 17:17 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voedseltekort voor vogels
    Voedseltekort voor vogels

    Op zoek naar voedsel trekken de vogels daarom nu massaal naar steden en parken. "Wie een voederplank in de tuin zet, kan al snel op heel wat bezoek rekenen", aldus Natuurpunt.



    Bron : De Telegraaf

    04-11-2008 om 17:16 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dolfijnen houden van afwisselende shows
    Dolfijnen houden van afwisselende shows

    Met één klap op het water springt een hele groep dolfijnen omhoog. Begeleid door trainers in kano's en op vlotten laten de dolfijnen zien wat ze kunnen. Maar, hoe leren dolfijnen dat eigenlijk? Wat doorlopen dolfijnen en andere dieren uit het Dolfinairum van training tot show?

    Jeroen Brauckmann, trainer van de dolfijnen uit de Dolfijnendelta weet er alles van. ¨Als je een dolfijn iets wilt leren probeer je eigenlijk een dolfijn zover te krijgen dat hij iets doet wat jij wilt. Je kunt niet met woorden uitleggen wat je bedoelt. Je kunt het ook niet voordoen. Je moet ze dus op een andere manier duidelijk maken wat de bedoeling is. Wij leren dolfijnen om naar een bepaalt punt toe te gaan, dat kan je hand zijn maar ook een target (een stok met een rode bol aan het einde). Wat belangrijk is, is dat er je voor de dolfijn een leuk spelletje van maakt. De eerste keer dat een dolfijn een target ziet, weet hij natuurlijk niet wat hij ermee moet en is het een beetje eng. Je kunt dan, als je de target alleen maar laat zien, de dolfijn belonen met een visje. Zo wordt het target minder eng. Als je dat vaker oefent begint de dolfijn een target leuk te vinden en kun je uiteindelijk een dolfijn proberen aan te raken met het target. Als dat wordt toegelaten beloon je dat weer met een visje. Dat is hetzelfde verhaal: eerst is het spannend, daarna neutraal en daarna steeds leuker. Als je maar goed genoeg beloont kun je steeds meer uitbouwen. Uiteindelijk kan de dolfijn een target dan helemaal volgen in een ronddraaiende beweging en maakt hij een salto.¨ Het target kan dan geleidelijk aan worden vervangen door een handgebaar. Deze targettraining wordt bij vrijwel alle dieren in het park gebruikt, zelfs bij de haaien.

    Dat die methode werkt is even later te zien als Jeroen één van de jongere dolfijnen Spetter (3,5 jaar) om een salto vraagt. Nieuwsgierig kijkt het dier hem aan en als hij door heeft wat er van hem verwacht wordt snelt hij weg. Na een paar seconden schiet hij uit het water en laat de salto zien. Bij terugkomst wordt hij beloond met een aantal visjes en applaus van een enthousiaste Jeroen.

    Jeroen vertelt dat het wel eens lastig is om altijd enthousiast te moeten zijn bij het omgaan met de dolfijnen. Op die mindere dagen neemt hij vóór de training een moment om even om te schakelen. En, vertelt hij, vaak is het dan eigenlijk wel opbeurend om een training te doen. Het is dan ook een beroep dat hij altijd al wilde beoefenen. ¨Het is hier zelden een aantal maanden hetzelfde. Er is altijd wel wat aan de hand en dat maakt het werk heel afwisselend en, naar mijn mening, interessant.¨

    Na een trainingssessie krijgt elke dolfijn een cijfer van 1 tot 3. Bij een 3 ging de training heel goed, bij een 2 ging de training goed en bij een 1 ging het niet zo goed. Verder wordt genoteerd hoeveel vis de dolfijn heeft gekregen en wat er tijdens de training is gedaan. Overigens leren niet alle dieren dezelfde gedragingen. Sommige dolfijnen hebben meer aanleg voor een sprong dan andere. Dat is een kwestie van uitproberen.

    Veel gedragingen die aan de dieren geleerd worden zie je terug in de shows. Jeroen vertelt hoe zo'n show wordt opgebouwd. ¨Wat in het Dolfinarium belangrijk is, in elk geval bij de dolfijnen, is dat de shows onvoorspelbaar zijn want een show is elke dag. Hier in de Dolfijnendelta hebben we één per dag, dat is te overzien. Als je drie of vier shows per dag hebt dan vinden wij het heel belangrijk dat de shows voor de dieren onvoorspelbaar en afwisselend zijn. Dat maakt het leuker voor ze. Als de dolfijnen altijd hetzelfde moeten doen wordt dat saai. Bij de showopbouw zitten we altijd vast aan een aantal aspecten omdat er een verhaallijn is. Daarom proberen we zoveel mogelijk af te wisselen in waar de dieren werken, met welke trainer, welke onderdelen we wel en niet doen en in welke volgorde. Ook beloningsvormen kun je afwisselen.¨ Dolfijnen krijgen namelijk niet alleen vis als beloning. Spelen, applaus en aanraking zijn andere vormen van beloning. ¨Er zijn parken waar wel altijd dezelfde show wordt gedraaid en die zien er soms heel goed uit. Ik ben van mening dat het voor de dieren zelf leuker en beter is, en dat ze zich er mentaal ook beter bij voelen, als ze afwisseling in hun leven hebben. Zeker met de shows. Als je die elke dag doet, moet je zorgen dat geen dag hetzelfde is. We merken ook dat die afwisseling het leuk houdt voor de dieren. Als we een periode druk zijn worden de shows vrij standaard. Dat merk je vrij snel aan de dieren, ze zijn dan minder goed in de show. Dat is voor ons een teken dat we meer moeten afwisselen. Dan gaat het vaak gelijk een stuk beter.¨

    Er gaat dus heel wat vooraf aan het handgebaar dat een dolfijn doet springen. Geduld en veel belonen helpen een aanraking langzaam uit te bouwen tot bijvoorbeeld een salto. Daarnaast moet je als trainer zorgen dat de dieren zich niet gaan vervelen door veel afwisseling in de dagen te brengen. Al die dingen bij elkaar zorgen ervoor dat de trainers en de dieren dag na dag een spetterende show aan het publiek kunnen laten zien.

    Website: www.dolfinarium.nl

    Annelien Klunder

    DN redactie (AK)
    DN 04/11/2008

    04-11-2008 om 17:15 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijf slingerende vragen over orang-oetans

    Vijf slingerende vragen over orang-oetans

    Jij stelt de vragen, wij beantwoorden ze!

    Van onze redacteur Tim Kraaijvanger

    Zal deze orang-oetan zijn ouders, zusjes, broertjes, neven en nichten zien uitsterven?

    Zijn de orang-oetans en de mensen familie?

    Jazeker. Wetenschappers geloven dat de mens en de orang-oetan 22 miljoen jaar voortkwamen uit dezelfde mensaap. Sindsdien zijn beide soorten een ander pad ingegaan. De mens heeft zich enorm ontwikkeld, de orang-oetan iets minder. Toch komt het DNA van de orang-oetan voor 97 procent overeen met het DNA van een mens. Ook lijken de gezichtsuitdrukkingen van mens en orang-oetan heel erg op elkaar.

    Keken de eerste ontdekkers niet raar op...

    ...toen ze de eerste orang-oetan zagen?
    Ja hoor. In 1641 schreef Nicolaas Tulp in zijn boek Observationem Medicarum over een onbekend, mensachtig wezen in de bossen van Sumatra en Borneo. Veel mensen twijfelden nog aan het bestaan van deze wilde bosmens. In 1820 werd de orang-oetan eindelijk echt ontdekt door de zoöloog Clarke Abel. De soort kreeg de naam 'orang-oetan', dat 'bosmens' betekent.

    Wat doet een orang-oetan de hele dag?

    Orang-oetans leven hoog in de bossen van Borneo en Sumatra. Ze komen zelden op de grond. De orang-oetan gebruikt takken om van A naar B te komen. Als een orang-oetan wil slapen, bouwt hij een nest van takken en bladeren. Op de grond lopen de grootste vijanden van de orang-oetan rond: de tijger en de mens.
    Naast slapen en rondslingeren zijn orang-oetans vaak op zoek naar voedsel. Ze eten vruchten, noten, boomschors, insecten, eieren, bladeren en wortels. En af en toe een banaantje op z'n tijd.

    Wordt de orang-oetan met uitsterven bedreigd?

    Vooral op Borneo gaat het slecht met de orang-oetan. Leefden er in 2004 nog 31.000 exemplaren, in 2007 was het aantal gedaald naar 20.000. De verwachting is dat de orang-oetan het volgende decennium uitsterft, mocht de Indonesische overheid niet ingrijpen.
    De Indonesische overheid offert beschermd natuurgebied op voor palmolieplantages. Als er beschermd bos wordt gekapt, wordt eigenlijk het huis van de orang-oetans neergesabeld. Orang-oetans worden door de vernietiging van de natuurgebieden uit de bossen gedreven, en doodgeschoten of gemarteld door lokale inwoners van Borneo.

    Hoe kan ik de Orang-oetan helpen?

    Sluit u aan bij een stichting die opkomt voor de orang-oetan, zoals de BOS Foundation. Zij zorgen voor toevluchtsoorden, geven de orang-oetans een veilige leefomgeving en betrekken de plaatselijke bevolking erbij. Neem een kijkje op deze website en help de orang-oetan!

    Bron : Dagje weg.nl

    04-11-2008 om 17:13 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ekerse fotograaf maakt rouwbrieven voor huisdieren
    Ekerse fotograaf maakt rouwbrieven voor huisdieren

    Het lijkt lachwekkend, misschien zelfs ietwat aanstootgevend, maar blijkbaar hebben sommige mensen er nood aan. De Ekerse fotograaf Wilfried Deferme maakt op verzoek rouwbrieven of doodsberichten bij het overlijden van huisdieren.

    “Er is de trend dat mensen hun huisdier vermenselijken en vooral als lid van de familie zien”, begint beroepsfotograaf Wilfried Deferme uit Ekeren. "En als zo’n beestje sterft, blijft er vaak alleen een foto over.”

