Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
08-01-2010
Hoe is het mogelijk dat zangvogeltjes niet doodvriezen in de winter?
Hoe is het mogelijk dat zangvogeltjes niet doodvriezen in de winter?
Bibberend op takjes en met opgebold verenkleed om een grotere laag lucht vast te houden, proberen ze zo goed als het gaat hun lichaamstemperatuur, van maar liefst 42 graden Celsius, op peil te houden. Vooral kleine vogeltjes hebben het zwaar omdat ze ten opzichte van hun gewicht een groot contactoppervlak met de buitenlucht hebben. Sommige zangvogeltjes ruien in de herfst en profiteren van een warmer wintertenue.
Om niet te verkleumen, moeten vogels in de winter vooral meer vet verbranden dan in de zomer. Bibberen helpt daarbij. Ze moeten teren op vetreserves en voldoende voedsel vinden. Voor kleine vogels geldt vooral dat laatste omdat ze weinig reserves kunnen aanleggen. Ze zijn dus continu in de weer. Voedsel vinden, lijkt het enige dat telt.
Zweedse onderzoekers ontdekten onlangs dat het pimpelmezen vaak niet lukt om overdag voldoende te eten. Dat ze toch niet dood uit de bomen vallen, komt doordat de diertjes in staat zijn om hun lichaamstemperatuur tijdelijk met ongeveer vijf graden te verlagen. Hiermee kunnen ze hun energiekosten 's nachts halveren. Ze gaan dus in een soort van winterslaap, maar dan een die maar een nachtje duurt. Maar in deze staat van versuffing vormen ze wel een gemakkelijke prooi voor roofdieren.
Om het energieverbruik te bepalen, meten vogelonderzoekers hoeveel zuurstof vogels verbruiken. De Zweden legden de vogeltjes in een afgesloten proefopstelling en bliezen daar lucht doorheen waarvan ze het exacte zuurstofgehalte kenden. Vervolgens maten ze de zuurstofconcentratie nadat de lucht het vogeltje gepasseerd was.
Dankzij dergelijke metingen is ook bekend dat vogels wel negenmaal zoveel energie verbruiken als ze vliegen dan wanneer ze slapen en hun motortjes dus 'stationair draaien'.
'Vogels produceren ongelooflijk veel warmte als ze vliegen', zegt vogelonderzoeker Theunis Piersma van de Rijksuniversiteit Groningen. Hoog in de lucht is het nog kouder dan beneden. Toch hebben vogels weinig te duchten van de kou tijdens een vlucht, aldus Piersma. 'Indische ganzen vliegen over de Himalaya om naar hun overwinteringsgebied te gaan. Zolang ze hun pootjes maar ingeklapt houden onder hun verendek en hun energievoorraad niet opgaat, is dat geen probleem.' Sterker nog, door de kou vliegen is voordelig, omdat vogels dan niet oververhit raken en ze verliezen ook minder vocht via hun ademhaling.
Vogels mogen zich dan wel goed hebben aangepast, dat betekent niet dat ze allemaal de winter overleven. Kou en weinig voedsel vormen maar al te vaak een dodelijke combinatie.
'De kans dat vogels in een koud gebied de winter niet doorkomen, is relatief groot', zegt Maaike Versteegh, eveneens van de Rijksuniversiteit Groningen. 'Dat uit zich in het aantal eieren dat ze leggen.'
Versteegh deed uitvoerig onderzoek naar de overlevingsstrategieën van diverse soorten roodborsttapuiten (kleine zangvogeltjes).
Roodborsttapuitstelletjes die het hele jaar in Ierland leven, broeden drie keer per jaar en leggen telkens gemiddeld zes eieren. Vergelijk dat eens met roodborsttapuiten die het hele jaar in Kenia vertoeven; een koppeltje broedt daar per jaar slechts drie eieren uit. Dat de vogels uit de koude streken meer investeren in nageslacht is logisch, want als de winter tegenvalt, krijgen ze misschien geen tweede kans om te broeden.
Tapuiten die in de herfst van Kazachstan naar India trekken, investeren met in totaal gemiddeld zes eieren ook aanzienlijk meer in nageslacht dan de vogels in Kenia.
'De trek is een ware marathon', vertelt Versteegh. 'De vogels verbranden ontzettend veel vet. Als ze onvoldoende vetreserves hebben, kunnen ze uitgeput raken. En bij het vrijmaken van energie komen afvalstoffen vrij, en daaraan kunnen ze op den duur doodgaan.'
Het is dus geen koud kunstje voor vogels om de winter te overleven.
Kauai is het oudste eiland van Hawaï. We mogen het zonder twijfel een stukje paradijs noemen. Het is wel één van de vochtigste plaatsen op onze planeet, maar de regen heeft prachtige valleien in de berglandschappen gesneden. Tussen de bergen storten zich dan ook sprookjesachtige watervallen naar beneden. Op het eiland lopen duizenden wilde kippen rond die nauwelijks natuurlijke vijanden hebben. De dieren werden meegebracht door de eerste bewoners van Kauai die afkomstig waren uit Polynesië.
Film Hoewel de naam van het eiland je waarschijnlijk niet veel zegt, heeft iedereen zonder twijfel ooit al beelden van Kauai gezien. De filmindustrie is namelijk een vaste klant op het eiland. Al meer dan 70 films bevatten scènes die op Kauai gefilmd werden: Jurassic Park, Raiders of the Lost Ark, Six Days Seven Nights en King Kong zijn maar enkele voorbeelden.
Vogeltjes De mooiste inwoners van Kauai zijn de zogenaamde suikervogeltjes (of Honeycreepers). Deze kleurrijke vogels leven hoog in de wolken van de bossen waar het veel koeler is. Met hun bek halen ze nectar uit bloemen. De vogeltjes zijn niet groter dan 10 tot 13 centimeter en wegen amper acht gram. Ze zijn dan ook heel gevoelig voor ziekten.
Uniek ecosysteem Het ecosysteem van Kauai wordt ernstig bedreigd door de klimaatverandering. Een kleine verschuiving in het klimaat kan grote gevolgen hebben voor het unieke ecoysteem van het eiland. Ontbossing en de komst van nieuwe diersoorten, zoals varkens en geiten, hebben al hun tol geëist bij de suikervogeltjes.
