Is er dan niets meer waarin de mens zich onderscheidt van de beesten? Werktuigen gebruiken, dat doen kraaien, apen en tal van andere dieren ook al. Onder meer dolfijnen vertonen tekenen van zelfbewustzijn. Communiceren met taal is ook al niet bijzonder: olifanten, apen en vogels doen dat op hun manier ook. Maar in één opzicht bent u uniek. U kunt tenminste lachen en huilen. De mens is de enige diersoort met een rijk gevoelsleven.
In een essay in het blad Science waagt de Fins-Amerikaanse onderzoeker Jaak Panksepp dat toch te betwijfelen. "Jonge ratten hebben een geweldig gevoel voor plezier," schrijft hij. En: "Als er rattenhumor bestaat, is die waarschijnlijk nauw verbonden met slapstick." U leest het goed: zelfs de nederige rat ligt op zijn manier dubbel bij het zien van Laurel en Hardy.
Dat chimpansees lachen, is een steeds beter geaccepteerd feit. De dieren stoten hijggeluiden uit onder het spelen en als je ze kietelt. Maar de chimpansee is in elk geval nog naaste familie. Onderzoekers beschouwen het lachen van de chimpansee dan ook als een soort primitieve voorloper van 'echt' lachen - waarmee de chimp andermaal wordt gedegradeerd tot een opmaat voor het échte werk.
Aanzienlijk was dan ook de knuppel die Panksepp twee jaar geleden in het hoenderhok gooide. Aan de hand van geluidsopnames maakte Panksepp duidelijk dat ook ratten kenmerkende, ultrahoge piepjes uitstoten tijdens het spelen. Bovendien kon Panksepp de ratten ook zelf aan het lachen maken, door ze te kietelen. "De ratten die we kietelden, raakten sociaal gebonden aan ons," herinnert Panksepp zich in Science. Daarnaast maakte Panksepp de ratten aan het lachen op de operatietafel, door precies dezelfde hersencircuits te stimuleren die ook oplichten bij schaterende mensen.
Als ratten inderdaad lachen, kan het eigenlijk niet anders of er wordt in elk geval onder zoogdieren heel wat afgegierd. De laatste gemeenschappelijke voorvader van mensen en ratten leefde 75 miljoen jaar geleden. Het is dus logisch dat alle dieren die daarna kwamen, óók niet tegen kietelen kunnen. Inderdaad zijn er intussen aanwijzingen dat ook honden heel wat aflachen in hun leven. Ze stoten tijdens het spel eveneens opvallende hijggeluiden uit.
En daarbij hoeft het niet te blijven, betoogt Panksepp in Science. "Misschien is het tijd dat het hersenonderzoek erkent dat dieren in staat zijn tot veel emotionele gevoelens. We bevinden ons aan het eind van het tijdperk waarin de dierlijke geest werd beschouwd als niet-bestaand of ondoordringbaar. (...) Belangrijke onderzoeksgegevens doen de balans omslaan ten voordele van steeds subtielere concepties van de dierlijke geest, die van Homo sapiens inbegrepen."
Nog maar kort geleden werd de lach beschouwd als iets uniek menselijks. Beroemdste uiting daarvan is de idee van schrijver Arthur Koestler, die meende dat lachen 'uniek is in het opzicht dat het geen biologisch doel dient'. Inmiddels vermoeden biologen dat lachen dient om de sociale banden te versterken (voor een overzicht van de opvattingen, zie onderaan). Dat we nog niet wisten dat dieren lachen, komt vooral omdat we het gegiechel uit het dierenrijk niet herkennen. Wij zijn de enige diersoort die zijn ademhaling genoeg beheerst om 'hahaha' te kunnen doen.
En dat u wél kunt lachen om een mop en uw kat overduidelijk niet? Dat komt misschien omdat wij elkaar 'kietelen' met spraak, meent Panksepp. Moppen en andere menselijke vormen van humor zouden wat dat betreft een uitbreiding zijn van de rattenlach. Hersenonderzoeker Panksepp verwoordt het zo: "Terwijl we leren om elkaar te bespelen met woorden, ontwikkelen we misschien nieuwe synaptische verbindingen naar vrolijke hersengebieden die ver onder de kroon van ons cerebellum liggen. De gezondheidsvoordelen van lachen zijn inderdaad legio."
De lachende laboratoriumratten van Panksepp kunnen hun lol nog op. De onderzoeker wijst erop dat hij zijn ratten door ze veel te kietelen heeft opgevoed tot echte geinponums. Dat biedt mogelijkheden voor onderzoek, bijvoorbeeld naar de vraag of er bij lachen ook bepaalde genen of hersenknobbels betrokken zijn. Inderdaad, daartoe worden de lachende ratten af en toe ook geofferd aan de wetenschap. Wie het laatst lacht, lacht het best, moet Panksepp hebben gedacht.
Gegiechel in het dierenbos
Lachende dieren halen heilig huisje omver
Er wordt heel wat afgelachen in het dierenrijk veel meer dan we denken. Ons beeld van het gevoelsleven van dieren moet daarom volledig op de schop, betoogt een onderzoeker die ontdekte dat ratten kunnen schateren van het lachen.
