Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
16-03-2008
10 jaar neushoorns beschermen met resultaat (Knudde1)
10 jaar neushoorns beschermen met resultaat
Het Afrikaanse neushoornprogramma van het Wereld Natuur Fonds viert op vrijdag 14 maart zijn 10-jarige bestaan. Reden voor een feestje, ook omdat dit project hét bewijs vormt dat natuurbescherming wel degelijk zin heeft.
Voor de kolonisatie van Afrika in de 19e eeuw moeten er honderdduizenden neushoorns op het continent rond hebben gelopen. Wetenschappers onderscheidden twee belangrijke soorten: de zwarte en witte neushoorn.
Twee eeuwen later, anno 1997, leven in zuidelijk Afrika nog 8.466 witte en 2.599 zwarte neushoorns. De dieren zijn bijna uitgeroeid door blanke jagers en stropers, die het vooral op de hoorn van het dier hebben voorzien. En dat terwijl het doden van de neushoorn hiervoor onnodig is. Het dier blijft zonder hoorn gewoon in leven en de afgezaagde hoorn groeit gewoon weer aan.
Klinkende resultaten
Door samen te werken met de lokale bevolking, hard op te treden tegen stropers en het leefgebied van de neushoorns beter te beschermen, heeft het WNF de afgelopen tien jaar klinkende resultaten geboekt. Het aantal zwarte neushoorns is bijna verdubbeld tot 4.000 dieren en het aantal witte neushoorns is gegroeid tot 14.500. Volgens de Species Survival Commissie van de wereldwijde natuurbeschermingsorganisatie IUCN groeien de populaties witte en zwarte neushoorns sinds 1995 jaarlijks met 6,8 procent en 4,5 procent.
Nederlands tintje
Leuk weetje is de naam 'witte neushoorn' is afgeleid van een verkeerde verbastering van het Nederlands. De witte neushoorn heeft namelijk een vierkante, platte bek. Dit in tegenstelling tot zijn zwarte familielid, die een veel puntiger snuit heeft om blaadjes mee te plukken. De Nederlandse kolonisten gebruikten om de kop van de witte neushoorn te beschrijven de term 'weit', oftwel een breed voorkomen. De Engelsen vertaalden dit 'weit' later onterecht als WNF DN 14/03/2008
Als er één vlo over de dam is volgen er meer! En voor je het weet heb je een ware vlooienplaag. Hoe kom je er aan, hoe kom je er af en hoe voorkom je het. Henk Lommers geeft raad.
Je hebt een prachtige tuin waarin je net een nieuwe vijver hebt aangelegd. Het ligt er mooi bij maar je wil toch wat meer leven in de brouwerij brengen. Je besluit om kikkers en andere amfibieën naar je tuin te lokken, maar hoe doe je dat en is je tuin wel de juiste omgeving?
Beschermde diersoorten Kikkers, padden en salamanders behoren tot de amfibieën en zijn beschermde diersoorten. Daarom is het van belang dat deze dieren een goede leefomgeving hebben en zich gaan voortplanten. Die leefomgeving kan dichterbij zijn dan je denkt, namelijk de vijver in je eigen achtertuin!
Steeds meer mensen leggen een vijver aan in hun tuin. Meestal voor de sier, maar soms ook om kikkers, padden en salamanders aan te trekken. Deze amfibieën komen niet zomaar; de vijver en de tuin er omheen moeten aantrekkelijk genoeg zijn.
Vijver De vijver hoeft niet groot te zijn, als hij maar 80 cm diep is. Dan hebben de dieren een plaats om te overwinteren waar de vorst niet komt. De aanzuigmond van de pomp dient afgeschermd te worden, zodat eventuele larven niet opgezogen kunnen worden. Als je grote vissen in je vijver hebt, is de kans klein dat er ooit een kikker, pad of salamander in gaat leven. Grote vissen, zoals zonnebaarzen, zullen de eitjes en de larven van de amfibieën opeten. Ter bescherming van de eitjes dienen er genoeg waterplanten in de vijver aanwezig te zijn. Lelies zijn altijd welkom, maar zorg dat ze niet het gehele wateroppervlak bedekken!