Muggen De vogels vluchten naar hoger gelegen gebieden waar muggen niet kunnen overleven, maar door de stijging van de temperatuur kunnen muggen een steeds groter grondgebied inpalmen. Op die manier dreigen de vogeltjes hun paradijs langzaam maar zeker te verliezen. (gb)
Een merel aan het badderen in een fonteintje. FOTO ANP
HILVERSUM - De merel zingt het mooist van alle vogels in Nederland. Dat blijkt uit de Vogel Top 100 die het radioprogramma Vroege Vogels zondag in zijn geheel heeft laten horen.
De merel kreeg 4190 van de ruim 77.000 door luisteraars uitgebrachte stemmen. De nachtegaal eindigde als tweede met 3331 stemmen, gevolgd door de zanglijster met 2548 stemmen.
Vroege Vogels, Vogelbescherming Nederland, SOVON Vogelonderzoek en Nico de Haan's Vogelkijkcentrum hadden een voorselectie gemaakt van 140 Nederlandse vogels waarop gestemd kon worden. Het paapje eindigde als laatste in de top 100 met 138 stemmen. Het waterhoentje viel buiten de top 100 en kreeg de titel zielepietje met slechts 24 stemmen.
Nico de Haan zei in de uitzending dat het hem opviel dat de huis- en tuinvogels zo hoog eindigen. ,,Vrijwel iedereen in Nederland hoort in het voorjaar de merel. Je hoeft er je slaapkamerraam maar voor open te zetten. Bij zonsopgang en 's avonds in de schemering hoor je de merelman luidkeels fluiten. En dat wordt, als je de uitslag ziet, erg op prijs gesteld. Zie ook de hoge klassering van roodborst (4), winterkoning (5) en koolmees (9).'' (ANP)
BRUSSEL - Een vogelsoort is bezig zich te splitsen in twee soorten, als gevolg van vriendelijke Britten die in de winter vogels voeren.
Het Darwinjaar wordt passend in kerstsfeer afgesloten met het bericht dat mensen die in de winter vogels voeren, een belangrijke drijvende kracht in de evolutie van de dieren zijn geworden. Dat meldt New Scientist op gezag van wetenschappers van de universiteit van Freiburg in Duitsland, onder leiding van Martin Schaefer.
De vorsers onderzochten de genetische verschillen tussen twee populaties van zwartkoppen (zangvogels) die op achthonderd kilometer van elkaar leven in Duitsland. De zwartkoppen in Duitsland doen een jaarlijkse trek, maar hun bestemming verschilt. Traditioneel overwinterden de meeste Duitse zwartkoppen in Spanje of Portugal. Maar de jongste decennia is ook Groot-Brittannië een populaire winterbestemming aan het worden. Dat is weliswaar naar het noorden, maar dat geeft niet voor de dieren, want in Groot-Brittannië is er in de winter voedsel te vinden, dankzij de vele Britten die vogels voeren.
De keuze voor een noordwaartse en zuidwaartse wintertrek is meer dan een kwestie van persoonlijke smaak aan het worden voor de vogels, stelden de onderzoekers vast.
In de beide bossen die de wetenschappers onderzochten, op achthonderd kilometer van elkaar, waren er vogels die naar het zuiden vlogen en vogels die naar het noorden vlogen. Tot de verrassing van de onderzoekers hadden de zwartkoppen uit het ene woud die naar Groot-Brittannië trokken, meer genen gemeen met hun soortgenoten van achthonderd kilometer verderop die ook naar Groot-Brittannië vlogen, dan met hun buren uit hetzelfde woud die naar het zuiden trokken.
Het lijkt erop dat de soort in twee verschillende soorten aan het splitsen is, één met een noordwaartse trek en één met een zuidwaartse, en beide nieuwe soorten komen voor in de twee ver uiteen liggende wouden. Het lijkt erop dat de vogels met verschillende bestemmingen die samen in één woud leven, niet langer met elkaar paren, hoewel ze zes maanden per jaar vlakbij elkaar leven.
Er beginnen ook uiterlijke verschillen te komen tussen de twee soorten. De vogels die in Groot-Brittannië overwinteren, hebben bruinere veren op hun rug, meer afgeronde vleugels en puntiger snavels. Die snavels zijn een aanpassing aan het soort voer dat de dieren krijgen van sympathieke Britten.
Zowat vijftig jaar geleden zijn de eerste zwartkoppen begonnen met naar het noorden te trekken, in dezelfde periode toen steeds meer Britten vogels begonnen te voeren.
Waarschijnlijk is het begonnen met enkele vogels die per ongeluk boven de Britse eilanden waren terechtgekomen. Als dat in vroegere eeuwen gebeurde, dan stierven die vogels, maar sinds vijftig jaar overleven ze het, en kunnen ze in de zomer terugkeren naar Duitsland en zich voortplanten.
Foto: Wikimedia Het was een puzzel die vogelexperts al jarenlang frustreerde: hoe produceert de stompveermanakin , een prachtige zangvogel uit de bergwouden van de Zuid-Amerikaanse Andes, zijn hoge, vioolachtige lied? Het antwoord is opzienbarend: het geluid wordt niet voortgebracht door een gouden keeltje, maar door de vleugels van de zangvogel. De wetenschappers twijfelden aanvankelijk aan deze gewaagde theorie. Nadat de wetenschappers echter met proefmonsters het laboratorium indoken, konden ze hun these met empirische bewijzen staven. Door met lasers de verschillende vibraties te meten, kwam het team van de Amerikaanse Cornell University tot de conclusie dat de speciale zangveren het in het wild gehoorde geluid perfect benaderden. Maar het lied is geen duet tussen alleen de twee speciale zangveren, maar veeleer een samenwerking tussen meerdere individuele delen van het verenkleed. De negen veren die zich in de buurt van de speciale zangveren bevinden, ondersteunen en versterken het lied van de stompveermanakin namelijk nog eens. Volgens onderzoekster Kimberly Bostwick opent het onderzoek geheel nieuwe deuren: We weten nog amper hoe bepaalde vogelgeluiden gemaakt worden of in de loop van de evolutie zijn ontstaan. Dit onderzoek kan een mooie eerste stap richting het vergaren van meer kennis op dit terrein vormen.
