Foto
Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Een huisdier neem je voor 't leven, niet voor heel even.
    Werkjes van Frean
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Tuurke
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Victorijo
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Fien43
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Simone1
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Runne
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Leest u graag de berichtjes over dieren ?
    1 ja
    2 nee
    3
    4
    5 of meer
    Bekijk resultaat

    Werkjes van Meiske
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Gwen
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • mailgroep huisdieren

    Hallo bezoeker, welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar. Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz. Veel kijk- en leesplezier!
    08-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels Merel (Knudde1)

    Merel een levendige vogel in de tuinen

    Tegenwoordig is de merel samen met de huismus de meest voorkomende en meest gekende broedvogel van ons land. Deze zangvogel is dan ook in elke tuin te zien. Al vroeg in het voorjaar zijn de mannetjes hun wijsjes aan het fluiten om hun territorium te vormen.

    Algemene kenmerken:

    wetenschappelijke benaming: Turdus merula
     


    merel mannetje
     


    merel vrouwtje

    familie: lijsterachtigen of Turdidae
    voorkomen: oorspronkelijk een schuwe bosvogel maar tegenwoordig evenzeer een tuin- en stadsvogel.
    lengte: ± 25 cm
    gewicht: 80 tot 100 gram
    uitzicht mannetje:

    • zwarte veren
    • oranje snavel en oogring

    uitzicht vrouwtje:

    • bruinere veren en lichte onderbuik
    • donkere snavel en gele oogring

    In het voorjaar zijn de merels al zeer actief, de mannetjes jagen dan vaak vrij agressief achter elkaar aan. Het merelwijfje begint reeds vrij vroeg in het voorjaar met het bouwen van het eerste nest. Het nest van een merel is zeer goed te herkennen. Het is een nest die is opgebouwd met grassen, mos, pluimpjes, bladeren, takjes en allerlei andere materialen die in de tuin te vinden zijn. Deze worden door elkaar geweven en met modderbrij verstevigd tot een komvormig bouwsel. De bouw van een nest neemt ongeveer vijf dagen in beslag.
    De nesten worden meestal gemaakt in hagen, struiken, bomen,... op een hoogte van ± 2 meter waardoor de katten er vrij gemakkelijk bij kunnen. Hierdoor worden vele nesten leeggeplunderd vooraleer de jongen kunnen uitvliegen. De merels compenseren dit door per seizoen meerdere nesten uit te broeden.
    In een merelnest treft men meestal 3 tot 6 blauwgroene eieren aan met roodbruine vlekjes. Het broeden start meestal nog in maart en de jongen komen na twee weken uitgebroed. Daarna worden de jongen nog twee weken door de ouders gevoederd vooraleer ze het nest kunnen verlaten. Als ze het nest verlaten blijven de ouders nog twee weken in de buurt van de jongen om hen nog te kunnen bijvoederen.
    Na het eerste legsel volgen dan meestal nog een tweede en een derde broedsel. Het einde van de broedtijd is meestal rond begin juli.

    Voor de zon opkomt en voor de zon terug onder gaat kun je het prachtige gezang van de merel beluisteren. Daarbij kiest het mannetje een hoog plaatsje boven in een boom of op de nokken van het dag.

    Bekend is de alarmroep waardoor de andere merels merken dat er iets aan de hand is. Dan kan zowel voor een kat, een roofvogel als voor een mens zijn die te dicht in de buurt komt.

    Overdag zijn de merels actief met het zoeken achter eten. Ze leven vooral van (regen)wormen, slakjes, spinnetjes, zaden, bessen, vruchten,... In de winter genieten ze uiteraard ook mee van het brood en de zaden die op de voedertafels te vinden is.
    Tuineigenaars die de merels kale plekken in het gazon zien krabben kunnen deze plekken best eens van dichterbij onderzoeken. De kans is namelijk groot dat de merel zich op die plaatsen vrij gemakkelijk kon tegoed doen aan de larven van de junikever of de rozenkever . De larven van deze kevers vreten de wortels van uw gazonzode af waardoor het los komt te liggen. Als de merels daar dan op zoek gaan naar die dikke keverlarven dan scharrelen ze uiteraard het los liggende gras al snel in het rond.
    Net na een flinke regenbui zijn er meestal verschillende merels op het gazon waar te nemen. Door de regen moeten de regenwormen hun zuurstof boven de grond komen halen... Om de wormen extra snel bovengronds te verkrijgen hebben de merels trouwens een goede methode. Ze trippelen hevig in het gras zodat de wormen veel trillingen waarnemen. Deze laatste vermoeden dat de trillingen afkomstig zijn van een naderende mol en zullen daarom spoedig bovengronds kruipen waar voor de regenwormen echter het echte gevaar schuilt. De hobby-visser gebruikt trouwens hetzelfde trilsysteem om de regenwormen bovengronds te krijgen, maar deze maken trillingen mbv een riek of dergelijke.

    Auteur: Vossaert Kurt
     


      Groetjes Knudde 1   




    08-03-2008 om 16:38 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels Witte kwikstaart (Knudde1)

    Witte Kwikstaart (Motacilla Alba)

    Witte Kwikstaart (Motacilla Alba)


     

    Herkenning: L 18 cm. Er zijn heel wat soorten kwikstaarten in de wereld. De soort wordt gerekend tot de familie Motacilla die over de hele wereld is verbreid en totaal 54 soorten omvat. Overigens worden, behalve kwikstaarten, ook de piepers als lid van die zelfde familie beschouwd.

    Witte Kwikstaarten zijn levendige en zeer beweeglijke vogeltjes. Zij vliegen in een golvende vlucht en op de grond wipt de lange sierlijke staart voortdurend rusteloos op en neer. Zij zijn ook tamelijk agressief en houden soms een 'gevecht' met hun eigen spiegelbeeld, bijvoorbeeld in een glimmende wieldop van een auto.

    Biotoop: overal in halfopen gebied, vaak bij bebouwing maar niet in steden.

    Territorium: Witte Kwikstaarten behoren, evenals bijvoorbeeld de Roodborst, tot de weinige soorten die, ook als zij niet broeden, hun voedselterritorium verdedigen. Het zijn insecteneters, die men vaak kan zien rondscharrelen op hoopjes bagger langs slootranden en op hopen mest in het land.

    Komt voor in Nederland als: Zomergast. Witte Kwikstaarten trekken in het najaar voor een groot deel weg. De herfsttrekperiode voor deze soort is ongeveer van augustus tot in oktober. In die periode kan met regelmatig hehoorlijk grote groepen aantreffen. De trekrichting van de Witte Kwikstaarten uit Nederland is voornamelijk zuid-westelijk. Terugmeldingen van geringde exemplaren komen regelmatig uit Zuid-Spanje en Marokko. Vermoedelijk gaan 'onze' Witte Kwikstaarten niet veel verder naar het zuiden. Overigens trekt de Witte Kwikstaart niet alleen naar het overwinteringsgebied. Soms verplaatst een deel van de kwikstaarten zich naar een andere streek wanneer de weersomstandigheden aanleiding geven. Winterwaarnemingen op gunstige plaatsen zijn in Nederland overigens niet zeldzaam.

    Ook zien we bij Witte Kwikstaarten 'slaaptrek'. Dat wil zeggen dat zich dagelijks tegen de avond groepen verzamelen, bijvoorbeeld in een rietveld in de omgeving, en daarin gezamenlijk de nacht doorbrengen. Soms worden ook grote schuren of kassen voor dit doel gebruikt.

    Bedreigd of niet? Niet bedreigd.

    Aantal broedparen in Nederland: 60.000-120.000 broedparen (1987)

    Verspreiding in Nederland (1979):


    Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
    Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

    Procentuele ontwikkeling van de Witte Kwikstaart in Nederland:

    Sovon & CBS, 1998

      Groetjes Knudde 1   

    08-03-2008 om 16:36 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De raaf 

    De raaf (Corvus Corax) is ravenzwart. Hij is veel groter dan andere kraaiachtigen en kan wel 1,5 kg wegen. Hij vliegt in een speelse, buitelende vlucht. Kenmerkend aan het vliegbeeld zijn de prominente kop en het wigvormige uiteinde van de staart. Een raaf kan 25 jaar oud worden. Hij nestelt graag in hoge, oude dennenbomen. Zijn diepe, krachtige, knorrende stem reikt twee tot drie kilometer door het bos. Hij vangt konijnen en vogels, maar eet ook veel aas en verder vruchten, insecten en afval. Raven zijn slimme, opportunistische beesten. Zo weten ze dat jagers het geschoten wild vaak al in het veld van de ingewanden ontdoen. Zodra ze schoten horen gaan ze daar op af in de hoop op een feestmaal.

    Rond de eeuwwisseling waren raven in Nederland nog algemeen., maar daarna is hun aantal snel geslonken. In 1944 broedde het laatste Nederlandse paartje in Limburg. Ook in de rest van Europa werden de raven steeds zeldzamer, alleen in Sleeswijk-Holstein, Oost-Polen, Bretagne, Normandi‘, de Alpen en de Pyreneeën‘n broedden ze nog. Vervolging door de mens was de voornaamste oorzaak. De bijnaam galgvogel is veelzeggend. Raven zouden lammetjes aanvallen en de oogst beschadigen. In sprookjes en sagen kondigt hun naargeestige krassen steevast onheil aan. Bovendien werden ze vaak gevangen en als kooivogel gehouden, omdat ze zo leuk kunnen leren 'praten'. Pas toen hij bijna uit ons land verdwenen was, verwierf de raaf wat meer sympathie. Inmiddels is de soort beschermd. In 1936 werd een eerste poging gedaan om de stand op te krikken door negen jonge raven uit Litouwen te importeren, maar die verdwenen spoorloos. In 1966 volgde een tweede poging. Een oude vogel met vier jongen werd vanuit Sleeswijk-Holstein in de bossen bij Austerlitz losgelaten. Later volgden ook Oost-Duitse vogels, eerst in grote volires en pas  later in het wild. Zo werden in tien jaar 116 raven uitgezet. Sommige paren kregen geen jongen. Ook gingen er veel jongen dood en soms werden ze gestolen. Ook zetten onbekenden de kooien open. In 1973 waren er pas drie broedparen in het wild gevestigd. Maar geleidelijk ging de stand vooruit, in 1985 broedden er weer 50 ravenpaartjes in het wild en hadden 30 andere (nog) niet broedende paren een eigen territorium.

    In 1996 bereikte de ravenstand een top met zo'n 110 broedparen. Daarna zakte de stand terug naar zo'n 90 broedparen en waarvan er 50 ook jongen voortbrengen. Oorzaak is het sterk teruglopen voedselaanbod op de Veluwe.
    Om te beginnen is de konijnenstand in korte tijd sterk uitgedund door de nieuwe konijnenvirusziekte Viraal Hemologisch Syndroom (VHS). Bovendien zijn de wildbeheerders op de Veluwe abrupt gestopt met bijvoederen. Niet alleen ree‘n en wilde zwijnen, maar ook raven aten volop op de voederplaatsen en voerden hun jongen met dit voer. Daar was hun hele broedstrategie op afgestemd. Nu er ineens niet meer wordt bijgevoerd, moeten de oudervogels veel langer zoeken naar voedsel voor hun jongen. Terwijl hun nest onbewaakt is, kunnen roofvogels zoals de havik gemakkelijk kan toeslaan.
    Het past in een natuurlijker wildbeheer om de wilde zwijnen en ree‘n niet meer bij te voeren, maar dan zou men ook de kadavers van dode beesten in het bos moeten laten liggen voor de aaseters. Die worden echter allemaal opgeruimd uit al dan niet terechte vrees voor het uitbreken van besmettelijke veeziekten. Daarom moet de raaf het als aaseter nu vooral hebben van de vele doodgereden vogels en andere slachtoffers langs de autowegen.

    (martijndejonge.nl)

      Groetjes Knudde 1   

    08-03-2008 om 16:34 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws 'Uitgestorven' vogel gevonden op Papoea-Nieuw-Guinea (Knudde1)
    NU.nl/Carla Versteege

    'Uitgestorven' vogel gevonden op Papoea-Nieuw-Guinea

    LONDEN - Op Papoea-Nieuw-Guinea zijn Beck's stormvogels gespot die al bijna tachtig jaar niet meer waren gezien. Dat meldde de Britse Royal Society for the Protection of Birds (RSPB). Deskundigen vermoedden dat het dier was uitgestorven.
    De zeevogel was slechts tweemaal gezien, in de jaren twintig van de vorige eeuw. De Israëlische ornitholoog Hadoram Shirihai telde vorig jaar zomer tijdens een expeditie echter meer dan dertig exemplaren. Hij heeft zijn bevindingen vrijdag gepubliceerd in de Bulletin of the British Ornithologist Club.
    De RSPB noemt de herontdekking van de stormvogel ,,fantastisch nieuws'' en zegt dat nu alles in het werk moet worden gesteld om de vogels te beschermen.

    (ANP)



      Groetjes Knudde 1   



    08-03-2008 om 14:17 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vissen De hondshaai (Knudde1)

    De hondshaai

    De hondshaai of Scylmiorhinus canicula.


     

    Beschrijving
    De hondshaai of Scyliorhinus canicula heeft de volgende kleuren : rug en flanken grijsbruin met vele kleine bruinrode vlekken en de buik vuilwit. De bruinachtige lege eikapsels van hondshaaien spoelen regelmatig op onze stranden aan, vaak met tientallen tegelijk.
    Lengte
    De hondshaai meet zo'n honderd cm. 
    Verspreiding
    Hij komt voor in de Noordoost-Atlantische Oceaan en in de Noordzee. Langs onze kust minder algemeen.
     

      Groetjes Knudde 1   

    06-03-2008 om 14:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Hoe komt het dat mijn hond steeds ruit?

    Hond ‘Wij hebben een hondje dat altijd ruit’, schrijft Sam Schuddinck. ‘Hoe kan dit nu, midden in de winter? En wat doe ik tegen die vervelende haaruitval?’

    Ruien is de normaalste zaak van de wereld. Elk dier heeft namelijk een zomerpels en een winterpels. Die verliezen ze bij klimaatveranderingen. In de lente en de herfst zie je de plukken haar in huis rondvliegen. Maar rond deze tijd van het jaar heeft een hond zijn warme jas nog hard nodig. Veel mensen vragen zich af hoe het komt dat sommige dieren nu al hun haren verliezen. Dat gaat in tegen de wetten van de natuur maar er valt niets aan te doen.

    Huisdieren zijn echte luxebeestjes geworden. Tijdens de koude wintermaanden blijven de honden lekker binnen. Ze nestelen zich tegen de verwarming of zoeken een plekje voor de open haard. Dat houdt hen warm, maar zorgt er ook voor dat hun lichaam niet meer weet dat het winter is. Zo verliezen ze dus hun pels. Het enige wat je kan doen om het ruien te stoppen, is het dier goed borstelen om de losse haren te verwijderen. Ook enkele middeltjes van de dierenarts kunnen het ‘verharingsproces’ versnellen. (jvg)

    Borstelen maakt hond en baasje blij

    Hond Kammen en borstelen, honden zijn er gek op. Een verzorgingsbeurt is gezond én maakt van je viervoeter een trouwe vriend. ‘Borstelen is de beste manier om een goede band met je dier op te bouwen’, verzekert dierendokter Rob.

    Moet je een hond borstelen?
    Dokter Rob Lückerath: ‘Alles hangt af van het soort beest, er zijn honden die van nature een gladde vacht hebben en een gezonde huid. Bij deze dieren is een borstelbeurt niet noodzakelijk. Toch kan ik het alleen maar aanraden. Alle honden hebben baat bij een verwenmomentje, want zelfs een mooie en propere pels moet onderhouden worden. Gezondheid is trouwens niet het enige dat telt. Je hond verzorgen heeft ook een psychologische functie.’