Beplanting Behalve de vijver is ook de beplanting rond de vijver belangrijk. Amfibieën zijn dol op groen, dus zorg voor flink wat oeverbeplanting. De planten geven een goede beschutting voor de volwassen dieren en planten die deels in het water hangen bieden bescherming voor de eitjes en de jongen. Waterkers is bijvoorbeeld zeer geliefd bij de kikkers. Tijdens de paartijd hangen ze erin en omdat de plant half onder water groeit, voelen ze zich er ook veilig.
De oever Amfibieën houden van insecten. Zorg er daarom voor dat je voldoende bloemen rond de vijver hebt staan waar insecten op af komen. Ook hoef je niet meteen dorre bladeren van de grond af te rapen; dat is namelijk ook leefgebied van insecten. Je kunt zelfs een zogenaamde compostkuil maken. Als je een kuil graaft en je gooit daarin blad- en maaiafval, wordt dat verteerd door schimmels en bacteriën. Op die manier wordt een broeiend en voedselrijk milieu gecreëerd voor diverse insecten. De amfibieën gebruiken de kuil in de zomer om op jacht te gaan en bij vorst wordt de kuil gebruikt om te overwinteren. Amfibieën voelen zich ook prettig in moerassen. Wil je het dus nog aangenamer voor ze maken, maak dan een klein moeras naast je vijver met wat dotterbloem en adderwortel ter beschutting.
Ondanks het lawaai dat ze maken, is het altijd een mooi gezicht om kikkers, padden en salamanders in je tuin te zien. De groene kikker kun je zelfs tam maken. Je zult merken dat ze aan je aanwezigheid wennen en als je ze af en toe wat lekkers geeft, kunnen ze op den duur zelfs uit je hand gaan eten.
Dit is Augie. Een Golden Retriever uit Texas wiens naam genoteerd staat in het Guinness Wereldrecordboek. Augie kan namelijk vijf tennisballen tegelijk in zijn mond houden. Hij deed dit in juli 2003.
Misschien kan hij aan de slag als assistent van Justine Henin?
Hoe krijg je kikkers in de tuin? En hoe weet je nou of je een kikker of een pad in je vijver hebt? Henk Lommers weet het ook niet, maar een aardige mevrouw vertelt er alles over.
Dierenartsen willen verbod op onverdoofd slachten (Knudde1)
Dierenartsen willen verbod op onverdoofd slachten
De beroepsorganisatie van dierenartsen, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) wil een verbod op onverdoofd slachten. De KNMvD vindt dat het dierenwelzijn bij een dergelijke slachting zonder verdoving vooral bij runderen onaanvaardbaar wordt aangetast. Voorzitter Ludo Hellebrekers: 'wij zullen er bij de regering op aandringen dat een verbod zo snel mogelijk tot stand komt. Het dierenwelzijn moet hier voorop staan.'
In Nederland mogen dieren op basis van bepaalde religieuze overtuigingen zonder verdoving en dus bij bewustzijn worden geslacht. De extra maatregelen, die bij het ritueel slachten nodig zijn om dieren vast te zetten, leiden tot veel stress bij dieren. Bovendien wordt bij het ritueel slachten de hals doorgesneden als het dier nog bij bewustzijn is. De periode waarin vervolgens door verbloeding het bewustzijnsverlies intreedt, kan bij bijvoorbeeld runderen en schapen oplopen tot twee minuten. Tijdens die periode is er sprake van onnodige pijn en lijden.
De beroepsorganisatie van dierenartsen pleit er daarom voor dat dieren voortaan alleen nog maar na verdoving geslacht mogen worden. Het gaat de KNMvD er nadrukkelijk niet om religieuze groeperingen hun recht op ritueel slachten te ontnemen. Het gaat er om dat ritueel slachten diervriendelijke kan, door vooraf bedwelmingsmethoden toe te passen. Er zijn stromingen binnen religies die diervriendelijker slachtmethoden toestaan die niet in strijd worden geacht met de voorschriften van betreffende religies. Het toepassen van reversibele elektrische bedwelming of het bedwelmen van de dieren direct na het aanbrengen van de halssnede zijn daar voorbeelden van.