    Sommige mensen organiseren al verjaardagsfeestjes voor hun huisdieren, inclusief uitnodigingen. Nu is er ook de vraag naar overlijdensberichten. “Het dier wordt op zijn best getoond. Steeds staat de foto centraal. Voor alle duidelijkheid: ik fotografeer geen dode dieren. Of ik haal een foto uit mijn archief of ik gebruik een foto die mensen mij bezorgen. Een slechte foto, een dia of een negatief smuk ik op.”

    Luguber

    De Ekerse fotograaf biedt twee opties aan (zie illustraties). “Of een doodsbericht dat er uitziet als een menselijk overlijdensbericht (Kenzo) of een bericht met een grote foto op fotopapier (Blacky). Sommige mensen vinden zo’n rouwbericht lachwekkend of luguber, maar dat is het voor anderen niet. Dit is vooral een zeer private aangelegenheid.”

    Nood aan

    Ook de petshop van bloemen- en plantenzaak Walter Van Gastel biedt de rouwbrieven van Deferme aan. “Blijkbaar is daar nood aan”, vertelt woordvoerster Elisabeth De Gendt. “Zo verkopen wij ook roze hartjes waarin je een foto van je huisdier kunt laten verwerken, of bloemetjes in de vorm van een bot.”

    Klanten kunnen in de petshop hun huisdier trouwens gratis laten fotograferen door Wilfried Deferme. En dat tot en met 21 december elke zondag van 10 tot 18u.

    Illustraties Wilfried DEFERME


    GVA

    04-11-2008 om 17:11 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De sproeiende kat in huis

    De sproeiende kat in huis

    Het plassen en sproeien door katten in huis is zeer ongewenst gedrag en een zeer vervelend probleem voor hun eigenaren. Maar ook voor de katten zelf is het geen goede situatie omdat dit gedrag vaak voortkomt uit stress bij de kat. Gelukkig kunnen we het ontstaan van sproeigedrag vaak vermijden door de katten op een leeftijd van 6 maanden te castreren en steriliseren . Soms blijkt dit echter niet afdoende te zijn en ontstaat het sproeigedrag alsnog. Wanneer we dit sproeigedrag vervolgens kwijt willen, moet de achterliggende oorzaak eerst worden achterhaald. Alvorens we de conclusie kunnen trekken dat het gedrag inderdaad voortkomt uit stressgevoelens van de kat, moeten eerst medische oorzaken voor frequent plassen worden uitgesloten. Bij blaasontsteking heeft de kat steeds veel aandrang om te plassen en kunnen er in huis kleine plasjes gevonden worden, eventueel wat roodgekleurd door bloedbijmenging. Ook zijn er ziekten waarbij de kat meer gaat drinken, waardoor de kat ook logischerwijs meer gaat plassen. In deze gevallen kan het zijn dat de kat 'het niet meer kan ophouden' en op ongewenste plaatsen in het huis gaat plassen.

    Wanneer de bovenstaande genoemde medische aandoeningen zijn uitgesloten kan de conclusie worden getrokken dat het gestoorde plasgedrag van uw kat uit stress voortkomt. Stressgevoelens kunnen vele mogelijke oorzaken hebben. Veel voorkomende oorzaken zijn o.a.:

    • Disbalans in verhouding met andere katten , waarbij een andere kat vaak domineert over de ‘sproeiende' kat. De andere, dominerende kat hoeft niet in hetzelfde huis te wonen, het kan ook een kat uit de buurt zijn. Ook komt het voor dat juist de dominante kat sproeit.
    • Veranderingen in directe omgeving zoals: verhuizing, verbouwing, nieuwe meubels, komst van baby, komst van andere huisdieren, wegvallen van ander huisdier of gezinslid.
    • Nerveus karakter van de kat

    De beste oplossing voor stress bij de kat is natuurlijk het wegnemen van de oorzaak. Maar in veel gevallen is dit niet mogelijk.

    Medicamenteuze behandelingsmogelijkheden van stress bij katten:

    •   Feliway-spray® of verdamper :

    D.A.P. 
en Feliway

    Deze producten gaan stress tegen door middel van geur, waardoor de kat zich meer opzijn gemak gaat voelen. Dit zijn zogenaamde ‘feromonen', lichaamseigen geuren die de kat zelf ook achterlaat als hij kopjes geeft.

    • Clomicalm® :

    Clomicalm

    Een soort antidepressivum in tabletvorm, ook wel ‘ prozac' voor huisdieren genoemd. Dit wordt als laatste ‘redmiddel' ingezet en kan wat sloomheid bij de kat veroorzaken. Er zijn veel goede ervaringen met deze medicatie.

    Wanneer het probleemgedrag ontstaat door disbalans in de kattengroep in één huishouden en de bovenstaande medicatie geen effect heeft, kan het overplaatsen van de kat naar een ander adres nog oplossing bieden.

    (dierenkliniek Causus)

    04-11-2008 om 14:20 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoönosen of ziekten die van de dieren op de mens overgaan

    Zoönosen of ziekten die van de dieren op de mens overgaan:

    Schurft, scabiës

    Ziekteverwekker

    Mijten (Acarina) veroorzaken schurft. Er bestaan verschillende soorten mijten.
    De Sarcoptes scabiei (schurftmijt) veroorzaakt scabiës. De verschillende ondersoorten van deze mijt leven op verschillende diersoorten en zijn vrij specifiek voor deze diersoorten. Cheyletiellamijten komen voor bij hond, kat en konijn.
    De vogelmijt (Dermanyssus gallinae, ook wel bloedluis of kippenbloedmijt genoemd) leeft in de directe nabijheid van vogels en voedt zich met hun bloed.
    Mensen kunnen last hebben van vogelmijten als de mijten talrijk zijn en de vogels hun nest verlaten hebben. Men treft vogelmijten rond het huis aan in vogelnesten onder dakpannen, in vogelkooien of in volières. De mijten kunnen de woning binnenkomen via dakbeschot, ventilatieroosters of airconditioning.
    Trixacarus caviae is een mijt die specifiek bij cavia’s voorkomt.

    Besmettingsbron en wijze van overdracht

    Overdracht van de mijt van dier naar mens gaat via intensief contact met het dier, maar ook kunnen mijten vanuit de verblijfsplaatsen van de dieren (mand, nest, broedplaats) of via textiel op de mens kruipen.
    Cheyletiella laat zich zelfs vervoeren door vlooien of luizen.

    Ziekteverschijnselen bij de mens

    De door dieren overgedragen mijten zorgen in het algemeen alleen voor jeuk en hooguit wat huiduitslag. De ontstekingen zijn zelflimiterend : na verloop van tijd (maximaal drie weken) gaat het vanzelf over.
    Voor de vogelmijt geldt dat deze lichtschuw is. Huiduitslag is vooral zichtbaar op door kleding bedekte huiddelen. Alleen als er een allergische reactie ontstaat, ziet men een wat ernstiger beeld (blaartjes, eczeemachtige uitslag).
    De diagnose is niet eenvoudig te stellen, want de mijten zijn vrijwel niet met het blote oog te zien of zijn al weer verdwenen.
    Voor sarcoptesschurft (scabiës) geldt vaak dat de patiënt eerst met zijn hond naar de dierenarts is geweest en dus vaak zelf al met de optie schurft komt.

    Ziekteverschijnselen bij het dier

    Scabiës komt bij de hond voor bij alle leeftijden. Meestal begint het op de buik, waarna het zich over het hele lichaam kan verspreiden. Er ontstaan jeuk en rode bultjes. Door het krabben ontstaan vaak grote korsten en kale plekken.
    Bij de kat komt scabiës ook voor, maar het is zeldzaam en komt voornamelijk op de kop voor (kopschurft).
    Bij het varken veroorzaakt scabiës vooral heel veel jeuk, vooral als het dier vaker geïnfecteerd wordt en daardoor een overgevoeligheid voor de mijt ontwikkelt.
    Het meest opvallend bij een infectie met Cheyletiella, is de vacht die heel stoffig lijkt. Dit komt door de overmatige schilfering van de huid. Hierbij heeft het dier wisselend last van jeuk, soms heel heftig en soms helemaal geen jeuk. Soms veroorzaakt ook Cheyletiella rode bultjes en bij het konijn zien we vooral korsten op de rug, de borst en de flanken.
    Vogelmijten veroorzaken niet veel last bij vogels, behalve als het er echt heel veel zijn en als de vogel ernstig verwaarloosd is of al een andere ziekte onder de leden heeft. Dan zal het dier vooral lusteloos zijn, doordat de vogelmijt leeft van het bloed van de vogel.

    Preventie

    Besmetting is niet altijd te voorkomen, net zo min bij de mens als bij het dier.
    Regelmatig schoonmaken van de omgeving van het dier, inclusief de hondenmand en kattenbak wordt aanbevolen. Het is verstandig het huisdier te laten behandelen bij de dierenarts.
    Meestal scheert die het dier dan kaal en wast het vervolgens met een mijten dodend middel.

    © 2003 - dierenkliniek Causus - Oudenburg (Belgium)


    04-11-2008 om 14:19 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Suikerziekte bij de hond en kat

    Suikerziekte bij de hond en kat

    de medische term voor suikerziekte is Diabetes Mellitus.

    Glucose is een suiker. Na een maaltijd stijgt het suikergehalte in het bloed. Bij een gezond dier gaat de pancreas (alvleesklier) gestimuleerd worden en zal deze insuline afgeven. De insuline zorgt ervoor dat de glucose de lichaamscellen kan binnendringen.

    Bij een suikerpatiënt wordt of te weinig insuline afgegeven of de insuline kan er niet voor  zorgen dat de glucose de lichaamscellen kan binnendringen. In het laatste geval spreken we van insuline resistentie, de receptoren die verantwoordelijk zijn om de kanalen in de cellen te openen om de glucose in de cel te laten zijn ongevoelig voor de insuline. Het glucose blijft dus in de bloedbaan desondanks een verhoogde concentratie aan insuline in het bloed.

    Insuline is een polypeptide hormoon met moleculaire structuur C254H377N65O75S6.

    Insuline wordt aangemaakt door de betacellen van de pancreas, in de eilandjes van Langerhans (la insula = eiland ).

    Uit preproinsuline ontstaat proinsuline en uiteindelijk insuline.

