Foto
Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Een huisdier neem je voor 't leven, niet voor heel even.
    Werkjes van Frean
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Tuurke
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Victorijo
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Fien43
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Simone1
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Runne
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Leest u graag de berichtjes over dieren ?
    1 ja
    2 nee
    3
    4
    5 of meer
    Bekijk resultaat

    Werkjes van Meiske
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Gwen
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • mailgroep huisdieren

    Hallo bezoeker, welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar. Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz. Veel kijk- en leesplezier!
    17-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mierenegel (Knudde1)

    Mierenegel
    Groep : op het land levende zoogdieren

    In een land van ongewone zoogdieren is de mierenegel wel één van de vreemdste. Hij behoort tot een kleine groep eieren leggende zoogdieren die 'monotremen' worden genoemd. Hun voorouders kwamen al voor in de tijd van de dinosaurussen. De fantastische graafkracht, de beschermende stekels en het flexibele gedrag verklaren hoe de mierenegel zich heeft kunnen handhaven en het meest voorkomende inheemse zoogdier van Australië is geworden.
    Het gedrag van de mierenegel is sterk afhankelijk van het plaatselijke klimaat. Hij heeft weinig zweetklieren en een lage lichaamstemperatuur. Wanneer deze boven de 35 graden Celsius uitstijgt, zal het dier vrijwel zeker sterven. Daarom foerageert hij tijdens de zomer en in hete woestijnen meestal in het donker, maar is hij op besneeuwde bergen vaak overdag actief. Het solitaire en niet-territoriale dier heeft een leefgebied van ongeveer tweehonderd hectare. Hierbinnen bevinden zich gewoonlijk verschillende schuilplaatsen. Om aan aanvallers te ontsnappen rolt de geheimzinnige mierenegel zich op. Soms graaft hij zich snel in met zijn vier poten in de zachte bodem.
    Australië is rijk aan mieren en termieten. Ze vormen het grootste deel van het menu van de mierenegel, naast wormen, kevers en verschillende insectenlarven. Voor iets groters is in de kleine bek van het dier geen plaats. Hij gebruikt zijn lange voorklauwen om termietenheuvels en mierenhopen uit te graven. Daarnaast vormt hij met de stekels op zijn kop oortrompetjes, waarmee hij zachte geluidjes van zijn prooien kan opvangen. Dan gebruikt hij zijn achttien cm lange, kleverige tong om zijn slachtoffers op te likken.
    Tijdens de winter snuffelen mannetjes naar door ontvankelijke vrouwtjes verspreide geurstoffen. Achter een vrouwtje vormt zich een 'treintje' van vier tot vijf mannetjes die allemaal hopen met haar te mogen paren. Na de paring met één van hen gaat het stel een tweetal dagen later weer uit elkaar. Na ongeveer tien dagen komt het jong te voorschijn, dat zich met de hulp van een speciale eitand door de leerachtige schaal heeft gewerkt. Het klimt terug in de harige buidel en drinkt melk aan een tepel van de moeder. Na zo'n twee maanden brengt de moeder haar kleintje naar een hol en komt het om de paar dagen voeden. Met zeven maanden wordt het jong niet meer gezoogd en gaan de oogjes open. Dan verlaat de moeder haar kleintje voorgoed.
    Door de schuwe manier van leven weet niemand hoeveel mierenegels er nog over zijn. De problemen begonnen in de achttiende eeuw met de introductie van honden en katten in Australië. In Australië zijn inmiddels maatregelen genomen om dit bijzondere zoogdier te besch


      Groetjes Knudde 1  







    17-02-2008 om 16:31 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mopje (Tante Lotte)
    Melk
     
       
    Volgende foto


    Click for Brussels, Belgium Forecast
                 
    Image Hosted by ImageShack.us *een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte* Image Hosted by ImageShack.us



    17-02-2008 om 16:30 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    (sablok.nl)

    Streel wat niet kan helen, Martine, een lieve snoet doet iedereen goed,


    17-02-2008 om 16:28 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Lichaamstaal. de Gebarentaal van je kat

    Iedereen heeft dat wel, je kat ‘praat’ tegen je en je weet precies wat hij of zij bedoelt. De toonhoogtes en de manieren waarop een simpel ‘mauw’ naar buiten gebracht kunnen worden vullen waarschijnlijk een heel kattenwoordenboek. Met de vertaling zijn we nog wel even bezig, maar gelukkig hebben onze harige huisvrienden daar wat op gevonden:

          De lichaamstaal

    Eigenlijk is de kat wat lichaamstaal betreft helemaal geen ingewikkeld beest. Over het algemeen zal je Gizmo op de bank normale gezonde verstand voldoende zijn om te weten wat een kat wil en hoe hij zich voelt. Een tevreden kat is bijvoorbeeld heel makkelijk te herkennen. Een ontspannen kat ligt lekker uitgestrekt, gewoon ergens vlak bij zijn baas, met de ogen half gesloten. Een test om te kijken of de kat echt ontspannen is om de kat even te krabbelen, onder zijn buik of zo. Als hij onmiddellijk op zijn rug gaat liggen, zo van ‘ga door, ga door’, dan is het goed.

          Staart & Co

    Laten we eens beginnen aan de achterkant van ons geliefde huisdier. Daar zit (meestal) een staart. Die staart kunnen we het beste omschrijven als de ‘thermometer’ van de kat. Als de kat komt aanlopen steekt zijn fraaie staart parmantig omhoog. Maar let eens op het puntje. Komt de kat naar je toe rennen als je thuis komt, dan staat de hele staart recht omhoog en dat betekent: ik ben gewoon blij dat je er weer bent. Aai mij! Dat is dus een bevel. Als dat topje zachtjes heen en weer wiebelt, betekend het bij een relaxte kat dat ze zich lekker voelt, en bij een jagende kat dat hij volledig geconcentreerd op de prooi is. Pas echter op als dat puntje wat strakker en sneller heen en weer gaat. Dat betekent meestal dat de kat tamelijk geïrriteerd raakt van het gedrag van zijn medemens. Breidt het gezwaai van de punt zich uit tot de hele staart zoek dan dekking achter de bank, want je kat staat op ontploffen! Figuurlijk dan, maar hij is wel boos en gaat over tot aktie.

          Snorremansen & oogappels

    Van die grappige haartjes links en recht van het neusje van je kat kun je ook heel wat leren. Als ze gewoon naar buiten staan is er niks aan de hand. Steken ze wat neer voren dan is de kat alert en  op speurtocht, staan ze naar achteren dan voelt hij zich bedreigd. Stel je je kat weer gerust dan gaan de snorharen weer in ‘ruststand’. Ook de ogen geven aan hoe relaxed een kat is. Kijk maar eens goed als je huiska even geeuwenmertijger lekker ‘plat’ op de vloer ligt. Als zijn ogen half open zijn is hij meestel erg op zijn gemak. Maar combineert een staande kat deze halfgesloten ogen met een laag gehouden kop en een laag gehouden lichaam dan betekent dat dat hij zich ernstig bedreigd voelt. Een kat die zich bedreigd voelt heeft ook grote, open pupillen. Dat kennen we zelf ook, als onze ogen groot van angst zijn. Dan zijn er nog die prachtige roterende oren van de kat. Die vertellen ons heel wat over de gemoedstoestand. Als een kat goed oplet, op jacht is of als hij iets interessants hoort dan steekt ie zijn oren duidelijk naar voren. Zenuwachtige katten draaien hun oren voortdurend naar achteren en een hele bange en agressieve kat legt zijn oren bijna plat op zijn kop. Blazen en het laten zien van de tanden combineren ze met opstaande haren en een dikke staart. Dat lekker groot maken is vaak een antwoord op een bedreiging van buiten.

          Misverstanden

    De lichaamstaal cq. Kattentaal van de kat is op een aantal punten nogal verschillend van de van de hond en dat levert dan misverstanden op. Als de kat met de staart stijf recht omhoog vrolijk naar de hond toe rent krijgt de hond de schrik van z’n leven. Als namelijk een mede-hond hem met de staart stijf rechtop benaderd is dat een vreselijke bedreiging. En als de kat dreigend zijn staart heen en weer zwiept, zo van : ‘opzouten want ik heb een slecht humeur’, dan leest de hond de zwiepende staart als vrolijk kwispelen van zijn mede-hond en dus een uitnodiging om gezellig te spelen. Daarom is het belangrijk om kat en hond in het begin niet alleen te laten en let goed op hoe de hond reageert op de signalen van de kat. Beloon de hond uitvoerig als hij goed met de kat of het kitten om gaat, hij zal dan zijn goede gedrag met de kat of het kitten met de beloning verbinden met dat leuke kitten dat net nieuw is. Ben je niet thuis of ‘s nachts hou ze dan even apart.

    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedichtje (Martina1)


    Ik ben niet de eerste,
    en zal ook zeker de laatste niet zijn,
    was dat maar waar.
    Nee, allemaal valse schijn,
    en zeker geen groots gebaar.

    Maar, de baas overheerste,
    zijn wil is wet,
    er was over gesproken tijdens de aanschaf,
    het was allemaal al op papier gezet.
    Nou, ik vind het alleen maar ontzettend laf.

    Het gebeurt zo vaak...
    Om mijn karakter wordt ik nog even geroemd.
    Het is een spruit,
    Ja, zo werd ik genoemd.
    Maar dat veranderde niets aan het besluit.

    Er wordt druk gediscussieerd,
    de kinderen staan te huilen.
    Maar het kan niet anders,
    ja, ze gaan me gewoon inruilen.
    Ik hoor het gemompel van enkele omstanders.

    Elke andere oplossing wordt genegeerd,
    het is nu echt de hoogste tijd.
    Ik moet alleen achterblijven,
    tot mijn grootste spijt.
    Ik probeer nog even... langs een been te wrijven.

    Ik moet in een hok,
    verdrietig kijk ik iedereen na.
    Hoe kun je dit nu toch doen,
    van het vrouwtje krijg ik nog een dikke zoen,
    speels trek ik nog aan haar rok.

    Ze beloven dat er goed voor mij wordt gezorgd.
    Dit wil echter nog niet zeggen dat ik het leuk vind,
    maar er zijn viervoeters die slechter af zijn dan ik,
    zij worden zonder enige schroom,
    vastgebonden aan een boom.

    jeetje, da's pas balen.
    Denk nu niet, dit is niet helemaal pluis,
    want over twee weken komen ze mij weer halen,
    Ja, ik mag echt weer terug naar huis.
    Snel nemen ze afscheid,
    Het hoort er nu een maal bij,
    .bij die vakantietijd....


    (Hondengedichten.com)


    00086.gif

    Streel wat niet kan helen, Martine, een lieve snoet doet iedereen goed,


    17-02-2008 om 16:26 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Leuke weetjes over ezels (Martina1)
    Leuke weetjes over ezels
     
    Zoeken
    Verzend deze pagina naar uw email
    Printvriendelijke versie
    Grotere tekens
    Kleinere tekens
    SiteMap

    ° Ezels zijn vroeger tam gemaakt dan paarden, waarschijnlijk ongeveer 6000 jaar geleden.

    ° De 'Miniature Mediterranean' is een zeldzaam ras van mini-ezels die niet hoger worden dan 1 meter.

    °  Een ezelsdracht duurt ongeveer 12 maanden, maar een olifant heeft het record bij de zoogdieren: 22 maanden.  De buideldas draagt dan weer niet langer dan 12 dagen.

    ° Ezels zijn woestijndieren, ze hebben de gewoonte al het groen op te eten dat ze kunnen krijgen als reserve voor later.  Dat blijven ze bij ons ook doen als ze te lang op de weide staan, waardoor ze ernistige problemen krijgen.

    ° Ezels zijn niet goed tegen water bestand: hun vacht laat vocht door en hun hoeven kunnen er slecht tegen.  Daarom doen ze soms moeilijk als ze door plassen of natte weiden moeten.


    (sansan.iseral.be)

    Streel wat niet kan helen, Martine, een lieve snoet doet iedereen goed,

    17-02-2008 om 16:23 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Leuke dingen over dieren (Martina1)

    Leuke dingen over dieren.

    Bloemen houden van insecten!

    Weet jij waarom bloemen zo mooi gekleurd zijn? Niet omdat wij dat zo leuk vinden! Maar om insecten te lokken! En insecten, dat weet je, zijn belangrijk voor bloemen. Want zij brengen het stuifmeel van de ene naar de andere bloem. Nu kunnen niet alle insecten dezelfde kleuren zien. Een bij is bijvoorbeeld blind voor rood, maar is wel gek op geel. Vlinders zien rood wel heel goed, daarom zie je vaak veel vlinders op een klaprozenveld!


    Vogelconcert.

    Als je 's morgens eens heel vroeg wakker bent dan kun je er van genieten: van het vogelconcert. Want de meeste vogels beginnen al heel vroeg met zingen. De merel is een èchte vroege vogel: die begint al om vier uur 's ochtends. Als je goed luistert kun je op den duur de verschillende vogels aan hun zang herkennen. Het winterkoninkje schettert fel. En de lijster roept: "frederiek, frederiek, riek riek fie-ietje-fie-ietje twiet-twiet-twiet!" Spreeuwen kunnen zó in de Soundmixshow: ze zijn een kei in het nadoen van andere vogels.


    Het loopt en het heeft een heleboel pootjes.. .

    Wist je dat insecten de grootste dierengroep vormen op aarde? Er zijn ook zo veel verschillende soorten! Je kunt insecten herkennen aan hun poten; ze moeten er zes hebben! Spinnen zijn dus geen insecten, want zij hebben er acht. En een duizendpoot valt er natuurlijk helemaal buiten!


    Wat een springer!

    Ze springen van tak naar tak, soms stoppen ze even om iets te knabbelen: eekhoorns. Ik wou dat ik zo goed kon springen! Een eekhoorn heeft een sierlijke pluimstaart die hem goed van pas komt bij het springen: want hij kan er mee sturen! Ze eten vooral boomzaden, zoals bijvoorbeeld eikels. Ook paddestoelen vinden ze heerlijk! Kijk maar eens goed of je er een ziet; eekhoorns leven in naaldbossen, beukenbossen en grote stadsparken.


    Volg die staart...

    De ree komt overal in ons land voor. Je hebt de meeste kans ze te zien in de vroege morgen of tegen de avond, want dan komen ze uit hun schuilplaats. Een wijfjesree noem je 'rik' of 'geit'. De vacht van een ree is bruin, met onderaan de staart een witte vlek, de 'spiegel'. Deze vlek is goed te zien in het donker, als de reeën moeten vluchten kunnen ze elkaar zo goed volgen. Deze mooie, ranke en lenige dieren kunnen sprongen maken van wel zes meter ver.




    Haasje repje Als een haas er vandoor...

    Deze uitdrukking bestaat niet voor niets. Want hazen zijn, net als leeuwen, razendsnelle sprinters. Ze zijn ook slim: als ze op de vlucht zijn veranderen ze razendsnel van richting om hun achtervolger te foppen. Hazen zijn altijd op hun hoede! Zelfs tijdens het eten staan ze rechtop om om zich heen te kunnen kijken. Ze slapen ook niet echt: ze maken korte hazeslaapjes van hooguit twee minuten. Doe ze dat maar eens na!

    Ik zie ze vliegen! Zie je ze ook vliegen?

    Veel vogels hebben de duinen als hun leefgebied gekozen; bijvoorbeeld de Kiekendief en de Tapuit. Ze kwetteren er om het hardst! Ze leven er echt; ze broeden op deze plek en zoeken hier hun voedsel. Aan de rand van het water zie je weer andere vogels, zoals het grappige Drieteenstrandlopertje en de Wulp. Al met al is het een drukte van belang!



    (Dierenverhalen en dieren gedichten)

    Streel wat niet kan helen, Martine en nico, een lieve snoet doet iedereen goed,

    17-02-2008 om 16:21 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Meer vlinders in de tuin door het aanplanten van de juiste planten:
    Meer vlinders in de tuin door het aanplanten van de juiste planten:

    Vlinders zorgen voor dat extra beetje sfeer en leven in de tuin. Daarnaast zijn ze met hun mooie kleuren vaak ook nog een lust voor het oog. Wie meer vlinders in zijn tuin wil zien, kan best eens volgende lijstje met planten bekijken waarvan de bloemen druk door de kleurrijke fladderaars bezocht worden.

    Naast het aanplanten van de juiste beplanting moet je ook rekening houden met het feit dat vlinders koudbloedige diertjes zijn. Dat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur sterk afhankelijk is van de omgevingstemperatuur. Dagvlinders hebben dan ook 20 °C nodig om goed te kunnen vliegen. Op een dag dat het nog niet zo warm is zullen ze zich dan ook eerst een beetje opwarmen op een windvrije plaats. Dat doen ze door hun vleugels wijd open te houden. De vleugels functioneren dan een beetje zoals zonnepanelen die de vlinder opladen om terug op kracht te komen. Ideale plaatsen voor vlinders om rustig op temperatuur te komen zijn dan ook in struiken of op muren die de wind tegen houden. 


    Dagpauwoog aan het opwarmen tegen een zonnige muur.

    Een tuin vol vlinders kun je bekomen met volgende planten:

    atalantaVaste Planten / tweejarigen / eenjarigen:

    • Adderwortel (Polygonum bistorta)
    • Akkerdistel (Cirsium arvense)
    • Beemdkroon (Knautia arvensis)
    • Bergamotplant (Monarda)
    • Blauwe knoop (Succisa pratensis)
    • Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
    • Dagkoekoeksbloem (Silene dioica)
    • Dropplant (Agastache)
    • Duifkruid (Scabiosa columbaria)
    • Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi)
    • Engels gras (Armeria spec.)
    • Engelwortel (Angelica speciosa)
    • Gewone dophei (Erica tetralix)
    • Gewone margriet (Leucanthemum vulgare)
    • Gewone paardenbloem (Taraxacum officinale)
    • Gewone rolklaver (Lotus corniculatus)
    • Gewone zandkool (Diplotaxus tenuifolia)
    • Gewoon biggenkruid (Hypochaeris radicata)
    • Gewoon duizendblad (Achillea millefolium)
    • Grote kattenstaart (Lythrum salicaria)
    • Grote teunisbloem (Oenonthera)
    • Hemelsleutel (Sedum spectabilis)
    • Jacobskruiskruid  (Senecio jacobaea)
    • Klimop (Hedera helix)
    • Knoopkruid (Centaurea jacea)
    • Koninginnenkruid (Eupatorium purpureum)
    • Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
    • Lavendel (Lavendula angustifolia)
    • Leeuwentand (Leontodon spec.)
    • Luzerne (Medicago sativa)
    • Maarts viooltje (Viola odorata)
    • Margriet (Chrysanthemum maximum)
    • Marjolein (Origanum 'Nymphenburg')
    • Muizenoor (Hieracium pilosella)
    • Munt (Mentha spec.)
    • Muskuskaasjeskruid (Malva moschata)
    • Pinksterbloem (Cardamine pratensis)
    • Slangenkruid (Echium vulgare)
    • Speerdistel (Cirsium vulgare)
    • Struikhei (Calluna spec.)
    • Verbena bonariensis
    • Verbena hastata
      Verbena als eenjarig perkgoed
    • Vergeet-mij-nietje (Myosotis spec.)
    • Vlambloem (Phlox)
    • Wederik (Lychimachia clethroides)
    • Wilde bertram (Achillea ptarmica)
    • Wilde tijm (Thymus serpyllum)
    • Witte klaver (Trifolium repens)
    • Zeeaster (Aster tripolium)
    • Zonnehoed (Echinacea purpurea)
    • vlinderstruikZinnia

    Sierheesters / struiken:

    • Braam (Rubus)
    • Peperboompje (Daphne mezereum) 
    • Vlier (Sambucus)
    • Vlinderstruik (Buddleja davidii)

    Dagvlinders die je in ons land frequent kan waarnemen in de tuin:

    Atalanta, bont zandoogje, boomblauwtje, bruin blauwtje, bruin zandoogje,  citroentje , dagpauwoog,  distelvlinder, gehakkelde aurelia, groot koolwitje, klein geaderd witje, klein koolwitje, kleine vos,  koninginnepage,  landkaartje,  oranje zandoogje, zwartsprietdikkopje.

    zie ook:

    Auteur: Vossaert Kurt - www.tuinadvies.be

    16-02-2008 om 16:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels Parkieten: ziekten - deel 6
    zie ook een van de vorige mails over ziekten bij papegaaien

    Ziekten bij parkieten

    De ziekten bij parkieten komen grotendeels overeen met die bij papegaaien
     
    Wat als mijn parkiet vergif heeft gegeten?
    Waarschijnlijk heeft u meer giftige stoffen in huis dan u denkt. Dat thinner en zwavelzuur giftig zijn zal u heus bekend zijn. Deze stoffen staan vast en zeker goed opgeborgen op een veilige plek. Maar wist u dat rookwaar, plantenmest en vlooienbanden ook giftig zijn? Vergiftigingen ontstaan doordat dieren iets giftigs hebben gegeten of giftig materiaal hebben opgelikt dat aan hun vacht is blijven hangen (bijvoorbeeld carbolineum). Vergiftigingen van knaagdieren en vogels zijn vrijwel altijd fataal. Als honden of katten iets giftigs hebben gegeten zijn ze vaak nog te redden, al is dit afhankelijk van de aard van de vergiftiging, de hoeveelheid giftige stof en......de juiste reactie van de eigenaar van het dier. Vergiftigingen met geneesmiddelen, schoonmaakmiddelen en tabak komen het meest voor. Neem altijd contact op met uw dierenarts als u denkt dat er gif in het spel is. Dierenartsen kunnen bij het antigifcentrum de meest recente informatie over giftige stoffen krijgen. Houd zo mogelijk de verpakking van het gif bij de hand. (Het is daarom verstandig giftige stoffen in hun oorspronkelijke verpakking te bewaren.) Is de dierenarts niet direct bereikbaar kijk dat in het volgende lijstje wat u zelf zou kunnen doen. Afhankelijk van het giftige product dat het dier binnen heeft gekregen zijn er verschillende manieren waarop u zou kunnen reageren. Soms is het verstandig het dier water te laten drinken waardoor het gif zich verdunt. Soms is het verstandig het dier te laten braken en soms kan braken juist heel onverstandig zijn. Dat is het geval als het om agressieve en/of bijtende stoffen gaat, die dan voor een tweede keer langs de slokdarm komen en deze ernstig kunnen beschadigen. Ook kan het toedienen van Norit, een laxeermiddel, koffieroom of boter verstandig zijn. Dieren die bewusteloos zijn kunt u beter geen water via de bek toedienen. Ook het laten braken is dan niet verstandig. Raadpleeg beter een dierenarts bij inname van vergif.

    Samengesteld door Dr. Hans De Wandeler

    16-02-2008 om 16:57 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Het Kweken

    Kweken in broedkooien    
    Als men kweekt naar voor tentoonstellingen of voor bepaalde kleuren, kweekt men het best in broedkooien. In een broedkooi kan men, zelf de koppels samenstellen, wat in een volière bijna onmogelijk is. Het is ook makkelijker om de nestkasten te controleren, wat regelmatig moet gebeuren. Er zijn verschillende typen kooien in de handel te verkrijgen, maar men kan ze zelf makkelijk maken. Als u een broedkooi koopt, moet u er voor zorgen dat er een uitschuifbare lade onder in de kooi is. Het is dan makkelijker om de broedkooi proper te maken. Met een lade worden de vogels tijdens het broeden ook niet gestoord, wat een groot voordeel is. Als de onderkant uit gaas bestaat, vallen de uitwerpselen van de vogels in de broedkooi van de vogels onder hun, wat onhygiënisch is en het verspreiden van ziekten wordt versneld.


    Een broedkooi is groot genoeg als hij ongeveer 65cm breed, 40cm diep en 40cm hoog is. Het beste is om een broedkooi te maken of te kopen van het “kist-type”. Dit wil zeggen dat alleen de voorkant van de kooi uit gaas bestaat. Zo zijn de vogels een beetje beschut. Men kan ook grotere broedkooien maken, waartussen u een tussenschot zet. Als de kweekperiode dan voorbij is, kunnen de tussenschotten verwijdert worden, en hebben de jonge vogels een kleine volière. Maak de tussenschotten van hout of plexiglas, maar niet van gaas. De koppels gaan dan ruzie maken, waardoor ze niet gaan broeden.

    Als u gaat kweken, zet u eerst de pop in de broedkooi. Dit doet u best in de vroege morgen, zodat de pop al aan de broedkooi kan wennen en alles kan verkennen. Zet de opening van de nestkast de eerste dag al open. Nu heeft de pop de ganse dag tijd om het eten en drinken te vinden en ze kan de nestkast inspecteren. Een dag later zet u de man in de broedkooi.

    Er zijn ook verschillende manieren om de nestkasten op te hangen. Men kan ze buiten of binnen de broedkooi hangen. Buiten de broedkooi heeft als nadeel dat men soms onverwachts bij het proper maken van het vogelverblijf de nestkast kan afstoten, met alle gevolgen vandien... Maar er wordt geen vliegruimte ingenomen, dat wel is gebeurt bij een nestkast die binnen opgehangen wordt.(voor verdere informatie over de nestkasten, zie Nestkastjes)

    Verf de binnenkant van de broedkooi in een zo licht mogelijke kleur (liefst wit). Let op dat er een verf gebruikt wordt die niet giftig is voor de vogels, zoals een verf voor in kinderkamers.

    Probeer de eet- en drinkbakken zo dicht mogelijk bij de deurtjes te zetten. Zo stoort u de broedende vogels minder bij het verversen van het eten en drinken.

    Hygiëne is heel belangrijk voor de toekomstige jongen. Maak de broedkooi dan ook regelmatig proper, maar probeer de broedende grasparkieten zo weinig mogelijk te storen.

    Als de jonge vogels uitgekomen zijn, kan de man of pop zich soms agressief gaan gedragen tegenover de jongen. Maak daarom een soort afdakje waar het jong onder kan gaan schuilen.

    Het grasparkietenkoppel    
    Geslachtsbepaling

    Bij een grasparkiet is het helemaal niet moeilijk om het geslacht van de vogel te bepalen. Het verschil tussen een man en een pop is te zien aan de neusdoppen. De neusdop bij een mannetje is blauw gekleurd en de neusdop bij de pop is bruinachtig. Als de vogels jonger dan 4 maanden is, is het wat moeilijker om het geslacht te bepalen, omdat de neusdoppen dan nog bleek van kleur zijn. Bij sommige kleurslagen, zoals de albino, de lutino en de fallow is het verschil ook wat moeilijker te zien. De pop heeft hier een gewone, bruinachtige neusdop en de man een vleeskleurige.


    Het gedrag van het koppel

    Als een grasparkietenkoppel gevormd is, zitten ze altijd bij mekaar. Het koppel poetst elkaars veren, vooraal de veren op het hoofd, waar ze normaal niet aankunnen. Een parkiet steekt zijn hoofdje uit en de andere vogel poetst zorgvuldig alle kopveertjes die door de snavel worden gegleden. Het koppel kan soms erg lang met het poetsen van de veren doorgaan.

    Voedsel doorgeven behoort ook tot het gedrag van een grasparkietenkoppel. Het voeren van de partner gebeurt niet alleen tijdens de broedperiode, maar ook daarbuiten.

    Het mannetje beweegt zijn hoofd op en neer om het voedsel op te rispen uit de krop en geeft dit door aan de pop. Het mannetje maakt hierbij een klokkend geluid. Meestal wordt er echt voedsel doorgegeven, maar soms ook niet.

    Als deze gedragingen waargenomen worden, zijn de vogels in broedstemming.

    De paring

    Een koppel dat de beschikking heeft over een nestkast, zal meestal gaan paren. Bij grasparkieten die in broedkooien gekweekt worden, en waar de koppels dus zelf samengesteld worden, gebeurt de paring soms zelf al binnen enkele uren.

