Door: Marcel van Engelen
Gepubliceerd: gisteren 07:35
Update: gisteren 09:52
Je zou het de grondleer van de dierenactivist kunnen noemen: het speciesisme. Van het Latijnse woord species (soorten). Of eigenlijk moet je zeggen: het anti-speciesisme, zoals de burgerrechtenbeweging in de VS bestond uit anti-racisten en de strijders voor vrouwenbelangen zichzelf juist geen seksisten noemden.
Mensen die voor dierenrechten strijden, zien het als de laatste emancipatiegolf van onze beschaving, die deze eeuw zijn voltooiing zal vinden. De laatste stemlozen, de dieren, krijgen een stem. Vertolkt door mensen, een belangrijk verschil met vorige emancipatiebewegingen waarbij vrouwen en slaven zélf voor hun rechten konden opkomen.
Er is al veel bereikt, maar nog veel meer om voor te strijden. Waar gaat het om? De zeven geboden van de anti-speciesist.
1 Eer uw profeten
In Nederland is er Paul Cliteur, de rechtsfilosoof die in 2001 het boekje Darwin, dier en recht publiceerde. Internationaal valt vooral de naam van Peter Singer, de Australische filosoof wiens boek Animal Liberation uit 1975 geldt als de bijbel van de internationale dierenrechtenbeweging. Er zijn nog andere invloedrijke boeken, van de Amerikaanse filosoof Tom Regan of de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee. Maar de voornaamste profeet is natuurlijk Charles Darwin, de man van de evolutieleer, die de idee ontwikkelde dat de mens ook maar een dier is. En waarom zouden wij meer waard zijn dan andere dieren? Waarom moet ons belang altijd voorop staan? Omdat we over meer verstand, moreel besef en bewustzijn beschikken? Laten we die kwaliteiten benutten. Dieren kunnen lijden, net als wij.
2 Wees strijdvaardig, de rechten voor dieren schieten tekort.
In de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (1992) is voor het eerst vastgelegd dat het dier meer is dan iets dat voor menselijke doeleinden kan worden gebruikt. Het dier heeft ook rechten. Op gezondheid, normale huisvesting en de afwezigheid van onnodige pijn bijvoorbeeld.
Voor de anti-speciesist gaat deze wet niet ver genoeg, zeker de uitwerking niet. Zo worden in Nederland gefokte varkens nog steeds op grote schaal vervoerd naar landen als Duitsland en Italië, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Economische belangen wegen zwaarder dan het belang van het dier.
Ware dierenrechten betekenen dat dieren vrij zijn van dorst en honger, pijn en ziektes, angst en stress. En, belangrijk: dat ze soorteigen gedrag kunnen vertonen. Vogels moeten vrij kunnen vliegen, varkens moeten lekker in de aarde kunnen wroeten.
3 Eet geen vlees
De Partij voor de Dieren mag dan officieel geen vegetarisme nastreven, maar dat doet ze alleen niet omdat zoiets nu nog onhaalbaar is. 95 procent van de Nederlandse bevolking eet vlees. Voor de anti-speciesist is dit ondenkbaar. Een menselijk dier eet geen andere diersoorten op, zoals hij ook zijn oma niet opeet.
Het is niet nodig. Zonder vlees kun je prima leven. En dat dieren in de wilde natuur elkaar ook doden en opeten is geen geldig tegenargument. Wij mensen kunnen morele keuzes maken. De poema in het wild niet.
4 Gebruik geen medicijnen
Voor de ontwikkeling of het testen van elk medicijn zijn dierproeven verricht. Dat is wettelijk verplicht. Veel dierenactivisten vinden dat er te weinig naar alternatieven wordt gezocht: computermodellen of gekweekte cellen om op te testen.
Maar als puntje bij paaltje komt, ze worden ziek, of hun kinderen worden ziek, zullen ook radicale dierenvrienden medicijnen gebruiken. Daaruit blijkt: anti-speciesisten die helemaal zuiver in de leer zijn, bestaan niet of nauwelijks. Zij zouden oordelen dat je een rat of een hond niet mag doden of ernstig leed mag toebrengen om er zelf beter van te worden. Dan discrimineer je. Dan ben je een speciesist.
5 Weeg voortdurend belangen af
Het zuivere anti-speciesisme is in de praktijk dus nauwelijks na te leven. Het zou ook betekenen dat je de kakkerlakken in de keuken hun gang moet laten gaan en vliegen niet dood mag slaan. Dat is niet te doen.
Het gaat erom dat je je eigen belangen voortdurend afweegt tegen de belangen van de ander, het dier. Weegt het plezier van het publiek bij een circus zwaarder dan het ongerief van de leeuwen? Mag je thuis goudvissen in een kom houden? Nee. Een kom is een weinig natuurlijke omgeving voor een goudvis. Ze sterven vaak al na een jaar. In de natuur kunnen ze wel veertig jaar oud worden.
Opmerkelijk is dat ook dierenactivisten zich drukker maken om het leed van apen dan van goudvissen. Apen staan dichter bij de mens. In de praktijk is dus iedereen een speciesist.
6 Kijk eens naar Star Trek
In de Amerikaanse sciencefiction-serie komt het anti-speciesisme mooi naar voren: de buitenaardse volken zijn gelijk aan de mens.
Stelt u zich eens voor dat op Mars wezens zouden leven die intelligenter, verder ontwikkeld zouden zijn dan wij. Ze komen naar de aarde en ze stoppen ons in kooien. Ze fokken ons, om ons daarna op te eten. De marsmannetjes gebruiken onze huid, onze haren, om er mooie kleren, een mooie hoed van te maken. Sciencefiction? Natuurlijk, maar niet helemaal uit te sluiten, en een interessante denkoefening. Want dat is wat de tegenstanders van meer dierenrechten zeggen: dieren zijn geen mensen. Ze hebben geen bewustzijn, zijn niet door god uitverkoren of hebben geen onsterfelijke ziel. Ja, dat kunnen die superieure marsmannen die straks op aarde komen ook wel over ons zeggen.
7 Wees geduldig.
U bent nu nog in de minderheid, beste anti-speciesist, maar het zal niet lang meer duren. De twee zetels van de Partij voor de Dieren is slechts het begin. De grote partijen beginnen de standpunten al over te nemen. Al het begin is moeilijk, maar de trend is duidelijk: er is steeds meer oog voor de belangen van dieren. Het verbod op kistkalveren, het verbod op vissen met levend aas het zijn slechts twee voorbeelden. De feministen en de anti-racisten werden aanvankelijk ook niet serieus genomen. Zo gaat dat bij elke emancipatiebeweging. Het is slechts een kwestie van tijd. U weet het misschien niet, maar u bent speciesist. U discrimineert naar diersoort. U denkt dat u meer waard bent dan een varken. Moet u lachen? Dat deden veel mannen ook, toen het vrouwenkiesrecht werd geopperd. U bent nu nog in de minderheid maar het zal niet lang meer duren