    Waarom is een borstelbeurt gezond?
    ‘Kammen of borstelen heeft verschillende voordelen. Zo verwijder je de oude haren en kan de huid van de hond beter ademen. In de lente verliezen de dieren namelijk hun wintervacht, maar die dode haren blijven vaak in de pels hangen. Zo kan de huid verstikken en ontstaan er allerlei infecties. Bovendien verandert de vacht na een tijdje in een onontwarbaar kluwen, waardoor een scheerbeurt de enige oplossing is. En geef toe, een blote hond is maar een gek zicht. Bij koud weer kan het beestje zelfs ziek worden. Maar let op, knip nooit een klit uit de pels. Dat is gevaarlijk, omdat er in een klit steeds haar én huid zit. Als je knipt, scheurt de huid open. Daarom is het belangrijk dat je de klit voorzichtig losmaakt. Daarnaast is een kambeurt ook een controlebeurt. Je kan de huid van je hond nauwkeurig bestuderen, en zo ziektes opsporen. Verder zorgt het borstelen voor een betere bloedsomloop.’

    Hoe herken je ziektes?
    ‘Als de hond een huidinfectie heeft, zie je dat onmiddellijk. Zo wijzen korstjes of rode vlekjes op een irritatie. Maar bij het borstelen kan je ook minder ernstige problemen tegenkomen, zoals teken of mijt. Vlooien zijn te herkennen aan de kleine zwarte puntjes. Aan de oren ruiken is ook belangrijk. Als deze stinken, wil dat zeggen dat de hond een oorinfectie heeft, en dringend naar de dierenarts moet. In dat geval is het aanraken van de oren uit den boze, want door de pijn gaat zelfs het liefste dier bijten.’

    Waarom zorgt een borstelbeurt voor een goede relatie?
    ‘Het kammen en borstelen van je viervoeter is onontbeerlijk voor zijn opvoeding. Het lichaamscontact zorgt namelijk voor een uitstekende band tussen baasje en dier. De hond geniet met volle teugen van dat verwenmoment, want hij heeft zijn baasje even helemaal voor zich alleen. Een betrouwbare hond moet je trouwens overal kunnen aanraken. De beste manier om hem aan je handen te laten wennen, is een borstelbeurt.’

    Hoe borstel je het best?
    ‘De gouden regel is regelmaat. Eenmaal per week een verzorgingsmoment inlassen is dus ideaal. Borstelen doe je stevig maar ook voorzichtig, want het ene dier is al gevoeliger dan het andere. En het is belangrijk dat je enkel dode bovenharen uittrekt. De pels van de hond bestaat namelijk uit twee lagen: een grove bovenlaag en een zachte onderlaag, die de hond beschermt tegen de kou. Bij lage temperaturen zet het beest deze haren op, waardoor een isolerend luchtlaagje ontstaat. Zowel ruwharige als gladharige honden hebben deze twee lagen. Dezelfde borstels kunnen dus voor beide soorten gebruikt worden. Wel moet je voor een hond met langere haren een ontklittingskam kiezen. De mesjes aan deze kam snijden de klitten in de lengte door, zonder de huid te beschadigen.’

    Kan je je hond zelf trimmen?
    ‘Trimmen is het weghalen van de dode vacht en het bijknippen van de overvloedige haargroei. Je kan de beharing zelf onderhouden, maar het in model knippen van de pels is niet eenvoudig. Een slecht getrimde hond ziet er niet uit. Daarom is het beter van naar een trimsalon te gaan, waar specialisten zich over de hond ontfermen.’

    Julie Van Garsse  (NB)


    06-03-2008 om 14:32 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierenweetjes Hoe zien zoogdieren? (Knudde1)
    Hoe zien zoogdieren?

    Hoe zien zoogdieren?

     
     

    Hoe we de wereld om ons heen waarnemen wordt het meest bepaald door ons gezichtsvermogen. Maar zien alle dieren wat wij zien en is het zien voor hen net zo belangrijk als voor ons?

    Onafhankelijk van hun uiterlijk en grootte is het grondprincipe van de ogen bij alle dieren hetzelfde. Om te kunnen zien hebben alle zoogdieren licht nodig. Licht bestaat uit elektromagnetische golven. De dingen om ons heen nemen licht op en kaatsen licht terug. Onze ogen vangen uitgezonden of teruggekaatst licht op en zetten dit in de hersenen om in beeld en kleur. Dit proces noemen we 'zien'.

    Hoe het oog werkt?

    De opbouw van de ogen is in zijn grondvorm voor alle zoogdieren dezelfde. De functie en werking van de ogen van zoogdieren komt zodoende ook in grote lijnen met elkaar overeen. Aan de voorzijde heeft het oog een doorzichtig 'venster', het hoornvlies (comea ), dat het licht ongehinderd doorlaat, buigt of breekt om het zo op de juiste plaats te brengen. Achter het hoornvlies zit de iris met in het midden een gat, de pupil. De doorsnede van de pupil verandert met de lichtsterkte. Vlak achter de iris ligt de lens. De lens is omgeven door spiertjes die de lens vlakker of boller maken om er zodoende voor te zorgen dat de binnenkomende lichtstralen zo afgebogen worden, dat de voorwerpen scherp worden waargenomen. Het gebundelde licht komt tenslotte bij de achterwand van het oog, waar het netvlies (retina ) de lichtstralen opvangt. Het beeld op het netvlies is het omgekeerde beeld van het voorwerp waarvan de lichtstralen het oog zijn binnengegaan. Het netvlies bestaat uit zeer dicht op elkaar staande lichtgevoelige cellen die via de gezichtszenuw met de hersenen in verbinding staan. De lichtsignalen die deze lichtgevoelige cellen bereiken, worden via de gezichtszenuw naar de hersenen overgebracht. De hersenen nemen deze signalen op en vertalen ze in het beeld wat zich voor onze ogen afspeelt.

    Nachtkijken

    Hoe komt het dat veel zoogdieren 's nachts kunnen zien, terwijl toch het zicht afhankelijk is van de lichtsterkte? De opbouw van het oog van dieren die 's nachts actief zijn is praktisch gelijk aan de andere zoogdieren. Het verschil ligt hierin, dat de ogen groter en boller en ontvankelijker voor licht zijn. De zoogdieren die 's nachts actief zijn hebben bovendien een reflecterende laag achter het netvlies, die het invallende licht terugwerpt naar de lichtgevoelige staafjes, die zodoende nog een keer licht opvangen. Dit effect is goed te zien als er 's nachts licht op het oog valt van bijvoorbeeld een kat of vos. Door de reflectie lichten de ogen op. Ook heeft het netvlies relatief veel meer staafjes, waardoor het waarnemingsvermogen in de schemer verhoogd wordt. Dit brengt wel met zich mee, dat deze dieren het volle daglicht moeten mijden. Dit is ook de reden dat de pupillen bij een kat in het volle licht tot smalle streepjes vernauwd worden.

    Kleuren zien.

    Kleuren maken dat we de dingen om ons heen beter kunnen onderscheiden. Maar hoe onderkennen onze ogen kleuren en kunnen alle dieren verschillende kleuren evengoed waarnemen? De elektromagnetische golven uit het zichtbare gebied zijn van verschillende lengte. De langere golven worden door ons oog als rood en oranje waargenomen, de kortere als groen en blauw. De lichtgevoelige cellen van het netvlies bestaan uit twee typen, staafjes en kegeltjes. De staafjes kunnen geen kleur onderscheiden, maar zijn daarentegen lichtgevoelig en nemen ook zeer kleine lichtintensiteiten waar. De kegeltjes zetten de ontvangen golflengten wel in kleuren om. Enkele zoogdieren, met name de primaten, beschikken over drie verschillende soorten kegeltjes. De ene is gevoelig voor blauw, de tweede is gevoelig voor groen en het derde kegeltje is gevoelig voor geel groen en rood. De hersenen verwerken deze tot veelkleurige beelden. De kegeltjes kunnen alleen bij voldoende lichtsterkte de kleuren verwerken. Daarom ziet alles er 's nachts in grijstonen uit. Misschien komt het daardoor, dat lange tijd werd aangenomen dat dieren die 's nachts actief zijn, zoals bijvoorbeeld katten, geen kleuren zouden kunnen onderkennen. Inmiddels weten we, dat alle zoogdieren tot op zekere hoogte kleuren kunnen zien.

    Verschillen in stand van de ogen.

    De bouw van het oog is voor ieder zoogdier in principe gelijk, maar de plaats van de ogen in de kop bepaalt wat en hoeveel een dier kan zien. Succesvolle roofdieren, zoals bijvoorbeeld de kat, moeten hun ogen exact kunnen instellen op hun prooi en deze goed in de gaten kunnen houden. Doordat hun ogen recht naar voren gericht staan, wordt een bijzonder goede dieptescherpte bereikt. Zo kunnen zij uiterst nauwkeurig vaststellen waar precies zich een prooi of iets anders bevindt en hoe ver het van andere dingen verwijderd is.

    Bij potentiële prooidieren zoals konijnen, muizen of herten bevinden de ogen zich echter aan beide zijden van de kop. Zij kunnen ieder oog apart gebruiken en zodoende tegelijkertijd een zeer wijd gebied afzoeken naar eventuele vijanden. Hun gezichtsveld is weliswaar veel ruimer; maar het gaat wel ten koste van de scherptediepte. Een konijn bijvoorbeeld heeft een gezichtsveld van 360 graden, zodat hij in feite alle gevaar, uit welke richting ook, direct opmerkt. Als wij recht vooruit kijken zonder het hoofd te draaien, hebben we een gezichtshoek van ongeveer 200 graden. De gezichtshoek van een kat is kleiner en bedraagt slechts ongeveer 185 graden.

    Ook bij zoogdieren in open gebied, zoals de bewoners van de Afrikaanse wildernis, is aan de stand tussen de ogen te zien of ze prooi- of roofdier zijn. Zij moeten alle de omgeving of naar vijand of naar prooi makkelijk kunnen afzoeken. De ogen van de mens en de meeste primaten zijn ingesteld op een breed gezichtsveld, maar vooral ook op een verticaal gezichtsveld. De ogen van prooidieren zijn daarentegen meer ingesteld op een breder horizontaal gezichtsveld.


    bron worldwidebase



      Groetjes Knudde 1   

    06-03-2008 om 14:27 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mopjes (Knudde1)


    goudvismop

    Kleine Nancy is in de tuin een gat aan het vullen ,als de buurvrouw over de heg kijkt.Ze is zeer nieuwsgierig wat Nancy aan het doen is en vraagt wat Nancy aan het doen is.Mijn goudvis is dood ,verteld Nancy in tranen,zonder te kijken.En ik heb hem net begraven.De buurvrouw is verwondert "Dat is wel een enorm groot gat voor jou goudvisje ,vind je niet?Nancy klopt het laatste grond stevig aan en antwoordt:"Dat komt ,omdat hij nog in de maag van jou rot kat zit."

    ----------------------------------------------------------------------------------------------------

    varken!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

    Floris-Jan komt thuis van een tennisles en zijn broek is van boven tot beneden vies.Zijn moeder moppert:"Je ziet eruit als eenvieze big."Je weet toch wel wat een big is toch?'"Waarpp Floris-Jan antwoordt:"Ja ,dat is een zoon van een varken

    --------------------------------------------------------------------------------------------------




    hond kwijt

    "Ik ben mijn hond kwijt"ohh help!Ga je een advertentie in de krant zetten?Doe niet zo dom ,mijn hond kan toch niet lezen!


    --------------------------------------------------------------------------------------------------

    Nini  Knudde



    06-03-2008 om 14:25 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweekoppig lammetje leeft eeuwig (Knudde1)
    Tweekoppig lammetje leeft eeuwig


    Tweekoppig lammetje leeft eeuwig

    Gepubliceerd: vandaag 09:51
    Update: vandaag 09:54

    De levensduur van het bijzondere lammetje uit het Friese Hallum was weliswaar kort, maar het dier leeft in de eeuwigheid voort. Boer Tijseling heeft het lammetje voorzien van twee koppen geschonken aan het Natuurmuseum Fryslân.      

    Het lammetje, dat op 27 februari via een keizersnede op de wereld kwam, bleek twee koppen te hebben compleet met twee snuiten, vier ogen en twee oren. Boer Tijseling vermoedde al dat bij een van zijn drachtige schapen iets niet goed zat, zo schrijft het Dagblad van het Noorden .

    Hij liet de dierenarts komen en die constateerde dat het schaap op het punt stond te bevallen van een tweekoppige lammetje. Het moederschaap is nog herstellende van de keizersnede, maar volgens de dierenarts verloopt het herstel goed.


      Groetjes Knudde 1   

    06-03-2008 om 00:51 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.


    Door Dr. Kaat

    Medisch: Persisterende melktanden bij  een hond

    Loverke is een chihuahua van 10 maanden. Hij heeft reeds verschillende melktandjes gewisseld. Op 9 maanden gaat Loverke nog eens langs bij de dierenarts.

    De dierenarts controleert of al de tandjes reeds gewisseld zijn en ook of de balletjes allebei in de balzakjes neergedaald zijn. Maar helaas, één balletje zit vermoedelijk nog in de buik. De melkhoektanden zijn ook nog niet uitgevallen.

    Er wordt een afspraak gemaakt voor een operatie. Als dit balletje niet verwijderd wordt dan is er een kans dat deze zich op oudere leeftijd gaat omvormen tot een gezwel. De avond voordat Loverke moet binnengebracht worden voor de operatie, mag hij vanaf tien uur niet meer eten maar nog wel drinken. Hij moet nuchter zijn.

    Dan is het de grote dag van de operatie. Loverke wordt onder algemene verdoving gebracht en dan wordt zijn buikje opengesneden om zijn balletje te gaan opzoeken. Dit balletje wordt dan verwijderd. Ook het uitwendig balletje wordt eruit gehaald. Dus Loverke is dan gecastreerd.

    Hondjes met dit probleem kunnen beter niet gebruikt worden om te fokken. Ze kunnen deze afwijking doorgeven.

    Tijdens deze operatie worden ook de blijvende melktanden verwijderd. Belangrijk is dat deze tandjes goed verwijderd worden, met de gehele wortel. Blijvende melktanden kunnen voor een verkeerde stand zorgen van de definitieve tanden. Ook blijven er etensresten tussen zitten en dit veroorzaakt dan tandvleesontsteking en vorming van tandplaque.

    Advies: “Laat je pup tussen de 6 en 9 maanden nog eens controleren door je dierenarts!”

    Uit Hondentips Magazine - copyright 2008 - http://www.hondentips.com


      Groetjes Knudde 1 

    06-03-2008 om 00:49 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    De Grote bonte specht ( Dendrocopos  major )

    Als je in het bos een duidelijke, stevige roffel hoort en je kan heel vlug tellen en je telt 12 tot 16 slagen op 6/10 van een seconde, dan hoor je een Grote bonte specht.

    Hij is wel de meest voorkomende in onze gebieden.

    Of het nu een mannetje of een vrouwtje is kun je nog niet zeggen, want beide hameren er duchtig op los. Om het onderscheid te kunnen maken, moet je hem kunnen zien.

    Na elke roffel kijkt hij even rond of iedereen wel goed heeft gezien hoe knap zijn drumprestatie wel was. In feite doet hij dit om na te gaan of de kust nog veilig is.


    Grote bonte specht, man

    In het broedseizoen heeft hij een territorium nodig van ongeveer 40 hectaren. Dit is behoorlijk wat minder dan zijn soortgenoot, de groene specht die aanspraak maakt op een domein van zowat 100 hectaren.

    Niettegenstaande zijn kleiner grondgebied is het mannetje binnen de spechtensoorten een hoogwaardigheidsbekleder , want hij heeft een rood kardinaalspetje op zijn achterhoofd staan. Het wijfje is verstoken van dit ornament, alhoewel ze het in haar jeugd wel heeft gehad. Alle jongen hebben een mooi satijnrood petje, maar enkel bij de mannetjes blijft er later iets van over. 

    De bonte specht is een stuk kleiner dan de groene specht en heeft zowat de grootte van een spreeuw.
    Zijn korte, krachtige "tsjik"-roep hoor je tamelijk ver.

    Om zijn aanwezigheid kenbaar te maken heeft hij, binnen zijn residentie, zorgvuldig enkele goed resonerende takken of stammen uitgekozen. Die vormen zijn vaste drumstellen en daarmee maakt hij indruk op zijn buren en soortgenoten.