Het verenkleed van het mannetje is wit met enkele zwarte lijnen
Tussen het oog en de snavel van het mannetje bevindt zich een zwarte vlek
De flanken van het mannetje zijn grijs van kleur
Het vrouwtje heeft een grotendeels grijs verenkleed
Het vrouwtje heeft een roodbruine kop met witte wangen
Omschrijving
Bij het nonnetje is vooral het mannetje een zeer opvallende en goed te herkennen vogel. Het verenkleed is grotendeels wit met enkele dunne, zwarte lijnen en een zwarte vlek rond het oog. Dankzij de roodbruine kop met witte wangen en keel is ook het vrouwtje goed te herkennen. In de zomer verliest het mannetje tijdelijk het prachtkleed en lijkt dan veel op het vrouwtje, maar heeft dan wel meer wit op de vleugels.
Het nonnetje is in Nederland een echte wintergast die 's winters vooral rond het IJsselmeer vaak in groepen te zien is. De vogel broedt in het noorden van Scandinavië en Rusland, en bouwt het nest langs de oever van meertjes in het bos. Het nest wordt gebouwd in een boomholte en wordt bekleed met dons om de eieren tegen de kou te beschermen.
Deze Oost-Afrikaanse taling is merkelijk kleiner dan de Versicolortaling, heeft ook een donkere bovenkop, geen gestreepte maar bruine flanken. Het eendje is bijna identiek getekend, maar iets valer. Het is een productief eendje geworden in de liefhebberij. Menig paartje broedt het jaar rond. In verband met hun kleine afmetingen moet men oppassen voor ontsnappingen, dus de huisvesting dient hierop te zijn aangepast (let op met maaswijdte, afsluiting e.a.). Omdat het een soort is die zijn oorsprong in zeer warme gebieden kent, is het in ons klimaat gevoelig voor lang aanhoudende en strenge vorst. De vijver moet dus altijd ijsvrij blijven met staanplaatsen zodat de pootjes niet bevriezen. Het verenpak beschermd het lichaam en de snavel wordt tussen de veren gestoken, zodat het eendje verder goed tegen koudere winters kan.
Somateria mollissima Engels: Common eider Duits: Eiderente Frans: Eider à duve
Boven: Amerikaanse eidereend (Somateria mollissimma dresseri ) op haar nest.
De Eidereend komt regelmatig in het nieuws. Veel te vaak zien we Eidereenden op de tv die door olie besmeurd op het strand aanspoelen. Ook kennen we de Eidereend van het zogenaamde Eiderdons, dit eiderdons is afkomstig van de nesten van Eidereenden. De vrouwtjes plukken donsveren uit hun borst om het nest te bekleden. Vroeger werden de nesten van Eiders massaal leeggehaald omdat het zachte en kostbare dons een geliefd handelswaar was. Tegenwoordig worden de broedplaatsen van Eiders bewaakt door de mens en de wetten.
We kennen van de Eidereend verschillenden ondersoorten; de Europese Eider (Somateria mollissima mollissima ) is voor de Europeanen veruit de bekendste. In de meeste vogelgidsen worden trouwens niet eens de ondersoorten genoemd en heeft men het steeds over de Eider. Maar behalve de Europese Eider kennen we ook de Amerikaanse Eider (S. m. dresseri ), Hudson Bay Eider (S. m. sedentaria ), Faeroe Eider (S. m. faeroeensis ) en Noordelijke Eider (S. m. borealis ).
De Pacifische Eider (S. m. v-nigra ) is de zesde ondersoort, maar wordt tegenwoordig ook wel als aparte soort erkend (Somateria v-nigra ).
De zes ondersoorten kunnen vooral onderscheiden worden qua verspreiding. Maar ook uiterlijk verschillen de ondersoorten soms duidelijk, al zijn de vrouwtjes soms moeilijk uit elkaar te houden. De Europese Eider broedt van noordwest Europa tot Nova Zembla. Het voorhoofd loopt geleidelijk aan recht over in de snavel, de snavel van de woerd is olijfgroenig tot grijsachtig. De Amerikaanse Eider is wat kleiner dan de Europese ondersoort. Vooral de snavel is een duidelijk kenmerk voor deze eenden, want deze lijkt gezwollen vanaf het voorhoofd tot ongeveer aan de neusgaten. Ook heeft de woerd van Amerikaanse Eider meer groen op zijn kop dan zijn broer uit Europa. De Hudson Bay Eider overwinterd in de Hudson Baai in Noord-Amerika. Hij lijkt sterk op de Amerikaanse Eider, maar de 'gezwollen' snavel is kleiner. Overigens is het zo dat de zwelling van de snavels alleen aanwezig is tijdens het broedseizoen. Pacific Eiders zijn te herkennen aan hun grootte en de kleur snavel van de woerden. Het is de grootste van alle Eidereenden, de woerd kan zelfs bijna 3 kg wegen! De snavel van de woerden is oranje-rood gekleurd en op de keel is een zwarte V te zien, vandaar zijn latijnse naam V-nigra
Ondanks dat iedereen dit wel kent wil ik hier toch ook een stukje over schrijven,de rui is bij onze vogels een jaarlijks terugkerende vernieuwing van hun verenkleed .Het is ook van groot belang dat de vogel jaarlijks zijn verenpakje vernieuwd .Dit verenpak heeft het afgelopen seizoen door diverse zaken veel te lijden gehad ,en moet danook dringend vervangen worden om de overlevingskans het volgend seizoen veilig te stellen.
De rui:
Dit gaat eigenlijk toch vanzelf,en dikwijls hebben beginnende liefhebbers nog niet in de gaten dat de gevonden pluimpjes de aanzet geven van de rui van de vogel .De rui is geen ziekte te noemen ,maar deze is ingesteld op de natuur ,deze geeft de aanzet tot ruien,en deze begint meestal in het najaar als de dagen iets beginnen te korten.En deze zorgt er dan op zijn manier weer voor als het najaar komt de vogel weer in een mooi en volledig nieuw verenpak zit.Bij ons kanarie kwekers wordt de natuur dikwijls nagebootst,met andere woorden wij ,gaan zelf de licht uren regelen .Het zal dan ook duidelijk zijn dat deze vogels iets ontregeld worden t.o.V van de natuur. Deze vogels zullen ook eerder in de rui vallen zo als we dit noemen ,dit hoeft geen probleem te zijn ,als je de verzorging hier maar op aan past. Bij de rui wordt het ook nog zodanig geregeld dat bij de jonge eerste jaars vogels normaal gesproken alleen maar de donsveertjes vervangen worden ,de grote pennen zijn ,eigenlijk ook nog maar een aantal maanden oud dus deze hoeven niet vervangen te worden en dat gebeurt dan ook niet. Bij de oudere vogels worden deze pennen wel vervangen incl. de dons veertjes en de vogel heeft ook veel kracht en energie nodig om dit tot een goed einde te brengen.ook hier verloopt het een en ander perfect,de vogel verliest om en om staart en vleugel pennen zodat hij kan blijven vliegen ,schitterend zoals dit allemaal op elkaar is afgestemd. Al hebben sommige vogels het er wel erg moeilijk mee,iedereen zal dit beeld wel erkennen .
