Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
18-12-2009
Hoe komt het dat honden en katten geen griep krijgen, alhoewel ze onbeschermd binnen en buiten lopen?
Hoe komt het dat honden en katten geen griep krijgen, alhoewel ze onbeschermd binnen en buiten lopen?
Warm aangeklede honden? Nee, die zie je niet vaak buiten. Ook niet in de winter. 'Hoe is het toch mogelijk dat ze nooit griep oplopen? Paarden kunnen wel griep krijgen en hebben als het koud is liefst een deken op hun rug. Vanwaar dit verschil?' vraagt lezer H.D. zich af.
Kou en griep worden vaak met elkaar in verband gebracht. 'In zekere zin terecht, want griep komt bij voorkeur in koudere streken en tijdens koude jaargetijden voor', vertelt grieponderzoeker Kristien van Reeth van de Universiteit Gent. 'Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Buiten de gastheer sterft dit virus heel snel als de omgeving warm en droog is. Vandaar het verband tussen kou en griep. Maar dat je sneller griep krijgt als je je koud aankleedt, is een misverstand.'
Maar de kans dat een hond of kat griep oploopt, is hoe dan ook erg klein. Katten hebben wel last van andere infecties van de luchtwegen. Zo hebben ze wel eens last van 'niesziekte'. Het influenzavirus heeft hier niets mee van doen. Het zogenaamde feliene calicivirus of het feliene herpesvirus velt in dat geval de kat.
'Vogels, paarden, varkens en mensen zijn de natuurlijke gastheren van influenzavirussen', zegt Van Reeth. 'Honden en katten kunnen ook geïnfecteerd raken doordat een virus van een van die natuurlijke gastheren naar hen overspringt. Maar dat gebeurt maar zeer zelden. De dosis moet daarvoor heel hoog zijn. Van katten is bekend dat ze wel eens griep oplopen als ze vogels eten die aan een erg virulent (zeer dodelijk) griepvirus zijn overleden.'
Dergelijke infecties, van de ene soort op de andere, verspreiden zich bijna nooit verder binnen de nieuw geïnfecteerde soort. Als dat wel gebeurt, dan gaan bij gezondheidsorganisaties meteen alle alarmbellen af. Dat is nu het geval met de Mexicaanse griep, een griep die overigens veel minder gevaarlijk blijkt dan werd gevreesd. 'Dat virus is van het varken op de mens overgesprongen en verspreidt zich nu verder binnen de menselijke populatie', zegt Van Reeth. 'Zoiets hebben we nooit eerder waargenomen bij een varkensgriep.'
Influenzavirussen hebben een slinkse methode ontwikkeld om het afweersysteem van een gastheer van een nieuwe soort te omzeilen en zich verder in de nieuwe, nog onontgonnen populatie, te verspreiden. Ze mengen hun DNA met dat van virussen die van nature voorkomen in de gastheer. Reassortering heet deze techniek.
Bij een andere strategie zorgt een kleine wijziging in de eiwitten hemagglutinine (HA) of neuraminidase (NA) ervoor dat het virus cellen van een nieuwe gastheersoort kan binnendringen. Virussen ontlenen hun naam aan de combinatie van deze eiwitten, die ze in hun celmembraan meedragen. De bekendste vorm van het vogelgriepvirus is bijvoorbeeld een H5N1-virus.
Een reassortering van virusgenomen heeft zich bij honden en katten, voor zover Van Reeth weet, nooit voorgedaan. Maar honden hebben wel geleden onder een virus afkomstig van een andere diersoort die zich dankzij enkele 'simpele' mutaties wist te verspreiden. Talloze honden liepen in de VS in 2005 snotterend en hoestend rond. Mensen werden geadviseerd om hun zieke dieren binnen te houden om verdere verspreiding tegen te gaan.
Het paardenvirus H3N8 bleek de boosdoener. Vooral windhonden op renbanen waren het slachtoffer. Aangezien de H3N8-stam in alle honden vrijwel exact hetzelfde was, heeft waarschijnlijk slechts één windhond het virus jaren eerder opgelopen van een ziek paard en het vervolgens doorgegeven aan soortgenoten, schreven Amerikaanse onderzoekers in 2005 in Science .
Vragen aangaande de wetenschappelijke achtergrond van alledaagse fenomenen kunt u sturen naar De Standaard, Wetenschapswinkel, Gossetlaan 28, 1702 Groot-Bijgaarden, of naar wetenschap@standaard.be, onder vermelding van voornaam, naam en adres.
Een genoom = dubbel stel gelijke chromosomen normaal voor diploïede cellen;alle erfelijke factoren tezamen die in een individu aanwezig zijn Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/NL/genoom
Genoom van paard en mens verrassend verwant
Een internationaal team van wetenschappers heeft het genoom van het paard ontrafeld.
Een opvallende vaststelling daarbij is dat het genoom van het paard grote gelijkenissen vertoont met dat van andere zoogdieren, zoals de mens, die genetisch dichter bij het paard staat dan bij de hond, zo schrijft het wetenschappelijk tijdschrift Science .
Zo zijn 17 van de 32 chromosomen bij paarden vergelijkbaar met die van mensen. Paarden zijn ook vatbaar voor meer dan 90 erfelijke ziekten die gelijkenissen vertonen met die van de mens. "Daardoor zou de identificatie van de genen die verantwoordelijk zijn voor deze ziekten ook het begrip ervan moeten verbeteren, zowel bij de mens als het paard", zo verklaart Kerstin Lindblad-Toh, hoofdauteur van het onderzoek en directrice wetenschappen aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en Harvard.
Het genoom van het paard bevat 2,7 miljard "letters" - de moleculen die het DNA vormen - en dat is net iets meer dan de hond en iets minder dan de mens (2,9 miljard letters).
Tot nog toe hadden wetenschappers al het genoom ontrafeld van het vogelbekdier, de muis, de rat, de chimpansee, de resusaap en natuurlijk de mens.
Kerstbomen, kerstplanten en de risico's voor onze huisdieren
Kerstbomen, kerstplanten en de risico's voor onze huisdieren
Typische kerstsierplanten zijn maretak en hulst. Maar opgelet, de bessen van beide plantensoorten zijn giftig. De symptomen van vergiftiging zijn speekselvloed, diarree, braken en zenuwstoornissen. Bovendien leidt maretak ook tot hartstoornissen. Als het dier een hoge dosis heeft ingenomen en niet snel behandeld wordt, kan dit de dood tot gevolg hebben.
