Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
13-12-2009
Beschrijving van de ziekte (q-koorts )
Beschrijving van de ziekte
Q-koorts is een bacterieziekte die wordt veroorzaakt door Coxiella burnetti. Verschillende diersoorten zijn gevoelig voor deze ziekte. Herkauwers zijn de belangrijkste gastheren. De ziekte kan eveneens op de mens worden overgedragen en houdt meer risico in voor de volksgezondheid dan voor de diergezondheid.
Bij herkauwers verloopt de infectie over het algemeen asymptomatisch. Bij geiten en schapen kan dit in de laatste periode van de dracht abortussen, vroeggeboorte en geboorte van een zwak lam of geitejong veroorzaken. Bij runderen kan de infectie gepaard gaan met metritis, onvruchtbaarheid en abortussen.
Bij de mens verloopt de infectie in 60% van de gevallen asymptomatisch. De andere 40% ontwikkelt een acute vorm van de ziekte gekenmerkt door een pseudogriepsyndroom met eventuele complicaties voor de longen, lever en, bij zwangere vrouwen, gevaar voor de zwangerschap.
De infectie kan ook chronisch worden met symptomen van endocarditis, vasculaire stoornissen en terugkerende stoornissen bij zwangerschap. Personen met immunodeficiëntie, zwangere vrouwen en personen met cardiovasculaire aandoeningen worden beschouwd als risicogroep voor het ontwikkelen van de chronische vorm van de ziekte.
Besmette dieren gaan de bacterie uitscheiden in melk, urine, feces, vaginaal slijm, sperma en vooral in vruchtwater en placentair weefsel. Dieren scheiden voornamelijk grote hoeveelheden bacteriën uit tijdens het afwerpen of via hierbij betrokken materiaal en, op regelmatige tijdstippen gedurende de rest van hun leven. De uitscheiding verloopt heel verschillend van dier tot dier en de besmette dieren blijven meestal levenslang drager en verspreider van de bacterie. De uitgescheiden kiemen kunnen zeer goed in de omgeving overleven.
De besmetting van andere dieren of mensen vindt voornamelijk via de omgeving plaats, door inademing van stof of aerosol afkomstig van besmette weilanden, stallen, kledij, wol, Deze aërogene overdracht gebeurt heel makkelijk, slechts een zeer kleine hoeveelheid bacteriën volstaat om te worden besmet. De besmetting kan ook oraal gebeuren door het consumeren van rauwe melk of producten op basis van rauwe melk of het consumeren van geboortemateriaal (vossen, honden, katten, bvb). De orale overdrachtmethode komt echter minder vaak voor.
Alhoewel deze ziekte in het kader van de volksgezondheid meldingsplechtig is, is dit voor de diergezondheid niet het geval. Geen enkel wettelijk kader legt de invoering op van specifieke maatregelen bij de vaststelling van een besmetting met Coxiella burnetti.
In het kader van de volksgezondheid worden de exploitanten van een besmet bedrijf echter wel aangeraden de volgende acties te ondernemen. Deze acties zijn gebaseerd op strenge hygiënemaatregelen en omvatten onder andere:
de toegang tot het bedrijf evenals het contact met de dieren beperken tot personen waarvan de aanwezigheid op de betrokken plaatsten gerechtvaardigd is (veehouder, dierenarts, leverancier van voedingsmiddelen, vilbeluik, ), de aanbeveling voorziet eveneens een toegangsverbod voor andere mensen,
de pasteurisatie van elk melkproduct afkomstig van het bedrijf,
de invoering van een afzonderlijke ruimte voor het werpen, gescheiden van de rest van de stal,
het afzonderen van dieren die een abortus hebben of hebben gehad,
het afvalmateriaal van een geboorte of abortus snel en op een correcte manier in hermetisch bakken plaatsen,
het opzetten van een behandeling met antibiotica bij dieren die een abortus hebben gehad om de uitscheiding van de kiemen te beperken,
het vermijden van elke actie die de productie van stof of aerosol zou kunnen veroorzaken ; geen reiniging met hoge druk, geen luchtstromen,
contact van huis- en knaagdieren met besmette dieren voorkomen,
verbod om mest of gier uit te voeren op gronden, en het afdekken en composteren van mest zodat deze niet aan de wind wordt blootgesteld,
de stal of geboorteruimte waar besmette dieren hebben verbleven regelmatig ontsmetten met formol >10% of Chloramine 3% en dit gedurende 24 tot 48 uur laten intrekken.
Hoewel een dergelijk vaccin al wel op grote schaal met een tijdelijke vergunning wordt gebruikt in Frankrijk en Nederland, is er momenteel geen vaccin voor runderen, schapen en geiten op de markt in België. Er is voor dit vaccin wel op Europees niveau een goedkeuringsprocedure opgestart; het dossier is momenteel in onderzoek. Er bestaat eveneens een vaccin voor gebruik bij de mens, maar dit vaccin is enkel ter beschikking in Australië.
Coxiella burnetti komt waarschijnlijk endemisch voor in België, maar geeft weinig aanleiding tot klinische uitbraken. Onderzoek van tankmelk afkomstig van melkbeslagen uit het zuiden van België heeft een prevalentie van 60-70% aangetoond. Deze prevalentie moet op het niveau van het beslag worden geïnterpreteerd en geeft de blootstelling aan de kiem weer. Het onderzoek van serum van runderen die een abortus hebben gehad toonde een prevalentie van minder dan 5%.
Coxiella burnetti is wereldwijd aanwezig, met uitzondering van Nieuw-Zeeland. Deze bacterie is over het algemeen de oorzaak van sporadische en plaatselijke haarden van de ziekte. Enkel de toestand in Nederland is een uitzondering op de regel. Nederland wordt sinds 2007 geconfronteerd met een ware groei van het aantal humane gevallen van Q-koorts in de provincie Noord-Brabant. Het probleem is gelinkt aan geitenbedrijven. Om dit fenomeen tegen te gaan, heeft Nederland specifieke bestrijdingsmaatregelen afgekondigd (verplichte melding van de gevallen bij dieren, beperkte toegang van het publiek tot de bedrijven, uitmestverbod, invoering van een hygiëneprotocol in de schapen- en geitenbedrijven). In 2009 is in de provincie Noord-Brabant een verplichte vaccinatiecampagne opgezet voor alle schapen- en geitenbedrijven die meer dan 50 dieren houden, voor bedrijven van openbaar nut en voor elk ander bedrijf dat sinds 2005 met Q-koorts werd geconfronteerd. Deze vaccinatie campagne is nu ook verplicht in bepaalde streken van de provincies Gelderland, Utrecht en Limburg.