Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
10-11-2007
Houden deze katten van SM of is dit hier iets anders??? (Tante Lotte)
Katten Fratsen Onze kat die heeft personeel en vindt dat helemaal niet raar hij heeft het prima voor elkaar ze bedient m echt soms teveel.
Als hij miauwt komt ze naar buiten haar lieve woorden stild zijn luid gegil en als meneer nog aaitjes wil hoeft hij enkel zn ogen maar te sluiten.
Zelfs zijn buik wordt gemasseerd wanneer hij zich behaaglijk rolt en schattig met zijn pootjes dolt zich uitrekt,... lui...,ongegeneerd.
Dan vertrekt t personeel naar binnen er moet per slot nog werk worden gedaan maar ze blijft toch aarzelend staan bij het horen van zn lokkend spinnen.
Zelfs de deuren doet ze open als hij vragend zijn lijfje strekt en het zonder meer uit rekt om door het kattenluik te lopen
Hij weet precies waarvoor ze zwicht en geeft haar kopjes als beloning wandelt rond als een trotse koning ja..., onze kat heeft zijn personeel afgericht!
Tegen de prijs van een pot honing hadden een wolf, een haas en een vos de taak op zich genomen om een stuk land te ontginnen. Om zeker van hun beloning te zijn hadden zij gevraagd de honing al vooraf te krijgen. De pot werd achter de schuur gezet en zij togen aan het werk. "Laten wij afspreken," zei de wolf nog, "dat we pas van de honing gaan eten als we helemaal klaar zijn. Anders zie ik nu al dat er van het werk niets terecht komt." - "Mogen we wel van te voren even proeven?" probeerde de vos. "Nee, geen sprake van," besliste de wolf. "We kennen jou!"
De vos drong niet verder aan en het werk begon. Maar na enige tijd begon het werk de vos te vervelen. Hij zou veel liever eens van de honing proeven. Toen hij eens een eind van de anderen af stond niets te doen liet hij plotseling "Skitsjie! Skitsjie" horen. De wolf en de haas kwamen naar hem toe en vroegen: "Hoorde jij dat ook? Het leek wel of er iemand geroepen werd." - "Klopt," antwoordde de vos, "ze hebben mij geroepen. Ik moet een kleintje ten doop komen houden. Vinden jullie goed, dat ik even wegga?" - "Vooruit dan maar," fronste de wolf, "maar maak het niet te lang. We moeten nog wel klaarkomen vandaag!"
De vos sloop naar de schuur en maakte de pot honing open. Gulzig als hij was schrokte hij achter elkaar er wel een derde van op. Voldaan keerde hij daarna terug naar het veld en zei: "Daar ben ik weer! Het heeft niet te lang geduurd, hè?" - "Dat heb je inderdaad vlug gedaan. Hoe heet je petekind?" vroeg de haas. "Eerste-hap," antwoordde de vos, "merkwaardige naam, niet?" Wel, dat vonden de anderen ook, maar in de familie van de vos kwamen wel meer vreemde namen voor. En dus kregen de wolf en de haas geen argwaan.
Na verloop van tijd begon de vos opnieuw trek in honing te krijgen. En evenals de vorige keer liet hij uit de verte "Skitsjie! Skitsjie!" horen. "Ik Geloof dat ze je alweer roepen!" schreeuwde de haas naar de vos. "Ja! Ik moet weer peter zijn. Mag ik weer even?" Opnieuw deed de vos zich achter de schuur tegoed aan de honing. "En hoe heet de kleine dit keer?" vroeg de wolf, nadat de vos weer terug was. "Tweede-hap," zei de vos terloops.
Weer werd er een poos hard gewerkt, toen de vos plotseling al weer zijn "Skitsjie! Skitsjie!" liet horen. "Zeg, blijft dat de hele dag zo?" vroeg de wolf verstoord. "Er moet hier gewerkt worden, niet in de kerk!" - "Heus, het is de laatste keer," beloofde vos, "als ze me nog een keer zouden roepen, ga ik gewoon niet. Maar voor deze keer vind je het toch nog wel goed?" - "Als het echt de laatste keer is tenminste. Schiet nu maar op!" bromde de wolf. Toen de vos korte tijd daarna weer verscheen, antwoordde hij op de vraag hoe het petekind nu genoemd was: "Laatste-hap."
Uren waren er inmiddels voorbijgegaan. De wolf en de haas voelden dat zij goed moe waren geworden. Daarom stelde de wolf voor: "Het is wel tegen onze afspraak, maar laten we toch maar vast iets van de honing gaan eten. Ik moet even nieuwe kracht opdoen."
