O, die lammetjes
Lammetjes moeten toch voor ze gaan slapen altijd hun schoentjes en sokjes oprapen. Kijk, en daar liggen ze weer in hun bedjes. Nee, 't is niet netjes! Hier liggen borsteltjes, daar liggen kammetjes. O, wat een slordige, slordige lammetjes.
Lammetjes mogen toch nimmer verzuimen voor ze gaan slapen hun kast op te ruimen, broekjes van onder en hemmetjes boven. Zeg, en moeten hun vuurtjes uitdoven, maar in de kachel zie je nog vlammetjes... O, wat een slardige, slordige lammetjes.
Lammetjes moesten toch eigenlijk weten dat ze in bed geen brood meer mogen eten. Kijk, en de lammetjes hebben gemorst! Hier ligen kruimels en daar ligt een korst; overal zwerven de boterhammetjes... O, wat een slordige, slordige lammetjes!
Annie M.G. Schmidt
|