Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    29-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever

    Hoe Pallieter werd onthaald door het Nederlandse publiek
    Brieven uit het familiearchief

    Door Karel van den Oever uit De Standaard van 5-02-1957.

    Nu het tien jaar geleden is dat Felix Timmermans stierf en overal huldeartikelen over zijn leven en werk verschijnen, is hel wel interessant een paar brieven bij de dokumentatie te voegen, die een oorspronkelijke kijk bieden op de eerste periode van Timmermans, toen hij juist bekend was geraakt door Pallieter. De brieven werden geschreven door de letterkundige Karel van den Oever aan zijn broeder Korneel. De dichter bevond zich toen in Nederland en was getuige van de eerste reakties van het Nederlandse publiek op de verschijning van Pallieter. Wij laten hier beide brieven volgen :

    * * * * * * * *

    Baarn, 3 maart 1919.

    Ik heb Timmermans hier uitgenodigd om over zijn «Pallieter» te komen spreken. Reuzesukses! Het Baarns intellekt was er, en de zaal te klein. We hebben zitten lachen om al de geestigheid die geen Hollander kan nadoen ; en dan die droogbedaard humoristische mimiek van Felix, die over Charlotte vertelt gelijk Vermandere over Van Zon. Wat zijn wij toch sappige Uilenspiegels! Niet elk Baarner loopt met «Pallieter » en « 't Kindeke Jezus » mee. Ze zitten hier in kategorieën. Socialisten zijn erg Pallieteriaans en liberalen zelfs veel enger dan katolieken-van-het-Dogma.
    Een brave liberaal, met plooien in het voorhoofd als ravijnen, zei mij dat «Pallieter». « La Terre » van Zola was! Katolieken — niet allen — en Protestanten vinden « Pallieter » een «heidens boek».
    «Pallieter is een verderfelijke libertijn, een pantheïst een monist», «een gruwel voor de religie, waarvan hij een karikatuur geeft». Zij vinden het «Kindeke Jezus» een «profanatie». Er is hier de laatste tijd een hele strijd geweest, waarin zelfs Persijn gemengd werd.

    De dag vóór de lezing kreeg ik van de anti-Pallieter-familie Steenhoff op mijn kop dat Timmermans enkele dagen geleden te Hilversum in zijn lezing de « confessio-publica» zou gedaan hebben ener «onzedelijkheid» die tot de intieme consciëntie moest blijven behoren. Ge begrijpt mijn onrust.
    Maar Felix protesteerde bij mij, en in zijn lezing was er volstrekt niets «onzedelijks» te ondervinden.
    Dit was een groot sukses voor mijn, de uitnodiger, en voor de katolieke familie Sterneberg, die de lezing finantieel dekte. Het is alleszins te betreuren dat uit deze vergadering — die toch door Roomsen op touw gezet was — zoveel Roomsen wegbleven uit opzettelijk vooroordeel en verkeerde voorlichting. (Gelukkig op één manier, die wegblijverij, want de zaal zou niet groot genoeg geweest zijn).
    De « muur van fatsoen » die hier zo preuts opgetrokken werd rond de lezing van Timmermans, heeft de schone katolieke etiek geschaad : men heeft de gemoederen in verwarring gebracht door grote levenszinnelijkheid met bestiale pornographie op één lijn te insinueren, alsof er geen onderscheid was tussen Rubens en Félicien Rops, tussen Timmermans en Zola.

    Wie Timmermans kent, weet genoeg hoe hij zelf verbaasd stond om al de « stelsels » en al de «wanbedoelingen» die men hem, och arme, aanwreef. Timmermans heeft nooit aan monisme gedacht, toen hij Pallieter schreef en ook niet aan een libertijns boek tegen het geloof. Hij heeft er zijn zottigheid eens in uitgeleefd, op zijn Reynaerts, op zijn Uilenspiegels, op zijn Breugels, en al de zwaardoende beschouwingen langs deze of gene kant zijn overdreven. Ik persoonlijk geniet aan de «levende ziel» van dit werk en plaats af en toe een distinguo omdat ik katoliek ben. Maar dit is nu weer het plezante dat het «fatsoenlijke» Holland ofwel erg buiten — zijn — fatsoen springt om zo een boek, dat geen enkel Hollander schrijven kan, ofwel nog erger aan fatsoen gaat doen om de «onfatsoenlijkheid» te remmen der anti-klerikalen, die het zo wat tegen ons geloof uitspelen.
    Timmermans is er ver vandaan — zoals hij mij zegt — in zijn «Pallieter» alles «maagdelijke schoonheid en onschuld » te vinden, en in zijn «Kindeke Jezus» alles «bijbelse stiptheid» maar noch het één is een «heidens boek», noch het ander een« profanatie », en waar hij in het één zondigde was het uit ongedwongen levensreaktie, terwijl hij in het ander zich eenvoudig vergiste uit «domheid». (Eigen erkenning!) zoals Primitieve Vlaamse schilders zich vergisten... 
    En de Timmermans-zaak gaat voort!...

    * * * * * * *

    Baarn, 12 maart 1919.

    We zitten hier nog volop in het pro- en anti-Pallieter, en het pro-Kindeke Jezus en het anti-Kindeke; Jezus» waartoe — het schijnt vreemd als ge de laatste kwalificatie hoort — de « integrale » Roomsen behoren, die zich de broek niet willen laten afdoen in orthodoxie door welke Protestant ook. Het «Kindeke Jezus» van Timmermans is volgens hen afschuwelijk, ergerniswekkend, profanerend, vol gebrek aan eerbied : de H. Maagd is een gruwelijke misrekening, «de H. Jozef een « zeer gewoon biggenboertje», enz. In één woord : als Pallieter « een heidens boek is », dan is het «Kindeke Jezus» effenaf een « profanatie ».
    Uit die verwoede klasse Puriteinen noem ik mevrouw Albertine Steenhoff en mijn vriend de h. Pieter Steenhoff, de Jezuïet Gielen en anderen. Langs de bewonderaars die zo streng de lijn niet trekken, noem ik — à part ma petite personne — pater Molkenboer, de Dominikaan de Kapucijner Maximilianus, die beiden er mooie studies over schreven in « De Beiaard » en « De Maasbode », Maria Viola, Edw. Brom en anderen.
    Ge ziet : zoveel Brom en anderen. Ge ziet zoveel hoofden, zoveel zinnen. En het mooist van de grap : de uitbundigste aanbidders van Felix zijn, tussen door, de Amsterdamse joden uit de Jordaan, die met tientallen naar elke lezing gaan luisteren die Felix over de wordingsgeschiedenis van dit boek in Amsterdam geeft.

