Van Wikipedia
Jakobskruiskruid (of: Jakobskruid ) (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris syn. Senecio jacobaea L.), niet te verwarren met boerenwormkruid (Tanacetum vulgare ), is een wilde, in de regel tweejarige plant met gele bloempjes uit het geslacht Jacobaea (Jacobskruid), die steeds meer voorkomt in de Nederlandse wegbermen en natuurgebieden en van daaruit in de perceelsranden van weilanden. Sinds 1998 komt de plant in het noorden van Nederland vijf maal zoveel voor. De plant is een pioniersplant en verspreidt zich snel doordat een volwassen plant 75.000 tot 200.000 zaadjes kan produceren, die op open plekken in het gras of de berm makkelijk kiemen. De zaadjes worden door het zaadpluis met de wind meegevoerd.
Jakobskruiskruid is in bermen ook ingezaaid doordat het voorkomt in bermopfleurende kruidenmengsels.
Jakobskruiskruid is een windverspreider, maar niet zon goede als algemeen wordt aangenomen. Er is onderzocht door o.a. Poole en Cairns (1940) hoe groot de rol is van de wind bij de verspreiding van de plant. De meeste zaden, zon 60 %, vallen binnen de 5 meter naast de moederplant. Blijft er zon 40 % over die wat verder vliegt, en daarvan komt 39% binnen een meter of 40 van de moederplant. 1 % van de zaden kan inderdaad veel verder vliegen. Om een levensvatbare populatie te krijgen moeten de zaden wel op een geschikt plekje komen om te kunnen kiemen.
Als je bedenkt dat Jakobskruiskruid gezien de tijdsfactor zich eigenlijk maar voetje voor voetje verspreidt, lijken andere manieren meer logisch. Dieren kunnen het pluis ( pappus ) meenemen in de vacht of veren, maar het kan natuurlijk ook via zaadmengsels, die in het verleden in de bermen zijn toegepast.
In verschillende landen is er een verplichting om Jakobskruiskruid te bestrijden.
De provincie Friesland heeft in augustus 2004 alle planten uit de bermen verwijderd en hoopt dat uit de achtergebleven stukken wortel geen nieuwe planten ontstaan.
Jakobskruiskruid heeft een krans van gele straalbloempjes , dit in tegenstelling tot de ronde bloemen van boerenwormkruid. In de duinen en op diverse andere plaatsen in Nederland, zoals op de Veluwe komen echter planten voor waarbij de straalbloempjes ontbreken (Senecio jacobaea subspecies dunensis ), ook wel duinkruiskruid genoemd.
Het Jakobskruiskruid vormt het hoofdvoedsel voor de zebrarups , de larve van de Sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaea ). De rupsen van deze vlinder zijn aangepast aan het eten van Jakobskruiskruid en zijn dus niet gevoelig voor vergiftiging door pyrrolizidine alkaloïden. Jakobskruiskruid vertoont echter na vraat door deze rupsen vaak een geweldig herstelvermogen. Ook de Duinzijdebij (Colletes fodiens , een solitaire bijen soort) is afhankelijk van deze plant. Ze haalt stuifmeel en nectar op het Jakobskruiskruid of op de ondersoort Duinkruiskruid. Ook de kever (Longitarsus jacobaeae ) en de zaadvlieg (Botanophila seneciella ) houden veel van deze plant. Beide soorten zijn inheems en actief in de Benelux.
Giftigheid
Jakobskruiskruid is zeer giftig voor de meeste zoogdieren, dus ook de mens, doordat het zestien verschillende alkaloïden bevat. De bloemen bevatten twee keer zoveel gif als de bladeren. In de plant bevinden pyrrolizidine alkaloïden zich in de N-oxide vorm en zijn dan niet giftig. Pas als de plant opgegeten wordt, worden deze verbindingen met name in de dunne darm omgezet in giftige, vrije alkaloïden die de lever aantasten.