    Het koppel is zeer opgewonden, ze springen op en neer en geven voedsel aan elkaar door en dan komt het tot de paring. Het mannetje zet een poot op de rug van de pop en met de andere poot blijft hij op de zitstok staan. Dan gaat hij met beide poten op de rug staan en spreidt de vleugels rond de pop. De staarten houden ze een beetje naar beneden en duwen ze de cloaca’s tegen elkaar, waardoor de bevruchting plaatsvindt. Om in evenwicht te blijven pikt het mannetje naar de veren van de pop.

    Het is nu wel begrijpelijk dat er in een broedkooi geen schommels of wiegelende zitstokken thuishoren!

    Legnood
    Legnood komt regelmatig voor bij grasparkieten. Vooral bij te jonge of te dik bevederde vogels, bij een pop die te veel nesten na elkaar heeft of als het ei te groot of schaalloos is. Dit komt ook voor bij vogels die een gebrek aan vitaminen hebben.

    Legnood komt voor als de pop niet in staat is om het ei uit de eileider te persen. Tijdens de kweek is het dan ook belangrijk om sepia te geven. Hierin zit veel calcium, wat niet alleen belangrijk is voor de vorming van het ei, maar ook voor de samentrekking van de spieren.

    Een vogel met legnood is zeer onrustig en springt voortdurend op en neer. Daarna is de vogel zeer moe en gaat hij in een hoekje van de kooi of volière zitten met de vleugels een beetje uit elkaar en de veren opgezet. Hij maakt ook klagende geluiden. Soms heeft de vogel een met bloed vermengde ontlasting.

    Een pop die niet snel geholpen wordt, kan sterven. Men moet de vogel onmiddellijk uit de kooi halen en in een kleine, warme ruimte onderbrengen. Men kan sla-olie op de cloaca smeren, waardoor het ei makkelijker glijdt. U kan de vogel ook boven een ketel met kokend water houden. De dampen zorgen ervoor dat het ei sneller gelegd kan worden. Een lichte massage aan de onderbuik kan soms ook helpen. Een niet zo een aan te raden methode is het ei zelf uit de cloaca persen. Het ei kan namelijk breken en de eierschalen veroorzaken inwendige bloedingen, wat dodelijk is. Als het ei nog altijd niet komt, moet u zo snel mogelijk naar de dierenarts, waar hij een inspuiting krijgt.

    Een pop die legnood heeft gehad, mag minstens een jaar niet meer broeden omdat de kans om opnieuw legnood te krijgen dan veel groter is.

    Nestkasten
    In het wild leggen grasparkieten hun eieren in holle boomstammen, die ze zelf op maat maken. Als de ingang van de broedholte te klein is, maken ze deze groter met hun snavel. De houtschilfers die dan loskomen, vallen dan in de nestholte, zodat ze een goede bodembedekking hebben. Wij kunnen de vogels geen rotte boomstammen bieden, dus hebben we goede nestkasten nodig. Een goede nestkast is noodzakelijk voor goede broedresultaten. Als u in een dierenwinkel naar een grasparkietennestkastje vraagt, tonen ze meestal een verticaal nestkastje. Maar, naar mijn mening zijn horizontale nestkasten beter geschikt. Hierin hebben ze meer plaats, en bij een te kleine nestkast bestaat het gevaar erin dat de jongen te fel op elkaar zitten en dat de moeder op de jongen drukt. Dit kan leiden tot kromme poten, waardoor de vrouwtjes hun evenwicht niet meer kunnen bewaren bij het paren, en zelfs tot verstikking. Een goede maat is ongeveer 25cm lang, 18 cm breed en 20 cm hoog. Hierin kunnen de jongen, als ze groter zijn, wat in rondtrippelen. In elke nestkast zou ook een nestholte moeten zijn. Dit voorkomt het wegrollen van de eieren. Indien er een ei wegrolt, bestaat de kans erin dat het breekt waardoor het jong verloren is. Soms knagen de grasparkieten aan de nestholte om deze wat groter te maken. Nestmateriaal is niet echt nodig, maar op de bodem van het nestkastje kan men wat houtschilfers leggen. Als er te veel houtschilfers in de nestkast liggen, zal het vrouwtje het teveel uit het nestkastje gooien. Zaagmeel is naar mijn mening niet erg geschikt, omdat de jongen er soms in kunnen verstikken.

    Heel handig is een "dubbele nestkast". in de nestkast zit een open bakje, dat makkelijk uit de gesloten kast de halen is. Dit is heel handig als men de jongen uit de nestkast moet halen. Een voorbeel hiervan is hieronder te zien.

    Sommige kwekers hangen hun nestblok op in de broedkooi, andere weer buiten de kooi. De kast buiten de kooi hangen heeft als voordeel dat het nest makkelijk te controleren is en dat er in de kooi geen plaats wordt “verspild” aan de nestkast. Maar het gevaar bestaat erin, dat je per ongeluk het nestkastje kan afstoten, met alle gevolgen van dien...

    Soms gebeurt het dat de pop de eieren stuk bijt. Om dit te voorkomen, moeten we een soort dubbele bodem maken in de nestkast. In de bovenste bodem maken we een gat waardoor het ei kan vallen in de onderste bodem. In deze onderste bodem moeten dan wel veel houtschilfers, zodat het ei niet kan breken. De eieren kan men dan wegnemen en onder een andere pop leggen.

    De ontwikkeling van de jongen
    De jonge kuikentjes ontwikkelen zeer snel. Ze worden volledig kaal geboren met gesloten ogen en zijn volledig afhankelijk van hun moeder. Als de moeder de jongen voedsel geeft, liggen de kuikens tot ongeveer de 5de dag op hun rug. Na 6 dagen gaan de ogen open en na 7 dagen beginnen de veren te groeien. Drie dagen later zijn ze al volledig bedekt met dons. Als ze ongeveer een maand oud zijn, zijn de veren bijna volgroeid en het jong verlaat het nest. Hij kan nu (een beetje stuntelig) vliegen. Als u een parkiet wilt tam maken, is nu het geschikte moment om te beginnen. Soms komt hij dan al van de eerste dag op uw vinger zitten. Jonge grasparkieten hebben nu van niets schrik! Als de jongen uitgevlogen zijn, begint het vrouwtje meestal terug opnieuw te broeden. Het mannetje voert de jongen dan nog enige tijd terwijl het vrouwtje weer aan het broeden is.

    Jonge vogels zijn makkelijk te herkennen aan hun zwarte ogen. Oudere vogels hebben nog een witte rand rond hun ogen. Jonge vogels hebben ook een gestreept voorhoofd dat na de jeugdrui (3-4 maanden na de geboorte) verdwijnt.

    Paren en broeden   
    Je kan makkelijk zien of grasparkieten een echt koppeltje vormen en klaar zijn om te broeden. Ze zitten altijd bij elkaar en verzorgen elkaars hoofdveren. Het mannetje braakt voedsel op en geeft dit door aan het vrouwtje. Deze bewegingen kan u bij een koppeltje regelmatig waarnemen. Maar ze doen dit ook regelmatig zonder voedsel door te geven. Als het koppeltje in broedstemming is, is het vrouwtje haar washuid bleker van kleur. Al snel zal het vrouwtje het nestkastje beginnen te inspecteren. Eerst steekt ze voorzichtig haar kopje naar binnen en wipt dan eventjes naar binnen, maar ze is er snel terug uit. Hoe komt het dat het vrouwtje zo voorzichtig het nestkastje betreedt als er toch geen vijanden zijn? Dit is een natuurlijk instinct. In Australië leven slangen die in boomholtes kunnen zitten. Nu blijft ze steeds langer en langer in het nestkastje. Niet lang daarna volgt de paring. De pupillen worden kleine puntjes. Het vrouwtje zet haar staart rechtop en voorzichtig kruipt het mannetje op de rug van het vrouwtje en spreidt zijn vleugels uit. Nu wrijven ze hun cloaca's tegen elkaar, zodat de bevruchting plaatsvindt.

    Na ongeveer 8 dagen wordt het eerste eitje gelegd. Voordat de eitjes gelegd worden, worden de uitwerpselen van het vrouwtje zichtbaar groter. Nadat het eerste eitje wordt gelegd, komt het vrouwtje bijna niet meer uit het nestkastje. Ze komt er maar 3-4 keer per dag uit om haar behoefte te doen. Het mannetje zit meestal op het stokje voor het invlieggat. Het mannetje komt nooit in het nestkastje. Grasparkieten leggen 3-6 eitjes. Om de dag wordt er een eitje gelegd. Na ongeveer 10 dagen kan u kijken of de eitjes bevrucht zijn. Dit kan u doen door het eitje voorzichtig op te pakken en met een fel lichtje door het eitje te schijnen. De bevruchte eieren zijn donkerder dan de onbevruchte. In het midden ziet u bij een bevrucht eitje een kern waaruit allemaal bloedvaten vertrekken. Een onbevrucht eitje is wat doorschijnend. Ziet u dat de eitjes vuil zijn, was ze dan zeker niet af. Rond het eitje zit een (onzichtbaar) waslaagje dat het kuikentje beschermd tegen infecties. Als er onbevruchte eieren zijn, haalt u ze er best uit. Een grasparkieteneitje weegt ongeveer 2 gram. Zoveel weegt ook het pas uitgekomen jong. Na 18 dagen komt het eerste eitje uit. Het kuiken pikt met de eitand het eitje open. Dit is een heel vermoeiende gebeurtenis. De andere eitjes komen om 2 dagen uit. Dit heeft als gevolg dat het oudste jong al veertjes begint te krijgen als het jongste pas is uitgekomen. Het vrouwtje heeft op haar buik een gevoelige broedvlek waardoor veel bloedvaten lopen. Daarmee kan ze de bewegingen in het eitje voelen! Het mannetje braakt nu regelmatig voedsel op voor het vrouwtje. Het vrouwtje geeft het voedsel op haar beurt weer door aan de jonge kuikentjes.

    Controleer het nest elke dag om te zien of alles goed gaat. Dode jongen moeten onmiddellijk worden verwijderd. Ze verrotten namelijk zeer snel wat de andere jongen in gevaar kan brengen.

    Bij gewone, kleine grasparkieten zijn meestal weinig problemen, maar de grotere, Engelse grasparkieten hebben soms nogal wat problemen met het broeden. Ze voeden hun jongen niet, krijgen veel onbevruchte eieren,... Als u Engelse grasparkieten kweekt, zet u best als u enkele koppels in de broedkooien zet, ook enkele koppels gewone grasparkieten in de kweek. Deze kunnen dan de jongen van “probleemouders” eventueel overnemen.

    Omdat Engelse grasparkieten dichter en zwaarder bevedert zijn dan de gewone, trekt U best de veertjes rond de cloaca uit, zodat de bevruchting beter kan plaatsvinden.



    Partnerkeuze
    Bij grote papegaaien en bij sommige parkieten is het bijeenbrengen van een mannetje en een vrouwtje soms niet zonder problemen. Ze beginnen soms te vechten wat tot de dood kan leiden. Bij grasparkieten is dit gelukkig niet zo. De meeste grasparkieten accepteren zonder moeite een partner. Laat de grasparkieten aan elkaar wennen door ze elk in een andere aangrenzende kooi te zetten. Zo kunnen ze elkaar door de tralies bekijken. Na enkele dagen zet u de grasparkieten samen in een kooi. Meestal zullen ze niet vechten, maar na een paar dagen zijn ze al een echt koppeltje. Ze zitten elkaar te snavelen, elkaars veren te poetsen, enz… Als er eenmaal een paartje is gevormd, blijft dit standhouden totdat een van de parkieten sterft of als u ze scheidt. Als het popje aan het broeden is wordt het door de partner gevoerd door het invlieggat. Grasparkieten zijn al na 3-4 maanden geslachtsrijp, maar het beste is om te wachten tot ze ongeveer 11-12 maanden oud zijn om legnood, dat soms bij jonge parkieten voorkomt, te voorkomen.

    Ringen
    Wie veel grasparkieten heeft, gaat zijn vogels het best ringen. Zo kunnen ze makkelijk uit elkaar gehouden worden. Een grasparkiet ringen om hem te kunnen identificeren, kan met een open of gesloten ring geringd worden. Een open ring is een ring die men elk moment aan de poot kan doen of van de poot afhalen. Open ringen zijn er in verschillende kleuren. Zo is het makkelijk om bijvoorbeeld de verschillende families uit elkaar te houden. Elke familie krijgt dan een bepaalde kleur.

    Een gesloten ring is een ring die men om de poot doet van een jonge vogel, die nog in het nest zit. Deze ring kan er niet meer afgeschoven worden. Om aan gesloten ringen te geraken, moet u bij een vogelclub zijn. Hier kan u ringen voor grasparkieten verkrijgen. U kiest een stamnummer van maximum 3 letters en 3 cijfers (bv. uw initialen). Op de ring staan verder nog de initialen van de club waar u lid van bent, het cijfer dat aangeeft de hoeveelste ring dit van u is, en het jaartal. Zo weet u altijd in welk jaar de vogel is geboren. U kan kiezen tussen een gewone, zilveren ring of een gekleurde ring.

    De maat voor grasparkieten is 4.01mm doorsnede.

    Om aan tentoonstellingen mee te doen, hebt u zeker gesloten ringen nodig, om te bewijzen dat deze vogels werkelijk door u zijn gekweekt.

    Een open ring aanbrengen is helemaal niet moeilijk, maar een gesloten ring is al wat moeilijker. Als het jong rond de 7 dagen oud is, kan hij worden geringd. Soms kan dit wat vroeger zijn, soms wat later. U neemt voorzichtig het jong vast in een hand en klemt een pootje (lichtjes!) tussen twee vingers. De drie langste pootjes richt u naar voren en het kortste pootje naar achteren. Voorzichtig schuift u de ring nu om de poot.

    Soms ziet de pop de ring als een vreemd object en probeert ze de ring van de jongen af te krijgen. Ze bijt dan in het pootje, wat dan hard gaat bloeden. Soms bijt de pop zo hard, dat ze het pootje afbijt. Om dit te voorkomen, moet u, nadat een jong gering is, af en toe in het nest kijken of alles g

    16-02-2008 om 16:55 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De Voeding:

    Drinkwater
    Zoals alle levende wezens hebben ook grasparkieten water nodig. Grasparkieten drinken niet zo veel, maar ze moeten altijd een gevuld drinkbakje tot hun beschikking hebben. Het beste is als uw grasparkiet een gesloten drinkbakje heeft. Daar wordt het niet zo snel vuil in. Het water moet proper zijn. Wij drinken ook niet graag vuil water.

    In de winter mag je nooit schalen als drinkwater gebruiken omdat grasparkieten ook graag baden in schalen en als de parkieten nat zijn en het vriest, dan is dit meestal fataal. Sommige mensen doen vitaminedruppels in het water. Dit is gezond, maar echt nodig is het zeker niet.

    Hoewel grasparkieten niet veel drinken, moet er toch altijd een bakje met vers drinkwater voor hun klaar staan. Het drinkwater moet gegeven worden in een proper bakje. Net zoals wij drinken grasparkieten ook liever uit een proper bakje. Het drinkwater is bijna even belangrijk als de voeding zelf. Veel vogels gaan dood waarvan de oorzaak onbekend is, terwijl de sterfte door het besmette of bacterierijke drinkwater veroorzaakt wordt.

    Het drinkwater moet regelmatig ververst worden, omdat er na een tijd bacteriën in het water komen, die zich snel vermenigvuldigen. De vogels die jongen hebben, geven die bacteriën door aan hun jongen, wat nadelige gevolgen kan hebben. Dit kan zelfs leiden tot de dood van jongen. Vooral in de zomer, als het warm is, wordt het water ook snel warm, waardoor bacteriën zich makkelijker kunnen voortplanten. Het water moet dan zeker één maal per dag ververst worden. In de winter kan het water bevriezen, zodat de vogels geen water meer krijgen. Hier moet ook op gelet worden.

    Gewoon kraantjeswater is goed. Er zijn ook kwekers die hun vogels mineraalwater geven. Dit is niet echt nodig, maar gezond is het wel! Vroeger gaven kwekers hun vogels soms zeewater, omdat daar veel mineralen en zouten in te vinden zijn, maar dit is nu onmogelijk. Het zeewater is te fel vervuild door het toedoen van de mens.

    In het drinkwater worden regelmatig vitaminen gegeven. Het tekort aan sommige vitaminen wordt hierbij aangevuld. Deze vitaminen zijn wel redelijk duur. In drinkwater met extra vitaminen, kunnen de bacteriën zich ook veel sneller voortplanten. De vitaminen zijn namelijk een voedingsbron voor de bacteriën. Na 2 à 3 dagen krijgt het water een slechte geur. Het is eigenlijk niet het water, maar de bacteriën die die geur veroorzaken.

    Omdat vitaminen zo duur zijn, worden de drinkbakken soms pas na verschillende dagen ververst. Maar als men zijn vogels kent, weet men hoeveel drinkwater men moet geven, zonder te veel overschot te hebben. Zo bespaart men zowel vitaminen, als het geld.

    Het klinkt misschien raar, maar thee kan ook zeer gezond zijn: kamillethee tegen lichte verkoudheden, venkelthee tegen moeilijkheden in de darmen, saliethee tegen diarree en brandnetelthee voor de verbetering van de vitaliteit.

    Grit, maagkiezel en sepia
    Als grasparkieten zaden eten, kunnen ze dit niet vermalen, omdat ze geen tanden hebben. Dus moeten de zaden op een andere manier worden vermalen. Als de zaden ingeslikt worden, en dus van de schil zijn ontdaan, gaan ze naar de krop, waar ze worden geweekt. Dan gaan de geweekte zaden naar de kliermaag, waar er verteringssappen worden toegevoegd. Samen met die sappen gaat het zaad naar de spiermaag, die een sterke wand heeft. Hier worden de zaden vermalen. Om de zaden goed te vermalen zijn er kleine, scherpe steentjes in de spiermaag nodig. Deze steentjes (grit of maagkiezel) hebben heel onregelmatige vormen, waardoor het voedsel nog kleiner wordt gemaakt. Omdat de zaden dan zo klein zijn, kunnen de verteringssappen veel beter op het voedsel inwerken. De spiermaag trekt samen en zet zich uit. Daarom gaan de scherpe steentjes na een tijd rond worden, waardoor ze geen voedsel kunnen vermalen. Deze worden dan door het lichaam afgescheiden. De spiermaag heeft weer nieuwe steentjes nodig, zodat het voedsel altijd goed kan worden vermalen. Een bakje met grit is dus altijd nodig in een kooi of volière. Voor op de bodem van de kooi is er in de handel schelpenzand verkrijgbaar. De stukjes schelpen in dit zand zijn ook geschikt om als maalsteentjes te dienen. Deeltjes van oesterschelpen bestaan ook om aan de vogels te geven. In een volière met een natuurlijke bodem is het meestal niet nodig om grit te verstrekken, omdat de vogels al veel steentjes binnenkrijgen omdat ze veel op de grond naar voedsel zoeken. Gewoon zand, bv. rivierzand is niet geschikt, omdat de steentjes al rond afgesleten zijn door de stroming van het water. Dit heeft dus geen malende werking.

    Zaad bevat niet veel mineralen. In de dierenwinkel zijn er sepiaschelpen te koop. Dit is het skelet van een inktvis. Zorg dat er altijd een sepiaschelp in de kooi hangt. Sepia bevat veel calcium. Dit is een waardevol mineraal dat van groot belang is voor de beenderen. Te weinig sepia kan voor jonge vogels leiden tot verzwakking van het skelet. Vooral tijdens het broedseizoen is dit waardevol. De eischaal bestaat namelijk voor een groot deel uit calcium. Sepia kan u kopen, maar is ook aan het strand te vinden. Gebruikt u sepia dat u aan het strand hebt gevonden, dan moet u dit zeer goed schoonmaken met heet water, om vuilresten af te spoelen.

    Groenvoer
    De zaadmengeling voor de grasparkieten is het basisvoedsel, maar zaad alleen is niet voldoende. Er dient ook groenvoer verstrekt te worden. Groenvoer bevat veel vitaminen die de grasparkiet in optimale conditie houden. Groenvoer is zelf makkelijk om in de tuin te houden en is overal te vinden.

    De eerste keren dat groenvoer verstrekt wordt aan een vogel, zal het meestal onaangeroerd blijven liggen, maar men mag de moed niet opgeven. Na een tijd, als de grasparkieten de smaak te pakken hebben gekregen, wordt zo een stuk fruit het lievelingsvoer!

    Als groenvoer kan bijna elk stuk fruit gegeven worden. Sla kan wel ongezond zijn voor de grasparkieten. Sla bevat te veel vocht, waardoor de grasparkiet diarree kan krijgen.

    Tot de favorieten behoren stukjes appel, wortel, peer, sinaasappel,...

    Men kan ook geschikt groenvoer in de natuur vinden. Groenvoer langs een weg gaan zoeken, is niet aan te raden, want het groenvoer kan aangetast zijn door de giftige uitlaatgassen van auto’s. Dit kan soms dodelijk zijn voor de vogels. Zorg ook dat u er zeker van bent dat de planten niet bespoten zijn met chemische produkten, daar deze erg giftig zijn voor grasparkieten.

    In velden zijn er volop geschikte planten te vinden.

    Zo een plant is vogelmuur. Op elk leeg stukje grond is er in de zomer wel vogelmuur te zien. Vogelmuur is makkelijk te herkennen aan de lichtgroene kleur en aan de fel vertakte stengels. In de zomer krijgt de plant kleine witte bloempjes. Vogelmuur bevat veel calcium, dat goed is voor de vorming van het beendergestel van de jonge vogels. Als de vogel iets gebroken heeft, is calcium noodzakelijk voor het herstel van de breuk. Vogelmuur behoort ongetwijfeld tot de favorieten van de wilde planten voor vogels!

    Ook een plant die bij iedereen bekend zal zijn is de paardebloem. Deze ongeveer 35cm hoge plant heeft op het begin een mooie gele bloem, maar daarna komen de bekende pluisjes, die bij het minste zuchtje wind losspringen en ergens anders neervallen, waar zich dan een andere plant kan ontwikkelen. De lange bladeren hebben aan de zijkanten insnijdingen. De stengels bevatten een melkachtig sap.

    Vooral de bladeren zijn gezond om aan de vogels te geven. Deze bevatten veel vitamine A, B en C.

    De wortels kunnen ook gegeven worden. Als men een paardebloem in de volière legt, zullen de vogels er dol op zijn. Zorg dan wel dat er geen pluisjes meer aan de plant hangen. De opvliegende vogels zorgen dat de pluisjes loskomen en dan is het echt een zootje in het vogelverblijf.

    Ook kunnen er verschillende grassoorten gegeven worden aan de vogels. In het wild eten de grasparkieten namelijk ook de zaden van de verschillende grassoorten die er te vinden zijn.

    Men kan ook speciaal groenvoer voor vogels in de dierenwinkel krijgen. Dit is niet echt nodig, want als men af en toe wat fruit of planten geeft, hebben ze wel voldoende groenvoer.

    Geef verschillende soorten groenvoer, zo ziet u na een tijd welk soort groenvoer uw vogels verkiezen.

    Verstrek het groenvoer en fruit portiegewijs, dus nooit te veel in één keer. Het teveel aan groenvoer blijft liggen, en dit kan na een tijd gaan rotten, waardoor de vogels er ziek van kunnen worden. Was het groenvoer voordat u het aan de vogels geeft, goed af, maar geef het niet te vochtig aan de vogels. Groenvoer bevat namelijk al veel vocht en als daar nog extra bijkomt, kan dit zorgen voor darmstoornissen.

    Kiemvoer

    Kiemvoer is ook een zeer gezonde en veel gegeven vorm van groenvoer. In het wild wachten grasparkieten met broeden tot in het regenseizoen. Als de jongen uitkomen, zijn de zaden ontkiemd en kunnen de jongen beschikken over een vitaminerijk voedsel. Het gekiemde zaad is rijk aan vitamine A. Deze vitamine zorgt voor een goede beendergroei en een gezonde huid en veren. Wij kunnen de grasparkieten ook gekiemde zaden aanbieden.

    Er zijn verschillende manieren om het zaad te laten kiemen. Geschikt zaad is een exotenmengeling, maar het gewone zaad kan ook gebruikt worden. Om te beginnen neemt men de gewenste hoeveelheid water en wast men onder stromend water. De zaden kan men in een zeef doen, zodat het water goed tussen al de zaden kan. Dan legt men de zaden op een vochtige handdoek. Zorg wel dat de zaden goed verspreid liggen, anders kunnen de zaden gaan beschimmelen, waardoor het gekiemde zaad nutteloos is geworden. Na enkele dagen komen er kleine kiempjes uit de zaden. Er zijn nu veel vitaminen vrijgekomen, waardoor dit gekiemde zaad gezond is.

    Men kan ook een handvol gekiemde zaden in een schaal planten. Het duurt wel wat langer eer de kiemen boven de grond komen, maar de grasparkieten kunnen de kiemen dan makkelijk uit de schaal pikken.

    In de handel zijn ook speciale kiemsets te verkrijgen. Dit zijn enkele schalen boven elkaar. In de bovenste schaal, die dient als “deksel”, giet men water. Via een buisje loopt het water van de bovenste schaal naar de middelste kiemschalen, waar net voldoende water achterblijft om de zaden te laten kiemen. Het te veel aan water wordt opgevangen in de onderste schaal. Als de zaden in de bovenste kiemschaal ontkiemd zijn, geeft men deze aan de vogels en plaatst men deze onder de onderste kiemschaal, zodat er een soort beurtrol ontstaat waardoor men elke dag over een verse portie kiemvoer beschikt.

    Was de kiemen onder warm, stromend water voordat u ze aan de vogels geeft, zodat er zeker geen schimmels of bacteriën aanwezig zijn.

    Door zaden te laten kiemen, weet u ook of u met vers zaad te maken hebt. Als minder dan 50% van de zaden ontkiemt is het zaad te oud, waardoor er al veel voedingsstoffen verloren zijn gegaan. Ontkiemt meer dan 50%, dan is het zaad nog goed vers.

    Grasparkieten houden ook van gekiemd zaad. Het is heel gezond omdat er zo veel vitaminen vrijkomen. Kiemvoer komt het meest overeen met het voedsel dat ze in het wild eten.Als het begint te regenen in Australië, beginnen de grasparkieten te broeden, omdat er dan veel zaden kiemen, zodat de jongen met die kiemen kunnen gevoerd worden. Kiemvoer is op verschillende manieren zelf te maken:

    Eén manier is: neem eerst een handvol zaad en doe dit in een schaaltje. Strooi hierover wat aarde. Geef elke dag wat water. Na enige dagen verschijnen de kiemen. Zet de schaal nu in de kooi of volière, zodat de vogels het gekiemd zaad makkelijk kunnen eten.

    Een andere manier: neem een handvol zaden en leg deze verspreidt op een vochtige handdoek. Na enkele dagen komen er al kleine kiempjes te voorschijn. Besproei de zaden ook elke dag met een fijn straaltje (bv plantenspuit).

    Deze manieren kunnen ook gebruikt worden als versheidsproef: als 50% of meer van de zaden uitkomen, is het zaad vers.

    In de handel zij ook speciale sets te verkrijgen speciaal voor zaden te laten ontkiemen. Dit zijn enkele schaaltjes boven elkaar waar men zaden in doet. In het bovenst eschaaltje giet men water en het water loopt via een buisje naar het volgende schaaltje, zodat deze zaden bevochtigd worden. Dan loopt het water verder tot in het volgende schaaltje, enz... tot het water in het onderste schaaltje terechtkomt.

