Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
07-05-2009
CASTRATIE van de REU
CASTRATIE van de REU
Onder castratie van het mannelijk dier verstaan we het verwijderen van de testikels. Bij diverse diersoorten behoort de castratie van het mannelijk dier tot een min of meer 'normale' ingreep. Meestal is er een speciale reden waarom de eigenaar of dierenarts zal besluiten tot castratie over te gaan. Dierenartsen noemen dat indicaties.
Deze INDICATIES kunnen grofweg in de volgende categoriën worden onderverdeeld:
1) Gedragproblemen.
-Ongewenst sexueel gedrag: Hieronder valt het "rijden" op uitgestoken benen of kussens. Het proberen te "dekken" van de kat of andere huisdieren. Een andere reden kan zijn wanneer iemand een teefje én een reu in huis heeft. Als de teef gewoon loops wordt kan men wel proberen de dieren drie weken uit elkaar te houden, maar "verlangen" maakt erg vindingrijk ook voor honden ! Dus het is niet zozeer de vraag "of" het zal gebeuren maar eerder de vraag "wanneer" het zal gebeuren. Als het tijdens de ene loopsheid niet is, dan tijdens de volgende loopsheid wel. In mijn praktijkervaring moet de teef in zulke gevallen zeker 2-3x in haar leven naar de dierenarts voor een "morning"after prik vanwege een ongwenste dekking. Een castratie had dat kunnen voorkomen.
-Weglopen: Sommige reuen vinden het heerlijk om op stap te gaan in de buurt om te kijken en ruiken (!) of er nog loopse teefjes in de buurt zijn. De ene reu doet dit af en toe, andere reuen doen het bijvoorbeeld driemaal daags zodra ze geroken hebben, tijdens het uitlaten, dat er een loopse teef in de buurt is geweest. Wegloop gedrag is natuurlijk vervelend voor de baas en zeer gevaarlijk voor de hond. Een reu die met zijn verliefde kop achter de teven aanloopt of met concurerende reuen wil vechten, kijkt vaak nauwelijks uit bij het oversteken van de straat en kan dan al heel gemakkelijk een hardhandige aanvaring krijgen met een auto.
-Geurvlaggen plaatsen: Dat reuen de neiging hebben overal hun territorium af te bakenen wordt de baas bij iedere uitlaatronde wel weer duidelijk gemaakt. Overal moet even een plasje over, desnoods 50x per wandeling. Dit is normaal, maar wanneer de hond dit in huis gaat doen ontstaat er een probleem. Meestal is er dan sprake van een dominatieprobleem. De reu ziet het huis als zijn territoium en niet als dat van zijn baas. Hier helpt castratie maar is een gehoorzaamheidscursus evenzeer aangewezen. Het plaatsen van geurvlaggen (binnen en buiten) wordt overigens wel een stuk minder na castratie.
-Agressie: Hier dient heel duidelijk goed nagegaan te worden van welke soort agressie er sprake is. Is het tegen mensen: Een hond die zijn baas of anderen bijt zal hier VRIJWEL NOOIT mee ophouden als hij gecastreerd wordt. Wel gaat een castratie helpen indien tegelijkertijd een gedrags- en gehoorzaamheidscursus wordt gevolgd, gecombineerd met een hormonale therapie. Maar dat een "lastige" hond wel een lammetje wordt na castratie is een hardnekkige fabel. Of tegen alle andere honden: Als een reu wil vechten met zowel teven en reuen ligt hier meestal een niet-hormonaal en niet-geslachtgebonden reden aan ten gronde. Castratie zal hier dan ook niet altijd helpen. Ook hier is een aanvullende gedragtherapie op zijn plaats, hoewel sommige honden echt "geflipt" raken zodra ze andere honden zien. Of alleen tegen andere reuen: Als iemand twee reuen in huis heeft die regelmatig heftig vechten is castratie van beide reuen in 95% van de gevallen een oplossing met een gegarandeerd succes. Dit is een prima oplossing. Beter dan steeds met één of beide partijen naar de dierenarts om de "gaten" in de huid of oorranden weer te laten hechten. Ook wanneer de hond tijdens het uitlaten vrijwel elke andere reu wel wil aanvliegen maar teven absoluut met rust laat, kan dit probleem met castratie simpel verholpen worden.
2) Medische problemen
Prostaatproblemen: Veel oudere honden hebben net als hun baasjes prostaatvergrotingen(zou het dan toch waar zijn dat de baas op de hond gaat lijken of was het nou andersom....). Meestal gaan de prostaatproblemen bij de hond juist NIET met plasproblemen gepaard. Wel kan de hond soms moeilijk stoelgang maken en soms komen er afgeplatte keutels uit omdat de ontlasting over de vergrote prostaat in het bekken heen geperst moet worden. Het meest voorkomende symptoom bij prostaatproblemen is echter druppels urine (vocht) verlies terwijl de hond gewoon rondloopt. Af en toe is dit vocht lichtrood en bloederig van kleur. De reu is niet echt incontinent en het zijn zelden grote hoeveelheden vocht. Maar het is wel een teken dat er wat aan de hand is. Soms is de prostaat niet alleen vergroot maar ook ontstoken en heeft de reu koorts. De behandeling bestaat uit de toediening van geneesmiddelen (tijdelijke chemische kastratie) of permanente chirurgische castratie. Het laatste geeft de beste resultaten op termijn.
Een andere prostaataandoening is de prostaatkapselcyste. Dit is een vloeistof ophoping in de vergrote prostaat of onder het kapsel. Deze cystes kunnen wel een sinaasappel groot worden. De reu is er meestal niet ziek van maar door de omvang kan de hond vaak moeilijk stoelgang maken. Af en toe raakt zo'n cyste geinfecteerd en ontstaat een prostaatkapselabces. Hier kan de reu behoorlijk ziek van zien. Prostaatkapselcystes worden meestal chirurgisch verwijderd via een buikoperatie. Meestal wordt de reu dan gelijk gecastreerd om herhalingen van het probleem te voorkomen.
Voorhuidontsteking: Een beetje gelige uitvloeiing uit de voorhuid van een reu is wel normaal te noemen. Echter bij sommige reuen neemt deze uitvloeiing zulke vormen aan dat het onhygiënisch in huis wordt. Bij elke schudbeurt vliegen bijvoorbeeld al de druppels in het rond. Of de hond zit de hele dag aan zijn penis of voorhuid te likken of er liggen op de ligplek van de hond steeds gele vlekken. In lichte gevallen helpt een tijdelijk chemische castratie vaak voor een flinke periode, al dan niet gecombineerd met een behandeling met geneesmiddelen. Komt het probleem steeds weer terug, dan is castratie meestal een relatief simpele en definitieve oplossing van dit probleem.
