Uilen (vogels)
De orde uilen (Strigiformes) bevat de volgende twee families:
Zij hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen die vast in de schedel staan. Om dus in diverse richtingen te kunnen kijken moet de uil steeds de kop draaien, wat uilen dan ook zeer goed kunnen. Ze hebben een haaksnavel en krachtige klauwen aan hun poten, die vaak dicht bevederd zijn. Uilen hebben grote ogen die helpen een prooi in het donker te ontdekken. Zij vliegen vaak geruisloos door de nacht op zoek naar prooidieren, zoals muizen . Overdag wordt een slapende uil soms aangevallen door kleinere vogels zoals buizerds , die hem proberen te doden, om zelf niet 's nachts door hem gedood te worden als ze slapen. De uil slaapt overdag en jaagt 's nachts. Uilen nestelen in een holle boom, op de grond of in gebouwen. Omdat ze dichtbij slecht zien, kunnen ze zelf geen nest bouwen. Ze nemen dikwijls het nest van een andere vogel zoals een ekster, die ze verjagen of doden.
Levensverwachting
Uilen in het wild worden vaak niet ouder dan 3 jaar. Uilen in een dierentuin worden ouder. Dit komt doordat de uilen in de dierentuin een beschermd leven leiden en voor hun voedsel niet afhankelijk zijn van de jacht. In het wild worden uilen vaak aangereden of vliegen tegen een hoogspanningskabel aan.
Muizen zitten net als uilen graag in een schuur met hooi, maar omdat de schuren steeds minder voor hooiopslag gebruikt worden hebben de muizen geen leefplek meer en gaan dood. Omdat het voedsel van uilen voor 80% uit muizen bestaat, heeft de uil geen voedsel meer en gaat dus ook dood. Vooral kerkuilen krijgen het daardoor erg moeilijk, omdat zij de meeste muizen eten van alle uilensoorten. In de landbouw worden giftige bestrijdingsmiddelen gebruikt. Muizen die landbouwgewassen eten, krijgen dat gif binnen. Uilen die die muizen eten krijgen dus ook gif binnen. Vaak zoveel, dat ze er aan doodgaan.
Scherp gehoor
Uilen hebben een bijzonder goed gehoor. Ze zijn in staat om bij complete duisternis hun prooi te vinden. In een experiment wisten ze in 13 van de 17 gevallen een muis te vangen die in een compleet donkere kamer was losgelaten.
Bij een aantal geslachten van de uilen is er sprake van asymmetrie in de ooropeningen. De oren van uilen bestaan uit een ooropening, in sommige soorten bedekt met een oordeksel (operculum ). De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die uilen zoals de ransuil hebben, oorpluimen worden door veren gevormd, en zitten ook niet op de plaats waar de ooropeningen zitten. De oorpluimen geven de status aan: een volwassen, sterke, gezonde uil met een groot territorium bezit grote oorpluimen. Jonge, zwakke, zieke of oude exemplaren bezitten kleinere oorpluimen.
De asymmetrie van de oren bij uilen bestaat eruit dat de ooropeningen links en rechts niet op dezelfde hoogte zitten. Ook de vorm van de ooropening (in de huid, maar ook in de schedel) en van het oordeksel kan links en rechts verschillen. De functie van deze asymmetrie is een betere bepaling van de richting waar geluiden vandaan komen voor de verticale component. Het mechanisme werkt vergelijkbaar met de horizontale plaatsbepaling: geluiden uit een bepaalde richting komen iets eerder aan bij het ene oor. Uilen kunnen een verschil tot 30 microseconden in aankomsttijd tussen beide oren waarnemen (een microseconde is een miljoenste seconde).
Om de informatie te verwerken is het deel van de hersenen wat met horen in verband staat bij uilen veel groter dan bij andere vogels. Uilen vormen een plattegrond van de omgeving op basis van geluidsinformatie, zoals mensen dat doen met visuele informatie. Uilen hebben een gebied in de middenhersenen met ongeveer 10.000 neuronen dat net zo georganiseerd als de visuele cortex . De activiteit van de neuronen in dat gebied is geassocieerd met geluid uit een specifieke richting.
Dieren met verticaal symmetrisch geplaatste oren zijn soms ook zeer goed in staat zijn om de bron van een geluid te bepalen, ook verticaal. Ze gebruiken dan echter een volstrekt ander mechanisme voor verticale plaatsbepaling.
Evolutie en systematiek
De oudst gevonden fossiele uilen zijn uit het Paleoceen (65 tot 56 miljoen jaar geleden, de periode na het massaal uitsterven als gevolg van de meteoriet van Chicxulub ). Berruornis is bekend uit Europa en Ogygoptynx 1 uit Noord-Amerika. Andere oude fossielen zijn enkele soorten uit de nu uitgestorven familie Protostrigidae , geslachten Protostrix en Eostrix .
Resultaten van genetisch onderzoek wijzen erop dat de uilen zich ongeveer 80 miljoen jaar geleden hebben afgesplitst van andere vogels. Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder met de nachtzwaluwachtigen (Caprimulgiformes).
Het oudst gevonden fossiel van de kerkuilen (Tytonidae) dateert van 58 miljoen jaar geleden. De familie van kerkuilen lijkt eerder ontstaan te zijn dan de Strigidae , het oudst gevonden fossiel van deze familie dateert van 40 miljoen jaar geleden.
Op Cuba leefde tot 8-10 duizend jaar geleden een uil die bijna een meter groot was, Ornimegalonyx oteroi . Deze uil had lange poten, als een loopvogel, maar was waarschijnlijk nog wel in staat om te vliegen.
Evolutie van de asymmetrische oren
Uilen zijn de enige dieren waarbij asymmetrisch geplaatste oren zijn gevonden2. Omdat de asymmetrie bij verschillende geslachten zo verschilt, gaan onderzoekers ervan uit dat deze asymmetrie in de verschillende geslachten onafhankelijk van elkaar is geëvolueerd (zie ook convergente evolutie ). Er zijn ook uilen waarbij de oren wel symmetrisch zijn geplaatst, en het blijkt dat deze uilen niet graag in complete duisternis vliegen. Uilen met asymmetrische oren hebben daar geen problemen mee.
Asymmetrische oren komen voor bij alle soorten van de geslachten Tyto en Asio en bij enkele soorten van onder meer de geslachten Bubo , Strix en Aegolius
|