    Voederbakken

    In de handel zijn een enorm aantal verschillende soorten eet- en drinkbakken te vinden. De ene al wat beter dan de andere. Voor het kopen van drinkbakken moet altijd eerst gekeken worden naar wat voor zaad u geeft. Voor grotere parkieten koopt men bv. best geen eetbakken met een tuitje, omdat de grotere zonnebloempitten hierin soms vast komen te zitten, waardoor het lijkt alsof de vogel nog een vol bakje heeft, terwijl hij soms zelfs sterft van de honger... Voor grasparkieten zijn eetbakken met tuitjes wel geschikt. Grasparkieten hebben namelijk geen grote zaden, zodat het zaad makkelijk door het tuitje kan lopen. Maar men moet toch regelmatig controleren. Het kan immers altijd gebeuren dat er iets tussen geraakt. In een volière neemt u best een grote voedingsbak. Een grote voederbak is meestal niet erg goedkoop. Maar het is makkelijk om zelf een doelmatige voederbak te maken. U neemt een plastieken fles en u snijdt de bodem eraf. Men plaatst de fles omgekeerd in een schaal en van boven in de fles giet men zaad. In de schaal blijft altijd een beperkt hoeveelheid zaad. Maak de fles wel goed vast aan de schaal en zorg er voor dat de afgesneden onderkant bedekt is, zodat er geen uitwerpselen in de fles kunnen terechtkomen.

    In de broedkooien moeten geen grote voederbakken. Het eten en drinken kan in een open bakje gegeven worden. Een klein eetbakje, een drinkbakje en een bakje voor het eigeel is voldoende. In de eetbak moet men er wel altijd op letten dat er niet te veel kaf op het eten ligt. Grasparkieten pellen het zaad en het kaf komt in de voederbak, zodat ze het goede zaad niet meer kunnen vinden. Blaas dan ook regelmatig het kaf van het voedsel af.

    Voor drinkbakken geldt ongeveer hetzelfde als hierboven al beschreven werd. Geef echter geen eten in drinkbakken. De tuitjes van drinkbakken zijn namelijk smaller als van eetbakken, en er bestaat een grotere kans dat het eten vastgeraakt in het tuitje. Ververs de drinkbakken ook regelmatig, daar het drinkwater snel vuil wordt door zaad wat in de bak is gevallen, bacteriën, enz...

    Grasparkieten baden veel. Geef daarom in de volière het drinkwater niet in het badje, maar in een ander apart bakje. Het water wordt anders te snel vuil door de badende grasparkieten, wat ook onhygiënisch is.

    Zaden

    In elke dierenwinkel zijn geschikte zaadmengsels voor grasparkieten te vinden. U kan zelf ook een mengeling van zaden maken. Dit heeft als voordeel dat u zelf het aantal kan bepalen van de verschillende soorten zaad.

    Als u zaad gaat kopen, moet u al zeker naar de houdbaarheidsdatum kijken, want hoe ouder de zaden zijn, hoe minder voedingsstoffen er aanwezig zijn. Soms kan het zijn dat het zaad met fijne draadjes aan elkaar gekleefd is. Er zit dan ongedierte in het zaad, waardoor het zaad onbruikbaar wordt.

    In een gewone zaadmengeling zitten verschillende soorten zaad, zoals millet, gierst,... Maar zaden alleen is niet genoeg. Er moet ook regelmatig groenvoer en eivoer verstrekt worden. Eivoer moet vooral tijdens het kweekseizoen worden gegeven. Gekiemde zaden zijn ook heel gezond.

    In de dierenwinkel zijn er ook verschillende soorten vormpjes gemaakt van zaad te verkrijgen. De zaden zijn aaneengeplakt met honing en hier zit te veel suiker in. Als uw grasparkiet dan in een kooi zit, kan hij veel te dik worden. Af en toe een vormpje geven kan geen kwaad, maar geef in de plaats van zo een vormpje toch liever wat groenvoer of fruit!

    Wat grasparkieten overheerlijk vinden, is trosgierst. Dit is lekker én gezond. Geef echter niet te veel trosgierst, want van een te grote hoeveelheid kan uw grasparkiet vetzucht krijgen. Geef uw vogel als die alleen gehouden wordt regelmatig een stukje trosgierst van ongeveer 6cm. In een volière regelmatig een ganse tros. Trosgierst kan zeer nuttig zijn om uw vogel tam te maken. Trosgierst is dus eigenlijk als een gezond “snoepje”. Voor dat de jongen uit het nest komen, kan u een stukje trosgierst in de blok leggen, zodat de jonge vogels wennen aan zaad.

    Zieke vogels geeft u ook best een stukje trosgierst, zodat ze aangemoedigd worden om terug wat te eten.

    Samengesteld door Dr. Hans De Wandeler

    16-02-2008 om 16:53 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels Parkieten : opvoeding - deel 3

    De Opvoeding:

    Buiten de kooi laten
    Komt uw grasparkiet vanzelf op uw hand zitten, dan kan u uw hand, als de parkiet erop zit, zachtjes buiten de kooi bewegen. Meestal springt de parkiet van uw hand af, terug in de kooi, maar herhaal deze stap enkele malen achtereen en probeer het na een tijdje nog eens opnieuw. Als de parkiet op uw hand blijft zitten, en hij is buiten de kooi, zal hij waarschijnlijk van uw hand afvliegen. Hij vliegt dan naar de hoogste plaats. Laat hem even bekomen en houdt uw vinger voor uw grasparkiet. Hopelijk springt hij op uw vinger, maar ga niet achter hem jagen, want dan is alle moeite voor niets geweest en kan u weer helemaal opnieuw beginnen. Een grasparkiet vergeet zoiets niet!!

    Laat de parkiet, als hij niet op uw vinger komt zitten, gewoon zitten. Meestal zal hij na een tijdje gewoon terug naar zijn kooi gaan, omdat hij honger begint te krijgen. Als hij echt niet naar zijn kooi terug gaat, dan kan u een lichte handdoek over de grasparkiet leggen en zo kan u hem makkelijk pakken om hem terug in zijn kooi te zetten. Zorg dat, als u uw parkiet vrij laat vliegen, de kamer veilig is. Hier volgen enkele punten waar u op moet letten als u de parkiet buiten de kooi laat:

    Kijk goed op de grond als u in een kamer loopt waar een parkiet vrij rondvliegt.
    Kijk ook goed waar u gaat zitten in een kamer waar een parkiet vrij rondvliegt.
    Er zijn al veel grasparkieten aan hun einde gekomen doordat ze tegen een venster vlogen. Grasparkieten zien niet dat er een venster staat. Trek dus altijd de gordijnen toe.
    Zet geen giftige planten in de kamer.
    Dek vuilbakken of vazen af als de grasparkiet niet onder toezicht rondvliegt.
    Zorg dat er geen kaars brandt of dat het fornuis niet aanstaat.
    Iemand stapt op de parkiet. Kijk goed op de grond als je in een kamer loopt waar een parkiet vrij rondvliegt. Iemand gaat op een parkiet zitten. Kijk goed als je gaat zitten in een kamer waar een parkiet vrij rondvliegt. De parkiet vliegt tegen het raam. Er zijn al veel parkieten aan hun einde gekomen doordat ze tegen het raam gevlogen zijn. Trek dus altijd het gordijn toe. De parkiet zit voor de deur en als de deur opengaat, komt hij tussen de deur. Klop voor je naar binnen gaat even op de deur (zo vliegt hij op) en doe de deur zachtjes open. De parkiet wordt vergiftigd door giftige planten. Zet geen giftige planten in de kamer. De parkiet komt in een vaas of vuilbak terecht en sterft door de schrik of door verhongering. Dek vuilbakken of vazen af als de parkiet niet onder toezicht rondvliegt. De parkiet verbrandt zich aan het fornuis of aan een kaars. Zorg dat geen er geen kaars brandt of dat het fornuis niet aan staat

    Kortwieken
    U kan uw grasparkiet ook kortwieken. De grasparkiet kan dan niet meer vliegen. Dit maakt het tam maken iets eenvoudiger, maar het is niet de meest ideale oplossing. Men moet de grasparkiet nooit altijd kortwieken. Alleen misschien om hem tam te maken, maar laat de veren altijd bijgroeien als hij tam is. Toch is het niet aan te raden; grasparkieten kunnen makkelijk zo tam gemaakt worden

    Kortwieken is voor een grasparkiet pijnloos. Het is zoals wij ons haar laten knippen. De veren groeien bij de volgende rui terug en als u wilt, kan u ze dan opnieuw knippen. Kijk eerst bij een ervaren kweker om te zien hoe kortwieken in zijn werk gaat. Laat iemand de vogel vasthouden en spreid een vleugel open. Knip enkele binnenste slagpennen af met een scherpe schaar. Laat de 2 buitenste en binnenste veren intact. Zo is er niets te zien van de gekortwiekte veren. Begin met maar weinig slagpennen te knippen. Als de parkiet dan nog goed kan vliegen, knipt u er enkele meer af. U kan uw grasparkiet aan één kant of aan de 2 kanten kortwieken. Dat hangt er van af hoe goed hij nog kan vliegen.

    Parkiet die wegvliegt
    Het grootste gevaar voor een grasparkiet is wegvliegen. Een parkiet die altijd binnen heeft geleefd en dan wegvliegt herkent de omgeving niet en door de plotse verandering van omgeving vliegt hij weg. Dat kan soms heel ver zijn. Als er een parkiet uit een volière ontsnapt, heb je misschien meer geluk. De parkiet wilt bij zijn partner blijven en blijft dan in de buurt van de volière. Zit de grasparkiet in een boom, dan kan u hem proberen nat te spuiten.(met een zwakke straal!) De grasparkiet kan dan niet zo goed meer vliegen en met wat geluk kan u hem dan proberen te pakken. Een andere manier is om te wachten tot het donker is. In het donker vliegen grasparkieten namelijk niet zo snel op. U moet goed weten waar de vogel zit, want als het mislukt, dan vliegt de vogel weg. Soms vliegt hij wel tot het terug licht wordt. Als u goed weet waar de vogel zit, kan u voorzichtig in de boom klimmen en hem proberen te pakken met een net of een lichte doek. Deze 2 manieren om een weggevlogen parkiet te vangen hebben wel wat geluk nodig. Als u uw parkiet niet hebt kunnen vangen, kan u een papiertje in enkele winkels ophangen of een advertentie in de krant zetten. U kan ook bij de dierenwinkel gaan informeren of er geen parkiet is binnengebracht.

    Tam maken
    Eén van de (vele!) leuke kanten van een grasparkiet is dat u hem tam kan maken. Een grasparkiet is makkelijk om tam te maken. Zorg dat u, als u de grasparkiet wilt tam maken, hem zo jong mogelijk koopt. De ideale leeftijd is als de parkiet net uit het nest is gevlogen en al zelfstandig kan eten. De 2 basisregels om een parkiet tam te maken zijn: geduld en trosgierst. Iedere grasparkiet is dol op trosgierst. Dit is een gezond "snoepje" voor een grasparkiet. Als uw parkiet pas aangekomen is, moet u hem de eerste dagen tot rust laten komen. Kom zo weinig mogelijk aan de kooi, maar praat veel tegen hem. Als hij, na enkele dagen, tot rust is gekomen, kan u een stukje trosgierst door de tralies steken. Houd de trosgierst wel vast. Na een tijdje zal hij dichterbij durven komen en begint hij van de trosgierst te eten. Als hij na een tijdje direct naar de trosgierst toekomt, kan al een stapje verder gaan. Steek uw hand in de kooi en houdt een stukje trosgierst vast, dichtbij een zitstok. Eerst zal de grasparkiet uw hand en de trosgierst alleen maar aankijken, maar na enkele dagen durft hij al enkele zaadjes uit het trosje trosgierst te pikken. Dit gebeurt echter nog heel zenuwachtig. Het zal het niet lang meer duren, of hij eet al rustig uit uw hand. Nu kan u uw hand telkens een beetje verder van de zitstokken verwijderen. Als u hand zover van de zitstok is dat de parkiet niet meer bij de trosgierst kan, zal hij na een tijdje op uw hand springen om toch maar bij de trosgierst te kunnen komen. Blijf deze stap doen totdat hij zonder twijfelen op uw vinger springt. Let wel op! Alle parkieten zijn anders. Sommigen springen sneller op uw hand dan anderen. Als uw parkiet niet zo snel op uw hand springt moet u de moed vooral niet opgeven. Iedere (jonge) parkiet kan wel tam worden, maar bij de ene is er meer geduld nodig dan bij de andere. Met trosgierst is bijna iedere parkiet te lokken. Sommige schuwe, oudere vogels komen zelfs op uw hand zitten als u trosgierst op uw hand houdt. Als de parkiet zonder twijfelen op uw hand komt zitten, moet u de trosgierst weglaten. Meestal komt hij toch op uw hand zitten, omdat hij al vertrouwd aan de hand is. Doet hij dit niet, dan moet u hem opnieuw met trosgierst lokken en soms proberen of hij zonder trosgierst op uw vinger komt springen. Het is heel belangrijk dat uw parkiet altijd beloond wordt wanneer hij op je hand komt zitten. Zo ontstaat er een nog hechtere band tussen u en uw parkiet!

    Wat met vakantie?
    Het eerste waar meestal aan gedacht word is meenemen. Dit kan, maar als het grote afstanden in een auto zijn, is dit zeker af te raden. En in het buitenland gelden bepaalde regels voor de in- en uitvoer van parkieten. Er kan soms een hoop papierwerk aan te pas komen om je parkiet te kunnen meenemen. Maar het allerbeste is om je parkiet gewoon thuis in zijn vertrouwde omgeving te laten. Je kan dan aan iemand om elke dag eens even naar je parkiet te komen kijken en hem misschien eens uit te laten. Je kan je parkiet ook bij een kennis zetten, als die er geen last van ondervindt.

    Bij sommige dierenwinkels kan je je parkiet ook voor weinig geld laten. Meestal kan je parkiet in zijn eigen kooi blijven.

    Als men een volière heeft, is het best dat de buren de vogels voor die tijd komen verzorgen.

    Samengesteld door Dr. Hans De Wandeler

    16-02-2008 om 16:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De Huisvesting:

    Kooi
    In elke dierenwinkel vindt je gepaste parkietenkooien. Deze zijn meestal niet zo duur en ze gaan lang mee. Je moet vooral zorgen dat de kooi niet te klein is. Een kooi voor een grasparkiet die alleen gehouden wordt, is groot genoeg wanneer hij 50cm lang, 30cm breed en 55 cm hoog is. Speelgoed in de kooi is noodzakelijk, ook al ben je veel met je vogel bezig. Het is immers onvermijdelijk dat je grasparkiet enkele uurtjes of dagen alleen in zijn kooi moet blijven. Prop de kooi nooit te vol speelgoed; de parkiet moet nog genoeg ruimte hebben om te bewegen en zijn vleugels te strekken. Als je 2 parkieten houdt, is een kooi van 1.50m lang, 50cm breed en 55cm hoog voldoende. De tralies van de kooi moeten horizontaal lopen, omdat grasparkieten echte klauteraars zijn. Zorg wel dat de ruimte tussen de tralies niet te groot is. Het zal niet de eerste keer zijn dat een grasparkiet aan zijn einde komt bij een ontsnappingspoging en dan tussen de tralies blijft steken. De ideale ruimte tussen de tralies is ongeveer 12mm. Het deurtje van de kooi mag ook niet te klein zijn. Een te klein deurtje is onhandig als je je parkiet uit zijn kooi wilt halen. Bij de meeste kooien is er van onder een uitschuifbare lade. Dit maakt het proper maken van de kooi veel handiger en gemakkelijker. Zet de kooi altijd in een tochtvrije plaats, daar parkieten erg gevoelig zijn voor verkoudheden. Voor een raam kan het héél warm worden in de zomer, zodat de grasparkiet een zonnesteek kan oplopen. Zet de kooi ook liefst niet in de keuken. De (giftige) dampen kunnen soms levensgevaarlijk zijn. Onthoud ook dat geen enkele kooi te groot is voor een grasparkiet; hoe groter de kooi, hoe beter.

    Als je geen grote kooi hebt, kan je je kooi in een kamer zetten en het deurtje altijd open laten. Als je dit doet kan je meerdere vogels houden. In de kooi geef je je parkiet dan het eten en drinken. In de kamer kan je een paar kamerplanten zetten waar de parkiet(en) naar hartelust in kan klimmen en klauteren. Zorg wel dat deze planten niet giftig zijn. Enkele giftige planten zijn oleander, primula, hyacint, taxus, buxus, wasbloem, kraanoog, maagdenpalm, aronskelk en nachtschade. Zorg ook dat de kamer veilig is.


    Volière
    Als je plaats hebt in je tuin kan je een volière maken. Daarin kan je een groep grasparkieten houden. Je kan dan het sociale gedrag van je vogels waarnemen. Het is héél interessant om jonge parkietjes zien op te groeien, de paartjes bezig te zien die elkaars veren aan het verzorgen zijn, enz… Je kan je volière zo groot maken als je zelf maar wilt. Grasparkieten kunnen het hele jaar door buiten blijven als ze de beschikking hebben over een tochtvrij en windstil nachthok. Het nachthok moet waterdicht zijn. Daar kunnen je grasparkieten dan overnachten. Zet in het nachthok de zitstokken hoger dan in het buitenverblijf. De parkieten slapen liefst zo hoog mogelijk en het is beter dat de grasparkieten in het binnenverblijf overnachten. Daar is het meestal wat warmer dan buiten. Geef het voedsel ook in het binnenverblijf. Daar wordt het voedsel niet nat als het geregend heeft. Nat geworden voedsel bederft namelijk heel snel. Op de bodem van de volière kan je gras zaaien. Als het gras nat is, kunnen de vogels hierin lekker rondspartelen. Een bodem van beton gaat ook.

    Zorg dat er geen scherpe randjes van het gaas van de volière uitsteken. Het kan wonden veroorzaken, en als de parkiet een kleine, scherp stukje gaas inslikt, betekend dit meestal de dood.

    Vinken, kanaries en andere kleinere vogels kunnen niet samen in een volière. Grasparkieten "pesten" deze kleinere vogels. Ze houden de vogels bijvoorbeeld weg van de voederbak, bijten de kleine vogels in hun poten, enz… In de volière kan je wel kwartels houden. Ze houden de bodem proper van gevallen zaden. Grotere parkieten, zoals valkparkieten gaan ook goed samen met grasparkieten. Dit gaat echter niet altijd. Vooral als je een kleine volière hebt, is dit niet echt aan te raden. Sommige grasparkieten zijn echte pestkoppen die zelfs valkparkieten niet met rust laten, zodat deze niet kunnen broeden. Zo'n grasparkieten moet je zeker uit de volière halen.

    Beplanting

    Veel zin heeft het niet om planten in de volière te zetten. Grasparkieten knagen namelijk overal aan en na een tijdje zal die plant maar een kale boel worden. Een grove den kan wel in de volière gezet worden. Deze houdt het meestal wel lange tijd uit. Als je toch planten in de volière zet, moet je er zeker van zijn dat het geen giftige planten zijn. Buxus is bijvoorbeeld een zéér giftige plant. Klimop kan ook in de volière geplant worden. Op de bodem van de volière kan je gras zaaien. Hier spelen parkieten ook graag in. Vooral als het pas geregend heeft. Veel parkieten houden ervan om in het natte gras een "bad" te nemen. Ze spartelen dan met hun veren en rollen heen en weer. Gras is erg decoratief en jonge grasparkieten spelen er graag.

    Zitstokken
    Aan zitstokken wordt soms niet veel aandacht aan besteed, maar goede zitstokken zijn toch noodzakelijk voor de vogels. Als men in een dierenwinkel een kooi koopt, worden de zitstokken meestal wel meegeleverd. Maar meestal zijn deze van plastiek, en deze zijn helemaal niet geschikt voor grasparkieten. Plastieken zitstokken schuiven namelijk erg en dit is niet erg gezond voor de poten van de grasparkieten. Als u een kooi koopt, koopt u dus best meteen enkele ronde, houten zitstokken. De poot mag de zitstokken niet helemaal omklemmen, maar voor ongeveer ¾. Als de poot de zitstok helemaal omklemd, kunnen de nagels te fel doorgroeien, waardoor de grasparkiet last gaat hebben met lopen. En te dikke zitstok is natuurlijk ook niet goed, omdat ze daar maar weinig grip op hebben.

    In een kooi zet u de zitstokken zo, dat de vliegruimte van de grasparkiet niet te veel wordt verkleind. U kan bv. twee zitstokken aan de zijkanten en één boven in de kooi of iets dergelijk. Dit geldt ook voor in een broedkooi. Soms worden in broedkooien vierkante zitstokken gezet. Hier zouden ze meer grip op hebben tijdens de paring. Of dit echt zo is, betwijfel ik echter,...

    In de volière moeten de zitstokken ook niet te veel vliegruimte in beslag nemen. Naast de houten, aangekochte zitstokken kunnen er ook natuurlijke takken in de volière gelegd worden. De grasparkieten kunnen hieraan naar hartelust knagen. Laat de schors dus aan de tak hangen. Deze zullen ze zelf wel afknagen! Geschikte zitstokken zijn van fruitbomen, zoals appelboom, perenboom,... In een kooi kunnen natuurlijk ook enkele natuurlijke zitstokken gezet worden, zolang ze de vliegruimte maar niet in beslag nemen.

    Maak in de kooi of volière zitstokken van verschillende diktes. Zo blijven de poten van de grasparkiet in optimale conditie! Bij zitstokken van dezelfde grootte, is de druk altijd op dezelfde punten van de poot, wat kan leiden tot ontstekingen.

    Indien u veel vogels hebt, kan u verschillende zitstokken op een rij zetten, die van onder naar boven lopen. Hier kunnen veel vogels zitten en er wordt maar weinig ruimte in beslag genomen.

    Een ander soort zitstok zijn de schommels. Een jonge grasparkiet heeft veel plezier in zo een schommel.

    Een veelgebruikte soort schommel zal ik hier beschrijven: u neemt enkele latjes en maakt daar twee identieke evengrote kruisen van. Dan neemt u vier zitstokken van dezelfde lengte. Elke zitstok timmert u in een hoek van een kruis. Aan de twee kanten van een zitstok wordt een kruis bevestigd. In het midden van elk kruis, wordt een “oogje” vastgeschroefd, met daaraan een touwtje en dit hangt u op. Dit geeft gegarandeerd veel plezier aan de grasparkieten.

    In een kooi of volière mogen wel zeker niet alleen schommelende of bewegende zitstokken aanwezig zijn. het merendeel moet goed vastzitten. Als de vogels paren, en de zitstok beweegt mee, dan kan dit resulteren in een slechte bevruchting met onbevruchte eieren. Dus in een broedkooi horen geen schommels thuis.

    Samengesteld door Dr. Hans De Wandeler

    16-02-2008 om 16:50 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Aankoop grasparkiet

    Voor het kopen
    Wie één of meer grasparkieten wil gaan houden, moet er zeker van zijn dat hij weet waaraan hij begint. Een grasparkiet kan wel 15 jaar worden. Lees voor je een grasparkiet gaat kopen veel over het houden en het verzorgen. Een grasparkiet alleen houden is eigenlijk niet zo aan te raden. Grasparkieten zijn sociale vogels, die graag een partner hebben. Alleen als je er zeker van bent dat je veel met je grasparkiet bezig kan zijn, kan je hem apart houden. Kun je niet zo veel met je parkiet bezig zijn, koop dan twee grasparkieten. Dat kan een koppeltje zijn, maar ook 2 mannetjes of 2 vrouwtjes. Eén parkiet zal na een tijdje wel de rol van het andere geslacht overnemen. Als je een koppeltje parkieten hebt en geen jongen wilt, hang je gewoon geen nestkastje in de kooi. Meestal leggen ze dan geen eieren. Maar om heel zeker te zijn, neem je beter dan 2 parkieten van hetzelfde geslacht. Als je een koppeltje hebt, zonder een nestkastje in de kooi, kan het zijn dat er soms toch een eitje in de kooi ligt. Dit is helemaal geen reden tot paniek. Alle vrouwtjes leggen eitjes, maar ze zijn niet bevrucht. Als je plaats genoeg hebt, of als je genoeg mensen vindt die een jong grasparkietje van je willen overnemen, kan je een nestkastje in de kooi van een koppeltje een nestkastje hangen. Na een tijdje zullen de parkieten wel gaan broeden. Als je één parkiet hebt, moet je speelgoed in de kooi hangen. In de dierenwinkel kan je héél veel grasparkietenspeeltjes vinden zoals belletjes, spiegeltjes, plastieken parkieten, enz…

    Het kopen
    Ga je grasparkiet in een goede dierenwinkel of bij een grasparkietenkweker kopen. Zij zullen je extra uitleg kunnen geven en je vragen kunnen beantwoorden. Als je in de winkel of bij de kweker bent, kijk dan eerst eens goed rond. Je zal zien dat er vele kleurvariëteiten zijn. Neem een mooi gekleurde parkiet die er gezond uitziet. Als je je parkiet tam wilt maken, moet je een zo jong mogelijke grasparkiet kopen. Dit is makkelijk en snel te zien; rond de ogen van een jonge vogel is geen witte rand, die wel bij oudere vogels te zien is. Als je een koppeltje neemt, dan koop je best een koppel dat al eerder gebroed heeft. Het is niet moeilijk om een mannetje of vrouwtje te herkennen: het mannetje heeft een blauwe en het vrouwtje een bruinachtige washuid. Bij een albino kun je dit wel niet zien.

    Bij het kopen van je grasparkiet moet je wel op enkele punten letten:

    -Zijn de ogen niet met bloed doorlopen, maar helder?
    -Is de ademhaling niet te snel, maar rustig?
    -Is de cloaca (het achterwerk) zuiver en hangt er geen vuil aan?
    -Staan 2 tenen naar voor en 2 naar achter?
    -Zijn er geen kale plekken in het verenkleed?
    -Ontbreken de slagpennen of andere veren niet (kruipersziekte)?
    -Is de snavel niet misvorm?
    -Is het verenkleed glanzend en niet mat?
    -Neem, als dit enigszins kan, een ervaren kweker mee bij het kopen van je grasparkiet. Zo ben je er zeker van dat je een gezonde vogel koopt.


    Samengesteld door Dr. Hans De Wandeler - 

    16-02-2008 om 16:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paarden Wat is een opfokstal? Meer hierover

    Z omer: In de zomer (1 Mei tot 1 Okt.) lopen de paarden dag en nacht buiten, op goed onderhouden, zeer ruime weidepercelen. Om de kwaliteit van het gras te behouden, worden de weiden gemaaid, gerold en gesleept en worden de paarden zonodig omgeweid.  Er wordt  regelmatig ontwormd (inbegrepen), de paarden worden 4 x per jaar bekapt door een zeer deskundige hoefsmid, die de stand van de benen van uw paard nauwlettend in de gaten houdt.  Wij wonen op het bedrijf en daarom is er altijd (deskundig) toezicht. De paarden worden elke dag nagelopen en gecontroleerd op eventuele onregelmatigheden. Ze zijn aan dagelijks, menselijk contact gewend, zo blijven ze makkelijk in de hand.  Uw veulen is onze zorg en wij zullen ons daar ook volledig voor inzetten.   

    Winter : In de winterperiode wo rden de paarden gestald in groepen naar leeftijd en geslacht.  De stallen zijn ruim en bieden plaats aan 6 tot max. 8 paarden, afhankelijk van de grote, leeftijd en dominantie verhoudingen. Door de openfront-voorwanden hebben de paarden, onbeperkt beschikking over zeer goede kwaliteit ruwvoer. Aan de achterzijde van elk groepsverblijf is een deur, die toegang biedt tot de paddocks. De paarden zullen in de winter dagelijks, geruime tijd buiten komen, in de grote goed gedraineerde  zand-paddocks en/of, op de verharde buiten-voerplaats deze verharde bodem is goed voor het hoefmechanisme en de ontwikkeling van botten en pezen (ter voorkoming van OCD e.d.).  De stallen zijn zeer goed geventileerd, waardoor er een fris en gezond stalklimaat heerst. Ook als de paarden niet buiten lopen kunnen ze toch lekker naar buiten kijken door de open deuren aan de achterkant van de stallen. De paarden komen dagelijks in de hand en zijn dan ook allemaal heel mak (ook in het weideseizoen) 

    Voordelen van een Loopstal:

    • Een fris leefklimaat
    • Veel sociaal contact
    • Goede karaktervorming door natuurlijk rangorde systeem
    • Bewegingsvrijheid
    • Dagelijks uitloop in de paddocks
    • Goede opbouw van het bewegingsapparaat door veel beweging 
    • Verhard gedeelte in de stal en buitenplaats draagt bij aan goede botontwikkeling

    http://www.stalzwetsloot.nl/



    16-02-2008 om 16:24 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vissen Aquarium gezond houden is geen makkelijke klus

    Aquarium gezond houden is geen makkelijke klus

    Vissen zijn misschien wel de meest fragiele huisdieren. Veel lezers vragen zich af waarom hun visjes al na enkele dagen dood bovendrijven. Volgens dierendokter Rob  Lückerath  ligt dat veelal aan een ongezond aquarium. 'Een visbak is prachtig, een levend schilderij. Maar het onderhoud ervan is allesbehalve gemakkelijk.'