Zolang het onbedwelmd slachten in Nederland nog is toegestaan bepalen vooral de omstandigheden tijdens het slachtproces de mate van aantasting van het dierenwelzijn. De KNMvD doet daarom ook een aantal aanbevelingen om de bestaande situatie in aanloop naar een verbod, te verbeteren. Zo moet onder meer het toezicht worden verscherpt en moeten er met spoed betere methoden komen om dieren in bedwang te houden tijdens de rituele slacht. Totdat er een verbod is moet de export van vlees van ritueel geslachte dieren aan banden worden gelegd en moet vlees dat in de Nederlandse schappen terecht komt duidelijk worden gelabeld.
Wolapen lijden aan hoge bloeddruk Uitgegeven: 13 maart 2008 15:41 Laatst gewijzigd: 13 maart 2008 16:17
WAGENINGEN - Wolapen die in gevangenschap leven, lijden aan hoge bloeddruk en gaan eerder dood dan hun soortgenoten in het wild. Dat komt doordat de gevangen dieren te veel suiker eten. De suiker krijgen ze binnen via fruit dat tot hun dieet behoort.
Dat heeft dierwetenschapper Kimberly Ange-van Heugten van de Wageningen Universiteit ontdekt in een onderzoek, dat zij voor haar promotie uitvoerde bij de Apenheul in Apeldoorn en bij de Louisville Zoo in de Verenigde Staten.
De Apenheul is de enige Nederlandse dierentuin waar wolapen vrij rondlopen. Wereldwijd leven een kleine negentig exemplaren van de ernstig bedreigde diersoort in gevangenschap.
Ernstig probleem
Dat wolapen het in gevangenschap slecht doen is een ernstig probleem, waarover dierenbeschermers zich al langer het hoofd breken. Er is lang gedacht dat de dieren aan suikerziekte zouden lijden.
Ange-Van Heugten nam daarom bij de onderzochte diergroepen bloed af en ontdekte dat er van suikerziekte geen sprake is.
Stress
Wel hadden alle apen een abnormaal hoge bloeddruk. Volgens de onderzoekster zorgt de overvloed aan suiker voor stress, wat weer hoge bloeddruk veroorzaakt. Veel in gevangenschap geboren wolaapjes halen niet eens hun eerste levensjaar.
Oudere apen sterven aanzienlijk eerder dan hun wilde soortgenoten. Ondanks een fokprogramma gaan er tot nu toe meer wolapen in dierentuinen dood dan dat er geboren worden.
Appels
Wolapen in het wild eten insecten, noten en fruit. Dat krijgen zij in dierentuinen ook, maar de appels, peren en bananen die daar tot hun dieet horen zijn veel suikerrijker. Wolapen zijn kennelijk erg gevoelig voor deze fruitsuikers, aldus de onderzoekster.
Ange-Van Heugten weet nog geen oplossing voor het door haar ontdekte probleem. "Bessen en vruchten uit het oerwoud halen is een onbetaalbare en schier onmogelijke optie. Maar al het fruit dat door mensen wordt geteeld is veel suikerrijker dan wilde vruchten."
Ook medicatie tegen de hoge bloeddruk heeft nog weinig effect gehad, zo concludeert de promovenda.
10 regenwouden die het redden waard zijn (Knudde1)
10 regenwouden die het redden waard zijn
Fiordland National Park, Nieuw-Zeeland
Danum-vallei, Sabah, Maleisië
De laaglandregenwouden van zuidelijk Nieuw-Guinea
Gondwana-regenwouden, Australië
Oostkust van Madagascar
Het regenwoud van Congo
Het Atlantische regenwoud, Brazilië
Het Amazonewoud, Brazilië
Het Chocó-regenwoud, Ecuador en Colombia
Parque Nacional Corcovado, Costa Rica
Het regenwoud herbergt tweederde van alle levende planten- en diersoorten op onze planeet. En dan zijn er naar schatting nog miljoenen soorten planten, insecten en micro-organismen die nog niet werden ontdekt. Helaas worden de regenwouden met een exponentiële snelheid vernield, voor de verkoop van hardhout of om plaats te maken voor landbouwgrond. Tenzij er op wereldniveau aanzienlijke maatregelen worden getroffen om ze te beschermen, zal er tegen 2030 maar 20% van alle regenwouden op aarde overblijven. 80% van het woud en zijn natuurlijke rijkdommen zullen dan voorgoed verloren zijn.