Tumoren: Prostaattumoren schijnen vaker voor te komen bij niet-gecastreerde reuen. Meestal zijn prostaattumoren zeer agressief . Testikeltumoren komen relatief vaak voor bij oudere reuen. Meestal valt het de eigenaar op dat de ene testikel (teelbal) veel groter is dan de andere. Deze tumoren zijn vaak wel kwaadaardig maar zaaien meestal pas heel laat uit. Omdat ze van buitenaf goed zichtbaar zijn vindt het weghalen van de aangetaste bal meestal op tijd plaats. Van een echte castratie is meestal dan geen sprake omdat de andere testikel in principe gewoon kan blijven zitten als deze verder normaal is. Maar meestal worden wel beide testikels weggenomen. Circumanaalklier gezwellen van het anusslijmvlies bij de reu zijn een andere categorie van tumoren. Ze komen vaak alleen voor bij reuen en zijn gesitueerd onder of rondom de anus. Ze groeien langzaam en zijn in principe meestal niet kwaadaardig. Wel komen ze vaak meervoudig voor (enkele bulten van verschillende grootte naast elkaar). Het grote probleem is dat ze op een gegeven moment openbreken en gemakkelijk bloeden. Overal waar de hond gaat zitten ontstaan dan bloedvlekjes in huis. Grote en vooral open gezwellen kunnen het beste chirurgisch verwijderd worden. Deze gezwellen ontstaan onder invloed van het mannelijke hormoon testosteron. Zodra de reu gecastreerd wordt verdwijnen de kleine gezwellen en wordt het ontstaan van nieuwe gezwellen voorkomen. Niet verwarren met perianaalkliergezwellen. Deze zijn veelal kwaadaardig, en moeten dringend geöpereerd worden.
Niet afgedaalde testikels: Regelmatig komt het voor dat één of zelden beide testikels niet indalen in het scrotum door een ontwikkelingsstoornis. Normaal moeten op 3 maand leeftijd beide testikels aanwezig zijn in het scrotum(balzak). Is dat niet het geval dan geeft de niet-ingedaalde testikel later aanleiding tot gedragsproblemen en in de meeste gevallen gaat die later ook verkankeren. Daarom is het hoogst aangewezen om de niet-ingedaalde testikel via een lies- of buikoperatie te verwijderen, afhankelijk van de plaats waar de niet-ingedaalde testikel zich bevindt. Normaal wordt de andere testikel gelijktijdig ook verwijderd.
De Operatie techniek:
Bij de castratie wordt er voor de balzak één sneetje gemaakt waardoor beide testikels verwijderd kunnen worden. De snede wordt opzettelijk niet in de balzak gemaakt omdat er soms wat tijdelijke zwelling van de balzak door wondvocht optreedt na castratie. Als er dan ook een wonde zit op die plek geneest deze veel moeizamer. Bij de castratie worden beide testikels met de bijballen en de zaadstrengen plus bloedvaten afgebonden en verwijderd. Hierna worden er niet alleen geen zaadcellen meer gemaakt waardoor de hond onvruchtbaar wordt, maar wordt ook de produktie van het mannelijk hormoon testeron voorkomen. Alle typisch mannelijke gedragingen worden daarna een stuk minder of verdwijnen.
Bijwerkingen van de castratie: Deze zijn maar kortdurend. Aangezien het een relatief lichte ingreep is die onder een kortwerkende voordoving wordt uitgevoerd zal de hond vrij snel weer de oude zijn. Juist omdat de hond vrij snel weer alert is en de snede op een snel irriterende plek tussen de achterpoten zit, moet de hond beslist een verband of plakker dragen, of een kraag of een T shirt om. Gebeurt dat niet omdat de baas dat "zielig" vindt, dan is de kans groot dan de hond juist bij deze ingreep de hechtingen al binnen een paar uur uit de wonde getrokken heeft. Waarna of een flinke bloeding ontstaat of alles weer helemaal opnieuw gehecht moet worden. Een enkele keer krijgt de hond tijdlijk een wat blauwe bloeduitstorting in de huid van zijn balzak. Deze is meestal op het moment van het eventuele verwijderen van de huidhechtingen na 10 dagen grotendeels al weer verdwenen. Soms kan de reu de eertste dagen na de ingreep,tengevolge van wat zwelling rond de operatiewonde, wat raar en houterig stappen. Dit verdwijnt ook na een paar dagen.
Na de castratie wordt reu niet minder actief maar wordt wel de stofwisseling van de reu iets anders. Het dier verbruikt wat minder energie. De meeste honden eten dan gewoon ook iets minder en dan verandert er niets. Sommige honden blijven echter op het oude niveau door eten en krijgen de neiging toe te nemen in gewicht. Na castratie moet gedurende 1-3 maanden even extra op het gewicht vn de hond gelet worden. Als de hond zwaarder wordt moet de hoeveelheid voer met ca. 20-25% gereduceerd worden of moet gekozen worden voor een laag-calorie of vetarm dieet. Er bestaat ook een speciale voeding voor de post-castratie-periode (vraag ernaar bij uw dierenarts). Waarna ook deze honden keurig slank en aktief blijven.
Chemische castratie. Soms kan een zogenaamde chemische castratie een tijdelijke oplossing zijn bij overdreven drift, bij prostaatproblemen, voorhuidontstekingen of als "test" voor de uitwerking van een echte castratie bij bijv. weglopen of het vechten met andere reuen. De hond krijgt dan afhankelijk van de indicatie 1, 2 of 3 injecties met een hormonaal produkt. Deze injecties werken één tot enkele weken. Daarna keren alle mannelijke hormonen en functies weer normaal terug.
Het skelet van de vogel: Het skelet is opgebouwd uit een organische stof (eiwit) en de anorganische stoffen calcium (kalk) en fosfor. Het moet aan drie belangrijke voorwaarden voldoen. Bij het vliegen moet het skelet het lichaam zo weinig mogelijk luchtweerstand geven. Het moet licht en sterk zijn en het moet bescherming bieden aan de organen, zoals hart, longen, lever, magen, enz.