    Hoe komt het dat het zo moeilijk is om een aquarium te onderhouden?

    Rob Lückerath : 'Een aquarium veroorzaakt vaak problemen: de vissen gaan dood, het water wordt troebel, de planten verwelken. In een aquarium gelden dezelfde wetten als in de natuurlijke biotoop van de vissen. En natuurlijk is het lastig om in een klein bakje water het biologische systeem van bijvoorbeeld de Amazonerivier na te bootsen. Watersamenstelling, licht, planten en filters zijn van groot belang. Het leefmilieu wordt bepaald door een ingewikkeld samenspel van al die factoren. Het is daarom belangrijk nooit zomaar een visbak te kopen. Doe eerst navraag bij visclubs.'

    Wat is de belangrijkste oorzaak van vissterfte?

    'Wat veel mensen niet weten, is dat je niet alle vissen bij elkaar mag zetten. Een exotisch exemplaar naast een doorsnee goudvis laten zwemmen brengt onvermijdelijk de dood teweeg van één van de twee. Elke vis heeft immers ander water nodig. Er zijn alkalische vissen, die geen zuur water verdragen, en diertjes die alleen in zuur water overleven. Sommige vissen willen hard water, anderen liever zacht. Agressieve beestjes zet je ook best niet bij elkaar. De gouden regel luidt: beter te weinig dan te veel vissen in één bak.'

    Waarop moet je letten bij de watersamenstelling?

    'Meerdere factoren bepalen de samenstelling. Alles hangt in de eerste plaats af van het leidingwater dat je gebruikt. In sommige steden is het water uit de kraan hard, in andere steden zacht. Ook de zuurtegraad verschilt. Daarnaast spelen de planten en de meststoffen een grote rol. Er zijn zoveel elementen die je moeilijk kunt inschatten, dat je best raad vraagt aan een specialist. Hij zal zeggen wat voor soort water in je visbak zit, en wat voor soort water je visjes nodig hebben. Bovendien weet hij iets van de technische apparatuur die je moet aanschaffen. Zo heeft een kleine visbak alleen een actieve koolfilter nodig, maar een groot aquarium onderhoud je beter met een biologische filter.'

    Waarom moet je oppassen met planten?

    'Planten zijn onmisbaar in een aquarium. Ze zorgen niet alleen voor zuurstof, maar ontgiften het water ook. Door de afvalstoffen van vissen, planten en voedsel ontstaat er stikstof. Dat goedje is schadelijk voor de visjes. De planten nemen de stikstof op en zuiveren zo het aquarium. Bovendien bieden ze de beestjes beschutting. Maar dat wil nog niet zeggen dat je de bak moet volstouwen met plantjes. Te veel groen zorgt immers voor te veel afvalstoffen en een overproductie van stikstof. Om dezelfde reden pas je best op met de hoeveelheid voedsel. Matigheid is de boodschap. De vissen moeten hun korreltjes opkrijgen vooraleer ze de grond raken.'

    Mag je lampen in een visbak zetten?

    'Natuurlijk geven lampen de vissen een sprookjesachtig uiterlijk. Maar het licht kan het hele bioritme in een visbak omgooien. Sommige lampen geven warmte af en verhogen de watertemperatuur. Daardoor groeien de planten twee maal zo snel. Ook de kleur van het licht en de intensiteit hebben invloed op het aquarium. Het juiste licht zorgt ervoor dat de visbak er prachtig uitziet, maar met het foute licht stikt zo'n bak al snel van de algen. Ook hier geldt: vraag raad aan een specialist. Een belichte visbak zet je best niet voor een raam. Overdaad schaadt.'

    De Siervis in Leuven is een voorbeeld van een visclub die veel informatie geeft over soorten waterbewoners en hun biotopen: www.desiervis.be

      Julie Van Garsse  (NB)




    v

    16-02-2008 om 03:39 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezondheid Tandenpoetsen bij de kat (Knudde1)

    Tandenpoetsen bij de kat                                                                    Glitter Kitty                              


    In het kader van de maand van het gebit (februari) brengen we het gebit van honden en katten meer onder de aandacht. Naar onze mening werd er eigenlijk te veel aandacht aan honden besteed en we hebben daaom het initiatief genomen om het tandenpoetsen bij katten beter uit te werken.

    We hebben onze tandenpoets pagina's op de dierengebitsite uitgebreid. We adviseren om te poetsen en laten zelfs met een filmpje zien hoe je kunt poetsen. Als advies geven we om een gaasje te gebruiken, dit wordt beter geaccepteerd dan het poetsen met een tandenborstel. Indien het poetsen niet lukt zijn er zelfs speciale tandenpoetsbrokken om de kat het gebit schoon te houden.

    Zie

    Het is belangrijk dat het gebit in de gaten wordt gehouden door de eigenaar, zeker bij maine coons, noorse boskatten en oosterse katten waarbij we vaak en veel problemen zien. Deze hadden in veel gevallen door tandenpoetsen voorkomen kunnen worden.

    Website: www.dierengebit.nl

    DWP
    DN 14/02/2008


    16-02-2008 om 03:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezondheid

    Hoi Allemaal,

    Naar aanleiding van een patient die ik van de week in de praktijk had leek het mij leuk om een aandoening te bespreken. Daar worden we allemaal wijzer van en ik hoop dat jullie het leuk vinden om zo iets bij te leren over aandoeningen die ik in de praktijk tegen kom.

    Vrijdag avond kwam er een cavalier king charles spaniel bij mij in de praktijk. Normaal komt hij altijd met z'n balletje in z'n bek  de praktijk binnen lopen ,maar nu droeg zijn baasje hem. Foute boel dacht ik zo! De eigenaresse was dit met mij eens ,want als hij niet meer met z'n balletje speelt, dan is er echt iets met hem mis. Na het algemeen onderzoek te hebben gedaan kwamen we bij het linker oog van het hondje uit, dat was 2 keer zo groot als het rechter oog. Oh jee, gaucoom! Glaucoom of te wel groene staar  is een aandoening aan het oog waarbij de oogboldruk sterk wordt verhoogd en het oog dus harder en groter. Normaal is er in het oog een evenwicht  tussen aanmaak van oogvocht( oogkamer water, dus in de oogbol zelf) en de afvoer. Als er nu iets mis gaat in dit evenwicht, dus dat de aanmaak veel hoger wordt of de afvoer verstopt raakt, dan zwelt het oog letterlijk op. Dit is voor de hond zeer pijnlijk, want het voelt eigenlijk het zelfde als dat je op je nagel hebt geslagen. De druk onder de nagel kan niet weg en zo ook kan de druk in het oog niet weg. Het lijkt dus alsof het oog uit de oogkas puilt. De symptomen die je ziet is zeer veel rode vaatjes in het wit van het oog,vaatinjectie. Daarnaast een onregelmatige witte verkleuring van de voorkant(cornea) van het oog en mydriasis, wat wil zeggen een verwijde pupil, die niet op licht reageerd. Als je deze sympomen bij je hond ziet tezamen met een hond die sloom is en pijn heeft, bel dan direkt je dierenarts. DIT iS EEN SPOEDGEVAL! Als er niet snel iets aan gedaan wordt, dan betekend dit compleet gezichtsverlies in het oog en blijvend pijnlijk oog. De enige oplossing die ons als dierenartsen dan nog rest is het oog verwijderen zodat de hond geen pijn meer heeft.

    Zo ook bij het hondje in de praktijk. We hebben z'n oog moeten verwijderen en na pathologie bleek dat er een tumor in het oog zat waardoor het oog zo erg groot was geworden ( de tumor belemmerde de afvoer van het kamer water). Het gaat nu erg goed met hem en speelt er lustig op los met z'n balletje met 1 oog minder.

    Groetjes Liesbeth

    (Dierenarts - Avro)

    14-02-2008 om 17:37 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels (Knudde1)


    De alpensneeuwhoen of lagopus mutus
    Een standvogel. Iets groter dan de patrijs. In de zomer bruin met witte (meestal alleen in de vlucht zichtbare) vleugels, witte onderkant en wit bevederde klauwen. In de winter zijn beide geslachten helemaal wit met een zwarte staart. De geslachten kunnen het best onderscheiden worden aan de rode verdikking boven de ogen (rozen), die bij het vrouwtje veel minder geprononceerd is. In de winter heeft alleen het mannetje een zwarte oogstreep. Bij de jongen zijn ook de vleugels en de hele staart bruin. Sterk overeenkomend met het Noordeuropese moerrassneeuwhoen.
    Verspreiding en woongebied : Noord-Europa, Alpen en Pyreneëen. In de Alpen boven de kromhoutgrens in het rotsachtige gebied. Voortplanting : komvormig nest verborgen tussen stenen en kleine struikjes. De zes tot negen roomkleurige tot roodbruine eieren zijn bedekt met talloze kleine bruine en zwarte vlekjes; ze worden meestal in juni gelegd en aansluitend 20-24 dagen bebroed door het vrouwtje. De jongen verlaten al na één dag het nest en worden tot in de herfst door beide ouders gevoed. Voedsel : bijna uitsluitend vegetarisch : knoppen, bladen, zaden en bessen.
    -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    De kleine plevier of charadrius dubius
    Trekvogel, eind maart tot oktober. Waadvogel met het formaat van een vink. Verschilt van de vergelijkbare bontbekplevier door de zwarte (niet oranje-gele)snavel; de grijzige tot vleeskleurige (niet oranje) poten en de citroengele oogring. In de vlucht geen witte band zichtbaar zoals hij de bontbekplevier. Verder is de stem zeer kenmerkend. Jonge vogels en vogels in rustkleed hebben geen zwarte tekening op de kop. Holt zoals alle plevieren met snelle dribbelpasjes en stopt plotseling. Verspreiding en woongebied : broedvogel in het ganse Europese binnenland, niet langs de kust, behalve in het hoge Noorden. bij ons verspreid voorkomend, maar nergens talrijk. Heeft een voorkeur voor vegetatie-arme vlakten in de buurt van water. Is door waterregulering afgenomen. Broedt nu in grindgroeves, maar ook in boerderijen ver van de bebouwing en steenbergen, waardoor het bestand weer enigszins hersteld en zelfs uitgebreid is. Voortplanting : vlak nest op de grond, vaak met kiezels. De vier kiezelkleurige eieren zijn lichtgrijs met donkere punten en worden tussen april en juni gelegd. In de regels slechts één legsel per jaar. Beide ouders broeden 22-28
    dagen . De jongen kunnen met 25-30 dagen vliegen. Voedsel : insecten en andere kleine diertjes, die van de grond gepikt worden.
    --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De roerdomp of botaurus stellaris
    Gedeeltelijke trekvogel. Plompe reiger met een dikke hals en dolkachtige snavel; groter dan de buizerd. Vrijwel helemaal goudbruin met opvallende donkerbruine en zwarte vlekken en strepen. Zwarte plek op het hoofd. Vliegt als een uil, met brede ronde vleugels. Verspreiding en woongebied : plaatselijk in heel Europa tot het westen van Spanje en het noordoosten van Europa. Overal echter zeldzaam en steeds minder voorkomend. Bewoont uitgestrekte rietlanden. In de winter ziet men roerdompen ook vaak op open vlakten, waarbij ze meestal schuw zijn en opvallen door hun langzame bewegingen. Zelfs in de koude winters worden roerdompen hier waargenomen. Vaak ook worden ze ernstig ondervoed, uitgeput of dood gevonden. Voortplanting : nest in dik, oud riet, meestal boven het water. Legtijd april en mei : één legsel - vijf tot zes olijfbruine, matte eieren. Het vrouwtje broedt 25-26 dagen . De jongen verlaten het nest na 15-20 dagen en zijn met 50-55 dagen in staat om te vliegen. Voedsel : kikkers, vissen, insecten en wormen.
    -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    De condor is een roofvogel die tot de familie van de gieren van de Nieuwe Wereld behoort. Hij heeft de opvallende kenmerken van de gieren: hij heeft namelijk een bijna naakte kop en hals, stompe klauwen en een zeer krachtige snavel. Hij voedt zich overwegend met aas.
    Condors leven vaak in groepen. Wanneer één van hen met zijn scherpe ogen een prooi ontdekt laat hij zich in duikvlucht naar beneden vallen en de anderen volgen onmiddellijk. Met de krachtige haaksnavels wordt de huid van de prooi kapot getrokken, de klauwen zijn hiervoor te stomp. Het lievelingsvoedsel van de condor is de guanaco of de lama. Ze eten alleen kadavers.
    De condor kan niet goed ruiken. Proeven hebben aangetoond dat de dieren eerder op een namaakkadaver afvliegen dan op een echt kadaver dat de onderzoekers hadden bedekt. De condor legt per dag honderden kilometers af op zijn zoektocht naar voedsel.
    De condor is naast de reuzenalbatros de grootste vliegende vogel op aarde. De vleugels van de Andescondor, die helaas met uitsterven wordt bedreigd, hebben bijvoorbeeld een spanwijdte van meer dan drie meter.
    Hierdoor kan de vogel bij gunstige weersomstandigheden en bij opstijgende luchtsstromen meerdere kilometers in de lucht glijden of zweven. De uiteinden van de slagveren, die hij kan openen en sluiten, worden samen met de brede staart gebruikt om te sturen.
    De condor besteedt bijzonder veel tijd aan het grootbrengen van de jongen. Het vrouwtje legt maar één keer per twee jaar één enkel ei in een rotsspleet. De ouders broeden om de beurt 8 tot 9 weken op het ei.
    Als het jong uit het ei komt heeft het een dik lichtbruin donskleed. Dit blijft in de nek en op de kop nog enige jaren zichtbaar. Na ongeveer een half jaar kan het jong vliegen, het wordt echter nog meer dan een jaar door de ouders verzorgd en gevoerd. De condor is pas geslachtsrijp als hij zes of zeven jaar oud is. Dan zoekt hij een partner voor het leven.
    Condors kunnen maximaal 50 jaar oud worden.
    (worldwidebase)

      Groetjes Knudde 1   


    14-02-2008 om 13:28 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Hoe zien zoogdieren (Knudde1)

    Hoe we de wereld om ons heen waarnemen wordt het meest bepaald door ons gezichtsvermogen. Maar zien alle dieren wat wij zien en is het zien voor hen net zo belangrijk als voor ons?

    Onafhankelijk van hun uiterlijk en grootte is het grondprincipe van de ogen bij alle dieren hetzelfde. Om te kunnen zien hebben alle zoogdieren licht nodig. Licht bestaat uit elektromagnetische golven. De dingen om ons heen nemen licht op en kaatsen licht terug. Onze ogen vangen uitgezonden of teruggekaatst licht op en zetten dit in de hersenen om in beeld en kleur. Dit proces noemen we 'zien'.

    Hoe het oog werkt?

    De opbouw van de ogen is in zijn grondvorm voor alle zoogdieren dezelfde. De functie en werking van de ogen van zoogdieren komt zodoende ook in grote lijnen met elkaar overeen. Aan de voorzijde heeft het oog een doorzichtig 'venster', het hoornvlies (comea ), dat het licht ongehinderd doorlaat, buigt of breekt om het zo op de juiste plaats te brengen. Achter het hoornvlies zit de iris met in het midden een gat, de pupil. De doorsnede van de pupil verandert met de lichtsterkte. Vlak achter de iris ligt de lens. De lens is omgeven door spiertjes die de lens vlakker of boller maken om er zodoende voor te zorgen dat de binnenkomende lichtstralen zo afgebogen worden, dat de voorwerpen scherp worden waargenomen. Het gebundelde licht komt tenslotte bij de achterwand van het oog, waar het netvlies (retina ) de lichtstralen opvangt. Het beeld op het netvlies is het omgekeerde beeld van het voorwerp waarvan de lichtstralen het oog zijn binnengegaan. Het netvlies bestaat uit zeer dicht op elkaar staande lichtgevoelige cellen die via de gezichtszenuw met de hersenen in verbinding staan. De lichtsignalen die deze lichtgevoelige cellen bereiken, worden via de gezichtszenuw naar de hersenen overgebracht. De hersenen nemen deze signalen op en vertalen ze in het beeld wat zich voor onze ogen afspeelt.

    Nachtkijken

    Hoe komt het dat veel zoogdieren 's nachts kunnen zien, terwijl toch het zicht afhankelijk is van de lichtsterkte? De opbouw van het oog van dieren die 's nachts actief zijn is praktisch gelijk aan de andere zoogdieren. Het verschil ligt hierin, dat de ogen groter en boller en ontvankelijker voor licht zijn. De zoogdieren die 's nachts actief zijn hebben bovendien een reflecterende laag achter het netvlies, die het invallende licht terugwerpt naar de lichtgevoelige staafjes, die zodoende nog een keer licht opvangen. Dit effect is goed te zien als er 's nachts licht op het oog valt van bijvoorbeeld een kat of vos. Door de reflectie lichten de ogen op. Ook heeft het netvlies relatief veel meer staafjes, waardoor het waarnemingsvermogen in de schemer verhoogd wordt. Dit brengt wel met zich mee, dat deze dieren het volle daglicht moeten mijden. Dit is ook de reden dat de pupillen bij een kat in het volle licht tot smalle streepjes vernauwd worden.

    Kleuren zien.

    Kleuren maken dat we de dingen om ons heen beter kunnen onderscheiden. Maar hoe onderkennen onze ogen kleuren en kunnen alle dieren verschillende kleuren evengoed waarnemen? De elektromagnetische golven uit het zichtbare gebied zijn van verschillende lengte. De langere golven worden door ons oog als rood en oranje waargenomen, de kortere als groen en blauw. De lichtgevoelige cellen van het netvlies bestaan uit twee typen, staafjes en kegeltjes. De staafjes kunnen geen kleur onderscheiden, maar zijn daarentegen lichtgevoelig en nemen ook zeer kleine lichtintensiteiten waar. De kegeltjes zetten de ontvangen golflengten wel in kleuren om. Enkele zoogdieren, met name de primaten, beschikken over drie verschillende soorten kegeltjes. De ene is gevoelig voor blauw, de tweede is gevoelig voor groen en het derde kegeltje is gevoelig voor geel groen en rood. De hersenen verwerken deze tot veelkleurige beelden. De kegeltjes kunnen alleen bij voldoende lichtsterkte de kleuren verwerken. Daarom ziet alles er 's nachts in grijstonen uit. Misschien komt het daardoor, dat lange tijd werd aangenomen dat dieren die 's nachts actief zijn, zoals bijvoorbeeld katten, geen kleuren zouden kunnen onderkennen. Inmiddels weten we, dat alle zoogdieren tot op zekere hoogte kleuren kunnen zien.

    Verschillen in stand van de ogen.

    De bouw van het oog is voor ieder zoogdier in principe gelijk, maar de plaats van de ogen in de kop bepaalt wat en hoeveel een dier kan zien. Succesvolle roofdieren, zoals bijvoorbeeld de kat, moeten hun ogen exact kunnen instellen op hun prooi en deze goed in de gaten kunnen houden. Doordat hun ogen recht naar voren gericht staan, wordt een bijzonder goede dieptescherpte bereikt. Zo kunnen zij uiterst nauwkeurig vaststellen waar precies zich een prooi of iets anders bevindt en hoe ver het van andere dingen verwijderd is.

    Bij potentiële prooidieren zoals konijnen, muizen of herten bevinden de ogen zich echter aan beide zijden van de kop. Zij kunnen ieder oog apart gebruiken en zodoende tegelijkertijd een zeer wijd gebied afzoeken naar eventuele vijanden. Hun gezichtsveld is weliswaar veel ruimer; maar het gaat wel ten koste van de scherptediepte. Een konijn bijvoorbeeld heeft een gezichtsveld van 360 graden, zodat hij in feite alle gevaar, uit welke richting ook, direct opmerkt. Als wij recht vooruit kijken zonder het hoofd te draaien, hebben we een gezichtshoek van ongeveer 200 graden. De gezichtshoek van een kat is kleiner en bedraagt slechts ongeveer 185 graden.

    Ook bij zoogdieren in open gebied, zoals de bewoners van de Afrikaanse wildernis, is aan de stand tussen de ogen te zien of ze prooi- of roofdier zijn. Zij moeten alle de omgeving of naar vijand of naar prooi makkelijk kunnen afzoeken. De ogen van de mens en de meeste primaten zijn ingesteld op een breed gezichtsveld, maar vooral ook op een verticaal gezichtsveld. De ogen van prooidieren zijn daarentegen meer ingesteld op een breder horizontaal gezichtsveld. (worldwidebase)


      Groetjes Knudde 1   

    14-02-2008 om 13:15 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes kunnen dieren spreken? (Knudde1)


    Mensen hebben de neiging het brullen van leeuwen of het krijsen van chimpansees als 'woorden' van een dierentaal te beschouwen. Wat betekenen deze geluiden en gebruiken dieren ze werkelijk om te spreken?

    Dieren communiceren op zeer verschillende manieren. Sommige gebruiken afstotende roepen, andere beschikken over zichtbaar opvallende baltsrituelen en weer andere nemen bepaalde houdingen aan voor de overdracht van informatie. Geluiden zijn echter de snelste manier van communicatie.

    Echte taal

    In principe is taal een hulpmiddel voor het uitwisselen van informatie. Om taal echter van andere communicatievormen te onderscheiden, neemt men aan dat een taal eerder aangeleerd is dan instinctief van aard, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de afgrenzing met geuren van een territorium, of een lichaamshouding die dominantie of ondergeschiktheid aanduidt. Een echte taal moet een veelheid aan informatie kunnen overbrengen, die afhankelijk van de omstandigheden veranderen kan.

    Sprekende dieren

    In de dierenwereld wordt een grote verscheidenheid aan geluiden gebruikt, van het zingen van een vogel, het huilen van een wolf, het klikken en fluiten van een dolfijn tot het tevreden spinnen van een kat. Bij al deze geluiden zou men kunnen vermoeden dat het een soort 'taal' betreft, die uitsluitend dient ter informatie van soortgenoten. De vertaling van individuele diergeluiden blijkt in de praktijk echter buitengewoon moeilijk te zijn; het onderbrengen van dergelijke geluiden in één of ander soort taalconcept blijkt zelfs een vrijwel onmogelijke opgave.

    De vocale communicatie bij groene meerkatten
    De groene meerkat is één van de spraakzaamste dieren. De apen beschikken over drie of vier verschillende 'woorden', die ze gebruiken om de leden van de groep voor bepaalde rovers te waarschuwen.

    Wanneer een wachtpost een arend opmerkt, produceert hij een bepaalde waarschuwingsroep, waarop de apen in de bomen zich onmiddellijk op de grond laten vallen terwijl de apen die zich daar reeds bevinden dekking zoeken. Een ander woord wordt voor luipaard gebruikt en heeft het tegenovergestelde effect, namelijk dat de apen razendsnel de boom inklimmen. Verder is er een 'woord' dat aangeeft dat er een python opgemerkt is, waarop de apen die dit horen de grond beginnen af te zoeken naar dit langzaam bewegende roofdier. Op basis van deze feiten neemt men aan dat dit soort woorden geleerd en niet erfelijk zijn, met name omdat in andere groepen andere geluiden gebruikt worden.

    Woordenschat

    Hoewel wij achter de verschillende diergeluiden vaak subtiele en gecompliceerde betekenissen vermoeden, blijkt bij objectieve beschouwing dat het grootste deel van de communicatie tussen dieren uitgesproken eenvoudig is. Het gaat daarbij meestal om zaken als het lokken van een partner, of het verdedigen van voedsel of een territorium tegen vijanden. Dergelijke boodschappen en hun wijze van overdracht zijn bijna altijd erfelijk en verschillen daarin van een echte taal. Hoewel het blaffen van elke hond anders klinkt, gebruikt het dier het vrijwel uitsluitend om een partner over zijn aanwezigheid te informeren of om rivalen en indringers te waarschuwen.

    Slechts bij weinig dieren zijn er aanwijzingen voor een meer verfijnd gebruik van geluiden. Zo zijn er vogels die met hoge tonen voor een naderende roofvogel waarschuwen, maar duidelijk andere geluiden voortbrengen wanneer ze samen een minder gevaarlijk roofdier belagen. De in de Zuidafrikaanse woestijn levende stokstaartjes gebruiken eveneens verschillende roepen om onderscheid te maken tussen roofvogels en bodembewonende vijanden, die ze wel kunnen verdrijven.
     

    Sprekende chimpansees

    Hoewel de nauwste verwant van de mens over een rijk scala van gezichtsuitdrukkingen, kreten en houdingen beschikt, schijnen in het wild levende chimpansees de spraak niet zo te benutten als wij ons dat voorstellen. In de wetenschap heeft de vraag of chimpansees een taal gebruiken geleid tot experimenten, waarbij men hen tekens en symbolen aanleerde om te zien of de chimpansees deze ook onderling zouden gaan gebruiken.

    De eerste en meest bekende 'sprekende' chimpansee was Washoe, die in de jaren '60 onder mensen opgroeide en geleerd werd zich met behulp van de Amerikaanse tekentaal (ASL) verstaanbaar te maken. Ze leerde vervolgens 160 verschillende woorden en bleek middels combinaties van woorden aan inhoudsrijke en originele ideeën uitdrukking te kunnen geven. Op een dag, toen ze verrast werd door de aanwezigheid van een speelgoedpop in haar tas, gaf ze haar beroemdste zin ten beste: 'baby in mijn drinken' ('baby in my drink').

    Andere onderzoekers hebben in soortgelijke studies nieuwe kunstmatige talen gebruikt. Twee chimpansees, Austin en Sherman, werd Yerkish geleerd - een taal ontworpen voor de omgang met gehandicapte kinderen, waarin de woorden zijn vervangen door symbolen. Nadat de chimpansees was bijgebracht om voor de expressie van symbolen computertoetsen te benutten, leerden de dieren niet alleen om voedsel te vragen, maar bleken eveneens om werktuigen te kunnen vragen voor het openen van hun drankverpakkingen. Dat vormde het bewijs voor hun vermogen vooruit te kunnen denken.(worldwidebase)



      Groetjes Knudde 1   

    14-02-2008 om 13:13 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ddierenweetjes waarom dieren slapen (Knudde1)

    Bijna alle dieren slapen, sommige maar een paar minuten, andere 20 uur per etmaal. Het is makkelijk genoeg vast te stellen dat een dier slaapt, maar het blijft vaak nog een raadsel waarom.

    Men heeft ontdekt dat de slaap en de lengte daarvan door de hersenen geregeld wordt. Door de enorme verschillen in lengte van slaap tussen diersoorten, ligt het voor de hand dat slapen een levensbelangrijke functie vervult

    Wat is slaap?

    In principe is de slaap een periode van rust zonder veel beweging die een tijd lang kan voort duren. Een dier kan daarbij soms onrustig zijn en draaien en bewegen, maar hij blijft in feite op één plaats. Een slapend dier is min of meer blind voor zijn omgeving. Een slapende vis kan bijvoorbeeld uit het water getrokken worden voordat hij zich ertegen kan verzetten. Een slapend hert daarentegen zal bij het minste of geringste geluid, dat hij niet kan thuisbrengen, wakker worden en wegrennen. Er schijnen twee verschillende soorten slaap te bestaan: een diepe, rustige slaap en een actieve slaap. Bij zoogdieren en vogels kan men beide soorten slaap herkennen aan een karakteristiek patroon van een hersenactiviteit.