    Met zijn geroffel lokt hij ook een wijfje. Het gebeurt dat meerdere wijfjes slaags geraken om een mannetje. Zij zitten elkaar dan meestal laag bij de grond achterna rond de voet van de stam. Het mannetje ziet dit wel, maar bemoeit er zich niet mee.


    Grote bonte specht, vrouw

    Het baltsgedrag is zowat identiek aan dat van de groene specht. Beide schudden eerst met hun koppen naar elkaar om hun sekse kenbaar te maken en dan achtervolgt het mannetje het wijfje met een spiraalvormige vlucht rond de takken. Beide vliegen ook met een speciale "beverige" vleugelslag van boom naar boom waar de achtervolging rond de takken opnieuw begint.

    Als mevrouw uiteindelijk akkoord gaat om te paren wordt het nest gekozen.

    De aanzet is reeds gemaakt door het mannetje en het is ook overwegend meneer die de holte verder uithakt. Slechts af en toe steekt mevrouw een handje toe, maar meestal beperkt zij zich tot het inspecteren van het resultaat en tot het verwijderen van de spaanders. Het hakwerk duurt van een drietal weken tot een maand. Als het hol klaar is heeft het een diepte van 25 tot 30 cm en is het ongeveer 15 cm breed.

    Het broednest wordt bekleed met spaanders en mama bonte specht legt ergens tussen april en juni 4 tot 7 glanzend witte eieren en zij broedt ze ook overwegend alleen uit in 12 tot 16 dagen. Binnen de 24 uur zijn alle jongen uitgekomen en zij leggen allen hun kopjes over elkaar zodat zij een soort “warmtepiramide” vormen.

    Daarna voeden beide de hongerige magen en na 20 tot 24 dagen verlaten de jongen het nest.

    Een spechtenhol met jongen hoor je voor je het ziet. Dat kleine grut maakt ongelooflijk van zijn oren om voedsel te krijgen. Ze moeten ook niet bang zijn om zich te laten horen, want geen enkele predator kan de woning binnen.
    Eigenaardig daarbij is dat de jonge spechten vóór het uitvliegen zachtjes tegen de binnenwand van het hol kloppen . Men weet tot op heden nog niet waarom ze dit doen.

    Zelfs nadat ze de ouderlijke woning hebben verlaten blijven de kleintjes nog om voedsel bedelen en dat lukt nog ook gedurende 8 tot 14 dagen. Daarna moeten zij definitief op eigen pootjes staan.

    De jongen worden hoofdzakelijk gevoed met rupsen en larven. Deze laatste worden met de lange tong die eindigt op een verhoornde harpoenpunt met weerhaken, diep uit hun gangen gehaald.

    Maar, ook kannibalisme komt voor. Als er wat te weinig rupsen en larven zijn, hakt de bonte specht nestkasten open waarin jongen van mezen piepen en voeren de pasgeboren meesjes in stukjes aan hun eigen jongen.

    Later, als de jongen zijn uitgevlogen en er minder insecten zijn, schakelen ze over op zaden.

    Die halen ze overwegend uit dennenappels .

    Zij plukken de "mastentoppen" uit de bomen en vliegen ermee naar een vaste plaats. Meestal is dit een gevorkte tak, een spleet of een zelfgemaakte nis in een eikenboom. De dennenappel wordt vast geklemd en de specht peutert de zaden eruit. Eens leeg gehaald laat hij de mastentop vallen en zo zie je soms tientallen dennenappels liggen onder een eikenboom. Dan weet je dat je onder een "spechtensmidse " staat.

    De bonte specht heeft verschillende zulke smidsen in gebruik, want voor elke soort dennenappel heeft hij een aparte smidse. Zo zie je de ene keer een verzameling van dennenkegels van de grove den, onder een andere boom ligt een hoop kegels van een douglasspar, weer ergens anders vind je vruchten van een zwarte den, enz.

    Ooit zijn er van één specht 57 werkplaatsen geteld.

    Men heeft ook vastgesteld dat de bonte specht een eigenaardige manier van slapen heeft.

    Zijn naar-bed-gaan en opstaan gebeuren volgens een vast ritueel. Veel mensen hebben ook hun vaste gewoontes voor ze tussen de lakens gaan: van het drinken van warme melk tot het lezen van reclamebladen. ‘s Morgens zijn er dan weer bepaalde handelingen die behoren tot het vaste ochtendritueel.

    De bonte specht gaat op een vast tijdstip slapen dat afhankelijk is van de lengte van de dag. De tijd, tussen zijn verdwijnen in zijn slaaphol en het invallen van de duisternis, is telkens even lang.

    Hij zet zich ook niet neer, maar hangt zich tegen de kant, juist onder het vlieggat. Dan zet hij zijn veren op, steekt zijn kop onder zijn vleugels en slaapt tot het eerste ochtendgloren. Bij het eerste daglicht steekt hij voorzichtig zijn kop uit het vlieggat en verkent hij eerst geruime tijd de omgeving. Als alles veilig is, klimt hij uit het hol, maakt dan zeer uitgebreid ochtendtoilet en vliegt dan luid roepend zijn gebied in.

    De grootste vijand van de spechtenjongen is de sperwer , die pas uitgevlogen jongen dan weer voert aan zijn eigen kroost.

    Eten en gegeten worden: de wet van de natuur.

    Bert Meynen

    06-03-2008 om 00:48 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alpaca (zoogdier) (Knudde1)

    Alpaca (zoogdier)

    Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

    Ga naar: navigatie , zoeken
    Alpaca
    Alpaca
    Taxonomische indeling
    Rijk : Animalia (Dieren)
    Stam : Chordata (Chordadieren)
    Klasse : Mammalia (Zoogdieren)
    Orde : Artiodactyla (Evenhoevigen)
    Familie : Camelidae (Kamelen)
    Geslacht : Vicugna
    Soort
    Vicugna pacos
    ( Linnaeus , 1758)
    Leefgebied alpaca

    De alpaca (Vicugna pacos ) is lid van de familie Camelidae (kameelachtigen) uit Zuid-Amerika . Soms wordt hij incorrect aangeduid als lama .

    De alpaca wordt in de hoge Andes als huisdier gehouden. Hij heeft een schofthoogte van 90 cm., met een lange vacht, dikwijls tot aan de grond reikend. De vacht komt voor in meer dan 22 erkende kleurslagen. Bontgekleurde dieren zijn veel zeldzamer.

    De alpaca leeft op de hoogvlakten van Bolivia en vooral Peru , met name de hoogvlakte van het Titicacameer in de districten Puno, Cusco en Arequipa. De alpaca gedijt het beste op een hoogte van 4400-5300 meter waar een geringe luchtvochtigheidsgraad heerst. Daarentegen geeft hij wel de voorkeur aan zachte, vochtige grond voor zijn gevoelige pootjes , met mals gras en veel poelen om zich in te wentelen.

    De alpaca wordt voornamelijk gehouden voor de wol . Door kruising met de vicuña is de kwaliteit van de wol sterk verbeterd. Er zijn twee verschillende typen, welke enkel in de wol verschillen. De Huacaya heeft een zachte licht krullende vacht en de Suri heeft lange dikke lokken. Het scheren gebeurt jaarlijks. Alleen al door te voelen kunnen Indiaanse vrouwen de wol in minstens vijf verschillende kwaliteitsklassen indelen.

    Een alpaca wordt gemiddeld 25 jaar oud.

    De meeste alpaca's worden door de Indianen zelf gehouden, hoewel er ook speciale fokkerijen zijn. De merries werpen in het regenseizoen na een draagtijd van elf maanden. Een ruwe schatting gaat er van uit dat er in de Andes meer dan drie miljoen alpaca's leven.

    Tot voor kort werd er gedacht dat de alpaca verwant is aan de lama , maar recent onderzoek toont aan dat hij in feite verwant is aan de vicuña en dus in het geslacht Vicugna hoort.

    06-03-2008 om 00:46 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mopjes (Knudde1)

    papegaai op de titanic

    Op de titanic speelde heel lang een orkest.Op de vleugel van de piano zat een papegaai in een kooitje.Voor enige afwisseling kwam er ook wel eens een goochelaar tussen het spelen door.En de papegaai was een beetje flauw,want bij elk trucje dat de goochelaar deed,verklapte de papegaai hoe het zat.Hij zei bijvoorbeeld,"In zijn mouw!in zijn mouw! of Achter zijn rug! achter zijn rug!De titanic zonk en de goochelaar overleefde het en dobberde op zee,zich aan een stuk wrakhout vasthoudend.De papegaai had het ook overleefd, hij was uit zijn kooitje ontsnapt en cirkelde nu al een paar dagen om de goochelaar heen.Na vier dagen kwam de papegaai bij de goochelaar op het stuk wrakhout zitten en zei:"Okee ,ik geef het op ,waar heb je die boot gelaten?

    -----------------------------------------------------------------------------------------------------

    jungle

    Een vliegtuig stort neer in de jungle.De enige overlevende is Jhon Woodhouse.Samen met zijn accordeon begeeft hij zich de weg naar de bewoonde wereld.Plots komt er een leeuw aanstormen.Jhon Woodhouse begint op zijn accordeon te spelen en de leeuw doet hem niets.Even later komt een tweede leeuw aanstormen.Jhon Woodhouse begint nog harder op zijn accordeon te spelen en ook deze leeuw doet hem niets.Dan komt er een derde leeuw aanstormen.Jhon Woodhouse gaat nog harder spelen ,maar de leeuw blijft doorlopen en vreet hem helemaal op.Zitten er twee aapjes in de boom.Zegt de een tegen de andere:"Ik heb het je gezegt,als die dove straks komt,die heeft hem!"

    -----------------------------------------------------------------------------------------------------

    krant

    Zoals mijn sint-bernard bestaat er geen tweede hond!

    pocht Jan tegen zijn buurman.

    Buurman:"Wat is er dan zo bijzonders aan?"

    Jan:"Hij brengt me elke dag de krant"

    Buurman:"nou en?"

    Jan:"Maar ik ben helemaal niet geaboneerd!"

    -----------------------------------------------------------------------------------------------------

    weer een leuke

    Twee slangen kronkelen in het woestijn,zegt de ene tegen de andere.

    Zijn wij giftig!De andere:waarom vraag je dat?

    Zegt de ander,omdat ik op mijn tong gebeten heb.

    -----------------------------------------------------------------------------------------------------

      Groetjes Knudde 1   

    05-03-2008 om 16:11 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Emancipatie Ook dieren hebben rechten

    Ware dierenliefde in zeven geboden

    Door: Marcel van Engelen
    Gepubliceerd: gisteren 07:35
    Update: gisteren 09:52

    Je zou het de grondleer van de dierenactivist kunnen noemen: het speciesisme. Van het Latijnse woord species (soorten). Of eigenlijk moet je zeggen: het anti-speciesisme, zoals de burgerrechtenbeweging in de VS bestond uit anti-racisten en de strijders voor vrouwenbelangen zichzelf juist geen seksisten noemden.

    Mensen die voor dierenrechten strijden, zien het als de laatste emancipatiegolf van onze beschaving, die deze eeuw zijn voltooiing zal vinden. De laatste stemlozen, de dieren, krijgen een stem. Vertolkt door mensen, een belangrijk verschil met vorige emancipatiebewegingen waarbij vrouwen en slaven zélf voor hun rechten konden opkomen.

    Er is al veel bereikt, maar nog veel meer om voor te strijden. Waar gaat het om? De zeven geboden van de anti-speciesist.

    1 Eer uw profeten

    In Nederland is er Paul Cliteur, de rechtsfilosoof die in 2001 het boekje Darwin, dier en recht publiceerde. Internationaal valt vooral de naam van Peter Singer, de Australische filosoof wiens boek Animal Liberation uit 1975 geldt als de bijbel van de internationale dierenrechtenbeweging. Er zijn nog andere invloedrijke boeken, van de Amerikaanse filosoof Tom Regan of de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee. Maar de voornaamste profeet is natuurlijk Charles Darwin, de man van de evolutieleer, die de idee ontwikkelde dat de mens ook maar een dier is. En waarom zouden wij meer waard zijn dan andere dieren? Waarom moet ons belang altijd voorop staan? Omdat we over meer verstand, moreel besef en bewustzijn beschikken? Laten we die kwaliteiten benutten. Dieren kunnen lijden, net als wij.

    2 Wees strijdvaardig, de rechten voor dieren schieten tekort.

    In de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (1992) is voor het eerst vastgelegd dat het dier meer is dan iets dat voor menselijke doeleinden kan worden gebruikt. Het dier heeft ook rechten. Op gezondheid, normale huisvesting en de afwezigheid van onnodige pijn bijvoorbeeld.

    Voor de anti-speciesist gaat deze wet niet ver genoeg, zeker de uitwerking niet. Zo worden in Nederland gefokte varkens nog steeds op grote schaal vervoerd naar landen als Duitsland en Italië, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Economische belangen wegen zwaarder dan het belang van het dier.

    Ware dierenrechten betekenen dat dieren vrij zijn van dorst en honger, pijn en ziektes, angst en stress. En, belangrijk: dat ze soorteigen gedrag kunnen vertonen. Vogels moeten vrij kunnen vliegen, varkens moeten lekker in de aarde kunnen wroeten.

    3 Eet geen vlees

    De Partij voor de Dieren mag dan officieel geen vegetarisme nastreven, maar dat doet ze alleen niet omdat zoiets nu nog onhaalbaar is. 95 procent van de Nederlandse bevolking eet vlees. Voor de anti-speciesist is dit ondenkbaar. Een menselijk dier eet geen andere diersoorten op, zoals hij ook zijn oma niet opeet.

    Het is niet nodig. Zonder vlees kun je prima leven. En dat dieren in de wilde natuur elkaar ook doden en opeten is geen geldig tegenargument. Wij mensen kunnen morele keuzes maken. De poema in het wild niet.

    4 Gebruik geen medicijnen

    Voor de ontwikkeling of het testen van elk medicijn zijn dierproeven verricht. Dat is wettelijk verplicht. Veel dierenactivisten vinden dat er te weinig naar alternatieven wordt gezocht: computermodellen of gekweekte cellen om op te testen.

    Maar als puntje bij paaltje komt, ze worden ziek, of hun kinderen worden ziek, zullen ook radicale dierenvrienden medicijnen gebruiken. Daaruit blijkt: anti-speciesisten die helemaal zuiver in de leer zijn, bestaan niet of nauwelijks. Zij zouden oordelen dat je een rat of een hond niet mag doden of ernstig leed mag toebrengen om er zelf beter van te worden. Dan discrimineer je. Dan ben je een speciesist.

    5 Weeg voortdurend belangen af

    Het zuivere anti-speciesisme is in de praktijk dus nauwelijks na te leven. Het zou ook betekenen dat je de kakkerlakken in de keuken hun gang moet laten gaan en vliegen niet dood mag slaan. Dat is niet te doen.

    Het gaat erom dat je je eigen belangen voortdurend afweegt tegen de belangen van de ander, het dier. Weegt het plezier van het publiek bij een circus zwaarder dan het ongerief van de leeuwen? Mag je thuis goudvissen in een kom houden? Nee. Een kom is een weinig natuurlijke omgeving voor een goudvis. Ze sterven vaak al na een jaar. In de natuur kunnen ze wel veertig jaar oud worden.

    Opmerkelijk is dat ook dierenactivisten zich drukker maken om het leed van apen dan van goudvissen. Apen staan dichter bij de mens. In de praktijk is dus iedereen een speciesist.

    6 Kijk eens naar Star Trek

    In de Amerikaanse sciencefiction-serie komt het anti-speciesisme mooi naar voren: de buitenaardse volken zijn gelijk aan de mens.

    Stelt u zich eens voor dat op Mars wezens zouden leven die intelligenter, verder ontwikkeld zouden zijn dan wij. Ze komen naar de aarde en ze stoppen ons in kooien. Ze fokken ons, om ons daarna op te eten. De marsmannetjes gebruiken onze huid, onze haren, om er mooie kleren, een mooie hoed van te maken. Sciencefiction? Natuurlijk, maar niet helemaal uit te sluiten, en een interessante denkoefening. Want dat is wat de tegenstanders van meer dierenrechten zeggen: dieren zijn geen mensen. Ze hebben geen bewustzijn, zijn niet door god uitverkoren of hebben geen onsterfelijke ziel. Ja, dat kunnen die superieure marsmannen die straks op aarde komen ook wel over ons zeggen.