Moe gingen ze achter de schuur op de grond zitten. De haas maakte de pot open en zag dat alle honing er uit verdwenen was. "Wat een misselijke streek! Dat heb jij natuurlijk gedaan, sluwe vos," schold de wolf, buiten zichzelf van woede. "Ik? Hoe kom je daarbij? Als je het mij vraagt heeft de haas dat gedaan," sprak de vos verontwaardigd. "En ik ben geen minuut van het veld af geweest! Kom nou gauw!" De haas was diep beledigd. "En toch heb jij het gedaan," hield de vos vol. "Bij alle sterren in de hemel zweer ik jullie, dat ik onschuldig ben," riep de haas, "maar ik kom er wel achter, wie het wel gedaan heeft. Wacht maar! Het is nu bijna donker, laten we eerst maar gaan slapen. Als er morgenochtend bij een van ons de honing uit het lijf loopt, reken maar dat hij dan de dader is. En ik zal dat niet zijn!"
De anderen stemden daarmee in. "Maar er zal toch eerst gegeten moeten worden," vond de wolf, "vos, ga jij maar in het dorp wat voor jezelf opscharrelen. En haas, ga jij maar wat knabbelen in het klaverveld. In de tussentijd hoop ik ook iets te vinden, want ik rammel van de honger." De haas ging er vandoor, nadat hij beloofd had zo gauw mogelijk weer terug te zijn. Maar de vos zei, dat hij veel te moe was om nog helemaal naar het dorp te lopen. Hij had het immers de hele dag al drie keer gedaan! Nee, hij zou liever eerst wat gaan slapen. De haas was spoedig weer terug. Hij had de klaver gevonden en kon er weer even tegen.
Toen de vos de volgende morgen de eerste zonnestralen op zijn snuit voelde, schrok hij niet alleen daarvan wakker. Ook liep er gestadig honing uit zijn lijf. Wat moest hij doen? Voorzichtig sloop hij naar de haas en liet zich naast de haas helemaal leeglopen. Vervolgens maakte hij de wolf wakker: "Ga eens bij de haas kijken! Je weet niet wat je ziet!" Nu werd ook de haas wakker. Hij zag het stinkende vuil naast zijn bed en begreep welke kool de vos hem gestoofd had. Halsoverkop maakte hij dat hij wegkwam.
Dit was voldoende bewijs voor de wolf. Met een slaapdronken hoofd rende hij de haas achterna. Door bos en veld, door struiken heen en over greppels holde hij achter hem aan. Toen hij bij een schutting was gekomen probeerde de haas zich tussen twee planken door te wringen. Maar het lukte niet en dat was zijn ongeluk. De wolf had hem nu gauw te pakken en... beet een stuk van zijn staart af. Daarom heeft sinds die tijd de haas enkel nog een pluimstaart. En ook sinds die tijd jaagt de vos onvermoeibaar op de haas, bevreesd als hij is dat de haas ooit nog eens de kans zal krijgen om het allemaal aan de wolf uit te leggen.
Castratie betekent het onvruchtbaar maken van een konijn waarbij inwendige geslachtsorganen worden verwijderd. Bij een vrouwtje wordt dit meestal sterilisatie genoemd, maar dit is eigenlijk onjuist. Sterilisatie betekent het afbinden of doorsnijden van de eileiders, maar met behoud van de eierstokken. Ook bij vrouwtjes konijnen worden de inwendige geslachtsorganen (baarmoeder en eierstokken) verwijderd, en wordt het dus een castratie. In de praktijk worden meestal de mannetjes, en zelden de vrouwtjes gecastreerd.
Waarom is het zo belangrijk een konijn te laten castreren? 1) Gecastreerde konijnen leven langer en gezonder. Vrouwtjes konijnen hebben 50 tot 80% kans om baarmoederkanker te krijgen. Dit risico wordt tot bijna 0 gereduceerd als ze gekastreert wordt. Mannetjes leven langer omdat ze na castratie minder snel met andere dieren (konijnen, katten, etc) zullen vechten, want hij heeft niet meer zo'n grote drang om zijn territorium te verdedigen.
2) Gecastreerde konijnen zijn beter gezelschap. Ze zijn rustiger, aardiger en betrouwbaarder wanneer hun drang tot voortplanting is weggenomen. Daar komt nog bij dat gecastreerde konijnen minder destructief (knagen en graven) en agressief (bijten, grommen, aanvallen).
3) U voorkomt vervelend gedrag. Ongecastreerde mannetjes (en soms ook vrouwtjes) sproeien met hun urine. En zowel mannetjes als vrouwtjes zijn veel gemakkelijker zindelijk te maken wanneer ze gecastreerd zijn.