Is er dan niets meer waarin de mens zich onderscheidt van de beesten? Werktuigen gebruiken, dat doen kraaien, apen en tal van andere dieren ook al. Onder meer dolfijnen vertonen tekenen van zelfbewustzijn. Communiceren met taal is ook al niet bijzonder: olifanten, apen en vogels doen dat op hun manier ook. Maar in één opzicht bent u uniek. U kunt tenminste lachen en huilen. De mens is de enige diersoort met een rijk gevoelsleven.
In een essay in het blad Science waagt de Fins-Amerikaanse onderzoeker Jaak Panksepp dat toch te betwijfelen. "Jonge ratten hebben een geweldig gevoel voor plezier," schrijft hij. En: "Als er rattenhumor bestaat, is die waarschijnlijk nauw verbonden met slapstick." U leest het goed: zelfs de nederige rat ligt op zijn manier dubbel bij het zien van Laurel en Hardy.
Dat chimpansees lachen, is een steeds beter geaccepteerd feit. De dieren stoten hijggeluiden uit onder het spelen en als je ze kietelt. Maar de chimpansee is in elk geval nog naaste familie. Onderzoekers beschouwen het lachen van de chimpansee dan ook als een soort primitieve voorloper van 'echt' lachen - waarmee de chimp andermaal wordt gedegradeerd tot een opmaat voor het échte werk.
Aanzienlijk was dan ook de knuppel die Panksepp twee jaar geleden in het hoenderhok gooide. Aan de hand van geluidsopnames maakte Panksepp duidelijk dat ook ratten kenmerkende, ultrahoge piepjes uitstoten tijdens het spelen. Bovendien kon Panksepp de ratten ook zelf aan het lachen maken, door ze te kietelen. "De ratten die we kietelden, raakten sociaal gebonden aan ons," herinnert Panksepp zich in Science. Daarnaast maakte Panksepp de ratten aan het lachen op de operatietafel, door precies dezelfde hersencircuits te stimuleren die ook oplichten bij schaterende mensen.
Als ratten inderdaad lachen, kan het eigenlijk niet anders of er wordt in elk geval onder zoogdieren heel wat afgegierd. De laatste gemeenschappelijke voorvader van mensen en ratten leefde 75 miljoen jaar geleden. Het is dus logisch dat alle dieren die daarna kwamen, óók niet tegen kietelen kunnen. Inderdaad zijn er intussen aanwijzingen dat ook honden heel wat aflachen in hun leven. Ze stoten tijdens het spel eveneens opvallende hijggeluiden uit.
En daarbij hoeft het niet te blijven, betoogt Panksepp in Science. "Misschien is het tijd dat het hersenonderzoek erkent dat dieren in staat zijn tot veel emotionele gevoelens. We bevinden ons aan het eind van het tijdperk waarin de dierlijke geest werd beschouwd als niet-bestaand of ondoordringbaar. (...) Belangrijke onderzoeksgegevens doen de balans omslaan ten voordele van steeds subtielere concepties van de dierlijke geest, die van Homo sapiens inbegrepen."
Nog maar kort geleden werd de lach beschouwd als iets uniek menselijks. Beroemdste uiting daarvan is de idee van schrijver Arthur Koestler, die meende dat lachen 'uniek is in het opzicht dat het geen biologisch doel dient'. Inmiddels vermoeden biologen dat lachen dient om de sociale banden te versterken (voor een overzicht van de opvattingen, zie onderaan). Dat we nog niet wisten dat dieren lachen, komt vooral omdat we het gegiechel uit het dierenrijk niet herkennen. Wij zijn de enige diersoort die zijn ademhaling genoeg beheerst om 'hahaha' te kunnen doen.
En dat u wél kunt lachen om een mop en uw kat overduidelijk niet? Dat komt misschien omdat wij elkaar 'kietelen' met spraak, meent Panksepp. Moppen en andere menselijke vormen van humor zouden wat dat betreft een uitbreiding zijn van de rattenlach. Hersenonderzoeker Panksepp verwoordt het zo: "Terwijl we leren om elkaar te bespelen met woorden, ontwikkelen we misschien nieuwe synaptische verbindingen naar vrolijke hersengebieden die ver onder de kroon van ons cerebellum liggen. De gezondheidsvoordelen van lachen zijn inderdaad legio."
De lachende laboratoriumratten van Panksepp kunnen hun lol nog op. De onderzoeker wijst erop dat hij zijn ratten door ze veel te kietelen heeft opgevoed tot echte geinponums. Dat biedt mogelijkheden voor onderzoek, bijvoorbeeld naar de vraag of er bij lachen ook bepaalde genen of hersenknobbels betrokken zijn. Inderdaad, daartoe worden de lachende ratten af en toe ook geofferd aan de wetenschap. Wie het laatst lacht, lacht het best, moet Panksepp hebben gedacht.