    Ook sprak Felix daarover in Baarn zelf, voor een eivolle zaal met zeer gemengd publiek, en ik moet bekennen dat niemand er aanstoot aan nam. Integendeel, over het ontstaan van « Het Kindeke Jezus» wist hij zo rooms te vertellen, dat menig andersdenkende mij kwam zeggen hoe hij er door gesticht werd. Verbeeld u dat Timmermans de blijde en droeve mysteries van de Rozenkrans begon uit te leggen als de «schilderijkens» die in zijn geest bleven en de oorzaak werden van dit «profanerend» boek.
    Voor mijn paart meen ik dat er in Holland nergens een katoliek causeur optreedt die voor een gemengd gezelschap het zo ver drijft. Felix had daarbij zijn kerkboek in zijn zak, waaruit hij, na afloop der causerie aan een belangstellende toonde hoe de Rozenkrans bij ons in Vlaanderen gelezen wordt.
    En daar pas zijn weer de poppen aan het dansen geraakt, nu Mevr. Steenhoff even in « het Centrum » een afkeurend woord over dit Jezusverhaal, 't Kindeke Jezus uitsprak, ten behoeve van jonge meisjes en vrouwen, die zulk boek al te graag in de heilige vastentijd lezen. En ik heb nu mijn kritische pen op het papier gezet om te tonen dat de H. Maagd-figuur in Timmermans veel overeenkomst heeft met die in «Het Leven der H. Maagd» varn Anna Catharina Emmerich. Het wordt immers Timmermans als een grief gerekend dat hij O. L. Vrouw uitbeeldt als een «zwakke vrouw», terwijl zij toch in de H. Schrift de « sterke » is.

    Maar aan voorbeelden uit Emmerich toon ik aan dat Timmermans én Emmerich beiden de natuurlijke zwakheden der Heilige Maagd niet verbergen, en ik stel het dilemma : ofwel is Emmerich profanerend, en dan is Timmermans het ook, ofwel is zij het niet, en dan is Timmermans het evenmin!
    Ik schreef U op 3 maart dat volgens sommigen Timmermans onder lezing de confesso pubblica zou gedaan hebben van een jongelingsfout die tot de intieme consciëntie had moeten blijven behoren, en dit alles, zo vertelde mij Persyn, omdat Timmermans gesproken had dat «Pallieter de vrucht was van een verkeerd leven».
    In die zin namelijk dat theosophie en okkultisme hem geheel van streek hadden gebracht. Men had er een «seksueel feit» willen door verstaan!

    De pastoor van Baarn heeft mij het mooie boek van Timmermans « Het Kindeke Jezus in Vlaanderen » cadeau gedaan. « Ik heb er niet veel aan, zei hij, ik verkies het bijbels verhaal. » Natuurlijk, ik ook! Die Hollanders snappen niet veel van onze Vlaamse kunst, ze komen er nooit achter ; hun beoordelingen zijn ook zo «tragisch» over Timmermans : ze zoeken er allerlei systemen achter. En dan worden zij zo pedagogisch-wijs, zo geleerd...
    Verontschuldig mij om deze lange brief. Hollandse redeneerzucht zit ook al in mij. Een echte plaag.

    Uw Karel

    ********

    29-03-2020 om 15:38 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adriaan Brouwer - Sirius

    Felix Timmermans – Adriaan Brouwer
    Felix Timmermans -Anton Thiry – Begijnhofsproken

    Door Sirius uit De Standaard van 9-01-1949

    Tussen de thans postuum verschenen « Adriaan Brouwer » en de in samenwerking met Antoon Thiry geschreven «Begijnhofsproken,» waarvan een herdruk voorligt, schuift zich zo goed als gans het werk van de betreurde Felix Timmermans in. Een veertigtal jaren scheiden dit vroege geschrift van het laatste, jaren van een onafgebroken productiviteit, die ons enkele der voornaamste verhalen onzer moderne letteren heeft bezorgd.

    Heeft in die vier decennia Timmermans heel wat weg afgelegd, toch is het niet moeilijk verwantschap tussen de «Begijnhofsproken» en «Adriaan Brouwer» te onderkennen, — het bezwaarlijk afscheidbare aandeel van Thiry in eerst genoemd boek buiten beschouwing gelaten.

    Ofschoon sterk geëvolueerd, is het essentiële bij een schrijver, de stijl, in feite weinig veranderd : reeds in de Begijnhofsproken vindt men dit kernachtig-volkse, dit beeldrijke, ook dit min of meer pittoresk-folkloristische, alles elementen die zich later bij Timmermans in hoge mate zouden ontwikkelen en de wezenlijkste kenmerken zouden vormen van zijn zo fel uitgesproken persoonlijkheid.
    Wij hoeven het ons niet te ontveinzen, dat die kenmerken niet door een ieder als kwaliteiten zijn gehuldigd geworden. Ik geef grif toe, dat Timmermans er wel eensmeer van schijnt gevraagd te hebben dan ze op zichzelf geven kunnen. Met stijl, anders gezegd expressiewijze, hoe persoonlijk ook, is niet alles gezegd, zelfs als deze laatste aller goedkeuring en bewondering mocht wegdragen. Er is o.m. nog de breedheid van visie, de intensiteit van levensgevoel en geestelijke levensdoordringing en het is niet te ontkennen dat zelfs in onze letteren andere romanschrijvers Timmermans in zake penetratie der levensverschijnselen en -conflicten, zo psychologisch als sociaal, aanzienlijk hebben overtroffen. En toch heeft Timmermans iets op hen allen voor, dat wellicht de doorslag geeft : nl. het met niets en niemand te vergelijken, eigen karakter van zijn werk.

    Men neme b.v. zijn « Pallieter », met « Boerenpsalm » ongetwijfeld zijn meesterwerk. 
    Wij noemden het boek eens een expressionistische roman. Na jaren menen wij nog die karakteristiek te kunnen handhaven. Het nieuwe, jonge, frisse levensgevoel, de naïeve zinnelijkheid, de primitiviteit en onverbloemde afkeer van alle gekunstelde beschavingsvormen, het blijde optimisme dat in een zo schrille tegenstelling stond met de toonaangevende romanliteratuur van die dagen. — was dit alles niet kenschetsend voor de geest van levensbevestiging en levenswil, van terugkeer naar gezonde verhoudingen en eenvoudiger behoeften, die heel een deel der expressionistische beweging bezielde?

    « Pallieter » was (en is) een argeloze hymne aan de goedheid van het leven en de natuurlijke gaven der wereld, spontaan, ongezocht, ongekunsteld en oerkrachtig. Dit boek is in zover enkel te vergelijken met Gorterꞌs « Mei », maar oneindig minder verfijnd en minder gecultiveerd, precies wat op dit moment zoniet geverfd werd, dan toch blijkbaar aan onuitgesproken verwachtingen beantwoordde. Gorter liep te zijner tijd storm tegen de dode vormen en de benepen geest ener gemummificeerde literatuur en «Mei» was een der machtige golfslagen der vernieuwing, die een massa rhetorikale rompslomp voor goed wegspoelden. Maar cultuurinhoud en symboliek waren toch die van het laat-negentiende-eeuws individualisme en spijt de frisse toon is de grondgedachte van «Mei» pessimistisch. Van dit alles echter geen spoor in «Pallieter». Hier staan we voor 'n breuk met de geest van de tijd. Hier zijn leven en kunst beide a.h.w. weer natuur geworden in de plaats van cultuur.

