Tips voor de nieuwe huisgenoot
XML:NAMESPACE PREFIX = O />
1. Veiligheid
Voor de aankomst van uw nieuwe aanwinst, en dit geldt met name voor een puppy, dient u in huis en tuin dezelfde veiligheidsmaatregelen te treffen als bij een jong kind. Berg schoonmaakmiddelen, medicijnen e.d. goed op, sluit vuilnisbakken af, zorg dat kinderen niet overal hun speelgoed laten slingeren, werk electriciteits snoeren weg. Ook voor u vanzelfsprekende dingen zoals sigaretten en vooral chocolade zijn bijv. zeer giftig voor honden, evenals sommige planten zowel binnen- als buitenshuis. Bij het spelen en knagen op takken kan de hond zijn mond flink bezeren met houtsplinters. Verder zorgt u er natuurlijk voor dat de tuin goed afgezet is, zodat uw hond niet weg kan lopen. Verstandig is om de komst van uw hond voor te bereiden door een goed hondeninformatie boek te lezen. Ook in de bibliotheek zijn dergelijke boeken te verkrijgen.
2. Kennismaking
Een pup zal doorgaans zonder al te veel problemen door een andere hond geaccepteerd worden, maar met een oudere hond erbij zal de rangorde bepaald worden. Dit kan er heftig uit zien, maar grijpt u niet te snel in, want daarmee maakt u het probleem alleen maar groter. Is de rangorde eenmaal bepaalt, bevestig met uw gedrag dan de positie van de leider, bijvoorbeeld door hem als eerste eten, aandacht e.d. te geven, zodat de leider zich niet geroepen voelt de rangorde keer op keer te moeten bevechten. Om een en ander te voorkomen kunt u vaak het beste bij thuiskomst eerst met beide honden een stuk gaan wandelen zodat de eerste kennismaking op neutraal terrein gebeurt en de honden nadien samen het huis binnengaan. Bij kennismaking met een kat moet u de hond goed in de gaten houden, evt. zelfs aanlijnen en muilkorven, wanneer u de zaak niet vertrouwd. Biedt de kat altijd een vluchtkans en beloon de hond wanneer hij de kat met rust laat en afstand houdt. Wees geduldig, de relatie kat - hond heeft vaak enige tijd nodig en wanneer de hond de kat als prooi ziet, niet altijd kans van slagen. Kinderen en honden kunnen een geweldige combinatie zijn waar beide partijen veel van kunnen leren en veel plezier aan kunnen beleven, maar een hond is geen speelgoed voor kinderen. Laat de hond ook nooit alleen met kleine kinderen. Leer de kinderen de hond met rust te laten, wanneer hij slaapt, op zijn eigen plaats ligt, eet, of met zijn eigen speelgoed bezig is. Verder zorgt u ervoor dat kinderen in hun onwetendheid de hond geen pijn doen of met hun speelgoed laten spelen.
3. S lapen en alleen zijn
Zorg dat de hond een eigen (slaap)plaats heeft. Nog beter voor een pup is een bench. Met een hondenkussen en een speeltje erin is dit een vertrouwde, veilige plek, waarbij hij geen verboden zaken kapot kan maken en waarmee u meteen zijn zindelijkheid kan trainen, aangezien een hond niet snel zijn nest zal bevuilen. Puppies hebben trouwens nog erg veel slaap en rust nodig. Het kan zijn dat uw pup zich de eerste nachten nog erg eenzaam voelt en gaat janken. Ga niet meteen naar hem toe en haal hem niet uit de bench, want het kan zijn dat dit hem stimuleert tot janken. Wel kunt u bijvoorbeeld de bench/mand tijdelijk even op de slaapkamer zetten tot de hond meer met zijn nieuwe situatie vertrouwd is. Laat de hond niet meteen van de een op de andere dag langere tijd alleen, maar begin ermee hem af en toe op zijn plaats/in zijn bench leggen en loop even de kamer uit, zodat hij leert dat u altijd weer terugkomt. Ga niet meteen naar hem toe als hij blaft. Wanneer u terugkomt van weggeweest, kunt u beter niet direct op hem toe snellen en begroeten, maar doe of zijn alleen zijn de gewoonste zaak van de wereld is. Voer de tijden van alleen zijn langzaam op en probeer janken voor te zijn. Zorg wel dat hij een speeltje en botje heeft zodat hij zich niet gaat vervelen. Als u de radio aanzet voelt de hond zich misschien ook minder eenzaam.