Kerstster (poinsettia) is een giftige plant en irriteert het spijsverteringskanaal van het dier en bij langdurig contact ook huid en slijmvliezen. Neem geen risico en houd deze plant goed buiten bereik van uw . Heeft hij er toch van gegeten, geef hem dan onmiddellijk veel water en norit en ga daarna meteen naar de dierenarts.
Met kerstbomen moeten we voorzichtig zijn. De naalden bevatten veel giftige stoffen. Zet daarom de etensbak niet te dicht bij de kerstboom en laat knaagdieren niet aan de stam knagen.
In engelenhaar zit glasvezel, dus hang dat niet of heel hoog in de boom.
Kerstballen en andere versierselen zijn vaak een uitdaging voor de hond of kat. Wees voorzichtig, een verwonding is zo gebeurd!
Hang kerstboomversierselen van chocolade ook hoog in de boom. Chocolade is puur vergif voor de hond.
Dierenliefhebbers vallen ofwel voor honden, ofwel voor katten. Slechts zelden voor allebei. Het wetenschap- pelijke tijdschrift New Scientist' heeft nu, aan de hand van 11 proeven, beslist wie van de twee het beste huisdier is. De hond wint, met een snuitlengte voorsprong. Frans De Smet
De hersenen van een doorsneehond wegen 64 gram, die van een gemiddelde kat 25 gram. Maar honden zijn doorgaans groter en zwaarder. In verhouding tot hun gewicht winnen katten deze vergelijking met een snorhaar voorsprong. Maar ze winnen overtuigend als je het aantal neuronen hersencellen vergelijkt. Die neuronen zijn een betere graadmeter voor de rekenkracht van hersenen. Een kat telt 300miljoen neuronen in haar cortex, het actieve deel van de hersenen, tegenover maar 160miljoen bij honden. Ter vergelijking: een doorsnee mens beschikt over zo'n 100miljard neuronen.
Test 2: huisvrienden
Hoe lang delen katten en honden ons dak? Bij de oude Egyptenaren waren katten populaire huisdieren vanaf 3.000 voor Christus. Maar waarschijnlijk zijn tamme katten even oud als de landbouw: zodra boeren graan begonnen op te slaan in schuren, ergens in een ver verleden in Mesopotamië, trokken die schuren allerlei ongedierte aan, en dus ook wilde katten. Wanneer die katten van de schuur verhuisden naar een plekje bij het haardvuur, valt niet exact te achterhalen. Het oudste graf van een mens met daarin ook een kat is 9.500 jaar oud, en ligt op Cyprus. Toen waren honden al veel langer getemd. De allerlaatste DNA-vergelijkingen met wolven maken gewag van oerhonden in China waar ze niet als trekbeest werden gekweekt maar als keurvlees voor op tafel.
Test 3: verknochtheid
Dat honden zich sterker aan hun baasje hechten dan katten is duidelijk. Honden leven in roedels, katten zijn onafhankelijker eenzaten. Het temmen van honden had een opmerkelijk neveneffect: puppy's van viermaanden verkiezen hun baasje boven het gezelschap van andere honden. De band tussen een hond en zijn baasje wordt door wetenschappers vergeleken met de band tussen moeder en kind. Honden demonstreren dezelfde verlatingsangst als een kind zodra het baasje/de moeder uit het gezichtsveld verdwijnt. Iets gelijkaardigs valt niet te verwachten van katten.
Test 4: populariteit
Hoeveel katten en honden houden we er op na? Het antwoord zou meteen met zekerheid leren aan wie we de voorkeur geven. Er zijn geen wereldwijde cijfers beschikbaar, maar als je alleen de top tien van de kattenlanden' in aanmerking neemt, komt je uit bij zowat 204 miljoen katers en kattinnen. Doe dezelfde oefening in de top tien van hondenlanden' en je haalt geen 173 miljoen stuks.
Test 5: verstand
De slimste hond ter wereld', de bordercollie Rico, verstaat' meer dan 200 woorden. Alle honden begrijpen veel van onze gebaren. Wijs voedsel aan met een uitgestoken vinger of een hoofdknik, en Bobbie vindt zijn kluif. Het klinkt eenvoudig, maar een chimpansee kan het niet. Honden onderhouden oogcontact wat wolven niet doen om uit onze gelaatsuitdrukkingen aanwijzingen af te leiden. En zelf wijzen ze met hun blik dingen aan.
Adam Miklosi van de universiteit van Boedapest veronderstelt dat katten ook verstand' hebben, alleen zijn ze veel te eigenwijs en koppig om hun kunstjes te demonstreren. Bobbie wint: als voedsel verstopt zit, zal hij meteen komen bedelen.
Test 6: probleemoplosser
Noch honden noch katten blinken hierin uit. Maar volgens de wetenschappers winnen honden ook deze test hoewel ze volgens sommigen onhandiger zijn dan hun voorouders, de wolven, die een derde meer hersenen hebben. Wolven kunnen bijvoorbeeld leren een deur te openen als ze gezien hebben hoe een andere wolf dat doet iets wat honden niet kunnen. Wat hier de doorslag geeft, is de handigheid van de blindenhond: daar kan een kat niet aan tippen.
Test 7: spreken
Dieren spreken niet meer sinds de val van Adam en Eva. Maar vrijwel alle zoogdieren maken geluiden met een betekenis. Honden en katten trekken onze aandacht met geluidssignalen. Katten hebben een beperkter repertoire dan honden die blaffen, grommen en piepen en daarmee meer gevoelens' kenbaar kunnen maken. Maar het miauwen en spinnen van katten werkt harder in op gemoed.
Test 8: speurneus
Een makkie voor honden. Ze laten zich bijzonder goed africhten door middel van beloningen. Katten doen dat hoegenaamd niet.
Test 9: zintuigen
Zowel katten als honden hebben uitstekende zintuigen. In het zien van kleuren doen ze het slechter dan wij, maar als oude jagers zien ze veel beter bewegingen. De doorsneekat ruikt beter dan de doorsneehond, met uitzondering van de bloedhond. Ze ziet veel beter in het donker. En ze hoort nog beter hoge tonen.
Test 10: milieubewustheid
De ecologische pootafdruk' van katten is veel kleiner dan die van een hond. Vooral omdat honden veel meer consumeren dan katten. Een doorsneehond heeft een pootafdruk' van 0,84 hectare, een kat komt toe met 0,15 hectare.