4) Gecastreerde konijnen dragen niet bij aan het konijnenoverschot. Het komt nog te vaak voor dat een vrouwtjes konijn per ongeluk zwanger raakt. Door uw konijn(en) te castreren voorkom je een hoop ellende. Een ongeluk zit in een klein hoekje, en het kan in een wip gebeurd zijn. Er zitten duizenden konijnen in de verschillende asielen in België. En er worden ook veel konijnen los gelaten op grasvelden, natuurgebieden of gewoon op straat. Tamme konijnen kunnen niet voor zichzelf zorgen. Ze raken ondervoed, worden ziek, worden aangevallen door andere dieren of worden aangereden door een auto. Ook verkopen aan een dierenwinkel is geen goed idee, omdat je niet weet aan wie het wordt verkocht. Een konijn wordt verkocht aan iedereen die geld heeft. Het maakt ze vaak niet uit of dat konijn verkocht wordt als slangenvoer of aan een klein kind.
5) Gecastreerde konijnen kunnen veilig samen leven met een soortgenoot. We kunnen het niet vaak genoeg benadrukken: konijnen zijn sociale dieren die graag gezelschap hebben van een soortgenoot. Maar een ongecastreerd konijn kan vaak niet samenleven met een ander konijn, ook niet een van hetzelfde geslacht, omdat het seksuele en agressieve gedrag door de geslachtshormonen wordt bepaald.
Castratie is een veilige handeling, mits het is uitgevoerd door een deskundige dierenarts. Vroeger was het heel moeilijk om een konijn onder narcose te brengen. Veel konijnen gingen dood tijdens of na de narcose. Tegenwoordig is het risico van een narcose bij een gezond konijn bijzonder klein. In 99% van de gevallen gaat het goed. Het is wel zeer belangrijk dat je een goede dierenarts hebt die veel ervaring heeft met het castreren van een konijn, en die de juiste narcose in de juiste hoeveelheid gebruikt.
Wat is de beste leeftijd voor een castratie? Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen het beste gecastreerd worden tussen een leeftijd van 6 maanden en 1 jaar. Het kan zelfs tot aan een leeftijd van 6 jaar, maar dan moet het konijn wel eerst grondig worden nagekeken of het niets mankeert.
Kan je zien of een konijn is gecastreerd? Bij mannetjes kan je het aan de ballen zien. De balzakken zijn leeg als het konijn is gecastreerd.
Bij vrouwtjes is het niet te zien. Je kunt de buik kaal laten scheren bij de dierenarts om te kijken of er wellicht een litteken te zien is, maar ook dat is niet altijd te zien als er bepaalde hechttechnieken zijn gebruikt.
In principe mag je er vanuit gaan dat een gevonden konijn niet is gecastreerd. Het is een prijzige ingreep (vooral bij vrouwtjes). Doorgaans laat men niet zo'n ingreep doen om vervolgens het konijn op straat te gooien.
Wat kost een castratie? Het kastreren van een mannetje kost ongeveer 50 tot 100 euro afhankelijk van het gewicht.
Voor een vrouwtje is het duurder (het is ook een moeilijkere en langere operatie). Het kost ongeveer 200 tot 300 euro daar er een gasanesthesie moet uitgevoerd worden.
Moeder een 4 jarige Ierse setter schonk het leven aan 15 pupies heeft hulp nodig om haar, maar kan niet alleen voor hen zorgen en krijgt daarbij de hulp van een 6 jarige Engelse Setter. Toen Madyson het leven schonk aan haar pupies kon zij alle pupies niet zelf gewassen krijgen en kreeg hulp van Liliana. Zij begon zelf melk te produceren om de pupies mee te voeden, al was Liliana niet zwanger. Normaal is een Ierse Setter heel beschermend tegenover haar pupies, maar liet Liliana gewillig helpen, wat een wonder is ! het zal in elk geval een grote hulp zijn voor Madyson.
De Coton de Tuléar is een kleine witte gezelschapshond. Hij dankt zijn moeilijke naam aan de structuur van zijn vacht, die katoenachtig moet aanvoelen, en aan de plaats waar hij vandaan komt namelijk het plaatsje Tuléar op het eiland Madagaskar .
De vacht van de Coton is halflang tot lang. Wit van kleur, met mogelijk hier en daar een zweem van champagnekleur of lichtgrijs met name aan de oren. Hij behoeft weinig verzorging als we het hebben over trimwerk, wel moet hij regelmatig geborsteld worden.
Vaak noemt men hem de clown onder de honden, een naam die hij zeker eer aan doet, zowel qua uiterlijk als qua karakter. De Coton heeft een vrolijk en open karaktertje, is leergierig maar behoeft wel een consequente opvoeding. De Coton is ook waaks.