De rui en zijn verzorging :
Ja in de rui hebben de vogels zeker extra zorgen en aandacht nodig .Een advies is al zeker te geven als je de mogelijkheden hebt ,plaats oude en jonge vogels niet bij elkaar,,en plaats ook net te veel vogels in een kleine ruimte om te ruien,zorg dat ze tocht en vochtvrij zitten ,me daarbij een goede zaadmengeling ,en om de dag eivoer geven met voldoende vitamine en sporenelementen ,zorg ook voor regelmatig een stukje appel ,en ook appelsien ,en een beetje groenvoer ,wat op is na ongeveer een uur kan dan ook zeker geen kwaad.Zorg dat er ookregelmatig een vitamine preparaat wordt gegeven ofwel via het eivoer of via het drinkwater.Zeer belangrijk is tijdens de rui dat de vogels zich regelmatig kan baden ,baden en nog eens baden ,doe een maal per week ook wat badzout in het water ,zal ook de bevedering ten goede komen ,maar nogmaals badwater moet.!!!! De rui duurt ongeveer 6 weken ,en een vogel die snel door de rui komt is een gezonde vogel .Het is ook van belang dat de rui begint in een periode waar het weer nog redelijk (warm)is ook dat zal de rui bevorderen ,als de rui begint en het weer is nat en koud zal deze merkbaar wat langer gaan duren. Het is daarom ook aan te bevelen tijdig te stoppen met de kweek om de vogel de kans te geven in een goede periode van verenkleed te verwisselen.Een late rui zal altijd langer duren ,omdat de atmosferische omstandigheden dan de vogel volkomen tegenwerken ,en dat kan de vogel dan net niet gebruiken. Een zaak moet de kweker ook in de gaten houden en dat is hoe ouder de vogel is ,des te langer zal de rui periode duren
Hokken en of vluchten tijdens de rui :
De ruimte waar de vogels tijdens de rui moeten worden gehouden moet als het even kanruim zijn droog en tochtvrij ,maar de liefhebber moet er voor zorgen dat de ruimte niet overbevolkt is ,en dat de jonge vogels van de oudere vogels gescheiden zijn.Zorg op de droge bodem bedekking ,met voldoende schelpenzand ,en zorg ook een bakje met vogelgrit ter beschikkingZorg ook dat de vogels wat afleiding hebben ,door Bv wat trosgierst er in te hangen,en wat bosjes met touw doet ook wonderen ter afleiding van de vogels. Haal regelmatig om de twee dagen de lossen pluimen weg ,en de donsveertjes dit zal ook het verenpikken voorkomen .Een hulpmiddel is om achter in een hoek van de ruimte een plankje schuin tegen de muur te zetten ,je zult zien dat alle pluimen en veertjes zich daar gaan verzamelen ,en is dan ook erg snel en makkelijk weg te halen zo. Zorg ook dat je de stokjes zodanig hebt geplaatst dat de vogels elkaar niet aan kunnen dit zal ook het verenpikken tegengaan ,Het wekelijks verstrekken van een halve ui doet ook wonderen tegen het verenpikken,in het begin pikken ze dit niet erg graag ,maar als ze het kennen moet je eens zien.
De voeding tijdens de rui :
Hierover heb ik al wat geschreven ,maar het kan niet genoeg gezegd worden dat ,deze perfect moet zijn.elk te kort tijdens deze periode zal zichtbaar zijn aan de vogel zijn verenkleed .Want ontbreekt er ergens iets aan het voer dan wordt het groeiproces van de veer onderbroken ,dat ziet men dan weer in de veer de schacht vertoont dan de zogenaamde groeistrepen dit is eigenlijk een stilstand in de veer ontwikkeling!!!!Deze pennen zijn ook niet erg fraai gevormd,maar tonen dan ergens in het midden plotseling een onderbreking ,iedere vogelliefhebber kan dit zelf zien ,(vaststellen) De rui wordt veroorzaakt door speciale klieren,die alleen tijdens de rui hun functie uitvoeren ,deze klieren zijn afhankelijk van de voedingsstoffen die wij aan onze vogels geven ,en afhankelijk daarvan functioneren ze goed of niet goed .Bij een minder goede voeding stagneert de toevloeiing van de voedingssappen die nodig zijn voor de veer ontwikkeling ,en dit uit zich dan in de groeistrepen. Dus een goede regelmatige uitgebalanceerde voeding is zeer belangrijk tijdens de rui voor onze kanarievogels.
De rui toont ook nog wat aan :
De rui geeft ook wat aan voor de vogel ,en niet alleen voor de vogel maar ook voor de liefhebber .Voor de liefhebber is de rui een spannende tijd want in deze ruitijd worden de veelbelovende jongen gemaakt of niet gemaakt ,soms zelf buiten de wil van de vogel zelf .De rui toont onverbiddelijk de zwakke plekken aan van de gezondheid van de vogel ,en tevens ontwikkeld hij of zij fouten en gebreken in het verenpak die voorheen niet waren te zien ,en nu volledig tot uiting komen.Het tegenovergestelde gebeurt natuurlijk ook de vogel kan zich ook positief ontwikkelen ,zodat er na de rui een vogel te voorschijn komt met een schitterend nieuw verenpak ,mooi van kleur ,mooi getekend en noem maar op een streling voor het oog ,en ja wees eerlijk daar zitten de liefhebbers op te wachten na de ze rui periode.