Test 11: nut
Honden jagen, hoeden en waken. Ze ruiken drugs, lijken en bommen. Ze leiden doven en blinden. Ze trekken sleeën, of redden mensen vanonder een sneeuwlawine. Ze voorspellen soms aardbevingen. Katten beperken zich vooral tot het vangen van muizen. Op gevaar af alle kattenliefhebbers te schofferen, fluit New Scientist dit kat-en-hondenspel af in het voordeel van de hond.
Honden slaan groen uit na het eten van chemisch afval
Honden slaan groen uit na het eten van chemisch afval
Een troep van zo'n twintig zwerfhonden is groen uitgeslagen nadat ze blijkbaar de foute dingen gegeten hebben op een illegaal stort nabij het Russische Jekaterinenburg. Dat meldt het persbureau RIA Novosti.
Volgens de politie werd op het stort chemisch afval gedumpt. Wie dat spul daar gestort heeft, is niet bekend. De lokale autoriteiten hebben de opdracht gekregen het vuile boeltje op te ruimen.
Smaragd De groene honden werden voor het eerst gespot door Alexei Bukharovsky uit het plaatsje Shuvakish. "Die honden lopen hier wel vaker rond. Normaal zien ze er eerder ros uit, maar nu zagen ze zo groen als smaragd. Ik dacht dat het om een grap ging, maar het bleek bittere ernst". Wat er nu met de groene honden moet gebeuren, is niet bekend. (eb)
In de herfst en in de winter is het mogelijk dat uw hond door de lage temperaturen niet graag buiten gaat, hij kan zelfs een bronchitis oplopen. In de vrije natuur kunnen honden goed tegen temperatuurverschillen omdat ze er heel het jaar aan worden blootgesteld. Dat geldt echter niet voor onze huishonden die maar weerstand tegen de koude opbouwen naargelang de tijd die ze g buiten doorbrengen. Een hond die altijd buiten is, kan grote temperatuurschommelingen aan, op voorwaarde dat hij over een schuilhok beschikt dat op de grond goed geïsoleerd is en goed verlucht is. Maar in de meeste gevallen woont uw hond gewoon bij u in huis en kan hij blootstellingen aan de kou maar moeilijk verdragen.
De tweede parameter waar u rekening mee moet houden, is het ras van uw hond. Bepaalde rassen uit koude streken (Siberische Husky, Sint-Bernard, Newfoundlander ) hebben een vacht en een ondervacht, zodat ze zich goed kunnen beschermen tegen het verlies van lichaamswarmte. Heel anders is het voor kleine rassen en windhonden die een veel dunnere vacht hebben en erg gevoelig zijn voor koude.
Ten slotte kunnen magere honden moeilijker koude verdragen dan hun soortgenoten met een normaal gewicht. Als uw vriend binnen dit criterium valt, mag u niet vergeten hem een jasje aan te doen of de wandelingen in te korten als het erg koud is.
Een aangepaste voeding is ook belangrijk. Als uw hond heel het jaar door in een min of meer constante temperatuur leeft, is er geen enkele reden om zijn voeding in de winter rijker te maken. Maar als hij in de tuin woont of in de winter intensieve activiteiten uitvoert, zal hij meer energie verbruiken dan wanneer het warm is. Daarom moet u de hoeveelheid voeding verhogen of hem een rijkere voeding geven zodat hij ondanks een barder klimaat in goede gezondheid kan blijven.
Spelen in de sneeuw : honden vinden wandelen en spelen in de sneeuw vaak heerlijk. Sneeuw is echter hetzelfde als vocht en kan dus verkoudheden veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat u uw hond na elke wandeling zorgvuldig afdroogt. De poten en de zones tussen de tenen en de kussentjes moeten bijzonder aandachtig geïnspecteerd worden. Zo kunnen sneeuw of ijs ophopingen tussen de kussentjes irritatie of wondjes veroorzaken met nare gevolgen achteraf. Bovendien kunt u enkele dagen voordat u intensief in de sneeuw gaat spelen, een lotion op de kussentjes aanbrengen, zodat ze beschermd zijn en de keratine harder wordt. Vraag ernaar aan je dierenarts.
Als uw hond ten slotte veel sneeuw naar binnen heeft gewerkt, kan hij een maag- en darmontsteking oplopen, die zich uit in de vorm van diarree en braken. Zelfs spelen in de sneeuw met een volle maag (voedsel of water) kan een maagkanteling veroorzaken. Wees ook waakzaam voor producten die in de winter worden gebruikt, zoals het zout op de wegen, dat voor spijsverterings- en zenuwproblemen of huidirritatie aan de poten kan zorgen. Ook hier helpt een speciale vloeistof om de zoolkussentjes mee te beschermen. En als uw hond antivriesvloeistof inslikt kan dit voor uw vriend binnen enkele uren fataal zijn! Dan moet je dringend naar je dierenarts!
Q-koorts is een bacterieziekte die wordt veroorzaakt door Coxiella burnetti. Verschillende diersoorten zijn gevoelig voor deze ziekte. Herkauwers zijn de belangrijkste gastheren. De ziekte kan eveneens op de mens worden overgedragen en houdt meer risico in voor de volksgezondheid dan voor de diergezondheid.
Bij herkauwers verloopt de infectie over het algemeen asymptomatisch. Bij geiten en schapen kan dit in de laatste periode van de dracht abortussen, vroeggeboorte en geboorte van een zwak lam of geitejong veroorzaken. Bij runderen kan de infectie gepaard gaan met metritis, onvruchtbaarheid en abortussen.
Bij de mens verloopt de infectie in 60% van de gevallen asymptomatisch. De andere 40% ontwikkelt een acute vorm van de ziekte gekenmerkt door een pseudogriepsyndroom met eventuele complicaties voor de longen, lever en, bij zwangere vrouwen, gevaar voor de zwangerschap.
De infectie kan ook chronisch worden met symptomen van endocarditis, vasculaire stoornissen en terugkerende stoornissen bij zwangerschap. Personen met immunodeficiëntie, zwangere vrouwen en personen met cardiovasculaire aandoeningen worden beschouwd als risicogroep voor het ontwikkelen van de chronische vorm van de ziekte.