De Coton kan goed omgaan met kinderen, maar doordat ze met hun pittige karakter niet snel zullen piepen is wel de nodige voorzichtigheid bij te ruig spelen geboden. De Coton is beslist geen doetje en als hij onraad ruikt zal hij zich dan ook zeker laten horen! De hele dag alleen thuis vindt de Coton net als vele andere gezelschapshonden absoluut niet prettig.
Oorspronkelijk werd de Coton gebruikt als rattenvanger op schepen. Ze werden losgelaten in het ruim en moesten er voor zorgen dat de rattenpopulatie zich niet teveel uitbreidde, om de goederen en het voedsel in goede staat te houden en de ziektes te beperken. Het is ook op deze manier dat ze ooit op Madagascar terechtkwamen.
De zintuigen, organen en spieren van de hond werken pas optimaal onder invloed van de hersenen en het netwerk van zenuwverbindingen. Door beschadigingen aan het zenuwstelsel kunnen het uitvallen van de waarneming, gedeeltelijke of gehele verlamming, verlies van evenwichtsgevoel, toevallen of veranderingen in het gedrag van de hond worden veroorzaakt. Virussen, zoals de verwekkers van rabiës en hondenziekte, veroorzaken een ontsteking van de hersenen. Tengevolge daarvan treden veranderingen in het temperament en de coördinatie op. Andere bacteriële en virusinfecties tasten het beschermende weefsel rond de hersenen aan, waardoor aandoeningen als hersenvliesontsteking, toevallen en verlies van evenwichtsgevoel kunnen ontstaan. Directe beschadigingen aan het hersenweefsel kunnen leiden tot toevallen. En als het ruggenmerg is beschadigd, kunnen zenuwbanen worden geblokkeerd. Afhankelijk van het deel van het ruggenmerg dat is aangetast, treden stoornissen op in de waarneming, verlammingen of incontinentie. Elke aantasting van zenuwweefsel moet direct worden behandeld !
Het zenuwstelsel van de hond Door de goed beschermde wervelkolom loopt het ruggenmerg. Via uitgangen tussen de wervels verbindt het de hersenen met alle organen en spieren. Eenmaal buiten de wervelkolom zijn de zenuwbanen kwetsbaarder. Anders dan de spieren kunnen zenuwverbindingen zich na beschadigingen nooit helemaal herstellen.
Honden hebben een robuust ademhalingssysteem en hebben er doorgaans weinig problemen mee. Kennelhoest, een bacteriële ontsteking van het strottenhoofd en de luchtpijp, zijn de belangrijkste oorzaken van hoesten. Een andere mogelijke oorzaak is allergie. Hoesten komt bij oudere honden vaker voor in relatie met hartproblemen. Bij sommige rassen, zoals de Cavalier King Charles Spaniel , kan dit al op jeugdige leeftijd voorkomen. Hier spelen erfelijke hartproblemen een rol (zie erfelijke afwijkingen ). Ademhalingsproblemen die zich uiten in een afwijkende ademhaling (vlak, diep, snel of zwaar) kunnen ook worden veroorzaakt door inwendige parasieten , infecties, ingeslikte voorwerpen en algemene lichamelijke problemen. Als uw hond ademhalingsproblemen heeft, moet u altijd direct de dierenarts raadplegen. Deze luistert met een stethoscoop naar de ademhaling, terwijl eventueel röntgenfoto's de diagnose kunnen ondersteunen.
Bijgaande foto geeft een beeld van het ademhalingsstelsel van de hond. Bij onderdruk in de longen stroomt de lucht via de neus, de luchtpijp en de bronchiën naar de longblaasjes, waar zuurstof aan de rode bloedlichaampjes wordt afgegeven. De zuurstof wordt zo door het hele lichaam vervoerd. Kooldioxide wordt naar de longen gebracht, waarna het wordt uitgeademd.
De voornaamste symptomen bij ademhalingsproblemen zijn :
neusuitvloeiingen of niezen (vb. allergische niesbuien)
acute hoestbuien of kokhalzen (vb. kennelhoest)
voortdurend hoesten of kokhalzen (vb. 's nachts hoesten)
luidruchtig ademhalen en snurken
paniekerige of afwijkende ademhaling
veranderingen van stem (vb. bij een beschadigd strottenhoofd)
Een aapje wou eens lollig zijn Hij beet in de neus van de kapitein De kapitein werd vreselijk boos En stopte de aap in de poederdoos De poederdoos was veel te wit hij stopte de aap in de kolenkit De kolenkit was veel te vies Hij stopte de aap in het theeservies Het theeservies was veel te mooi Hij stopte de aap in de apekooi Het deurtje ging weer open aapje kon weer lopen.
ma 29/10/07 - Voor de kust van IJsland is het langst levende dier dat ooit gevonden is, uit zee opgevist.