Om de vogel zo licht mogelijk te maken, zijn de meeste beenderen hol en gevuld met lucht. In de skeletdelen waar extra krachten opkomen, zoals de vleugels, zijn benige "spijlen" ingebouwd die het bot extra versterken, zonder dat er veel gewichtstoename plaatsvindt. Het gewicht van het skelet is maar 10% van het totale lichaamsgewicht. Het kenmerkende van het vogelskelet is dat van de wervelkolom - bestaande uit hals-, rug- en lendewervels, heiligbeen en staartwervels - de rug- en len de wervels en het heiligbeen tot één stijf geheel zijn vergroeid. Samen met het grote borstbeen en de daaraan vergroeide ribben en het ravenbeksleutelbeen vormt de romp een sterk en stijf geheel om de vliegspieren tot voldoende sterke steun te bieden.
Om de bewegingsloosheid van het lichaam te compenseren, heeft de hals 14 wervels, die de vogel in staat stellen z'n kop 180 graden of meer te draaien. Als we een vogel in de hand nemen, voelen we duidelijk de kam van het borstbeen. Behalve dat het borstbeen het skelet de nodige stijfheid moet geven, biedt het plaats voor de aanhechting van de vliegspieren, die tussen het borstbeen en het opperarmbeen lopen. Vooral de vliegspieren voor de krachtige neergaande beweging zijn breed op het borstbeen aangezet. De spieren die de opgaande vleugelslag mogelijk maken, zijn aanmerkelijk minder sterk. Hun aanhechtingsvlak is dan ook veel kleiner. De vliegspieren maken bijna 25% van het lichaamsgewicht uit.
De inwendige organen De longen De longen van een vogel zijn betrekkelijk klein en niet rekbaar zoals bij de zoogdieren. Ze bestaan uit een aantal luchtkanaaltjes, die zich weer vertakken in zeer dunne haarvaatjes die zeer bloedrijk zijn. De longen zitten vast aan de wervelkolom, ongeveer in het midden van het lichaam, en zijn verbonden met vijf paar luchtzakken. Deze dunwandige zakken vullen de ruimten tussen de organen op., waardoor ze een zekere bescherming bieden aan de organen. De luchtzakken zijn in paren over het lichaam verdeeld, waarvan het achterste paar het grootst is. Een vogel die vliegt, trekt bij de neerslag van de vleugels de borstspieren krachtig samen, waardoor de inwendige lichaamsruimte samengedrukt wordt en de luchtzakken wat verkleind worden. De lucht wordt dan via de longen naar buiten geperst. Bij de opslag van de vleugels ontspannen de spieren zich. De luchtzakken worden dan via de longen weer gevuld met lucht. In de luchtzakken bevinden zich zeer weinig bloedvaten, waardoor er weinig zuurstofopname plaatsvindt. De longen daarentegen zijn zeer bloedrijk, vooral in de talrijke haarvaten, die de zuurstofopnemen en het koolzuur afgeven. Als een vogel in rust is, worden de ribben bewogen door spieren die de lichaamsholte samenpersen en weer ontspannen, waardoor mede de luchtzakken worden samengedrukt en zich vervolgens ontspannen, zodat er uitwisseling van zuurstof en koolzuur kan plaatsvinden. In rust ademt een vogel ongeveer 30 maal per minuut, wat bij snelle beweging op kan lopen tot ongeveer 450 maal per minuut.
Het hart en de bloedsomloop Het hart is een sterke spier die dienst doet als zuig-perspomp. Het verplaatst het bloed, dat voedingsstoffen en zuurstof bevat, naar alle delen van het lichaam. Het hart is verdeeld in vier afdelingen, die weer verdeeld zijn in een linker- en een rechterkant die niet rechtstreeks met elkaar zijn verbonden. Het linkergedeelte zuigt het zuurstofrijke bloed van de longen op en transporteert het naar alle delen van het lichaam en de organen. Daar geeft het bloed de voedingsstoffen en zuurstof af en dan wordt het zuurstofarme bloed teruggevoerd naar het rechtergedeelte van het hart en doorgevoerd naar de longen, waar het koolzuur wordt afgegeven. Het hart van een vogel pompt gemiddeld 240 slagen per minuut. Bij een grotere inspanning kan dit wel oplopen tot 400 slagen per minuut.
De lever De lever is het grootste orgaan in een vogellichaam. Zij bestaat uit twee lobben. De kleur is bruinrood. De lever is een zeer belangrijk orgaan met een aantal belangrijke functies:
Het ontgiften van het bloed. Uit het bloed worden de schadelijke stoffen gehaald en omgezet in onschadelijke stoffen. Het verwijderen van het ijzer uit de afgestorven bloedlichaampjes, zodat het weer gebruikt kan worden voor de nieuwe aanmaak van bloedlichaampjes. Het vormen van een reserve aan koolhydraten en vitaminen. De suikers die eerst in de darm zijn afgebroken, worden in de lever weer opgebouwd tot glycogeen en in deze vorm opgeslagen. De productie van gal. De galzure zouten in de gal moeten in de darm de vetten oplossen, waardoor deze beter ontvankelijk worden voor de inwerking van enzymen. De vogel heeft geen galblaas. De gal wordt rechtstreeks vanuit de lever in de darm gebracht en constant geproduceerd. Wanneer een vogel lange tijd niet gegeten heeft, bestaat de groenere ontlasting uit pure gal.
De nieren Bij te veel afbraakstoffen in het bloed worden deze in de nieren gezuiverd en als urine afgevoerd naar de cloaca. Het vocht uit de urine wordt weer opgenomen in de bloedbaan, waarna de ingedikte afvalstoffen overblijven, die door het lichaam worden uitgescheiden als een witte pluim op de mest. Veel liefhebbers denken dat de witte pluim kalk is, maar het is niets anders als ingedikte urine.