    7 Wees geduldig.

    U bent nu nog in de minderheid, beste anti-speciesist, maar het zal niet lang meer duren. De twee zetels van de Partij voor de Dieren is slechts het begin. De grote partijen beginnen de standpunten al over te nemen. Al het begin is moeilijk, maar de trend is duidelijk: er is steeds meer oog voor de belangen van dieren. Het verbod op kistkalveren, het verbod op vissen met levend aas – het zijn slechts twee voorbeelden. De feministen en de anti-racisten werden aanvankelijk ook niet serieus genomen. Zo gaat dat bij elke emancipatiebeweging. Het is slechts een kwestie van tijd. U weet het misschien niet, maar u bent speciesist. U discrimineert naar diersoort. U denkt dat u meer waard bent dan een varken. Moet u lachen? Dat deden veel mannen ook, toen het vrouwenkiesrecht werd geopperd. U bent nu nog in de minderheid maar het zal niet lang meer duren



      Groetjes Knudde 1   



    05-03-2008 om 14:16 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hond, de kat, en de rat (Victorijo)
    slaap lekker

    04-03-2008 om 22:45 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een boer ziet dat zijn paard ziek is, en hij laat de dierenarts komen.
    Die zegt dat het paard een virusinfectie heeft en hij schrijft geneesmiddelen voor.

    Als die na drie dagen niet het gewenste effect hebben, zal het paard afgemaakt moeten worden om te vermijden dat de infectie zich uitbreidt tot de andere dieren van de stal.

    Het varken van de boerderij, dat alles gehoord heeft, zegt tot het paard: "Doe een inspanning en zet je recht!"

    Maar het paard is veel te ziek.

    De tweede dag hetzelfde.   Het varken zegt tegen het paard: "Doe een inspanning en zet je recht!"

    Maar het paard is nog steeds veel te ziek.

    De derde dag zegt het varken: "Doe een inspanning, zet je recht, of ze gaan je vandaag afmaken.”

    De medicijnen hebben nog steeds geen enkel gevolg, maar met een laatste grote inspanning, dank zij de goede raad van het varken, zet het paard zich recht voor de boer en de dierenarts.

    De boer die erg blij is zegt: "Om dit te vieren gaan we het varken slachten!"

     

     

    Moraal van het verhaal

    Steek je neus nooit in andermans zaken ...


    Ik wens jullie allemaal een prettige week,eentje zonder zorgen als het aan mij lag.



    JEEDEEKE

    03-03-2008 om 23:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De Fret


    Fretten zijn erg populair aan het worden. Dat is niet zo verwonderlijk want het zijn ook erg leuke en speelse dieren. Een fret spreekt je wel, of spreekt je niet aan. Maar als de fret je aanspreekt ben je er ook helemaal weg van. Het is niet voor niets dat eigenaren vele kilometers rijden om hun zieke fretje op de praktijk te laten behandelen. Ze zijn gewoon heel erg dol op hun fretje en willen de beste behandeling. Helaas is het namelijk zo dat veel dierenartsen toch nog onvoldoende kennis hebben van de ziekten bij de fret. Je kunt ze nu eenmaal niet behandelen zoals een hond of een kat, en zeker niet als een konijn of cavia want daar hebben ze totaal niets mee gemeen (die eten ze liever op).


    Doordat een fretje een roofdier is, is hij waarschijnlijk zo speels. Een fretje zal ook altijd naar je toe komen en je uitnodigen tot spelen. Dit in tegenstelling tot een konijn dat over het algemeen eerder van je wegloopt. Nieuwsgierig zijn ze ook, ze kruipen overal onder, tussen en in. Als ze buiten komen zullen ze door hun nieuwsgierigheid steeds verder van het huis weglopen en weten dan helaas meestal de weg niet meer terug te vinden. Dus buiten alleen onder toezicht los laten lopen of aan een riempje meenemen.
    Fretten worden meestal in een ruime kooi gehouden, maar elke fret moet er dagelijks een uurtje uit (onder toezicht) om eens lekker te kunnen spelen en rennen. Het liefst wil hij dan ook eventjes wat aandacht van zijn baas. Als dat niet mogelijk is moet je goed overwegen of het houden van een fretje wel zo prettig is voor het diertje zelf. Twee fretjes spelen veel met elkaar. Als je 1 fretje wilt, dan zul je meer aandacht aan hem moeten besteden, want je bent dan namelijk het enige speelkameraadje voor hem. De band die dan wordt opgebouwd tussen mens en dier kan dan wel heel intensief en prettig zijn.
    Sommige fretten zijn echte knuffel -fretten andere zijn wat meer zelfstandig en willen wel spelen maar niet op schoot liggen. Over het algemeen zijn ze zindelijk en doen hun behoeftes op een kattenbakje. Helaas zijn er echter ook fretjes die het daar ook wel eens naast doen of net op een plaats waar je dat liever niet zou willen.
    De fret is een gedomesticeerd dier en stamt af van de bunzing. Net zoals de hond gedomesticeerd is en afstamt van de wolf. Dit betekend echter dat de fret niet meer kan overleven in de natuur. Het loslaten van de fret in het bos is dan ook een daad van dierenmishandeling.
    Als je een fret wilt aanschaffen laat je dan eerst goed informeren. Daarom is deze site in de eerste plaats ontworpen!


    Verzorging van fretten:

    Opvoeding:

    Als u een fretje van jongs af aan in huis neemt zo van rond de 8 weken, dan moet u deze vaak tot zeer vaak in de hand nemen. Dan worden het hele lieve huisgenootjes. Zo'n jong fretje kun je helemaal naar je hand zetten, hier bedoel ik mee te zeggen dat je ze nog alles geleerd krijgt. Ze zijn zeer gedreven om te leren.Ze willen overal op bijten, zo ook op uw vingers. Dat kan best pijn doen als ze een beetje hard bijten, met een kleine tik op het snuitje en met een verheven stem foei ofzoiets kun je kenbaar maken dat ze dat niet mogen. Als je iets meer gewend bent kun je ze ook in de onderkaak knijpen.
    Rozijnen zijn fretten dol op, hier mee kun je ze dus belonen als ze iets goed doen, zoals bij een hond honde koekjes. In plaats van rozijnen kunt u ook katten snoepjes gebruiken, die gebruken we zelf vaak.

    Hoe maak ik mijn fret zindelijk? Maak de frettenbak goed vast in de kooi en zet het dier er direct na het wakker worden geregeld op. Geef het dier korte speeltijden buiten de kooi en zet hem om het kwartier weer even terug in de kooi en op de bak. Begin met het dier één kamer te laten verkennen. Later kan de speelruimte stap voor stap worden vergroot.

    Hoe corrigeer ik verkeerd gedrag? Bij hard bijten en andere ongewenst gedrag het dier in het nekvel pakken, toespreken en eventueel terugzetten in de kooi. Jonge pups corrigeer je door in het gezicht blazen en ze in het nekvel pakken. uitgebreid. Op onze website vindt u ook een overzicht van de herplaatsbare fretten.


    Hoe oud kan een fret worden? Een fret kan bij een goede gezondheid een leeftijd bereiken van 8 tot 10 jaar. Feitelijk blijkt de gemiddelde leeftijd iets lager te liggen.

    Mag ik mijn fret wassen? Ja dat mag wel, maar niet te vaak. Gebruik geen babyshampoo, maar een shampoo voor kittens of hondenpups, of een speciale frettenshampoo. Bedenkt u zich wel, dat hoe vaker u de fret wast hoe vetter zijn huid zal worden en hoe sterker ook zijn geur zal zijn.

    Waarom bijten fretten? Fretten bijten om verschillende redenen. Iedere situatie zul je persoonlijk moeten analyseren. Hier komen een aantal voorbeelden.

    Spelen : jonge fretten spelen altijd. De fretjes spelen met hun andere kameraadjes, happen naar elkaar, rennen weg enz. Dat is een spel voor ze. Ala je ze oppakt dan zullen ze dit ook doen. Dit gaat weer over als ze wat ouder zijn maar je moet de fret er wel op wijzen dat hij te ver gaat. Je kunt ze het bijten beter afleren als ze jong zijn dan als ze volwassen zijn.

    Slechte opvoeding : bijv. door een mishandelde fret. Deze zal ook bijten en angstig zijn, meestal is het bij deze fret iets moeilijker om het bijten af te leren maar met veel geduld en genoeg aandacht gaat dit wel lukken. Houdt er wel rekening mee dat een fret gestraft moet worden als hij/zij bijt,. want wie wil er nu een fret die niet tam is en constant je vingers opeet.
    MAAR Houdt er zeker rekening mee dat als de fret lief is dat je hem/haar beloond met iets lekkers want een dier mag natuurlijk niet alleen gestraft worden, maar een beloning is nog veel belangrijker!

    Het afleren : Er zijn haast geen fretten die niet tam te krijgen zijn als je er genoeg tyd en aandacht aan besteed. Dan zijn alle fretten tam te krijgen. Er zijn verschillende methoden om het bijten af te leren. Ik zal er enkele hieronder vermelden:

    * Door in de onderkaak te knijpen
    * Pak de fret in zijn nekvel en zeg duidelijk NEE tegen hem/haar
    * Zeg duidelijk NEE tegen de fret en zet hem/haar terug in het hok
    * Door een tik(je) op zijn /haar neus te geven (sla de fret dus geen bloedneus)
    * Pak de fret op bij zijn/haar nekvel en blaas in het gezicht

    Er zijn natuurlijk nog veel meer methoden, maar iedereen doet het weer op zijn eigen manier

    Wat nu als de fret niet meer loslaat?

    * Zet de kraan aan en hou het hoofd van de fret eronder, hij/zij zal ongetwijfelt los laten en schrikken van het koude water.

    Ook hiermee geldt: iedereen doet het op zijn eigen manier. Het zijn gewoon een aantal tips.

    TOP



    Verzorging : Bij de geboorte wegen de naakte kleine puppy's ongeveer 9 tot 11 gram en ze zijn ongeveer 6 centimeter lang.De pups zien en horen nog niks bij de geboorte door zacht te gaan piepen maken ze de moeder duidelijk dat ze willen eten. Tot dat de pups 3 weken oud zijn hoeft u er zelf niks aan te doen de moeder zorg dan overal voor ze zorgt dat de diertjes genoeg te eten krijgen en ze houd het nest schoon
    DE 2 DE WEEK: Dan hebben de fretjes het 6 voudige van hun geboorte gewicht berijkt de moeder gaat nu ook langzaamerhand brokjes in het nest leggen zodat de puppy's eraan kunnen zabbelen als de fretjes 21 dagen oud zijn kunt u ze wat gaan bijvoeren met zacht voor voor pups/kittens
    DE 3 DE WEEK: Dan begint de vacht langzaam op kleur te komen dan kunt u langzaam zien wat voor kleur het fretje
    DE 4 DE WEEK: Dan gaan de ogen open en kunnen de diertjes ook horen. het is niet raar als het ene oog pas 2 dagen later opgaat als de ander
    DE 5 DE WEEK: Nu gaan de diertjes op ondekkings tocht ze zullen alles gaan bekennen
    En het gaat er nu om dat u veel contact met de fretjes hebt wand hoe meer aandacht ze krijgen zal bepalen hoe ze zich gaan gedragen als ze ouder zijn Dus geeft u ze veel aandacht dan zullen de fretjes heel lief worden
    DE 8 STE WEEK: het is nog wel erg vroeg maar vanaf nu zou u de fretjes van de moeder af mogen halen zelf zou ik ze nog eventjes laten zitten tot ze 9 weken oud zijn .

    Frettenshampoo
    Ook hier weer de mogelijkheid om babyshampoo of honden- of kattenshampoO te kopen. NIET DOEN !!! Fretten hebben een heel specifieke pels en deze vraagt ter verzorging een specifieke frettenshampoo. Het gamma van frettenshampoos is vrij uitgebreid en momenteel zijn er zo'n 5 verschillende te koop in België.

    Tip: Vouw een grote badhanddoek in twee en stik twee zijden dicht, zodat je een zak bekomt. Plaats de fret in de zak en hij/zij zal zichzelf afdrogen.



    Oorreiniger
    Met een wattenstaafje kan je nooit helemaal tot in het oor reinigen, vandaar dat je eerst oorreiniger in het oor doet, het oor masseert van binnen naar buiten toe (en zo het vuil losweekt en naar boven duwt), om daarna met het wattenstaafje het vuil te verwijderen. Oorreiniger behoort dus tot de basisuitrusting en kan eveneens in de dierenzaak of bij de dierenarts gekocht worden. Let wel op dat de aangekochte oorreiniger ook voor fretten mag gebruikt worden.

    Tip: Oorreiniger is GEEN middel tegen oormijt. Informeer hiervoor bij je dierenarts.



    Speciaal nageltangetje
    De dagdagelijkse nagelknipper is niet geschikt om frettennageltjes te knippen omdat je hiermee de nageltjes eerst plet, vooraleer je ze knipt. Gevolg: gespleten nageltjes waardoor de fret gemakkelijker zal blijven hangen in hangmatje of slaapzak. Daarom koop je best een guillotineknippertje of vogelschaartje. Het gemakkelijkst te gebruiken zijn de nageltangetjes voor vogeltjes.



    Oorstokjes
    De gewone oorstokjes zoals wij ze kennen zijn geschikt om de oortjes van fretjes te zuiveren.



    Ferretone
    Dit produkt kan je heel wat geworstel besparen tijdens het knippen van de nageltjes. Doe een druppeltje op de fret zijn/haar buik en terwijl de fret lekker geniet, kan jij de nageltjes ongestoord knippen.



    Borstel voor de pels
    Er zijn twee ruiperiodes per jaar en een fret is niet capabel om zelf haarballetjes aan te maken en uit te scheiden. Daarom is het beter te voorkomen dan te genezen en het fretje een dagelijkse borstelbeurt te geven. Het meest doeltreffende borsteltje is de hondenborstel met kleine metalen geplooide tandjes. Het fretje ondergaat de borstelbeurt wel met tegenzin. Let op dat je met de borstelbeurt geen gevoelige plaatsen pijnigt.



    Haarbalpasta
    Als er regelmatig wordt geborsteld tijdens ruiperiodes, is deze overbodig. Indien het toch nodig blijkt, kies dan een haarbalpasta specifiek voor fretten.



    Een goed frettenboek
    Er bestaan vier Nederlandstalige frettenboeken, waarvan er twee goede en twee minder goede. Om te weten te komen dewelke wel geschikt zijn, neem je best even contact op met een frettenvereniging. Zij verkeren in de ideale positie om de inhoud van deze boeken te toetsen aan de realiteit. Neem ook nooit alles uit deze boeken letterlijk over, maar zoek een gulden middenweg tussen theorie en eigen ervaringen.



    Een frettenclub
    Een lidmaatschap bij een club zoals "De Fretten-Ark", kan je soms heel wat verder helpen. Je bent trouwens nooit te oud om bij te leren. Deze mensen houden zich al jaren bezig met het verzorgen, opvoeden, opvangen van deze lieve huisdiertjes. Ga dus gerust te rade bij hen. Het welzijn van de fret wordt door hen hoog in het vaandel gedragen.
    Deze club heeft ook een aantal diensten ter beschikking, die ooit wel eens van nut kunnen zijn.



    Een goede dierenarts
    Rond fretten bestaan nog zeer veel misverstanden. Sommige dierenartsen hebben hun specialisatie op een andere gebied en zullen je fretjes wel goed kunnen opvangen, maar wat als er meer aan de hand is? Daarom is het aan te raden een dierenarts te kennen die gespecialiseerd is in fretjes, of zich hiervoor exceptioneel inzet. De meeste dierenartsen zullen je eerlijk antwoorden op de vraag of ze "wel of niet" genoeg van fretjes kennen om een volledige medische ondersteuning te geven.