Het gaat om een tweekleppig schelpdier dat ongeveer 405 tot 410 jaar oud zou zijn.
De wetenschappers hebben de leeftijd vastgesteld door het aantal ringen op de schelp te tellen.
Het diertje kreeg de naam Ming, naar de Chinese keizersdynastie die toen nog aan de macht was. Het was in zijn jeugdjaren ook een tijdgenoot van de Engelse schrijver Shakespeare.
Schelpdieren kunnen erg oud worden, maar Ming heeft het vorige record met ruim 31 jaar scherper gesteld.
Wetenschappers hopen door de studie van schelpdieren nu te ontdekken waarom die dieren zo'n hoge leeftijd kunnen bereiken.
De barse buldog van de buren blaft mijn lome lapjeskat van snoezepoes tot prikkeldraad. Had -ie beter kunnen laten... want kijk eens hoe ze met gekromde rug en punky haren en een opgeblazen staart, sissend als een snelkookpan en tot de tanden toe bewapend tot de aanval over gaat en haar nagels in het koppie van dat hondenmonster slaat! Barse buldog blijkt een bangerd, meer kabaal dan beest van staal, want slaakt een meisjesachtig gilletje, gaat spoorslags aan de haal. En kijk mijn stoere lapjeskat: ze strijkt de haren en de staart en wandelt doodgemoedereerd weer naar haar mandje voor de haard
Streel wat niet kan helen, Martine, een lieve snoet doet iedereen goed, http://www.hetdierenthuisje.be/
Bijna een derde van de apen met uitsterven bedreigd (Martina1)
Bijna een derde van de apen met uitsterven bedreigd
Bijna een derde van de apen is met uitsterven bedreigd tengevolge van ontbossing, de handel in wilde dieren en de jacht, zo heeft de Internationale Unie voor Natuurbehoud aan de alarmbel getrokken. Volgens een door zestig deskundigen uit 21 landen opgesteld rapport van de Unie maken we voor het eerst sinds een eeuw gevallen mee van het verdwijnen van apen.
Niet minder dan 114 primaten van de 394 soorten ter wereld - of 29 procent van de totale apenpopulatie ter wereld - zijn met uitsterven bedreigd en staan nu op de rode lijst van de organisatie. De situatie in Azië is het ergst. Apen lopen er een verschrikkelijk risico op uitroeiing door de vernietiging van wouden, jacht en handel in wilde dieren.
Daarbovenop komt nog klimaatsverandering. Van de meest bedreigde soorten bevinden er zich elf in Azië, zeven in Afrika, vier op Madagascar en drie in Zuid-Amerika. Op de rode lijst staan onder meer de oerang-oetans van Sumatra alsmede de gorilla's van Kameroen en Nigeria. (belga/adv (HLN)
Een kat heeft negen levens Natuurlijk is dit grote onzin. Dit is een fabeltje. Vroeger waren mensen flink bijgelovig. Katten waren geheimzinnige dieren en werden vaak in verband gebracht met heksen. Men zag hoe katten van hoog konden vallen, zonder zich te bezeren. Dat moest dus tovenarij zijn. Een wezen met toverkracht, had vast ook meer dan één leven, was de conclusie. En aangezien negen vroeger een geluksgetal was, kan het ontstaan van dit fabeltje verklaard worden. Een kat komt altijd op z'n pootjes terecht Een kat heeft evenwichtsorganen in zijn oren waardoor hij weet wat boven en beneden is. Als een kat valt, reageert zijn lichaam meteen. De kat draait automatisch zijn kop omhoog en komt vaak veilig op zijn poten terecht. Maar, ondanks zijn behendigheid kan ook een kat een afstand verkeerd inschatten en vallen. Een kat van drie hoog uit het raam gooien "om te kijken of hij echt op zijn pootjes terechtkomt" is dan ook het stomste wat je in je hoofd kunt halen.
Katten houden niet van water Er zijn katten die er een hekel aan hebben, maar er zijn ook katten die meedouchen of met plezier in een wastobbe gaan zitten (mijn witte siamees douchte ook mee). Zelfs zwemmende katten zijn bekend (tijgers).
Katten kunnen in het donker zien Dat is niet waar. Ook katten hebben licht nodig om te kunnen zien. Zo werken ogen nu eenmaal. Maar met hun snorharen kunnen katten hele kleine luchtverplaatsingen en -trillingen waarnemen. En hoewel ze in het pikdonker niets kunnen zien, kunnen ze met behulp van hun snorharen toch de weg vinden.
