Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    18-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Breugel in Lier - Frans Verstreken

    Breugel in Lier.

     

    Door Frans Verstreken  -  1973

     

         Dat Pieter Bruegel de oudere tot de grootste en de geniaalste kunstenaars behoort die ooit geleefd hebben, zal nu ook wel de laatste weken, nu zoveel over hem werd geschreven, voldoende zijn bewezen.

    Toch willen ook wij nog een eenvoudige bladzijde wijden aan deze grote figuur naar aanleiding van het jubeljaar, zijnde de verjaring van zijn afsterven, 400 jaar geleden.

         Bruegel was en blijft een kunstenaar van wereld-formaat, een eer voor de Nederlanden, wiens werk vooral een weerspiegeling is van het leven en de geest van zijn tijd : de problemen van godsdienst, van dood en hel en duivel, de mythologie en de allegorieën, het hem omringende land en de daarin levende mens, het kinderspel en het volksleven, alles heeft hem uitermate geboeid, en hij heeft het in een rijke oogst van schilderijen en tekeningen tot ons laten komen.

         Na Antwerpen, waar hij leerling wordt van Pieter Coucke deken van de St Lukasgilde, reist hij naar Italië en komt nadien op ongeveer 38-jarige leeftijd naar Brussel, waar hij de dochter van zijn leermeester huwt. Maar reeds in 1569 overlijdt hij, amper 43 jaar oud.

     

         Met Jeroen Bosch die reeds bij Bruegels geboorte overleden was, is hij sterk verwant, vooral dan in zijn afbeeldingen van hel, duivel en dood. Die vinden we terug in de geweldige schilderij, "Triomf van de Dood" (Prado, Madrid) waarin hij, sterk detaillerend, vertelt van de onverbiddelijke, over alle mensen en standen heersende macht van het noodlot. "De strijd van de H. Michaël" is ook de kamp tegen de hellekrachten, sterk van eenheid en vol soberheid gecomposeerd. De kenmerken van deze beide werken vinden we als het ware verenigd terug in het schilderij "Dulle Griet" (Mayer-Van den Bergh, Antwerpen) dat helemaal is opgevat naar de gedachtenwereld van Jeroen Bosch.

         Dulle Griet is het boze wijf, dat ook de duivel een kussen weet aan te binden, zoals in het tafereel van de spreekwoorden. Hier verschijnt ze in de hel, met de scherpe, starre blik, de mond half geopend tot een schreeuw, en gewapend met helm, kuras, zwaard en keukenmes, en met al het geroofde, onder de arm en in de voorschoot, voorthollend als een soort aanvoerster bij een schare andere "dulle grieten"... Nu is het de tijd om dit en andere kunstwerken van deze grote meester rustig te gaan bewonderen!

     


    dullegriet.jpg
     

         In dit Bruegel-herdenkingsjaar werd de geniale Vlaamse meester hulde gebracht onder allerlei vormen : tentoonstellingen, voordrachten, speciale tijdschriftnummers, boeken, films, toneelvoorstellingen, populaire stoeten, volksfeesten, monumenten, wedstrijden en de uitgifte van postzegels. Gemeenten uit Limburg en Noord-Brabant betwisten elkaar de eer van zijn geboortegrond. Antwerpen en Brussel eisen de kunstenaar rechtmatig voor zich op, terwijl elke vierkante meter van het Pajottenland werd afgegraasd, op speurtocht naar reminiscenties met gebouwen en landschaptypes uit Bruegels werk.

         Heel Vlaanderen holt Bruegel achterna. Maakt de Netestad - die zich volgens Marnix Gijsen 'weinig minder' waant 'dan de navel der aarde' - nu ook aanspraak op Pieter Bruegel de Oude ? Kent de Lierse neiging tot adoptie dan geen grenzen ? Toch wens ik in deze bijdrage naar enkele raakpunten te zoeken met de geniale schilder.

     

         Dat de burgemeester van Lierke-Plezierke dr. Frans Bruegelmans heet, is een louter politiek toeval. In de wandeling wordt zijn familienaam al eens afgekort tot de naam van de 16de-eeuwse reus. In dit homoniem schuilt hoegenaamd niets onvriendelijks, want het klinkt mij (en hopelijk hem) in de oren als een vertrouwelijke... troetelnaam, uiting van volkshumor.

    Het bezit van een café 'Breughel' deelt Lier met honderden Vlaamse gemeenten, die in hun herbergen Rubens met enkele lengten verslaan. Maar er is meer om deze regels te verantwoorden. Wat dacht u ?