    Het hormoon stimuleert:

    • Synthese van glycogeen in spier en levercellen
    • Synthese van vetzuren
    • Synthese van eiwitten o.a. in spierweefsels
    • Transport van glucose door celwanden zodat het voor celstofwisseling vrijkomt (dit verlaagt de bloedsuikerspiegel)

    Het regelt de bloedsuikerspiegel samen met glucagon en adrenaline die een tegenovergestelde werking hebben.

    Wanneer er te weinig insuline in het lichaam wordt aangemaakt spreekt men van diabetes mellitus type 1

    Wanneer voldoende insuline aangemaakt wordt maar lichaamscellen slecht/onvoldoende op insuline reageren spreekt men van diabetes mellitus type 2

    Ziekteverschijnselen:

    • Suikerziekte zien we vooral bij honden en katten van middelbare en oudere leeftijd. Bij de honden zien we veel suikerziekte in de lijnen van de retrievers, en kleine rassen.
    • Polyurie en polydipsie dwz meer drinken en plassen dan gewoonlijk (> 100 ml per kg per 24 uur). Een hond van 25 kg mag dus maar 2.5 liter drinken op een dag.
    • Vermageren ondanks verhoogde eetlust. In een later stadium soms geen eetlust meer.
    • De dieren zijn meer moe, in een later stadium treedt er zwakte en traagheid op. Zwakte is vooral te zien aan de achterpoten, waarbij katten soms doorgezakt met hun hakken op de grond lopen.
    • Diarree en braken komt ook al eens voor.
    • Als het suikergehalte al een hele tijd hoog staat dan kunnen de lenzen in de ogen beginnen wit te zien (= cataract).
      Bij de kat is dit echter zelden het geval.

    De definitieve diagnose wordt gesteld wanneer bij herhaling een te hoog glucosegehalte in het bloed wordt aangetoond. Het glucose wordt gemeten met een bloedglucose metertje (zie onderstaande foto).

      Wat zijn de oorzaken van suikerziekte bij hond en kat?

    Bij de kat door overgewicht en te weinig lichaamsbeweging.

    Bijwerkingen van medicijnen, met name hormonen.

    • Door het gebruik van Delvosteron®, een middel om de loopsheid bij de hond te onderdrukken, kunnen we diabetes veroorzaken.
    • Door het gebruik van Megecat®, een middel om de krolsheid bij de poes te onderdrukken en huidklachten bij de kat te behandelen, kunnen we ook diabetes veroorzaken.
    • Bijvoorbeeld cortisone preparaten prednisolone en dexamethasone, die gebruikt worden om jeuk bij de hond of de kat tegen te gaan.

    Bij teven komt suikerziekte vaker voor dan bij reuen. De oorzaak hiervan is dat de eierstokken na elke loopsheid het hormoon progesteron afgeven, dat via een ander hormoon de werking van het insuline tegengaat.
    Daardoor kan juist in de periode na de loopsheid suikerziekte bij de teef ontstaan. Als suikerziekte in deze periode ontstaat, moeten de eierstokken zo snel mogelijk worden verwijderd en bestaat de kans dat de suikerziekte verdwijnt.

    Diabetes mellitus zien we ook als een bijkomende complicatie bij de ziekte van Cushing bij de hond.

    Welke behandelingen zijn mogelijk?

    In het algemeen is suikerziekte bij de hond en de kat goed te behandelen met dagelijkse injecties met insuline door de eigenaar.
    De insulinenaaldjes zijn zo fijn, dat uw huisdier er meestal niets van voelt.

    Het is   meestal aangeraden om teven  te steriliseren. Door de hormonale veranderingen is er zelfs een kans dat de suikerziekte volledig verdwijnt.

    Tot slot kunnen enkele katten met extreem overgewicht na te zijn afgevallen en door meer lichaamsbeweging te krijgen het goed doen op een dieet met een laag koolhydratengehalte en een hoog eiwitgehalte.

    Een praktische benadering van de behandeling van diabetes vind je hier

    Op wat moet er allemaal gelet worden?

    • bij de hond
      • Bij de hond wordt er  één maal per dag op een vast tijdstip een injectie insuline gegeven.
      • Voor de hond gebruiken we Caninsuline® en geven 0.25 IU/kg/24 uur.
      • Praktisch gezien moet U dus ' s morgens om 8 uur een halve portie eten geven. Nadat de hond alles opgegeten heeft mag U de insuline inspuiten. 8 uur later geeft U de tweede helft van de voeding.
      • Een bloedcontrole wordt gedaan 4 uur na de insuline injectie.
      • Het dagelijkse voedsel moet constant in hoeveelheid en samenstelling zijn en verdeeld worden over twee porties.

    Het is heel belangrijk dat de insuline pas gegeven wordt als de hond gegeten heeft.

    • bij de kat
      • Katten moeten ook twee maal daags, met twaalf uur tussentijd, worden geïnjecteerd met insuline.
      • Voor de kat gebruiken we Caninsuline® en geven 0.25 IU/kg/12 uur. 
      • Praktisch gezien moet U dus ' s morgens om 8 uur een halve portie eten geven. Nadat de  kat alles opgegeten heeft mag U de insuline inspuiten.  12 uur later geeft U de tweede helft van de voeding en nadat de  kat alles opgegeten heeft mag U de tweede  portie insuline inspuiten.
      • Een bloedcontrole wordt gedaan 4 uur na de insuline injectie.
      • Het dagelijkse voedsel moet constant in hoeveelheid en samenstelling zijn en verdeeld worden over twee porties.

    Het is heel belangrijk dat de insuline pas gegeven wordt als de hond of de kat gegeten heeft.

    • concentratie glucose

    Het kost een tijdje vooraleer de juiste insulinedosis bij de hond en de kat bepaald is.
    In de beginperiode moet het glucosegehalte in het bloed regelmatig worden gecontroleerd. Als eenmaal de juiste dosis insuline is vastgesteld, kan het aantal controles worden verminderd.
    Regelmatige controle blijft echter wel noodzakelijk, want na verloop van tijd kan de behoefte aan insuline veranderen en kan een aanpassing van de dosering nodig zijn.

    Wanneer een suikerpatiënt behandeld wordt met insuline moeten we er op letten dat we het bloedglucosegehalte niet te veel verlagen en zo hypoglycemie veroorzaken. Dit kan gebeuren als de hond of kat te veel insuline krijgt toegediend of te weinig gegeten heeft.
    Bij een geringe hypoglycemie  zal de hond of kat zwak en sloom zijn.
    Als het bloedglucosegehalte veel te laag wordt dan treden trillingen en trekkingen van de spieren op die uiteindelijk fataal kunnen zijn.
    Deze situatie kan op elk tijdstip van de dag optreden maar komt meestal voor bij de hond 4 tot 7 uur na de insuline toediening.
    Bij de kat meestal 2 tot 4 uur na de insuline toediening.
    U moet de eerste verschijnselen leren herkennen om tijdig te kunnen handelen door stroop of druivensuikerpoeder aan de binnenkant van de lippen, op en onder de tong te wrijven.

    Wat is de prognose voor een suikerpatiënt?

    • Honden hebben, afhankelijk van de leeftijd, een verwachte overlevingsduur van 2 tot 5 jaar.
    • Katten kunnen vaak jarenlang zonder problemen op dezelfde dosering blijven staan. Toch is het geen uitzondering als een kat na enkele maanden (zelfs binnen 1 tot 3 maanden) of jaren opeens een periode heeft waarin geen insuline nodig is of waarin de dosis met 50% verhoogd moet worden.

    © 2003 - dierenkliniek Causus - Oudenburg

    04-11-2008 om 14:19 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het konijn als huisdier
    Het konijn als huisdier

    Inleiding
    Er komen veel soorten konijnen voor. De als huisdier gehouden konijnen vallen onder de groep " tamme konijnen". De rassen verschillen nogal van grootte, gewicht, kleur en type vacht. Een vrouwelijk konijn heet voedster, een mannelijk konijn ram of rammelaar.

    Gemiddeld worden konijnen 7 a 8 jaar oud, maximaal zo'n 15 jaar. Konijnen zijn al op jonge leeftijd in staat om nakomelingen te krijgen. Een ram van 6 maanden oud kan al een voedster bevruchten, terwijl een voedster al vanaf 3-5.5 maand bevrucht kan worden. Bij konijnen vindt er pas een eisprong plaats nadat het dier gedekt is. Na gemiddeld 31 dagen worden de jonge konijnen geboren. Dit zijn er, afhankelijk van het ras 4 - 10.
    Wanneer u rammen en voedsters bij elkaar wilt laten zitten, is het dus verstandig de rammen te laten castreren. Castreren gebeurt al vanaf een leeftijd van 6-7 maanden.

    Een konijn heeft de eigenaardige gewoonte om twee soorten ontlasting te produceren. De zachte, kleine en plakkerige keutels van 's nacht worden weer opgegeten en zijn dus normaal niet te vinden, omdat ze de eiwitten en vitaminen die daar nog inzitten zelf nodig hebben. De bekende konijne-keutels worden dus overdag geproduceerd en blijven liggen.

    Een konijn moet altijd hooi eten, naast de konijne-brokken. Daarnaast mogen ze groenvoer erbij hebben, niet te koud is en niet teveel ineens. Koolsoorten, sla en klavers kunnen nogal wat gasvorming geven in de maag. Zit er teveel gas in de maag, dan noemen we dat trommelzucht. Bij trommelzucht komt de behandeling vaak te laat en gaat het konijn dood. Zorg steeds voor vers drinkwater.
    In tegenstelling tot bij de mens blijven de tanden en kiezen van konijnen doorgroeien. Staan de elementen niet goed op elkaar, dan slijten ze onvoldoende af. Dit kan beschadiging geven van het tandvlees, of zelfs de tong. Er ontstaan kauwproblemen en de dieren vermageren. Vaak speekselen ze er erg bij. Het is dus in zo'n geval belangrijk om de tanden en kiezen regelmatig te laten knippen of bijslijpen. Let ook op de lengte van de nagels. Soms groeien ze erg ver door.

    konijnen

    Enkele regelmatig voorkomende aandoeningen bij het konijn

    Oorschurft
    Oorschurft wordt door een mijt veroorzaakt. Je ziet vaak heftigejeuk, scheefhouden van de kop, korsten en soms zelfs pus uit het oor. De behandeling bestaat uit 2 injekties, met 10-14 dagen tussentijd, eventueel gecombineerd met een oorzalf.