    « Pallieter » heeft geen andere "bindingen dan die van het allereenvoudigste leven, geen andere behoeften dan de meest essentiële. Hij is argeloos als een kind, gezond en ongecompliceerd als een boer. Gretig is zijn zinnenleven, zijn geestelijke beslommeringen zijn nagenoeg onbestaande.« Pallieters » primitiviteit verklaart gedeeltelijk zijn succes, primitiviteit van geest en ook van vorm en stijl, — al zou men Timmermans onrecht aandoen hier in zijn kernachtige en beeldrijke, schoon onverbloemde volkse expressiewijze niet de hand van een knap prozaïst te zien. Het werk staat daar als in zijn aard iets geheel enigs, iets dat uit de band sprong van de toenmalige literatuur.

    Dit is zo opvallend, dat men het moeilijk lijkt te kunnen aanvaarden. Men heeft « Pallieter » voorouders willen bezorgen. Voor de ene was het « L'Ami Fritz » van Erckmann-Chatrian, en nog onlangs meende iemand anders «Pallieters» grootvader in Eichendorffꞌs «Taugenichts » ontdekt te hebben.
    Allemaal ijdel gebazel. Al kan men voor « Pallieter » voorzaten over tien generaties aanduiden, deze late telg van een eventueel zeer oud geslacht heeft het bloed van dit laatste toch op een verbazende wijze weten te verjongen — en daar alleen komt het op aan, al lijkt men dit juist niet altijd te willen aanvaarden.

    Intussen, Timmermans' reputatie van groot schrijver werd gewis goeddeels door zijn « Pallieter » in stand gehouden. Dat natuurlijk talent bleek nogal opvallend aan hoogten en laagten onderhevig. Een paar malen vatte hij onderwerpen aan, waarvoor zijn krachten hetzij ongeschikt, hetzij ontoereikend waren. Zijn in een mooi boek als « Het Kindeke Jezus in Vlaanderen » de schoonste kwaliteiten van zijn opmerkelijk debuut in de « Begijnhofsproken » geïntensifieerd terug te vinden, de mystieke tegenpool a.h.w. van de sensuele « Pallieter », zijn « Franciscus » en minder nog zijn « Bruegel » kunnen als zeer geslaagde werken gelden.
    Tot de Boerenpsalm ons weer Timmermans toonde op zijn best.

    Het lijkt wel, dat deze schrijver zich het meest op zijn gemak voelde, als hij aan geen bepaalde historische stof gebonden was en aan zijn vrij scheppende fantasie de losse teugel vieren kon, — wat nog eens spreekt voor het tot op zekere hoogte « natuurlijke » van Timmermans' begaafdheid.
    Het zeer persoonlijk geïnterpreteerde beeld dat hij ons van de grote heilige en de grote schilder schiep, vooral dan dit laatste, paste maar weinig in het historisch kader waarin wij gewoon zijn geworden het te zien, terwijl de schrijver ons moeilijk er van kon overtuigen, dat wij het te zien hebben zoals hij het ons toont. Er is in beide werken iets dat hapert, iets te naïefs en zelfs vaak onbeholpens, dat we bij Bruegel en zelfs bij St. Franciscus niet voetstoots aanvaarden kunnen.
    Dit ruw-primitieve en hoekige, dit ruig onontbolsterde aanvaarden wij daarentegen wel bij een fictieve figuur als de boer Wortel uit Boerenpsalm, waarin Timmermans, anders maar niet minder suggestief dan Karel van de Woestijne in zijn «Boer die sterft » iets als een synthese van alle heimatromans heeft gegeven.

    Zijn nieuw, postuum werk « Adriaan Brouwer » nu is naar de vorm met de Boerenpsalm verwant; alleen is het geen lof- of klaagzang, maar veeleer een biecht.
    Brouwer ligt, twee en dertig jaar oud, in het hospitaal op zijn sterfbed, en verhaalt zijn leven. Veel moois heeft hij ons niet te vertellen. Hij is er zich terdege van bewust dat hij roekeloos met zijn leven er zijn genie heeft gespeeld en het ene samen met het ander in kroegen en kabberdoesjes met rokers, drinkers en deernen te grabbel heeft gegooid. Nu is het te laat beklaagd en de stervende kunstenaar windt er geen doekjes om.
    Men kent Brouwers' leven slechts in de grote lijnen, weet dat hij te Oudenaarde «1605» geboren werd, een paar jaren te Antwerpen werkte, reeds in 1625 te Amsterdam opdook en daarna te Haarlem, waar hij ongetwijfeld met Frans Hals in aanraking kwam. Maar in 1631 is hij weer te Antwerpen, waar hij als meester in het St. Lucasgilde ingeschreven staat. Als schilder staat hij thans zeer hoog in aanzien, zelfs Rubens schijnt zijn kunst hoog op prijs te hebben gesteld.
    De bakker Joos van Craesbeek leerde hij schilderen en was met hem intiem bevriend ‒ ook met diens vrouw? Van Februari tot September zit Brouwer gevangen in de Citadel te Antwerpen, vermoedelijk wegens  een politiek delict. Zijn laatste levensjaren blijven obscuur. In 1634 woonde hij bij een Antwerpse plaatsnijder en overleed einde Januari 1638.

    Op dit stramien brodeert Timmermans zijn verhaal, als gezegd in de vorm van een soort belijdenis, zonder veel pogingen om het uitvoerig te reconstrueren, zoals Edmond van Offel en Ernest van der Hallen niet zonder succes hebben gedaan. Er is bij Timmermans kwestie van een jeugdliefde, van zijn moeder die hij zonder afscheid verlaten heeft en dit worden dan de voornaamste drijfveren van het heimwee, dat hem uit Holland naar Vlaanderen terugdreef. Maar zijn moeder is dood en zijn Isabel spoorloos verdwenen.
    Tamelijk uitvoerig wordt ons zijn verblijf bij Frans Hals verhaald, alsmede zijn betrekkingen met Joos van Craesbeek en diens vrouw. Natuurlijk spreekt Brouwer in zijn « biecht » over zijn kunst, maar meer nog wellicht over roken en drinken en boemelen. Met het ene zowel als het andere vulde Timmermans Brouwers' leven, dat hij snel laat opbranden in de dubbele vlam van de hartstocht voor de schilderkunst en de losbandigheid.

    Onverzwakt vindt men in dit boek 's schrijvers kruimige, schilderachtige stijl terug, zijn met veel pittige, vaak curieuze woorden gekruide taal en vooral zijn onuitputtelijke, eigenaardige beeldspraak, die zich in altijd maar nieuwe vergelijkingen en metaphoren botviert. Men kan over de wezenlijke doeltreffendheid van die vele figuren van mening verschillen, 's schrijvers vindingrijkheid en oorspronkelijkheid op dit gebied zal een ieder moeten toegeven.