1. Fiordland National Park, Nieuw-Zeeland Een van de mooiste gematigde regenwouden ter wereld, gelegen op het Zuidereiland. Alles is bedekt met mossen en varens, maar er is weinig biodeiversiteit omwille van het koude klimaat.
2. Danum-vallei, Sabah, Maleisië In dit regenwoud op Borneo groeien vleesetende planten en de grootste bloem ter wereld, de rafflesia. Er leven 275 soorten vogels en 100 verschillende soorten zoogdieren, waaronder vliegende eekhoorns, gibbons, vliegende kikkers, Indische olifanten en nijlpaarden. Helaas wordt hier op onverantwoorde wijze hout gekapt.
3. De laaglandregenwouden van zuidelijk Nieuw-Guinea De regenwouden van Nieuw-Guinea worden bevolkt door paradijsvogels, de grootste vlinders ter wereld, en andere vreemde insecten. Het woud is moeilijk te bereiken, dus er komen weinig toeristen.
4. Gondwana-regenwouden, Australië In deze regio aan de Australische oostkust komen enkele interessante inheemse soorten voor zoals de kasuaris, en je kan er gemakkelijk naartoe als toerist. Meer info: http://whc.unesco.org/en/list/368
5. Oostkust van Madagascar De regenwouden op dit eiland aan de oostkust van Afrika verdwijnen stilaan door ontbossing en landbouw. Wat overblijft, is paradijs voor kameleons, gecko's en lemuren, een sterk bedreigde soort. Meer info: http://rainforestfoundationuk.org/s-Madagascar
6. Het regenwoud van Congo Dit Afrikaanse regenwoud is een van de meest bedreigde ter wereld en politieke problemen maken de toegang moeilijk. Er leven fascinerende dieren, zoals gorilla's en chimpansees. Meer info: http://rainforests.mongabay.com/congo
7. Het Atlantische regenwoud, Brazilië Bezoek het voor het te laat is. Het woud heeft erg te lijden onder ontbossing. Door een toenemende bevolkingsgroei blijft er slechts 4% van het oorspronkelijke regenwoud over. Wonderlijke diersoorten, zoals het gouden leeuwenaapje, worden er met uitsterving bedreigd.
8. Het Amazonewoud, Brazilië Het grootste regenwoud ter wereld, beslaat voor het merendeel Brazilië, alsook negen andere Zuid-Amerikaanse landen. Het gaat over van nevelwoud ten oosten van de Andes, in laaglandregenwoud, waar je dieren en planten beter kan zien omdat de bomen kleiner zijn. Duizende soorten bomen, planten, insecten en vogels leven er in harmonie met jaguars, tapirs, vleermuizen en anaconda's. Meer info: http://amazon-rainforest.org
9. Het Chocó-regenwoud, Ecuador en Colombia In dit regenwoud werd nog niet zoveel odnerzoek gedaan. Onder andere drugsmokkelaars en Colombiaanse guerillas, maken de regio onveilig. Sommige soorten, zoals de Colombiaanse zwarte slingeraap, komen nergens anders voor.
10. Parque Nacional Corcovado, Costa Rica Van alle regenwouden ter wereld, worden die in Costa Rica waarschijnlijk het vaakst bezocht door toeristen en wetenschappers. Je kan er verschillende soorten woud ontdekken, bijvoorbeeld nevelwoud en laaglandwoud aan de Pacifische kust. Zoek ara's, roodoogmakikikkerS en doodshoofdaapjes tussen honderden soorten vogels, amfibieën, reptielen en zoogdieren. Meer info: http://centralamerica.com/cr/parks/mocorcovado.htm
dinsdag 11 maart 2008 | 16:40 | Laatst bijgewerkt op: woensdag 12 maart 2008 | 17:45
Katten worden het meest achtergelaten, zo blijkt uit cijfer van de Dierenambulance. Foto Carlo ter Ellen
HENGELO - De Dierenambulance vervoert steeds meer katten die gecastreerd of gesteriliseerd zijn maar niet worden teruggehaald door de eigenaars.