                         pratendeboeren.jpg

        
    De privé-kollektie van de Lierenaar Jos Verhoeven bevat een ongesigneerde pentekening met bisterkleurige inkt, voorstellende 'Pratende boeren op een landweg'. De verzamelaar kent dit onloochenbaar fraaie werkje op eigen gezag toe aan Pieter Bruegel de Oude.

    Daarbij steunt hij op de papiersoort, de behandeling van de figuren, hun kledij en de vlotte Bruegeliaanse schriftuur van de schets. Deze blijkbaar onbekende en nergens geciteerde figuurstudie zou wel eens een krabbel 'nart het leùen' (naar het leven) kunnen zijn, waarbij kleurnotities ontbreken. Ik durf echter de autenticiteit van dit vermeende Bruegel-werkje niet te onderschrijven, vooraleer een kritische stijlvergelijking en een wetenschappelijke analyse door kunstexperts deze intuïtieve overtuiging bevestigen.

         Langer wou ik stilstaan bij Felix Timmermans, die zich van in zijn jeugd onweerstaanbaar aangetrokken voelde tot Bruegel. In 'Een Lepel Herinneringen' vertelde hij over de kennismaking met zijn schilderijen : 'Een vreemde aandoening greep mij aan. (...) Het kwam mij voor alsof ik daar al jaren naar gezocht had.' Hun gedachtenwereld had immers punten van overeenkomst : de wezenlijke verbondenheid met het Vlaamse volk, het peilen naar volkse wijsheid, humor en onmacht.

         Beiden observeerden de grootheid van de natuur, het doordeweekse boerenleven en de betrekkelijkheid van het menselijke streven. Hun hart schreit en lacht in één penseeltrek, in één zin. Verwantschap ligt zeker verborgen in de zintuiglijke verbeeldingskracht van hun narratieve kunst.

         'Maar de eenvoudigste lezer bevroedt dat niet Timmermans Bruegel, doch Bruegel Timmermans heeft gekozen. En dat zulks geschiedde met het oog op het schrijven van een boek. waarin de vreugde deze der scheppende schoonheidsbelevenis is, de humor voortdurend rondwaart in de buurt van de door pijn veroorzaakte grijnslach.'

    Dit is het oordeel van Hubert Lampo over de vaak omstreden en in vele talen verspreide, geromanceerde biografie 'Pieter Bruegel, zoo heb ik u uit uwe werken geroken' (1928).

    In de kolofon schreef de Lierse auteur: 'God zij dank, dat het af is geraakt ; k heb er lang aan gewerkt, maar er veel geluk aan gehad.'

    Jaren voordien had hij reeds artikels en lezingen aan Bruegel gewijd.

         In 1924 sprak Felix Timmermans te Brussel een 'Feestgroet' uit. bij het vierde eeuwfeest van de geboorte van de schilder. Die toespraak verscheen toen in een bibliofielen-uitgave.

    Bij wijze van voorwoord werd ze onlangs herdrukt in het monumentale boek 'Onze Bruegel' (1969) van Bob Claessens en Jeanne Rousseau en waar deze heilgroet ten onrechte als een uitzonderlijke primeur wordt voorgesteld. Na zijn roman zette Timmermans de studie voort en drong steeds dieper door in de doolhof van Bruegels raadselachtige geest. Een bezoek aan het Kunsthistorisch Museum te Wenen inspireerde hem tot de monografie 'Het Vlaamsche Volksleven volgens Pieter Brueghel' (1936). Voor 'Honderd groote Vlamingen' (1941) leverde hij de bijdrage over de geniale meester. In samenwerking met Karl Jacobs bewerkte hij zijn roman tot het toneelspel 'Pieter Brueghel' (1943). Terloops noem ik de grote pasteltekening 'Het Gevecht tussen de Vetten en de Mageren' (1944) van Fred Bogaerts en die kennelijk is geïnspireerd door het kapittel uit Timmermans' 'Bruegel', opgedragen aan deze Lierse artiest.

         Op 13 december 1924 stuurde de letterkundige, die toen tussen voordrachtreizen in zijn 'Schoon Lier' voltooide, een kaartje naar Marcel Cordemans, belast met de leiding van de reeks 'Eigen Schoon' : 'Ik heb een schoone ontdekking gedaan ! Peter Breughel heeft ons stadje Lier in inkt afgetekend. Dat is wel een groote eer voor de stad, en een geluk voor mijn werk over de schilder! Al bladerend in Friedlander vond ik op blz. 118, een zicht op een stad. Ik verschoot en ik zag het duidelijk het was Lier van aan het Spui-huizeken gezien ! Blij dat ik was ! Bruegel is te Lier geweest! gaan laten zien naar Jules Van In, die het bevestigt ! Zouden wij dat nu niet desnoods op couché papier in ",Schoon Lier" zetten ? Schrijf rap ! 'Maar de tijd drong en de drukker had zijn geduld opgebruikt. Cordemans vroeg echter een stukje over deze ontdekking voor 'De Standaard'.