Het grootste gevaar schuilt in hooi en kuilvoer. Ongemerkt kunnen dieren dan het giftige Jakobskruiskruid binnen krijgen. Het verwijderen van de planten uit het hooi is bijna ondoenlijk, omdat de bladeren verbrokkeld kunnen zijn. Het gif bestaat uit pyrrolizidine alkaloïden, die het lichaam binnen 24 tot 48 uur voornamelijk via de nieren verlaten, maar het kan ook via melk en de longen (denk daarbij aan bijv. alcohollucht). Pyrrolizidine alkaloïden hebben een cumulatief effect. Zowel de opname van een grote hoeveelheid in één keer, als de opname van kleine hoeveelheden over langere tijd kunnen leiden tot beschadiging van de lever en ziekteverschijnselen. Hoewel kruiskruidvergiftiging de lever dus op een onomkeerbare manier kan beschadigen, is het effect van deze beschadiging op de gezondheid van een dier niet altijd onomkeerbaar. Tot op zekere hoogte kan de functie van de afgestorven levercellen overgenomen worden door andere levercellen. Als de aangebrachte schade echter te groot is, dan is dit niet meer mogelijk en als de levercapaciteit met 50-70% is afgenomen ontstaan er verschijnselen van leverziekte. Een dier kan dus PA's opnemen, maar als de hoeveelheden zodanig zijn, dat de lever het kan compenseren, zie je niets aan het dier, ook niet in het bloed. Bij hogere niveaus zie je eerst afwijkende bloedwaarden (o.a. leverenzymen), en vervolgens verschijnselen. Hoe hoog deze niveaus zijn is niet bekend, maar dit zal ook per diersoort en per individu verschillen.
Runderen en paarden vermijden het plantje normaal gesproken bij het grazen , maar in tijden van droogte en voedselschaarste kunnen ze het wel gaan eten. Bij runderen kan het gif ook zonnebrand veroorzaken, doordat het gif in het bloed van de haarvaten onder invloed van het UV-licht van de zon schadelijk wordt voor de omliggende weefsels. Schapen eten de plant graag en zijn minder gevoelig voor de gevolgen. Ze krijgen later echter wel problemen in de groei.
Allergie
Jakobskruiskruid kan na huidcontact een allergische reactie geven, die "Compositae dermatitis" wordt genoemd. Deze allergie treedt op na huidcontact of na opname van planten(delen) via de mond. De allergie wordt niet veroorzaakt door de pyrrolizidine alkaloiden, maar door andere stoffen, de zogenaamde sesquiterpene lactonen, die in veel planten van de Composietenfamilie voorkomen. Het is daarom aan te raden om bij het aanraken van de bloemen en planten handschoenen te dragen.
Bestrijding
De plant kan handmatig verwijderd worden, maar er moet dan goed opgelet worden dat er geen stukjes wortel achterblijven, omdat de plant daarop weer opnieuw kan uitlopen.
Recent DNA-onderzoek
Uit recent DNA-onderzoek (Pelser et al , 2002) is gebleken dat Jakobskruiskruid, samen met enkele andere voornamelijk Euraziatische Kruiskruid-soorten nauwer verwant is met andere geslachten in het tribus Senecioneae dan met soorten die tot het geslacht Senecio gerekend worden. In de onlangs uitgekomen 23e editie van Heukels' flora van Nederland wordt Jakobskruiskruid gerekend tot het geslacht Jacobaea . De huidige wetenschappelijke naam van de soort is Jacobaea vulgaris (Pelser et al , 2006).
Volksnamen
- Annebienaboompje
- Arabiersboompje
- Beestebloemen (Land van Vollenhove)
- Grondheel
- Jacobsbloem
- Koebloemen (Land van Vollenhove)
- Munneke blaade (Texel)
- Sint-Jacobsbloem
- Sint-Jaokobskroed (Zuid-Limburg)
- Strommel (Waterland)
- IJzerboompje (Zwolle)
Fotos
plant met ontbrekende straalbloempjes
|
meerjarige plant na de bloei
|
Jakobskruiskruid in voorjaar na bloei vorig jaar
|
Eitjes van de St Jakobsvlinder op Jakobskruiskruid
|
Zebrarupsen op Jakobskruiskruid
|
|
Detail van het blad van de dezelfde rozet als op de paal
|
Meestal een rode stengel, maar niet altijd
|
|