FIV : een vreselijke ziekte bij de kat
Wat is FIV nou precies ?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
FIV (Feline Immunodeficiëntie Virus) is een vrij recent ontdekt virus dat behoort tot de retrovirussen en de ziekte veroorzaakt dat in de volksmond 'kattenaids ' wordt genoemd. Het behoort tot dezelfde familie als het leukosevirus (FeLV). xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" /> Het behoort tot de de subfamilie van de lentivirussen, tesamen met virussen die longontstekingen bij schapen veroorzaken, bloedarmoede bij paarden, artrose en hersenontsteking bij geiten, en AIDS bij de mens.
Het feit dat men spreekt over een virus, maakt dat deze ziekte dus besmettelijk is tussen katten onderling.
Hoe wordt FIV verspreid ?
De voornaamste manier van verspreiding is via bijtwonden (speeksel-bloed, of bloed-bloed contact). Zo valt het op dat intacte katers die vrij rond lopen (dus vaak vechten en dekken) het meest aangetast zijn met het virus. Men heeft onderzocht dat een gewoon kontakt tussen katten weinig of niet verantwoordelijk is voor de verspreiding van het virus. Infectie van kittens is mogelijk via hun aangetaste moeder. Ook is sexueel kontakt een mogelijke oorzaak van virusverspreiding.
Hoe tast het virus de kat aan ?
Na de initiële infectie, gaat het virus naar de plaatselijke lymfeknopen, waar het zich vermenigvuldigt in bepaalde witte bloedcellen, de lymfocyten. Van daaruit verspreidt het virus zich naar andere lymfeklieren in het lichaam, wat resulteert in een algemene lymfeklieraandoening met opzetten van de klieren tot gevolg. Dit stadium van de ziekte gaat meestal aan het oog van de eigenaar voorbij, tenzij de klieren drastisch vergroot zijn of het dier serieuze koortsopstoten doormaakt.
Later (dit kunnen dagen, maar eventueel ook weken of maanden later zijn) krijgt de kat koorts en bij bloedname ziet men een verlaagd aantal witte bloedcellen. Het zijn voornamelijk de neutrofielen van de witte bloedcellen die lager in aantal geworden zijn : deze neutrofielen beschermen de kat tegen bacteriële infecties. Daardoor wordt de kat zeer gevoelig voor banale infecties en sukkelt het dier van de ene infectie in de andere, bv. frequent optredende keelontstekingen. Ook een verlaging van de rode bloedcellen wordt opgemerkt : dit noemt men anemie of bloedarmoede. Deze vermindering in bloedcellen te wijten is aan verminderde celproductie in het beenmerg.
De kat kan tot jaren na de besmetting perfect gezond lijken, tot op zekere dag er vage symptomen beginnen op te vallen. Door de verminderde weerstand kan de kat zich niet beschermen tegen infecties. Bacteriën, virussen en schimmels die tot dan onschadelijk waren voor gezonde katten, worden nu levensbedreigend voor een immunodeficiënte (verminderde afweer) kat. Het zijn deze secundaire besmettingen die verantwoordelijk zijn voor de meeste klinische symptomen die gepaard gaan met een FIV besmetting.
Wat zijn dan de symptomen van FIV ?
De klinische symptomen van FIV zijn heel wisselend en vaag, omdat er een heleboel secundaire infecties kunnen plaatsvinden in de kat. Gewoonlijk zijn lusteloosheid en een doffe vacht de enige symptomen om aan te duiden dat er iets mis is met de kat. Een temperatuursstijging boven de 39.5 °C is dikwijls aanwezig in een later stadium van de infectie en kan zelfs veel hoger liggen.
Een veel voorkomende klacht is een verlies van eetlust, of pijn bij het eten doordat het tandvlees en de mondholte ontstoken zijn. Chronische en terugkomende infecties van de huid, blaas en bovenste luchtwegen worden ook dikwijls gezien. Een ander frequent probleem is aanhoudende diarree door langdurige ontsteking van de darm. Abortus of het niet kunnen drachtig worden bij kweekkatinnen valt op. Sommige katten vertonen epilepsie-aanvallen, of andere neurologsiche symptomen.
De meeste katten hebben dus een voorgeschiedenis van regelmatig ziek zijn achter de rug. Men ziet bij dit wisselend ziek en gezond zijn, ook een stijging en daling van de witte en rode bloedcellen. Bij elke nieuwe periode van ziek zijn, zakken de bloedcellen steeds verder weg naar lagere waarden.
Hoe wordt de diagnose gesteld ?
Diagnose van FIV is gebaseerd op de voorgeschiedenis van de kat, de symptomen en onderzoek van bloed (de FIV-antistoffentest). Een postieve test toont aan dat de kat besmet is met FIV en dus op zijn beurt andere katten kan aantasten. De eerste drie maanden van een besmetting kan men een negatieve FIV test hebben !
Wat kan men doen als de kat besmet is met FIV ?
Het virus zelf kan men niet afdoden. De behandeling is louter palliatief, maar uiteindelijk zal het dier sterven aan de gevolgen van de virus-infectie. Geregeld gebruik van antibiotica om de secundaire bacteriële infecties onder controle te houden is noodzakelijk.
Ondersteunende verzorging zoals intraveneuze baxters, bloedtransfusies en hoog calorische voedingssupplementen zijn dikwijls vereist. Behandelingen met interferon-injecties kunnen de evolutie van de ziekte vertragen en de levenskwaliteit van de patiënt verbeteren. In sommige gevallen wordt ook cortisone toegediend. Anabolica helpen gewichtsverlies en wegkwijnen te vertragen. Medicatie om de algemene afweer te verhogen zijn ten zeerste op zijn plaats.
Kan de kat beschermd worden tegen FIV ?
In de States is een vaccin beschikbaar. Dus hopen we binnenkort ook in Europa van het vaccin gebruik te kunnen maken. Binnenshuis levende katten lopen geen risico om met het virus besmet te worden. Natuurlijk altijd opletten wanneer er nieuwe dieren in huis worden gebracht : de nieuwelingen eerst laten testen !
Buitenlopende dieren moet men castreren om zo de kans op gevechten te minderen en moet men 's nachts binnen houden, omdat de meeste gevechten toch 's nachts plaats grijpen. Catteries moeten regelmatig testen en hun positieve katten uit de groep halen. Elke nieuwe kat dient getest te worden alvorens ze in de cattery binnen te laten ! Dieren die ter dekking gaan of dekkingen doen, moeten regelmatig gecontroleerd worden met de bloedtest.
Kunnen mensen besmet worden met het virus ?
Tot op heden is het de overtuiging van de wetenschappers dat het virus diersoortspecifiek is en aldus enkel katten aantast. Risicopersonen, zoals dierenartsen en eigenaars van FIV positieve katten, hebben tot op heden nog geen infectie opgedaan.
In samenwerking met dierenartsen en klinieken
|