         Timmermans bedoelde de pentekening 'Landstrasse bei einer Stadt' illustratie nr 64 in het boek van de Duitse kunsthistoricus. Lia Timmermans voegt er in 'Mijn Vader' aan toe : 'Daardoor kwam hij in contact met Friedlander' aan wien hij ook een hoofdstukje uit zijn boek opdroeg.' Over deze vondst publiceerde de Fé een juichend artikel in 'Ons Volk ontwaakt' van 8 februari 1925. Daarin beschreef hij o.m. het 16de-eeuwse profiel van het Netestadje, zoals Bruegel het vastlegde vanuit het noord-oosten, gezeten op de lichte verhevenheid tegen het Spui, het sluisgebouw uit 1508 dat tot de tweede omheining behoort.             In het rechtse gebouw herkent de auteur de Sint-Gummarustoren, oorspronkelijk met een naald, die pas in 1609 voor de eerste keer door de bliksem getroffen werd en afbrandde.


    landschap.jpg

    'Het torentje op de kerk is louter fantazie. De kerk had steeds haar luchtig, slank spits kruisbeuk-torentje ; maar daar men in Breughel's tijd nog al veel van de peervormige torentjes en kruisbeuken zag (zie de O.L.V.-kerk te Antwerpen) en het peervormige torentje echt een mode was, en men bij het afteekenen van een stad zoo heel nauw niet zag, zal Peter dit torentje t'huis als hij de teekening in inkt zette, uit louter esthetisch gevoel, anders zouden het allemaal spitse torentjes geweest zijn, of uit modegenegenheid dit torentje peervormig gemaakt hebben.'

         Verder verklaart hij boompartijen, huizengroepen en muur. 'De drie kerkjes daarachter, zijn het oude Gasthuis in de Berlarij, de pastorij van 't Gasthuis rechts, en het linksche kerkje de Kluis of het Sionsklooster.' Op de voorgrond herkent hij de vroegere beemd van de Oever met de Nete, kronkelend naast de dijk. Marnix Gijsen, die bij Timmermans op bezoek kwam, ontcijferde bovenaan de rand XLII, wat geïnterpreteerd werd als de datering 1542. Archivaris-bibliothekaris Van In staafde de hypothese van het Lierse stadsbeeld. En het stuk besluit: 'Maar ik weet wel, lezer, gij hebt gedacht dat ik bezonder blij was omdat ik nu ontdekte dat Breughel te Lier was geweest, en ik hem dus vrijelijk in mijn boek naar Lier een pint kon laten gaan drinken.

         Och neen, want hadde ik het plaatje nooit ontdekt, dan toch ware Peter Brueghel naar Lier gekomen, even stout en vrij als thans, nu het inderdaad waar is.' In een interview met G.H. Pannekoek jr. verschenen in 'Den Gulden Winckel' van 20 februari 1925, werd nog uitvoerig op deze tekening teruggekomen. De historische waarschijnlijkheid van Bruegels bezoek aan Timmermans' geboortestad groeide tot een zekerheid. Dat de Vlaamse reus zijn voetspoor op de Lierse bodem heeft afgedrukt, is een eer voor het kleine provinciestadje, waar Filips de Schone kwam trouwen en waar veel later Victor Hugo, Franz Liszt en G.K. Chesterton zijn afgestapt, zij het dan de laatste per vergissing. Lier is er niet minder trots om. Tot viermaal toe verschijnt Bruegel in 'Schoon Lier' (1925) dat hij 'zoo vroom was komen uitteekenen.'

    Hij dronk er het onvolprezen kavès-bier. De stad met 'hare vriendelijke silhouet' laat 'haar borst opzwellen'. Aan het slot van zijn loflied op het Pallieterstadje brengt Timmermans een laatste groet aan het 'Lier van Bruegel'.

     

         Lier en de Nete komen in de Bruegel-roman slechts één keer voor, hoewel af en toe plaatselijke toponiemen en herbergnamen opduiken. De auteur lijkt zijn gepland Liers dekor toch enigszins te hebben ingekrompen. Bij Timmermans' inleiding tot 'Liersche Kunst-schilders uit vorige eeuwen' (1942) van Bernard Janssens wordt het panoramisch landschapje van Pieter Bruegel nogmaals afgedrukt, doch zonder verdere kommentaar.