Besmette dieren gaan de bacterie uitscheiden in melk, urine, feces, vaginaal slijm, sperma en vooral in vruchtwater en placentair weefsel. Dieren scheiden voornamelijk grote hoeveelheden bacteriën uit tijdens het afwerpen of via hierbij betrokken materiaal en, op regelmatige tijdstippen gedurende de rest van hun leven. De uitscheiding verloopt heel verschillend van dier tot dier en de besmette dieren blijven meestal levenslang drager en verspreider van de bacterie. De uitgescheiden kiemen kunnen zeer goed in de omgeving overleven.
De besmetting van andere dieren of mensen vindt voornamelijk via de omgeving plaats, door inademing van stof of aerosol afkomstig van besmette weilanden, stallen, kledij, wol, Deze aërogene overdracht gebeurt heel makkelijk, slechts een zeer kleine hoeveelheid bacteriën volstaat om te worden besmet. De besmetting kan ook oraal gebeuren door het consumeren van rauwe melk of producten op basis van rauwe melk of het consumeren van geboortemateriaal (vossen, honden, katten, bvb). De orale overdrachtmethode komt echter minder vaak voor.
Alhoewel deze ziekte in het kader van de volksgezondheid meldingsplechtig is, is dit voor de diergezondheid niet het geval. Geen enkel wettelijk kader legt de invoering op van specifieke maatregelen bij de vaststelling van een besmetting met Coxiella burnetti.
In het kader van de volksgezondheid worden de exploitanten van een besmet bedrijf echter wel aangeraden de volgende acties te ondernemen. Deze acties zijn gebaseerd op strenge hygiënemaatregelen en omvatten onder andere:
de toegang tot het bedrijf evenals het contact met de dieren beperken tot personen waarvan de aanwezigheid op de betrokken plaatsten gerechtvaardigd is (veehouder, dierenarts, leverancier van voedingsmiddelen, vilbeluik, ), de aanbeveling voorziet eveneens een toegangsverbod voor andere mensen,
de pasteurisatie van elk melkproduct afkomstig van het bedrijf,
de invoering van een afzonderlijke ruimte voor het werpen, gescheiden van de rest van de stal,
het afzonderen van dieren die een abortus hebben of hebben gehad,
het afvalmateriaal van een geboorte of abortus snel en op een correcte manier in hermetisch bakken plaatsen,
het opzetten van een behandeling met antibiotica bij dieren die een abortus hebben gehad om de uitscheiding van de kiemen te beperken,
het vermijden van elke actie die de productie van stof of aerosol zou kunnen veroorzaken ; geen reiniging met hoge druk, geen luchtstromen,
contact van huis- en knaagdieren met besmette dieren voorkomen,
verbod om mest of gier uit te voeren op gronden, en het afdekken en composteren van mest zodat deze niet aan de wind wordt blootgesteld,
de stal of geboorteruimte waar besmette dieren hebben verbleven regelmatig ontsmetten met formol >10% of Chloramine 3% en dit gedurende 24 tot 48 uur laten intrekken.
Hoewel een dergelijk vaccin al wel op grote schaal met een tijdelijke vergunning wordt gebruikt in Frankrijk en Nederland, is er momenteel geen vaccin voor runderen, schapen en geiten op de markt in België. Er is voor dit vaccin wel op Europees niveau een goedkeuringsprocedure opgestart; het dossier is momenteel in onderzoek. Er bestaat eveneens een vaccin voor gebruik bij de mens, maar dit vaccin is enkel ter beschikking in Australië.
Coxiella burnetti komt waarschijnlijk endemisch voor in België, maar geeft weinig aanleiding tot klinische uitbraken. Onderzoek van tankmelk afkomstig van melkbeslagen uit het zuiden van België heeft een prevalentie van 60-70% aangetoond. Deze prevalentie moet op het niveau van het beslag worden geïnterpreteerd en geeft de blootstelling aan de kiem weer. Het onderzoek van serum van runderen die een abortus hebben gehad toonde een prevalentie van minder dan 5%.
Coxiella burnetti is wereldwijd aanwezig, met uitzondering van Nieuw-Zeeland. Deze bacterie is over het algemeen de oorzaak van sporadische en plaatselijke haarden van de ziekte. Enkel de toestand in Nederland is een uitzondering op de regel. Nederland wordt sinds 2007 geconfronteerd met een ware groei van het aantal humane gevallen van Q-koorts in de provincie Noord-Brabant. Het probleem is gelinkt aan geitenbedrijven. Om dit fenomeen tegen te gaan, heeft Nederland specifieke bestrijdingsmaatregelen afgekondigd (verplichte melding van de gevallen bij dieren, beperkte toegang van het publiek tot de bedrijven, uitmestverbod, invoering van een hygiëneprotocol in de schapen- en geitenbedrijven). In 2009 is in de provincie Noord-Brabant een verplichte vaccinatiecampagne opgezet voor alle schapen- en geitenbedrijven die meer dan 50 dieren houden, voor bedrijven van openbaar nut en voor elk ander bedrijf dat sinds 2005 met Q-koorts werd geconfronteerd. Deze vaccinatie campagne is nu ook verplicht in bepaalde streken van de provincies Gelderland, Utrecht en Limburg.
Omzendbrief ter attentie van de melkschapen- en melkgeitenhouderijen van het FAVV www.favv.be
10.12.2009
Betreft : Q-koorts
Q-koorts is een ziekte die sporadisch vastgesteld wordt in vele landen, waaronder ook België. De mens en verschillende diersoorten kunnen erdoor besmet worden. In de afgelopen jaren is in Nederland een grote toename vastgesteld van het aantal gevallen van Q-koorts bij de mens. Deze toename heeft vermoedelijk te maken met de managementpraktijken op grote melkgeitenbedrijven. Hoewel er in België nog geen indicatie is, dat dezelfde problematiek zich ook op onze houderijen zou voordoen, vraagt het FAVV u toch om de volgende aanbevelingen in de mate van het mogelijke op uw bedrijf na te leven. - Beperk de toegang tot uw bedrijf en het contact met de dieren tot de personen waarvan de aanwezigheid gerechtvaardigd is (veehouder, dierenarts, leverancier van voedingsmiddelen, vilbeluik, ). - De bacterie die de ziekte veroorzaakt kan mogelijk via de melk overgedragen worden. Er wordt daarom aanbevolen om melk afkomstig van het bedrijf te pasteuriseren. - Vermijd zoveel mogelijk contact tussen de dieren die werpen of gaan werpen en de rest van de kudde. - Plaats de dieren die een abortus hebben of recent gehad hebben in afzondering. - Plaats het afvalmateriaal van een geboorte of een abortus steeds in een hermetisch gesloten bak en laat deze snel ophalen door het vilbeluik. - Probeer bij het verwerken of uitrijden van de mest, die als de belangrijkste bron van besmetting wordt beschouwd, zoveel als mogelijk stofvorming te vermijden. Mest die uitgereden wordt, wordt best zo snel mogelijk afgedekt en gecomposteerd, hetzij onmiddellijk verwerkt op de akker. - Vermijd zoveel mogelijk contact tussen huisdieren en knaagdieren en de geiten.