    Kleding voor fretten
    Een fret heeft een pracht van een pels. Waarom deze verstoppen achter kleding. Een fret kan trouwens temperaturen tussen -5° en +25° perfect aan.



    Deodorant
    Bij een goede verzorging en voeding geeft een fretje niet meer geurhinder dan een hond of kat. Niet nodig dus om het dier te besprenkelen met allerlei geurtjes.



    Geurpoeder in de frettenbak
    Aangezien dit een poeder is en de fret een zo stofarm mogelijke bakvulling moet hebben, doet je hier meer kwaad mee dan goeds. Bij een goed onderhoud van de frettenbak heb je ook hier weinig geurhinder.

    TOP

    Huisvesting:

    Nu gaan we het hebben over de huisvesting van de fret. Het is mogelijk om de fret het gehele jaar in een buiten kooi te houden, maar het is niet mogelijk om een "huiskamer fret" in het koude jaargetijde naar buiten te laten gaan, daar kunnen ze niet goed tegen. Het is dan aan te raden om ze in de zomer naar buiten te doen, dan kunnen ze aan het temperatuurverschil wennen. Dan gaat hun vacht ook mee ruien met de jaargetijde.
    Maar een fret komt beter tot zijn recht in de huiskamer, omdat ze daar hun meeste benodigde aandacht zullen krijgen.
    Omdat fretten goed zindelijk te krijgen zijn, is het dus ook mogelijk om een kattenbak in de huiskamer te zetten en kunnen ze ook los in de huiskamer lopen.
    Let wel op, het zijn verschrikkelijke nieuwschierige beestjes. Ze willen overal op, in, aan, onder, en tussen. Hoewel ze in tegenstelling niet aan meubels gaan knauwen en zo. Maar ze kunnen toch een behoorlijke rommel maken, bijvoorbeeld alle bloempotten omspaaien, de post doorzoeken en ga zo maar door.
    De meest makkelijkste oplossing is een eigen plekkie, bijvoorbeeld een mooie kooi. Daar kunnen ze dan in als u bijvoorbeeld niet thuis bent, of u heeft er even genoeg van, dat dan de fret een eigen plekje heeft om zich terug te trekken. U kunt bijvoorbeeld een grote cavia kooi aanschaffen, dat is al groot genoeg. Alleen extra beveiliging op de deurtje is geen overbodig iets, een fret is meester in uitbreken. Maar u kunt het zo luxe maken zoals u zelf wilt.
    Als u zelf handig bent kunt u ook zelf een mooi onderkomen maken. Hiervoor zijn de afmetingen als u 1 of 2 fretten heeft ongeveer: 120 x 50 x 50 cm. U zet er dan een kattenbak in en een soort hokje waar de fret zich kan terug trekken om te rusten of slapen. Leg er ook wat doeken in waar de fret zich in kan woelen.
    Gebruik wel goede materialen. Gebruik geen porreuze materialen en laat geen kieren over, u moet het wel makkelijk schoon kunnen maken en houden.
    Een buiten kooi kunt u zo groot maken als u tuin het toe staat. Maar zorg ervoor dat ie fretbestendig is! Want zoals eerder in dit stuk besproken is, ze zijn meester in uitbreken.
    Je moet geen onderkomen plaatsen recht in de zon, temperaturen boven de 30 graden kunnen ze niet goed aan en recht in de zon kunnen ze een zonnesteek oplopen en dat is dodelijk voor een fret. Zor ervoor dat de kooi niet direct naast de verwarming of in het directe zonlicht staat.

    BENODIGDHEDEN

    Kooi
    De kooi zelf kan het best bestaan uit een plastic onderbak en traliewerk dat bovenop deze plastic bak rust. Een fretje vraagt een kooi bestaande uit meerdere verdiepingen, deze moeten bestaan uit volle plaat en niet uit traliewerk. Dit in verband met het penisbeentje van een rammetje dat een weerhaakje bevat. Het dier kan zich aan een platform uit traliewerk ernstig verwonden wanneer hij zichzelf van het platform laat glijden. Een kooi voor één fretje heeft een minimum grootte van 90 X 50 X 60 cm. Oftewel 0,27 m². Per bijkomend fretje rekenen we daar 1/3 van de grootte bij.

    Tip: Eén of meerdere musketonhaken aan iedere deur van de kooi, zorgen ervoor dat fretlief niet uitbreekt.



    Eetbakje
    Een eetbakje bestaat het best uit zwaarder materiaal, zoals steen. Of je opteert voor een eetbakje dat vast staat op een statief of tegen de wand van de kooi. Zorg er in ieder geval voor dat het potje niet kan omgestoten worden, aangezien fretjes graag verhuizen, anders kan het wel eens zijn dat je alles constant kan opkuisen.

    Tip: Plaats in de kooi het eetbakje ver van de frettenbak, jij eet toch ook niet graag vlak naast het toilet?




    Drinkfles
    We nemen wel degelijk een drinkfles. Een potje met water wordt ofwel helemaal uitgegraven, ofwel omgekieperd. Zorg dat je een drinkfles hebt die niet of weinig lekt. Voor raad kan je beroep doen op de handelaar waar je de materialen aankoopt.

    Tip: Let op, want water bevat kalk. Ga dus regelmatig na of het balletje in het drinkstaafje niet dichtkalkt



    Frettenbakje
    In de meeste dierenzaken zal men je een driehoekig toilet verkopen. Bedank hier vriendelijk voor en vraag het kleinste formaat van rechthoekige kattenbak. De opstaande kant van zo'n bakje is ongeveer 10cm hoog. De grootte van de frettenbak zelf is 40 X 30 cm.. De driehoekige frettenbakjes worden al snel te klein, en dan gaat de fret gewoon buitenboord.

    Tip: Boor twee kleine gaatjes in de zijkant van de frettenbak en bevestig deze met twee koordjes aan het traliewerk. Zo voorkom je dat de fret de frettenbak uit de hoek duwt …, om dan zijn behoefte in die hoek te doen.



    Slaapzak en hangmat (3 stuks)
    Inderdaad, drie hangmatjes zijn het minimum. 1 voor in de carrier, en twee voor in de kooi, zodat je elke week kan wisselen. Interessant is ook om tijdens de zomermaanden frissere hangmatjes te gebruiken (bv katoen) dan de gewolde stukken.

    Tip: Was de hangmatjes en/of slaapzakjes niet met wasverzachter, aangezien sommige fretjes hiertegen een allergie ontwikkelen.



    Carrier
    Opgelet met de aankoop van een carrier. Kies er één uit met zeer kleine mazen in het voorste paneel. Kleinere fretjes kunnen hun hoofdje gemakkelijk tussen sommige traliewerken wriemelen en zouden zichzelf kunnen ophangen. Voor één fretje is een gewone kattencarrier groot genoeg. Als er meerdere fretjes in moeten, kies dan een groter model.

    Tip: Kies een carrier waar je gemakkelijk een hangmatje kan in hangen, zo creëer je twee verdiepingen en voorkom je dat, als fretlief zijn/haar behoefte heeft gedaan, hij/zij er moet gaan inliggen.

    Tip: Hang tijdens het transport geen drinkfles aan de carrier, maar stop wel regelmatig bij een grote rit om de fretjes drinken te geven. Tijdens het transport zou anders het drinkflesje blijven lekken en de slaap- en verblijfplaats van het fretje compleet nat maken.



    Speelgoed
    Een paar speelgoedjes zijn voor een fret steeds welkom. Zo kan je een fretje dolgelukkig maken met een simpele kartonnen doos. Knip enkele gaten in de flanken en kijk hoe ze zich als gekken amuseren.
    Een ordinaire plastic zak, type Carrefour (knisperzakken), kan eveneens je fretje eindeloos speelplezier bezorgen. Hou er wel rekening mee dat dit soort speelgoed een constante babysit vraagt. Het fretje zou zich op een onbewaakt moment kunnen verstikken in de zak.
    Zorg voor een hard plastic balletje, geen rubber, want hieraan bijten ze, spelen de kleine stukjes rubber binnen zodat deze voor een darmobstructie zorgen. Aangezien fretjes ook graag hun speelgoed eens in de frettenbak laten liggen, wordt het aangeraden om een gesloten balletje te nemen. Dit is het meest hygiënische en dus gemakkelijk te reinigen.

    Tip: Het goedkoopste speelgoedje bevat soms het meeste speelgenot.



    Frettengrit
    De frettenbakvulling moet zo stofvrij mogelijk zijn. Schavelingen, hooi, stro en kattengrit zijn niet geschikt om hiervoor te dienen. Daarom kan je een geperst krantenpapier (Yesterday's News) nemen. Deze is stofarm, absorbeert perfect en bevat geen kankerverwekkende klontermiddelen, etherische oliën of harsen. Wanneer het frettengrit elke dag wordt uitgeschept, en één maal per week wordt ververst, heb je geen of zeer weinig geurhinder.

    Tip: De grootste geurhinder die een fret meebrengt, komt voort van de frettenbak. Een goede hygiëne is hier dus echt op zijn plaats.



    Droge frettenbrokjes
    Droge frettenbrokjes winnen het op meerdere terreinen van blikvoeding. Het is en blijft de beste manier om fretlief te voorzien in alle behoeften. Er zijn momenteel zo'n negen verschillende voedingen te koop in België. Een fretje eet gemiddeld één Kg per maand, afhankelijk van zijn grootte en de periode van het jaar (aanmaak wintervet = meer eetlust). De frettenbrokjes dienen de ganse dag ter beschikking te staan.

    Tip: Als je fretje(s) buiten de kooi spelen, neem dan voor die periode het eten weg. Zo voorkom je dat ze het eten gaan verstoppen op andere plaatsen en heb je gelijk een hulpmiddel (brokjes in gesloten potje om mee te rammelen) om hen terug vanzelf in de kooi te krijgen.

    TOP

    De Voortplanting:


    Een vrouwtjes fret

    Vrouwtjes worden seksueel rijp in de lente volgend op hun geboorte, oftewel op 6-12 maanden leeftijd. Het begin van de loopsheid wordt gekenmerkt door zwelling van het geslachtsdeel tot een koffieboon groot. Als de fret niet gedekt wordt blijft zij 6 maanden loops (van maart tot augustus). De eisprong treedt namelijk pas op na een dekking.
    Als een fretje niet gedekt wordt, veroorzaken de hoge vrouwelijke hormoonspiegels een verminderde functie van het beenmerg (de zgn beenmergdepressie). Daar kan de fret erg ziek van worden.

    De mannetjes fret

    Mannetjes bereiken de pubertijd als ze 5-9 maanden oud zijn. Ze zijn seksueel actief van december tot juli. Mannetjes waar niet mee gefokt wordt, kunnen het beste op 6-8 maanden gecastreerd worden. Castratie maakt ze makkelijker in de omgang en verminderd de karakteristieke geur (stank). Daarnaast is een niet gecastreerd mannetje gedoemd tot een eenzaam leven want hij kan absoluut niet bij andere fretten worden gehuisvest. Hij zou de andere fretten, mannetjes of vrouwtjes dat maakt hem niets uit, voortdurend willen dekken. Dat kunt u de andere fretten niet aandoen !





    Fokken met fretten

    Vanaf 2 weken na het begin van de zwelling van het geslachtsdeel bij het vrouwtje kan men haar laten dekken.
    Het beste kan het vrouwtje naar het hok van het mannetje worden gebracht. Het is raadzaam om de paring even in de gaten te houden omdat het er soms erg ruw aan toe kan gaan. Laat ze een paar uur tot hooguit een dag bij elkaar.
    De drachtigheidsduur is 41-44 dagen met een gemiddelde van 42 dagen (6 weken). Vanaf 3-4 dagen na de paring gaat het vrouwelijke geslachtsdeel (de vulva) schrompelen, dit betekent dat er een eisprong heeft plaats gevonden. Blijft de vulva koffieboon groot dan kan het vrouwtje opnieuw gedekt worden want er is niets gebeurd.
    Dat er een eisprong heeft plaats gevonden wil nog niet zeggen dat de dekking geslaagd is. Als de bevruchting niet goed is verlopen wordt het fretje NL. schijndrachtig.
    Na 2 weken kan door het voorzichtig voelen in de buik worden vastgesteld of het fretje drachtig is. Vanaf 4 weken is het nog beter te voelen.
    Zet een drachtig vrouwtje ruim voor de partus (minstens 1 week) apart. De bevalling verloopt meestal probleemloos. Zorg wel voor voldoende rust. De aanwezigheid van de eigenaar wordt tijdens de partus vaak wel op prijs gesteld.
    Gemiddeld worden 8 jongen geboren.

    Schijndracht

    ls een vrouwtje gedekt wordt en er heeft een eisprong plaatsgevonden maar de bevruchting is niet gelukt, dan wordt het vrouwtje schijndrachtig. Deze schijndracht duurt net als een gewone dracht 42 dagen. Aan het einde van deze schijndracht willen deze vrouwtjes, gevolg gevend aan hun moederinstinct, andere fretten naar hun nest slepen. Dat kan tot vechten of toch minstens enige irritatie leiden. De melkklieren kunnen zich ook volledig ontwikkeld hebben. Zodanig zelfs, dat een vrouwtje jongen kan gaan verzorgen. Het komt zelfs voor dat ze jongen van een andere soort grootbrengen, zoals een kitten.
    Meestal worden ze na een paar weken weer loops.




    De jonge pups

    Pasgeboren fretten zijn vrijwel naakt met enkele fijne witte haartjes. De dieren die later de wildkleur krijgen, hebben, in tegenstelling tot de albino's, een donkere lijn rond de rand van hun gesloten ogen.
    De pups wegen 7-10 gram. De moeder kan meer pups groot brengen dan ze tepels heeft. Direct na de geboorte is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes al duidelijk. De afstand van de geslachtsopening tot de anus is bij mannetjes NL. veel groter dan bij de vrouwtjes.
    De ogen en oren gaan rond de 28e dag pas open. De melkhoektandjes komen door op 2 weken. De blijvende hoektanden komen al door als de melkhoektandjes nog aanwezig zijn, op 47-52 dagen.
    Vanaf 3-4 weken leeftijd kunt u de pups gaan bijvoeren met een papje van Nutrilon soya en Nutrix rijstebloem. Blikvoer voor kittens kan ook geprobeerd worden.
    De pups kunnen op een leeftijd van 8 weken worden gespeend.

    Beenmergdepressie bij loopse vrouwtjes

    ls een vrouwtje niet gedekt wordt blijft ze 6 maanden lang loops, ongeveer van maart tot augustus. De hoge hormoonspiegels in het bloed veroorzaken een slechte functie van het beenmerg waardoor er minder bloedcellen geproduceerd worden. Dit kan aanleiding zijn tot bloedarmoede, een tekort aan bloedplaatjes waardoor bloedingen en infecties zoals een baarmoederontsteking. Loopse vrouwtjes kunnen al vanaf 2 maanden na het begin van de loopsheid, tengevolge van deze aandoening sterven. Meestal duurt het wat langer voor er ernstige problemen ontstaan en sommige fretjes zijn jaar in jaar uit loops zonder al te grote problemen.
    Eigenaren die deze complicatie niet kennen gaan meestal te laat naar de dierenarts. Behandeling is moeilijk en de meeste echt zieke dieren sterven.


    Symptomen: De eerste symptomen zijn een loops fretje met wat slijmerige uitvloeiing uit de vagina, gewichtsverlies, te bleke slijmvliezen en kaalheid onder de buik en van de staart.
    In de ernstige, meestal fataal verlopende gevallen wordt de fret lusteloos en wil niet meer eten.
    Er kunnen diverse bloedingen in de huid optreden, het dier kan verlamd raken en er kunnen een baarmoederontsteking of longontsteking ontstaan.

    Behandeling: Als de conditie het toe laat, is een sterilisatie de beste oplossing. Bij een zieke fret kan de narcose een te groot risico worden, dan kan een injectie met 50-100 IE HCG een goede mogelijkheid zijn om het vrouwtje uit de loopsheid te halen.

    Voorkomen: Het beste kunnen vrouwtjes waar niet mee wordt gefokt, gesteriliseerd worden op 6-8 maanden leeftijd. Het is ook mogelijk om bij de dierenarts een anti-loopsheid injectie te halen. Nadeel is dat de loopsheid soms na 1 maand weer terug komt en dat door deze injectie een grotere kans op baarmoederontsteking ontstaat.