Het vrouwelijke geslachtsorgaan Het vrouwelijke geslachtsorgaan bestaat uit een eierstok en een eileider. Op de eierstok bevinden zich 1000 tot 1600 eifollikels. Deze eifollikels zijn omgeven door een vlies, waarin zich de bloedadertjes bevinden die de eifollikels van voedingsstoffen voorzien en waarin de eifollikels kunnen groeien. Als een eifollikel tot een eicel volgroeid is, scheurt het vlies en komt de eicel vlak voor de trechter van de eileider. Op dat moment kan de eicel bevrucht worden door de zaadcel en versmelten ei en zaadcel tot een kiemcel met dooier; deze wordt doorgevoerd in de eileider. De eileider bestaat uit vijf gedeelten, die elk een afzonderlijke functie hebben bij de vorming van het ei. In het eiwitvormend gedeelte wordt in ongeveer 3 uur het eiwit om de dooier gevormd. Na de eiwitvorming worden de beide eivliezen om het eiwit gelegd. Dit gebeurt in ongeveer 1 uur, waarna het bijna complete ei in het eierschaalvormend gedeelte komt, waarin het ongeveer 21 uur blijft voor de vorming van de eierschaal. Vandaar gaat het ei via de eigang naar de cloaca. In ongeveer 25 uur wordt het totale ei geproduceerd. De tijdsduur tussen het leggen van het eerste en tweede ei bedraagt 43 tot 44 uur. Als de vogel nog geen rijpe eifollikel heeft, kan zij toch bevrucht worden door het mannetje, zelfs 14 dagen voordat de eifollikel rijp is. Wel is het zo dat bij latere paringen de zaadcellen meer kans maken om door te dringen tot de eicel. De oudere zaadcellen zijn wat trager van beweging geworden. Ook kan de vogel nog bevrucht worden tussen het leggen van het eerste en tweede ei in.
Ten gevolge van ontstekingen van de eileider, die erg gevoelig is voor invloeden van buitenaf, wil de eiproductie nog wel eens stagneren. Wat hiervan precies de oorzaak is, is meestal moeilijk te achterhalen. Ook komt het wel voor dat er geen schaalvorming plaatsvindt (windei). Hier kan mogelijk de oorzaak liggen in het feit dat de duivin te vet is, waardoor er vet gevormd wordt rond de eileider, die dan min of meer in elkaar gedrukt wordt. Dit heeft tot gevolg dat er geen normale schaalvorming kan plaatsvinden.
De spijsvertering Het verteren van harde graankorrels vraagt om spijsverteringsorganen die in staat moeten zijn de graankorrels om te zetten in stoffen die door het duivelichaam kunnen worden opgenomen om te worden gebruikt voor energie en vernieuwing. Het is een zwaar verteringsproces, dat veel energie vraagt, maar de spijsverteringsorganen zijn daar goed op ingesteld.
Een graankorrel opgenomen door de snavel komt in de keelholte, waar speeksel wordt toegevoegd; daarin bevinden zich stoffen die een begin maken met de afbraak van de koolhydraten. Vervolgens gaat de korrel via de slokdarm naar de krop waar hij in het opgenomen water wordt geweekt. De krop is eigenlijk niets anders dan een verwijd gedeelte van de slokdarm, waar het voedsel enige tijd kan worden bewaard en waaruit het met kleine beetjes wordt doorgevoerd naar de kliermaag. In de wanden van de kliermaag bevinden zich klieren die verteringssappen afscheiden (enzymen). Twee belangrijke verteringssappen zijn pepsine en zoutzuur, die gezamenlijk het eiwit gedeelte verteren. Het zoutzuur heeft nog twee functies; ten eerste doodt het door zn antiseptische werking de schimmels en bacteriën die eventueel met het voedsel werden opgenomen, ten tweede lost het dein het voedsel aanwezige calciumzouten op. De graankorrel heeft tot en met het passeren van de kliermaag nog steeds z'n zelfde vorm behouden, alleen is hij wat gezwollen door het weken en de inwerking van de verteringssappen. De graankorrel is nog lang niet geschikt om opgenomen te worden in het lichaam. Het vermalen van de graankorrel gebeurt in de spiermaag, een platte geribbelde buis bekleed met een harde keratinelaag, die samen met opgenomen scherpe steentjes voor het kleinmaken van de graankorrel zorgt. Als de graankorrel in zeer kleine stukjes is vermaald, kunnen de verteringssappen nog beter hun werk doen. De graankorrel is een dunne brij geworden, die wordt doorgevoerd naar de dunne darm, die het verteringsproces voortzet. De dunne darm bestaat uit drie gedeelten, nl. de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de echte dunne darm. De twaalfvingerige darm is lusvormig, met binnenin z'n lus de alvleesklier of pancreas. De pancreas is een belangrijk orgaan, dat z'n enzymen aan de twaalfvingerige darm afgeeft. Deze enzymen zorgen voor de verdere afbraak van eiwitten en koolhydraten.
Eiwitten worden gesplitst in aminozuren en koolhydraten in enkelvoudige suikers. In de nuchtere darm worden vanuit de lever de galsappen toegevoerd, die de vetten splitsen in vetzuren en glycerol. Van de nuchtere darm wordt het nu geheel vloeibare voedsel doorgevoerd naar de dunne darm, waarin zich de darmvlokken bevinden, die zorgen voor de opname in de bloedbaan. De onverteerbare stoffen worden doorgevoerd naar de dikke darm en via de cloaca uit het lichaam verwijderd. Het bovenstaande geeft in grote lijnen weer wat zich tijdens het verteringsproces afspeelt.
De veren Het verenpak van een vogel is zeer doelmatig en geheel aangepast aan de eisen waaraan het moet voldoen. Het is licht en sterk en geeft de vogel het vermogen te vliegen en z'n lichaamswarmte te regelen. Het is in de zomer koel en 's winters een goed isolerende mantel, die de lichaamswarmte lang vast kan houden. We kunnen de veren indelen in: -grote veren -dekveren -donsveren
Grote veren De grote veren of vliegveren bestaan uit slagpennen, armpennen en staartpennen. Deze vliegveren stellen de vogel in staat te vliegen en zijn van een sterke constructie. Vliegveren hebben een sterke schacht, die tot het eind van de veer doorloopt. Aan weerszijden van die schacht hebben ze een brede en een smalle zijde. Aan de schacht bevinden zich de baarden en baardjes, die onderling verbonden worden door de zogenaamde haakjes en de veer tot een sterk geheel maken. De schacht ontstaat uit een veerfollikel in de huid, wat te vergelijken is met een haarzakje bij de mens. In de veerfollikel komt de veer tot ontwikkeling. Naar de veerfollikel lopen bloedvaten die de nodige voedingsstoffen aanvoeren om de veer te laten groeien. De veerschacht begint bij de zogenaamde veernavel, een rond gaatje dat de voedingsstoffen doorlaat naar de groeiende veer. Als de veer volgroeid is, wordt de veernavel afgedicht.
Dekveren Dekveren zijn ongeveer van dezelfde constructie als de vliegveren, maar de schacht is minder sterk ontwikkeld en loopt niet zover door als bij de vliegveren. De dekveren dienen om de vogel z'n stroomlijn bij het vliegen te geven en als beschutting tegen wind en regen. Ze bevinden zich op de vleugels en op die lichaamsgedeelten die in direct contact staan met de buitenlucht.