2 Het systematisch toepassen van algemene hygiënemaatregelen is ook bij Qkoorts van het grootste belang. Bij hulp bij een geboorte of een verwerping dienen bij voorkeur handschoenen en een mondmasker gedragen te worden en naderhand moeten de handen grondig gereinigd en ontsmet worden. Het Voedselagentschap volgt de situatie in Nederland op de voet op. Het zal aan zijn Wetenschappelijk comité een advies vragen in verband met maatregelen voor de bewaking van Q-koorts en de maatregelen die genomen worden ingeval een besmetting in België wordt vastgesteld. Er zullen bovendien vanaf nu en in de loop van de komende wintercampagne monsters genomen worden om de epidemiologische situatie omtrent Q-koorts in onze veestapel beter in kaart te brengen. Van alle melkgeiten- en melkschapenbedrijven zal tankmelk getest worden. In geval van verwerping moet de bedrijfsdierenarts gecontacteerd worden en moeten de nodige stalen overgemaakt worden aan DGZ voor verder onderzoek. De kosten voor dit onderzoek worden gedragen door het Voedselagentschap. Verdere informatie kan u vinden op de website van het Voedselagentschap (www.favv.be).
Vrouwen die op zoek zijn naar een wondermiddel tegen rimpels slaan best een babbeltje met hun huisdier. Volgens dermatologe Jessica Wu is een huisdier zelfs het allerbeste middel tegen rimpels.
Wanneer je tegen je huisdier je zorgen vertelt, vermindert je gelaatsuitdrukking en daalt je bloeddruk. Daardoor belast je je hart en lichaam niet alleen minder, het helpt ook de vorming van rimpels te voorkomen.
"Praten met een huisdier maakt je rustig. En daar kan de huid maar bij varen. Je gezichtsuitdrukkingen zijn meer ontspannen en dat is vooral rondom de ogen te merken", besluit Wu.
In het kader van de langverwachte Ecologische top in Kopenhagen deze week besteden we in deze nieuwsbrief wat meer aandacht aan ecologisch opvoeding van de hond. Een aantal tips kunnen je zeker helpen om je hond op een ecologisch verantwoorde manier op te voeden
1.De ecologische voetafdruk van je hond verbeteren
Op een groene manier leven is niet alleen goed voor de planeet maar ook voor de gezondheid van je hond.We recycleren, eten gezond, trekken eerder een trui aan dan de verwarming wat hoger te draaien . Maar heb je er al bij stilgestaan dat ook je hond een effect kan hebben op je ecologische voetafdruk? En weet je wel wat de effecten van het milieu kunnen zijn op je hond? Een heleboel, zoals je hieronder zal kunnen ontdekken!
Een recente studie van een aantal eco-watchdogs "The Enviromental Working Group " kwam tot de conclusie dat honden zo'n 48 verschillende industriële chemicals meedragen in hun lichaam. Velen daarvan werden gevonden in veel hogere concentraties dan dat dit bij mensen het geval is .Deze stoffen kunnen schildklierproblemen, geboorteafwijkingen of kanker en nog een heleboel andere aandoeningen veroorzaken.
De meest voorkomende stoffen die bij honden deze accumulatie veroorzaken zijn: brandvertragers van bedden of zetels, bevuilde voedingsstoffen, producten om vet en vlekken te voorkomen op tapijten of hondenbedden, giftige voedingsverpakkingen, plasticverzachters en giftige stoffen die voorkomen in shampoos, speelgoed en medicatie.
Daarnaast is er ook Detol die onze planeet betaalt. Massa's hondenpoep en de chemische fall-out van hondenspray's tegen teken, vlooien en ander ongedierte. Ben je klaar voor ook wat goed nieuws? Je kan heel eenvoudig de ecologische voetafdruk van je hond minimaliseren zonder daarvoor je hele leven overhoop te moeten halen.Tevens zal ook je hond een positief gezondheidseffect ondervinden van deze kleine aanpassingen.
1. Kies voor ecovriendelijke hondenbenodigdheden. Er zijn nu voor bijna elk hondenproduct ecologische varianten op de markt. Zo zijn er ecologische poepzakjes, bedden, shampoos en halsbanden. Kijk vooral naar materialen die biologisch afbreekbaar zijn en/of kunnen gerecycleerd worden. Kijk ook of deze spullen niet werden behandeld met brandvertragers en dat ze niet al te veel plastic bevatten. Indien je hond zijn speeltje beu is kan je beter een speeltje omruilen met een van je hondenvrienden dan steeds weer nieuwe spullen aan te kopen.
2.Ruim de hondenpoep ecologisch op. Ideaal is het om je hondenpoep door te sassen zodat deze dezelfde behandeling ondergaat dan humane uitwerpselen. Er bestaan zelfs biologisch afbreekbare poepzakjes die je gewoon in het toilet mee kan doorspoelen. In tweede instantie kan je kiezen om de uitwerpselen mee te laten weghalen met al je ander huisvuil. Compostering van hondenpoep is nogal controversieel gezien de afgebroken stoffen later op je groententuin belanden en daar een bacteriele besmetting kunnen veroorzaken die mensen kan ziek maken.Wil je zelf een apart composteervat voor je hond maken dan kan je hier zin hoe dat moet: http://homepage.mac.com/cityfarmer/PhotoAlbum22.html
Laat je hondenpoep niet te lang in je tuin liggen maar ruim hem op! Door de hondenpoep te laten liggen kan deze door de regen worden weggewassen of door kevers volledig worden ontrafeld en zo in ons kostbaar drinkwater terechtkomen.
3.Hou je hond aangelijnd in wildrijke gebieden.We houden er allen van om onze honden vrij los te zien lopen maar je hond beseft niet altijd dat jagend en blaffend rondlopen en achter het lokale wil aanhollen heel veel schade kan berokkenen aan de natuur.Ga hem dus vrijlaten in gebieden waar geen wild of broedende vogels voorkomen.