Gegiechel in het dierenbos
Lachende dieren halen heilig huisje omver
Er wordt heel wat afgelachen in het dierenrijk veel meer dan we denken. Ons beeld van het gevoelsleven van dieren moet daarom volledig op de schop, betoogt een onderzoeker die ontdekte dat ratten kunnen schateren van het lachen.
Is er dan niets meer waarin de mens zich onderscheidt van de beesten? Werktuigen gebruiken, dat doen kraaien, apen en tal van andere dieren ook al. Onder meer dolfijnen vertonen tekenen van zelfbewustzijn. Communiceren met taal is ook al niet bijzonder: olifanten, apen en vogels doen dat op hun manier ook. Maar in één opzicht bent u uniek. U kunt tenminste lachen en huilen. De mens is de enige diersoort met een rijk gevoelsleven.
In een essay in het blad Science waagt de Fins-Amerikaanse onderzoeker Jaak Panksepp dat toch te betwijfelen. "Jonge ratten hebben een geweldig gevoel voor plezier," schrijft hij. En: "Als er rattenhumor bestaat, is die waarschijnlijk nauw verbonden met slapstick." U leest het goed: zelfs de nederige rat ligt op zijn manier dubbel bij het zien van Laurel en Hardy.
Dat chimpansees lachen, is een steeds beter geaccepteerd feit. De dieren stoten hijggeluiden uit onder het spelen en als je ze kietelt. Maar de chimpansee is in elk geval nog naaste familie. Onderzoekers beschouwen het lachen van de chimpansee dan ook als een soort primitieve voorloper van 'echt' lachen - waarmee de chimp andermaal wordt gedegradeerd tot een opmaat voor het échte werk.
Aanzienlijk was dan ook de knuppel die Panksepp twee jaar geleden in het hoenderhok gooide. Aan de hand van geluidsopnames maakte Panksepp duidelijk dat ook ratten kenmerkende, ultrahoge piepjes uitstoten tijdens het spelen. Bovendien kon Panksepp de ratten ook zelf aan het lachen maken, door ze te kietelen. "De ratten die we kietelden, raakten sociaal gebonden aan ons," herinnert Panksepp zich in Science. Daarnaast maakte Panksepp de ratten aan het lachen op de operatietafel, door precies dezelfde hersencircuits te stimuleren die ook oplichten bij schaterende mensen.
Als ratten inderdaad lachen, kan het eigenlijk niet anders of er wordt in elk geval onder zoogdieren heel wat afgegierd. De laatste gemeenschappelijke voorvader van mensen en ratten leefde 75 miljoen jaar geleden. Het is dus logisch dat alle dieren die daarna kwamen, óók niet tegen kietelen kunnen. Inderdaad zijn er intussen aanwijzingen dat ook honden heel wat aflachen in hun leven. Ze stoten tijdens het spel eveneens opvallende hijggeluiden uit.
En daarbij hoeft het niet te blijven, betoogt Panksepp in Science. "Misschien is het tijd dat het hersenonderzoek erkent dat dieren in staat zijn tot veel emotionele gevoelens. We bevinden ons aan het eind van het tijdperk waarin de dierlijke geest werd beschouwd als niet-bestaand of ondoordringbaar. (...) Belangrijke onderzoeksgegevens doen de balans omslaan ten voordele van steeds subtielere concepties van de dierlijke geest, die van Homo sapiens inbegrepen."
Nog maar kort geleden werd de lach beschouwd als iets uniek menselijks. Beroemdste uiting daarvan is de idee van schrijver Arthur Koestler, die meende dat lachen 'uniek is in het opzicht dat het geen biologisch doel dient'. Inmiddels vermoeden biologen dat lachen dient om de sociale banden te versterken (voor een overzicht van de opvattingen, zie onderaan). Dat we nog niet wisten dat dieren lachen, komt vooral omdat we het gegiechel uit het dierenrijk niet herkennen. Wij zijn de enige diersoort die zijn ademhaling genoeg beheerst om 'hahaha' te kunnen doen.
En dat u wél kunt lachen om een mop en uw kat overduidelijk niet? Dat komt misschien omdat wij elkaar 'kietelen' met spraak, meent Panksepp. Moppen en andere menselijke vormen van humor zouden wat dat betreft een uitbreiding zijn van de rattenlach. Hersenonderzoeker Panksepp verwoordt het zo: "Terwijl we leren om elkaar te bespelen met woorden, ontwikkelen we misschien nieuwe synaptische verbindingen naar vrolijke hersengebieden die ver onder de kroon van ons cerebellum liggen. De gezondheidsvoordelen van lachen zijn inderdaad legio."
De lachende laboratoriumratten van Panksepp kunnen hun lol nog op. De onderzoeker wijst erop dat hij zijn ratten door ze veel te kietelen heeft opgevoed tot echte geinponums. Dat biedt mogelijkheden voor onderzoek, bijvoorbeeld naar de vraag of er bij lachen ook bepaalde genen of hersenknobbels betrokken zijn. Inderdaad, daartoe worden de lachende ratten af en toe ook geofferd aan de wetenschap. Wie het laatst lacht, lacht het best, moet Panksepp hebben gedacht.
noorderlicht.vpro.nl