Het gaat om zindelijke, gezonde exemplaren maar "het interesseert de eigenaars niet of mensen gaan slordig om met hun eigendom", constateert de Dierenambulance voor Hengelo, Borne en Hof van Twente in hun jaarverslag over 2007.
Katten staan met 561 exemplaren op nummer 1 in het overzicht van dieren die door de ambulance zijn opgehaald. "Het is vaak gemakzucht", aldus woordvoerster Paulette Baake. "Mensen gaan verhuizen en laten gewoon hun kat achter. Ze vinden het niet meer de moeite waard om de dieren mee te nemen of bij het asiel op te halen. Vooral bij afbraakwoningen vinden we regelmatig deze dieren."
Tegenwoordig is de merel samen met de huismus de meest voorkomende en meest gekende broedvogel van ons land. Deze zangvogel is dan ook in elke tuin te zien. Al vroeg in het voorjaar zijn de mannetjes hun wijsjes aan het fluiten om hun territorium te vormen.
Algemene kenmerken:
wetenschappelijke benaming: Turdus merula
merel mannetje
merel vrouwtje
familie: lijsterachtigen of Turdidae voorkomen: oorspronkelijk een schuwe bosvogel maar tegenwoordig evenzeer een tuin- en stadsvogel. lengte: ± 25 cm gewicht: 80 tot 100 gram uitzicht mannetje:
zwarte veren
oranje snavel en oogring
uitzicht vrouwtje:
bruinere veren en lichte onderbuik
donkere snavel en gele oogring
In het voorjaar zijn de merels al zeer actief, de mannetjes jagen dan vaak vrij agressief achter elkaar aan. Het merelwijfje begint reeds vrij vroeg in het voorjaar met het bouwen van het eerste nest. Het nest van een merel is zeer goed te herkennen. Het is een nest die is opgebouwd met grassen, mos, pluimpjes, bladeren, takjes en allerlei andere materialen die in de tuin te vinden zijn. Deze worden door elkaar geweven en met modderbrij verstevigd tot een komvormig bouwsel. De bouw van een nest neemt ongeveer vijf dagen in beslag. De nesten worden meestal gemaakt in hagen, struiken, bomen,... op een hoogte van ± 2 meter waardoor de katten er vrij gemakkelijk bij kunnen. Hierdoor worden vele nesten leeggeplunderd vooraleer de jongen kunnen uitvliegen. De merels compenseren dit door per seizoen meerdere nesten uit te broeden. In een merelnest treft men meestal 3 tot 6 blauwgroene eieren aan met roodbruine vlekjes. Het broeden start meestal nog in maart en de jongen komen na twee weken uitgebroed. Daarna worden de jongen nog twee weken door de ouders gevoederd vooraleer ze het nest kunnen verlaten. Als ze het nest verlaten blijven de ouders nog twee weken in de buurt van de jongen om hen nog te kunnen bijvoederen. Na het eerste legsel volgen dan meestal nog een tweede en een derde broedsel. Het einde van de broedtijd is meestal rond begin juli.
Voor de zon opkomt en voor de zon terug onder gaat kun je het prachtige gezang van de merel beluisteren. Daarbij kiest het mannetje een hoog plaatsje boven in een boom of op de nokken van het dag.
Bekend is de alarmroep waardoor de andere merels merken dat er iets aan de hand is. Dan kan zowel voor een kat, een roofvogel als voor een mens zijn die te dicht in de buurt komt.