Donsveren Donsveren hebben een heel korte schacht, nauwelijks buiten het lichaam uitstekend. De baarden zijn volledig ontwikkeld, maar worden niet verbonden waardoor ze nogal warrig zijn. Deze veren doen dienst als isolatie en bevinden zich op verschillende plaatsen onder de dekveren en aan het onderlichaam.
Veervelden De veren komen niet gelijkelijk verdeeld over het lichaam voor, maar op zogenaamde "veervelden". Vanaf de ondersnavel loopt een veerveld naar de borst, dat voor het borstbeen zich vertakt om dan als twee veervelden aan weerszijden van het borstbeen te lopen en bij de aars weer bij elkaar te komen, vanwaar ze gezamenlijk overgaan in de staart. Op de scharnierende gedeelten van poten en vleugels bevinden zich geen veren. Over de kop loopt een veerveld naar de staart, dat ongeveer bij de staartwortel ophoudt. Vanaf de dijen lopen de veervelden naar de staartinplant, vanwaar ze overgaan in de staartpennen.
De rui Na het kweekseizoen worden vrijwel alle veren op het vogellichaam vernieuwd. Een proces dat zich van de zomer (half juli) tot in het begin van de winter (half december) afspeelt.
De rui begint bij de eerste slagpen (gerekend van binnenuit). Bij beide vleugels vallen deze slagpennen gelijktijdig uit. Wanneer de nieuwe pen voor driekwart volgroeid is, valt de volgende pen uit. Er vallen nooit meer slagpennen tegelijk uit, want dit zou het vliegvermogen van de vogel te veel aantasten. Na het ruien van de zevende slagpen begint het ruien van de armpennen ook weer vanaf de binnenste gerekend. Het aantal armpennen dat per jaar geruid wordt, is niet voor elke vogel gelijk. Sommige vogels ruien maar twee of drie armpennen per jaar, anderen meer en weer anderen ruien alle armpennen. Ongeveer tegelijk met het ruien van de armpennen, ruien ook de dekveren en staartpennen. Staartpennen ook weer in paren en te beginnen met de binnenste. Het ruien van de staartpennen geschiedt niet op rij, maar om en om, om het draagvlak van de staart zoveel mogelijk intact te houden. De op één na buitenste staartpen ruit het laatst. Dit zijn tevens de laatste grote pennen die geruid worden.
Kop-, hals-, borst- en buikveren ruien tegelijk met de vleugeldekveren en soms in hele groepen tegelijk, wardoor de dieren geheel of gedeeltelijk een kale kop krijgen. Donsveren ruien vrijwel het gehele jaar door. Aan de kwaliteit van de donsveren is af te lezen in wat voor conditie de vogel zich bevindt. Zodra de lichaamsconditie van een vogel niet optimaal is, is dit zichtbaar aan de donsveren, vooral aan de donsveren die zich rondom de aars bevinden. De veren zijn dan stijf en hard en komen niet uit de hulzen. Dit kan een gevolg zijn van ziekte of verkeerde voeding, of men is te lang doorgegaan met broeden, waardoor een vogel niet in de gelegenheid is geweest zich tijdig te herstellen. Daarom is het verstandig niet langer dan tot eind juni met broeden door te gaan.
Het ruiproces is geen ziekte, zoals sommige liefhebbers nog wel geloven, maar een normaal proces, dat bij een goede conditie normaal verloopt. Jonge vogels moeten vanaf hun geboorte in een paar weken opgroeien en een compleet verenpak opbouwen; onder normale omstandigheden geschiedt dat zonder problemen.
Als een vogel in een minder goede conditie is, kunnen er zich storingen in de groei van de veren voordoen; deze kunnen zich uiten in bloedpennen en buispennen.
Bloedpennen Bloedpennen kunnen ontstaan doordat het bloedvaatje in de veerfollikel beschadigd is en er bloed in de spoel van de schacht vloeit. Soms wil het zich nog wel herstellen, maar in ieder geval moet u een bloedpen er nooit uittrekken, omdat er toch meestal geen betere nieuwe pen voor in de plaats komt en het uittrekken nogal met bloedverlies gepaard gaat.
Buispennen Buispennen ontstaan doordat het vliesje om de groeiende pen niet wil scheuren. De beide haarden kunnen dan niet hun normale stand innemen en de veer blijft in opgerolde toestand. Buispennen zijn meestal het gevolg van een doorstane ziekte, een verkeerde voeding of een slechte conditie van de vogel.
Al zes weken lang worden regelmatig gigantische spinnen gezien in het Australische stadje Bowen, gelegen in North Queensland. Bezorgde burgers rapporteren dat de spinnen rondkruipen in hun tuinen. Een foto van een spin gevangen nabij een restaurant in het stadscentrum (zie foto boven) toont de omvang van de spin aan.
Abnormaal groot Op de foto is duidelijk te zien dat het lichaam van de spin vijf centimeter meet, wat genoeg was om de soort 'abnormaal groot' te bestempelen. Vermoed wordt echter dat deze spin nog een jonkie is. Volgens de Australische website news.com.au kunnen deze spinnen gemakkelijk de grootte van een mannenhand aannemen.
Zeer uitzonderlijk Op al die tijd werden al vijf zulke exemplaren waargenomen. Dat lijkt weinig, maar aangezien de spin normaal heel schuw is en zich nooit dicht bij mensen waagt, wordt het als ongewoon beschouwd om ze in enkele weken een paar keer te spotten in een stadscentrum.
Geen plaag Experts vragen de mensen rustig te blijven. "Het is zeker geen plaag, maar de beesten zijn groot genoeg om enkele mensen de stuipen op het lijf te jagen." (hlnmontreal/edp)
ETTEN-LEUR - Jos van Melick uit Etten-Leur denkt de oplossing te hebben gevonden voor paarden-eczeem. Hij ontwikkelde een speciaal kruidendrankje.
Ecxeem is niet alleen een mensenkwaal. Ook paarden kunnen er last van hebben. De dieren hebben vooral last van eczeem rond de staart en manen. Dat kan voor flinke jeuk zorgen. Soms is die jeuk zo erg dat sommige paarden hun huid tegen bomen en hekken open schuren. Jos van Melick denkt dat zijn middel uitkomst kan bieden.