    Men oordele : Het leven is een soep met vier troostende mergpijpen in : de drank, de liefde, de toebak en de kunst. — Ge wordt er van (van het Oudenaardse bier. n.l.) als een klok vol diepe klanken, ge voelt u Paschen tot in uwen kleinen teen. — zoodat wij onzen boterham naar binnen moeten werken als een drogen handdoek. — Thuis zit het leven gevangen in een zandlooper, hier strooit ge het rond als het zaad voor de vogels. — Daarin (bedoeld wordt de kunst) was ik steeds angstvallig en nauwgezet als een kwezel in den biechtstoel, — Ik kan zo rap schetsen als vliegen vangen in October. — Het ene geluk is nog niet binnen schuur of men piept al achter den hoek of er nog geen andere wagen aankomt.

    Die citaten haal ik reeds uit de eerste zeven of acht bladzijden. En zo gaat het door tot het einde toe. Het boek is om zo te zeggen een lange, ononderbroken beeldspraak één lang inwendig monoloog in een verbazend rijke figuurlijke taal uitgedrukt. De lyrisch-epische grootheid echter van de « Boerenpsalm » bereikt het niet. Heeft de schoon niet zeer grote, historische stof hier weer 's schrijvers vrije fantasie belemmerd. Het verhaal blijft, naar mijn gevoel althans, in het algemeen wat eentonig. Het gaat wat te veel over kroeglopen en nachtbraken, roken en slempen. Aan de voor de hand liggende verleiding, Brouwer als mens zowat op gelijke voet te stellen met het janhagel en klootjesvolk dat hij bij voorkeur schilderde, heeft Timmermans wellicht te veel toegegeven.

    Misschien is dit zelfs niet eenmaal historisch juist, want evenmin als men een boer moet zijn om boeren, een monnik om heiligen, een krijgsman om veldslagen te schilderen, evenmin hoeft men een liederlijk leven te leiden om het schorremorrie op het doek te werpen. Maar zelfs aangenomen dat Brouwersꞌ vroege dood het gevolg van bedenkelijke uitspattingen zou wezen, dan nog lijkt mij het beeld dat Timmermans hier van de grote schilder gegeven heeft, wat te weinig reliëf te hebben. Het blijft bij een schets in brede trekken waarin men meer de virtuositeit der penseelvoering en de frisse kleur (in casu de beeldrijke, pittoreske taal) dan de totaliteit der figuur, wat levenswaarheid, karakter, psychologische penetratie betreft, bewondert.

    « Adriaan Brouwer » lijkt mij beter geslaagd dan « Breugel » waar er beslist te veel zwakke zijden aan te wijzen zijn, maar zal mij noch «Pallieter » noch de « Boerenpsalm » doen vergeten.

    Tot het einde toe blijkt Timmermans in elk geval de oerkrachtige, verbluffend oorspronkelijke stylist te zijn gebleven als hoedanig hij zich in vrijwel al zijn geschriften openbaart.

    *******

    25-03-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Pallieter rel - Lode Zielens

    DE "PALLIETER" - REL
    De "petite histoire" van de letteren...

    Door Lode Zielens uit De Volksgazet van 8-10-1959

    In het deel XII / 1958 van de «Handelingen» der «Zuidnederlandse Maatschappij voor taal en letterkunde en Geschiedenis» verscheen een belangrijke bijdrage over « De definitieve uitgave van Pallieter. » Daar wij voor de jongere generatie hetonderwerp niet van belang verstoken achten, terwijl de rijpere generatie wellicht nog slechts vage herinneringen aan de Pallieter -rel heeft, vinden wij het niet misplaatst, hier even bij bedoeld artikel van Dr. M. Cordemans stil te staan. Het was in de zomer van 1920 dat in Nederland (niet direct in Vlaanderen dus) het even voorbarige als overdreven gerucht de ronde deed, dat Timmermansꞌ «Pallieter» op de kerkelijke index zou zijn geplaatst.

    Korte tijd nadien bracht de bisschop van Utrecht, die steunde op een brief van de Romeinse Congregratie van het H. Officie, de gelovigen ter kennis «dat Pallieter verboden is te lezen, maar niet vernietigd hoeft te worden.»
    Voor de pers ging dit natuurlijk lang niet onopgemerkt voorbij.
    Het liberale « Vaderland » maakte zich vrolijk over de Katholieke bekrompenheid, doch de R. K. «Maasbode » antwoordde hierop met argeloos cynisme o.m. « ’t Is misschien gek, maar we hebben geen literair geweten.
    We hebben maar één geweten, en dat verplicht ons ons te houden aan de geboden, die de H. Kerk. Ons stelt». Wat niets aan duidelijkheid overliet, wat het Hollandse katholieke standpunt betreft... 

    Ook de Belgische bisschoppen hadden het rondschrijven uit Rome ontvangen maar  er, — typisch Belgische mentaliteit, zelfs bij de bisschoppen ? — het publiek alsnog geen kennis van gegeven.
    Hoe dan ook, een Brusselse correspondent van « De Maasbode » ging te Mechelen aankloppen en werd in kennis gesteld van het uit het Vaticaan ontvangen bericht, dat als volgt luidde :
    Eerwaardigste Heer en Eminentie, Onder de aandacht van de verheven Congregatie van het H. Officie is gebracht het werk, geteld «Felix Timmermans (sic) (Amsterdam P.N. van Kampen & Zoon) ».

    Dit werk is na nauwkeurige bestudering door Eminenties, de Eerwaardigste Kardinalen, die gelijk met mij de opperste Inquisitie vormen, in de zitting van Donderdag de 9e van de afgelopen maand, gequalificeerd als de wellust der zinnen strelend, de godsdienstige ceremonieën op oneerbiedige wijze behandelend, terwijl het de waarheden des Geloofs als het ware bespottelijk maakt, zodat het VOOR DE GELOVIGEN VOL GEVAAR is! Daarom hebben wij gelast, dat iedere Belgische en Hollandse Bisschop de Gelovigen zal vermanen, dat dit werk niet gelezen mag worden. Terwijl ik dit aan Uwe Eminentie schrijf, breng ik U de aan Uwe waardigheid verschuldigde eerbetuiging.
    Van Uwe eminentie de zeer toegenege Uwe Kardinaal Mery del Val.

    Men kan zich voorstellen, dat de katholiek Felix Timmermans, wiens rechtgelovigheid nooit in twijfel was getrokken in zijn vaderland, waar b.v. Rubens als één der hoogtepunten van de religieuze kunst beschouwd wordt, zich over het geval niet bepaald opgetogen uitliet, toen een medewerker van het Nederlandse en liberale «Vaderland », waarin hij trouwens zélf vaak artikels publiceerde, hem te Lier kwam opzoeken, waarna hij zelf zijn zienswijze op de zaak in een artikel kenbaar maakte (21 October '20).
    Hierin lezen wij o.m.: «'t Was dus waar! Ge kunt peinzen hoe ik verschoot!
    Zoveel jaren aan Pallieter geschreven, hem zoveel jaren gedrukt weten, en altijd gedacht hebben, dat boek heb ik als Katholiek geschreven, het is als Katholiek door Katholieken geprezen en nu duwt men, door opstook van een macht, die nooit zeggen zal : « Dat heb ik gedaan », Pallieter zo maar in een hoek.

    Dat is niet fair, en ik geef gelijk waar Léon Bloy zegt: « L’index est un guichet derrière lequel l’Eglise se déshonore ».