Overdag zijn de merels actief met het zoeken achter eten. Ze leven vooral van (regen)wormen, slakjes, spinnetjes, zaden, bessen, vruchten,... In de winter genieten ze uiteraard ook mee van het brood en de zaden die op de voedertafels te vinden is. Tuineigenaars die de merels kale plekken in het gazon zien krabben kunnen deze plekken best eens van dichterbij onderzoeken. De kans is namelijk groot dat de merel zich op die plaatsen vrij gemakkelijk kon tegoed doen aan de larven van de junikever of de rozenkever . De larven van deze kevers vreten de wortels van uw gazonzode af waardoor het los komt te liggen. Als de merels daar dan op zoek gaan naar die dikke keverlarven dan scharrelen ze uiteraard het los liggende gras al snel in het rond. Net na een flinke regenbui zijn er meestal verschillende merels op het gazon waar te nemen. Door de regen moeten de regenwormen hun zuurstof boven de grond komen halen... Om de wormen extra snel bovengronds te verkrijgen hebben de merels trouwens een goede methode. Ze trippelen hevig in het gras zodat de wormen veel trillingen waarnemen. Deze laatste vermoeden dat de trillingen afkomstig zijn van een naderende mol en zullen daarom spoedig bovengronds kruipen waar voor de regenwormen echter het echte gevaar schuilt. De hobby-visser gebruikt trouwens hetzelfde trilsysteem om de regenwormen bovengronds te krijgen, maar deze maken trillingen mbv een riek of dergelijke.
Geef vogels wat ze willen en ze komen graag in uw tuin. Zodat u kunt genieten van hun zang, ze heerlijk bezig kunt zien, het grootbrengen van hun jongen kunt volgen. Kijken en luisteren naar vogels is enorm rustgevend en geeft een geweldig natuurgevoel. Zet de juiste planten in uw tuin en de vogels komen vanzelf. En hoe meer variatie in het groen, des te meer soorten vogels u mag verwachten.
Winterkoninkjes broeden graag in dichte hagen. Vinken, goudhaantjes, heggenmussen en mezen buitelen zingend door de struiken op zoek naar insecten. Turkse tortels koeren liefst in een wat hogere boom. Spreeuwen laten hun trillers vanuit de plantentoppen horen. Lijsters en merels eten net zo lief vruchten als wormen. Roodborstjes, kwikstaarten, boomklevers, piepers, paapjes en tapuiten, fitis, tjiftjaf en tuinfluiter, u mag ze allemaal verwachten met de juiste struiken en een enkele boom in de tuin. Misschien zal zelfs ooit een verscholen nachtegaal u tijdens een zoele zomernacht laten genieten zijn verrukkelijke geluid.
Wat er nodig is
U moet planten neerzetten die beschutting en bescherming bieden, die een uitkijkpost kunnen vormen, waarin veilig gebroed kan worden, waarin veel insecten te vinden zijn, waaraan voedzame bessen en andere vruchten groeien. Dat kan in iedere tuin, ongeacht stijl, vorm, maat of sfeer. Er zijn meer dan genoeg planten om uit te kiezen. Kies bij besdragende heesters en bomen liefst voor cultivars met rode of donker gekleurde bessen (blauwzwart). Daar komen de vogels eerder op af dan op witte of gele vruchten.
Vogelvriendelijke loofgewassen, ook klimmers, stekelplanten en besdragers
Eén mezenpaar met jongen verorbert in één jaar de ongelooflijke hoeveelheid van meer dan 50 kg insecten (natuurlijk inclusief larven, rupsen, poppen enz.). Dat scheelt geweldig veel aantastingen (en dus werk) in de tuin. Veel andere zangvogels zijn ook flinke insectenbestrijders. En daar hoeft u niets anders voor te doen dan te zorgen dat ze het in uw tuin prettig vinden. Zorg behalve voor de juiste planten en veilige nestgelegenheid, voor wat water om te drinken en in te badderen. Een goed voorziene voedertafel is ook een prima vogelmagneet, zeker in de winter. Zorg wel voor ruimte eromheen, zodat uw vogels katten en roofvogels op tijd in de gaten hebben.
Eerste faraos gebruikten wilde ezels als lastdier
Gepubliceerd: 13 maart 2008 15:00 | Gewijzigd: 13 maart 2008 15:15
Door onze redactie wetenschap
Rotterdam, 13 maart. In drie tombes bij het graf van een van de vroegste koningen van Egypte (3000 v. Chr.) zijn tien skeletten van ezels gevonden die als lastdier zijn gebruikt, maar ook nog alle kenmerken van wilde ezels hebben.