    Het nut van de slaap

    Lange tijd bijna roerloos uitrusten op een veilige plek kan voor dieren op allerlei manieren van nut zijn. In de eerste plaats is hij meestal veiliger voor roofdieren op zijn slaapplek dan wanneer hij hongerig op zoek is naar voedsel en misschien niet zo goed oplet. Daarom hebben dieren die weinig tijd nodig hebben om te eten, de neiging om lang te slapen en het veiligste moment van de dag afwachten om naar voedsel te zoeken. Een dier dat slaapt kan zo ook energie besparen of aan extreme kou of hitte ontsnappen.

    Wanneer dieren slapen

    Op welk moment een dier slaapt, hangt ervan af wanneer hij wakker moet zijn. Veel vogels kunnen alleen bij daglicht vliegen en zullen dus 's nachts slapen. Kleine zoogdieren zoals muizen proberen daarentegen overdag aan roofdieren te ontkomen en gaan liever 's nachts op zoek naar voedsel. Andere dieren zoals konijnen en vossen hebben een soort tussenoplossing gevonden en slapen zowel 's nachts als overdag een paar uur. Ze zoeken hun voedsel dan in de ochtend- of avondschemering. Hun bioritme is in elk geval afgestemd op de dagelijkse afwisseling van dag en nacht. Veel zeedieren, vooral die aan de kust leven, trekken zich niet zoveel van het daglicht aan, maar stellen hun bioklok in op de getijden.

    Hoe dieren slapen

    Hoe en waar een dier slaapt, hangt er vooral vanaf of het om een roof- of prooidier gaat, of hij alleen maar uitrust of dat hij zich tegen zijn omgeving moet beschermen. Zo slapen konijnen opgerold in hun hol. Vogels voelen zich hoog in een boom veiliger. Vleermuizen slapen in holtes met hun vlieghuid beschermend om zich heen getrokken. Dieren van de open vlakte, zoals herten en paarden voelen zich nergens veilig genoeg en slapen eerder staand. Als ze gaan liggen doen ze dat alleen als andere dieren waken.

    Wist je dit?
    * Nijlpaarden slapen staand in het water waar ze veilig zijn voor vijanden.
    * Gierzwaluwen, die tot drie jaar ononderbroken in de lucht kunnen zijn, slapen vliegend.
    * Waterhoentjes doen een dutje terwijl ze op het water rondjes zwemmen.
    * Olifanten slapen vaak op een 'bed' van gedroogd gras of in een speciaal gegraven kuil die ook wel 'olifantenbed' heet.
    * Veel vissen nemen tijdens hun slaap een andere kleur aan. Waarschijnlijk om er gevaarlijker uit te zien en op die manier vijanden af te schrikken.
    * In de winter slapen spreeuwen liever in de stad, waar het warmer is dan het open veld.
    * Giraffen slapen staand en leggen dan vaak hun kop te rusten op een boomtak.

     

    Hoe lang slapen dieren

    (uren per dag)

    Kleine tuimelaar

    minder dan 1

    Spitsmuis

    minder dan 1

    Giraf

    4

    Olifant

    4

    Paard

    5

    Grote tuimelaar

    5

    Schaap

    6

    Cavia

    7

    Rund

    7

    Mens

    8

    Mol

    8

    Egel

    10

    Chimpansee

    10

    Konijn

    10

    Jaguar

    11

    Chinchilla

    12

    Rat

    13

    Kat

    13

    Muis

    13

    Varken

    13

    Hamster

    14

    Eekhoorn

    14

    Lemur

    16

    Gordeldier

    19

    Opossum

    19

    Vleermuis

    19

    Tweevingerige luiaard

    20

    dag

    nacht / dag

    nacht

    De tijd dat dieren slapen variëert aanzienlijk, van het 'dutje' van een paar minuten dat spitsmuizen doen tot de 20-uurige diepe slaap van een luiaard. De slaap wordt meestal over een periode van 24 uur gemeten, maar de meeste dieren verdelen hun slaap in kleinere slaapperiodes. Dit kan nodig zijn als een dier niet genoeg energie kan opslaan als wanneer het een langere tijd slaapt zonder te eten.


    (worldwidebase)


      Groetjes Knudde 1

    14-02-2008 om 12:49 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Wat je nog niet wist over dieren: maffe weetjes!

    Wist jij dat dolfijnen met één oog open slapen, pinguins 2 meter hoog kunnen springen en beren prima sprinters zijn? De vreemdste dierenweetjes op een rijtje!

    - Een bij moet zo'n 4000 bloemen afgaan om 1 soeplepel honing te maken. Geen wonder dat ze constant slapend schijnen te vliegen. Zzzzzzz....

    - Een volwassen beer loopt zo snel als een paard. Een heel tof weetje, tot er één achter je aan zit.

    - Slakken hebben vier neuzen.

    - Goudvissen verliezen hun kleur als ze in het donker worden gehouden. Als je nu op het geniale idee komt om albino goudvissen te gaan kweken, bedenk dan dat je niet veel hebt aan een aquarium in je kelder ;-).

    - Honingbijen hebben haar op hun ogen.

    - Een kip gebruikt haar rechterpoot meer dan de linkse, waardoor de linkerbil malser is.

    - Als ziekteverspreider nummer 1 hebben vlooien al meer menselijke slachtoffers gemaakt dan alle oorlogen samen. We zijn dus net niet zelf onze ergste vijand, oef.

    - Vlinders proeven met hun achterpoten.

    - Sommige krokodillen kunnen de winter overleven door zich tot aan hun neusgaten te laten invriezen, zodat ze nog net kunnen ademen. Prima gelegenheid om er ééntje straffeloos te kietelen.

    - Pinguins kunnen tot zo'n 2 meter hoog springen. Handig als ze even  ‘boe’ willen roepen  in het gezicht van een ijsbeer.

    - Dolfijnen slapen altijd maar met  de helft van hun hersenen, met één oog open. Welke kant het hardst snurkt is niet geweten.

    - Volwassen vlooien drinken dagelijks 15 keer hun gewicht in bloed.

    - Als 2 honden elkaar tegenkomen is diegene die traag met de staart kwispelt de baas. Als je eigen keffer snel kwispelt is het dus tijd om de aftocht te blazen.

    - Voor elke mens zijn er ongeveer 200 miljoen insecten op de planeet.

    - Olifanten zijn de enige zoogdieren die niet kunnen springen. Gelukkig maar, het zou er vrij dom uitzien.

    - Kamelen hebben drie oogleden, kwestie van het zand tegen te houden.

    - De meeste hamsters knipperen maar met 1 oog tegelijk.

    - Slakken blijven gewoon in bed liggen als het wat tegenzit. Ze kunnen tot drie jaar slapen tijdens droogtes.

    - Giraffen communiceren door de lucht rond hun nekken te laten trillen.

    - De langste (waargenomen) vlucht van een kip duurde 13 seconden. De kans dat ze naar Spanje trekken is dus eerder beperkt.

    - Poolberen kunnen tot 95 kilometer zwemmen zonder pauze.

    bronnen:
    The Daily Mail
    HLN

      Groetjes Knudde 1   



    14-02-2008 om 10:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fijne valentijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een fijne valentijnsdag toegewenst voor al onze bezoekers, vanwege de leden van onze mailgroep voor huisdieren.



     .

    14-02-2008 om 00:17 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Vlinders3 (Knudde1)


    Vlinders uit gematigde streken krijgen te maken met de winter, een periode met zeer lage temperaturen, waarbij er geen bloemen, kruiden of bladeren aan de bomen zijn. In tropische en subtropische gebieden is er dan wel geen winter, maar daar zijn regelmatig perioden met een grote droogte, die eenzelfde nadelig effect hebben op de plantengroei. Dat soort ongunstige perioden moeten de vlinders op de één of andere manier zien te overleven.
    Om de barre wintertijden goed door te komen lassen vlinders een soort rustperiode in, die diapauze wordt genoemd. Groei en ontwikkeling staan dan volledig stil en met de in het lichaam aanwezige reserves wordt zo zuinig mogelijk omgesprongen. In welk stadium van de levenscyclus de diapauze wordt doorgemaakt, verschilt van soort tot soort.
    Heel wat vlinders in Europa zien het levenslicht in het Middellandse-Zeegebied en trekken vervolgens naar het noorden tot in Zweden toe. Dergelijke grote afstanden worden ieder jaar weer afgelegd door grote aantallen distelvlinders, luzernevlinders en gamma-uiltjes, om er maar een paar op te noemen. Deze dieren gaan in de herfst dood zonder voor een overwinterende generatie te zorgen. Elk jaar opnieuw zijn die vlindersoorten dus uit warme streken afkomstig. Bij sommige soorten trekken de vlinders wel weg uit een bepaald gebied om elders een plekje te zoeken om de winter door te komen. De beroemdste trekvlinder is de monarchvlinder in Noord-Amerika. Die komt in bijna heel de wereld voor, maar het trekgedrag is speciaal voor de vlinders die vliegen van Canada tot Midden-Amerika. Na de zomer trekken de vlinders van grote delen van het continent over afstanden van soms meer dan drieduizend kilometer naar het zuiden. Ze vliegen overdag met snelheden van 35 kilometer per uur via vaste routes naar enkele bossen, onder andere in Mexico, om juist daar de winter door te brengen. Met miljoenen tegelijk hangen ze in de bomen dicht bij elkaar gepakt in enorme trossen (zie foto).(worldwidebase)

      Groetjes Knudde 1  

    13-02-2008 om 19:22 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Vlinders2 (Knudde1)

    De vlinder wordt in alle stadia van zijn levenscyclus bedreigd door een groot aantal insecteneters. Voor veel gewervelde dieren en met name de vogels, vormen vlinders en rupsen een voedzame en daarom zeer aantrekkelijke prooi. In de broedtijd, als de oudervogels hun hongerige, krijsende jongen moeten voeren, slepen ze dagelijks honderden rupsen naar het nest.
    Vleermuizen hebben het voorzien op de nachtvlinders, die in de avondschemering geurende bloemen opzoeken om daar nectar te komen drinken en die al rondvliegend proberen geschikte huwelijkskandidaten te vinden. Vleermuizen sporen hun prooi in het duister op met behulp van echolocatie. Ze stoten met hoge frequentie geluiden uit en met de hulp van de weerkaatsing kunnen ze perfect hun prooi lokaliseren.
    Om de eieren aan het zicht van eierrovers te onttrekken zet het vlindervrouwtje die meestal af tegen de onderkant van de bladeren van de waardplant. Ze worden met een soort lijmstof aan de plant vastgekleefd.
    Rupsen vormen dan weer een gewaardeerd hapje voor tal van insecteneters. Om aan al die gevaren te ontkomen hebben rupsen een groot scala van trucjes tot hun beschikking. Velen hebben schutkleuren zodat ze niet opvallen tegen de achtergrond, bijvoorbeeld de spanrupsen.
    Als een rups eenmaal pop is geworden kan hij zich niet meer verplaatsen. Hij heeft dan namelijk geen poten of vleugels. Dat maakt het diertje extra kwetsbaar. Een cocon is een veel gebruikte manier om rond de pop een beschermend omhulsel aan te brengen. Sommige cocons bestaan helemaal uit zijdedraad. Andere coconspinners verwerken grond, schors of bladeren in de cocon om maar zo goed mogelijk gecamoufleerd te zijn.
    Een groot aantal rupsen leeft van giftige planten. Dat plantengif hebben ze in hun lichaam opgeslagen en houden dat ook als ze na de verpopping vlinder zijn geworden. Dergelijke giftige, oneetbare vlinders hebben bijna altijd een opvallend kleurrijke tekening op de vleugels.

    13-02-2008 om 19:20 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Vlinders1 (Knudde1)





    Het esparcetteblauwtje leeft in de warmere gebieden van noordelijk Afrika, Europa en Azië. Er zijn twee tot drie generaties per jaar. De waardplant is esparcette. Het kleine rupsje overwintert tussen de stenen. In het voorjaar duurt het lang voor hij volgroeid is en verpopt in de strooisellaag. Ook onder moeilijke omstandigheden weet het esparcetteblauwtje zich te handhaven. De vlinders drinken nectar uit bloemen, maar ook water tussen steentjes aan de rivieroevers.




    Deze vlinder komt voor in Texas en Mexico in Noord-Amerika tot in Brazilië. De vlinder heeft geen voorkeur voor bepaalde terreinen. Hij komt in grote aantallen voor in een grote verscheidenheid aan natuurgebieden. De eieren worden gelegd op casimiroa, zanthoxylum en citrus. De rupsen eten gelijktijdig en vervellen ook synchroon. Als de rupsen niet eten verzamelen ze zich op de stam van de waardplant in grote hoeveelheden bij elkaar. De kleur van de pop is variabel en hangt af van de kleur van de ondergrond. De vlinders zijn zwart met rode vlekken op de achtervleugels en soms wit op de voorvleugels. Met dat uiterlijk bootsen ze de vrouwtjes van de giftige Parides-soorten na.

    De grote beer is één van de bekendste vertegenwoordigers van de Arctiidae of beervlinders, een vlinderfamilie met zo'n achtduizend soorten.
    De grote beer komt voor in Europa, Azië en Noord-Amerika. Vrouwtjes leggen hun eitjes op allerlei planten, zoals lage heesters, brandnetel en zuring. De rupsjes zijn dichtbehaard. Daaraan heeft de vlinder zijn naam te danken. In een jong stadium overwinteren ze. In het voorjaar verpoppen ze in een cocon, waarin de irriterende haren van de rups verwerkt zijn. De vleugels van de grote beer hebben een spanwijdte van zes tot zeven cm. Ondanks hun grootte vallen de vlinders niet op zolang ze stil blijven zitten. Bij verstoring tonen ze hun vuurrode achtervleugels. Het laten zien van dergelijke felle kleuren schrikt de meeste belagers af. De vlinders hebben geen ontwikkelde monddelen en nemen geen voedsel op.




    Deze vlinder heeft een groot verspreidingsgebied. De vlinder met de opvallende blauwe band komt voor in Korea, Japan, India, Birma, Thailand, Filipijnen, Indonesië en Australië. Hij voelt zich thuis  in bossen en open terreinen. De favoriete bloem om nectar uit te drinken is lantana. Deze vlinder is niet kieskeurig in de keuze van waardeplant. Planten uit verschillende families komen daarvoor in aanmerking. In Australië brengt hij soms schade toe aan de kamferbomen, die daar verbouwd worden


    Het tweekleurig hooibeestje komt verspreid voor in Europa en in het westelijk deel van Azië. Als de vlinder vliegt, vallen de oranje voorvleugels en de donkergrijze achtervleugels op. Het vlindertje leeft van nectar uit bloemen van struiken die op vrij droge grond staan. Op een aantal soorten grassen en zeggen worden de eitjes gelegd. De rups van het tweekleurig hooibeestje groeit langzaam. Hij verpopt eind mei, begin juni. De pop hangt in de vegetatie. Er is ieder jaar één generatie. De vlinders vliegen eind juni, begin juli plaatselijk in grote aantallen.


    13-02-2008 om 19:18 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws Fossiel reptiel ontdekt (Knudde1)
    Fossiel reptiel ontdekt
    Fossiel vliegend reptiel
    Fossiel en model van het reptiel 




    dinsdag 12 februari 2008

    Hij leefde 120 miljoen jaar geleden in China: een mini-dinosaurus. Het fossiel van het vliegende mini-reptiel is daar ontdekt door onderzoekers. Het dier had geen tanden, was van vleugel tot vleugel maar twee en een halve centimeter groot en had kromme tenen.

    Wetenschappers zeggen dat de ontdekking belangrijk is omdat ze nu meer weten over de geschiedenis van deze dieren. De gekromde tenen laten bijvoorbeeld zien dat de kleine reptiel meestal leefde in bomen. Deskundigen wisten niet eerder dat deze soort dat deed. 

    De Pterodactylus is de officiële naam van de soort. Die vooral bekend staat om zijn hele grote vliegende reptielen. Het fossiel dat nu is gevonden is dus de allerkleinste van al zijn broers, zussen, nichten en neven.  (nos)

    13-02-2008 om 19:16 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws Geboortegolf bij schaapskuddes Overijssel (Knudde1)
    Geboortegolf bij schaapskuddes Overijssel


    DALFSEN - De schaapskuddes op de Lemelerberg en het Wierdense Veld van Landschap Overijssel hebben te maken met een forse geboortegolf. Bij de kudde op de Lemelerberg zijn de afgelopen dagen 160 lammetjes geboren, zei herder Teun Heuver dinsdag.
    ANP2

    Februari is traditioneel de geboortemaand voor de lammetjes. "Dit jaar heb ik echter met een opvallend groot aantal tweelingen te maken", aldus Heuver. Er werden dit jaar minder lammeren verwacht omdat vorig jaar in juli opnieuw blauwtong uitbrak in Nederland. (nu.nl)

      Groetjes Knudde 1  

    13-02-2008 om 19:13 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws Giraffen op vakantie (Martina1)
    12/02/2008
    1 Dieren-verzorgsters Els (links) en Christine zien hun giraffen Zuri (op de foto) en Grietje niet graag vertrekken.
    1 Dieren-verzorgsters Els (links) en Christine zien hun giraffen Zuri (op de foto) en Grietje niet graag vertrekken.
    ©  Marc Herremans - Corelio

    Giraffen op vakantie
    Grietje en Zuri moeten bukken voor bruggen

    De twee giraffen van Bellewaerde Park vertrekken vandaag op vakantie. Tijdens hun afwezigheid bouwt het pretpark bij Ieper een savanne voor hen. Grietje vertrok vanmorgen vroeg naar de Beekse Bergen, Zuri vertrekt deze namiddag naar Overijssel.



    foto's Marc Herremans

    Hoe krijg je een giraf in een vrachtwagen? Deur open, giraf erin, deur dicht. Voor Ernst Kip van Ekipa, een Nederlands bedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoer van exotische dieren, is het echt zo eenvoudig. 'De giraf wandelt de trailer binnen, we rijden naar Tilburg, de giraf wandelt de trailer weer buiten. Alleen dat binnenwandelen kan problemen geven. Soms duurt dat amper een minuutje, andere keren ben je er een paar uur mee kwijt.'

    Maar tijdens de rit van 200kilometer tussen Bellewaerde Park in Ieper en de Beekse Bergen in Tilburg kom je heel wat bruggen tegen. 'We hebben een speciale uitschuifbare trailer, te vergelijken met een schoendoos', legt Kip uit. 'We laten het dak zakken tot een hoogte die onder de bruggen door kan. Maar voor die twee van Bellewaerde is dat zelfs geen probleem, ze zullen niet al te veel moeten bukken. Het jonge mannetje zal zelfs helemaal kunnen rechtstaan.'

    Grietje vierde in augustus nog haar tiende verjaardag, Zuri is vier jaar. Ze gaan op vakantie naar Nederland omdat hun verblijfplaats wordt verbouwd en uitgebreid. Grietje verhuist naar de Beekse Bergen, Zuri blijft in een hok van Ekipa tot de savanne van Bellewaerde er staat. Als hij in juni of juli terugkeert, krijgt hij niet alleen het gezelschap van zebra's en struisvogels, maar ook van twee jonge vrouwtjes.

    De afgelopen dagen sloten de verzorgers hen af en toe op in een 'chute', een smalle gang, zodat ze niet panikeren in de vrachtwagen. 'Zuri vervoerd krijgen wordt een ramp', zeggen verzorgers Els en Christine. 'Grietje zal gemakkelijker in de vrachtwagen geraken, zij lijdt minder onder de stress.'

    Grietje doet het inderdaad goed in de chute op haar laatste trainingsdag. Ze eet gretig van de appels, bieten en wortels die de verzorgers Els en Christine haar aanreiken. Het is dan ook de laatste keer dat ze hun dieren kunnen verwennen. 'We gaan ze missen', zuchten de dames. Vooral Christine, die Grietje nog geboren zag worden, heeft niet veel zin in het afscheid. 'Ik hoop dat ze zich zal amuseren in de Beekse Bergen. Maar dat zal wel lukken in zo'n grote groep.'

    Evelyne De Wolf, verantwoordelijke voor de dierenafdeling in Bellewaerde Park, gaf de dieren zaterdag al een kalmeermiddel, dat vandaag begint te werken. 'Het is heel delicaat om giraffen te vervoeren', legt ze uit. 'Het zijn grote dieren, maar ze zijn erg fragiel en heel wantrouwig. Een giraf lijdt erg onder stress en raakt in de war als je de routine doorbreekt. Net als paarden durven ze te schoppen als ze panikeren. Met hun poten van twee meter krijgen ze zelfs leeuwen dood. Ik hoop dat het vlot loopt, maar dat is afwachten.'

    Liggen kan een giraf niet. 'Ze kunnen door hun knieën zakken, maar dat is alles', vertelt De Wolf. 'Een giraf slaapt maar een half uur per dag. Bovendien kunnen ze hun poten niet optillen. Daardoor is het niet gemakkelijk om ze in een vrachtwagen te krijgen. Het wordt een kwestie om ze erin te lokken met eten en drinken.'

    Evelyne De Wolf is dan misschien wat ongerust, Ernst Kip ziet geen problemen. 'Bij langere ritten nemen we rustpauzes en schuiven we het dak uit, zodat de giraffen even hun nek kunnen strekken. Nu zijn we maximaal drie uur onderweg, dus dat is niet nodig. We moeten ook geen omweg maken, de bruggen zijn hoog genoeg. Het zijn bovendien jonge dieren, kerngezond en vol energie.' Wagenziek zullen ze niet worden. 'Ze hebben een raampje om naar buiten te kijken. We trekken rustig op en maken geen bruuske manoevers. Ook in de bochten letten we goed op.'

    Grietje mag vanochtend om acht uur inchecken. Als dat zonder problemen gebeurt, vertrekt Zuri deze namiddag. Anders mag hij nog een nachtje langer in Bellewaerde blijven.

    (Het Nieuwsblad)

    12-02-2008 om 16:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws Gina en Kitty laten elkaar uit (Martina1)

    Gina en Kitty laten elkaar uit

    Gina (links) houdt Kitty aan de leiband
    Dit zijn de ideale honden: ze laten elkaar uit. Je hebt er geen omkijken naar. In Hamburg is dit onafscheidelijke koppel een ware attractie. De vraag is: wie ruimt de poep op?

    Bewaakster
    De twaalf jaar oude herdershond Gina wil best wel een blokje om met Kitty (2,5). En Kitty houdt op haar beurt van een beetje forse dame in de buurt. Geen hond die haar nog naar de strot wil vliegen met zo'n bewaakster. (eb)
    (HLN vorige ook)

    Streel wat niet kan helen, Martine en nico, een lieve snoet doet iedereen goed,


    12-02-2008 om 16:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws "Lesbiennes mogen hondjes kopen" (Martina1)

    En ik zou niet weten waarom dat niet zou kunnen!!!Als daar ook al rechters moeten voor nodig zijn. Mens is mens van welke geaardheid ook.


    Rechter: "Lesbiennes mogen hondjes kopen"

    Lesbiennes mogen niet geweigerd worden om een hondje te kopen, luidt de uitspraak van een rechter in Stockholm. Een lesbienne stapte naar de rechtbank omdat de houder van een kennel haar geen hondje wilde verkopen. De vrouw had problemen met de seksuele geaardheid van de geïnteresseerde koper. De eigenares van de kennel moet een schadevergoeding betalen van tweeduizend euro wegens discrimintatie en belediging.

    Transseksuelen
    De ellende begon toen ze naar de kennel belde en de eigenares vertelde dat ze net als haar vriendin van dieren hield en ze tijd genoeg zouden hebben om voor het hondje te zorgen. Toen de verkoopster in de mot kreeg dat het om een lesbisch koppel ging, wilde ze geen hondje meer verkopen en daar had ze naar eigen zeggen een goede reden voor. Ze zei dat ook transseksuelen al geprobeerd hadden om een pup te kopen en dat ze gelezen had dat transseksuelen dol zijn op seks met dieren.

    Ombudsman
    De benadeelde vrouw stapte naar de ombudsman van de dienst tegen seksuele discriminatie en die raadde haar aan om een rechtszaak te beginnen. (vsv)


    Streel wat niet kan helen, Martine en nico, een lieve snoet doet iedereen goed,

    12-02-2008 om 16:49 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tips Mijn hond bijt mijn schoenen steeds stuk... (Martina1)

    Gedrag: Mijn hond bijt mijn schoenen steeds stuk...

    Er zijn gezinnen waarbij de hond meer weg heeft van een knaagdier dan wat anders. De ene schoen  na de andere wordt geperforeerd en aan stukken gebeten. Een kostelijk grapje.

    Voor we eens gaan kijken naar wat je eraan kan doen, gaan we eens kijken naar de oorzaak van dit knagen. Waarom doet een hond dit?

    Een pup leert, net zoals bij een baby, door te onderzoeken. Hoe doen ze dit? Ja, je raadt het al: ze stoppen het in de mond. Een hond die dingen ontdekt en onderzoekt, gaat het ook in zijn bek stoppen en er aan knagen. Dat is gewoon een natuurlijke behoefte die ze hebben die je niet mag onderdrukken. Dus je pup straffen omdat hij aan je schoenen zit te knagen, is  niet goed. Je kan beter de hand in eigen boezem steken en eens wat beter opruimen. Haha!

    Als je deze knaagdrang gaat begrijpen, zal je ook inzien dat dit onderzoeken normaal is. Jij kan er zelf voor zorgen dat je pup een paar alternatieven krijgt voor je kostbare schoenen. Er zijn heel wat speeltjes te krijgen in de speciaalzaken waar je hond zijn onderzoeksdrang op kan botvieren. 

    Gooi niet meteen de hele vloer vol speeltjes. Dan is hij er vlug op uitgekeken en zal dan alsnog op zoek gaan naar knabbelspul dat jij hem niet zou aanbieden.

    Afwisseling in speeltjes houdt het leuk. Nieuwe dingen onderzoeken blijft zo interessant.

    Ik zou geen oude schoen geven om aan te bijten. Je hond ziet het verschil niet  en denkt: 'als ik op deze mag knagen dan ook op die andere.'

    Leer de hond dat knagen aan schoenen niet mag. Straf hem niet als je er achteraf achter komt dat hij dit toch gedaan heeft. Hij heeft een korte termijn geheugen en weet al lang niet meer waarom je hem op zijn kop geeft. Enkel als je hem op heterdaad betrapt, kan je het hem duidelijk maken door een duidelijk FOEI en het wegnemen van de schoen. Zo leert hij dat dit niet de bedoeling is.  Geef hem eens een speeltje waar je voedsel in kan verstoppen. Er zullen weinig honden zijn die dan nog aan de schoen denken.

    Zorg dat je je schoenen ergens op een veilige plaats kan opbergen en laat ze in geen geval rondslingeren.
    ( www.hondentips.com )




    Streel wat niet kan helen, Martine en nico, een lieve snoet doet iedereen goed,

    12-02-2008 om 16:47 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes De rat

    Een fijne dag voor mens én dier, met o.a. veel leesplezier hier!

    De Rat

    Inleiding

    Aanschaf

    Huisvesting

    Voeding

    Ziekten

    Voortplanting

    Opvoeding

    INLEIDING:

    Bij het horen van het woord 'ratten' beginnen veel mensen te griezelen.
    Meteen wordt de link gelegd met de wilde rat, die nu eenmaal meestal - vaak onterecht - een slechte reputatie heeft. Maar hoewel de tamme rat inderdaad afstamt van de wilde bruine rat (Rattus norvegicus) is het eigenlijk vreemd om
    deze dieren daarom ook meteen te gaan vergelijken: wie een poedel ziet denkt
    toch ook niet onmiddellijk een wolf te zien?


    Tamme ratten zijn erg vriendelijke, nieuwsgierige en intelligente huisdieren, die goed tam te krijgen zijn. Over het algemeen zal een jong ratje belangstellend op je af komen, zonder angst. Het zal misschien wat onderzoekend aan je vinger knabbelen maar niet bijten. Uitgaand van dit begin is het dan niet moeilijk om met zo'n ratje een plezierige relatie op te bouwen, waarin mens en rat elkaar volledig kunnen vertrouwen.