    Coccidiose
    Coccidiose geeft een darmontsteking en wordt veroorzaakt door een bakterie-achtige verwekker. De konijnen hebben diarree, soms met slijm en bloed. Ze vermageren en drogen uit. Door microscopisch onderzoek van de ontlasting is de diagnose vaak al te stellen. Afhankelijk van de ernst van de aandoeningen worden er antibioticum-injekties gegeven of krijgt u een middel mee dat u zelf via het drinkwater kunt toedienen. Hygiene is van groot belang, dus regelmatig schoonmaken!

    Snot
    Dit ziektebeeld geeft een ontsteking van de voorste luchtwegen. We zien een heldere, soms pussige neusuitvloeiing, niezen, vermageren en ontstoken oogleden. Ook hier weer is een antibioticumtherapie nodig, waarbij nogal eens na een korte tijd herhaling van de ziekte optreedt.

    Myxomatose
    Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus. Een konijn kan besmet worden via muggen, mijten en de konijnenvlo. Ook via andere konijnen kan de ziekte verkregen worden. De ernst van de ziekte hangt af van de leeftijd van het konijn, de temperatuur van de omgeving, bepaalde erfelijke eigenschappen van het konijn en de "sterkte" van het myxomatose-virus. De ziekte begint meestal met ooguitvloeiing en een vieze neus. Later ontstaan knobbels op de kop, romp en rond de staart. De dieren eten niet en krijgen koorts. Binnen enkele dagen gaan de dieren dood. Een goede therapie bestaat niet. Slechts zelden overleeft het dier deze nare aandoening. Gelukkig is er wel een enting, die voorkomt dat de dieren myxomatose krijgen. Deze enting moet ieder half jaar herhaald worden. 

    Kaakabcessen
    Regelmatig zien we konijnen met abcessen aan de kaak. De oorzaken zijn vaak bacteriële infecties door aangeboren of verkregen tand- of kiesproblemen (bijvoorbeeld ten gevolge van ontstekingen of verkeerde voeding waardoor de elementen los kunnen komen te staan) maar ook is de oorzaak wel eens onduidelijk. Zie ook verderop: 'Tandheelkunde bij konijnen en knaagdieren'.
    Het konijn is lusteloos, eet minder en heeft een, soms pijnlijke, bult onder de kaak die in een paar dagen is ontstaan. De diagnose is eenvoudig te stellen maar de behandeling van deze abcessen is niet altijd zo simpel. De abcessen komen vaak weer terug na behandeling (abces wordt ruim opengelegd en dagelijks gespoeld en behandeld met antibiotica) en een langdurige behandeling is vaak nodig. En natuurlijk moet de oorzaak (de losse of gebroken kies) verwijderd worden. De prognose wordt slechter wanneer het abces langer bestaat en vervolgens ook het bot is aangetast.

    Huidaandoeningen
    Veel voorkomende huidaandoeningen bij het konijn zijn mijt- en schimmelinfekties. Bij mijtinfekties zien we kale plekken, jeuk, haarutval en vaak korsten. Bij schimmelinfekties zien we kale plekken, jeuk, schilfers en afgebroken haren. Welke infektie aanwezig is, is vaak vast te stellen door middel van mikroskopisch onderzoek. De behandeling bestaat uit injekties, al dan niet gekombineerd met wassen van het dier. Mijt- en schimmel-infekties zijn besmettelijk voor andere diersoorten en de mens! Laat dus bij twijfel het konijn even door ons bekijken.

    Plakkerige diarree
    Regelmatig zien we konijnen op het spreekuur met als klacht: plakkerige ontlasting/diarrhee aan de staart. Bij navragen blijkt dan dat het konijn niet erg ziek is, redelijk goed eet, maar vieze ontlasting heeft die aan de staart vastplakt. Tevens blijkt bij navraag dat het konijn overdag gewone konijne-keutels produceert, die worden in het hok gevonden. Oorzaak van dit fenomeen is gelegen in het feit dat konijnen met deze klacht te veel krachtvoer krijgen. Normaal is namelijk dat een konijn z'n "nachtontlasting" zelf opeet ! Deze ontlasting is afkomstig uit de 2 behoorlijk grote blinde darmen van het konijn. In deze ontlasting zitten heel veel eiwitten, vitaminen en mineralen, en dat is heel voedzaam voor het konijn. Wanneer een konijn zoveel krachtvoer krijgt dat daarmee aan de volledige behoefte aan eiwitten, vitamen, mineralen etc. voldaan wordt, dan eet dat konijn die nacht-ontlasting niet meer op, en deze blijft dan aan de anus/staart en omstreken plakken.
    Wat kun je hieraan doen? Geef een konijn maximaal 30 gram krachtvoer per kilogram lichaamsgewicht en verder goed hooi en altijd vers drinkwater, dan gaat het probleem vrijwel altijd over.

    VHD (Viraal Haemorrhagisch Syndroom)
    De ziekte kan, nog voor dat andere verschijnselen merkbaar zijn, binnen enkele uren tot sterfte leiden. Of het konijn krijgt koorts, bloederige uitvloeiing uit de neus, benauwdheid en sterft na enkele dagen. Besmetting vindt plaats door direct of indirect contact met besmette dieren (mogelijk ook wilde konijnen) en bijvoorbeeld ook via besmet  voer (zoals buiten geplukt groenvoer).  Vaccinatie is mogelijk en beschermt een half jaar.

    Tandheelkunde bij konijnen en knaagdieren

    Tandproblemen zijn bij konijnen, cavia's en chincilla's veel voorkomend, mede door de bouw van hun gebit maar ook door de vaak onjuiste weinig vezelrijke voeding die wordt gegeven.
    Slechts weinig cavia's, chincilla's en huiskonijnen hebben na enkele jaren nog een normaal gezond gebit. Hoewel de meeste dieren worden aangeboden voor 'te lange snijtanden', ligt het probleem doorgaans veel dieper in de mondholte.

    Onderzoek
    Mondonderzoek bij het wakkere dier valt nogal eens tegen. De mondholte is bij deze dieren lang en smal en daarom zijn aangepaste onderzoeksmethoden nodig. Abnormaliteiten aan de snijtanden (onregelmatig oppervlak, ontkleuringen van glazuur, onregelmatig of te weinig afslijten) wijzen vrijwel altijd op een probleem met de kiezen.
    Bij het wakkere dier kan men meer informatie krijgen over wat er zich in de mondholte afspeelt met behulp van een otoscoop, vooral van de voorste kiezen. Maar het gebied achterin is dan nog moeilijk te bekijken. Daarom kan het nodig zijn het dier onder narcose te brengen. Ook een röntgenfoto kan meer info verschaffen over het gebit.

    Problemen
    De meeste tandproblemen bij konijnen, cavia's en chinchilla's worden veroorzaakt door verkeerde voeding. Droogvoer is te weinig vezelrijk en bevat teveel calorieën. Een konijn moet gedurende meerdere uren per dag kauwen op vezelrijk calorie-arm voer (gras, hooi en groenvoer) om de kiezen voldoende te slijten. Bij het geven van calorie-rijker voer vermindert de duur en de intensiteit van het kauwen. Bij de cavia speelt een vitamine-C tekort een belangrijke rol bij het ontstaan van gebitsproblemen.
    Het gevolg van onvoldoende slijtage van de kiezen is dat er o.a. benige zwellingen kunnen ontstaan aan de onderkaak en soms een uitpuilend oog of neus- en/of ooguitvloeiing in de bovenkaak
    Oneven slijtage kan ook leiden tot vorming van scherpe tandpunten die de weke delen in de mond (wang, tong) beschadigen . Dat is erg pijnlijk voor het dier. Bovendien kunnen de tanden scheef gaan staan.

    Behandeling

    Snijtanden kunnen het beste worden afgevijld en liever niet worden 'geknipt'. Het knippen van de tanden kan erg pijnlijk zijn door de grote kracht die wordt gebruikt. Een enkele keer kan de tand breken, soms zo diep dat de wortel bloot komt te liggen met ontstekingen als gevolg.
    Kiezen kunnen alleen onder narcose worden ingekort: de mond moet wijd open en de wangen moeten uit de weg worden gehouden.

    Voorkómen
    Het zal duidelijk zijn dat de voeding de meeste aandacht moet krijgen. Hoofdbestanddeel moet hooi en gras zijn, aangevuld met vers groenvoer. Maximaal 10% van de voeding mag bestaan uit droogvoer.
    Cavia's moeten dagelijks vitamine C krijgen, zelfs als ze op speciaal cavia-voer 'met extra vitamine C staan. Vitamine C is erg onstabiel (het 'oxydeert) en dat betekent dat zo'n 3 maanden na produktiedatum nog nauwelijks vitamoine C aanwezig is in commercieel voer.
    Weeg de dieren regelmatig, zeker als ze in een groep worden gehouden. Hierdoor worden eventuelke problemen veel eerder opgemerkt en zijn de vooruitzichten ook beter.

    Info over operaties bij uw konijn
    Eten

    Uw huisdier mag eten tot vlak voor de operatie. Haal het eten uur voor de operatie weg, dit geldt ook voor het hooi en stro. Drinken mag uw konijn nog wel (alleen water).

    Brengen
    Zorg dat uw huisdier schoon is. Vervoer het konijn in een stevig en goed afsluitbaar reismandje. Als bodembedekking kunt u schone doeken gebruiken, gebruik geen strooisel of iets dergelijks. Het dier mag onmiddellijk na de operatie weer eten en drinken. Neem daarom, in een apart en afgesloten bakje, alvast wat van het meest favoriete voer mee naar de praktijk.
    Het is belangrijk dat u op de afgesproken tijd met het dier op de praktijk aanwezig bent. Vertoont het dier kort voor de operatie ineens andere gezondheidsproblemen, meldt deze dan zo spoedig mogelijk aan uw dierenarts.