Enkele zaken die de rui kunnen beïnvloeden :
qIs uiteraard een minder goed uitgebalanceerde voeding.
qEen vochtige ,tochtige ruimte zitstokken te dicht bij elkaar.
qOnvoldoende vliegruimte ,te veel vogels bij elkaar.
qTe lang doorkweken het najaar in.
qOudere en jonge vogels bij elkaar.
qOnvoldoende afleiding / te weinig of geen badwater.
qOnvoldoende sporenelementen ,en of vitaminen.
De stokrui : ( vogel is eigenlijk ziek)
In het begin schreef ik een aantal zaken op waar men rekening mee moet houden als men een kanarie heeft, een van deze zaken is dat de licht uren omstreeks de 11 uren te houden. Doet men dit niet en de ene keer heeft de vogel Bv 11 uren de andere keer 16 uren licht, en dan weer meer of minder dan zal men geen jaren plezier hebben van je vogel. Wat gebeurt er nu. De hypofyse van de vogel reageert op het aantal licht uren ,met andere woorden de vogels in de natuur gaan broedrijp worden naar gelang de licht uren verlengen de temperatuur doet daar maar weinig aan ,zo ook als de dagen weer korter worden stopt de vogel in de natuur met broeden ,en begint aan het vervangen van zijn verenkleed.Nu wat gebeurt er nu bij de vogel thuis als je niet telkens om een bepaalde tijd je vogel donker zet ? Nu de vogel zijn Hypofyse slaat langzaam op tilt hij of zij weet niet meer vast te stellen of het nu lente ,zomer herfst of winter is. Kortom gezegd de vogel raakt totaal van slag ,gaat aan het ruien (vervangen verenkleed) en omdat de vogel van slag is komt hij niet meer uit de rui zal niet meer fluiten ,bevruchten ,enz en de veren en pluimpjes blijven in de kamer rondvliegen .De vogel is in de zogenaamde stokrui gevallen en hij komt hier erg moeilijk,en dikwijls niet meer uit. Na een lange weg zal zelfs de vogel deze energie niet meer kunnen opbrengen vermageren en sterven. Dus je ziet hoe belangrijk het is om met het aantal licht uren goed om te gaan !
Besluit :
Je ziet beste vogelvrienden ,dat er bij de rui erg veel zaken een rol kunnen spelen ,maar als wij deze zaken goed voor elkaar hebben .Een constante temperatuur ,tochtvrije ruimte regelmatig badwater enz ,en we geven de vogels de gelegenheid,om daar tijdig en met goed weer deze rui in kunnen gaan kunnen wij zeker genietenna de rui van een prachtige kleurkanarie met een schitterend vederkleed .Succes .Wout v Gils .
Misschien hebben jullie dit schema nog van vorig jaar, maar indien niet hieronder nuttige info over het al dan niet voederen van vogels nu het kouder wordt. :
Tussen juli en september trekt een groot aantal typische insecteneters weg uit onze streken. Zo verdwijnen soorten als gierzwaluw, koekoek, wielewaal, nachtegaal, huis-, oever- en boerenzwaluw tijdelijk weg uit onze streken omdat hun strikte voedselregime hen niet toelaat hier gedurende de winter te overleven.
Het zoeken naar voedsel is veruit de belangrijkste bezigheid van deze vogels. Tijdens de herfst- en wintermaanden zijn de dagen zeer kort. En dus hebben deze vogels dan ook weinig tijd om voedsel te zoeken. Bovendien hebben vogels een hoger calorieverbruik, waardoor hun vetreserves sneller uitgeput geraken.
Vooral in perioden van strenge koude, waarbij de vogel genoeg energiereserve moet hebben om de nachten door te komen, kunnen vogels in een hachelijke situatie terechtkomen. Door voedsel aan te bieden houd je ze niet alleen in een goede conditie maar verminder je ook de hoeveelheid energie die ze in het zoeken naar een maaltijd moeten steken.
Vaak voorkomende misverstanden
Er wordt wel eens beweerd dat als men eenmaal begint om 's winters vogels te voeren, je hier pas mee kan stoppen als het lente is. Of dat als je geen geregelde toevoer kunt garanderen het beter is om helemaal niet te voeren. Gelukkig zijn deze beweringen niet waar. Voedertafels maken het leven makkelijker voor de vogels en dragen bij aan hun overlevingskansen in strenge winters. Toch vertrouwt geen enkele vogel op maar één voedselbron. In natuurlijke omstandigheden moeten vogels zich aanpassen aan de veranderende voedselsituatie en hun leven hangt af van het snel vinden van nieuwe voedselvoorraden. Vogels zoeken niet alleen in jouw tuin voedsel, ze hebben een vaste route door de buurt.
Wanneer kan je best beginnen met voederen?
Het ogenblik om met voederen te beginnen hangt af van de streek waar men woont en van de plaatselijke weersomstandigheden. Als algemene regel kan men stellen dat gedurende de maanden oktober/november het moment is gekomen om de voedertafel uit de kelder te halen en zich te voorzien van een voldoende hoeveelheid granen, zaden en voederbollen.
Welk voedsel is het best geschikt om te voederen?
Vogels hebben in de winter voedsel nodig dat rijk is aan koolhydraten en vet voor het opbouwen van vitale reserves lichaamsvet. Deze reserves hebben ze nodig om de lange, koude nachten te overleven. Veel keukenrestjes hebben een hoog vetgehalte en zijn ideaal vogelvoer: niervet, mergpijpjes, braadvet, geraspte kaas, spekzwoerdjes, cake en gebak. Om het verspreiden van ziektes te voorkomen, kan je best alleen gekookt vlees en gekookte botten buiten leggen. Geef vogels ook nooit uitgedroogd kokosnootvlees of ongekookte rijst omdat dit kan gaan opzwellen in de vogelmaag, met vaak fatale gevolgen. Daarom is het ook beter uitgedroogd brood eerst in water te weken voor je het op de voedertafel legt. Voor meer details, zie ook onze uitgebreide voedertabel onderaan deze pagina.
Wanneer stoppen met voederen?
Vroeger werd stellig beweerd dat je niet mocht doorvoederen in het voorjaar omdat de vogels dan het vet of de pindas aan hun jongen zouden voeren, met alle gevolgen van dien. Uit recente studies blijkt echter dat het doorvoederen in het voorjaar geen negatieve effecten heeft op de nestjongen.