4.Bevecht vlooien en teken met de minst toxische oplossingen. Hoe groen je wil omgaan met de bestrijding van ongedierte hangt af van hoeveel tijd je er wil aan besteden en hoe fel je ze ook weg wil. Er bestaan diverse mogelijkheden om vlooien te bestrijden zonder pesticiden: zo kan je bvb eucalyptus ( blaadje en zaden ) in de hondenmand deponeren of het regelmatig besproeien met een half om half van water en azijn. Als je dan toch voor pesticiden kiest ga je beter voor een druppelsgewijze toediening ipv een spray of een poeder.Als je in een gebied leeft met koude winters kan je beter enkel in de warme periodes de vlooienbehandelingen toepassen.
5.Kook zelf voor je hond of koop lokaal bereid organisch voedsel. Kies zoveel mogelijk voor ecologische vlees en groentengebruik.Door te kiezen voor dichtbij aangemaakt voedsel bespaar je op verpakkingen transportbelasting voor het milieu.Ga ook na bij je hondenshop of zij je kunnen vertellen wat het meest ecologisch verantwoorde commerciële voer is.Ze helpen u graag verder.
6.Denk na voor je iets weggooit. Medicatie, vlooienproducten, shampoos enz... kunnen water en grond vervuilen als je ze zomaar weggooit. Ga na wat je waar moet deponeren en vraag desnoods hulp bij je lokaal containerpark.
BERGEN OP ZOOM - Met een foto van een klein poesje dat zichzelf in de weerspiegeling van een ruit bekijkt, heeft de 13-jarige Piet Brouwer uit Bergen op Zoom donderdag de Kids voor Animals fotowedstrijd gewonnen. De Dierenbescherming reikt de prijs jaarlijks uit.
Piet kreeg het nieuws donderdag te horen van niemand minder dan Sinterklaas. Het jongetje voelde zich nogal overvallen door de goedheiligman. Hij bekende spontaan dat hij twee dagen eerder huiswerk voor Nederlands had overgeschreven. Dat wist Sint nog niet, wel dat Piet een dag eerder met vuurwerk bezig was geweest, aldus de Dierenbescherming.
De jonge fotograaf wint een digitale camera en een gezinsabonnement op Ouwehands Dierenpark. Piets foto werd gekozen uit meer dan drieduizend inzendingen. De Dierenbescherming reikt de prijs jaarlijks uit aan de mooiste 'diervriendelijke' foto; zo worden foto's van dieren met mutsjes op niet geaccepteerd. (ANP)
De Chineese panda Wang Wang logeert samen met Funi tien jaar lang in Australië. ANP
ADELAIDE - Twee panda's krijgen in de dierentuin van Adelaide in Australië de komende tien jaar een speciale behandeling om te voorkomen dat ze door de hitte bevangen raken. De dieren uit China werden in een speciaal konvooi met koelruimtes naar de zoo gebracht. Dat meldden plaatselijke media zaterdag.
De dierentuin heeft ook een speciaal verblijf ingericht voor Wang Wang (4) en Funi (3). De panda's worden onder meer voorzien van gekoelde stenen, zodat ze zich kunnen handhaven in het Australische klimaat. Deze zomer wordt naar verwachting bloedheet, zelfs voor Australische begrippen.
De twee dieren blijven voorlopig in quarantaine. Vanuit China hebben ze bamboestengels meegekregen, waar ze een tijdje mee vooruit kunnen. Vanaf half december kan het publiek de zwart-witte beren bewonderen. De dierentuin hoopt dat Wang Wang en Funi zich zullen voortplanten. (ANP)
Hoe bescherm ik mijn dieren in de tuin tegen de kou ?
Hoe bescherm ik mijn dieren in de tuin tegen de kou? - 05/12/2009
NVT- De winter kondigt zich aan en dan is het tijd om even stil te staan bij onze vrienden die buiten leven. Neerhofdieren kunnen best tegen de kou, maar met wat extra stro zal kip, konijn of cavia je heel dankbaar zijn.
Neerhofdieren (alle park- en waterdieren, geen geiten of schapen, nvdr) zijn geen lastige klanten. Kip en konijn kunnen tegen een stootje. Vrieskou deert hen niet zo heel erg. 'Ze mogen zelfs rondlopen als het tot min twintig graden vriest', zegt Freddy Michiels van de Verenigde Kleinveefokkers. 'Eén ding is heel belangrijk, ze moeten kunnen rusten in een windvrije ruimte. Vrij van tocht en vocht is de voorwaarde voor elk dier dat het jaar rond in de tuin woont.'
Hebben ze geen extra stro nodig om zich te beschermen tegen de kou?
Freddy Michiels: 'In principe niet. Al zal een konijn het zeer fijn vinden om te kunnen woelen in het stro en zich helemaal in te graven. Cavia's, die in de tuin perfect kunnen overleven - ook al worden ze meer gehouden als troeteldier - gaan altijd graven. Zij kunnen dus wel wat stro gebruiken. Voor alle neerhofdieren is het stro een welkome aanvulling op het eten. Ze kunnen er de hele dag aan liggen knabbelen of schrobben op zoek naar het laatste strohalmpje dat er tussen te vinden is.'
Hoe kan ik het water ijsvrij houden als het vriest?
'Ik ben er geen voorstander van om producten toe te voegen aan het water. Suiker of zout zijn zeer slecht voor de dieren, doe dat nooit. Het best ververs je twee tot drie keer per dag het water. Voor konijnen of cavia's heb je drinktuitjes. Die moet je geregeld ontdooien. Een konijn heeft wel wat water nodig, hij drinkt tot een kwart liter per dag. Kippen vragen niet zo heel veel water. Zij vinden vocht op het groen en drinken letterlijk van de dauw. Neerhofdieren mogen dan geen lastige klanten zijn, ze vragen wel tijd voor een goede verzorging.'
Moet ik voedingssuplementen bijgeven?
'Neen, dat is echt niet nodig. Ze komen best toe met het gewone voer aangevuld met hooi en stro. Te veel voedsel geven is schadelijker dan te weinig. Een verwennerijtje mag uiteraard altijd, maar je mag daar echt niet mee overdrijven. Konijnen bijvoorbeeld kunnen trommelbuik krijgen, dat zijn gasophopingen in de darmen.'
Zijn er neerhofdieren die een winterslaap houden?
'Neen, ze blijven het hele jaar door wakker. Als het echt heel koud is, kan een kip wel even ophouden met eieren leggen, maar na een tijdje komt dat zeker terug.'