Je kan een kat gerust aan z'n nekvel optillen Niet doen. De enige die een kitten aan z'n nekvel mag optillen is de moederpoes. Als een persoon een kat aan zijn nekvel optilt is dat pijnlijk.
Spreuken en gezegden: Als katten muizen, mauwen ze niet; mensen die eten, praten niet. Als een kat om de hete brij lopen; geen besluit kunnen nemen. Als kat en hond leven; veel ruzie maken. Dat kost kat en kogel; heel duur zijn. De kat bij de melk zetten; iemand uitdagen. De kat op het spek binden; iemand in de verleiding brengen. De kat de bel aanbinden; men komt bedrogen uit. De kat uit de boom kijken; afwachten. De kat zit in de gordijnen; er is ruzie. Dat is niet van de poes; dat is niet makkelijk. Een kat een kat noemen; duidelijke taal spreken. Een kat heeft negen levens/een kat met zeven levens; veerkrachtig zijn. Een kat in de zak kopen; men komt bedrogen uit. Een vogeltje voor de kat zijn; opgegeven zijn. Zo vals zingen als een kat; heel vals zingen. Vogeltjes die vroeg zingen zijn voor de poes; wie vroeg geniet, komt er bekaaid vanaf. Voor de poes zijn; verloren zijn. Een anker achter de kat werpen; het zeemansleven vaarwel zeggen (men heeft genoeg verdiend). Hij/zij heeft een kat op het anker gezet; hij/zij kan leven van het verdiende geld. De kat in het donker knijpen; iets stiekem doen. De kat ligt erop; een voorteken dat het steeds verkeerd gaat. De kat komt een graatje toe; ook aan hem die weinig heeft bijgedragen komt iets toe. Nu komt de kat op het koord; nu komt het probleem. Omwille van de smeer likt de kat de kandeleer; iets doen om er voordeel uit te halen. Zich als een kat in een vreemd pakhuis voelen; zich niet op z'n gemak voelen. Het maakt niet uit of je door de hond of de kat gebeten wordt; alle kwaad is kwaad. Hij meent dat keizers kat zijn nicht is; doen alsof men belangrijk is. Zij is niet voor de poes; zij is niet gemakkelijk. Een kat met fluwelen pootjes vangt geen muizen (Middeleeuws spreekwoord).
Wist je dat honden ook een pubertijd kennen? (Tante Lotte)
Wist je dat honden ook een pubertijd kennen?
Een hond pubert vanaf 6 maanden tot 12 à 18 maanden. Net als bij mensen kan dit puberen voor de eigenaar wel eens verontrustend en frustrerend zijn. Jij als eigenaar bent ineens niet meer het middelpunt van zijn leven. De pup gaat op straat allerlei geurtjes achterna en trekt zich van jou niks meer aan. Concentratie? Wat is dat? Je pup heeft er allemaal geen zin meer in, de wereld om hem heen is veel interessanter. Hij doet net alsof hij je niet begrijpt, terwijl het vantevoren juist zo goed ging...
Niet getreurd: zodra je pup jongvolwassen wordt, verbetert de situatie. Het is belangrijk dat je hem al op jonge leeftijd goed hebt opgevoed, zodat hij na deze zes maanden van puberen, de draad gewoon kan oppikken.
Moet je de pup dan gewoon zijn gang laten gaan?
Nee, ga gewoon door met de training, gebruik eventueel een lange lijn zodat hij er niet vandoor kan gaan. Geef hem pas commando's en opdrachten als je er zeker van bent dat hij deze niet kan negeren.
De wereldberoemde gorilla Bokito in de Rotterdamse dierentuin Diergaarde Blijdorp heeft waterpokken. Zijn verzorgers vonden het mannetje de afgelopen dagen wat slapjes en kwamen er achter dat hij ziek is, zo zegt een woordvoerster van Blijdorp.
Besmet door bezoeker Bokito is herstellende, maar blijft voorlopig nog warmpjes binnen met zijn familie. De gorilla is besmet met de menselijke vorm van waterpokken. Hij heeft rode blaasjes op zijn huid en is koortsig. De dierentuin vermoedt dat hij de besmetting van een bezoeker heeft opgelopen.
Wereldnieuws Bokito haalde in april het wereldnieuws toen hij uit het gorillaverblijf wist te ontsnappen en een bezoekster aanviel. Zij raakte hierbij ernstig gewond. Diergaarde Blijdorp heeft het buitenverblijf van de gorilla's na de ontsnapping aangepast en 'Bokito-proof' gemaakt. (anp/be)
Het rendier kent vast iedereen. Het is het trekdier van de kerstman. Het zijn kudde dieren die behoren tot de onderfamilie van Capreolinae. Ze zijn de enigste herten waarbij zowel het mannetje als het vrouwtje een gewei draagt. De mannetjes kunnen wel veel groter worden dan het vrouwtje. Mannetjes verliezen hun gewei in december of januari, vrouwtjes in mei. Kalfjes krijgen een gewei als ze twee maanden oud zijn. De vachtkleur is donkergrijs tot bruin. 's Winters wordt deze vervangen door een lichter gekleurde vacht.