    (DA Hans De Wandeler)



    03-03-2008 om 16:46 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezondheid Ziekten bij kippen

    Ziekten bij kippen

    In de moderne pluimveehouderij probeert men pluimveeziekten zoveel mogelijk te voor komen door hygienische maatregelen op het gebied van de huisvesting, het broeden, het zorgvuldig opfokken en voederen en wat daarmee samen hangt. Pluimveefokkers hebben meestal wel een pluimvee-apotheekje thuis met middelen om ziekten te voorkomen:

    Houtskool voor kippen met diarree.
    Antiboitica tegen verkoudheid, coryza (snot), longontsteking en diarree .
    Een tube oogzalf, dat we ook voor kleine wondjes kunnen gebruiken.
    Een wormmiddel voor pluimvee (raadpleeg de dierenarts).
    Een insektenpoeder voor pluimvee.
    Een flesje slaolie om de beentjes tegen kalkpoten in te vetten.
    Een schimmelzalf tegen schimmel aan kop en hals.
    Een flesje vitamine A-D druppels die we af en toe kunnen geven als er windeieren(schaalloze eieren)worden gelegd.
    Vaseline om de kammen licht in te vetten tegen vorstschade. Olie kan men niet gebruiken, die doet de kammen vervellen.
    Een middel voor hokontsmetting mag niet ontbreken. Gewoon bleekwater is heel bruikbaar.


    Maak uw keuze uit de mogelijke ziekten:

    Bevroren kammen en lellen
    Coccidiose
    Favus of Poederkam
    Kalkpootmijt
    Kanibalisme en verenpikken
    Leukose
    Aspergillose
    Luizen
    Marekse verlamming
    Ornithonyssus Sylviarum
    Pokken
    Pseudovogelpest
    Rode bloedluis
    Snot
    Verkoudheid
    Vlooien
    Vogelcholera
    Vogeltuberculose
    Wormen

    Sommige ziekten kan men voorkomen door het grondig rein houden van de hokken en het ontsmetten van de ruimten waarin de hoenders leven.
    Er bestaan ontsmettingsstoffen voor drinkwater, waarmee we kunnen voorkomen dat een verkouden kip de hele groep aansteekt.
    Zodra men één of meer zieke dieren in een groep(koppel) aantreft, moet men die onmiddelijk afzonderen van de rest van de koppels, zo mogelijk daar waar ze luchtig en beschut kunnen zitten.
    Hiermee wordt de besmettingskans voor de andere dieren aanmerkelijk verkleind.
    Wat dan ook een voordeel is dat ze makkelijker te behandelen zijn, en niet belaagd worden door andere kippen.
    Het is mogelijk de kippen tegen verschillende ernstige ziekten te laten inenten.
    De dierenarts kan de entstof leveren, en kan natuurlijk u adviseren bij de behandeling van zieke dieren.

    Hieronder een aantal van de vele kippenziekten:

    Aspergillose

    OORZAAK : Schimmel, gewoonlijk uit beschimmeld strooisel of voedsel.

    SYMPTOMEN: Snelle ademhaling, snakken naar adem, mogelijk ontstoken oogleden.

    BEHANDELING: Zeer moeilijk. Vogel afmaken en het verblijf ontsmetten.

    Bevroren kammen en lellen

    OORZAAK: Strenge kou (vanaf -6 graden), bij het drinken worden de kam en/of lellen nat en bevriezen.
    Bevroren kammen en lellen treed ook voornamelijk op bij vochtige hokken.

    SYMPTOMEN: Bevroren kam en /of lellen.

    BEHANDELING: Aangetaste delen insmeren met een mengsel van 25 ml. vaseline, 5 ml. glycerine en 5 ml. terpentine. 2 x per dag smeren. Preventief kunnen kam en lellen worden ingesmeerd met vaseline.

    Coccidiose

    OORZAAK: Parasieten richten schade aan in de darmslijmvliezen en de darmwand.

    SYMPTOMEN: Als de kuikens een bloederige diarree krijgen dan wijst dit op coccidiose, veroorzaakt door darmorganismen.

    BEHANDELING: De dierenarts heeft een goed geneesmiddel.
    Door middel van mestonderzoek is een correcte diagnose aan te tonen. Besmetting loopt via de mest.
    Door het opvokvoer is een anti-coccidiosemiddel gemengd, dit beschermd meestal voldoende als men het strooisel kurkdroog houdt.

    Favus of poederkam

    OORZAAK: Wordt door een schimmel veroorzaakt.

    SYMPTOMEN: Witte poederachtige vlekken op de kam

    BEHANDELING: Een antischimmel zalfje van de dierenarts geneest de dieren wel.

    TOP


    Kalkpootmijt

    WAT ZIEN WE: Kunnen niet gezien worden met het blote oog. Nestelt zich tussen de schubben en boort "gangen". Buiten de kip blijven zij maximaal 15 dagen in leven.

    SYMPTOMEN: Veroorzaakt kreupelheid, opgezette en dikke poten. Behalve de poten kunnen ook de kam en de lellen aangetast worden.

    BEHANDELING: De poten zijn vaak tot bloedens toe beschadigd. Met groene zeep, garagezeep of olie de korsten voorzichtig verweken. Zoveel mogelijk voorzichtig verwijderen en dan het ectoparasiticum erop.
    Herhaal dit na 3 weken.

    Kannibalisme en verenpikken

    OORZAAK: Verveling, overbevolking, te wit kunstlicht, te hoge temperatuur, gebrek aan eiwit.

    SYMPTOMEN: Pikken.

    BEHANDELING: Meer ruimte voor kuikens en/of kippen. Het veranderen van de omstandigheden: Geef de dieren wat te doen door bijvoorbeeld wat groenvoer op te hangen waar ze maar net bij kunnen komen. Ook bladeren o.i.d. in de ren een aantal takken waar ze eventueel even in kunnen klimmen doen het altijd goed. Grit en gewoon legvoer is belangrijk. Verander te wit kunstlicht in infra-rood. Zet de dader ongeveer een week apart, de komen de anderen tot rust en na terugkomst is de dader vaak rustiger.

    Leukose

    OORZAAK: Een complex van kankerachtige ziekten.

    SYMPTOMEN: In de lever of in het zenuwstelsel waarbij verlammingsverschijnselen optreden
    Kan door het broedei op de kuikens gebracht worden.
    Het is een jeugdziekte, kippen die ouder zijn dan vier jaar krijgen de ziekte niet meer
    Het is aan te raden dat fokkers die met deze ziekte zitten, alleen fokken met oude dieren

    BEHANDELING: Het is aan te raden dat fokkers die met deze ziekte zitten, alleen fokken met oude dieren.
    Hoenders kunnen ziek worden door huisvestingsfouten, door besmet voer of drinkwater of door bodembesmetting.

    Luizen

    WAT ZIEN WE: Deze zijn zichtbaar met het blote oog en met een loep erbij kan je 6 pootjes ontdekken.
    Er zijn verschillende soorten (bruine lichaamsluis, veerluis, donsluis, goniodes, vleugelluis en kippenkopluis), elke soort bevindt zich op een bepaalde plaats bij de kip.

    SYMPTOMEN: De luizen overleven maar kort buiten de kip, zij kunnen niet overstappen op de mens.

    BEHANDELING: De behandeling moet voornamelijk gericht zijn op de kip en niet op de omgeving.
    Luizen veroorzaken kaalheid, jeuk, onrust en eventueel bloedarmoede bij de kippen.
    Na circa 3 weken opnieuw behandelen.

    Marekse verlamming

    OORZAAK: Herpes virus. Sommige rassen en stammen zijn hier erg gevoelig voor

    SYMPTOMEN: Verlamming, kenmerkend is de "vuistvorming" van de tenen terwijl de poot gestrekt naar achteren of naar voren wijst.
    De ziekte kan maanden na besmetting pas de kop opsteken.

    BEHANDELING: Geen. Wel kunnen jonge dieren worden ingeënt.

    Ornithonyssus Sylviarum

    WAT ZIEN WE: Ook met het blote oog zichtbaar, 8 pootjes en deze mijt bevindt zich op de kip. Rond de cloaca legt de mijt zijn eieren, hierdoor zien de veren er vies uit.

    SYMPTOMEN: De mijt kan 6 weken zonder bloed overleven, en kan overstappen op andere dieren en de mens.
    Kan in grote aantallen aanwezig zijn, voornamelijk in de winter.
    Zij veroorzaken bloedarmoede bij de kip.
    Eveneens overbrengers van: vogelcholera, pseudovogelpest en pokkendifterie.

    BEHANDELING: We bestrijden dit met een goed werkend pluimvee-insektenpoeder en ook de legnesten en het strooisel zullen we moeten behandelen.

    Pokken

    OORZAAK: Virus; difterie en pokken zijn twee ziektebeelden die door de zelfde virus worden veroorzaakt.
    De pokken komen voornamelijk op de naakte kophuid voor.
    En bij Difterie vormen zich gele vliezen op net slijmvlies van de bek, neus, keelholte, luchtpijp en ogen.
    Bij difterie is er kans op verstikking van de dieren.

    SYMPTOMEN: Zwarte wratachtige zwellingen aan de kop en rond de snavel. In de keel een geel gekleurde aanslag.

    BEHANDELING: Dierenarts (direct). Preventie is ook mogelijk.

     

    Pseudovogelpest

    OORZAAK: Virus

    SYMPTOMEN: Groene ontlasting. Totale verlamming, laten hun kop naar beneden hangen.

    BEHANDELING: Vrijwel alle besmette dieren sterven, geen behandeling mogelijk, alleen preventief inenten.
    Als dieren naar een tentoonstelling gaan moeten zij ingeënt zijn hiervoor.


    Rode bloedluis

    WAT ZIEN WE: Is geen "echte" luis maar een mijt. Met het blote oog zichtbaar, heeft 8 pootjes en verschuilt zich overdag in het hok. 's Nachts zitten ze op de kippen en zuigen zich vol.

    SYMPTOMEN: De rode bloedluis kan wel 8 maanden zonder bloed overleven, en kan overstappen op andere dieren en de mens.
    Soms is er een speciale geur in het hok en is er een zilvergrijze aanslag van lege huidjes van de mijten.

    BEHANDELING: Het behandelen van de omgeving is heel belangrijk.
    Preventief kan je het hok witkalken.
    Bij warm weer de kip om de 5 dagen behandelen en bij koel weer om de 12 dagen.

    Snot

    OORZAAK: Bacterie.

    SYMPTOMEN: Veel proesten, natte neusgaten, gezwollen ogen. Ademhaling hoorbaar en belemmerd.
    Als veel kippen dit hebben is er een opvallende geur in het hok.

    BEHANDELING: Antibiotica van bij de dierenarts.

    Verkoudheid /luchtweginfecties

    OORZAAK: Sterke temperatuurswisselingen. Tochtig en vochtig hok.

    SYMPTOMEN: Slijmerige vloeistof uit neusgaten. Af en toe snavel wijd open.

    BEHANDELING: Geneesmiddel door het drinkwater ontsmet de luchtwegen. Eventueel de zieke kip apart zetten in een warm hokje. Neusgaten en ogen afsponzen met 10% boorzuuroplossing als ze vol zitten.


    Vlooien

    WAT ZIEN WE: Ook vlooien zijn met het blote oog zichtbaar en bezitten 6 pootjes, zij kunnen hoog springen.
    Vlooien kunnen overstappen op andere dieren en mensen.

    SYMPTOMEN: De kippen kunnen ernstige bloedarmoede krijgen van vlooien en hieraan zelfs doodgaan.

    BEHANDELING: De behandeling moet gericht zijn op de omgeving omdat het grootste deel van hun leven daar plaats vindt. Verwijder alles uit het hok en behandel het hok en de kippen met een ectoparasiticum.
    Herhaal de behandeling na een paar weken, vlooien-eieren en -poppen zijn namelijk ongevoelig voor het bestrijdingsmiddel. Vooral in de zomer zijn er soms grote uitbraken.

    Vogelcholera

    OORZAAK: Besmet drinkwater, grond of voedsel.

    SYMPTOMEN: Sufheid, dorst, moeilijke ademhaling, gewichtsverlies, blauwachtige tint van kammen en lellen.

    BEHANDELING: Dierenarts. Besmette kip apart zetten. Hok ontsmetten.

    Tuberculose

    OORZAAK: Bacterie. Komt nogal eens voor bij geïmporteerde vogels die pas uit het wild gevangen zijn.

    SYMPTOMEN: Vermagering, lamheid, zwellen van gewrichten.

    BEHANDELING: Geen behandeling. Afmaken, hokken ontsmetten, ren uitspitten en grond vervangen.

    Wormen

    WAT ZIEN WE: Spoelwormen, lint-, haar- of draadwormen.

    SYMPTOMEN: Soms in de mest aanwezig. Diarree, vermagering, matheid.

    BEHANDELING: Anti-wormmiddel. De mest is besmettelijk, kijk uit voor her-besmetting en maak alles goed schoon.
    Probeer preventief twee keer per jaar te ontwormen, b.v. in september en maart.
    Ontwormingsmiddelen zijn te koop in poedervorm, die kan je mengen met meel, of als oplosmiddel voor in het drinkwater.



    (DA Hans De Wandeler)

    03-03-2008 om 16:45 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een kat heropvoeden

    Zoals gezegd is een poes bijzonder stress-gevoelig. Wanneer iets haar van streek brengt, brengt ze dat tot uiting door abnormaal gedrag, zoals onzindelijkheid, overdreven nagels scherpen, zich overdreven proper likken, abnormaal veel eten, depressief gedrag of agressie.

    Situaties die stress induceren kunnen van allerlei aard zijn, bijvoorbeeld een verhuis ,een nieuwe baby, een nieuw huisdier; en voor de supergevoelige kat : een nieuw bankstel, verandering van kattenbakkorrels, enz..

    De neurotische kat heropvoeden vergt heel wat kennis van de psychologie van de kat, heel wat geduld en doorzettingsvermogen.

    A. Een eerste punt : Probeer de oorzaak te detecteren en, indien mogelijk, te elimineren. Als het gaat om een nieuw merk kattenbakgrit of een nieuw kuisprodukt, geen probleem, maar een verhuis of baby...dan moet poeslief aangepakt worden. Men moet het dier altijd extra aanhalen en overal mee in betrekken : bijv gaat de baby in bad, laat poes rustig meekijken en snuffelen. Ga je verhuizen, zorg dan dat je veel (ongewassen !) dekentjes, waar de poes op gelegen heeft(vertrouwde geur), her en der verspreid in het nieuwe huis, enz.. Het is onbegonnen werk op te noemen wat je allemaal kan doen om de poes op haar gemak te stellen, immers dit is afhankelijk van de situatie, maar deze basisregels tellen altijd.

    B.Haal de poes veel aan : Voor de poes zijn "vertrouwde geuren" erg belangrijk : laat de poes aan nieuwe dingen ruiken en laat haar haar geurmerken afzetten (kopjes geven, likken) .
    Probeer de oude situatie zo goed mogelijk na te bootsen (zelfde uren van voederen en spelen, zelfde dekentje, kattenbak, enz...)

    Dit zal al een heel eindje helpen om de poes zich meer op haar gemak te stellen.


    C. Een woordje meer over onzindelijkheid : Men moet eerst terdege nagaan dat de onzindelijkheid niet voortvloeit uit het sexueel volwassen worden van de niet gekastreerde kater of kattin of van een echte ziekte in het urinair- of maagdarmstelsel.

    Indien niet, spreekt men van echte stress-onzindelijkheid.

    Wat je zeker niet mag doen, is de poes met de neus door de plas of uitwerpselen wrijven en op de kattenbak gooien : dit is de ergste vernedering dat de “nu toch al” gestresseerde kat kan meemaken, en ze zal niet begrijpen dat dit een straf is voor haar “onzindelijkheid”.

    Vermits de poes zelden buiten de bak zal doen in je aanwezigheid is het erg moeilijk ze op heterdaad te betrappen en te straffen. Het is pas als je haar kan betrappen dat straffen zin heeft.