De katten die aan het onderzoek deelnamen, kregen een fototoestel omgehangen.
Onderzoek naar de gewoonten van huiskatten heeft opmerkelijke resultaten opgeleverd. Doel van het onderzoek was een antwoord te vinden op vraag wat katten nu precies uitspoken als hun baasjes van huis zijn. Vijftig katten kregen een camera omgehangen die om de 15 minuten een foto nam.
Uit het raam kijken Over het algemeen wordt gedacht dat poezen slapen als ze alleen thuis zijn. Dat blijkt echter niet het geval. Het onderzoek wees uit dat de katten 22 procent van de tijd de katten uit het raam keken. Twaalf procent werd gebruikt om met andere huisdieren om te gaan, 8 procent om op stoelen of klimpalen te klauteren en ongeveer 6 procent om te slapen.
Voedsel op laatste plaats De 777 foto's die dierengedragsdeskundige Jill Villareal bestudeerde, lieten zien dat katten ongeveer 6 procent van naar de televisie, computer, dvd's of andere media keken. Het verstoppen onder tafels kostte nam 6 procent van de tijd in beslag. Amper vier procent van de tijd staarden de poezen naar hun voedsel.
Camera's De dierengedragsdeskundige had niet gedacht dat katten zo actief waren. Ze ging er ook eigenlijk van uit dat katten voornamelijk aan het slapen waren. De volgende stap in het onderzoek is waarschijnlijk dat de katten kleine filmcamera's omgehangen krijgen. (eb)
ANTWERPEN - Waterschildpadden en brulkikkers hebben zich comfortabel genesteld in onze natuurgebieden. De grachten aan de forten rond Antwerpen zijn de thuis geworden van roodwangschildpadden. 'Aan het fort van Edegem zitten gemakkelijk zeventig tot tachtig roodwangschildpadden', zegt Eddy. 'Die zijn er vooral gedumpt door mensen die kleine waterschildpadjes in huis halen en de beestjes na een tijd beu zijn. Onlangs nog hebben we een vraag gekregen om roodwangschildpadden te vangen in het kleine natuurgebiedje Wolvenberg in Berchem.'
'Gelukkig zijn de beesten nog niet in staat om hier te kweken', zegt Jos. 'Dan zou het helemaal een probleem worden. Roodwangschildpadden zijn overigens verboden. In principe kun je ze dus niet meer vinden in de winkel. Maar wat doen sommige handelaars? Ze voeren nu de geelwangschildpad in, alleen het streepje aan de koop verschilt, voor de rest is het probleem hetzelfde.'
Een exoot die zich wel kan voortplanten in ons klimaat is de brulkikker. 'Zo groot als een klein brood en een vreselijke lawaaimaker', zegt Jos. 'In het Zammels Broek, bij Geel, is het een echte plaag. De kikkers zijn een grote bedreiging voor onze inlandse dieren. Ze eten kleinere kikkers en salamanders gewoon op. Zelf hebben ze geen vijanden.'
als 2 honden vechten om een been loopt de derde er mee weg
zij komen overeen zoals kat en hond
de kat de bel aanbinden
jeedeeke
"Een hond in de pot vinden" wil zeggen dat "het eten op is" "Gelijke monniken, gelijke kappen" wil zeggen dat "mensen van dezelfde soort, dezelfde eigenschappen hebben"
Je hebt inderdaad nog heel veel spreekwoorden of gezegden met dieren. Om even verder te borduren op de hond heb je ook nog de minder bekende zoals :
"Wie zich voor hond verhuurt, moet de booten kluiven" betekent "Wie zich onderdanig gedraagt, wordt als knecht behandeld"
"Als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien" = "Als ervaren mensen waarschuwen, moet je luisteren"
"'t Moet al een ruige hond wezen die twee nesten warm houden kan" = "Alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op nahouden"
Het is voor ons een leuk ritueel, maar veel dieren vinden er niets aan: het vuurwerk met oud en nieuw.
Debbie Rijnders, gedragstherapeut voor dieren.
Vaak duiken ze in paniek ineen als de pijlen door de lucht vliegen.
Vijf vragen aan Debbie Rijnders, gedragstherapeut voor dieren.
1. Waar hebben dieren het meest last van, van het geluid of van de flitsen?
¨De meeste dieren worden in eerste instantie angstig van de knallen; honden, katten, konijnen, hamsters, maar ook paarden. Maar omdat de lichtflits de aankondiging is van de knal, ontstaat er een Pavlov-reactie bij beesten en raken ze ook angstig van de flitsen. Vogels raken juist in paniek van de lichtflitsen.¨
2. Hoe heftig is de knal van een vuurwerkpijl voor bijvoorbeeld een hond?
¨Het geluid dat een hond hoort bij het afsteken van een vuurpijl is voor ons vergelijkbaar met als je in de disco staat en je je ribbenkast voelt mee vibreren. Of qua onaangenaamheid met het met de nagels krassen over een schoolbord. Het feit dat honden met oud en nieuw laten zien dat ze angstig zijn, zegt genoeg. Honden horen hoge ultrasone tonen en bijvoorbeeld het simpelweg dichtdoen van de koelkast is al erg heftig. Maar daar reageren ze niet op.¨
3. Wat moet je doen om je beesten ongeschonden door oud en nieuw te loodsen?
¨Dieren in een donkere ruimte zonder ramen stoppen, bijvoorbeeld de gangkast. En bij de dierenarts medicatie halen. Ik heb ook *een cd gemaakt* met vuurwerkgeluid, die het hele jaar zachtjes afgespeeld kan worden. Je huisdier associeert die geluiden dan niet meer met paniek.¨
4. Wat doe je met bijvoorbeeld paarden die niet zo makkelijk in de gangkast passen?
¨Beesten die buiten zijn, kunnen met oud en nieuw het beste in de schuur worden gehouden, met dichte deuren en afgeplakte ramen. Ook voor deze dieren kan medicatie worden gehaald.¨
5. En dan zelf naar buiten, knallen en aan de champagne?
¨Nou, als je een goede relatie met je huisdier hebt, kun je er het beste bij in de buurt blijven. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat beesten in stressvolle situaties een lagere hartslag en bloeddruk hebben wanneer het baasje er is.¨
Debbie Rijnders, gedragstherapeut
CD-ROM Gedragstherapie Vuurwerkangst Honden Bestellen in de DN shop
Bij een uitzendbureau hangt een bordje in het raam: "Secretaresse gezocht." Komt er een duitse herder naar binnen en wijst met zijn voorpoot naar het bordje en zegt: "Waf!" Het meisje achter de balie durft hem niet meteen af te wijzen en zegt: "Maar je moet ook kunnen typen." De hond kruipt achter de typemachine en typt in een razend tempo. De medewerkster zegt: "Maar u moet ook een vreemde taal spreken." En de hond zegt: "MIAUW!!"