    Na de operatie
    Na de operatie heeft uw huisdier een operatiewond. Daar mag geen zaagsel aan kleven of stroof hooi in gaan prikken. Maak voor thuiskomst van uw konijn daarom het hok eerst goed schoon en gebruik als tijdelijke bodembedekking kranten en schone doeken gedurende 2 dagen.

    Instructie dwangvoederen konijn of cavia
    Konijnen en cavia's kunnen om verschillende redenen stoppen met eten, o.a. door gebitsproblemen, pijn, na operaties of narcoses.
    Als gevolg van het niet eten gaan de darmen stil liggen en komt het dier in een neerwaartse spiraal terecht; het wordt steeds zieker. Het is dus heel belangrijk dat deze dieren blijven eten.
    Het is daarom nodig om uw dier te 'dwangvoeren'. Hieronder wordt uitgelegd hoe u dit het beste kunt doen.
    Wat kunt u geven?
    • Vezelpoeder, gemengd met water (verkrijgbaar bij de dierenarts).
    • Olvarit baby voeding pure worteltjes of fruithapje (geen vlees of aardappelproducten).
    • Geweekte pellets/ korrelvoer (weken in water).
    • Juvenile papegaaien opfokvoer (verkrijgbaar in de dierenspeciaalzaak).
    • Nutrilon soya babyvoeding gemengd met water (geen melkvoeding geven!).

    Met een spuitje kunt u vloeibare voeding in de bek ingeven. Het beste lukt dit met het dier op schoot en door vanaf de zijkant achter de voortanden de voeding langzaam in de bek te druppelen.
    Let op dat het dier de voeding goed doorslikt. Geef kleine beetjes tegelijk, verdeeld over 6-8 keer per dag. Geef zo nodig op deze manier ook water om uitdroging te voorkomen. Bied daarnaast
    groenvoer en wortel aan zodat het dier ook zelf kan gaan eten. Tel het aantal blaadjes of schijfjes, zodat u weet of uw dier zelf eet.
    Hoeveel dwangvoeren?
    Zorg dat een ziek dier zoveel binnenkrijgt dat het niet afvalt (dagelijks wegen!). Een richtlijn is 20 ml per kilo lichaamsgewicht.
    Cavia's kunnen zelf geen vitamine C maken, zij moeten dagelijks extra vitamine C binnenkrijgen (10-30 mg/dag). U kunt dit doen door een vitamine-C tabletje van de drogist (sinaasappelsmaak), druppels via de dierenspeciaalzaak, speciaal caviavoer met extra vitamine C en/ of dagelijks paprika, kiwi of sinaasappel te geven.
    Algemeen
    Het belangrijkste voedingsbestanddeel voor cavia's en konijnen is hooi. Hooi bevat vezels die nodig zijn voor een goede darmwerking en bacterieflora. Dit moeten ze altijd onbeperkt ter beschikking hebben. Als ze hooi liever niet eten, probeer dan eens kruidenhooi, hooi stomen (geur wordt sterker) of worteltjes/peterselie/boerenkool te raspen door het hooi. (blender). Als het dier weer krachtvoer eet, geef dan uitsluitend de korrelvoeding, geen gemengd voer en niet meer dan 20 gram per kilo lichaamsgewicht per dag. Voer geen brood of snoep.
    Voldoende lichaamsbeweging is van groot belang voor de gezondheid en een goede darmwerking.


    konijn Een konijn met myxomatose
    Myxomatose
    “Bij de konijnen af” is een bekend spreekwoord wat iets zegt over de snelle voortplanting van een konijn. Dat hebben ze in Australië geweten: rond 1800 werd het Europese konijn door Europeanen in dit werelddeel geïntroduceerd.
    Later, in 1859, fokte Thomas Austin 24 konijnen, 5 hazen en 72 patrijzen en liet ze met de kerst los op zijn eigen landgoed in Victoria.
    De konijnen verspreidden zich van hieruit naar het noorden en het westen. In 1866 werden er nog meer konijnen losgelaten in Kapunda, South Australia. Daarna duurde het maar 15 jaar voordat ze New South Wales hadden bereikt. Ze bereikten in 1887 de zuidwest grens van Queensland, in 1894 werden ze voor het eerst gesignaleerd in Northern Territory bij Charlotte Waters, en in 1900 waren er wilde populaties in Western Australia. Omdat er in Australië geen natuurlijke vijanden zijn (zoals vossen en roofvogels) en zelfs geen konijnenziekten, vormden ze een echte bedreiging. Het konijn vermenigvuldigde zich razendsnel en al snel vraten miljoenen konijnen akkers en weiden kaal. Daardoor ontstond er een groot voedseltekort voor de andere dieren. Tegen deze plaag moest iets worden ondernomen. In eerste instantie voerde men vossen in om de de snel groeiende konijnenpopulatie in te dammen, maar die vielen het konijn niet aan.
    Ook werden er hekken gebouwd om de dieren tegen te houden.
    In 1907 was het langste anti-konijnen-hek klaar, 1833 kilometer lang.
    Tegen de tijd dat de anti-konijnen-hekken er echter stonden, waren de konijnen allang het gebied binnen gegaan waar het hek hen uit zou moeten houden.

    In Brazilië ontdekte men rond 1930 voor het eerst de ziekte myxomatose. Dit virus werd omstreeks 1950 vanuit Brazilië naar Australië gebracht en opzettelijk verspreid om de konijnen te bestrijden. Maar in tegenstelling tot in Zuid-Amerika verliep de ziekte in Australië en Europa met rampzalige gevolgen. De konijnen werden massaal ziek en stierven.

    Overal waar veel konijnen samenleven tref je regelmatig myxomatose aan. Bijvoorbeeld in de duinen. Je herkent de besmette konijnen aan hun gezwollen ogen. Binnen enkele dagen sterven ze aan de ziekte.


    FAQ: Waarom stampt een konijn met zijn achterpoot?
    Wilde konijnen slaan met hun achterpoten op de grond om andere konijnen te waarschuwen dat er gevaar dreigt. Een tam konijn wil dat nog wel eens doen als hij bang is (bijvoorbeeld als er honden blaffen of als er vreemde mensen zijn).

    (dierenkliniek Lemmer)

    04-11-2008 om 00:44 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verenplukken

    Verenplukken

    Het uittrekken van veren ofwel verenplukken is niet echt een ziekte maar vaak meer een vorm van gestoord gedrag (stereotiep gedrag). Een papegaai die in de natuur op een rustige en veilige plek zit zal daarvan gebruik maken door zijn verenpak in orde te gaan maken. Dit verenpak verzorgen associeert de papegaai of kaketoe populair gezegd met een gevoel van rust en veiligheid. Als een papegaai is hij het ergens niet mee eens is, en hij kan er niets aan doen omdat opgesloten zit, niet kan vluchten of omdat hij het niet op iets of iemand anders heeft kunnen afreageren zal de papegaai toch behoefte hebben om te kalmeren. Ineens gaat hij dan zijn verenpak "verzorgen" omdat dat hij 'weet" dat hem dat altijd een goed gevoel gaf.  We noemen dit ook wel "oversprong" gedrag. De kromsnavel vertoont een gedrag want eigenlijk niet in die situatie (stress) maar juist in een andere situatie (rust) thuis hoort.

    Normale veren met sluitende Uitgeplozen donsveren

    De korte donsveertjes worden vaak ontdaan van de dwarsbaarden en "verpluizen" helemaal. Het typische aan verenpikkers is dat op de enige plek waar de vogel niet bij kan (kop) het verenpak er prima uitziet. De vogel begint meestal met pikken op de voorborst, onder de hals en op de vleugel "schouders".



    >
Veren waar met de snavel 
stukken uitgeknipt zijnNaast de veel voorkomende geestelijke afwijking (frustratie/niet lekker in zijn velletje zitten) kunnen er natuurlijk ook lichamelijke oorzaken zijn. In de praktijk zijn deze echter zeer zeldzaam. Veermijten en parasieten zie ik in de praktijk zeer zeer zelden, hoewel de eigenaren bijna altijd als eerste hier aan denken.  Soms is het echter moeilijk om onderscheid te maken tussen een echte verenpikkerof een vogel met jeuk tengevolge van een virusziekte (PBFD) waardoor ook de veren uitvallen of heel makkelijke afbreken. Bij twijfel zal de dierenarts dan ook aanraden om voor de zakerheid een virustest aan te vragen.

    Er zijn verschillende oorzaken voor deze frustraties te noemen zoals verveling tengevolge van een hele dag alleen in huis of opgesloten zitten in een kooi. Juist vogels die erg gehecht zijn aan mensen zijn gevoelig voor dit gedrag. Als de baas weggaat zou de vogel graag meegaan. In het oerwoud zal het uit het oog verliezen van elkaar makkelijk tot elkaar kwijtraken leiden. De vogel gaat schreeuwen om aandacht te trekken of blijft gefrustreert achter met een vervelend gevoel van verlatenheid. Helaas kan geen baas 24 uur per dag bij zijn vogel blijven.

    Verveling / frustratie / eenzaamheid.
    De eenzaamheid factor is dus meestal de meeste aangewezen als schuldige voor het gestoorde gedrag. Ieder vogel is verschillend en heeft een andere behoefte aan aandacht, dit kan ook per soort erg uiteenlopen. Veel vogels die zichzelf kaalplukken blijven dit doen om de aandacht van de eigenaar te vragen. Een Grijze roodstaart bijvoorbeeld is een op zichzelf staande vogel met een hoog intelligentie niveau. Deze vogel kan zichzelf redelijk goed vermaken en hoeft niet iedere
    minuut van de dag alle aandacht te hebben. Dit wil ook niet zeggen dat als je iedere dag alleen zijn etensbak vult hij genoeg aandacht krijgt. Een geelkuif -of een molukkenkaketoe daar en tegen wil het liefste de hele dag allen maar geknuffeld worden.

    De eenzaamheid doorbreken door er een partner bij te kopen leidt zeker af, maar het is helaas geen garantie dat de vogel zal ophouden met het verenpikken. Bovendien is in veel gevallen de eerste aangeschafte papegaai al zo ingeprent op mensen dat hij een soortgenoot niet meer zal accepteren omdat hij hem niet als zodanig herkent. Ook moet de ruimte waar de vogel in gehouden wordt groot genoeg zijn voor twee exemplaren.