Waar kan ik mijn voederplank het best installeren?
Zet de voederplank niet in de volle zon maar op een beschutte plek, bij voorkeur dicht bij geschikte uitkijkposten en dichte struiken. Zorg ervoor dat de voederplank niet te dicht bij schuttingen of stevige bomen staat omdat katten daarin op de loer kunnen liggen. Een klein afdakje voorkomt dat het voedsel nat wordt of wegwaait.
Ook een vogelbad bewijst tijdens de winter zijn nut omdat drinkwater steeds belangrijker wordt als langdurige vorst andere natuurlijke voorraden afsluit. Je kunt soms vogels zien die bekken vol sneeuw ophappen om genoeg water binnen te krijgen. Een ondiepe schaal gevuld met zuiver water kan perfect dienst doen als vogelbad. Let wel op dat het water geen toevoegingen bevat zoals antivries, zout of suiker, om het vriezen te beletten. Span over de schaal ook een stuk gaasdraad of leg er een roostertje op zodat de vogels zich niet kunnen baden: hun veren zouden bevriezen, met alle gevolgen van dien.
Kan ik bij jullie ook voederbollen of planken verkrijgen?
Dat kan, in ons winkeltje kan je voederbollen en verschillende soorten voederplanken verkrijgen.
De luxe modellen zijn uitgerust met een zaadautomaat en extra mezenbollenhouder.
Voederhuisje eekhoorn
Het Natuurhulpcentrum biedt daarnaast ook mezenbollen aan boordevol essentiële zaden en gedrenkt in energierijk vet. Vooral mezen zijn er verzot op, maar ook roodborstjes, boomkruipers, merels en zelfs spechten snoepen graag van deze lekkernij.
Hieronder vindt u een uitgebreid voedselschema voor onze standvogels.
Een legende van de Maori over een reusachtige, mensenetende vogel zou wel eens waar kunnen zijn. De Te Hokioi, genoemd naar zijn schreeuw, was een grote, zwart-witte roofvogel met een rode borst en geel-groene vleugelpunten.
Wetenschappers vermoeden nu dat de verhalen over deze vogel, die door mondelinge overlevering werden doorgegeven en afgebeeld zijn in rotstekeningen, verwijzen naar de Haasts arend, een roofvogel die vijfhonderd jaar geleden uitstierf. Dat blijkt uit hun studie in The Journal of Vertebrate Paleontology , zo meldt The Independent.
Resten van de Haasts arend (Harpagornis moorei) werden gevonden in moerassig gebied door Sir Julius von Haast in de jaren 1870. Eerst werd aangenomen dat het om een aaseter ging, maar nieuw onderzoek van het skelet met moderne technologie (waaronder CAT-scans) toonde aan dat het bekken van het dier sterk genoeg was om een dodelijke klap op te vangen als het naar beneden dook met snelheden tot 80 km/u.
Met een vleugelbreedte tot drie meter en een gewicht van 18 kilo, was het vrouwtje twee keer zo groot als de grootste levende arend, de Stellers zeearend. En de klauwen van de vogel waren zo groot als die van een tijger. "Het was zeker in staat om neer te duiken en in de vlucht een kind mee te grijpen", verduidelijkte Paul Scofield, curator van de gewervelde dieren in het Canterbury Museum in Christchurch (Nieuw-Zeeland).
Moordmachine
"Behalve met hun klauwen konden ze ook aanvallen door die klauwen te sluiten en ze door vrij stevige objecten zoals een bekken boren. Het dier was ontworpen als een moordmachine. (...) Het was het equivalent van een leeuw."
Hun voornaamste prooi zou de moa zijn geweest, een vogel die niet kon vliegen en zo'n 250 kilo zwaar en 2,5 meter lang kon worden. Na de komst van mensen, 1.000 jaar geleden, is de moa uitgestorven, wat dan weer tot de ondergang leidde van de Te Hokioi.
ROTTERDAM - In de Rotterdamse Diergaarde Blijdorp zijn rode ibissen geboren. Tot nog toe kropen vijf jonge exemplaren uit hun ei en er liggen in diverse nesten nog meer eieren.
De nu nog zwarte jongen krijgen hun eerste vliegles. FOTO BLIJDORP
Dat meldde een woordvoerster van Blijdorp woensdag. De ibissen hebben vorig jaar hun intrek genomen in de dierentuin. Hoewel in Blijdorp vaker rode ibissen te zien zijn geweest, hebben de vogels zich nooit eerder voortgeplant in Rotterdam. Rode ibissen nestelen meestal in het voorjaar, maar om onbekende redenen is de groep vogels vrij laat gaan broeden.
Rode ibissen leven in het noorden van Zuid-Amerika, onder meer in Suriname. Ze broeden in grote kolonies van soms wel vijfduizend vogels. Ze nestelen in bomen of mangrovebossen. Ze leggen meestal twee eieren, die na ruim twintig dagen uitkomen.
De jongen zijn bruin en ontwikkelen pas later een rood verenpak. Dat komt doordat in hun voedsel, dat voornamelijk bestaat uit krabbetjes en garnalen, een stof zit die veren rood kleurt. Blijdorp voegt aan het voedsel een kunstmatige kleurstof toe. (ANP/CBR)
(Novum/AP) - Onderzoekers hebben de zeer zeldzame Fiji-stormvogel voor het eerst boven zee gefotografeerd. Dat is vrijdag bekendgemaakt door de Britse vogelbescherming.
De Fiji-stormvogel, een kleine, chocoladekleurige zeevogel, wordt volgens de Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN) ernstig bedreigd in zijn voortbestaan. In 1855 werd op het Fiji-eiland Gau voor zover bekend het eerste exemplaar gevangen. Daarna duurde het tot 1984 voordat er opnieuw een waarneming werd gedaan. Sindsdien is er een aantal meldingen geweest van Fiji-stormvogels die tegen huizen op Gau te pletter vlogen, maar het beestje werd tot nu toe nooit op zee gezien.
Onderzoekers, op zoek naar het broedgebied van de vogel, gingen enkele maanden geleden bij Gau de zee op met lokvoer. Brokken bevroren vis, vermengd met visolie, werden in het water gegooid. In elf dagen tijd kwamen in totaal acht Fiji-stormvogels op het zeer sterk geurende goedje af. Hoewel de onderzoekers nog niet weten waar de vogels precies broeden, zijn ze toch zeer blij dat ze in ieder geval een aantal foto's hebben kunnen maken.