    Daarom bestaan er twee therapieën :

    1) Je brengt de poes naar een kattenpension , in een ruimte waar meerdere poezen tesamen komen.
    De gestresseerde kat zal zich moeten aanpassen aan de regels van de groep en ondanks het feit dat dit een stress-situatie op zich is, zal de psyche van de dolgedraaide kat terug in goede banen geleid worden. Je moet de poes wel minstens 2 à 3 weken in het pension laten. Ondertussen moet je in huis de beplaste plaatsen goed reinigen. Niet met ammoniak of javel, want dit trekt de poes aan om daar terug te plassen. Wel met bv. Dettol (ontgeurt goed en bij de dierenarts te verkrijgen). Eventueel de plaatsen nadien tweemaal per dag besprenkelen met eau de cologne, gedurende de 2 à 3 weken afwezigheid van de kat : dit om de urinegeur (die de mens niet meer kan waarnemen, maar de poes wel !) perfect te camoufleren. Eau de cologne is bovendien een onaangename geurprikkel voor de poes. Er bestaan hiervoor ook sprays, oa Feliway (ook via dierenarts te verkrijgen) of zelfs een verstuiver die je in het stopcontact kan pluggen en die een geur vrijgeeft die positief inwerkt op de poes, en geen effekt heeft op de mens(is ook belangrijk).

    2) De “ kattenbaktraining ” in huis: Je sluit de poes op in een kleine ruimte met net genoeg plaats voor de kattenbak, drink- en eetbakje en het slaapkussentje van de poes. Het dier zal zijn nest niet bevuilen en verplicht zijn de bak te gebruiken. Het dier moet minstens twee weken in de kleine ruimte blijven, wat soms moeilijk is voor de eigenaar. Maar de keuze is simpel: 2 weken de poes wat hardhandig trainen of een gestresseerde kat die heel haar leven het huis bevuilt ? Tijdens de training moet je de beplaste plaatsen behandelen zoals bovenvermeld.


    D)Wat met KRABBEN ? Ongewenst gedrag bestraffen .

    a) aan behang en meubels krabben :

    Een kat moet ergens kunnen krabben : om de nagels te scherpen en om een visitekaartje achter te laten. Aan de voetzolen zitten immers geurklieren die tijdens het krabben, door ons niet te ruiken, geuren afscheiden. Vandaar ook dat de kat, eens ze een bepaalde plaats heeft bekrabd, ze telkens opnieuw naar die plaats gaat om te krabben, omwille van de geur die op die plaats hangt.

    U moet ze dus enkele plaatsen geven waarop ze mag krabben : een paar binnenstebuiten opgerolde matjes voldoen uitstekend, her en der in het huis verspreid. U wrijft eens krachtig met de zooltjes van de poes op de matjes om de geurmerken achter te laten.

    Tijdens de eerste dagen na binnenkomst van de poes, moet u de poes goed in de gaten houden en meteen optreden wanneer de poes aanstalten maakt om ergens te gaan krabben waar ze niet mag. Bestraffen gebeurt door bijvoorbeeld de poes nat te sproeien met de plantenspuit (zorg er wel voor de de poes de spuit niet associeert met u, wat niet zo gemakkelijk is). Een andere manier is hels lawaai produceren (een blikje gevuld met knikkers naar haar toe rollen, een ballon laten springen,...), of met een zacht voorwerp naar de kat gooien odat ze schrikt (het moet de kat wel raken). U doet dit terwijl u zogezegd bezig bent met iets anders. U kijkt de poes zeker niet aan of staat verdekt opgesteld zodat de poes u niet verdenkt.

    Indien de poes toch gekrabd heeft aan iets tijdens uw afwezigheid moet u die zaken “beschermen” door strafmaatregelen. Behangpapier, stoelpoten, meubels worden behangen met schuurpapier : wanneer poes hieraan krabt, geeft dit een zeer onaangenaam gevoel aan de voetzooltjes zodat ze met krabben stopt. Een blik gevuld met knikkers in wankel evenwicht wordt op de armleuning gezet, met een touw eraan vast, dat naar beneden hangt op de plaats waar de poes krabt. Tijdens het krabben zal poes zeker in het touw vasthangen, zodat het blik valt en de knikkers haar om de oren vliegen. De ballonnentruuk geeft ook goede resultaten : flink opgeblazen ballonnen worden bevestigd aan de geteisterde plaats. Tijdens het krabben raakt poes één van de ballonnen die plots kapot springt en voor een goede schrikreactie bij de kat zorgt. Deze maatregelen moeten wel een tweetal weken consequent volgehouden worden, om de kat te conditioneren dat krabben op die plaats onaangename gevolgen heeft.

    b) Poes krabt aarde uit de plantenbakken

    Sommige poezen hebben de nare gewoonte de aarde uit plantenbakken te krabben, en veel erger, er een plasje achter te laten. De oplossing is simpel, men legt grofmazig gaaswerk in de bak en bedekt het met een laagje aarde (ongeveer 1 cm). Wanneer de poes gaat krabben in de plantenbak worden de klauwtjes gevangen in het gaas, wat een zeer onaangename sensatie is : poes stopt ermee. Het gaas weerom minstens 3 à 4 weken laten liggen. Een andere truuk: de plantenbak volstoppen met aperitiefstokjes: vertikaal met de puntjes 1 a 2 cm boven de aarde. De poes zal zich niet kwetsen maar wel schrikken van de prikjes en zo vermijden er weer in terecht te komen.

    c) Poes springt in kasten vol delicate spulletjes

    De poes is meestal erg voorzichtig en zal niet makkelijk spullen omstoten tijdens onderzoektochtjes. Immers iets dat valt, maakt een plots lawaai, iets waar de kat niet dol op is. Maar ongelukjes kunnen gebeuren en het zijn meestal de spulletjes waar het baasje het meest aan gehecht is, die kapot vallen. Oplossing : ruim de kast leeg of laat alleen niet breekbare spullen staan, leg dan flink opgeblazen ballonnen in de kast. Wanneer poes in de kast springt, zal ze met de nagels de ballonnen raken, die zullen ontploffen met veel lawaai. De kat schrikt hiervan (een onaangename sensatie) en zal de kast links laten liggen. Deze maatregelen minstens twee weken volhouden.

    Besluit: het niet zo gemakkelijk een poes herop te voeden. Daarom doe het goed vanaf de poes in huis komt, het bespaart je een hoop ellende.


    (DA Hans De Wandeleer)

    03-03-2008 om 16:43 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Tekenziekte:

    Ook wel de ziekte van " LYME " genoemd.
    De tekenziekte rukt in Europa steeds verder op.
    In 2002 bezochten alleen al in België 35.000 mensen een huisarts na een tekenbeet.
    In 1995 meldden huisartsen 6500 gevallen van de ziekte van Lyme. In 2002 waren er 13.000 lymemeldingen, het aantal patiënten in ziekenhuizen niet meegerekend.
    Het aantal landgenoten dat door een teek wordt gebeten, ligt veel hoger.Ongeveer een op de vijf patiënten raakt na een tekenbeet besmet met de lymebacterie.
    Snelle behandeling is dan nodig om erger te voorkomen.
    De ziekte van Lyme is geen onschuldige kwaal.
    Als de aandoening niet tijdig wordt herkend en behandeld, kunnen mensen er ernstige restverschijnselen aan overhouden.

    Mevrouw Ida Hoogenboom (60), secretaris van de NVLP(Nederlandse Vereniging voor LymePatiënten), kan erover meepraten. In augustus 1995 krijgt ze hersenvliesontsteking.
    Later volgen symptomen die veel lijken op multiple sclerose, maar deze mogelijke diagnose verdwijnt na verder medisch onderzoek in de prullenbak.
    Het duurt langer dan een jaar, tot oktober 1996, tot de oorzaak wordt gevonden van haar ziektesymptomen: de bacterie Borrelia burgdorferi, die via een tekenbeet haar lichaam is binnengedrongen.

    Daarop volgt een intensieve behandeling met antibiotica, twee weken per infuus, vervolgens nog twee weken in de vorm van pillen. Dat geeft een hele verbetering. De moeheid verdwijnt. Er blijven echter restverschijnselen: spierspasmen, tintelingen in handen en voeten en stijve gewrichten.

    Gemiste diagnose
    Hoogenboom is niet de enige die kampt met de late gevolgen van de ziekte van Lyme doordat de aandoening niet tijdig werd ontdekt en behandeld.
    Uit een onderzoek van de NVLP onder 391 lymepatiënten uit 1999 bleek dat meer dan de helft langer dan een halfjaar ziek is alvorens de diagnose wordt gesteld.
    Bij 14 procent van de patiënten duurde het zelfs vijf jaar voordat de oorzaak van hun klachten wordt ontdekt. Slechts in 36 procent van de gevallen herkende de behandelend arts het ziektebeeld meteen en geeft hij een antibioticakuur.

    Er is intussen wel het nodige verbeterd, maar de kennis van heel wat artsen schiet nog steeds tekort als het gaat om de ziekte van Lyme.
    Zo’n 1700 neurologen, internisten en medisch microbiologen kregen een rapport over de ziekte van Lyme toegestuurd.
    Ook bij huisartsen is er sprake van een kennisachterstand.
    Ze werken volgens de medisch socioloog, met verouderde informatie.

    Een snelle diagnose van de ziekte van Lyme is belangrijk.
    In dat geval is de aandoening met een antibioticakuur goed te behandelen.
    Probleem is echter dat lang niet alle mensen in de gaten hebben dat ze na het bezoeken van bos, hei of duinen door een teek zijn gebeten. Een tekenbeet blijft in 35 procent van de gevallen onopgemerkt.
    Teken komen tegenwoordig overal voor, tot in stadsparken en zelfs in particuliere tuinen. Alleen in de rivieren en de zee zitten ze niet.

    Toename van de muizenstand en veranderende klimatologische omstandigheden zijn mogelijke oorzaken van de vermeerdering van het aantal teken.
    Teken gebruiken (deze) kleine knaagdieren als tussengastheer bij hun vermenigvuldiging.

    Zit een teek eenmaal op de huid, dan zoekt hij een zacht plekje.
    De oksels, liezen en knieholtes zijn geliefde beetplaatsen, maar in principe kan hij zich overal nestelen. Vervolgens knipt het minuscule beestje de huid open met twee ragfijne schaartjes en graaft hij zich met zijn van weerhaakjes voorziene snuit in. Enzymen zorgen ervoor dat het opgezogen bloed niet stolt.
    Tevens scheidt hij na 24 uur een soort cement af waardoor hij goed verankerd zit in de huid.

         

    Naarmate de teek langer in de huid zit, neemt het risico op besmetting toe.
    Daarom is het belangrijk dat het beestje zo snel mogelijk wordt verwijderd.
    Een eerdere besmetting beschermt niet tegen de gevolgen van een volgende beet.

    Zo’n 20 tot 50 procent van de teken is drager van de bacterie Borrelia burgdorferi.
    Niet iedereen die door een teek wordt gebeten en vervolgens besmet raakt met de bacterie, krijgt de ziekte van de Lyme.
    Zo heeft 30 procent van de bosarbeiders antistoffen tegen de aandoening, terwijl ze er niet ziek van zijn geweest.
    Bij de meeste mensen rekent het eigen afweersysteem efficiënt af met de bacterie.
    Er is wat dit betreft ook verschil in leeftijden. Kinderen bijvoorbeeld krijgen de ziekte minder vaak dan vijftigplussers, maar als ze de ziekte van Lyme krijgen, is het meestal hevig.
    De meeste lymepatiënten in België zijn vrouwen van boven de vijftig, op afstand gevolgd door mannen van middelbare leeftijd.

    Na besmetting met de tekenbacterie verschijnt er meestal een karakteristieke uitdijende rode ring (Erythema migrans) in de huid rondom de beetplaats, het eerste stadium van de ziekte van Lyme. Die ring is een bewijs dat de bacterie in het lichaam is binnengedrongen.
    Bij 10 tot 20 procent van de mensen verschijnt echter geen rode ring. Bovendien verdwijnt deze na enige tijd vanzelf en is er niets meer te zien.
    Dat alles kan een reden zijn dat mensen zich ten onrechte geruststellen en dat huisartsen denken dat er niets aan de hand is.

    Een probleem bij de diagnostiek van de ziekte van Lyme in een latere fase is dat de tests op antistoffen tegen de bacterie waarmee de aandoening kan worden vastgesteld, niet waterdicht zijn. Een negatieve testuitslag is geen garantie dat een patiënt met klachten de ziekte van Lyme niet heeft.
    Soms hebben mensen maar weinig antistoffen tegen de Borrelia-bacterie in het bloed. Verschillende bloedtests zijn dan nodig. Een verkeerde testuitslag kan ook een reden zijn dat artsen en patiënten niet denken aan de ziekte van Lyme.
    Gelukkig is de betrouwbaarheid van de tests de laatste jaren verbeterd.

    Tweede stadium
    Als de bacterie zich via het bloed door het lichaam verspreidt, is de ziekte van Lyme overgegaan in het tweede stadium (gemiddeld na veertien tot dertig dagen).
    De bacterie kan in elk orgaan terechtkomen, maar in de praktijk ontstaan vooral ziekteverschijnselen van het zenuwstelsel, de gewrichten en in zeldzame gevallen, van het hart (ritmestoornissen).
    Meest voorkomend is een lichte vorm van hersenvliesontsteking, die vaak gepaard gaat met een ontsteking van hersen- en/of ruggenmergzenuwen.
    Sufheid of nekstijfheid, twee karakteristieke symptomen van hersenvliesontsteking, ontbreken vaak.
    Veelvoorkomende klachten zijn onder meer hoofdpijn, concentratiestoornissen, moeheid, tintelingen in handen en voeten, of lichte verlammingsverschijnselen van een ledemaat of een halfzijdige aangezichtsverlamming.
    De bacterie kan het geleiachtige omhulsel rond de zenuwbanen aantasten, de zogeheten myelineschede, en kan ook elders in het zenuwstelsel schade aanrichten. Gewrichtsproblemen komen eveneens geregeld voor, vaak in het kniegewricht, dat opgezwollen en pijnlijk kan zijn.

    In de tweede fase is de aandoening met een antibioticakuur in de meeste gevallen nog goed te genezen. Omdat de klachten echter bij meer ziekten kunnen optreden, kunnen artsen, als ze niet alert zijn op de ziekte van Lyme, de diagnose gemakkelijk missen.
    Als de aandoening niet wordt behandeld, krijgt de ziekte van Lyme een chronisch beloop en belanden patiënten na ongeveer een jaar in het derde stadium. Patiënten lopen in die fase het risico op blijvende restverschijnselen.

    Derde stadium

    Die komen voor een deel overeen met de symptomen uit het tweede stadium, met dit verschil dat ze na behandeling niet meer overgaan. Soms ontstaat in dit stadium op bepaalde plaatsen een permanente rode verkleuring van de huid. Lymedeskundigen vermoeden dat onder patiënten met de vaak onbegrepen ziekte ME, het chronisch vermoeidheidssyndroom, ook lymepatiënten zitten, zonder dat zij en hun behandelaars zich daarvan bewust zijn.
    Dat betekent dat de aandoening mogelijk breder voorkomt dan we nu weten.

    Punt van kritiek is onder meer dat de behandeling met antibiotica van patiënten met de ziekte van Lyme langer zou moet duren dan vier weken omdat de bacterie zich in het lichaam kan inkapselen in een cyste en daardoor moeilijker is te bereiken.

    Voorlichting
    De ziekte van Lyme is in ons land verreweg de meest voorkomende infectieziekte die door een dier kan worden overgebracht op de mens.
    Gezien de omvang van de aandoening en de potentiële dreiging noemt hij het opvallend dat de ziekte nog altijd niet is opgenomen in de Infectieziektenwet. Er is geen verplichte registratie van het aantal ziektegevallen. De voorlichting schiet helaas nog ernstig tekort. De overheid is nog veel te afwachtend. Andere landen zijn ons ver voor. Neem Zweden, daar is informatie over de ziekte van Lyme verkrijgbaar in artsenpraktijken, apotheken, VVV’s, gezondheidscentra, gemeentehuizen, bibliotheken en op recreatieplaatsen.
    De gevolgen van dit gebrek aan voorlichting zijn merkbaar. Ons land telt vergeleken met ons omringende landen naar verhouding veel lymepatiënten. De wil is er wel, maar er moet iemand zijn die het oppakt. Preventie kan veel ellende voorkomen en is zonder meer kostenbesparend.”