    Ratten zijn echte groepsdieren en je zult dus echt ten minste twee ratten (van hetzelfde geslacht!) in huis moeten halen. Een groter groepje kan natuurlijk ook, zolang het hok maar groot genoeg is. Wie een rat alleen zou houden zou zeker meerdere uren per dag het dier de volle aandacht moeten kunnen geven, en dan nog kun je nooit een andere rat vervangen. Het is een fabeltje dat ratten die in een groepje zitten minder tam zouden worden. Zolang je de dieren genoeg aandacht geeft is dit geen probleem, het kan zelfs zo zijn dat een wat schuwer dier door een erg tamme soortgenoot wat over z'n angst heen kan komen.
    Er wordt wel eens gezegd dat het tam zijn van de dieren een probleem gaat worden bij groepen van 8 dieren of meer, maar hierover zijn de meningen verdeeld. Mij lijkt het heel goed mogelijk dat dit zo zou zijn als je door de grotere hoeveelheid dieren niet meer genoeg tijd en aandacht aan ze zou kunnen geven; als je wel de tijd hebt voor zoveel dieren blijkt het meestal geen problemen te geven.

    Eén van de vragen waar je voor komt te staan als je erover denkt om ratten te nemen, is of het mannetjes of vrouwtjes zullen worden. Dit zal vooral een kwestie zijn van persoonlijke 'smaak' en wensen en het afwegen van voor- en nadelen. Ik zal proberen in het algemeen wat te zeggen over de verschillen die er zijn, denk eraan dat dit natuurlijk niet voor elke rat zal gelden.

    Mannetjesratten worden over het algemeen een stuk groter dan vrouwtjes. Mannen kunnen echte luie dweilen zijn, die lekker op je schoot gaan liggen slapen. Vrouwtjes zijn vaak wat actiever en drukker, wat natuurlijk leuk is om naar te kijken maar rustig tv zitten kijken met een rat op schoot is er, bij ons in ieder geval, vaak niet bij! Een nadeel van mannetjes kan zijn dat ze vaker wat urine laten lopen als ze bijvoorbeeld op je hand zitten. Dit is een volkomen natuurlijk gedrag, wat gezien kan worden als het afbakenen van het territorium. Beschouw het als een compliment, de rat beschouwt je als zijn terrein... . Tot slot zijn de duidelijk zichtbare geslachtsdelen van de mannetjes een reden voor sommige mensen om toch maar vrouwtjes te nemen.

    TOP

    AANSCHAF:

    Je hebt informatie gelezen over het houden van ratten en hebt besloten dat dit voor jou dé ideale huisdieren zijn. Je weet zeker dat je je dieren tot aan hun dood goed zult (kunnen) verzorgen en bent bereid de tijd, aandacht en het geld op te brengen die het nu eenmaal kost om een huisdier te kunnen houden. Je bent nu in het stadium gekomen dat je gaat kijken waar je ratjes vandaan zullen komen en waar je op moet letten bij de aanschaf. Ik begin met het eerste: waar haal ik mijn ratjes? Hier zijn meerdere mogelijkheden:

    Dierenwinkel

    In dierenwinkels zijn vaak wel een paar ratjes te koop. Hoewel het zeker niet zo is dat je in een dierenwinkel nooit een leuke, gezonde rat zou kunnen vinden, wordt over het algemeen door kenners toch afgeraden je rat daar te halen. Van een dierenwinkelrat is nu eenmaal vaak de afkomst niet bekend. De ratten daar worden vaak betrokken van handelaren, die nu eenmaal niet fokken uit liefde voor de dieren maar om er hun brood mee te verdienen. Er worden dan ook nogal eens ratten verkocht die het resultaat zijn van inteelt, de gezondheid van de dieren laat vaak te wensen over en zelfs gebeurt het regelmatig dat mensen thuiskomen met een - zoals even later blijkt - zwanger jong ratje! Ook zullen ratten uit een dierenwinkel vaak niet zo tam worden als ratten die bij een liefhebber vandaan komen: bij de liefhebber worden de jonge ratjes vanaf vlak na de geboorte veel in de hand genomen en wennen zo snel aan mensen, dit is bij een broodfokker/vermeerderaar natuurlijk alleen praktisch gezien al niet mogelijk.

    Uiteraard zal er een groot verschil zijn tussen dierenwinkels. Denk trouwens niet dat de ervaren rattenliefhebbers nooit een rat uit de dierenwinkel halen: vaak genoeg wordt bezweken voor een lief koppie....

    Let, zeker bij het aanschaffen van een rat in de dierenwinkel, goed op de omstandigheden waaronder de dieren worden gehouden.

    Fokker/Rattery

    Een goede rattenfokker/-liefhebber let bij het fokken vooral op gezondheid en karakter van de ratten, hoewel dit natuurlijk nooit een garantie kan zijn dat de rat tot op 'hoge' leeftijd gezond zal blijven. Kleur en type spelen voor een fokker natuurlijk ook mee maar zullen, als het goed is, niet op de eerste plaats komen. De rattenfokker geeft de aanstaande moeder en later het nest de benodigde bijvoeding en went de rittens (jonge ratten) al snel aan mensenhanden. Vaak zal een fokker de toekomstige eigenaar advies geven over de verzorging en bij problemen of vragen heb je een adres waar je terechtkunt. Hoewel dit niet altijd zo zal zijn, worden ratten die afkomstig zijn van een fokker vaak groter en zwaarder. Ratten afkomstig van een rattery krijgen vaak een stamboom mee. Nadeel van de fokkers kan zijn dat ze niet zo heel ruim verspreid zijn. Het kan dus zijn dat je een flink eindje zult moeten reizen om je ratten te kunnen halen. Op deze site vind je links naar een aantal ratteries.

    Rattenopvang

    Naast de mogelijkheid om je ratten te halen bij een dierenwinkel of fokker kun je ook overwegen om eens te gaan vragen bij een van de opvangadressen in ons land, een aantal adressen vind je op deze site. Een wàt?? Ja, een opvangadres... een aantal rattenliefhebbers in ons land vangt ratten op die om de een of andere reden op een zeker moment nergens anders terecht konden. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om ratten die op straat zijn gevonden, van wie de eigenaar ze niet meer wilde houden of die 'gered' zijn van particulieren of handelaren waar ze onder beroerde omstandigheden werden gehouden. Ook gebeurt het nogal eens dat een opvang een zwangere rat of een moeder met nest opvangt. Het gaat niet altijd om ratten die makkelijk te plaatsen zijn bij een beginnende liefhebber, sommige ratten hebben veel meegemaakt en kunnen hun vertrouwen in de mens zijn kwijtgeraakt. Bij een rattenopvang kunnen echter ook ratten zitten die nog een prima huisgenoot voor je kunnen zijn, en zoals gezegd zijn er soms ook nesten met rittens die een goed huis zoeken. Bij opvangratten is het uiteraard niet altijd duidelijk wat de achtergrond is van de dieren - een van de nadelen van het aanschaffen van een rat bij de dierenwinkel. Hier staat wel tegenover dat de dieren bij de rattenopvang verzorgd zijn zoals het hoort en dat de soms slechte omstandigheden waaronder dieren in de handel gehouden worden niet in stand worden gehouden door het halen van een rat bij de rattenopvang. Vergelijk het met het halen van een hond uit het asiel: je biedt een goed tehuis aan een dier dat dat goed kan gebruiken!

    Als je besloten hebt waar je je nieuwe huisgenoten vandaan zult halen, is het ook nog handig om te weten waar je op moet letten als je je ratten gaat uitkiezen. Hieronder een aantal aandachtspunten:

    Waar op letten?

    Waar moet je nu op letten als je je ratten gaat uitkiezen?

    Heel belangrijk is om erop te letten dat mannetjes en vrouwtjes niet samen in één hok zitten. Hoewel de vrouwtjes over het algemeen wat later geslachtsrijp zijn, gebeurt het toch af en toe dat een jonge rat van 4 weken al zwanger geworden blijkt te zijn. Een nestje kan leuk lijken, maar je moet weten waar je aan begint en op zo'n jonge leeftijd is het vrouwtje er lichamelijk gezien echt nog niet aan toe om een nest groot te brengen. Bij een jonge rat is het geslachtsonderscheid gelukkig niet al te moeilijk te zien: de geslachtsdelen van het mannetje zijn op de leeftijd van zo'n 4 weken toch al redelijk zichtbaar.
    Let op dat de ratten niet te jong of te klein zijn. Over het algemeen wordt uitgegaan van een minimum leeftijd van 4 weken én een gewicht van minimaal 75 gram voordat de dieren verhuizen naar een nieuwe eigenaar. Vooral in dierenwinkels is de exacte leeftijd lang niet altijd bekend. Als je twijfelt of de dieren oud en zwaar genoeg zijn, vraag dan gerust of ze, in je nabijheid, gewogen kunnen worden. Als het goed is zal dit geen probleem zijn. Mocht er wel een probleem van gemaakt worden dan is dat misschien een teken dat je beter verder kunt kijken....
    Kijk of de ratten er gezond uitzien. Nu is een beginnende rattenliefhebber meestal geen dierenarts maar er zijn toch een aantal zaken waar je op kunt letten: de oogjes moeten schoon en droog zijn, hun vachtje moet glanzen en niet overeind staan en ze mogen geen wondjes of korstjes hebben. Ook een rat die niest of een 'reutelende' ademhaling heeft is vragen om problemen. Een gezonde rat houdt zichzelf goed schoon, is over het algemeen actief en zal onderzoekend naar je toekomen. Een dier dat stilletjes in een hoekje blijft zitten zou wel eens minder fit kunnen zijn. Het is ook beter om geen dieren te nemen uit een groepje waar verder wel zieke of zwakke dieren bijzitten, ook al lijken ze zelf gezond. De rat kan toch iets onder de leden hebben.
    Kijk naar het gedrag van de dieren. Komen ze ondernemend op je hand af, knabbelen ze misschien zelfs wat aan je vingers en kun je ze zonder moeite rustig pakken? Dan kun je er vanuit gaan dat de dieren goed aan mensen gewend zijn en het je niet veel moeite zal kosten om ze lekker tam te 'maken' (voor zover ze dat niet al zijn). Pak je zo'n diertje op dan zal het waarschijnlijk rustig op je hand blijven zitten of onderzoekend over je heen klauteren. Schieten de kleintjes angstig alle kanten op, als je je hand in de bak steekt, dan zijn ze waarschijnlijk nog niet veel in handen geweest en zal het tam maken meer moeite kosten. Voor een beginner misschien niet aan te raden, zeker omdat het niet nodig hoeft te zijn.
    Verder is het aan te raden om te letten op de omstandigheden waarin de dieren verkeren. Als je het onderdeel over huisvesting en voeding op deze pagina's leest weet je in ieder geval al een beetje welke omstandigheden niet goed zijn. In principe kunnen de ratjes dan natuurlijk nog prima in orde zijn, maar ik zou het risico liever niet nemen.
    Zeker in een dierenwinkel kun je, of je de ratjes nu wel of niet aanschaft, de kennis van de eigenaar eens testen. Dit kan handig zijn om te weten te komen of de winkel verstand heeft van de dieren die er verkocht worden, of je eventueel met vragen nog goed bij ze terecht kunt. Met de informatie op deze pagina's kom je een heel eind met het verzinnen van vragen waarop je zelf het antwoord al weet!

    TOP

    HUISVESTING:

    Verblijf


    Goed, je hebt besloten je helemaal in de ratten te storten, gekeken waar je ratten vandaan zullen komen en misschien zelfs al wel een paar rittens gereserveerd. Waar ga je je ratten huisvesten? Hiervoor zijn een heleboel mogelijkheden.

    Om te beginnen moet gezegd worden dat ratten flink wat ruimte nodig hebben. Als minimum voor 2 ratten wordt nogal eens de norm van 80x40x40 cm. gehanteerd. De rat moet in ieder geval ook rechtop kunnen staan. Als de ratten veel in hun kooi zitten moet die uiteraard groter zijn dan wanneer ze regelmatig vrij mogen rondlopen. Je zou kunnen stellen: koop of maak je kooi zo groot als je je kunt veroorloven, je ratten zullen dankbaar gebruik maken van de ruimte. Verschillende hokken of kooien zijn te gebruiken of te maken om je ratten in onder te brengen. Vaak wordt gebruik gemaakt van een traliekooi of een glazen verblijf, bijvoorbeeld een groot oud aquarium.


    Traliekooi

    Traliekooien bestaan meestal uit een kunststof onderbak met een bovendeel van tralies. Een groot voordeel van een traliekooi is dat de ratten er lekker in kunnen klimmen, iets dat ze heel graag doen. Bovendien is het eenvoudig om speelgoed op te hangen in de kooi. Ook kan de kooi gemakkelijk worden schoongemaakt, iets dat met een groot zwaar aquarium een stuk moeilijker goed te doen is. De ventilatie in een traliekooi is goed, kijk echter wel uit voor tocht. Voor ratten wordt vaak gebruik gemaakt van kooien van Terenziani, deze worden vaak verkocht als kooi voor fretten of chinchilla's. Andere knaagdierenkooien kunnen - mits groot genoeg - ook geschikt zijn, maar let wel op de ruimte tussen de spijlen. Ratten zijn ware ontsnappingskunstenaars en kunnen soms door kieren die je niet voor mogelijk had gehouden. Als ze jong zijn zullen de spijlen van bijvoorbeeld een konijnenhok zeker te ver uiteen staan, maar onderschat ook niet hoe slank een volwassen rat zich kan maken. Een goede oplossing kan ook een hoge kamervolière zijn. Bedoeld voor vogels, maar op de juiste manier ingericht zeker een rattenparadijs.....

    Aquarium

    Een andere geschikte manier om je ratten te huisvesten is een (oud) aquarium of andere glazen bak. Omdat de klimmogelijkheden van de bak zelf beperkt zijn, zal er gezorgd moeten worden voor een ruime hoeveelheid speelattributen. Die zijn echter moeilijker te bevestigen dan in een traliekooi. Van tocht zul je niet snel last hebben bij een glazen bak, alleen zal de ventilatie ook beperkt zijn. Bij een massief glazen bak zal, door het grote gewicht, het schoonmaken erg moeilijk kunnen worden. Kijk bij het gebruiken van een oud aquarium uit voor achterwandjes die mogelijk schadelijk kunnen zijn wanneer de ratten eraan knagen en voor restanten oude stopverf. Je zult een deksel moeten maken, bijvoorbeeld met volièregaas.

    Alternatief voor een glazen bak kan een kunststof bak zijn. Zogenaamde laboratoriumbakken, waarin de ratten in laboratoria wel gehuisvest worden, zijn eigenlijk voor het houden van ratten als huisdier niet geschikt. Ze zijn veel te klein. Wel kan eventueel gebruik worden gemaakt van de 'Dunabak'. Deze bestaan vaak uit een gekleurde kunststof onderbak met een bovendeel van doorzichtig kunststof en helemaal bovenop een spijlenrooster. Ze worden nogal eens verkocht voor cavia's en konijnen. Net als in een aquarium zijn gebrek aan ventilatie en klimmogelijkheid de grootste nadelen bij deze bakken. Denk er bovendien aan dat de spijlen te wijd uiteen staan om (zeker jonge) ratjes binnen te houden! Het schijnt dat roosters met kleinere tralie-afstand wel los te bestellen zijn.

    Eigen creativiteit

    Veel rattenliefhebbers blijken meesters in het verzinnen van oplossingen om hun ratten te huisvesten. Niet alleen worden verschillende soorten verblijven gecombineerd, ook wordt er zelf het nodige ontworpen en gespijkerd. Zo worden, bijv. boeken- en kledingkasten omgebouwd tot rattenpaleis. Wie creatief is kan dus een aardig eind komen.... Houd er bij het doe-het-zelven wel rekening mee dat een rat een verwoede knager is: hout kan om deze reden niet zo geschikt zijn, zorg in ieder geval dat er geen uitstekende delen zijn waarin de rat zijn tanden kan zetten. Ander nadeel van hout kan zijn dat er urine in kan trekken. Zorg er dus voor het hout waterafstotend te maken, maar gebruik zeker gifvrije verf.

    Voor wat voor soort verblijf je ook gaat kiezen, denk in ieder geval goed na over de plaats waar je ratten komen te staan. Een schuur of garage is in ieder geval geen geschikte plaats voor je sociale dieren. Een slaapkamer kan, als deze ook overdag regelmatig gebruikt wordt en er niet alleen in geslapen wordt. Beste plek blijft gewoon de huiskamer. Niet alleen voor de ratten is het prettiger om hun verzorger veel te zien, zelf heb je er natuurlijk ook meer plezier aan.

    Let op dat de kooi niet op de tocht staat, dit is voor geen enkel huisdier goed en dus ook niet voor ratten. Zorg verder dat je ratten niet in de volle zon kunnen komen te staan, ze zijn gevoelig voor de hitte die dan snel kan ontstaan en zouden zelfs een zonnesteek kunnen oplopen. Ook een plek vlak naast de verwarming is niet goed.


    Bodembedekking

    Voor knaagdieren wordt vaak zaagsel gebruikt als bodembedekking. Gebruik dit echter niet voor je ratten! Zaagsel geeft teveel stof en daar kunnen de gevoelige luchtwegen van een rat niet tegen. Bovendien is zaagsel vaak afkomstig van dennenhout, dit hout bevat stoffen die schadelijk zijn voor de rat. Hooi is ook niet echt geschikt - als bodembedekker absorbeert het te weinig vocht, bovendien kan hooi veroorzaker zijn van mijt bij de ratten. Wie toch hooi wil gebruiken, bijvoorbeeld als extra nestmateriaal, kan het hooi voor gebruik 24 uur in de vriezer leggen. Dit maakt de eventueel aanwezige mijt onschadelijk.

    Wat is nu wel geschikt als bodembedekking? Hieronder wordt een aantal mogelijkheden genoemd. Dit betekent niet per definitie dat producten die hier niet vermeld staan, niet bruikbaar zouden zijn!

    Beukensnippers
    Voor ratten wordt veel gebruik gemaakt van beukensnippers, verkrijgbaar in de dierenwinkel.
    Let wel goed op dat het inderdaad niet stoffig is, helaas is het dat toch soms wel.

    Hemparade
    Ook dit product, gemaakt van vezelhennep, is erg geschikt voor ratten. Het is oorspronkelijk bedoeld voor paarden die overgevoelig zijn voor stof.

    Russell Bedding
    Dit is fijngehakt stro dat een speciale behandeling heeft ondergaan waardoor het geschikt is voor ratten. Voordeel van dit product is dat het lekker zacht is.

    Corbo
    Een product gemaakt van de kern van maïskolven.

    Papier
    Ook bodembedekkingen op basis van papier kunnen geschikt zijn. Kranten kunnen zeker gebruikt worden onder de verdere bodembedekking en op eventuele tralieverdiepingen. Dit laatste zorgt niet alleen dat de verdiepingen beter zijn schoon te houden maar beschermt ook de pootjes van de ratten. Voor zover ik weet is de drukinkt die tegenwoordig gebruikt wordt in Nederland niet schadelijk. Nadeel van kranten kan wel zijn, dat je ratten er wat groezelig van kunnen worden, zeker als ze een lichte kleur hebben. Dit is niet erg maar ziet er niet zo mooi uit natuurlijk.

    De kooi van de ratten moet regelmatig schoongemaakt worden. De frequentie waarin dit moet gebeuren hangt natuurlijk gedeeltelijk af van de kooigrootte en het aantal ratten, maar één keer per week zal het toch zeker nodig zijn om de kooi fris te houden. Denk eraan dat je, als er eenmaal een ammoniaklucht ontstaat, eigenlijk te laat bent. De neus van ratten is gevoeliger dan die van ons en de dan al aanwezige ammoniakdampen zijn schadelijk voor hun gezondheid.

    Inrichting

    Als je ratten houdt kun je je flink uitleven op de inrichting van de kooi. Speel- en klimmogelijkheden worden enorm gewaardeerd door de dieren. Zorg bij voorkeur voor meerdere verdiepingen in het verblijf. Wat in ieder geval niet mag ontbreken is een slaaphuisje, ze zullen er graag gebruik van maken. Ook liggen veel ratten graag in een hangmat, je kunt zelf iets maken maar ook hangmatten gemaakt voor fretten zijn heel geschikt. Ander fretten-speelgoed is ook prima, vraag er eens naar bij je dierenwinkel. Zo zijn er bijvoorbeeld buizen van gekleurd, doorzichtig kunststof, die ook gekoppeld kunnen worden. Je kunt ze neerleggen, ophangen of er hele klautersystemen mee bouwen, hoewel dat wel wat prijzig zou worden.

    Speelgoed voor hamsters is te klein voor ratten! Plaats ook nooit een (hamster)molentje met spijlen in de rattenkooi: de staart kan hierin beschadigd raken. Er bestaan speciale loopmolens voor ratten, maar die zijn in Nederland niet of heel moeilijk te krijgen. Mocht je toch graag zo'n looprad willen hebben, kijk dan eens op de site van Wodent Wheels.

    Op de vogelafdeling van de dierenwinkel kun je klimtouwen, laddertjes, schommels enzovoort vinden die prima te gebruiken zijn voor de ratten. Verder kom je met een beetje creativiteit een heel eind. Als je kinderen hebt in de Lego- of Duplo leeftijd kun je hiermee leuke dingen doen. Huisjes, trappetjes, wat voor bouwwerken je ook maar kunt verzinnen.

    Rolletjes van w.c.- of keukenpapier zijn - zeker voor nog kleine ratjes - ook altijd leuk. Lege tissuedozen worden graag gebruikt als slaapplaats. Als de opening eigenlijk wat te klein is, maken de ratten deze graag zelf zo groot (of groter) als nodig is. Wat ook vaak een succes is: een simpele eierdoos die op z'n kop in het hok wordt gelegd. De kleintjes slapen er soms onder, af en toe wordt de boel het hele hok doorgesleept.

    Verder kunnen stukken w.c.-papier, tissues of krantensnippers voor veel plezier zorgen. De ratten slepen het alle kanten op en scheuren het in 1000 stukjes - vaak komt het uiteindelijk in het slaaphuisje terecht, als lekker nestmateriaal.

    Varieer de inrichting van de kooi regelmatig, ratten kunnen uren zoet zijn met het opnieuw verkennen van hun leefruimte en het verslepen van alle inventaris. Een rat is een intelligent dier, een goed ingerichte kooi zorgt dat ze zich niet vervelen.

    TOP

    VOEDING:

    Het is niet moeilijk om je ratten goed te voeren, als je even weet waar je op moet letten. Basis voor een goede, verantwoorde voeding is gewoon standaard rattenvoer, van verschillende merken verkrijgbaar bij bijvoorbeeld de dierenwinkel. De meeste product-en zijn gemengde voeders, zoals Reggie Rat, FitAmi rattenvoer
    (van Albert Heyn) en Bas de Rat. Nadeel van deze gemengde voeders is dat de ratten er vaak het lekkerste eerst uithalen en minder lekkere dingen laten liggen. Om te voorkomen dat je ratten hierdoor te eenzijdige voeding zullen krijgen, kun je ook kiezen voor zogeheten 'labobrokken', voer zoals gebruikt in laboratoria. Veel gebruikte labobrokken voor ratten zijn die van Hope Farms, 'Mouse/Rat'. Dit zijn uniforme, geperste brokken, zodat je ratten zeker alle voedingsstoffen binnen krijgen die ze nodig hebben. Het ziet er niet zo smakelijk uit als de gemengde voeders en niet alle ratten zijn er even dol op, maar je bent er wel zeker van dat je ratten alles binnenkrijgen, wat ze nodig hebben. Bij wijze van compromis kun je ook een combinatie geven van labobrokken en gemengd voer. Als basis dienen bijvoorbeeld de brokken en dit wordt - bij wijze van extraatje - aangevuld met afwisselend één van de gemengde voeders. Zorg in ieder geval dat je speciaal rattenvoer geeft, ander knaagdierenvoer is niet afgestemd op de behoeften van ratten!

    Als aanvulling op het basismenu kun je je ratten met een heleboel dingen verwennen. Ratten zijn alleseters en daar kunnen we goed gebruik van maken.... Elke dag wat verse groente of fruit is natuurlijk een prima eerste aanvulling. Het is een kwestie van uitproberen wat je ratten lekker vinden. Ook etensrestjes van je eigen tafel kunnen - met mate - worden gegeven. Geef geen gekruide gerechten en gebruik, net als voor jezelf, liever geen zout. Gekookte macaroni of rijst worden vaak graag gegeten. Ook wat vlees, vis of ei (alles gaar!) wordt gewaardeerd. Er wordt nog steeds wel eens gedacht dat je ratten geen vlees mag geven, omdat ze daar vals van zouden worden. Dit is echter absoluut niet het geval. Voor wie dit misverstand toch nog gelooft: kijk eens op de verpakking van een willekeurig merk rattenvoer. Je zult zien dat hierin ook vleesproducten zitten verwerkt, een rat heeft nu eenmaal dierlijk eiwit nodig. Probeer ook eens een gekookt ei, nog in de schaal, aan je ratten te geven. Tik er eventueel, als ze er niet mee uit de voeten kunnen, een paar barstjes in. Speelplezier en lekker eten ineen! Zelf kippepootjes gegeten? Geef een paar botjes aan je ratten, ze zijn er vaak gek op. Zorg altijd dat er geen resten bederfelijke etenswaar achterblijven in het hok of het slaaphuisje.

    Om je ratten wat extra's te geven kun je kant-en-klare knaagdierentractaties kopen. Er zijn veel mogelijkheden, afhankelijk van je dierenwinkel. Ratten zijn vaak gek op yoghurtdrops, verkrijgbaar in verschillende smaken van bijvoorbeeld de merken Puik en Vitakraft. Ook andere snoepjes voor knaagdieren, zoals knabbelstangen, kunnen geschikt zijn. Heel geschikt is ook een stukje brood, gewoon aan de lucht gedroogd. Dit, net als bijvoorbeeld een hondenkoekje op z'n tijd en ander hard voer, zorgt ook dat de tanden blijven slijten.


    Geef je ratten altijd de beschikking over drinkwater, dat je dagelijks ververst. Het best kun je dit water geven in een speciaal drinkflesje dat je aan de buitenkant van het hok hangt, met het tuitje naar binnen. Een bakje water kan omgegooid worden en raakt snel vervuild.

    Het geven van extra vitaminen is over het algemeen niet nodig wanneer je ratten goede en veelzijdige voeding krijgen. Alles wat ze nodig hebben zit in principe in het standaard rattenvoer dat je gebruikt. Hoewel hier soms anders over gedacht wordt, kan ook een teveel aan bepaalde vitaminen (bijvoorbeeld vitamine A) schadelijk zijn. Ik zou dus zelf het gebruik van een vitaminepreparaat, zelfs als dat speciaal bedoeld is voor knaagdieren, niet aanraden.

    TOP

    ZIEKTEN:

    Hoe leuk de tamme rat ook is als huisdier, een nadeel is dat een rat niet oud wordt. Een rat van 2 jaar begint toch echt flink op leeftijd te komen en er zijn helaas maar weinig ratten die de leeftijd van 3 jaar bereiken. En hoewel in boeken of artikelen over de rat nogal eens wordt geschreven dat het een sterk dier is dat zelden ziek is, is dit niet altijd waar.

    Als je het idee hebt dat er iets niet in orde is met je dieren kun je het best naar de dierenarts gaan. Jammer genoeg is het zo dat niet alle dierenartsen evenveel ervaring hebben met ratten. Het kan dan ook verstandig zijn om, vóórdat je daadwerkelijk een dierenarts nodig hebt, eens rond te gaan bellen en te kijken bij welke dierenarts je het beste terecht zou kunnen als het nodig mocht zijn. Ook ervaren rattenhouders willen nogal eens flink wat kennis en ervaring opgedaan hebben. Je kunt dus ook proberen om bij één van hen wat meer informatie te krijgen over je probleem, bijvoorbeeld via een van de mailinglijsten over ratten die er bestaan.