Ezels in een 5.000 jaar oude bakstenen tombe bij Abydos. Foto PNAS
Gedomesticeerde ezels zijn kleiner dan wilde ezels. De vondst van grote ezels in Abydos, met slijtage door zware belasting, betekent dat destijds nog steeds wilde ezels als lastdier werden gebruikt.
Op grond van DNA-analyses wordt verondersteld dat de eerste domesticatie van de ezel rond 4000 v.Chr. plaatsvond. Dat gebeurde tegelijkertijd in Nubië (Soedan) en in Somalië, mogelijk als reactie op verwoestijning.
De oudste ezelresten met typische kenmerken van domesticatie een kleiner lichaam zijn ongeveer even oud. Gedomesticeerd vee wordt vaak kleiner omdat ze zich niet meer hoeven te verdedigen tegen roofdieren. Dat doen voortaan hun bazen.
Ook bij landbouwplanten en ander vee zoals varkens en koeien wordt steeds vaker gevonden dat domesticatie een traag en soms ook vaak herhaald proces is.
Het gebruik van de ezel was waarschijnlijk cruciaal voor de ontwikkeling van stedelijke beschavingen in het Midden-Oosten. Met behulp van deze taaie lastdieren werd lange-afstandshandel efficiënter en konden ook schapen- en geitenherders gemakkelijker met hun hele hebben en houden over grote afstanden met kuddes rondtrekken. De kameel als lastdier werd waarschijnlijk pas populair in het eerste millennium voor Christus.
De ezels in Abydos zijn de oudst bekende ezels met versleten botten door gebruik als lastdier. Mogelijk werden ezels eerder vooral voor het vlees gehouden. De tien ezels waren ritueel begraven in de nabijheid van een tombe van een anonieme farao van de nulde of eerste dynastie, zonder verdere bijgiften. (nrc)
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het stijgende gebruik van de anticonceptiepil en van antidepressiva en antibiotica steeds meer schade toebrengt aan de visstanden wereldwijd. Onderzoekers vragen om een extra zuivering van rioolwater voordat het in rivieren, meren of in zee terecht komt.
Wat veel mensen niet weten, is dat de pil even goed werkt voor vissen als voor mensen, zegt Karen Kidd, wetenschapster aan de University of New Brunswick in Canada. Ze publiceerde een studie over de impact van oestrogeen op vissen. Kidd voegde daarvoor oestrogeen toe aan een Canadees meer en bestudeerde drie jaar lang de gevolgen ervan. Het tweede jaar merkte ze al op dat mannelijke vissen eitjes begonnen te produceren. Het was opvallend dat vooral vissen met een korte levensduur heel snel beïnvloed werden, zegt Kidd. De fathead minnow, een soort die amper twee jaar oud wordt, werd erg hard getroffen. Na twee jaar was de populatie al met 99 procent verminderd. Toen de soort vrijwel verdwenen was, kregen ook de grotere vissen, zoals forellen, het moeilijk om voedsel te vinden. Het forelbestand daalde met bijna een derde.
Wetenschapper Steven Bay van het Southern California Coastal Water Research Project heeft soortgelijke problemen vastgesteld bij vissen voor de kust van Californië die blootgesteld worden aan de hormonen en chemicaliën die in de oceaan terecht komen. Bay bestudeerde een soort tarbot die op de bodem leeft en er een grote kans heeft om in aanraking te komen met rioolwater dat in de oceaan geloosd wordt. Tot 90 procent van de mannelijke vissen bleek eitjes te ontwikkelen en had oestrogeengehaltes die overeenkwamen met die van de vrouwtjes. Elke dag komt meer dan vier miljard liter rioolwater in de kustwateren terecht, zegt Bay, die in alle onderzochte stalen van het rioolwater oestrogeen ontdekte en in driekwart van de stalen chemicaliën.
De wetenschappers pleiten voor een extra zuiveringssysteem dat tot doel heeft om oestrogeen en andere chemicaliën uit het afvalwater te halen. Volgens Kidd is de technologie daarvoor al voorhanden en is het helemaal niet ingewikkeld om die in te bouwen in de bestaande systemen.