Twee vliegen
Twee vliegen zaten op opa's kale kop. zegt de een tegen de ander: "Weet je nog dat we hier vroeger verstoppertje speelden?"
Dure papegaaien
Een man gaat naar een dierenwinkel om een papegaai te kopen. De eigenaar van de winkel wijst drie papegaaien aan die er hetzelfde uitzien en zegt: "Deze papegaai aan de linkerkant kost 1000 gulden." "Waarom kost die papegaai zoveel?" vraagt de man. De winkelbediende zegt: "Nou, deze papegaai weet hoe je een computer moet bedienen."
De man vraagt naar de volgende papegaai en er wordt hem verteld dat die 2000 gulden kost omdat deze alles kan wat de andere ook kan, plus dat hij ook weet hoe je het UNIX besturingssysteem moet gebruiken. Hoogst verbaasd vraagt de man naar de derde papegaai. Deze blijkt 4000 gulden te moeten kosten. De man vraagt dus: "Wat kan deze dan allemaal wel niet doen?" Waarop de winkelbediende antwoordt: "Om eerlijk te zijn, heb ik hem nog nooit iets zien doen, maar de andere twee noemen hem de baas!"
Het varkentje
Een wat ouder stel komt in het buitengebied wonen en besluit om een varkentje te kopen. Er wordt een stal gebouwd, een poel gegraven. Het varkentje heeft een prettig leven. Op enig moment komt de buurman langs die vraagt of ze het alleen bij dit ene varkentje willen houden. "Natuurlijk niet, maar wat moet ik dan doen." Waarop de buurman zegt: " Ik weet 'n boer die 'n beer heeft en jouw zeug kan bevruchten. Het kost wel 'n paar euro's, maar dan heb je ook wat." Omdat het niet ver lopen is, zet de man het varkentje in de kruiwagen en gaat zo op pad.
Bij de boer aangekomen doet de beer zijn werk. De man vraagt aan de boer: "Hoe weet ik nu dat de beer zijn werk goed heeft gedaan?" De boer antwoordt: "Als jouw varken morgenvroeg in de poel ligt dan is het geslaagd. Staat het varken op het droge dan moet je nog 'n keer langskomen." Zo gezegd zo gedaan. De man keert naar huis en de volgende dag kijkt hij uit het raam en ziet dat het varkentje op het droge staat. De man herhaalt vervolgens het ritueel van de vorige dag. De dag erna vraagt de man aan zijn vrouw om eens naar buiten te kijken. Zij begint heel hard te lachen waarop de man vraagt wat er aan de hand is. De vrouw zegt daarop: "Het varkentje zit al in de kruiwagen".
Anaalklieren zijn twee "zakjes" aan weerszijden van de anus bij hond en kat. In die zakjes wordt een pasteuze tot vloeibare substantie gemaakt die vreselijk doordringend (vies) ruikt. De anaalklieren worden normaal gesproken geleegd na de ontlasting van het dier, om een duidelijk kenteken achter te laten. Deze " geurvlag " dient voor de hond voor de herkenbaarheid binnen de roedel en het waarschuwen van dieren van buiten de roedel. Voor de kat helpt de geurvlag bij het afzetten van het territorium. Op zich spelen de anaalklieren dus een nuttige rol in het sociale leven van onze huisdieren.
B. Anaalklierproblemen
Helaas functioneren de anaalklieren soms nogal problematisch. Indien het legen van de anaalklieren aan het eind van de ontlasting niet goed verloopt, kunnen de anaalklieren " overvuld " raken. De inhoud van overvulde anaalklieren is gevoelig voor het aanslaan van infecties, waarna er een anaalklierontsteking kan ontstaan. Een ernstige ontsteking van de anaalklieren kan tot een fistelend anaalklierabces leiden: naast de anus zien we dan één of meerdere gaten waar ontstekingsvloeistof of pus uitkomt.
C. Symptomen van anaalklierproblemen
Door de eigenaar worden dit soort problemen meestal snel opgemerkt, aangezien een dier er veel last van heeft. Het meest opvallende symptoom is het veelvuldig likken en bijten naast of op de staartbasis ten gevolge van de jeuk en irritatie die overvulde en/ of ontstoken anaalklieren veroorzaken. Daarnaast verspreiden problematische anaalklieren vaak een typische penetrante stank .
D. Onderzoek en therapie bij anaalklierproblemen
Indien een dier bovengenoemde symptomen heeft onderzoekt de dierenarts natuurlijk de conditie van de anaalklieren en hun inhoud. Maar ook wordt gecontroleerd of er geen sprake is van een vlooienprobleem of vlooienallergie, aangezien daar dezelfde symptomen bij gezien kunnen worden. In ieder geval worden de anaalklieren door de dierenarts geleegd. Afhankelijk van de bevindingen wordt dit na een week nog een keer herhaald of worden de anaalklieren (indien nodig onder sedatie) met een anti-bacterieel middel gespoeld . Ook dit spoelen kan enkele keren herhaald worden, totdat de anaalklieren weer een volledig normale omvang en inhoud hebben.
Bij ernstige ontstekingen of abcessen worden bovendien antibioticum tabletten voorgeschreven.
Indien ondanks deze grondige aanpak de problemen steeds snel terugkomen, valt het te overwegen om de anaalklieren chirurgisch, dus operatief, te laten verwijderen. Aangezien deze operatie vlak naast de anus plaatsvindt, is er een kleine kans (kleiner dan 5%) dat het dier door de operatie onzindelijk wordt voor ontlasting. Daarom kiezen we nooit direct voor deze oplossing.
Hier zie je de anaaklier die verwijderd wordt bij een Shar Pei met chronische infectie van de anaaklieren.
De kosten van een dergelijke operatie liggen rond de 250. Dit is inclusief de kosten voor een screenend bloedonderzoek. Indien uw dier 5 jaar of ouder is wordt een dergelijk bloedonderzoek verricht, voorafgaand aan een narcose.