    Verder voegde de zich beheersende, doch diep gekrenkte en begrijpelijkerwijze verbolgen schrijver er aan toe, dat hij uit goede bron wist, dat het initiatief tot het inquisitoriaal ingrijpen niet van de bisschop van Utrecht, noch van die van Mechelen uitging, maar dat deze kool hem in elk geval via Holland gestoofd was geworden. Langs katholieke Nederlandse zijde werd hem dit stuk ten zeerste kwalijk genomen, ofschoon hij er nochtans in verklaard had, dat hij bereid was zich «voorwaardelijk » te onderwerpen, op conditie te weten, waar het schoentje precies knelde. Om hierachter te komen zou hij dan ook onmiddellijk de nodige stappen aanwenden, wat misschien op het eerste gezicht niet bepaald dapper kan schijnen, doch uit menselijk opzicht begrijpelijk is voor een man, die b.v. niet over de strijdlustige en onvermoeibare natuur beschikte, die Walschap tien jaar à vijftien jaar later aan de dag zou leggen.

    Hij riep de tussenkomst in van mejuffrouw Maria Belpaire, die grote invloed in de katholieke middens had, en zich onmiddellijk tot de eerwaarde heer Dr. Theodoor Van Tichelen wendde.
    Deze priester schreef terstond terug, dat Timmermans moest gered worden uit de klauwen der ketterjagers en erkende grif dat hij zich in de plaats van de schrijver veel verbolgener zou hebben gevoeld! In een volgend schrijven van deze priester heette het: «Die Hollandse kerels hernemen de drijverijen der voormalige ketterjagers.

    De Hollandse kath. moesten ze maar eens flink tot op hun huid uitkleden, 't Is het enige middel om ze mak te maken » Hieraan moet evenwel toegevoegd worden, dat de ergernis van Dr. Van Tichelen hoofdzakelijk werd ingegeven, door de gedachte, dat Pallieter voorgoed de katholieke lezers verboden zou worden, en dat hij tegen een eventuele zuivering blijkbaar geen bezwaren koesterde.

    Tenslotte trad Mechelen in verbinding met Rome om het verbod te verhinderen, door alle storend geachte passages en uitdrukkingen uit de tekst te verwijderen. Een Romeinse monsignore merkte in dit verband schamper op : «Pallieter zuiveren? De tekst verbeteren? Jawel. Maar wat doet U met de geest van het boek? Wanneer U een kopje koffie krijgt en deze U met suiker wordt geserveerd, terwijl U die zonder suiker zoudt willen, hoe moet die suiker er dan uit verwijderd worden? Dat gaat niet meer. »
    Hoewel, van het inquisitoriaal standpunt uit, deze opmerking nog niet zo gek was, werd er tenslotte een modus vivendi bereikt. Er zou op initiatief van Dr. Van Tichelen een gezuiverde tekst tot stand worden gebracht en deze zou als definitief worden beschouwd en gebruikt voor de zestiende druk, die in 1930 verscheen.
    Waaruit moge blijken, dat men niet naar de schier onvindbaar geworden eerste druk van de « Pallieter » hoeft op zoek te gaan om het boek in zijn oorspronkelijke conceptie te lezen, zoals sommigen het zich verkeerdelijk voorstellen.
    Zonder dat wij het geval willen minimaliseren, moeten wij hier echter aan toevoegen, dat het met de wijzigingen en weglatingen zo geen vaart placht te lopen, tenzij men het betreurt, dat het vaak om details gaat, waarover op de huidige dag wellicht noch de katholieke autoriteiten, noch de katholieke critici, noch de katholieke lezers zouden struikelen. Zinnen of zinsneden als de volgende werden o.m. weggewerkt: « Nu is het leven zot lak ’n hiet maagdeke » / « O Sinte Franciscus, die scheel zaagt van de honger! » / « ...en met onzere tanden beet hij heur in de malse hals en in de kaken. » / « Wa veur nen uil kan er nog nen hemel verlangen als hem zo iet ziet! / « Maar zij waren gewillig als ꞌt vlees van een jonge vrouw ». Voegt men hierbij nog een paar olijke zinspelingen op pilaarbijterijen en kwezels, zo is ongeveer het belangrijkste in verband met deze weglatingen aangestreept.

    Begrijpelijkerwijze heeft deze quaestie destijds heel wat Stof doen opwaaien en in de niet-katholieke middens, waar men belangstelling voor de literatuur koestert, heeft men Timmermans zijn concessies nooit helemaal vergeven. De Vlaamse katholieken waren trouwens ook helemaal niet opgetogen over het geval, doch gaven de schuld aan de Hollandse pastoors, die de kat de bel hadden aangebonden en hierbij blijken van Calvinistische kortzichtigheid hadden gegeven.
    Ondertussen ware het een beetje overdreven, dertig tot veertig jaar na de feiten, er de schrijver nog een kwaad hart om toe te dragen. Als mens, die aan het begin van zijn carrière stond, legde hij om diplomatische redenen het hoofd in de schoot. Hij was geen held of geen vechter. Doch naderhand hoeft hij nooit het essentiële wezen van zijn kunstenaarschap verloochend. En toen hij éénmaal zijn « Boerenpsalm » had geschreven (1935) bleek het duidelijk, dat hij zijn artistenziel niet voor een schotel linzen verkocht had...

    22-03-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boerenpsalm - Willem Rueder

    VAN PALLIETER TOT BOERENPSALM.
    Opmerkingen naar aanleiding van het boek "Boerenpsalm "door Felix Timmermans.  (5de druk).

    Door Willem Rueder uit Overtocht van juni 1945.

    Dit is de Timmermans van Pallieter. Nu heeft hij weer de bezieling gevonden, die een boek doet tintelen en glanzen van lyrisch uitdrukkingsvermogen. Er is weliswaar een groot uiterlijk onderscheid tussen de Timmermans van Pallieter en die van de Boerenpsalm. De bezieling is minder uitbundig geworden, maar even ware van pathetiek, veel bezonkener, maar niet minder suggestief in weergave en waarachtig van gevoel.

    Timmermans, de vlotte en gevoelige verteller, heeft zich hier gelouterd tot zijn kern i de boerenziel. Hier is geen afstand meer tussen auteur en verbeelding; dit is een dagboek, zij het een gestyleerd dagboek; een orde van elementaire doch bewuste overtuiging. Geen onvoorwaardelijke heroïsche verheerlijking van de arbeid, doch een tevreden aanvaarden; een toestemming tot het leven, dat vreugd en leed tezamen mengt tot een stille berusting voor de slagen. " de ouderdom is als een zeef, ze laat alleen de zon door, en ze verguldt de herinneringen. "

    Maar ook een stamelende dank voor al het mateloos schone.

    Een kunstwerk blijft altijd een mysterie. Wij praten en schrijven veel over "ismen", stylen, opvattingen en wat niet al. Misschien is het enige criterium al die theorie te kunnen vergeten en alleen maar te kunnen bewonderen; meer nog, - want wonderen gebeurt altijd nog op een afstand, - alle critische remmen, omdat het met die theorie toch niet zo heel erg klopt, te vergeten in een ontroering, die opgezogen wordt tot de verborgenste vezels van ons innerlijk. Een diep-voelend mens heeft in zijn scheppingsdrang zo heel veel niet nodig. Niets dan waarachtige bezieling; dat is alles, maar dat is dan ook alles.