    Zeker bij kaketoes moet het ook nog eens "klikken" tussen beide vogels anders kunnen er verschrikkelijk gewelddadige gevechten tussen de vogels plaatsvinden. Te vaak zelfs met afgebeten snavels en poten als resultaat. Meestal bijt de kaketoe man de kaketoe vrouw, zeker als de man geslachtsrijp is en het vrouwtje (nog) niets van hem wil weten kunnen er zelf doden vallen.

    Geïrriteerde huid
    Door allerlei factoren als: droge lucht, verkeerde voeding, allergie, ruistoornis, infectie aan de veerfollikels (PBFD) of huid kan een geïrriteerde huid ontstaan. Als de huid gaat jeuken wil de papegaai dit tegengaan door met zijn poot of snavel te krabben. Hij trekt er dan wat veertjes uit en de huid zal zo steeds verder geïrriteerd raken. Dit komt voornamelijk omdat op deze plaats alle veerfollikels tegelijk actief worden en de veertjes tegelijk door de huid willen. De huid van de papegaai is het gevoeligst op de plaats waar de veer door de huid heen komt. De papegaai zal dus zijn veren eruit blijven trekken zolang de oorzaak niet weg wordt genomen. Veel mensen hebben niet in de gaten dat hun dier iets mankeert en gaan pas naar de dierenarts tegen de tijd dat hun vogel kaal in zijn kooi zit. Op zo'n moment is het afwijkend gedrag zo'n gewoonte geworden dat de kans dat dit patroon doorbroken kan worden erg klein is. De nieuwe doorkomende veren zitten eerst nog in een omhulsel waardoor het eerder aanvoelt als een prikkend stokje dan als een zachte veer. De vogel kan erop gefixeerd raken om deze "stokjes" zo snel mogelijk te verwijderen. Door herhaaldelijk nog groeiende veren te verwijderen kunnen de veerfollikels zo beschadigd raken dat de veren uiteindelijk helemal niet meer terugkomen. Normaal gesproken groeit zodra een veer verwijderd wordt er binnen 3-4 weken weer een volledige nieuwe veer terug.

    Kortwieken.
    Sommige vogels gaan juist verenpikken na het kortwieken . De restanten van de afgeknipte veren "prikken"  in het vel van de okselsals de vleugels opgevouwen zitten . Door deze irritatie kan de vogel proberen deze veerstompen te verwijderen of in te korten. Waarna op een gegeven moment de vogel niet alleen de gekortwiekte veren kan gaan aanpakken maar ook in een kettingreactie de omringende veren gaat plukken. De beste oplossing is dan om óf de stompjes van de afgeknipte veren zo kort mogelijk te houden zodat ze onder de nog aanwezige dekveertjes verborgen blijven óf deze stoppels onder narcose te verwijderen. De nieuwe veren groeien dan binnen 3-4 weken weer in en vaak stopt de vogel ogenblikkelijk met plukken aan zijn vleugels. Tenzij dit gedrag al te lang heeft bestaan en verworden is tot gewoonte.

    Verwonding
    Wanneer een vogel zich verwondt is dit niet altijd even goed te zien. Een verwonding kan bij een vogel zonder hulp erg mooi genezen. Maar die tijd gunt de vogel zichzelf vaak niet. Zodra het pijn doet of jeukt gaat de vogel er aan krabben of bijten. Daardoor wordt het van kwaad tot erger. Sommige vogels gaan echt gaten in zichzelf vreten. Kaketoes eten "graag" een stuk uit hun borst en agapornissen hebben een voorliefde voor hun oksels of vleugelschouders. Wat begint met een kromme veer kan eindigen tot een bloederige massa. Bij de eerste verschijnselen van dit gedrag moet ogenblikkelijk hulp bij de dierenarts gezocht worden. Als deze wonden langere tijd bestaan vertonen ze namelijk nauwelijks enige genezingstendens meer. De dierenarts zal de vogel tijdelijk een kraag omdoen en de wond onder gasnarcose opfrissen en hechten. Na 14 dagen is de wond veelal geheel genezen en kan de kraag weer afgedaan worden.

    Voorkomen / oplossen
    Om deze zelfkastijding te voorkomen moet je er allereerst goed over nadenken of je je nieuwe huisgenoot wel een leuk leven te bieden hebt. De vogel moet zo ruim mogelijk gehuisvest worden zodat hij de ruimte heeft om te vliegen als hij dat wil. Het mooist is in een buitenvolière en nog mooier is met een soortgenoot als gezelschap. Als je hem echt als huiskamervogel wilt houden moet je wel eerst bedenken of je hem de continue aandacht kan geven die het dier nodig heeft en goed beseffen dat hij ruim 50 jaar oud kan worden.

    Om een verenkleed goed in conditie te houden is een volledige voeding van groot belang. Vitaminedruppels worden wel vaak verkocht tegen verenpikken maar zullen het probleem zelden oplossen. Ook moet de vogel de mogelijkheid hebben om een bad te nemen. Is er geen ruimte voor een bad dan is het een grote aanrader om de vogel 1 tot 2 keer per dag met de plantenspuit te besproeien. Zorg voor steeds schoonwater. In een met water gevulde plantensproeier die in de vensterbank in de zon heeft gestaan kunnen gemakkelijk bacterien gaan groeien die bij inademing dodelijke longontstekingen kunnen geven.

    Als een papegaai eenmaal aan zichzelf is begonnen kun je hem soms maar beter een kraag om laten doen. Dit is hetzelfde idee als een kraag voor een hond of een kat. Een kraag moet wel gezien worden als een zwaktebod. Het is zoiets als iemand die nagelbijt uit arrenmoede dan maar permanent de handen op de rug vastbinden. Om erzo dan maar voor te zorgen dat ie weer lange nagels krijgt. De kraag moet om blijven tot de vogel weer in een goede conditie is en al zijn veren mooi zijn terug gegroeid. Het teruggroeien van de veren duurt maar een week of zes maar de vogel moet vergeten dat hij ooit heeft geplukt dus moet hij soms de kraag wat langer om houden.

    In de spreekkamer gebruik ik vaak de vergelijking met nagelbijters bij mensen. Met hun nagels is zelden of nooit wat mis. Soms begint het bijten met een echt scheurtje in een nagel. Daarna verwordt dit gedrag tot gewoonte dat bij vele situatie wordt uitgevoerd. Spannende film op TV, wachten op de bus, examenvrees, verveling als iemand niets te doen heeft etc.

    Ongeveer 50 % van de vogels vergeet dat hij ooit zijn veren heeft uitgetrokken en heeft na het afdoen nergens geen problemen meer mee. De andere 50 % gaat na het afdoen van de kap weer even hard verder met de zelfkastijding. Verenplukkers blijven dus altijd risicovogels. Net als de nagelbijters bij mensen vervallen ze na korte of langere tijd bij stress, verveling of frustratie weer snel terug in het oude gedrag. Medicijnen hebben op dit gedrag zelden of geheel geen invloed.

    Omgaan met een verenpikker.
    Hoe sneller na het beginnen met plukken deskundige hulp van een ervaren vogeldierenarts wordt ingeroepen, hoe groter is de kans dat het gedrag nog kan worden afgeleerd of gestopt kan worden. Vogels die al jaren plukken zijn meestal "hopeloze"gevallen. Gepoogd moet worden het pikken dan maar zo minimaal mogelijk te houden. Zodra een vogel pikt moeten de volgende "regeltjes" aangehouden worden.

    - Geef de vogel NOOIT aandacht als ie zit te pikken . Niet bestraffend toespreken of iets dergelijks. Ook bij bestraffend toespreken krijgt de vogel uiteindelijk toch de aandacht waar het hem uiteindelijk grotendeels om te doen was !!!!!. Negeer de vogel dus staalhard. Elke keer als de vogel succes heeft om middels het plukken uw aandacht hoe dan ook te trekken (alleen kijken naar de vogel is al voldoende!) zal hij het een volgende keer nog langer en hardnekkiger proberen deze aandacht opnieuw via plukken te verkrijgen. U versterkt dus zelf het ongewenste gedrag en bent indirect (met de beste bedoelingen) wel medeschuldig aan het in stand houden van dit gedrag !!!!

    -Speeltjes
    Zorg voor voldoende en voldoende verschillende speeltjes. Heeft U ooit zelf wel eens een aanvankelijk leuk spelletje maanden achtereen gedaan?. Dan gaat elk spel vervelen. Verwissel dus dagelijks het speeltje en geef hetzelfde speeltje na 14 dagen opnieuw. Dan blijft het leuk..

    -Voer
    Zorg voor goed voer met als basis  pelletvoeding . Biedt daarnaast dagelijks verschillende versnaperingen aan als fruit, wilgentakken, een stukje kaas of een walnoot waarin u met een hamer een klein deukje heeft gemaakt. De vogel zal daarna een poosje zoet zijn met het verder "slopen" van de walnoot. Na afloop van zo'n inspannende bezigheid is het als snel tijd voor een dutje. Als U de walnoot standaard geeft voordat U vertrekt zal de vogel in plaats van een negatieve associatie (eenzaamheid) als snel een positieve associatie krijgen (lekker). De kans op verenpikken in uw aanwezigheid zal dan zeker kleiner worden.

    -Radio
    Vogels communiceren luidkeels in het oerwoud omdat visueel contact in de dichte wouden vaak moeilijk is. Bij het verdwijnen uit het gezichtsveld kan de vogel dus gaan schreeuwen./ Dit kan soms verminderd worden door in een andere ruimte een radio aan te zetten. Bij voorkeur niet op een muziek maar juist op en praatprogramma. Het is voor de vogel net of er dan nog wel mensen aanwezig zijn, maar hij kan ze alleen niet zien. De vogels zijn niet zo dom om in deze truc te trappen als de radio dezelfde ruimte staat als de vogel zelf.