4. Voeding en gezondheid
Omdat een pup het eerste half jaar hard groeit, vooral natuurlijk de grotere rassen, heeft hij verschillende malen per dag goed uitgebalanceerd puppyvoer nodig. Dit voer is compleet en rijk aan voedingsstoffen die de pup voor zijn snelle groei nodig heeft. Men kan daarbij beter geen toevoegingen geven. Vervolgens kunt u overgaan op juniorenvoer of voer voor volwassen honden. Wanneer uw puppy veel last van diarree heeft, kan het zijn dat hij een zwak spijsverteringsgestel heeft en het voer (nog) niet kan verdragen. Waarschijnlijk groeit hij hier gewoon overheen, wanneer u hem een speciale dieetvoeding geeft die te verkrijgen is bij een goede dierenwinkel of dierenarts. Wanneer een hond al 2 dagen niet meer eet, 1 dag niet meer drinkt, zeer lusteloos is, waterdunne ontlasting heeft, schuimt op zijn bek, gaat u dan direct naar de dierenarts. Om een maagtorsie te voorkomen, kan men bij de grotere honden de voerbak beter op een verhoging zetten en nooit direct na het eten een lange wandeling maken, maar de hond rustig houden. Bij grote rassen geldt verder dat tot 1,5 jaar de wandelingen langzaam opgebouwd moeten worden en traplopen, veel opspringen en fietsen slecht is voor de heupen.
5. Ontwormen
Bij de geboorte zijn puppies doorgaans al besmet met wormen. Een ernstige besmetting belemmert hun groei en bevordert ziekten. Belangrijk is dus dat ze regelmatig ontwormt worden, bijv. om de 2 weken tot een leeftijd van 8 weken, daarna met 12 weken en vervolgens tot de pup 1 jaar is om de 2 maanden. U dient uiteraard een goed all-round ontwormingsmiddel te gebruiken, deze zijn te verkrijgen bij de dierenarts. Verder is het verstandig de hond goed vlo- en teekvrij te houden, aangezien zij parasieten overdragen.
6. Inenten
Gedurende de tijd dat de pup bij de moeder drinkt krijgt hij antistoffen binnen en heeft hij dus voldoende afweer tegen ziekten. Na de zoogperiode moet de pup zelf antistoffen gaan vormen, derhalve dient hij op een leeftijd van 6 weken zijn 1e enting te krijgen. Hierdoor maakt de pup zelf antistoffen aan, die echter snel minder worden. Daarom volgt er een 2e enting wanneer de pup 9 tot 10 weken oud is. Het afweersysteem reageert hierop door nog meer antistoffen aan te maken, maar ook deze afweer wordt minder, zodat de pup met 12 tot 14 weken zijn 3e enting moet hebben. Hierna is een jaarlijkse enting voldoende om het afweersysteem van uw hond op peil te houden. Onze buitenlandse honden zijn altijd geënt en in het paspoort kan men zien, wanneer de volgende enting dient plaats te vinden. Het is belangrijk dat de pup ook zijn 2e en 3e enting op tijd krijgt, want anders heeft hij tussentijds onvoldoende bescherming. Honden die ouder zijn dan 6 maanden worden ook tegen hondsdolheid geënt, voordat ze naar Nederland reizen. U kunt deze enting zelf, indien nodig, vervolgen, bijvoorbeeld wanneer u met de hond naar het buitenland gaat.