    Pallieter was een abstractie, een kunstenaarsdroom, " de droom van een dichter, van een mens, die zich bevrijdt, iets uitroeiend in zijn hart, en bij het driftige begeren de levenskommer negeert " Pallieter stond niet in ons leven, doch in het subjectief- geïdealiseerde leven van den dichter.
    Dat was de afstand, die ons van Pallieter scheidde. In de Boerenpsalm is Pallieter in ons leven gekomen, met zijn schoonheid en zijn smart; zijn vreugden en zijn vrezen. De abstractie is realiteit geworden. Timmermans diepe menszijn heeft zich ook hier niet verloochend. Pallieter blijft de verrukkelijke bevrijdende droom, waar we in heimwee naar kunnen verlangen, maar deze Wortel. is de mens, die leeft in elk van ons, die leeft in den boer vooral en dus ook in Timmermans! Pallieter, de vogelvrije, de in de natuur volmaakt ongebondene, heeft zijn bodem gevonden en zijn geloof in Wortel met zijn land en zijn God.

    Luister naar Pallieter, .wanneer ; hij "goesting kreeg om het goede weer psalmeren" :
    "Gij maakt de omgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in hare voren; Gij maakt ze week door de regendroppelen en zegent haar uitspruitsel, dat zich zal verblijden. Ge gebenedijt, de krone Uws jaars van Uwe goedertierenheden en Uwe voeten druppen van vettigheid; zij bedruppelen, met vruchtbaarheid de weiden der woestijnen en de heuvelen zijn omvangen van verheuging."
    En naar Wortel ; "O Heer, laat niet  alleen het oog van ’t kasteel op mijn veld rusten maar laat ook Uw groot oog er over wandelen, en alles zal weer goed worden onder een glans van uwen alomvattenden blik, en het groeisel zal zich weer sappig en malsch oprichten doorvoed van den koelen dauw der hemelen.
    Dauwt hemelen, dauwt! zingt het liedje. Uwe voeten druppelen van vettigheid staat er in de boeken, maar met een traan van goedheid uwer oogen is de Wortel al tevreden."

    Pallieter, de dagenmelker, is uit het Netheland vertrokken, maar herkennen wij hen niet in Wortel? :
    " Ha, wat is er zoo jeugdig als bij ’t krieken van den dag, in uw werkbroek te schieten, naar buiten te wippen en de koelte van den morgen over uw vel te voelen ritselen. De nevel ligt nog op de velden. De vruchten, het kruid, het gras zijn overzadigd van dauwdruppels. Het is zoo schoon, en 't is zoo stil, dicht bij en heel in de verte. Ge hebt spijt, dat Ge moet hoesten, de zon breekt door den smoor, en de reuken van het veld rollen rond uw hoofd. Ge riekt den klaver, het koren, het beekwater; het mest, de bloemen, den honing, ge luistert naar den leeuwerik. En zoo staat ge daar in uw deur te asemen, den morgen in te drinken, lijk koelen drank, en van den groei van uw vruchten te genieten, van uw werk, dat daar zoo schoon ligt, ordelijk in voren en vlakken, lijk schoone tapijten. Ge wipt op van geluk en werklust, uw bloed trilt en ge zwiert, rijker dan een koning de staldeuren open. Ha, die warme reuk van beesten en mest."

    Timmermansꞌ werk is voor een groot deel symbolisch. Het zinnelijke suggereert dikwijls het bovenzinnelijke. De personen zijn vaak, wat we noemen, "typen". Vooral de bijpersonen. Vaak kennen we hun slechts in zoverre als ze in verband staan tot den hoofdpersoon of de hoofdpersonen; complexe karakters zijn het niet.
    Daaraan dankt zijn werk zo iets beminnelijke primitiefs gelijk de middeleeuwse schilders en miniaturisten, die elke associatie rondom den hoofdpersoon of het hoofd-gebeuren, groepeerden met een onbewust verwerpen van perspectief, zowel chronologisch als visueel. Zijn werken zijn dan ook geen weldoordachte composities.
    (Van Pallieter wist hij zelf, dat het eigenlijk geen roman was). Lyriek steunt nimmer in de eerste plaats op een positievermogen. Maar, meesterlijk verteller als hij is, weet hij om de levende draad van zijn lyriek, die zijn werk doorloopt al de fijne plastische details te schilderen en te verhalen; de aanrakingspunten van Pallieter of Wortel of hoe de hoofdpersoon mag heten (Timmermans blijft het toch) met de wereld rondom hem, de personen, die typen zijn, de natuur, die vaak draagster is van een symbolische gedachte.

    Zó schept Timmermans zijn dramatische hoogtepunten: hij schildert met dikke lijnen en vette sprekende kleuren; (vgl. de geraffineerd primitieve tekeningen, waarmee hij zijn boeken verlucht), hij speelt die functies tegen elkaar uit, die op een bepaald ogenblik elkaar het sterkst beïnvloeden en alles wat de aandacht van het hoofdgebeuren kon afleiden, verwaarloost hij. Hij bereikt hierdoor een nauwelijks geëvenaard suggestief uitdrukkingsvermogen.
    Dit procedé volgt hij ook; in de Boerenpsalm. Bijvoorbeeld, wanneer Wortel, radeloos en wanhopig, van angst, om zijn kind dat sterven gaat, Aloisken, den belezer laat komen :
    "De kwade hand, zei hij, ga naar kruiskensberg en als alle puttekens niet leeg staan dan zal ’t genezen als ge dan alle weken een jaar lang ꞌs vrijdags ꞌt gebed van Keizer Karel leest.
    Ik naar Kruiskensberg. Wat geluk! de puttekens waren vol.' Hoe ik ben thuis gekomen weet ik niet meer.
    Als gevlogen over heg en over haag.
    Maar als ik de deur open deed, lag ons Polleken dood in ons Fien haar schoot, 't zag groen.

    Na het ons doen ondergaan van Wortelsꞌ blijdschap maakt Timmermans de dood van Polleken tot ’n waarlijk tragische moment. Het schone bestaat slechts bij de gratie van het lelijke. En omgekeerd.
    En wanneer Wortels' Kruislievenheer niet wil vlotten en hij Frisine, de huishoudster vraagt voor hem te willen poseren : "Ze leunde met den kneukel van haren wijsvinger op de tafel en stond voor mij met gesloten ogen. Verbaasd bezag ik haar natuurlijk, dat ik van alteratie geen kerf deed. Ik zat haar maar te bezien met den Jezus op mijn knieën en het mes in de hand. Ik zag haar en het zweet welde op mijn voorhoofd. Een gezonde kloeke vrouw stond vóór mij, met een dikken witten hals, stevige borsten die op en neer gingen. Zelfs met haar ogen toe overmeesterde ze mijn hart. Mijn blik wandelde bewonderend over haar lichaam. Wat een aantrekkelijke vrouw, een lust, een verlokking, en tegelijkertijd boezemde ze ontzag in en ging er van haar iets baasachtigs uit. Geen week wijf. Een die men zoo maar niet aanpakt, die men zelfs vreest, en als zij niet eerst begint met verliefd te worden, weet een mensch niet meer hoe, te draaien en te keeren om haar te winnen. Ha, wat een ogenblik! Ik voelde mij doordaverd worden van hel en duivel.
    Ik had haar op dit ogenblik zowel mijn mes , in hare borst kunnen ploffen, als ze tot mij trekken en haar breken onder mijnen hartstocht.