Leefgebied
Rendieren komen komen met een aantal ondersoorten voor in de noordelijke streken van Scandinavië, Canada, Groenland, en in een aantal noordelijke staten van de Verenigde Staten. In verschillende wereld delen komen er naast wilde populaties ook gedomesticeerde rendieren voor. Ze leven bij voorkeur op toendra-achtige ondergronden en zijn niet gebonden aan een vast teritorium; ze zijn steeds op zoek naar voedsel.
Voortplanting
Rendieren leven in kuddes. Sommige populaties leven zomers op de toendra, en 's winters in het woud. Tijdens deze migraties kunnen ze meer dan 1000 kilometer afleggen. In de zomer leven de wijfjes in kleine groepjes, geleid door een oud vrouwtje. In september, vlak voor het begin van de bronsttijd, sluit een mannetje zich aan bij de wijfjes, en leven de dieren in haremsverband. In de lente, vlak voor de jaarlijkse trek, sluiten de kuddes zich aan in een grotere kudde.
De bronsttijd duurt van eind september tot in oktober. Na een draagtijd van 210 tot 240 dagen wordt één kalf geboren. Tweelingen zijn zeldzaam. De jongen worden geboren in mei en juni. Ze hebben een egaal bruine vacht en wegen 4 tot 8 kilogram. Ze kunnen binnen een uur na de geboorte lopen. De zoogtijd duurt ongeveer een maand. Kalveren blijven één tot drie jaar bij hun moeder. De meeste rendieren paren voor de eerste keer als ze achttien maanden oud zijn. Rendieren worden gemiddeld meer dan 10 jaar oud. Bij vrouwtjes ligt het gemiddelde tussen de veertien en de vijftien jaar. Mannetjes worden niet zo oud, ongeveer negen tot tien jaar.
Voedsel
Rendieren eten vooral rendiermos, een korstmos. Als de toendra bedekt is met sneeuw en ijs, weten de rendieren dit met hun hoeven te verwijderen om zo dit diepvrieseten te bereiken. Ook andere korstmossen, gras en zegge worden gegeten, aangevuld met bladeren, scheuten en paddestoelen in de lente.
De voornaamste vijand van de kariboe is de wolf, die vooral zwakke dieren grijpt. Rendieren kunnen een maximale snelheid van 60 kilometer per uur bereiken.
Paspoort
Naam: Rendier
Wetenschappelijke naam: Rangifer tarandus
Voedsel: Korstmos
Lengte: Schouderhoogte tot 105-115 cm.
Gewicht: 110 kilo.
Leefgebied: Arctische gebieden, toendra en noordelijke bossen van zowel het oostelijk als westelijk halfrond.
Spelletjes en andere activiteiten dragen bij tot de ontwikkeling van uw huisdier en zij onderhouden bovendien uw onderlinge verstandhouding. Wanneer uw huisdier alleen achterblijft, moet het ook voldoende afleiding hebben zodat het zich niet gaat vervelen.
De hond, een sociale speelvogel
Om plezier te maken heeft uw hond ofwel uw aanwezigheid nodig, ofwel die van soortgenoten. Een hond is oorspronkelijk een meutedier en heeft sociaal contact nodig om een goed gevoel te hebben. Bij zijn favoriete bezigheden horen wandelingen aan de zijde van hun baasje, het terugbrengen van voorwerpen die u geworpen hebt en ook het lopen achter balletjes of pluchen speelgoed. Indien uw hond een gedeelte van de dag alleen moet blijven, geef hem dan ook de kans om zich bezig te houden, bijvoorbeeld door hem voorwerpen te bezorgen waarop hij kan knabbelen, zoals speciale touwen, stevig speelgoed in rubber of latex en kauwbotten van buffelhuid. Deze voorwerpen zullen bovendien, door de kauwbewegingen, een positieve bijdrage leveren aan de goede gezondheid van zijn gebit. Maar opgelet: botten die van een dier afkomstig zijn, zijn te vermijden. Ze zouden wel eens de slokdarm of de darm van uw hond kunnen versperren. Oude pantoffels of schoenen zijn eveneens af te raden. Uw hond zal het verschil immers niet merken tussen de oude en de nieuwe: u zou dus wel eens onaangenaam verrast kunnen worden door uw hond slechte gewoonten aan te leren! Tot slot, probeer uw hond niet bezig te houden door hem voedsel te geven: zwaarlijvigheid loert om de hoek!
