BESCHRIJVING
In tegenstelling tot de rivierprik is de beekprik geen parasitaire vis. De vis leeft zo'n zes jaar als larve. In die tijd heeft de beekprik geen oogjes en leeft het nagenoeg geheel ingegraven in de zandige bodem van beekjes. Na die zes jaar, de beekprik is dan ongeveer 12 centimeter lang, veranderd het beestje in een echte beekprik met ogen. De vis leeft dan nog ongeveer vier tot acht maanden waarin ze zich niet voeden, maar alleen met de voortplanting bezighouden.
De beekprik heeft een bruinige rug en is verder grijs tot vuilwit van kleur. Ook deze prik heeft een zuigbek met een raspschijf met kleine tandjes. Aan beide zijden van de kop heeft de beekprik zeven kieuwopeningen.
De larve van de beekprik leeft in schone stromende beken. Het voedt zich met één- en meercelligen. Na de gedaanteverwisseling zoekt de volwassen beekprik sneller stromende gedeelten op om te paaien. Dit vindt plaats tussen maart en mei.
De beekprik komt in Nederland bijna niet meer voor. Met name verzuring/bemesting van de wateren en de barrières in de beken waar het visje in leeft zorgt ervoor dat het visje het moeilijk heeft in Nederland.
De beekprik, die maximaal zo'n 17,5 centimeter en zes a zeven jaar kan worden, is beschermd in de Natuurbeschermingswet (worlwidebase)
|