Klik op het video-icoontje voor de reportage.
Een paard wordt met het middel van Jos van Melick behandeld.
Mei is de beste tijd voor vroege vogelconcerten. Vanaf een uur of vier 's ochtends breekt er langzaamaan een ware kakofonie aan vogelgeluiden los. Je hoeft niet veel te doen om een concert bij te wonen: een open slaapkamerraam is al genoeg.
Nachtegaal
Elke vogel zingt zijn eigen lied. Insecteneters beginnen over het algemeen eerder dan zaadeters. Maar veel hangt af van het weer: bij helder weer zullen de vogels eerder beginnen dan wanneer het bewolkt is. Bij veel wind is er amper zang, alhoewel de lijsters dan juist weer hun uiterste best doen om boven de wind uit te komen.
Zoals mensen praten, zo zingen vogels. Het is een manier van communiceren; om duidelijk te maken wat je wilt. Bij zangvogels zijn het praktisch alleen de mannetjes die van zich laten horen. Allereerst moet het territorium afgebakend worden: andere mannetjes zijn hier uiteraard niet welkom. Daarna proberen de mannetjes met hun gezang een vrouwtje te lokken.
Wil je het gezang eens van dichtbij meemaken? Zet dan vroeg de wekker, ga naar buiten of luister vanuit je woonkamer. Op dit vroege tijdstip zijn er nog weinig omgevingsgeluiden, dus het vogelgezang is in volle glorie te horen.
Met een beetje geluk hoor je de volgende soorten voorbij komen.
De meest voorkomende schimmelinfecties van de huid (dermatophytose) bij de hond worden veroorzaakt door schimmels van het geslacht Microsporum en Trichophyton.
Erg besmettelijk Schimmels zijn erg besmettelijk tussen dieren onderling, maar ook tussen dieren en mensen! Het is een zoonose, als u zelf rode ronde plekjes of plekken op de huid heeft die jeuken en ruw zijn is het raadzaam uw huisarts te raadplegen.
Symptomen De klachten kunnen variëren van kale plekken, korstjes en schilfers op de huid, een rode huid en soms jeuk. Het zijn aspecifieke klachten.
Diagnose
Met een speciale lamp (Woodse lamp) kunnen we soms de schimmel zichtbaar maken. Ook kun je met een microscoop aan afgebroken haren zien of ze besmet zijn door een schimmel. Voor de zekerheid maken we een schimmelkweek, dit kunnen we in onze dierenkliniek doen met een Dermaphyttest.
Therapie De dieren met schimmel worden gewassen met een antischimmelmiddel. Hiernaast kunnen ook tabletten gegeven worden om de infectie te bestrijden. Soms is het nodig het dier te scheren. Andere dieren in huis dienen ook mee behandeld te worden. Ook adviseren we om de omgeving met een speciaal middel te behandelen. Wij gebruiken de Incidin perfekt-spray
Strooi bij het opslaan van het hooi telkens wat keukenzout tussen de balen, de paarden vinden dit lekker, het beschermt tegen schimmels en het haalt nog wat vocht uit het hooi. Hoe stimuleer je de hengstigheid? Om de hengstigheid te stimuleren, kan je vanaf maart of april het licht in de stal s avonds wat langer aanhouden. Licht stimuleert namelijk de hormonen.
Zet je paard niet te snel in de weide.
Voordat je de paarden voor het eerst weer in de wei zet, geef je ze het best een flinke portie hooi. Zo voorkom je dat ze te gulzig van het jonge, eiwitrijke gras gaan eten. Te veel jong gras in een keer kan koliek veroorzaken. Het beste is om de paarden geleidelijk te laten wennen. Begin met een kwartiertje weidegang en bouw het langzaam op.
Onderhoud van de wei
Als je paarden constant in de wei staan en je besteedt er verder geen aandacht aan, zal de kwaliteit snel achteruit gaan. De kwaliteit van het gras gaat achteruit, de hoeveelheid verschillende soorten planten zal snel afnemen en de wei vormt een bron van wormbesmetting. Enkele tips om de wei te onderhouden:
- ruim zo vaak mogelijk de mestballen op - laat op een kleine wei in de natte wintermaanden geen paarden lopen - schapen kunnen het gras afgrazen wat de paarden niet eten - controleer regelmatig of er geen kuilen en gaten (konijnenholen) in de wei zitten - verdeel het weiland in drie stukken, elk stuk mag maar 1 keer per jaar begraasd worden (ongeveer 2 maanden), daarna kun je schapen of koeien als een soort stofzuigers het stuk laten begrazen - als je een weiland sleept, mag er een tijdje geen paard op, door het slepen verspreiden de wormlarven zich en is de kans op besmetting tijdelijk groter - in een weiland dat ernstig besmet is met paardenwormlarven kan je beter geen paarden laten grazen voor juni, in het voorjaar krijgt het grasland een soort natuurlijke schoonmaakbeurt als ze niet wordt begraasd, een keer maaien maakt het resultaat alleen maar beter - een goede weide bestaat uit een mengsel van grassoorten en kruiden - sterke bemesting geeft een overdadige grasgroei waar jonge paarden vaak te vet van worden
Wat als je veulen aan de merrie haar staart gaat knabbelen?
Veulens knabbelen graag aan mamas staart en manen, dit kun je voorkomen door er zeepwater met verdunde azijn of varkensgal aan te smeren. Er zijn ook speciale anti-bijt middeltjes te verkrijgen in de winkel. Het stinkt misschien wel een beetje, maar zo houdt je merrie wel haar staart en manen.
Hoe krijg je een glanzende vacht?
Na het poetsen van je paard even met schapenwol over de vacht wrijven geeft een mooi glanzend resultaat. Met het scheren van schapen begint men na het lammeren dus het is nu het moment om aan wol te komen dat niet gewassen is. Het is namelijk het vet in deze wol die de mooie glans geeft.
Prasat Ku Suan Taeng, soms ook Ku Suan Daeng geschreven, is een Hindoe tempel gebouwd in Khmer-stijl en bestaat uit 3 baksteen prangs rustende op dezelfde lateriet basis. Geen mens te bespeuren in de wijde omgeving, onze kroost kan ongestoord rondlopen.
Recht tegenover het prangs, liggen de ruïnes van de rest van het gebouw, zoals de lotus-vormige basis en de ante spanstukken bestaande uit een 6-koppige Naga (slang). De vondsten uit Prang Ku Suan Taeng worden tentoon gesteld in het Phra Nakhon en Phimai Nationale Museum. Prang Ku Suan Taeng is veronderstel gebouwd te zijn in de 12e eeuw daar de draagconstructies dezelfde artistieke ontwerpen hebben als die gevonden in de Angkor Wat-stijl.