     

    *************

    18-05-2013 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Kerstnachtgelijkenis - Felix Timmermans

    Een Kerstnachtgelijkenis.

     

    Uit Ons Volk  -  1921  -  door Felix Timmermans.

     

         Den dag te voren bij avondval was er in de zijgende sneeuw een krakend foorwageske, door een oude man en een hond voortgetrokken, voorbij den steenweg gekomen, en achter het ruitje had men het bleek gelaat ontwaard van een smalle, jonge vrouw die zwanger was en groote, triestige oogen had. Ze waren voorbijgegaan en wie hen had gezien, dacht er niet meer over na...

         Den dag nadien was het kerstavond en stond de lucht puur en helder, dunblauw over de wereld dik in sneeuw. En de manke herder Suskewiet, de palingvisscher Pitjevogel met zijn kaalkop, en de bedelaar Schrobberbeeck die zwerende oogen had, gingen gedrieën de hoeven af, gekleed als de drie Koningen, voorzien van een houten ster die draaide aan een staak, een kous om er het geld in te bergen, en een bezaatse om er het eten in te steken. — Z' hadden hun frakken naar buiten omgetrokken, — de herder had een hoogen hoed op, Schrobberbeeck droeg een bloemekeskroon uit de processie en Pitjevogel, die de ster liet draaien had zijn gezicht met schoenblink ingesmeerd.

         't Was een goed jaar geweest met een dikken oogst, alle boeren hadden een verken in de pekel gelegd en zaten al pijpesmoorend vóór den heeten haard, onbekommerd naar den uitkoom te wachten. De herder Suskewiet kende schoone liekes, oud van dagen, Pitjevogel kon de ster zoo egalig doen draaien, en de bedelaar zoo'n echte bedelaarsoogen trekken, dat bij maanopkomst de voet der kous vol geld zat en de bezaatse ging spannen lijk een buik. Er stak daar brood in, hespenknoken, appelen, peren en worst. Ze waren in hun blij humeur, ze gaven duwen aan elkander, en ze vergenoegden er zich reeds in, daar dezen avond een een krachtige borrel « vitriool » op te drinken in « Het Zeemerminneken », en van het goed en lekker eten den buik rond te zetten, dat men er een vlooiken op kon kraken.

         En 't was maar eerst als de boeren de lamp uitdraaiden en slapen gingen, dat zij met het zingen uitscheidden en hun geld begosten te tellen in den kleeren manenschijn.

    Jongens! Jongens! Genever voor een volle week en men zou er nog vleesch kunnen bijkoopen en toebak!

     

         Met de ster op den rug stapte het zwert Pitjevogel vooruit en de twee anderen volgden met het water in den mond. — Maar hun ruwe zielen overviel stilaan een vreemde bedeesdheid. — Ze zwegen. — Was het door al die witte sneeuw waarover de hooge maan scheen? om de grillige schaduwen der boomen? om hun eigen schaduwen? om die stilte, die stilte van sneeuw, waarin zelf geen uil geluid maakte, noch een hond van eind of veere baste?

         Nochtans waren zij als doolerds en dwepers der groote wegen, van waterkant en eenzame vlakten van geen klein gerucht vervaard. — Z' hadden veel wonderlijks in hun leven gezien, dwaallichten, spoken en zelfs Lange Wapper. — Maar nu was het iets anders, zooiets als de angst voor de komst van een groot geluk. Het kneedde hun hart ineen, en de bedelaar gewaagde te zeggen : « Ik ben niet bang!»  « Ik ook niet, » zeien de twee anderen tegelijk, hun keel beefde. « 't Is kerstnacht vandaag, » troostte Pietjevogel, « En dan wordt God optenieuw geboren, » voegde de herder er vroom bij. « Is het waar dat de schapen dan met hun kop naar 't oosten staan? » vroeg Schrobberbeeck. « Ja, en dan zingen en vliegen de bijen. » « En dan kunt ge dweers door het water zien, » bevestigde Pitjevogel.


    Afbeelding op volledig scherm bekijken

        
    Er was weer de stilte, die iets anders was dan stilte, als de aanwezigheid van een voelbare ziel in ’t schijnen van de maan. « Gelooft ge dat God nu terug op de wereld komt? » vroeg angstig de bedelaar en hij dacht aan zijn zonden. « Ja, » zei de herder, « maar waar dat weet niemand... hij komt maar voor een nacht. » Hun schaduwen liepen vóór hen uit, en 't maakte hun nog bevreesder. Ineens merkten ze, dat ze op verkeerde wegen waren, ’t Was met al die sneeuw die de bevroren beken en wegen had toegedekt. Ze bleven staan en zagen rond; overal sneeuw en maneschijn en boomen hier en daar, maar geen hoeve nergens in den omtrek. Ze waren verdwaald, en bij het maanlicht zagen ze den schrik in elkanders oogen.