    Goed dat ik naar den Jezus zag, en ik hoorde zijn stem. Die stille stem die al zo lang, zonder woorden, mijn gedachten onrustig maakte. Ik had in snikken kunnen losbarsten.
    Dat zijn momenten dat uw ziel en uw vleesch als vaneen gereten worden."
    Dit zijn de momenten, dat Timmermans het meest oorspronkelijk is. Een geestelijk innerlijk conflict dat wordt verzinnelijkt tot vrouw en kruis. Geen abstracties van geweten of rem-complexen; een vrouw van vleesch en bloed; een kruislievenheer van hout. Timmermans is dan ook geen moeilijk schrijver, maar het is zijn grote verdienste de oneindige wereld van het abstracte, waar woorden slechte begrippen kunnen stamelen, te binden aan het vertrouwde dagelijkse zinnelijke wereldbeeld. Alle symboliek en ook deze, vergt weliswaar een grote zelfscheppende werkzaamheid van den lezer, maar voor wien de macht daartoe bezit, kan het de vreugde aan dit werk slechts verhogen.

    Zo zijn er talloze voorbeelden te geven. Timmermansꞌ symboliek schuilt niet zozeer in het woord, dan wel in de voorstelling, minder in de stijl dan in de verbeelding.
    Vooral in dit werk, dat veel tragische episoden bevat, dat op menigeen zelfs een indruk van tragiek zal maken, alhoewel dat volstrekt niet Timmermansꞌ bedoeling kan zijn, treft ons de stille triomf van de humor, het felste wapen van den mens, die het betrekkelijke van elks klein streven peilt, de valsheid van veel traditioneel gevoel en het dwaze van een strijd, tegen machten, die sterk zijn als God zelf. Timmermans humor is niet zozeer groots in het enkele komische moment; de verdienste daar in schuilt in de gestyleerde verwerking van de volkshumor. Groter is hij in het gesynthetiseerde beeld, van Timmermansꞌ werk; als geesteshouding.

    Het is die humor, die zijn werk meestal behoedt voor pathetiek, rethoriek, en melodrama, waarvoor het gevaar lang niet denkbeeldig is.
    Timmermansꞌ werk is niet actueel. Hij past weinig of niet in welke artistieke stroming dan ook. Hij is meer van alle tijden dan specifiek van de onze. Hij is als zijn volk, dat hij in zijn werk vereeuwigd heeft : wisselend van uiterlijk, maar in wezen steeds dezelfde. En als typisch "volks" schrijver, die zijn inspiratie direct put uit dat volk en niet indirect uit de grootsten, de individuen uit dat volk, past hij wellicht meer in het middeleeuwse wereldbeeld (wat de West-Europese cultuur betreft) dan in het onze.

    In Timmermans is iets van den Gothieker, die zich uitleeft in vormen en geïmproviseerde ornamenten, meer dan in een harmonische grote compositie, wiens vormgeving meer een beeld is van steeds wisselende strijd om het ene ideaal, dan de gestalte van een goddelijk genieten en bezonnen rust ; meer een drager van symbolische waarde, dan een concrete aesthetische gestalte op zich.
    Het is om dat weinig tijdsrepresentieve, dat Timmermansꞌ werk vaak zo verschillend door de critiek is beoordeeld. Al wie zich op een principieel dogmatisch religieus, aesthetisch of ethisch standpunt stelt bij de beoordeling van dit werk, kan vaak niet anders dan het, profanerend, artificieel of oppervlakkig woordengespeel verwijten. En dat is eigenlijk heel jammer. Want Timmermansꞌ werk is in zijn beste momenten van een zo diepe en raadselachtige problematiek als den mens zelf. En daarin loopt veel critiek dood.

    *******

    15-03-2020 om 15:58 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zachte Keel - Frans Verstreken

    " Muziek maakt al lawaai genoeg "
    (Constant Snijders  in  'De  zachte Keel')

    Door Frans Verstreken uit de brochure 'De zachte Keel' in 30/01/1968

    Niemand zal betwisten dat Felix Timmermans geen dramaturg was. Uit zijn boeken, die de lezer nog steeds een geluksgevoel blijven schenken, stralen zijn grootste verdiensten : een blijgeestige vertelkunst, gevoed door een sterke verbeeldingskracht, een originele beeldspraak en een dichterlijke visie.
    Maar de schrijver vermocht niet zijn verhalen in een vlotte toneelaktie te transponeren.
    Buiten beschouwing laat ik zijn vertaalwerk en 'Holdijn' (1911), dat als drama een mislukking was.

    In samenwerking met Eduard Veterman ontstonden Timmermans' meest gewaardeerde stukken. Het aandeel van deze Haagse letterkundige en regisseur is belangrijk. Uit het te bewerken boek ontwierp hij het skelet met de dramatische motieven. Hij was verantwoordelijk voor de toneel technische vormgeving. Timmermans borduurde verder op dit stramien. Hij zorgde voor een pittoreske aankleding en gaf de dialogen hun kleurige eindtoets.
    Uit die innige, professioneel verantwoorde samenwerking groeiden het groteske 'Mijnheer Pirroen' (1922), de kerstlegende 'En waar de Ster bleef stille staan...' (1924) en het ontroerende 'Leontientje' (1926).

    Deze werken staan nog geregeld op menig repertoire.

    'De hemelse Salomé' (1930) is het enige oorspronkelijke toneelstuk dat Felix Timmermans alleen voltooide.
    Dr. Karl Jacobs dramatiseerde 'Het Kindeke Jezus in Vlaanderen' (1933) ; de Lierse auteur zelf vertaalde de Duitse toneelbewerking terug in het Nederlands (1938). 'Die sanfte Kehle' (1937), in het Nederlands onuitgegeven, ontstond in samenwerking met dezelfde Duitse toneelschrijver en kenner van de Vlaamse letterkunde.
    Met medewerking van de operette-librettist en regisseur Hendrik Caspeele schiep Timmermans 'Het Filmspel van Sint-Franciscus' (1938), dat als openluchtspel werd gekreëerd.
    Jacobs was ten slotte medewerker voor de toneelaanpassing van 'Pieter Brueghel' (1943).
    Toneelmatig zijn deze werken (1930-1943) vrij zwak. Het ontbreekt aan dramatische spankracht, éénheid van handeling, een fascinerende verwikkeling en een verrassende ontknoping. In plaats van een gesloten struktuur, blijft het doorgaans bij een aaneenschakeling van bekoorlijke taferelen met enkele Timmermansiaanse hoogtepunten.