Tijd om onze kroost van verfrissing te voorzien en de landkaart te raadplegen voor de kortste weg naar de volgende bezienswaardigheid.
Een klein meisje vraagt aan haar moeder: " Mama, mag ik met de hond een wandelingetje maken?" De moeder antwoord :" Nee, ze staat loops" "Wat wil dat zeggen?" vraagt het meisje. " Vraag dat maar eens aan je vader ! Ik geloof dat hij in de garage is." Het meisje gaat naar de garage en zegt: " Papa, mag ik met de hond gaan wandelen? Ik heb het moeder gevraagd, maar ze zegt dat Belle loops staat en dat ik het jou moest vragen." De vader antwoordt: "Breng Belle eens tot bij mij." De vader neemt een doek, dempt die in benzine en wrijft vervolgens de hond de rug in om zo de loopse geur te minimaliseren en zegt: " OK! Je kunt nu met Belle één enkel toertje om de blok maken maar doe haar een hondenriem aan ." Het meisje vertrekt met haar hond om enkele minuten later terug te komen zonder hondenriem en zonder hond. Verrast vraagt de vader: "Waar is Belle?" Het meisje zegt:" Ze is halverwege zonder naft gevallen en een andere hond tracht haar nu tot hier te duwen"
Op stap met "oeioei, amai en aiai" naar Maha Sarakham
Op stap met "oeioei, amai en aiai" naar Maha Sarakham
Nieuws uit Thailand
Net zoals de provincie Khon Kaen er prat op gaat een Pattaya 2 te hebben, heeft de provincie Maha Sarakham er ook een die in de volksmond "Pattaya Isaan" genoemd wordt. Het อ่างเก็บน้ำห้วยค้อ of het Huai Kho reservoir is een aangename plaats om onderweg een rustpauze te houden. Toen wij er waren, was er geen kat.... dus konden we ongestoord met de honden rondlopen.
01/05 Een Brits gezin heeft een speciale activiteit gevonden voor zijn konijnen. De diertjes doen aan showjumping.
De 15-jarige tweeling Mathew en Thomas trainen hun zes konijnen elke dag in hun eigen tuin. Daar zetten ze obstakels neer waar de konijntjes dan overspringen. Vaak zijn ze er zeven uur of langer mee bezig.
De jongens vonden het een leuk idee nadat ze het in een internetfilmpje hadden gezien. Nu maken Bubbles, Lilac, Cuddles, Apple, Muffin en Beefy kans om een talentenjacht voor dieren te winnen.
"We vinden het fantastisch dat we tot in de finale zijn geraakt. We hopen alleen dat de konijnen geen plankenkoorts krijgen", aldus Mathew.
09:03 Een Britse vrouw was geschokt toen ze een speelgoedpapegaai voor haar dochter kocht. Het beestje gebruikte namelijk alleen maar beledigende scheldwoorden.
De 32-jarige Tara Weston kocht het speelgoed in de kinderafdeling van een winkel. Maar toen ze het beestje aan haar 5-jarige dochter Demi gaf, bleek het niet kindvriendelijk te zijn. De papegaai zegt namelijk dingen als "Ik ga je hoofd afbijten en dan in je nek schijten" en "Rot op".
Vergissing
Weston was kwaad en ging klagen bij de winkel. De manager vertelde haar dat de papegaai per vergissing in de kinderafdeling terechtkwam, maar deed er verder niets aan.
Ondertussen zijn er klachten vanuit heel Groot-Brittannië binnengekomen. De betreffende winkel heeft beloofd om het speelgoed zo snel mogelijk te verplaatsen.
Begin dit jaar werd alweer een nieuw hoofdstuk gebreid aan het blauwtongverhaal dat onze rundvee- en schapensector al sinds de zomer van 2006 in de ban houdt.
Het Europese referentielaboratorium voor deze ziekte, dat gevestigd is in het Engelse Pirbright, slaagde er toen in om BTV11 aan te tonen in een bloedmonster van een Oost-Vlaamse koe.
Deze vaststelling is uiteindelijk geen alleenstaand geval gebleken. Bij het onderzoek, dat het Voedselagentschap naar aanleiding van de vondst heeft opgestart, heeft het Belgische referentielaboratorium CODA inderdaad nog een tiental andere rundveebedrijven gevonden die besmet bleken te zijn geweest met dit virus. Alle veehouderijen zijn gelegen in de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, ten noorden van de E40 autosnelweg en ten oosten van Gent. Telkens bleken slechts één of enkele dieren in contact geweest te zijn met het virus en in geen enkel geval werden er ziektetekens vastgesteld.
Deze vaststellingen en een eerste, beperkte ontcijfering van de genetische code van het virus voeden de hypothese dat het hier mogelijk geen veldvirus betreft, maar eerder een levend vaccinvirus. Levende vaccinvirussen kunnen zich weliswaar, door tussenkomst van kriebelmuggen, zoals ook een veldvirus dat zou doen, (Culicoides sp.) bij herkauwers verspreiden, maar zijn gelukkig niet pathogeen (ziekteverwekkend), omdat ze dermate afgezwakt zijn dat ze geen ziekte meer veroorzaken. Er is dan ook geen reden om uitgebreide veiligheidsmaatregelen te nemen.
In afwachting van verdere onderzoeken die deze veronderstelling moeten helpen bevestigen, heeft het Voedselagentschap in samenspraak met de Europese Commissie beslist om tijdelijk bijkomende garanties aan onze handelspartners te geven: in een gebied van een twintigtal km rond de gekende gevallen van BTV11 (het zgn. tijdelijke controlegebied) dienen alle fok- en mestdieren eerst een opsporingstest voor BTV te ondergaan vooraleer zij in de intracommunautaire handel gebracht kunnen worden.
BTV11 werd nooit eerder vastgesteld in Europa. Deze variant van blauwtong is wel gekend in Afrika bezuiden de Sahara, in Midden- en Noord-Amerika en in Zuidoost-Azië. Voor zover gekend, wordt er enkel in Zuidelijke Afrika preventief gevaccineerd tegen dit serotype.