    -Bitterspray
    Als een vogel al pikt kunt U nog proberen deze sensatie voor de vogel onaangenamer te maken door iets bitters op de veren te doen. U kunt hiervoor BITEX gebruiken, een middeltje dat ook gebruikt wordt tegen nagelbijten en verkrijgbaar is bij de drogist. U moet de vogel dan wel vangen en insmeren. Een andere oplossing is verkrijgbaar bij de dierenarts en bestaat uit een bitterspray (LEO). Dit kan op enige afstand toegediend worden zonder de vogel eerst te vangen.

    -Kraag
    Zoals reeds eerder gesteld is een kraag een vogelonvriendelijk laatste redmiddel. Bij dierenkliniek de Toren doen we verenpikkers wel eens een kraag om maar alleen als tijdelijke oplossing en wanneer andere maatregelen niet helpen of (nog) niet uitgevoerd kunnen worden.
    Als enige maatregel is een kraag waardeloos. Zodra de kraag weer afgedaan wordt zal de vogel meetsal vrijwel zeker weer aan pikken als er in de tussentijdniet ook andere maatregelen genomen zijn.

    -Medicijnen
    Hoewel in het verleden diverse medicijnen zijn gebruikt blijken deze in de praktijk vaak niet of zelden werkzaam. Soms kunnen antidepressiva werken hoewel de dosering sterk wisselend en toediening vaak moeilijk is. Net als nagelbijten is verenpikken  eigenlijk geen aandoening die een medicamenteuze oplossing heeft.

    En op de lange termijn ?
    Ook als de vogel helemaal kaal is geweest kunnen de veren vaak nog geheel of grotendeels terugkomen. Als de vogel jarenlang geplukt heeft zijn de veerfollikels vaak dusdanig beschadigd dat de vogel zijn vermogen om nieuwe veren te maken is kwijtgeraakt. Als een vogel echt niet van het verenpikken is af te brengen rest er maar een oplossing: Acceptatie door baas . De kaalheid is overigens meestal niet zozeer een probleem voor de vogel of zijn soortgenoten maar meer een probleem van de baas. Vervelend voor hem maar veel minder voor de vogel. hetgeen de baas niet van de verplichting ontslaat eerst al het bovenstaande serieus uit te proberen.


    (Dierenkliniek De Toren)

    04-11-2008 om 00:43 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slokdarmverstopping
    Slokdarmverstopping

    Inleiding
    Soms zie je dat een paard plotseling stopt met eten en veelvuldig staat te speekselen. Hij schudt met het hoofd en loopt soms achteruit. Wanneer hij drinkt komt het speeksel weer terug en soms kan het paard flink hoesten. De eigenaar denkt dat het paard verkouden is omdat er ook groen slijm in de neusgaten zit. De eigenaar raakt wel eens in paniek en het paard soms ook.

    darmkanaal paard Darmkanaal bij het paard

    Hier is sprake van een slokdarmverstopping. Dit wordt bij het paard vaak veroorzaakt door droge pulp. Door speekselbijmenging zwelt de pulp op en loopt vast in de slokdarm. In runderbiks of schapen- en geitenvoer zit vaak meer dan 4% pulp vermengd hetgeen voor een paard te veel is.
    Een slokdarmverstopping kan ontstaan doordat een eigenaar zich bijvoorbeeld vergist in het soort voer, of wanneer een paard losbreekt en zich te goed doet aan bijvoorbeeld de runderbiks. Een enkele keer kan ook een biet of zelfs een pluk kuilvoer de oorzaak zijn. Gulzig eten en slecht kauwen ( gebitsproblemen !) kunnen ook een slokdarmverstopping geven.

    Complicaties
    De prognose van een slokdarmverstopping is redelijk goed, maar het paard moet zich niet verslikken. Zodra de slokdarm verstopt is kan het speeksel, wat voortdurend wordt gemaakt, niet meer kan worden weggeslikt. Dat geldt ook voor water en voedsel. Er is een kans dat dit alles via de luchtpijp in de longen terecht komt met als gevolg een ernstige longontsteking. Men noemt dat een 'verslikpneumonie'.

    Behandeling
    De dierenarts zal proberen de voedselprop uit de slokdarm te verwijderen. Dat kan met een neussonde, maar ook door (eerst) een slokdarmverslapper in te spuiten. Als je hierna enige tijd wacht gaat door de verwijding van de slokdarm en het weken van de gezwollen brok de verstopping in veel gevallen vanzelf over. Blijf dus rustig als je paard dit heeft.

    Voorkomen van slokdarmverstopping
    • Sommige paarden krijgen het van een bepaald soort voer. Als de eigenaar dit opvalt, verstrek dit voer dan niet meer.
    • Sommige paarden kauwen slecht ten gevolge van gebitsproblemen . Ga dit na en doe er wat aan. Scherpe randen aan de kiezen kunnen wonden aan het wangslijmvlies veroorzaken. Het is logisch dat dat niet prettig is bij het kauwen. Bekijk de binnenkant van de wang dus eens.
    • Geef voldoende fris water zodat het paard altijd kan drinken.
    • Sommige droge voeders kun je beter eerst weken in water: het kan immers beter in een emmer opzwellen dan in de slokdarm van je paard.

    (Dierenkliniek Lemmer)

    04-11-2008 om 00:42 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hitsige eekhoorn zet kiesbureau en 800 huizen zonder stroom

    Hitsige eekhoorn zet kiesbureau en 800 huizen zonder stroom

    Een hitsige eekhoorn, die een soortgenoot achterna zat, heeft chaos veroorzaakt in een stadje in Florida. Dat meldt Metro.uk.

    Kabel losgerukt
    Het diertje was tijdens zijn wilde achtervolging in een kieskantoor beland. Daar rukte het in zijn paringsdrift een elektrische kabel los. Gevolg was dat de (vervroegde) kiesverrichtingen danig in de war werden gestuurd.

    Flitslamp
    De black-out duurde anderhalf uur. In afwachting dat de panne werd hersteld, konden de kiezers met behulp van een flitslamp hun stem uitbrengen. (eb)

    (HLN)

    03-11-2008 om 19:31 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogelgriep blijft gevaarlijk

    Vogelgriep blijft gevaarlijk

    Vogelgriep blijft gevaarlijk

    Het vogelgriepvirus kan nog altijd voor grote problemen zorgen.

    Het is stil rond de vogelgriep dit jaar. Andere jaren was er bij het begin van het winterhalfjaar altijd wat commotie, en werd de angst voor een wereldwijde epidemie er goed ingehamerd. Mensen moesten netten over hun kippenrennen hangen om te voorkomen dat trekvogels hun neerhof zouden besmetten.

    Toch is de ziekte, volgens het vakblad New Scientist, niet aan het sluimeren. Ze is actiever dan ooit, doodt nog altijd vogels en links en rechts wat mensen, vooral in Zuid-Azië. Nauwkeurige waarnemingen hebben uitgewezen dat het virus dat de ziekte overdraagt, nog altijd niet zo aan het muteren is dat het ook in zoogdieren welig zou kunnen tieren. Nu moet het rechtstreeks van vogels naar zoogdieren worden overgedragen om een besmetting uit te lokken. Besmetting van het ene zoogdier door het andere, van de ene mens door de andere, is dus nog niet mogelijk.

    Nochtans zou het virus zijn genetisch materiaal slechts op twee punten hoeven te wijzigen om daartoe in staat te zijn. Het is te hopen dat dit nooit gebeurt, dat de mutaties afzonderlijk voor het virus geen voordeel opleveren, want anders zou de schade niet te overzien zijn.

    Het lijkt er voorts ook op dat het oorspronkelijke vogelgriepvirus waarover zoveel te doen was, het H5N1, niet het grootste risico voor de mensheid zou vormen, wel een verwant ervan: het H9. Die virusversie is veel algemener in de kippenpopulatie, ook in Europa, maar veroorzaakt slechts lichte problemen na een besmetting. Mocht het echter enkele specifieke kenmerken van het H5N1 overnemen, zou het op zijn beurt dodelijk kunnen worden.

    Dirk Draulans


    03-11-2008 om 19:30 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gratis maaltijd voor dakloze honden

    Gratis maaltijd voor dakloze honden

    In Berlijn heeft een centrum de deuren geopend dat voorziet in gratis maaltijden voor honden van dak- en werklozen. Directeur van het centrum, Claudia Hollm, wuift de kritiek weg dat het, gezien de huidige crisis, verstandiger is om geld in te zamelen voor mensen dan voor honden.

    "Mensen onderschatten honden. De dieren zijn ontzettend belangrijk voor mensen die geen sociale contacten hebben. Ervoor zorgen dat honden voldoende eten hebben, is even belangrijk als ervoor zorgen dat mensen niet verhongeren", aldus Hollm.

    Een 20-jarige vrouw met twee honden, vier katten, een konijn en een aantal cavia's is alvast heel dankbaar voor de dienst. (adv)

    03-11-2008 om 19:29 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roodborst en andere '˜ijsvogels'


    Gerrit Jansen: Roodborst en andere ‘ijsvogels’

    vrijdag 31 oktober 2008 | 08:29 | Laatst bijgewerkt op: zaterdag 01 november 2008 | 11:44

    IJsvogel. 
foto Otto Faulhaber

    IJsvogel. foto Otto Faulhaber

    Voor de meeste tuinliefhebbers is de roodborst een wintervogel. Alleen in grote tuinen zien we hem ook in de zomer. Zelfs in hartje winter prevelen zowel man als vrouw hun liedje. Dit is bittere noodzaak, want in die tijd verdragen zij elkaar niet.

    Ik heb iets tegen verkleinwoordjes. Er zitten in onze tuin dan ook geen musjes, meesjes of vinkjes maar gewoon huismussen, koolmezen en vinken.

    Toch zeg ik liever roodborstje dan winterkoninkje en dat heeft duidelijk niet met het formaat te maken.

    Een winterkoning gedraagt zich in de winter, in ieder geval vocaal, als een kerel: enorm wat kan dat beestje een stem opzetten. Beestje, daar heb je het weer.

    Het roodborstje daarentegen, ook een winterzanger, prevelt heel zacht, maar o zo muzikaal zijn maar ook haar liedje.