    Met een goede verzorging kun je een boel problemen met de gezondheid van je dieren voorkomen, maar de kans op een zieke rat blijft natuurlijk bestaan. Ik zal hier kort enkele kwalen noemen die nogal eens voorkomen bij de rat, maar houd er rekening mee dat ik geen dierenarts ben en zelfs geen ervaren rattenhouder! Ga naar de dierenarts of vraag advies aan iemand die er verstand van heeft als je denkt dat dat nodig is.


    Problemen met de luchtwegen

    Ratten hebben nogal eens last van aandoeningen aan de luchtwegen. Niest de rat veel of is de ademhaling 'reutelend' dan kan dat een teken zijn dat er iets mis is. Deze problemen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door stof in de bodembedekking (zaagsel!) of tocht. Ook een slechte hygiëne, dus ammoniak in het verblijf, zorgt dat de dieren eerder ten prooi vallen aan deze aandoeningen. Merk je dat je rat niest of reutelt, ga er dan mee naar de dierenarts. Deze zal het dier over het algemeen behandelen met een antibioticum.


    Tumoren

    Een regelmatig voorkomend probleem bij ratten, vooral op wat oudere leeftijd, zijn tumoren. Deze kunnen soms enorm groot worden. Voel je een bobbeltje bij je rat, ga er dan mee naar de dierenarts. Vaak zal een tumor operatief verwijderd kunnen worden, alleen bestaat helaas wel de kans dat ze enige tijd later terugkomen.


    Mijt

    Er bestaan verschillende soorten mijt. Als je rat veel krabt en je korstjes ziet op de huid, kan het zijn dat er sprake is van mijt. Ook zogenoemde 'bloemkooloren' (vreemde bobbeltjes op de oren en vaak ook op de staart) kunnen een aanwijzing zijn. De dierenarts kan bekijken of je rat inderdaad mijt heeft of dat er iets anders aan de hand is. Mijt wordt behandeld door het geven van enkele injecties (Ivomec). Omdat hierdoor de eitjes niet onschadelijk worden gemaakt, moet deze behandeling enkele keren herhaald worden. Mijt is erg besmettelijk en het is dus nodig om alle dieren uit de groep te behandelen. Ook zul je het verblijf heel goed moeten schoonmaken. Veel ratten dragen wel eens wat mijt met zich mee, de mijt kan zich in bepaalde gevallen (zoals wanneer het dier niet helemaal in orde is of in geval van stress) gaan uitbreiden. Het is dus niet altijd te voorkomen, zorg in ieder geval dat je geen hooi gebruikt want daar kan nogal eens mijt inzitten.


    Andere huid- en vachtproblemen

    Naast mijt kunnen ratten soms ook last hebben van vlooien of luis. In het geval van vlooien zal er meestal sprake zijn van de kattenvlo. Als je je eventuele honden of katten goed beschermt tegen vlooien is de kans niet groot dat de ratten er wel last van zullen krijgen.

    Luis kun je als kleine (ca. 1 mm), roodbruinige diertjes zien in de vacht van de rat. Bestrijding kan door de ratten te behandelen met Pulvex-poeder (giftig, ga er voorzichtig en spaarzaam mee om!). De behandeling moet na enkele weken herhaald worden. Maak bovendien de kooi goed schoon.

    Als een van je ratten last heeft van kale plekjes die niet worden veroorzaakt door mijt, kan er sprake zijn van het zogeheten 'barberen'. Er wordt gesproken over barberen als een rat bij zichzelf of een kooigenoot kale plekken veroorzaakt door aan de vacht te knabbelen of overdreven te poetsen. Een rat die zichzelf barbert doet dit vaak aan de voorpootjes, bij een rat die gebarberd wordt door een andere rat zie je vaak plekjes op de kop of in de nek. Barberen kan ontstaan door stress, maar er schijnt ook genetische aanleg voor te zijn. Als je ontdekt dat een van je ratten zichzelf of anderen barbert, kijk dan in ieder geval of er een reden kan zijn voor stress (zoals een andere kooi of een nieuwe rat in de groep).


    Wondjes en abcessen

    Mocht een rat een wondje oplopen (door wat voor oorzaak dan ook), zorg dan in ieder geval dat de wond schoon blijft. Het kan verstandig zijn om de normale bodembedekking te vervangen door papier, bijvoorbeeld keukenrolpapier. Als alles goed gaat zal het wondje snel genezen, maar helaas gebeurt het soms dat er toch vuil in de wond is gekomen voor de huid dichtgroeit. Er kan dan een abces ontstaan, een onderhuidse ontsteking. Van zo'n abces heeft de rat behoorlijk last. De dierenarts zal het abces, als dit rijp is, opensnijden en de ontstane pus uitdrukken. Vervolgens zal de wond goed schoongehouden moeten worden door het blijven uitdrukken van pus en spoelen. Ga dus in ieder geval met je rat naar de dierenarts als de plek waar een wondje zit/zat dik wordt.

    Bij dieper liggende abcessen, dus in het algemeen niet ontstaan door een oppervlakkig wondje, kan een operatie onder narcose nodig zijn.


    Olifantstanden

    De tanden van ratten groeien hun hele leven door. Normaal gesproken zullen de tanden genoeg afslijten door het knagen dat ze doen, bovendien wordt de groei geremd door de tegenoverliggende tand. Af en toe kan het echter gebeuren dat een tand, die bijvoorbeeld scheef staat, te ver doorgroeit. Er wordt dan gesproken van olifantstanden. De rat zal dan steeds meer moeite krijgen met eten en kan uiteindelijk zelfs van honger sterven. Als je merkt dat je rat een te ver doorgroeiende tand heeft, laat de tand dan knippen door de dierenarts. Soms is dan het probleem meteen verholpen, als blijkt dat de tand vaker geknipt zal moeten worden kun je eventueel je dierenarts vragen je te leren om het zelf te doen.

    Zorg in ieder geval altijd dat je ratten voldoende te knagen hebben. Hard voer is natuurlijk al goed, vul dit eens aan met af en toe een hondenkluifje of een stuk aan de lucht gedroogd brood. Ook takken van fruitbomen (let op voor eventuele bestrijdingsmiddelen en dergelijke!) zijn geschikt om op te knagen.

    Diarree

    Darmstoornissen (diarree) kennen vele oorzaken; wormen, verkeerd voer of infecties van het darmkanaal. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Zorg bij diarree ook voor een optimale hygiene!!!!! Bij vrouwtjes kan diarree ook een aankondiging zijn van de naderende geboorte. Als het niet over gaat, niet te lang wachten met naar de dierenarts te gaan!


    Lange nagels

    Hoewel dit over het algemeen niet echt een gezondheidsprobleem is, wil ik het hier toch kort noemen. Normaal gesproken zul je de nagels van je ratten niet hoeven te knippen. Sommige mensen hebben echter last van de scherpe nagelpunten op hun huid. Een eenvoudige oplossing om te zorgen dat de nagels wat slijten is om een stoeptegel in de kooi te leggen of zo schuin neer te zetten dat de ratten er tegenop kunnen klimmen. De nageltjes slijten zo vanzelf. Mocht je toch de nagels van je ratten willen knippen, dan kun je daar een gewoon nagelknippertje voor gebruiken. Let wel op dat je niet in het 'leven' (het doorbloede deel van de nagel) knipt. Een andere mogelijkheid is om de nagels iets te vijlen.

    TOP

    VOORTPLANTING:

    Ratten leven relatief kort, 2 tot 3 jaar. In het wild moeten ze zich snel kun-nen aanpassen om voordeel te kunnen slaan uit nieuwe voedselbron-nen en goede omstandig-heden. Dat betekent dat ze geëvolueerd zijn om veel jongen voort te brengen - en snel. Vrouwtjesratten hebben een cyclus van vijf dagen. Ze zijn dan gedurende ongeveer vijf uur vrucht-baar en ze kunnen weer zwanger raken direct nadat ze geworpen hebben. Een zwanger-schap duurt slechts 21 tot 23 dagen en de nestgrootte van tamme ratten ligt meestal tussen de 8 en de 18 rittens. Als je met ratten wilt fokken, of als je per ongeluk met een zwanger ratje komt te zitten, dan kun je hieronder lezen wat je moet weten.


    Paring


    Een vrouwtje wordt elke vijf dagen "flapperig" (vruchtbaar) en dat kun je vaak merken doordat ze erg springerig is en dan plots stilstaat met haar rug hol. Ze flappert dan vurig met de oortjes, vandaar de term flapperig. Andere vrouwtjes in de kooi zullen haar achterste misschien vaker besnuffelen dan normaal. Als je wilt dat ze kleintjes krijgt, moet je eerst een paar voorzorgsmaatregelen treffen. Ze moet 3, liefst 4 maanden oud zijn en maximaal een jaar voor het eerste nestje. Veel mensen raden maximaal 7 maanden aan voor een eerste nestje. Als ze ouder is, bestaat een grote kans op een miskraam, die bijna altijd ook het zwangere vrouwtje het leven kost. Voor een tweede nestje mag ze ouder zijn. Haar bekken is dan gevormd door haar eerste nestje en er bestaat dan geen vergroot gevaar meer voor een miskraam. Twee nestjes op een rattenleven is een mooi aantal voor een vrouwtje. Er moet minstens een maand zitten tussen de tijd dat haar vorige nestje gespeend is en haar zorg verlaten heeft. Zorg ervoor dat zowel het mannetje als het vrouwtje gezond zijn en een goed karakter hebben. Ze zullen al deze eigenschappen doorgeven aan hun rittens. Verder moet je er zeker van zijn dat je tot 18 rittens binnen 9 weken tijd kunt plaatsen - tenzij je ze allemaal wilt houden. Een man moet ook minstens 3 maanden oud zijn en kan doorgaan zolang hij wil en kan.


    Als je een geschikt vrouwtje (flapperig) hebt en een geschikte man, zet ze dan samen in de kooi van de man, mits die niet te groot is. Hij zal dan niet bezig zijn met nieuw gebied ontdekken en gelijk aan de slag gaan. Als je de twee een paar keer hebt zien paren, kun je ervan uitgaan dat de paring is gelukt. Als je niet zeker weet of je vrouwtje flapperig is, dan kun je haar ook een week bij de man zetten. Haar cyclus moet dan rond zijn geweest en een paring is ongetwijfeld gebeurd. Let wel op dat je de man regelmatig even bij zijn kooigenoten zet, zodat ze niet van elkaar vervreemden.


    Na de paring mag het vrouwtje zoveel eten als ze wil. Zorg ervoor dat de voerbak altijd vol blijft. Ze heeft het nodig. Het liefdesstel kun je bij elkaar laten zitten, maar het is niet aan te raden. Als de man uiteindelijk teruggaat naar zijn kooigenoten, dan kunnen deze hem misschien moeizaam terug accepteren. Bovendien moet de man sowieso weg vlak voordat de moeder werpt, want direct na de worp kan zij weer zwanger raken en het zal erg zwaar voor haar en haar rittens zijn als twee nesten elkaar zo snel opvolgen. Doodgeboren en erg zwakke jongen zijn dan geen uitzondering.


    Geboorte en ontwikkeling


    De dag voor de geboorte
    (zo'n 21 tot 23 dagen na de paring) zal het vrouwtje druk bezig gaan een nest te bouwen. Ze kan ook agressief worden tegen kooigenotes om ze er weg te houden. De kooigenotes kunnen prima in 1 kooi blijven, mits die groot genoeg is en de moeder dus ruimte heeft om privacy op te eisen voor zichzelf en haar rittens. Hou in het begin wel in de gaten dat geen van de kooigenotes rittens gaat stelen. Soms doen vrouwtjes dat en willen ze de rittens zelf opvoeden. Deze vrouwtjes hebben natuurlijk geen melk en de rittens zullen van de honger omkomen. Als geen van de vrouwtjes dit gedrag vertoont, kan de groep probleemloos intact blijven. Dat is voor de socialisatie van de rittens zelfs beter.


    Elk ritten dat geboren wordt, wordt grondig door de moeder gewassen, zodat ze gaan ademen. De moeder bijt de navelstreng door en eet de nageboorte op. Vervolgens wordt het volgende ritten geboren. De rittens drinken al vlug na de geboorte bij hun moeder. Dat is een belangrijke voeding, want net als bij mensen, krijgen rittens hun immuunsysteem tegen bepaalde ziektes uit hun moeders' melk. Op dit punt zijn de rittens helemaal roze.
    Hun huid is doorschijnend en
    je kunt zien wanneer ze net gedronken hebben bij hun moeder, want dan ontstaat er een geel vlekje; de met melk gevulde maag. Hoewel ze doof en blind geboren worden, kun-nen de rittens al wel piepen.
    Dat doen ze ook als je ze aanraakt, om hun moeder te waarschuwen en bij het nest te houden.


    Als er doodgeboren of misvormde rittens bij zijn, of als de moeder zich ernstig bedreigd voelt, dan kan ze de rittens opeten. Daarom is het belangrijk dat ze alle rust hebben op de eerste dag na de geboorte. Als de moeder de rittens zonder duidelijke reden toch opeet, dan kun je proberen de rittens te redden. De meeste kans heb je, wanneer je een pleegmoeder vindt, waarvan het nest op het punt staat gespeend te worden, of een moeder met een heel klein nestje. Met de hand opvoeden kan ook. Je hebt dan Nutrilon lactosevrije (niet lactosearm!) babyvoeding nodig. Je dierenarts kan je daar meer over vertellen. Weet echter wel waar je aan begint, want de rittens moeten dag en nacht gevoed worden en de overlevingskans is erg klein. Als er van een nest van zestien rittens eentje overleefd, dan heb je geluk. Het ritten zal wel zijn hele leven iets zwakker zijn en kleiner blijven.


    1 dag oud


    Als je vrouwtje na de geboorte vertrouwend is, dan kun je de rittens gaan bekijken. Meestal is een jonge moeder niet zo vriendelijk en moet je oppassen voor je vingers. Lok de moeder dan weg met iets lekkers en zet haar even apart met haar beloning. Wrijf je handen door de bodembedekking, zodat je een beetje hetzelfde ruikt. Een rattenmoeder zal haar rittens niet makkelijk verlaten, maar zekerheid voor alles. Als je een ritten oppakt, kan dat het beste aan hun nekvelletje. Zo doet de moeder het ook. De rittens vroeg veel in de handen houden, indien mogelijk, is erg belangrijk voor de socialisatie van de rittens richting mensen. Ze worden dan later lievere huisdieren voor jou en anderen.





    Het is een goed idee de moeder nu nog meer te eten te geven. Ze moet zichzelf voeden en een heel legertje groeiende rittens. Naast de gewone voeding kun je haar vlees uit blik (voor hond of kat) geven, Brinta aangemaakt met water of catmilk (let op: geen gewone melk! Dat bevat lactose en daarvan raken ratten aan de diarree en vervolgens snel uitgedroogd), en alle andere snackjes die ze anders ook al zou krijgen. Variatie blijft het beste.


    Na een dag of drie begint de vacht van de rittens te groeien en kun je zien welke tekening ze gaan krijgen. Na 10 dagen gaan de oortjes open. Praat veel met ze op een rustige toon, zodat ze aan je stem gewend raken. Rond deze tijd beginnen de tandjes door te breken en de moeder begint vast voedsel naar het nest te slepen.


    Als ze 14 dagen oud zijn, gaan de oogjes open en zullen ze voor het eerst de wereld om zich heen zien. Vanaf nu is het gedaan met de rust. De rittens zullen hun omgeving gaan verkennen. Blijf ze vooral nu veel in de handen nemen, zodat ze zich echt gaan hechten aan mensen. Dit is het punt waarop je je tv het raam uit kunt gooien. Uren kijkplezier van buitelende rittens gegarandeerd. Als je wilt, is dit ook de ideale tijd om ze aan veel dingen te wennen. Andere huisdieren bijvoorbeeld (blijf altijd op je hoede!) en veel verschillende soorten voedsel. Verschillende soorten speelgoed zijn ook leuk. Een opgefrommeld stuk papier, een wc-rolletje eventueel met nog wat papier eraan. Een looprad lijkt af en toe doodeng, maar ongelukken zijn er nog nooit mee gebeurd en de rittens zijn er weg van.


    Als ze oud genoeg zijn


    Als de rittens 4 weken zijn en 75 gram wegen, mogen ze bij moeder weg. Beter is het te wachten tot 5 weken. Tegen die tijd moeten de heren het nest in ieder geval verlaten, want hoewel het niet veel voorkomt kunnen zij rond deze tijd hun moeder en nestgenoten bevruchten. De moeder is dan nog niet voldoende hersteld voor een nieuw nest en de nestgenotes zijn er te jonge voor. Bovendien zou er zo inteelt ontstaan wat natuurlijk helemaal voorkomen moet worden.


    Als je niet alle rittens zelf houdt, moet je bedenken hoe je de rest gaat plaatsen. Hang advertenties op bij de dierenarts, dierenwinkels en supermarkten. Plaats je advertentie in advertentieblaadjes en indien mogelijk op het Internet, op de sites van de echte hobbyisten. Als je niet wilt dat je rittens slangenvoer worden, breng ze dan niet naar een dierenwinkel. Zelfs de beste dierenwinkeleigenaar kan aan iemands neus niet zien waarom hij een rat koopt. Vraag ook altijd een redelijke prijs voor je rittens, om handelaren en slangenhouders te weren. Je hebt genoeg tijd en moeite gestopt in het handtam en op gewicht brengen van je kleintjes! Tien tot vijftien gulden is een hele redelijke prijs. Verwacht echter niet winst te kunnen maken. Rittens kosten erg veel tijd, wil je ze echt helemaal aanhankelijk krijgen. Op grote schaal zo fokken lukt dus niet. Bovendien eten ze je op het laatst de oren van het hoofd. Probeer te achterhalen of de nieuwe eigenaars een beetje op de hoogte zijn van zorg voor ratten. Zo niet, geef ze dan informatie mee of wijs ze op boeken over ratten. Veel hobbyfokkers geven hun ratten enkel in paren mee, zodat de ratten niet alleen zullen komen te zitten. Een goed initiatief!

    TOP

    OPVOEDING:

    1. Inleiding

    Ratten leven niet graag alleen. Het zijn groeps-dieren. Toch kom het regelmatig voor dat mensen slechts 1 rat hebben. Omdat de andere is overleden of omdat ze verkeerd zijn voorgelicht. "Kan ik er zomaar een nieuwe bijzetten?" is dan ook een veel gehoorde vraag. Het antwoord is: meestal wel. Maar hoe pak je dat aan? Hieronder leg ik dat uit. Ik ga uit van een 1 op 1 introductie, maar de tips gelden ook voor het introduce-ren van 1 of meer ratten in een groep.


    Introduceren van ratten gaat het beste (geldt met name bij mannetjes) als de nieuweling jong is, tot een week of 12. Daarna kan de oudere rat de nieuwe als concurrentie zien en dan is het vaak lastiger (maar niet onmogelijk) om ze samen te zetten.

    TIP! Als je eenzame rat ouder is dan een jaar, overweeg dan eens of het niet beter is om gelijk 2 rittens te nemen. Mocht er onverhoopt toch iets mis gaan, dan hebben ze elkaar nog. Bovendien zal de oudere rat niet zo speels meer zijn en kunnen de kleintjes nog lekker met elkaar ravotten. Tot slot is de kans heel groot dat de oudere rat veel eerder overlijdt dan de nieuwe en dan zou je weer van voren af aan moeten beginnen.

    2. Maak je geen zorgen

    Veruit de meeste introducties verlopen moeiteloos. Het is niet nodig om van tevoren van het ergste uit te gaan. Begin simpel en zonder al teveel poespas. Maak de kooi van de oudere rat schoon. Laat vervolgens de twee aan elkaar snuffelen op neutraal terrein. De bank bijvoorbeeld. Zorg wel dat er weinig afleiding is, zodat ze elkaar wel echt opmerken. Als de bank te interessant is, zet ze dan eens in de badkuip of het halletje (mits het daar niet tocht!).


    Gaat dat goed, zet dan het jonkie in de kooi. Laat hem rond-snuffelen, zodat hij weet waar
    het eten en drinken is en waar
    hij eventueel naartoe kan gaan als hij belaagd wordt. Zet na ongeveer een kwartiertje de oudere erbij. Blijf er nu wel even bij! Hou een plantenspuit in de aanslag, want daarmee kun je
    het snelst (en het meest veilig voor je eigen vingers) ingrijpen als er gevochten wordt.

    3. Ze vechten!!

    Ingrijpen of niet? Vechten hoort er op zich bij. Ook piepen hoeft nog geen aanleiding te zijn om in te grijpen. Je loopt daarmee alleen maar het risico dat de twee geen kans krijgen rangorde te bepalen en dan zullen ze tot in einde van dagen blijven vechten - en jij ingrijpen. Bekijk nauwkeurig hun gedrag. Wil de oudere het jonkie echt pijn doen of probeert hij hem alleen op zijn plek te wijzen? Krijgt het jonkie de kans zich te onderwerpen?


    Zeker aanleiding om in te grijpen is bloed. Als een van de twee - en meestal is het jonkie het slachtoffer - een wond heeft moet je ingrijpen. Er zijn blijkbaar meer maatregelen nodig om deze introductie te laten slagen.

    4. Extra maatregelen

    Wat kun je allemaal doen om de introductie meer kans van slagen te geven? Daarvoor moeten we kijken naar rattengedrag.

    1. De eerste punten die gescoord kunnen worden zijn niet jouw taak, maar die van de fokker. Het is erg belangrijk dat het ritten weet hoe het moet communiceren. Veel fokkers halen een moedertje uit de groep om te werpen. Dat kan op zich geen kwaad, zolang die fokker ze maar weer terug in een groep zet als de oogjes open zijn (week of 2). Op die manier leren ze van hun pleegtantes bijvoorbeeld hoe je je moet onderwerpen. Die socialisatie is dus erg belangrijk.

    2. Ratten herkennen hun groepsgenoten aan de geur. Een andere geur kan een verdedigende reactie oproepen (en de beste verdediging is de aanval) Het scheelt dus als ze hetzelfde ruiken. We kunnen dat bereiken met een speciaal middeltje, bedoeld voor fretten dat in de dierenspeciaalzaak te koop is. Maar het kan ook heel goed met bijvoorbeeld een druppeltje vanille-aroma in de nek. Bijvoorbeeld van Baukje, bedoeld voor in de taart. Ze zullen elkaar dan niet direct als groepsgenoten zien, maar ze zullen ook geen "rivaliserende groepsgeur" kunnen herkennen en dat houdt de agressie in toom. Tegen de tijd dat de geur weg is (vaak ruiken ze na 2 weken nog heerlijk zoetig) hebben ze een gezamenlijke groepsgeur aangenomen.

    3. Territoriumgedrag. Ook dat kunnen we onderdrukken. Als de introductie niet meteen goed verloopt, maak dan de kooi grondiger schoon. Gebruik schoonmaakmiddelen die sterker ruiken (wel goed naspoelen), zodat de kooi helemaal niet meer "eigen" ruikt voor de originele bewoner. Richt hem vervolgens anders in dan normaal. Hang er een nieuw hangmatje in, gebruik even een ander voerbakje met veel extra lekkers, leg wat schone kartonnen doosjes of wc rolletjes in het hok. Kortom, creëer een compleet nieuwe omgeving. Niet alleen zal de oudere rat "zijn" plekje minder gaan verdedigen, hij wordt bovendien afgeleid door al het nieuws dat nu te ontdekken valt! Kleine rittentjes kunnen zich trouwens ook mooi verstoppen in lege keukenrollen. Een volwassen rat kan daar namelijk niet bij.


    5. Het lukt nog niet...

    Een enkele keer komt het voor dat een rat echt geen andere rat accepteert. Je oudere rat is dan helaas gedoemd een kluizenaarsleven te leiden. Niet leuk, maar soms is het gewoon niet anders. Geef hem dagelijks extra veel aandacht. Voor de nieuwe is het fijn als je dan twee jonkies hebt genomen, zodat ze elkaar nog hebben. Ook een mogelijkheid is het, om van tevoren met de fokker af te spreken dat hij het jonkie terug neemt als de introductie niet goed verloopt. Je moet dan wel zo sterk zijn om afscheid te kunnen nemen van dat schattige koppie, maar vaak is een goede fokker wel bereid zo'n afspraak met je te maken. Hij/zij kan het ritten dan opnieuw bemiddelen.


    Een ander geval is het wanneer in een groep 1 rat de nieuweling niet accepteert. Als de rest niet moeilijk doet, zet dan je vechtende rat een nachtje alleen, zodat het ritten in ieder geval de rest van de groep en de kooi kan leren kennen. Grote kans dat het morgen beter gaat.


    Wat soms ook voorkomt, helaas, is dat een volwassen rat een ritten plotseling dood bijt. Een ware nachtmerrie. Gelukkig komt het niet vaak voor. Als het toch gebeurt, dan heb je maar 1 troost: je had het waarschijnlijk niet kunnen voorkomen, want zoiets gaat heel snel. Ingrijpen is er al niet meer bij. Vaak zie je dat dit gebeurt bij een rat die zijn hele leven alleen heeft geleefd en een ritten dat net uit het nest komt (4 tot 7 weken). Voor zo'n klein hummeltje is een beet makkelijk fataal. Dit komt echt zeer zeldzaam voor, maar misschien is het wel jouw angst. Bijvoorbeeld omdat je dat van iemand hebt gehoord of zelf hebt meegemaakt. Om het te voorkomen kun je alleen zorgen dat het ritten niet zo heel piepklein meer is (maar ook niet te oud, anders wordt het misschien als concurrentie gezien). Lichaamsomvang, en dus de mogelijkheid om een lelijke beet te overleven, zijn belangrijker dan leeftijd. Als dit gebeurt, probeer het dan niet nog eens. Je rat kan het simpelweg niet aan.


    6. Tot slot

    Aan het slot van dit stuk wil ik terug komen op het begin: maak je geen zorgen! Meestal gaat een introductie moeiteloos. Begin niet meteen met teveel omhaal, want wellicht maak je daarmee je ratten alleen maar onzekerder. Laat de gruwelverhalen je er ook niet van weerhouden een nieuweling te introduceren bij een eenzame rat. Ja, het kan voorkomen dat een introductie niet lukt of zelfs gruwelijk fout af loopt. Maar die kans is zo klein dat het echt de moeite loont om gewoon te proberen!




    (Dierenarts Asse)

    12-02-2008 om 14:09 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vissen Meer over goudvissen houden

    De Goudvis:

    Oude Chinese bronnen vermelden, dat de eerste goudvis, Carassius auratus rond 300 na Chr. werd ontdekt. Het is een kweekproduct van een karperachtige die nauw verwant is aan de ook in Nederland voorkomende kroeskarper. Na de kweek ontstonden er al snel verschillende kleuren en patronen en later, door zorgvuldig kruisen en kweken, weer nieuwe varianten. Deze varianten worden doorgaans 14 jaar oud, dit in tegenstelling tot de goudvissen, die ongeveer 35 jaar oud kunnen worden, mits ze in gunstige omstandigheden kunnen leven.

    Het gebeurt nog te vaak, dat men zich te laat realiseert, welke consequenties het houden en verzorgen van dieren in het algemeen, en in dit geval de goudvissen, met zich meebrengt.

    Natuurlijk kunt u voor advies en informatie bij de dierenspeciaalzaak terecht! Waarbij dan direct gezegd moet worden dat het houden van goudvissen in een kom, niet de juiste manier is om deze dieren te huisvesten. Vanwege de te nauwe hals van de bolronde kommen is de zuurstofuitwisseling namelijk zeer gering, waardoor dieren vaak langzaam stikken, en zijn dus zeer dieronvriendelijk.