Net zoals dat afgelopen oktober het geval was met BTV6 in Nederland en Duitsland, stelt zich ook nu weer de vraag hoe een exotisch virus terechtgekomen is in onze veestapel. De illegale invoer van een vaccin uit Zuidelijk Afrika is dus waarschijnlijk. Het vaststellen van BTV11 heeft alleszins één zaak nogmaals bevestigd: blauwtong heeft nog steeds niet het achterste van zijn tong laten zien.
Een virus ontsnapt uit het labo? Ons land en de buurlanden hebben het afgelopen jaar miljoenen runderen en schapen tegen BTV8 gevaccineerd. Elders in Europa wordt de veestapel ook volop tegen andere serotypes (o.a. 1, 2, 4 en 9) gevaccineerd. De hypothese dat BTV11 en BTV6 virussen zouden zijn, die mogelijk afkomstig zijn van de verzwakte, levende vaccins die in Zuidelijk Afrika gebruikt worden, doet dan ook vragen rijzen over de invoerkanalen ervan.
Met uitzondering van Italië, worden in de Europese Unie immers enkel geïnactiveerde vaccins gebruikt. Dergelijke geïnactiveerde vaccins zijn gegarandeerd veilig, want ze bevatten in tegenstelling tot de verzwakte, levende vaccins nooit levend virus, maar enkel virusdeeltjes of virus dat vooraf gedood werd.
Een geïnactiveerd virus zal na inspuiting bij een dier enkel de immuniteit stimuleren en zich nooit vermeerderen. Een levend, weliswaar verzwakt vaccinvirus zoals BTV6 en BTV11 zal zich daarentegen wel vermeerderen eens het toegediend is en kan dus zoals dat ook bij een veldvirus het geval is door tussenkomst van kriebelmuggen overgedragen worden naar een ander dier. Dergelijke verspreiding is overigens op de keeper beschouwd geen probleem, zolang het vaccinvirus voldoende afgezwakt blijft en niet opnieuw aan pathogeen karakter wint. En net daar wringt soms het schoentje bij de verzwakte, levende blauwtongvaccins. In het verleden zijn er inderdaad al gevallen geweest, waarbij het virus onvoldoende afgezwakt was of na verloop van tijd weer pathogener geworden was. Het virus ging zich daarbij gedragen als een veldvirus en ook en soms zelfs meer klinische problemen veroorzaken. Net daarom gebruiken België en de meeste lidstaten in de Unie enkel de veilige, geïnactiveerde vaccins om hun veestapel tegen blauwtong te beschermen.
Dierenasielen in Engeland puilen uit door de economische crisis, maar in België is precies het omgekeerde aan de hand. "De kooien blijven leeg door de crisis. Mensen denken veel bewuster na over de aankoop van een hond", zeggen asielhouders.
Vlaamse asielen vangen dezer dagen 10 tot 50 procent minder gedumpte dieren op. In 2007 werden nog 35.000 honden en 34.000 katten achtergelaten bij de opvangcentra, wat resulteerde in een euthanasiespuit voor ruim 6.000 honden en bijna 12.000 katten.
In 2009 beloven het er een stuk minder te worden. Dat is het gevolg van de crisis, die ervoor zorgt dat mensen minder reizen en ook beter nadenken voor ze een huisdier kopen. (belga/adv)
De meeste mensen worden eerder panisch dan enthousiast van het idee. Mike Rutzen, alias The Sharkman, niet. Deze Zuid-Afrikaanse voormalige visser bestudeert de dieren al jarenlang en kwam erachter dat hij ze tijdelijk kan paralyseren.
De witte haaien-expert kan de dieren tot vijftien minuten verlammen door hen op de rug te draaien en de neus dicht bij de ogen te masseren. Normaal gesproken raken zowel haaien als andere beesten in een dergelijke staat van verlamming als er groot gevaar dreigt. Dit 'kunstje' kan natuurlijk niet iedereen zomaar even onder de knie krijgen. Mike Rutzen bestudeert witte haaien al sinds 1994 en heeft daarmee veel inzicht verworven in het gedrag van de dieren, evenals hoe ze bewegen en reageren op bepaalde omstandigheden. Hij heeft jarenlang getraind om dit gedrag te kunnen imiteren, waardoor de haaien hem niet als indringer zien en zijn aanwezigheid accepteren.
Shark Diving Unlimited Rutzen begon als visser die bang was voor haaien. Toen Zuid-Afrika toeristischer werd, kreeg hij een baan als kapitein op een rondvaartboot. Zijn liefde voor haaien groeide en hij leerde duiken van zijn baas. Na vier jaar zette hij de duikschool Shark Diving Unlimited in Gansbaai op, die nog steeds veel toeristen trekt. Bekendheden als prins Harry, Brad Pitt en Leonardo Di Caprio hebben al gedoken bij het bedrijf. Zuid-Afrika is ook zeer in trek bij toeristen vanwege de haaien. Elk jaar zorgen de dieren voor meer dan dertig miljoen dollar omzet.
Phra Thatat Na Dun, het Boeddhistische Park van Isaan (พระธาตุนาดูนพุทธมณฑลแห่งอีสาน) staat in het gebied dat ooit de oude stad Champasi was. Vele archeologische artefacten die er gevonden zijn worden nu bewaard in Khon Kaen National Museum. De belangrijkste gevonden objecten zijn relikwieën van de Heer Boeddha bewaard in goud, zilver en brons.
Een prachtige tempel met mooi aangelegde tuin waar onze viervoeters de nodige verfrissing vonden en waar naar verluid telkens op วันวิสาขบูชา of Visakha Bucha er 's avonds rond deze tempel een "massa" slangen zich zou verzamelen.... afspraak terug aldaar op 8 mei dus om dit te aanschouwen.
วันวิสาขบูชา of Visakha Bucha is de belangrijkste herdenkingsdag van zowel de geboorte, verlichting en overlijden van Boeddha. In Thailand is dit een nationale feestdag die dit jaar valt op 8 mei.
Muurschildering van de สุบินนิมิต of openbaring die de moeder van Boeddha Maha Maya kreeg in een droom. Een witte olifant die haar zij aangeraakte kondigde de geboorte van Boeddha aan.
In onze Isaanstreek lopen vele koeien rond. Dagelijkse kost om te moeten stoppen op een snelweg om een kudde te laten oversteken. Tijd om de veemarkt eens te bezoeken om wat meer te weten te komen over de verschillende soorten die de Thaise zon dienen te trotseren.
De meest voorkomende rassen in de Isaanstreek zijn: วัวชาโรเล่ห์ of wua chaa roh lay,