    (dierenarts Asse)

    03-03-2008 om 16:42 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedichtje Hondendroom (Big Ietie & Kleine Engel)

    Photobucket

    Hondendroom
    In een droom een keer hondje zijn,
    uitgelaten door een klein kind.
    En maar spelen heel fijn,
    elke dag eens goed gezind.
    Samen wandelen met je baas,
    tegen bomen plasjes doen.
    Of in je hok zitten helaas,
    dat is toch geen fatsoen.
    Neen ik blijf liever een mens,
    en knuffel mijn eigen dier.
    En dit is mijn vurigste wens,
    zeer geliefd door je eigen dier.
    big ietie

     

     
    Copyright©Kleine- engel /2008

    03-03-2008 om 02:09 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grapjes (Knudde1)

    Drie haaien zien een surfer zegt een haai tegen de anderen:kijk jongens ons eten word geserveed op een bordje.


    er is een man en die gaat naar de dierentuin en ziet daar een bordje bij de gorila staan en hij leest dat:nie aanraken a u b maar hij tikkte hem toch en toen brak de gorila de kooi stuk en de gorila rennden achter de man aan en toen was hij 3 uur aan het vliegen en had hij 5 uur door de woestijn gelopen en 1 uur door de stad en toen zei hij:ik geef het op dan maakt hij mij maar dood en de gorila kwam er aan gelopen en zei:tikki jij bent hem


    ga nooit achter een koe staan als ze moet kalven want als ze U moest zien zou ze stoppen met persen en denkjen dat het kalf al geboren is




      Groetjes Knudde 1   


    03-03-2008 om 01:37 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.


    Een rat. 
 
 (Foto AP)

    Een rat.   (Foto AP)

    Ratten op eilanden beïnvloeden ook leven in zee

    Gepubliceerd: 29 februari 2008 23:04 | Gewijzigd: 29 februari 2008 23:04

    Door Sander Voormolen

    Rotterdam, 29 febr. In het water rond eilanden waarop ratten leven, komen minder wieren voor en juist meer slakken, mosselen, zeepokken, zeesterren, sponzen en anemonen.

    Dat concluderen Amerikaanse ecologen na een grootschalig vergelijkend onderzoek op de Aleoeten. De vraatzucht van ratten werkt door in de hele voedselketen ( Proceedings of the National Academy of Sciences , 25 februari).

    Dat ratten op grote schaal eieren en kuikens roven en soms ook volwassen grondbroedende vogels vangen, was bekend. Ratloze eilanden huisvesten vaak vogelkolonies met schouder aan schouder broedende dieren. Als er ratten zijn, is het vaak vreemd stil. Op de Aleoeten, een eilandenarchipel in de Beringstraat tussen Siberië en Alaska, zijn de meeuwenkolonies op ratteneilanden zowat gehalveerd zijn in vergelijking met ratvrije eilanden.

    Deze reductie van het aantal zeevogels werkt indirect door in het ecosysteem van de eilanden, zo schrijven de onderzoekers onder leiding van Donald Croll en Bernie Tershy van de University of California in Santa Cruz. Ze telden de aantallen beringmeeuwen (Larus glaucescens) en Noord-Amerikaanse zwarte scholeksters (Haematopus bachmani) op acht rathoudende en op ruim tachtig ratvrije eilanden.

    De onderzoekers legden de veranderingen in het zeeleven vast door bij eb op regelmatige afstanden foto’s te maken van kustlijn. Lange zeewieren knipten ze weg om de overige bodemflora en -fauna in beeld te krijgen. Zo konden zij tellen hoeveel soorten er van welke dier- of plantengroepen aanwezig waren.

    Met name zeeslakken profiteren flink van de door ratten gedecimeerde meeuwen- en scholeksterpopulaties. Zij vormen de belangrijkste prooi van deze vogels. Er waren zoveel slakken dat zij de algen en wieren op de rateilanden flink kort hielden, tot bijna de helft van de oorspronkelijke begroeiing. Op de vrijgekomen plekken zagen andere ongewervelde dieren hun kans. De dichtheden van mosselen en zeesterren namen dertig en vijftig keer toe. Er waren zes keer zoveel zeepokken te zien dan op ratvrije eilanden. Het aantal zeeanemonen en sponzen verdriedubbelde.

    Niet eerder is er zo’n groot ecosysteemeffect vastgesteld van een exoot. Ratten horen van nature niet thuis op de Aleoeten. Ze zijn er waarschijnlijk beland toen een Japans schip rond 1750 op de kust strandde van een eiland dat toepasselijk Rat Island is genoemd. Natuurbeschermers proberen de ratten er weer uit te roeien omdat zij zoveel schade aanrichten aan de vogelstand (nrc.nl)

      Groetjes Knudde 1   

    03-03-2008 om 01:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het jaar van de scholekster (Knudde1)

    Het jaar van de scholekster


    De scholekster is door Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland uitgeroepen tot vogel van het jaar. Al jaren gaat het slecht met de grootste druktemaker onder de Nederlandse vogels.

    Slideshow image
    Het aantal broedparen is sinds 1990 meer dan gehalveerd en de huidige scholeksterpopulatie vergrijst. De klachten zijn duidelijk, maar diagnose en behandeling zijn moeilijk.

    Flap, flap, flap. Bij een licht briesje op een nevelige middag zijn alleen de voetstappen van laarzen op het Texelse wad tot ver hoorbaar.
    Zelfs de scholeksters, notoire herrieschoppers op het wad, zijn stil. Geen enkele keer is het meestal eindeloos herhalend en akelig schel klinkend 'tepiettepiet-tepiet' hoorbaar.

    "Daar staan wel scholeksters" , wijst onderzoeker Bruno Ens van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Een telescoop wordt in de modderprut opgesteld om de vogels van nabij te observeren. "Kijk, die scholekster heeft kleurringen om. Groen rechts met een letter en rood links. Door de kleurcombinaties zijn we in staat vogels individueel te herkennen."

    De scholekster: zwart-wit, met een lange oranje-rode snavel, lange roze poten en zelfs een oranje ringetje om de rode ogen.

    Met de oer-Hollandse vogel (naar schatting 25 procent van de Europese scholeksters broedt in Nederland) gaat het slecht. Aangenomen wordt dat in Nederland nu minder dan 80.000 paartjes broeden. Dat was vijftien jaar geleden nog het dubbele.

    Het leek zo goed te gaan met de soort, die tot pakweg 1930 vrijwel alleen voorkwam langs de kust. Toen begon de scholekster aan een opmars in het binnenland. Tot verrassing van boeren in Drenthe en Brabant bevolkten scholeksters plotseling weilanden en aardappelakkers.

    "Het is niet eenvoudig een eenduidige oorzaak aan te wijzen voor de achteruitgang", vindt Ens. Vast staat dat vrijwel alle Europese scholeksters de wintermaanden doorbrengen in het Waddengebied. In grote groepen zwalken ze over het wad, op zoek naar kokkels en vooral mosselen.

    In het verleden werden scholeksters massaal het slachtoffer van strenge winters. Die zijn er nauwelijks meer, dus zou de scholekster juist moeten profiteren van de klimaatverandering.

    Rond 1990 werd de in het Waddengebied overwinterende scholeksters een zware slag toegebracht, toen mosselvissers binnen enkele jaren vrijwel alle droogvallende mosselbanken wegvisten. Zonder enige restrictie mocht er ook massaal mechanisch op kokkels worden gevist.

    Sinds 1993 is er nauwelijks meer op de droogvallende mosselbanken gevist en er is duidelijk sprake van herstel van die banken, met name in de oostelijke Waddenzee. Sinds 2004 is ook de mechanische kokkelvisserij er verboden. Toch blijven de aantallen scholeksters afnemen. Een zekere bedreiging voor de soort is de verandering in het voedselaanbod. " Het blijkt dat vooral de mossel een energierijk hapje voor de scholeksters oplevert. Wat we zien, is dat in het Waddengebied de afgelopen jaren de mosselbanken in toenemende mate worden overgroeid door de Japanse oester" , zegt Ens.

    Hij pakt een mossel van het wad. "Kijk, deze is door een scholekster opengemaakt. Er is een gat gehakt precies op de plek van de byssusdraden waarmee de mossel zich aan andere mossels hecht, de zwakste plek van de schelp. Zo kan de scholekster snel en veel voedsel vinden. Met de Japanse oesters is dat anders. De scholekster krijgt de oester simpelweg niet open."

    De grote oesterbank midden in het reusachtige modderbad geeft de wadloper weer houvast onder de voeten. Dikke klompen schelpen van fikse afmeting vormen bijna de spreekwoordelijke rots in de branding. Verwoede pogingen een enkele oester los te trekken, mislukken. Laat staan dat het lukt een schelp te openen. Daar is robuuster gereedschap uit de bouwmarkt voor nodig.

    Ondanks een venijnige snavel en de nodige vogelslimheid lukt het ook de scholekster niet. Dat betekent honger lijden voor de tienduizenden scholeksters op het wad.

    Jarenlang hadden vogelonderzoekers nauwelijks door dat het mis ging met de scholekster. De soort leek heel algemeen, rukte zelfs op van de kustgebieden naar het binnenland. Bovendien heeft natuuronderzoek doorgaans meer affiniteit met alles wat zeldzaam is.



    Bruno Ens bracht jaren op het wad door om gedrag en leefwijze van de scholekster minutieus te onderzoeken. Het is niet uitgesloten dat voedselschaarste in de wintermaanden doorwerkt in het broedsucces.

    "Dat hadden we aanvankelijk niet door omdat scholeksters een hoge leeftijd kunnen bereiken" , zegt Ens. "Daardoor leek het aantal broedvogels lange tijd redelijk stabiel. Door vogels te voorzien van kleurringen werd echter duidelijk dat vooral veel jonge vogels de wintermaanden niet overleefden. Oudere, ervaren vogels wisten hun kostje nog wel bij elkaar te scharrelen. Wel hebben veel scholeksters vermoedelijk een slechtere lichamelijke conditie na de winter, waardoor ook het gemiddeld aantal jongen per broedpaar is afgenomen. Dat is pas in de laatste jaren goed zichtbaar geworden", vertelt Ens.

    De scholeksters in Nederland vergrijsden . Door het hoge aantal oudere vogels werd het tekort aan nakomelingen vele jaren gecamoufleerd, mede omdat de vogels een leeftijd van wel 43 jaar kunnen bereiken.

    De stand ging buitengewoon snel achteruit toen ook de oudere scholeksters stierven.

    Ens: "Omgekeerd verwacht ik dat een eventueel herstel van de scholeksterstand zeer langzaam zal gaan. Want jonge scholeksters leven tot wel vier jaar in groepen voordat ze gaan broeden. We zien nu gelukkig in het oostelijk Waddengebied een herstel van de mosselbanken. Het zal nog wel enkele jaren duren voordat duidelijk wordt of de scholeksters hiervan profiteren. Of dat we de oorzaak toch heel ergens anders moeten zoeken."

    Hoe zit het dan met de scholeksters in Drenthe, Twente en Brabant? Deze vogels moeten het in de broedtijd hebben van regenwormen, niet van mosselen. "Dat het aantal broedvogels ook in het binnenland achteruitgaat staat wel vast. Dat hoeft niet te liggen aan veranderingen in het leefgebied daar. Mogelijk moet de oorzaak worden gezocht in de mindere overwinteringsmogelijkheden, want ook de binnenlandse vogels leven in die periode op het wad. Er kan ook niet worden uitgesloten dat bijvoorbeeld de intensivering van de landbouw slecht uitpakt voor de scholekster. Om dat op te lossen, is onderzoek nodig."

    Vogelbescherming en Sovon gaan daarom dit jaar een groot aantal onderzoeken doen. Zo is er bijvoorbeeld maar weinig bekend over het aantal broedparen in binnenlandse gebieden. Daarbij wordt een beroep gedaan op het grote publiek om scholeksters te melden die in de stad broeden. Op www.jaarvandescholekster.nl is nadere informatie te vinden.

    Het groepje scholeksters op het Texelse wad laat tegen het vallen van de duisternis toch nog wat van zich horen. Een onvervalst 'tepiet-tepiet-tepiet' klinkt op vanaf een zandbankje.

    Een scholekster met een kort lontje spurt achter een soortgenoot aan. Net zo snel als het tumult is ontstaan, wordt de vrede getekend. Even later zien we op het eiland nijlganzen en zelfs een flamingo.

    "We zien inderdaad opmerkelijke veranderingen in de natuur. Van nature in het Waddengebied voorkomende mosselbanken verdwijnen voor Japanse oesters. Terwijl het slecht gaat met scholeksters en blauwe kiekendieven zien we nu overal nijlganzen en zilverreigers opduiken."
    (de gelderlander)


      Groetjes Knudde 1   

    03-03-2008 om 01:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 18/11-24/11 2013
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006

    Gastenboek
  • Dank jullie wel
  • goede morgen blogger
  • maandaggroeten
  • Piper ( mini Horse ) and Mango ( fat Cat )
  • Groetjes van uit Tessenderlo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenasiels
  • Doggydancing
  • Sol y luna
  • Jef Pipe
  • Chamanouke
  • Beautifull Lady
  • Birdie
  • Huisdierenuitvaart

  • Archief per maand
  • 02-2014
  • 11-2013
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
  • Nieuwe Puppy
  • Blijft jouw pup alleen thuis?
  • Hoe overleeft een binnenhuiskat buiten?
  • Veel meer info over vogels
  • Een huisdier maakt onze thuis compleet
  • Wie is het slimst? Hond versus chimpansee
  • Acht tips om de oren van je hond zuiver te houden
  • Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
  • Waarom vrouwen van katten houden
  • 10 lessen die je kunt trekken uit het leven van je huisdier
  • Kijk je hond in de ogen
  • Gedichtje
  • Samen op wandel - enkele tips voor baasje en hond
  • Honden en katten twee soorten jagers
  • Allergieën: ook onze katten hebben er last van!

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    radio_opsinjoor
    blog.seniorennet.be/radio_o
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Mijn waffers

  • Zoeken met Google




    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • crematoriumboom

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Nieuws GVA
  • Essen viert tachtig jaar vrijheid na Tweede Wereldoorlog met re-enactment en zoekt acteurs, groepen en voertuigen
  • Groen wil over ruime lijst Grondwetartikelen kunnen praten
  • Mensenketting uit solidariteit met werknemers Van Hool: “Ze staan niet alleen”
  • Zes maanden na de laatste opnames van ‘Blind gesprongen’: ontdek hier of deze vier deelnemers nog hun job hebben
  • ‘Shopaholic’-auteur Sophie Kinsella onthult dat ze vecht tegen hersenkanker
  • Advocate slachtoffer Dennis Black Magic: “Als je een seksuele relatie hebt binnen de porno-industrie, kan je ook op elk moment beslissen om de daad te stoppen”
  • Vijfde editie badmintontoernooi 55-plussers rondt kaap tachtig deelnemers
  • Véronique De Kock één maand na auto-ongeluk met spoed opgenomen in ziekenhuis: “Nooit durven dromen dat whiplash zoveel pijn zou geven”
  • Aarde onder de gevel weggespoeld na breuk in waterleiding
  • Sam Gooris trekt 25ste verjaardag De Witte Mol op gang met ‘vals zingend koor’

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenkliniek Wilhelminapark

  • Laatste commentaren
  • Nuru massage in Bangalore (spa69)
        op Het Franse hangoor konijn
  • massage spa near me (madhurisweety)
        op Het Franse hangoor konijn
  • Marianne (Marianne Miltenburg)
        op 8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
  • Illegaal gebruik artikel (De WeydeGansch)
        op Behandel je hond nooit als mens.
  • goed artikel (LEEN)
        op Hondennagels knippen is geen gevecht.


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!