Volgend jaar volgt een nieuwe expeditie om de broedplaats van de Fiji-stormvogel te vinden. Onderzoekers hopen zoveel mogelijk over de soort te weten te komen, zodat ze die kunnen beschermen en misschien ook in aantal kunnen doen toenemen.
De ransuil heeft een lengte van 31 cm en weegt 250 tot 300 gram. De spanwijdte bedraagt 84 tot 95 cm. Zeer opvallende kenmerken zijn de lange, vaak steil omhoog gerichte oorpluimen en de oranjegele ogen. De oorpluimen kunnen echter, wanneer de vogel niet gestoord wordt, bijna helemaal plat gelegd worden. Het verenkleed is aan de bovenkant geelbruin met donkere, op boomschors lijkende tekening, aan de onderkant licht roestgeel met opvallende, donkere lengtestrepen en fijne, donkere dwarsbanden. De geelwitte gezichtssluier is aan de zijkanten donker omrand, tussen de ogen door de scherphoekige voorhoofdbevedering en de witachtige wenkbrauwen, V-vormig onderbroken. Mannetjes en vrouwtjes zijn uiterlijk nauwelijks van elkaar te onderscheiden.
Gedrag
Ransuilen zijn vooral 's nachts actief. Ze verlaten tijdens de broedperiode het dagverblijf ongeveer een halfuur na zonsondergang, ten tijde van het grootbrengen van de jongen ook wel vroeger. Overdag zit de ransuil rechtop in een zeer slanke houding op een tak van een boom, dicht tegen de stam aan, waartegen hij met zijn schorskleurige veren nauwelijks afsteekt. In de herfst en winter leeft de ransuil vaak in troepen op gezamenlijke roestplaatsen met tot 30, in strenge winters soms meer dan 100 uilen. Het weg vliegen in de avond voor de jacht is dan meer afhankelijk van het afnemende licht dan van het tijdstip.
Voortplanting
Annexeert een nest van een andere vogel of eekhorn; broedtijd maart/april. Grootte van het nest 4-6 eieren, broedduur 24-28 dagen, nestperiode jongen 18-25 dagen. Vrouwtje broedt vanaf het eerste ei. Ransuilen zijn monogaam en zoeken elk seizoen een nieuwe partner.
Ransuil - Kuiken
Voedsel
Hoofdzakelijk muizen, maar ook kleine vogels, insekten, reptielen, amfibieën, vissen, krabben, wormen en weekdieren.
Geluid
Alarmroep 'oewek', ook aangeregen; klagend, zuchtend 'oe-oe-oe', ook keffende en jammerende geluiden. Bedelroep van de jongen, langgerekt, ver hoorbaar 'pieieiei-eh".
Verspreiding
De ransuil komt voor in bosachtige gebieden met naaldbomen en open terreinen. In de winter verblijven ransuilen graag in elkaars gezelschap. In hun roestplaatsen (naaldbomen, struiken, wilde hagen) rusten ze soms in grote groepen tot wel 100 exemplaren.
Vlucht
Vliegbeeld gekenmerkt door de smalle, lange vleugels en de dikke kop. Typische zwakke en schommelende vlucht.
Vogelbescherming Vlaanderen kiest sinds 2007 met de medewerking van vogelminnend Vlaanderen elk jaar de vogel van het jaar. Iedereen die het wenst kan uit een lijstje van 20 vogelsoorten één soort kiezen. Waarom hebben mensen een voorkeur voor een bepaalde soort? Omdat ze gewoon mooi is? Is het een sympathieke verschijning? Verdient zij meer aandacht omdat ze zeldzaam of bedreigd is? Broedt ze in je tuin en vind je gewoon dat ze daarom jouw stem verdient? Er zijn wel duizend-en-één redenen om voor een bepaalde vogelsoort te kiezen. Voor Vogelbescherming Vlaanderen maakt het allemaal niet zo veel uit. Via deze laagdrempelige activiteit wil ze alleen maar de vogels onder de aandacht brengen bij het grote publiek. Wél wordt de vogel van het jaar een heel jaar lang in de watten gelegd. Als het om een soort gaat waar concreet iets voor gedaan kan worden, zal Vogelbescherming Vlaanderen daarvoor initiatieven ontplooien. De eerste soort die deze titel wegkaapte was de roodborst (Erithacus rubecula). Dit alom gekende en sympathieke vogeltje werd met glans verkozen tot 'Vogel van het Jaar 2007'. Het jaar nadien was de steenuil (Athene noctua) aan de beurt. De boerenzwaluw (Hirundo rustica) is de zopas verkozene en mag de titel 'Vogel van het Jaar' van 1 januari tot en met 31 december 2009 dragen.
CANBERRA - Een Australische duivensoort blijkt te kunnen communiceren door middel van een fluitend geluid dat met de vleugels gemaakt wordt. De kuifduif maakt een ander geluid wanneer een roofdier in de buurt is, dan wanneer in alle rust kan worden weggevlogen.
Wetenschappers van de Australian National University stelden woensdag dat voor het eerst is aangetoond dat geluid dat gemaakt wordt bij het opvliegen ook kan dienen als alarmsignaal.
Tot nog toe werd gedacht dat vogels alleen met hun zang alarm konden slaan.
Om achter het nut van het geluid te komen moesten de onderzoekers het gefluit van de vleugels van de kuifduif opnemen. Dat gebeurde toen de vogel rustig wegvloog en nadat de duif aan het schrikken was gemaakt door een nep-roofvogel.
Geen reactie
Toen een groep argeloze duiven het opgenomen panieksignaal hoorde, vlogen ze allemaal op. Het geluid van een rustig wegvliegende kuifduif leverde in de groep geen reactie op.
De geluiden die de vleugels van de kuifduiven maken zijn voor het menselijk oor bijna hetzelfde. De duiven horen het verschil echter meteen: het alarmsignaal is harder en sneller.
