LAND VAN HERKOMST : België Varianten : de Petit Brabancon , de Griffon Bruxellois of Brussels Smousje , en de Griffon Belge
GESCHIEDENIS Het Brusselse Smoushondje of de Griffon Bruxellois (Brusselse Griffon) dankt zijn rasnaam aan de hoofdstad van België, waar deze hondjes ooit met hun eigenaars op straat flaneerden. Het zijn opvallende hondjes met een klein lichaam, maar met flinke snorren en baarden. Waarschijnlijk stammen ze af van de Affenpinscher en kruisingshondjes. De oorspronkelijke Griffons leken meer op de Terriër dan de Griffons van nu. Dit is niet verwonderlijk, want men gebruikte Terriërs om dit ras te scheppen. Deze honden hebben een ruige of een gladde vacht en zijn van aard erg 'recht-door-zee'. Ze zijn wel klein, maar zo robuust, dat ze graag flink wandelen. Ze zijn alert en schrander, en leggen een ongekende trouw aan de dag voor 'hun' mensen. Ze passen zich aan en vanwege hun 'praktisch' formaat kunnen ze bijna overal mee naartoe worden genomen.
IDEALE RASKENMERKEN Maat: reuen en teven 3 tot 5 kg. Uiterlijk: klein maar evenwichtig lichaam; levendig, vrij gangwerk. Kleur : roodrossig, zwart, zwart met rosbruine aftekeningen, zwart gemengd met bruin. Hoofd: ronde schedel met zeer korte snuit; wijd geplaatste, grote, zwarte ogen; kleine, hoog geplaatste oren, kunnen gecoupeerd of intact (Nederland) zijn. Staart: tot op 1/3 ingekort; hoog gedragen. VACHT : ruwhaar; m.a.w. de dekharen zijn vrij hard van structuur, voelen stevig aan en hebben een heldere kleur. De wolharen zijn zachter, korter en liggen tegen de huid aan. Ze zijn ook veel lichter van kleur. Wanneer de vacht rijp is, staan de haren in alle richtingen in bosjes bij elkaar. Dan kan de vacht worden geplukt. VERHARING : blokverharing. DAGELIJKSE BEHANDELING : borstelen met een grove borstel of met een speciaal in de hand liggende terriërborstel. Garnituur en poten : met een grove kam. GROTE BEHANDELING : gebeurt in de ruiperiode ! Deze periode is goed te bepalen. Als u merkt dat de hond wat haar gaat kwijtraken, kunt u een paar haren tussen duim en wijsvinger nemen en ze met een lichte draaiing van de pols uit de huid proberen los te trekken. Laat het haar gemakkelijk los, dan is de vacht rijp. Moet u echt trekken, dan is de hond nog niet aan trimmen toe en kunt u beter nog even wachten met plukken. Gaat men namelijk te vroeg plukken, dan moet men het haar lostrekken uit het haarzakje en irriteert men daarmee de huid. Een pasgeplukte hond is meestal geen echte schoonheid. Het mooie komt pas bij het natrimmen, een vier tot acht weken na de grote beurt. Doordat de vacht eruit gehaald werd, reageert de huid en begint met het aanmaken van wol. De nieuwe vacht zit dan na enkele weken onder de wollaag. Bij het natrimmen wordt die wollaag weggetrimd, zodat de nieuwe vacht eronder te voorschijn komt als korte, diepglanzende haartjes. In principe gebruiken we nooit een schaar of tondeuze bij ruwharige honden. Uitzonderlijk bij de geslachtsdelen, rond de anus en tussen de voetkussentjes. Voetjes worden rondgeknipt. VOOR- EN NADELEN VAN DE VACHT : door het trimmen is de hond in één keer zijn dode haar kwijt. AARD : dit zijn levendige hondjes, die momenten van blijdschap en affectie met hun menselijke levensgezellen delen. Ze zijn onafhankelijk, sterk en intelligent. Het Brussels Smoushondje is zeer gehoorzaam, mits die goed is afgericht. Let wel : ze mogen nooit verwend worden. OPVOEDING : verloopt in de regel probleemloos en ze zijn goed in verschillende takken van de hondensport. BIJZONDERHEDEN Van de Griffon bestaan drie variëteiten, de Petit Brabancon , de Griffon Bruxellois of Brussels Smousje , en de Griffon Belge . Het enige verschil zit in de beharing en de kleur van deze honden ( klik op bovenstaande benamingen voor specificatie ). De Griffon werd voor het eerst tentoongesteld in 1880 in Brussel. Het is een Belgisch ras en wellicht afgeleid van de Affenpinscher . De kortharige variëteit ontstond uit kruisingen met de Mopshond . In het begin waren deze kortharige hondjes niet gewenst, maar later werden zij een apart ras en vernoemd naar de provincie Brabant.
Ondanks zijn karakteristieke haveloze uiterlijk, is het lichaam van deze Griffon Belge of Belgische Griffon goed in balans en goed ontwikkeld in zijn lange, harde vacht. De vacht is half lang, ruw draadachtig en zonder krul, liefst met een ondervacht. De kleuren zijn zwart, zwart met tan-aftekeningen en zwart gemengd met bruin. De oren en de staart worden gewoonlijk kort gecoupeerd. De Griffon Belge werd gekweekt als gezelschapsdier en is een perfect maatje. Omdat hij eens een harde werker was en ratten ving om aan voedsel te komen, heeft de Griffon nog steeds enorm veel energie. Hij heeft echter voor een stuk zijn werkdrift omgezet in gehoorzaamheid. Hij is ook zeer extrovert. Zijn draadharige vacht is dan wel lang, maar deze heeft niet zoveel verzorging nodig. De Belgische Griffon is gehard en heeft weinig voedsel nodig.
De Petit Brabançon ( Het Brabandertje of de Piccolon Brabantino ) is eigenlijk een tegenstelling op zich. Griffon betekent namelijk letterlijk 'draadharig', terwijl de Brabander gladharig is. De Amerikaanse Kennel Club staat echter deze paradox toe. De Petit Brabançon heeft geen snor en geen draadharige vacht. Zijn vacht is kort, glad en dicht. De kleuren zijn rossig, al dan niet met een zwart masker, of zwart met roestbruine aftekeningen. Hij heeft een lichaam met een korte rug, mooi gewelfde ribben en sterke dijen. De Gladharige Brabançon is vriendelijk en speels, levendig en energiek in huis. Ze lopen graag in de kijker en genieten van de aandacht. Bij een eerste ontmoeting kan deze hond ietwat verlegen zijn, maar als hij eenmaal zijn opgeruimde aard toont schept hij zeer veel vreugde.(dpbrego) |