7. Wisselen
Uw pup zal rond een maand of 4 zijn gebit gaan wisselen. Dit kan gepaard gaan met hangerigheid, diarree en veel behoefte aan kauwen en bijten. Geef de hond daarom voldoende eigen (veilig) speelgoed om op te knagen, want anders loopt u het risico dat hij zelf een keuze uit uw spullen maakt. Let u er verder op dat de melktanden er na een half jaar niet meer zitten.
8. Zindelijkheid
Een pup zal nog zindelijk gemaakt moeten worden, en misschien een jonge of volwassen hond uit het asiel ook. Ga regelmatig even met de hond naar buiten naar een dicht bij gelegen vaste plek, vooral na het slapen, spelen en eten. Verder moet u natuurlijk goed opletten of de hond niet een signaal geeft dat hij zijn behoefte wil doen. Bij ongelukjes kunt u de hond alleen bij heterdaad terecht wijzen, maar het beste werkt toch wel het de hemel in prijzen wanneer hij het netjes buiten doet. Maak na een ongelukje de vloer weer geurloos, bv. door wat met water verdunde azijn. En vooral: Wanhoop niet!! Zindelijk maken kost nu eenmaal even wat tijd, aandacht en geduld.
9. Spelen en leren
Zeker een pup en jonge hond hebben veel aandacht nodig en er zal regelmatig met ze gespeeld moeten worden (leuk toch!) anders gaan ze kattenkwaad uit halen. Een pup moet leren rustig te spelen en niet uw hand of broek te perforeren met zijn vlijmscherpe tandjes. Maak hem duidelijk wanneer hij u pijn doet door au te roepen en stop direct met spelen. Zorg voor voldoende speeltjes, botjes en leer hem direct van andere zaken af te blijven. Het is zowel voor uw hond als voor u heel erg leuk en leerzaam om een (puppy)cursus te volgen. Probeer hiermee zo snel mogelijk te beginnen, want het sterkt het vertrouwen tussen u en uw nieuwe aanwinst, bovendien ontmoet u gelijkgestemden en kunt u bij een goede cursusleider altijd terecht met uw vragen. Ook de dierenbescherming verzorgt cursussen.
10. Socialisatie en rangorde
Laat uw puppy zoveel mogelijk positieve ervaringen op doen met andere mensen, dieren en verschijnselen in de grote buitenwereld. Wanneer een hond bang is, moet u nooit zijn angst bevestigen door te veel geruststellende aandacht. Dwing hem echter ook niet, maar probeer het goede voorbeeld te geven en hem zo over te halen. Verbind bijvoorbeeld lawaai met iets leuks als een spelletje of iets lekkers. Tussen de 6 en 12 maanden (bij heel grote rassen zelfs 30) is de hond in de puberteit, en kan hij uw geduld en gezag flink op de proef stellen. Blijf in ieder geval zelf de baas. Wees consequent en geduldig, tenslotte gaat deze periode weer over en houdt u er een lieve en trouwe metgezel aan over. Bij honden met een dominante aanleg moet u altijd zorgen dat u dominanter bent dan zij, door bijv. te zorgen dat u bij (trek)spelletjes wint, zorgt dat uw commandos opgevolgd worden, u hoger zit/ligt dan zij en u bepaalt wanneer ze eten enz. Belangrijk hierbij is dat u altijd consequent bent en nee is nee! Bij een onderdanige hond kunt u zijn vertrouwen sterken door veel positieve ervaringen en door het veel belonen bij het goed uitvoeren van taken. Uiteindelijk voelt een hond zich pas prettig als hij zijn plaats in de roedel kent. Aan u de taak om hiervoor te zorgen, zodat u vele jaren kunt genieten van een betrouwbare metgezel.
Copyright © 2001-2005 PAWS-Holland. Alle rechten voorbehouden. Laatst bijgewerkt: 11 jul 2005 20:05:57 +0200 .
|