Ook Darwin schudde zijn hoofd om de snavel van de toekan. Waarom zo overdreven: een seksueel ornament, een pikhouweel om vruchten te oogsten? Nee hoor, vermoeden biologen nu: de toekan gebruikt zijn snavel als radiator, om warmte te lozen als hij het te heet krijgt. Zijn snavel, een derde tot de helft van zijn lichaamslengte, is niet geïsoleerd door veren maar wel rijk voorzien van bloedvaatjes. Een prima plek om warmte eruit te laten waaien.
Braziliaanse biologen brachten de ventilatie van de toekan in beeld met warmtecameras. Hij ventileert heel precies: als zijn temperatuur iets stijgt, bijvoorbeeld tijdens het vliegen, dan warmt eerst een stukje snavel bij de ogen op. Het raam gaat vast op een kiertje. Schroefden de biologen de temperatuur in het lab hoog op, dan begon de hele snavel te gloeien, en gooide de toekan de boel wijd open. Daalde het kwik tot amper 10 graden, dan deed de toekan zijn snavel thermisch helemaal dicht.
Deze indrukwekkende foto's tonen het moment waarop een arend een zwaan in haar vlucht onderschept. De zwaan liet zich verrassen toen ze over een rivier vloog in het Canadese Terrace.
De enorme arend, met een spanwijdte van twee meter, landt bovenop de zwaan, maar lost zijn prooi na een gevecht van 5 seconden. De zwaan slaagt erin te ontsnappen en maakt een duikvlucht naar de oever om zich daar tussen de bomen te verschuilen.
De foto's werden genomen door een amateurfotograaf. De 41-jarige moeder van twee kinderen zag de zwaan over de rivier vliegen toen de arend aanviel.
PHILADELPHIA - Eén van de grootste mysteries van de biologie is ontrafeld: waarom staan flamingo's zo graag op één poot? Twee wetenschappers hebben Caribische flamingo's in gevangenschap uitgebreid bestudeerd en menen dat ze eindelijk het sluitende antwoord hebben gevonden op de vraag die biologen al jaren bezighoudt. Flamingo's staan op één poot om hun lichaamstemperatuur te regelen.
FOTO EPA
Matthew Anderson en Sarah Williams, vergelijkingspsychologen aan de universiteit van Philadelphia, bestudeerden in de eerste plaats of flamingo's taken bij voorkeur met één bepaalde kant van hun lichaam uitvoeren, zoals mensen rechts- of linkshandig zijn. Ze stelden vast dat flamingo's hun hoofd liefst laten rusten aan één kant van hun lichaam. Bovendien bleken vogels die hun hoofd aan de linkerzijde van hun lichaam laten rusten, agressiever te zijn tegenover soortgenoten. Het duo zag ook dat flamingo's geen voorkeur hebben op welke poot ze gaan staan.
Daarna onderzochten Anderson en Williams of de houding op één poot de dieren helpt de vermoeidheid in hun poten te verminderen of de dieren in staat stelt sneller op te vliegen bij dreigend gevaar. Dat bleek niet het geval te zijn. De onderzoekers stelden wel vast dat de dieren liever op één poot staan in water dan op de grond. "Gezien water meer lichaamswarmte opneemt, denken we dat ze op één poot staan om hun lichaamstemperatuur te regelen. Als ze beide poten in het water houden, verliezen ze te veel lichaamswarmte. Onze resultaten leveren het definitieve bewijs dat thermoregulatie de voornaamste functie is van hun houding", aldus Anderson. Flamingo's wisselen dan ook vaak van poot om te vermijden dat één poot te koud zou worden.
Aangenomen wordt dat andere vogels die ook vaak op één poot staan, zoals reigers, ooievaars en eenden, dat om dezelfde reden doen. (HLN.be)
Vogels beschouwen honden als natuurlijke vijanden.
De hond uitlaten kan gevolgen hebben voor het vogelbestand. Uit onderzoek blijkt dat honden tot 41 procent van het vogelbestand wegjagen. Volgens de Australische onderzoekers beschouwen vogels, honden als natuurlijke vijanden en potentiële predatoren. De studie verschijnt in het wetenschappelijke vakblad Royal Society journal Biology Letters. Charity Birdlife International neemt het besluit ernstig en wil dat de langetermijneffecten van de aanwezigheid van honden in vogelgebieden, onderzocht wordt, meldt de BBC.
De onderzoekers lieten eerst baasjes met honden aan de leiband, wandelen. Twintig seconden later volgde een observator en die telde de zichtbare en hoorbare vogels. Een controlegroep van wandelaars zonder honden legde hetzelfde traject af. "We waren versteld van het resultaat en de impact van de honden. Het verschil tussen de wandelaars met en zonder honden was aanzienlijk", aldus Banks.
Het onderzoeksteam stelde vast dat het aantal vogels met 41 procent gedaald was en het verschil in soorten met 35 procent. Dezelfde resultaten werden opgetekend in gebieden waar honden en wandelaars verboden zijn, wat er volgens de onderzoekers duidelijk op wijst dat vogels helemaal niet wennen aan de aanwezigheid van honden.
Ze kwamen ook tot de vaststelling dat wandelaars zonder hond, een negatieve invloed hadden op de aanwezigheid van het aantal vogels, zij het beperkt. Anderzijds hadden twee wandelaars in het bijzijn van een hond geen grotere impact. Het aantal wandelaars met een hond maakt geen wezenlijk verschil, wel de aanwezigheid van een hond. "Het is duidelijk dat vogels een aversie hebben van honden. Ze zien honden als potentiële predators", aldus Banks.
Het onderzoeksteam wil nu nagaan hoe lang de vogels wegblijven. De onderzoeker zegt dat de resultaten van het onderzoek zinvol zijn voor natuurbehoud en hoewel de studie uitgevoerd in Australië werd, gaan de resultaten ook op voor de rest van de wereld. "We hopen dat de informatie ook van nut kan zijn bij het nemen beslissingen of zones al dan niet toegankelijk moeten zijn voor mensen met of zonder honden", weet Banks.
Martin Fowlie van Birdlife International zegt dat de studie een bevestiging is van wat natuuractivisten al langer wisten. "Het resultaat is niet verrassend, we weten al langer dat honden een impact hebben op het vogelbestand. Het interessante is wel dat het nu ook kwantitatief bewezen is. Het zou nu vooral interessant zijn om vast te stellen hoe lang de vogels wegblijven: een paar minuten, uren of dagen", besluit Fowlie. (hln)