    Aanschaf

    Als u een goudvis wilt kopen, bedenk dan van tevoren dat deze vissen wel 15 jaar oud kunnen worden. Helaas bereiken veel goudvissen een leeftijd van niet meer dan een paar weken of maanden door slechte verzorging. Hoewel de goudvis één van de gemakkelijkste vissen is ¨in het onderhoud¨, is er toch een basiskennis nodig om het dier goed te kunnen verzorgen. Zolang het vis in uw bezit is zult u er dus dagelijks de nodige aandacht en zorg aan moeten besteden.

    Overweeg of u dagelijks de tijd heeft en wilt nemen om de vis(sen) te verzorgen. Daarnaast kost het schoonmaken van het aquarium of de vijver wekelijks zo'n 2 tot 3 uur. Houd er rekening mee dat u voor vervanging zorgt, als u zelf een paar dagen weg gaat of op vakantie bent.

    Huisvesting

    Wie goudvis zegt, denkt waarschijnlijk aan een viskom. Kommen zijn niet geschikt voor goudvissen. Ten eerste is de zuurstofuitwisseling door de nauwe hals van de bolronde kommen zeer gering. De vissen kunnen hierdoor ernstig zuurstofgebrek hebben en een langzame verstikkingsdood sterven. Ten tweede is een kom vaak te klein voor de vis(sen). Tenslotte verontreinigen ze veel sneller dan een aquarium.

    Schepnet
    Gebruik een schepnet om de vis uit het water te halen. Deze zijn er in alle soorten en maten. Hoe groter het net is, hoe gemakkelijker de vis te vangen is. Zorg ervoor dat de goudvis aan het net gewend raakt. Leg er bijvoorbeeld wat voer in en volg de vis vanaf de zijkant van het aquarium en niet van bovenaf.

    Aquarium
    Goudvissen zijn bewegelijke vissen die veel ruimte nodig hebben. Een technisch ingewikkeld aquarium is overbodig, maar een goudvis in een kom leidt een slecht leven. Er is een regel die zegt dat een vis per centimeter lichaamslengte 1.8 liter water nodig heeft. Een goudvis met een lengte (van neus tot staartwortel gemeten) van 8 centimeter heeft dus minstens 14,4 liter water nodig. Heeft u meerdere vissen, dan neemt het benodigde watervolume dus toe met het aantal centimeters 'vis'. Een andere bron vermeldt dat goudvissen met een totale lengte van 15-20 centimeter minstens een aquarium van 200 liter nodig hebben (100x40x50 cm). Zolang ze nog jong zijn is een bak van 80 liter voldoende (80x35x40 cm). Zeer belangrijk is in ieder geval een groot wateroppervlak, zodat er voldoende zuurstof beschikbaar is.

    Voor een bak met een lengte tot 80 cm. is een binnenfilter met een membraanpomp geschikt. Grotere bakken hebben een waterpompfilter nodig. Het is de bedoeling dat hierbij de inhoud van het aquarium één keer per uur het filter passeert.

    Daglicht of verlichting
    Plaats het aquarium op een koele plaats en niet bij een venster op het oosten, zuiden of westen in verband met fel zonlicht. Als het aquarium niet bij een raam staat is kunstmatige verlichting nodig. Diverse lampen zijn geschikt. Halogeenlampen hangt u vrij boven de bak. Tl-buizen met de lichtkleuren nr. 21, 22, 31 en 37, plaatst u in een houder boven op het aquarium. Per liter water is 0.5 tot 1 watt nodig, anders komen de waterplanten om. Zorg dat de lampen een veiligheidskeurmerk dragen.

    Let op dat het water niet door invloeden van buitenaf extra kan opwarmen. De beste temperatuur ligt tussen de 10 en 22 graden Celsius. Goudvissen zijn koudwatervissen en hebben dus geen water met tropische temperaturen nodig. Ook hebben ze geen speciaal zeewater nodig. Vissen zijn koudbloedig. Ze kunnen hun eigen temperatuur niet regelen en nemen de temperatuur aan van het water waarin ze leven. Een plotselinge temperatuursverandering van het water maakt dat hun eigen temperatuur ook snel toe- of afneemt.

    Varianten op de gewone goudvis zijn vaak moeilijker te verzorgen. De sluierstaart heeft zo bij voorkeur een watertemperatuur van 22-24 graden Celsius nodig. Bij deze temperatuur is het dier actiever. Hiervoor is elektrische staafverwarming of een verwarmingskabel met een laag voltage nodig. Vraag hiervoor altijd om advies bij de speciaalzaak. Leg een drijvende thermometer in het water om de temperatuur te controleren. Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is alvorens het water aan te raken.

    Dek het aquarium af met een kap, zodat niet te veel water verdampt en geen stof of dampen in het water terechtkomen. Bedek de bodem met fijne kiezelsteentjes of grind (1-3 mm). Strooi vervolgens een laagje grovere kiezels (5-8 mm). De kiezels moeten rond zijn, zodat de goudvis zijn mond niet beschadigt. Zorg ervoor dat ze schoon zijn, door ze eerst in een emmer grondig te spoelen.

    Een aantal decoraties in het aquarium is leuk, maar laat ook ruimte voor de vis over. Zorg ervoor dat deze accessoires niet scherpe randen hebben. Plaats ook een aantal waterplanten (zie plantaardig voedsel). Vul de bak als laatste met water (de vis volgt als allerlaatste!). Gebruik hiervoor gewoon leidingwater. Het mag echter niet direct uit de kraan komen en moet eerst een dag staan. Gebruik geen gechloreerd water.

    Vijver
    De aanleg van een vijver kost aanmerkelijk meer voorbereiding dan de aanschaf van een aquarium. Houd echter rekening met het volgende. Een vijver heeft per dag 4 tot 6 uur zonlicht nodig en mag niet in de buurt van vallende bladeren liggen. Als u wilt dat de goudvissen ook in de winter in de vijver overleven dan heeft u een diepwatergedeelte nodig van 1 vierkante meter met een diepte van 80 cm. Voor meer informatie over vijvers verwijs ik onder andere naar de genoemde literatuur in de bronvermelding.

    Van belang is verder de reigerstand bij u in de buurt. In veel gevallen zal u vijver worden gecontroleerd op door ¨de luchtmacht¨en uw felgekleurde vissen zijn snel aan de beurt. Een net over de vijver of draden langs de kant en/of over het water wil vaak helpen.



    Verzorging

    Pas gekochte goudvissen zijn erg teer. Ze hebben een lange en zware reis achter de rug. Kweker, exporteur, vliegtuig, importeur, groothandel, winkelier en tenslotte uw viskom, aquarium of vijver. Steeds is de vis overgezet in water van een andere temperatuur en/of een andere samenstelling, bv hardheid, zuurgraad en zuurstofgehalte. Tijdens de reis worden ze minimaal gevoed om waterbederf te voorkomen. Ook is hun dag- en nacht ritme verstoord. De slijmhuid die de vis beschermt tegen parasieten, bacteriën en andere ziekteverwekkers is door het vele overscheppen beschadigd.
    Zorg dat het water van de nieuwe behuizing dezelfde temperatuur heeft als bet water in de zak waarin u de vis mee naar huis krijgt. Dit kunt u met een aquariumthermometer goed controleren.
    Geef uw vis zoveel mogelijk ruimte. Niet meer dan twee stuks van ongeveer 5 cm in een kom van 7 liter. De beste behuizing is een aquarium of vijver. Kiest u voor een viskom, neem dan liever een lage en brede kom dan een hoge en smalle. In de eerste kan door het grotere raakoppervlakte van water en lucht meer zuurstof in het water worden opgenomen en koolzuurgas uitgedreven worden. Vul een viskom daarom tot maximaal 3/4 deel. Zorg voor een lichte standplaats, maar geen direct zonlicht vanwege de hitte.

    Wanneer de planten goed groeien geven ze zuurstof af en nemen ze koolzuurgas en andere afvalprodukten van de vis uit het water op. Waterpest, cabomba en penningkruid zijn hiervoor zeer geschikt. Staat de bak te donker dan gaan de planten dood en verbruiken ze juist zuurstof door het rottingsproces. Bruine alg op het glas geeft dit aan. Groeit er binnen korte tijd groene alg op het glas dan is de standplaats te licht. Groeien de planten goed en het glas blijft lang helder dan staat hij op de juiste plaats.

    Een goudvis kan zeker 15 jaar oud worden. Schoonmaken van de viskom doet u als volgt: Als het glas en het water niet vuil zijn kunt u volstaan met wekelijks 1/5 deel van het water te vervangen door kraanwater van dezelfde temperatuur. Kook nooit het water, dit zal niet alleen het chloor, maar ook de zuurstof uit het water drijven.
    Zit er allen wat algaanslag op het glas, doe dan 4/5 deel van het water, de vis en de planten voorzichtig in bv een schone pan of emmer zonder zeep resten ed. Maak met het bekende kunststof huishoudschuursponsje het glas schoon en spoel de steentjes tot alle vuil eruit is. Vul de kom weer met het achtergehouden water en voeg weer 1/5 deel vers water toe.
    Als het water troebel is kunt u het beste enkele dagen niet voeren en dagelijks 1/3 deel water vervangen tot het weer helder is.

    Een vuistregel voor het berekenen van het aantal te houden vissen in een aquarium gaat als volgt. U rekent voor een vis van 2,5 cm. (Gemeten van neus tot staartwortel) 4,5 liter water. Waarbij u zich natuurlijk moet realiseren dat vissen groeien. Maar denk er bij de aanschaf van een aquarium aan er één te nemen met een zo groot mogelijk wateroppervlak, dit om de zuurstofuitwisseling ten volle te kunnen benutten.

    Al zijn goudvissen koudwatervissen die in een onverwarmd aquarium gehouden kunnen worden, zijn ze wel erg gevoelig voor snel wisselende temperaturen. De beste temperatuur ligt tussen de 10°C en 21°C. Goudvissen zullen er geen last van ondervinden als de temperatuur eens hoger of lager ligt, als het maar geleidelijk gaat en niet met plotselinge temperatuurschokken.

    Bij water verversen moet altijd eerst de watertemperatuur in het aquarium met een thermometer opgenomen worden en daarna het verse water d.m.v. mengen dezelfde temperatuur gemaakt worden. Dus de goudvissen nooit in koud water zetten.

    Wanneer nieuwe vissen aangekocht zijn, moet u ze altijd minimaal een uur in de geopende plasticzak in het aquarium laten drijven om aan de temperatuur te laten wennen om zo een temperatuurschok te voorkomen!

    Het gebruik van een filter in een aquarium met grotere vissen, zoals goudvissen, is gewenst. De reinigende biologische werking van het filter voorkomt het onnodig oplopen van concentraties van giftige stoffen en zorgt tevens voor een betere zuurstofverdeling.

    De behoefte aan zuurstof van goudvissen en sluierstaarten is relatief groot. Voldoende echte waterplanten (bijvoorbeeld waterpest en cabomba) in combinatie met voldoende belichting kunnen ervoor zorgen dat deze zuurstofbehoefte volledig wordt gedekt. Het zuurstofgehalte van het water daalt echter indien temperaturen te hoog oplopen. Vissen komen dan naar de oppervlakte om "lucht te happen´. Ditzelfde verschijnsel doet zich voor als een aquarium overbevolkt is en teveel vissen zuurstof voor hun ademhaling gebruiken.

    Om beschadiging aan uw vissen te voorkomen gebruikt u bij voorkeur stenen zonder scherpe randen. Zuurstofplanten zet u in bosjes van 3 of 4 planten bij elkaar in de bodem.

    Voeding

    Voer uw vissen niet te veel, maar ook niet te weinig. Ze mogen er niet mager uitzien, maar moeten een volle buikpartij tonen. Een maaltijd per dag is meestal voldoende. Al het voer moet binnen 5 minuten opgegeten worden. Overgebleven voedsel resten maken het water troebel en bederft het. Geef ze ook eens levend voer, bv rode muggelarven, een ware delicatesse voor uw goudvissen. Hebt u geen levend voer in huis dan is dit ook in diepvriesvorm verkrijgbaar. (wel tevoren even ontdooien. red.) Als uw jonge kind de goudvis voert laat het dan korrels geven in plaats van vlokken. U kunt dan het aantal korrels klaarleggen, zodat er niet teveel wordt gevoerd. Meestal zijn 1 of 2 korrels per dag voldoende. De vis eet ook waterpest. Zorg dat dit dus altijd ruim aanwezig is.

    Voorkom watervervuiling en voer niet meer dan de vissen in korte tijd op kunnen eten. Maximaal drie deeltjes die niet naar de bodem zakken. Geef de sluierstaartgoudvis korrels als voedsel dat naar de bodem zakt. Anders hapt de vis naar lucht en gaat het op de rug zwemmen waardoor hij dood gaat. Voer vissen regelmatig, daar wennen ze aan.

    Voortplanting:

    In de voortplantingstijd is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes beter te zien dan anders, de vrouwtjes worden aanzienlijk zwaarder door kuitaanzetting en het mannetje ontwikkelt kleine "wratjes" ook bekend onder de naam " voortplantingspareltjes " langs borstvinnen en kop, reikend vanaf de zijkant van de neus en lippen tot aan de ogen. Het mannetje volgt het vrouwtje steeds, stoot haar in de buikstreek totdat ze bereid is de 500 a 1000 eieren af te zetten. Hierbij komen ook zijn geslachtsproducten vrij en dan worden de eieren bevrucht. De eieren blijven tussen de waterplanten kleven en hangen daar totdat ze uitkomen, zo'n zeven dagen later. De larven hangen dan nog ongeveer 2 dagen tussen de planten totdat hun vinnen zodanig zijn ontwikkeld dat zij in staat zijn zelfstandig vrij te zwemmen.

     
    Dierenarts Asse

    11-02-2008 om 22:38 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Het normale gebit van het konijn (Martina1)

    Het normale gebit:

    Stifttanden en snijtanden van het konijn. 
www.dierengebit.nl Het gebit van het konijn bestaat uit 4 snijtanden, 2 stifttanden en 20 kiezen. De melktanden van het konijn wisselen in een periode vlak voor de geboorte tot 3-5 weken na de geboorte.

    Stiftanden zijn kleine snijtandjes die achter de snijtanden van de bovenkaak staan. Dit onderscheid konijnen van knaagdieren zoals de cavia, hamster en de rat.

    Knagers...
    Alhoewel een konijn geen knaagdier is zijn het wel uitmuntende knagers. Dit komt mede doordat tanden en kiezen door middel van lamellen tussen de wortel en het slijmvlies van de tandkas diep in het bot verankerd zijn. Ongeveerd 2/3e van de tand bestaat uit wortel!

    Op de röntgenfoto hieronder zie je hoe de tanden en kiezen in de kaak zitten:

    Het normale gebit van een konijn op een rontgenfoto. 
Klik op de foto voor een groter plaatje. 
www.dierengebit.nl.

    Levenslang groeien...
    De tanden en kiezen van konijnen hebben een open wortel en groeien gedurende hun hele leven door. De snijtanden groeien 2-2.4 mm per week. Dit is dus bijna 10 cm per jaar! Deze groei word opgevangen door slijtage van de tanden en kiezen. De slijtage vindt plaats als gevolg van het knagen en kauwen op voedsel. Het is belangrijk dat groei en slijtage met elkaar in evenwicht zijn.

    Konijn normaal gebit voor aanzicht. 
Foto www.dierengebit.nl Normaal gebit zijaanzicht. 
Foto www.dierengebit.nl Slijtage...
    Bij een normaal gebit staan de bovensnijtanden voor de ondersnijtanden en raken de ondersnijtanden de stifttanden. Hierdoor slijten de snijtanden beitelvormig op elkaar af en zijn ze zeer geschikt om mee te kunnen knagen. De kiezen slijten af door het malen op voer. Het konijn maalt zijn voer door tijdens het kauwen zijn kiezen horizontaal te bewegen. Hierdoor slijten de kiezen op elkaar af.

    (idem)
    dierengebit.nl


    11-02-2008 om 22:26 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Het normale gebit: van een kat (Martina1)

    Het normale gebit:

    De kat heeft een carnivoren (vleeseter) gebit. Dat betekent dat het gebit geschikt is om een prooi mee te vangen en te verscheuren. Naast de scherpe klauwen spelen de sterke hoektanden een belangrijke rol bij het vangen en doden van de prooi. De grote knipkiezen worden gebruikt bij het verscheuren van de prooi.

    Normaal gebit kat. 
Voor aanzicht plaatje Hill's Pet Nutrition bewerkt dor www.dierengebit.nl Normaal gebit kat. 
Zijaanzicht plaatje van Hill's Pet Nutrition, bewerkt door www.dierengebit.nl













    Tandformule...

    De soorten en aantallen van het gebit van de kat worden weergegeven in een zogenaamde tandformule. Voor de kat ziet deze er als volgt uit. Er zijn 30 gebitselementen: 12 snijtanden, 4 haaktanden, 10 premolaren en 4 molaren.

    Tandformule bij de kat www.dierengebit.nl

    Ontwikkeling...
    De ontwikkeling van het gebit van de kat begint al in de baarmoeder: de tandkiemen voor zowel het melk- als het blijvende gebit worden al voor de geboorte aangelegd. Net als de mens en de hond heeft ook de kat een melk- en een blijvend gebit.

    Kittens wanner komen de tanden door ...
    De kittens worden tandloos geboren. De eerste elementen van het melkgebit komen 2-4 weken na de geboorte door. In het begin zijn er geen tanden of kiezen te zien.

    Kitten van 10 dagen heeft nog geen zichtbare tanden. 
De tanden moeten nog door het slijmvlies heenkomen. 
Die van 4,5 week heeft al kleine groeiende tanden en kiezen. 
Foto Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    Op welke leeftijd wisselt het melkgebit ...
    Het melkgebit gaat wisselen en het blijvende gebit komt dan tevoorschijn. Hieronder beschrijven we wanneer de tanden en kiezen doorkomen en op welke leeftijd het melkgebit gaat  wisselen.

    Tand Doorbraaktijdstip Melkgebit Wisseltijdstip Blijvend gebit
    Snijtanden 2 – 3 weken 3 – 4 maanden
    Haaktanden 3 – 4 weken 5 – 6 maanden
    Premolairen 3 – 6 weken 4 – 6 maanden
    Molairen 5 – 6 maanden
    Doorkomen van melk- en blijvend gebit

    Het blijvende gebit begint zich verder te ontwikkelen op het moment dat de kaken gegroeid zijn; de Een kat heeft een scharend gebit. 
Foto www.dierengebit.nl elementen van het blijvende gebit zijn namelijk een stuk groter dan het melkgebit. Door de groei van de blijvende elementen worden de wortels van het melkgebit geresorbeerd (opgelost) en valt het melkgebit uiteindelijk uit.

    Scharend gebit...
    Net als de hond heeft de kat een scharend gebit. Dit maakt het gebit geschikt om als het ware dingen door te bijten of "te knippen". Ook bij de kat kunnen sterk afwijkende schedelvormen problemen opleveren. 

    (dierengebit.nl)


    Streel wat niet kan helen, Martine en nico, een lieve snoet doet iedereen goed,


    11-02-2008 om 22:25 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Het normale gebit van de hond (Martina1)

    Het normale gebit: Normaal gebit hond. 
Plaatje van Hill's Pet Nutrition

    1. Carnivoor...
      De hond heeft een carnivoren gebit. Dat betekent dat het gebit geschikt is om een prooi mee te vangen en te verscheuren. De sterke hoektanden vervullen een belangrijke functie bij het vangen van de prooi, de grote knipkiezen bij het verscheuren ervan. Hond normaal gebit voor aanzicht. 
Plaatje Hill's Pet Nutrition

    Ontwikkeling...
    Het gebit van de hond ontwikkelt zich al in de baarmoeder: de tandkiemen voor zowel het melk- als het blijvende gebit worden al voor de geboorte aangelegd. Net als de mens heeft de hond een melk- en een blijvend gebit.

    Wisselen van het melkgebit bij een hond ...
    De puppies worden tandloos geboren. De eerste elementen van het melkgebit komen 2-4 weken na de geboorte door. Zie hieronder wanneer tanden en kiezen voor het eerst doorkomen en op welke leeftijd met mekgebit gaat wisselen voor het blijvende gebit.

    Het blijvende gebit begint zich verder te ontwikkelen op het moment dat de kaken gegroeid zijn; de elementen van het blijvende gebit zijn namelijk een stuk groter dan het melkgebit. Door de groei van de blijvende elementen worden de wortels van het melkgebit geresorbeerd en valt het melkgebit uiteindelijk uit.

    Tand Doorbraaktijdstip Melkgebit Wisseltijdstip Blijvend gebit

    Snijtanden 3 – 4 weken 3 – 5 maanden
    Haaktanden 3 – 5 weken 5 – 7 maanden
    Premolairen 4 – 12 weken 4 – 6 maanden
    Molairen 4 – 7 maanden
    Doorkomen van melk- en blijvend gebit

    Links nog geen kiezen doorgekomen. 
rechts pup aan het wisselen.

    tandformule van een hond

    Tandformule... Tandformule gebit hond. 
Plaatje Hill's Pet Nutrition
    De soorten en aantallen van het gebit van de hond worden weergegeven in een zogenaamde tandformule. Een hond heeft 42 gebitselementen:

    12 snijtanden, 4 hoektanden, 16 premolaren en
    10 molaren.

    Beet...
    Veruit het grootste deel van de hondenrassen (en ook de Wolf) hebben een scharend gebit. Dit wordt als de normale beet beschouwd. Dat houdt in dat de ondersnijtanden net de achterkant van de bovensnijtanden raken, dat de onderhoektanden netjes voor de bovenhoektanden langsgaan en dat de kiezen van de bovenkaak en de onderkaak elkaar “afwisselen” zodat een horizontale beet ontstaat (zie plaatje met de rode lijn).

    De hond heeft een scharend gebit. 
De kiezen vallen over elkaar, zie de rode lijn. 
Foto www.dierengebit.nl









    Tandenpoetsen al op jonge leeftijd beginnen ...
    Het is belangrijk om uw pup vanaf jonge leeftijd al te laten wennen aan het tandenpoetsen. Als u bij uw hond begint met tandenpoetsen als ze tussen de 8 - 12 weken oud zijn dan zullen ze dit als een normale handeling beschouwen.  Op deze leeftijd ziten ze namelijk nog in de 1e socialisatiefase. Deze fase is gekenmerkt door nieuwsgierigheid en ze zullen het poetsen zonder angst tegemoet zien.

    Als u pas begint na 12 weken met tanden poetsen, dan zit de pup in de 2e socialisatiefase.  Dit wordt de angstfase genoemd en de pup zal deze handeling met angst tegemoet zien en het tandenpoetsen niet waarderen.
    (dierengebit.nl)



    Streel wat niet kan helen, Martine

    11-02-2008 om 22:23 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Plaatjes Leuke kiekjes (Martina1)
                                                                                 


                                                                                       


                                                                                 


    Streel wat niet kan helen, Martine en nico, een lieve snoet doet iedereen goed,



    11-02-2008 om 22:08 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws duitse olievogels!!! (Knudde1)
    Fûgelspits heeft handen vol aan Duitse olievogels


    MODDERGAT - Het vogelopvangcentrum Fûgelpits in Moddergat heeft de handen vol aan vogels die het slachtoffer zijn geworden van een olievervuiling langs de Duitse Noordzeekust.
    ANP

    Een woordvoerster van het centrum, dat door de Duitse autoriteiten te hulp is geroepen, meldde zaterdagmiddag dat ongeveer 180 besmeurde vogels bij het centrum zijn binnengebracht. Zondag verwacht het centrum minstens honderd nieuwe slachtoffers.

      Groetjes Knudde 1  



    11-02-2008 om 11:55 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mopjes (Knudde1)

    twee gloeiwormen komen elkaar tegen in het park. zegt de een tegen de ander:ik denk dat ik naar de oogarts ga!zegt de ander:waarom?zie je zo slecht?kan je zeggen ik probeerde een brandende sigaret te kusen! 
    ----------------------------------------



    Er rijdt een vrachtwagenchauffeur over de weg met achterin een lading kippen en in de cabine een papagaai. Even later staat er een meisje te liften. Ze mag mee, maar de chauffeur vraagt meteen:" Neuken?" Het meisje zegt nee. "Niet neuken eruit." Even later weer een liftster. "Neuken? Niet neuken eruit." Even later weer een liftster en die papagaai meteen: "Neuken, niet neuken eruit." Die chauffeur denkt dat moet ik mooi niet hebben en doet die papagaai achterin. Even later moet de wagen stoppen en een agent zegt:" Er valt om de tien meter een kip uit u wagen." De chauffeur loopt naar achteren en hoort de papagaai zeggen:" Neuken? Niet neuken eruit." 
    ----------------------------------------
    Twee mussen op een tak, als er een straaljager overvliegt. Zegt de ene tegen de andere: "Nou, die kan gillen!"

    Zegt de andere mus: "Wat zou jij doen als je staart in de brand stond?" 
    ----------------------------------------

      Groetjes Knudde 1  

    11-02-2008 om 11:54 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 18/11-24/11 2013
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006

    Gastenboek
  • Dank jullie wel
  • goede morgen blogger
  • maandaggroeten
  • Piper ( mini Horse ) and Mango ( fat Cat )
  • Groetjes van uit Tessenderlo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenasiels
  • Doggydancing
  • Sol y luna
  • Jef Pipe
  • Chamanouke
  • Beautifull Lady
  • Birdie
  • Huisdierenuitvaart

  • Archief per maand
  • 02-2014
  • 11-2013
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
  • Nieuwe Puppy
  • Blijft jouw pup alleen thuis?
  • Hoe overleeft een binnenhuiskat buiten?
  • Veel meer info over vogels
  • Een huisdier maakt onze thuis compleet
  • Wie is het slimst? Hond versus chimpansee
  • Acht tips om de oren van je hond zuiver te houden
  • Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
  • Waarom vrouwen van katten houden
  • 10 lessen die je kunt trekken uit het leven van je huisdier
  • Kijk je hond in de ogen
  • Gedichtje
  • Samen op wandel - enkele tips voor baasje en hond
  • Honden en katten twee soorten jagers
  • Allergieën: ook onze katten hebben er last van!

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    villa_kakelbont1
    blog.seniorennet.be/villa_k
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Mijn waffers

  • Zoeken met Google




    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • crematoriumboom

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Nieuws GVA
  • MADE IN BELGIUM. Hugo Cuypers geeft zijn eerste interview als speler in de MLS: “Mijn gemiste zomertransfer was moeilijk te verteren”
  • “Hoe mooi het voorjaar ook was, de echte duels tussen de grote tenoren hebben we te vaak gemist”
  • MET JOSÉ OP TOURNÉE. De Cauwer interviewt Corinne Poulidor: “Mathieu in de gele trui, ik blijf het jammer vinden dat mijn papa dat niet heeft kunnen meemaken”
  • “Soms is wielrennen k*t”: topfavoriet Tadej Pogacar kijkt uit naar duel met Mathieu van der Poel, maar baalt om ontbrekende Remco Evenepoel
  • “Ik heb de sportredactie veel beter leren kennen, voortdurend loop ik naar daar met vragen”
  • Onze cartoon van de dag, gemaakt door Zaza
  • Iedereen wil een stukje van Manu Van Acker, presentator van ‘Het perfecte plaatje’: “Ja, ik zeg echt nog ‘nee’ tegen bepaalde dingen”
  • Wout en Lauren vertrekken op wereldreis in zelf omgebouwd busje: “We reizen de lente achterna”
  • Daar komen de Russen: vier Vlamingen in Oekraïne over het nakende offensief van Poetin en co
  • “Hoe meer aandacht voor preventie, hoe beter”

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenkliniek Wilhelminapark

  • Laatste commentaren
  • Nuru massage in Bangalore (spa69)
        op Het Franse hangoor konijn
  • massage spa near me (madhurisweety)
        op Het Franse hangoor konijn
  • Marianne (Marianne Miltenburg)
        op 8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
  • Illegaal gebruik artikel (De WeydeGansch)
        op Behandel je hond nooit als mens.
  • goed artikel (LEEN)
        op Hondennagels knippen is geen gevecht.


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!