Katten houden een siësta en jagen
Van nature solitair en onafhankelijk, kunnen katten die naar buiten mogen zich zeer goed alleen bezighouden tijdens het grootste deel van de dag. Zij komen naar huis om zich te laten vertroetelen en om hun honger te stillen wanneer zij er zin voor hebben. Katten die in een appartement leven en dus niet naar buiten kunnen, hebben meer gezelschap nodig dan hun soortgenoten die een groot deel van de dag in de natuur doorbrengen. De favoriete bezigheid van een kat is de siësta, die tevens haar voornaamste bezigheid is: tot 16 uur per dag! Daarna volgen het zich wassen, de jacht en het eten van talrijke kleine maaltijden die de kat verdeelt over de 24 uren van de dag. Om haar jachtinstinct te bevredigen, zou een kat die niet buitenkomt, moeten beschikken over een kattenpaal als observatiepost en over muisjes en balletjes om achterna te lopen. Het heeft geen zin om voor uw kat duur en speciaal speelgoed te kopen: een stuk verfrommeld papier wordt dikwijls meer op prijs gesteld dan de nieuwste trendy bal die in de handel verkrijgbaar is! Geef een kat geen wol om mee te spelen. De draad zou zich rond de tong kunnen oprollen of het spijsverteringskanaal kunnen versperren!
Knaagdieren: geef hen stilte en rust
Talrijke kleine huisknaagdieren leven hoofdzakelijk 's nachts: laat ze bijgevolg de hele dag rusten. Voor 's nachts mag u uw hamster een wiel geven, zodat het beestje de kans krijgt om aan lichaamsbeweging te doen. Alle knaagdieren zouden moeten beschikken over een ruime kooi, waarin zij talrijke schuilhoeken naar eigen goeddunken kunnen inrichten zodat zij zich daar veilig voelen. Geef hen ook een aantal accessoires om op te knagen. In tegenstelling tot hamsters, houden cavia's, woestijnmuizen, ratten en chinchilla's wel van het gezelschap van hun soortgenoten en vervelen zij zich wanneer zij alleen in een kooi moeten vertoeven.
Vissen zijn gewervelde dieren die qua ademhaling, voorbeweging, voedselopname en voortplanting zijn aangepast aan het leven in het water. Zij vormen de meest soorten- en vormrijke groep van gewervelde dieren. Veel vissen hebben een gestroomlijnde torpedovorm, bijvoorbeeld bij een makreel. Deze vorm biedt in het water weinig weerstand. De elkaar gedeeltelijk overlappende schubben hebben een beschermende functie; een schimmel- en bacteriënwerende slijmlaag houdt het lichaam glad. Op de flanken, meestal tot aan de staartwortel, ligt een reeks schubben met poriën, de zogenoemde zijlijn. Via een onder de huid gelegen kanalenstelstel, het zijlijnstelsel, kunnen veranderingen in waterdruk waargenomen worden. Wasvissen en dolfijnen zijn geen vissen, maar aan water aangepaste zoogdieren. Prikken, haaien en roggen zijn in feite ook geen echte vissen, dat wil zeggen geen beenvissen, omdat ze slechts kraakbeen in hun skelet hebben. Daarom worden prikken, haaien en roggen 'visachtigen' genoemd.
Vissen
Meer dan de helft van de ongeveer 43.500 soorten gewervelde dieren die men kent, zijn vissen. In hun waterwereld zijn ze uitgegroeid tot een reusachtig scala van gespecialiseerde diervormen, dat minstens even gevarieerd is als dat van de viervoetigen. De eerste hoofscheidslijn in deze groep valt tussen de vissen met en die zonder kaken. De kaaklozen of Agnatha vormen een restgroep uit een vroeg stadium van de ontwikkeling van de gewervelde dieren, met als enige recente vertegenwoordigers de klassen rondbekken, waartoe de prikken en de slijmprikken behoren. De vissen met kaken, die iets minder dan vierhonderd miljoen jaar geleden ontstonden, zijn op hun beurt in twee sterk uiteenlopende groepen verdeeld. De ene omvat de kraakbeenvissen, zoals haaien, roggen en zeekatten. De andere omvat de drie hoofdtypen van de beenvissen : enerzijds de straalvinnigen, met korte vinnen die door stralen worden gesteund, anderzijds twee typen spiervinnigen : de longvissen en de kwastvinnigen. De laatste groep wordt thans alleen nog vertegenwoordigd door de coelacanth.