Ook dieren geven en krijgen bloed
Lezer Masselis uit Beringen vraagt zich af of er bloedbanken voor dieren bestaan, net als voor de mens. Jawel, zegt dokter Rob Lückerath, maar niet in België. In Nederland bestaat een bloedbank voor dieren. In België tot nu toe nog niet. Belgische dierenartsen kunnen in Nederland bloed bestellen.
Waar zijn bloedbanken en bloedtransfusies voor dieren goed voor?
Rob Lückerath: ' Er zijn minstens vier goede redenen, vergelijkbaar met de mens, waarom we extra bloed toedienen aan een dier: aanvulling van rode bloedcellen (voor het transport van zuurstof), aanvulling van bloedplaatjes (voor de stolling), aanvulling van stollingsfactoren (bij hemofilie) en plasmatransfusies om de oncotische druk (die zorgt voor het behoud van het water in de bloedbaan) en de wondheling te verbeteren.'
'Bloedtransfusies gebeuren voornamelijk bij paarden en honden. We kunnen bloed van de hond zelf geven ( autoloog bloed ). Als we een operatie vooraf kunnen plannen of als er tijdens een operatie veel bloed verloren gaat, kunnen we het bloed dan weer terug in het dier laten lopen. Ofwel geven we bloed van een andere hond ( alloloog bloed ). Hierbij moeten we rekening houden met de verschillende bloedgroepen van de dieren. Bij paarden bestaan er dertig bloedgroepen, bij een hond zeven. Het principe van transfusie en van bloedgroepen is voor mens en dier exact hetzelfde, met reacties die optreden als de bloedgroepen verschillen. Bij honden merkt men dat de transfusiereacties milder zijn'
Als we geen bloedbanken in België hebben, hoe wordt het probleem van een bloedtransfusie dan opgelost?
'Hoewel er geen commerciële bloedbank is, bestaan er wel opvangzakken met antistollingsproduct. Dat is noodzakelijk want iedereen weet dat als je een wondje hebt, het bloed rap een korstje vormt. Het stolt dus en dan kun je het niet meer in een dier laten lopen. Met speciale zakken kan een dierenarts bloed opvangen van een donor en vervolgens toedienen aan een gewond dier. Sommige dierenklinieken - zoals de Dienst Kleine Huisdieren op de Universiteit Gent - hebben wel een privébloedbank, waar ze geconcentreerde rode bloedcellen en plasma bewaren om meteen aan spoedeisende patiënten te kunnen geven.'
Is het gek om te stellen dat een dierenarts dus eigenlijk zelf zijn bloedbank creëert?
'In principe heeft iedere dierenarts zijn eigen bestand van donordieren. Een donorhond moet aan bepaalde eisen voldoen: minstens 25 kg wegen; voldoende bloed in zich hebben; en een hoge hematocrietwaarde hebben. Labradors en herders zijn voorbeelden. De hematocriet (Hct) is de verhouding van rode bloedcellen t.o.v. de hoeveelheid bloed. Hoe hoger de Hct, hoe meer zuurstoftransport mogelijk is. '
'Voorts moet het dier gezond zijn. Dat betekent onder andere goed gevaccineerd, jonger dan 10 jaar, enzovoort. Om het risico op transfusiereacties te verkleinen, mag het donordier zelf nog geen transfusies gekregen hebben en worden teven geweerd die al een nestje hebben gehad. Contact met het bloed van de pups in de baarmoeder kan immers leiden tot de aanmaak van antistoffen tegen bepaalde bloedgroepen.'
'In onze praktijk werkt het als volgt: in een bestand staan de donorhonden gelabeld met bloedgroep. Deze honden worden om de drie maanden gecontroleerd op gezondheid. Mocht zich een acuut probleem voordoen, dan wordt de eigenaar van de donorhond gevraagd om te komen. Voor ultraspoed hebben we onze eigen newfoundlander. En bij een privébloedbank wordt actief gezocht naar mogelijke donoren die op geregelde tijdstippen kunnen langskomen voor een bloedgift.'
Nog een laatste advies?
'Het zou prachtig zijn als mensen de bloedgroep van hun hond standaard zouden laten bepalen bij hun dierenarts. In een spoedgeval kan het dier dan zonder verwijl het juiste bloed toegediend krijgen. Een dier verschilt op dat vlak in niets van de mens.'
Roel Vandecasteele (NB)
|