    Het zoetgevooisde geklets van dit familielid van de nachtegaal is niet alleen aan de man voorbehouden. In oktober als alle andere vogels zo'n beetje zwijgen, zingen zowel man als vrouw roodborst volop. Mannetjes en vrouwtjes leven dan solitair en zijn gedurende de winter elkaars concurrenten. Niet alleen 's morgens vroeg, ook bij het vallen van de schemer kan men in deze tijd van het jaar genieten van de zang. Hoge fluittonen schieten uit het lieflijke gemurmel omhoog. Thijsse beschrijft in 'Het vogeljaar' de zang van de roodborst heel treffend: 'Het lijken vuurpijlen van vreugde, opstijgend uit een zee van tevredenheid.' Een roodborst straalt inderdaad tevredenheid uit. Het vogeltje boeit niet alleen door kleur en gedrag. Het grote gitzwarte oog is meer dan imponerend.

    De Engelsen gaan met hun vriendschap voor het roodborstje heel ver. Geen kerstkaart zonder 'robin' daarginds. Geen wintervertelsel of er komt een robijntje in voor. In Engeland is kraaloog een echte standvogel. Zomer en winter kun je hetzelfde individu in dezelfde tuin aantreffen. Onze roodborstjes zijn echter trekvogels. De meeste tuinen krijgen de roodborst alleen in de winter op bezoek. In grotere meer parkachtige tuinen kan men hem gedurende het gehele jaar aantreffen. Ringonderzoek heeft aangetoond dat dit meestal niet dezelfde exemplaren zijn. Een onbekend aantal trekt in het najaar weg naar Zuid-Frankrijk en het Iberisch schiereiland. Noordelijke vogels, voor ons de winterroodborsten, nemen hun plaatsen in. Zij zijn lang niet zo schuw als de roodborsten die bij ons hun jongen grootbrengen.

    Dat voor de meeste mensen het roodborstje een wintervogel is, bevestigt Hans Dorrestijn nog eens in zijn 'Dorrestijns Vogelgids'. Hij beschrijft een roodborst die met veel plezier met zijn ijle pootjes schaatsbewegingen maakt over een bosvennetje bij de Planken Wambuis. Wel anderhalve meter schaatste het robijntje over de ijsvloer en aan de finish keek kraaloog volgens de schrijver verrukt om zich heen als of hij een prestatie van formaat had geleverd. Ik heb wel meer vogels zien schaatsen; nou ja schaatsen, eigenlijk sleetje rijden. Wat te denken van de eend of de meerkoet die komt aanvliegen en een tiental meter voor het wak op het ijs landt en dan als een pinguïn verder glijdt. Van ijsplezier is volgens mij echter geen sprake.

    Roodborstjes hebben weinig met de winter op. Dat geldt voor de meeste kleine vogels, zij hebben gezien hun relatief grote lichaamsoppervlak meer problemen met de warmtehuishouding dan de grotere vogels. Kleine vogels hebben weinig massa; veel van de bij de verbranding vrijgekomen warmte raken ze door het relatief grote huidoppervlak snel kwijt. Ze moeten dan ook veel eten of snel de bolvorm aannemen, waarmee ze het contactvlak met de buitentemperatuur verkleinen. Maar dan zitten ze wel stil en blijft er weinig tijd over om te foerageren. Anders dan de namen doen vermoeden, hebben winterkoning en ijsvogel ook weinig met de winter op. Beide soorten zijn bij ons standvogelvogel. Ze trekken voor de winter niet weg naar gebieden die aangenamer zijn wat temperatuur en voedsel betreft. Dit blijven brengt risico's met zich mee. In strenge winters worden de populaties van deze twee 'kou- kleumen' gedecimeerd.

    Roodborsten zijn uitermate nieuwsgierig. Met wat afval van tafel, wat meelwormen of universeelvoer uit de dierenwinkel is het vogeltje heel tam te maken. Pas wel op met de meelwormen. De roodborst is er verzot op en kent geen grenzen. Meelwormen laxeren enorm en dat kan de dood van de vogel tot gevolg hebben.

    Onze winterroodborst komt me zingend tegemoet, wanneer ik in de tuin wat blad weghark. Als ik hem een kleine regenworm toegooi, gaat hij er met korte pasjes op af. Even draait hij het hoofd schuin en kijkt met een groot donker kraaloog naar de kronkelende worm. Dan pakt hij de pier in de snavel; schudt hem even heen en weer en werkt hem naar binnen. Even later vliegt hij in de meidoornhaag. Hoge fluittonen schieten uit het lieflijke gemurmel omhoog. Niet vreemd dat hij het tot de nationale vogel van Engeland heeft weten te brengen.

    Bron : de Gelderlander

    02-11-2008 om 02:36 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.garfield
    Garfield E-Comic by Jim Davis

    01-11-2008 om 15:00 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wist je dat een hond geen verkoudheid kan krijgen?

    Wist je dat een hond geen verkoudheid kan krijgen?


    Op de vraag of je hond jouw verkoudheid kan overkrijgen is het antwoord eigenlijk heel kort. Nee.
    Honden worden niet besmet door de virussen die bij de mens verkoudheid kunnen veroorzaken. Je hond kan wel een infectie krijgen die het strottenhoofd, de luchtpijp en de bronchiën kan aantasten.

    Als de bovenste luchtwegen worden geïnfecteerd kan de hond gaan hoesten en niezen. Hoesten is op zich helemaal niet erg. Hoesten is een natuurlijke reflex om de luchtwegen vrij te maken.

    Als je hond een druipneus heeft en veel en abnormaal hoest neem dan meteen contact op met de dierenarts.

    Andere 'menselijke' ziektes kan een hond eventueel wel overkrijgen. Bijvoorbeeld infectieziektes zoals tuberculose. De hond kan ook streptokokkeninfectie meedragen zonder zichtbare symptomen.

    Ook als er iemand in het gezin last heeft van roodvonk, acute gewrichtsreumatiek, ontstoken amandelen of door pneumokokken veroorzaakte longontsteking moet je ervoor zorgen dat de hond ook een antibioticakuur krijgt.

    (hondenblogo)

    01-11-2008 om 14:59 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wist je dat een huisdier mogelijk helpt tegen buikgriep?

    Wist je dat een huisdier mogelijk  helpt  tegen buikgriep?


    Het hebben van een hond of kat als huisdier kan jonge kinderen mogelijk beschermen tegen het krijgen van milde infecties van de maag, gewoonlijk buikgriep genoemd. Dit constateert J. Heyworth (University of Western Australia, Crawley) in het vakblad Epidemiology and Infections op basis van een onderzoek onder 965 kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. Onder kinderen met een hond of kat kwam buikgriep 30 procent minder voor. Tot nu toe werden honden en katten altijd gezien als de bron van micro-organismen die buikgriep veroorzaken. Voortdurend contact hiermee leidt waarschijnlijk tot immuniteit voor deze ziekteverwekkers, oppert Heyworth.

    (hondenblogo)

    01-11-2008 om 14:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 18/11-24/11 2013
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006

    Gastenboek
  • Dank jullie wel
  • goede morgen blogger
  • maandaggroeten
  • Piper ( mini Horse ) and Mango ( fat Cat )
  • Groetjes van uit Tessenderlo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenasiels
  • Doggydancing
  • Sol y luna
  • Jef Pipe
  • Chamanouke
  • Beautifull Lady
  • Birdie
  • Huisdierenuitvaart

  • Archief per maand
  • 02-2014
  • 11-2013
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
  • Nieuwe Puppy
  • Blijft jouw pup alleen thuis?
  • Hoe overleeft een binnenhuiskat buiten?
  • Veel meer info over vogels
  • Een huisdier maakt onze thuis compleet
  • Wie is het slimst? Hond versus chimpansee
  • Acht tips om de oren van je hond zuiver te houden
  • Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
  • Waarom vrouwen van katten houden
  • 10 lessen die je kunt trekken uit het leven van je huisdier
  • Kijk je hond in de ogen
  • Gedichtje
  • Samen op wandel - enkele tips voor baasje en hond
  • Honden en katten twee soorten jagers
  • Allergieën: ook onze katten hebben er last van!

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lancia1
    blog.seniorennet.be/lancia1
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Mijn waffers

  • Zoeken met Google




    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • crematoriumboom

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Nieuws GVA
  • BUURTREPORTAGE. Shuttlebus moet isolement van Gestel opheffen: “Hier wonen is niets voor stadsmensen”
  • “Onderhandelen over Oekraïne? Er kan tenminste gepraat en geluisterd worden”
  • Hun baby’s komen ter wereld onder vallende bommen: op bezoek in een Oekraïense materniteit op 30 kilometer van de frontlinie
  • Toby Alderweireld beseft dat Antwerp er nog een fantastisch seizoen kan van maken: “Bekerfinale is dé belangrijkste match”
  • Ervaringsdeskundigen na onverwachte promotie van Dender: “Je mag op voorhand nooit denken dat je kansloos bent”
  • Cijfers bewijzen: waarom Anderlecht zondag maar beter punten pakt in Brugge als het kampioen wil spelen
  • “Hayen bewijst dat een trainer wél de belangrijkste man binnen een club is”: met Franky Van der Elst op bezoek bij Paul Okon
  • Westerlo en Tuur Rommens staan voor schier onmogelijke opdracht tegen AA Gent: “Prestaties in stijgende lijn, resultaten ontbreken”
  • Sportkoppel Manon Stragier (Asterix Beveren) en Jari De Busser (Lommel) hopen op dubbel feest: “Jammer dat we onze intense momenten niet altijd kunnen delen”
  • OP TOURNEE MET JOSE. De Cauwer interviewt Patrick Lefevere: “Remco heeft het mij gestuurd tijdens Parijs-Roubaix: Volgend jaar zal ik mij eens moeien met het voorjaar”

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenkliniek Wilhelminapark

  • Laatste commentaren
  • Nuru massage in Bangalore (spa69)
        op Het Franse hangoor konijn
  • massage spa near me (madhurisweety)
        op Het Franse hangoor konijn
  • Marianne (Marianne Miltenburg)
        op 8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
  • Illegaal gebruik artikel (De WeydeGansch)
        op Behandel je hond nooit als mens.
  • goed artikel (LEEN)
        op Hondennagels knippen is geen gevecht.


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!