    De toneelbewerkingen van P.G. Veens (pseudoniem van zijn stadgenoot Gommaar Torfs) mocht Timmermans niet meer beleven : 'De Kerstmis van de Krab' (1955) en 'Boerenpsalm' (1956).
    In zijn Timmermans-herinneringen beschrijft Dr. Karl Jacobs, die verscheidene boeken van de Lierse letterkundige in het Duits vertaalde, het groeiproces van 'Die sanfte Kehle'. Vooraf bespraken beide auteurs hun werkschema : Timmermans had het thema bedacht, Jacobs zou instaan voor de dramatische ruwbouw, waarna 'de Fé' de dialogen zou schrijven. In de praktijk kwam van dit plan niets terecht.
    De taken kruisten elkaar, het werk werd vaak langdurig onderbroken, de hele opzet vorderde moeilijk per briefwisseling. Het bleek noodzakelijk dat Karl Jacobs te Lier kwam samenwerken. Tijdens voorbereidende wandelingen werden de inspiratiemotieven bezocht : huis en tuin van de burgemeester, winkeltjes van bakker en schoenmaker. Ze gingen praten met mensen die onbewust model stonden voor de toneelpersonages.
    Felix vertelde autentieke anekdoten, die in het stadje mondgemeen waren en die ze ten tonele zouden voeren.

    'In Lier mag het blijspel in geen geval opgevoerd worden.' zei Timmermans, 'want dan zou ik mij niet meer op straat durven laten zien.'

    Uit beider samenwerking ontstond de 'chronique scandaleuse'. De Lierse schrijver ruilde zijn goedlachse ironie tegen een hekelende toon. De satire op bepaalde groepen uit zijn geboortestadje verdraagt wel enige charge. 'Die sanfte Kehle' word kennelijk gevoed door plaatselijke bronnen. De Lierse achtergrond valt niet te loochenen en gekende situaties schemeren door de tekst. In deze lachspiegel herkennen wij onszelf. De oorspronkelijke titel 'Orpheus' word gewijzigd om voor Lierenaars al te doorzichtige redenen.

    De kreatie vond plaats te Keulen in oktober 1937. Tot het laatste uur bracht Timmermans nog korrekties aan, waarbij regisseur Vitus de Vries als adviseur optrad. De Lierse auteur en illustrator ontwierp dekor en kostuums. Het sukses was enorm. De toneelrecensies zwaaiden hooggestemde lof over dit 'volksstuk'. Men noemde het blijspel 'een greep uit het volksleven', 'een spektakel van humor, van grappige woordspelingen, van komische situaties, van grove scherts en menselijke zwakheden, zodat het een genoegen is voor akteurs en toeschouwers.' Karl Eiland besloot : 'Timmermans' sprong op het toneel is gelukt.' Vooral de sappige, onverbloemde taal en de plastische schildering genoten grote waardering. 
    Schreef Richard Litterscheid : 'ein Meisterwerk szenischer Kleinmalerei und warmblütiger Charakterzeichnung.'
    Ook elders in Duitsland kreeg 'Die sanfte Kehle' open doekjes. Op twee speelseizoenen kwam het stuk in een dozijn schouwburgen, totdat de reeks opvoeringen afbrak op een wenk van de hoogste autoriteiten.

    In januari 1938 verscheen 'De zachte Keel' vóór het voetlicht in de K.N.S. te Antwerpen. Pers en publiek prezen de regie van Joris Diels en de vertolking van Lize Van Camp, Robert Marcel, Jan Cammans, Remi Angenot, Jeanne De Coen en Greta Lens. Ondanks de uitstekende bezetting werd het toneelwerk door de kritiek ongunstig onthaald. Sommige kranten spraken van 'langdradigheid' en 'goedkope effekten'. Het blijspel hield één week de Antwerpse planken. Nadien verdween het in Vlaanderen van de affiche.
    Het bleef in het Nederlands onuitgegeven.

    Het stuk cirkelt rond de pochhans Constant Snijders, die als dirigent van de zangvereniging 'De zachte Keel' de rust in het Netestadje komt verstoren en er de hartstochten ontketent. Nochtans is deze muzikale pierewaaier geen eigenlijk hoofdpersonage, want de karikaturale burgemeester — tevens voorzitter van de koorvereniging, — zijn levensblije vrouw, de vlaaikensbakker Soke Van der Musschen met zijn zoon en het schoenmakersgezin Piet Lantaarn zijn belangrijke en dik in de verf gezette nevenfiguren in dit web van soms kunstmatig ingewikkelde situaties.
    Het gebrek aan karakterontleding wordt vergoed door de 'couleur locale', de rake typering van mensen en dingen en de humoristische samenspraken.
    Regisseur Jozef Saerens is zich bewust van de zware opdracht. Hij meent dat het blijspel alleen te Lier belangstelling kan wekken omwille van de provincialistische anekdotiek, de vaak geestige tekst met schilderachtige volksgezegden. Het is een brok levende folklore die vooral in het eerste bedrijf tot uiting komt. Talrijke coupures werden in slappere speelfazen aangebracht, herhalingen en verouderde monologen doorgehaald, krachtpatsers gemilderd en nodeloze vertakkingen van de intrige gesnoeid. Aldus versoberd zonder de geest van Timmermans te schaden, wordt 'De zachte Keel' in 1968 speelbaar, mits volgehouden hoog tempo.

    In de Nederlandse brochure werden door regisseur en akteurs vele uitdrukkingen vervangen door typisch Lierse dialektvormen. Een waagstuk is het alleszins streektaal naast A.B.N. te laten spreken.
    In dit stuk praat de burgerij Nederlands, terwijl de volkslui zich in hun onvervalst Liers dialekt uitdrukken.
    Dit prettig kontrast, dat vooral in het begin bevreemdend kan lijken, tekent nochtans de schrille tegenstelling van sociale klassen in de kleinsteedse Biedermeiertijd. De Franssprekende elite uit de vorige eeuw hield zich in de realiteit toch ook op grote afstand van de bevolking.
    Die breuk kan op toneel slechts door A.B.N. – dialekt worden gesuggereerd.

    En toch aarzel ik niet deze verbondsvoorstelling toe te juichen. Door dit prijzenswaardig initiatief krijgt het Lierse publiek wellicht de enige gelegenheid kennis te maken met dit vrijwel onbekende werk van Felix Timmermans. Dat de spotlights een minder briljant facet van zijn kunst belichten, zal de talloze bewonderaars van de geniale schrijver niet beletten er blij om te zijn dat deze première-in-eigen-stad het totaalbeeld van zijn artistiek oeuvre helpt vervolledigen. De scenische onvolmaaktheden van 'De zachte Keel' doen niet de geringste afbreuk aan de hoge waardering van Timmermans als dichter van poëzie en proza. 'Onze gebreken zijn een deel van onze kracht,' lezen we immers in 'Adriaan Brouwer'.

    Een paar toneelvlekjes kunnen de vele glanspunten van zijn kunst niet verdoffen.

    *******

    14-03-2020 om 10:13 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!