         « Laat ons bidden, » smeekte Suskewiet, de herder, « dan kan er ons niets kwaads overkomen. » Wees gegroeten prevelend, gingen ze aarzelend verder. Toen was het dat Pitjevogel het vredig avondlicht uit een vensterken stralen zag. Zonder iets te zeggen, maar blije zuchten latend gingen z' er op af. Ze zeien het niet, maar ze zagen en hoorden het alle drie : Ze hoorden bijen gonzen, en onder de sneeuw, daar waar er grachten waren, schemerde een klaarte, als brandden er lampen onder.

     

         En aan een root droomende knotwilgen stond een kreupel foorwagentje, waar het Pitjevogel ging het trappeken op en klopte op de deur. Een oude man met een stijven stoppelbaard kwam vertrouwelijk opendoen. Hij verwonderde zich niets over het zot costuum, de ster en het zwart gezicht. « We komen u den weg vragen, » stotterde Pitjevogel. « De weg is hier, » zei de man, « kom binnen. »

         Verwonderd over dit antwoord gehoorzaamden ze gedwee, en daar zagen ze in den hoek van den kouden, ledigen wagen een jonge vrouw zitten een meisje haast, in blauwen kapmantel, die aan een heel klein, pasgeboren kindeken, een bijna ledig borstje gaf.

    Een groote gele hond zat daarnaast en had zijn goeden kop op hare magere knie gelegd.

    Hare oogen droomden triestig maar als zij de mannen zag, kwam er vriendschap in en genegenheid. En zie ook het kindeken, nog met dons op het hoofd en zijn oogen als spleetjes, lachte hun toe en was bezonder met het zwerf-gezicht van Pitjevogel ingenomen.     Schrobberbeeck zag den herder knielen en zijn kroontje afnemen, hij knielde ook, had ineens groot berouw van zijn zonden, die veeltallig waren, en tranen  kwamen in zijn zwerende oogen, toen boog Pitjevogel ook zijn knie. Zoo zaten zij daar en zoete stemmen zwollen rond hun hoofd, en een zoete zaligheid, grooter dan alle plezieren, vervulde hen.

    En niemand wist waarom.

         Ondertusschen probeerde de oude man in het ijzeren stoveken een vuurken aan te maken, Pitjevogel, die zag dat het niet ging, zei bereidwillig. « Wil ik u helpen? » « Het kort toch niets, het is nat hout, » antwoordde de man. « En hebt ge dan geen kolen? » « Wij hebben geen geld, » zei de oude mistroostig, « En wat eet ge dan? » vroeg de herder. « W' hebben geen eten. » De koningen zagen beteutert en ingenomen den ouden man en de jonge vrouw aan, het kind en den reepmagerere hond. Dan bezagen ze elkander alle drie. Hun gedachten waren eender, en zie de kous met geld wierd omgeschud in den schoot der vrouw, de bezaatse met al het goed eten wierd leeggehaald en op een scheef tafeltje neergelegd.

    De oude beet gretig in het brood en hij gaf aan de jonge vrouw een blozenden appel, die zij, voor er in te bijten spelenderwijze voor haar kindeken zijn lachend oogskes hield.

    « Wij danken u, » zei de oude man.

    « God zal u beloonen! »... En weer gingen z' op weg, den weg dien zij kenden, instinctmatig in de richting van « Het Zeemerminneken », doch de kous stak opgerold in Suskewiet zijn zak, en de bezaatse was plat. Z' hadden geen cent, geen kruimel meer.

         « Weet ge nu waarom wij onze verdiensten aan die arme menschen hebben gegeven? » vroeg Pitjevogel. « Neen, zeiden de anderen. « lk ook niet, » besloot Pitjevogel. Wat later zei de herder « Ik geloof, dat ik het weet; zou dat kind soms God niet geweest zijn? » « Wat gij denkt! » lachte de palingvisscher, « God heeft een witte mantel aan met goud geborduurd, en heeft een kroon op lijk in de kerk. «Hij is vroeger met kerstmis wel in een stalleken geboren» beweerde de herder « Ja toen! » zei Pitjevogel, « maar dat is zoo lang geleden! »

    « Maar waarom hebben wij dan alles weggegeven? » «Ik zit er ook mijnen kop op te breken,» zei de bedelaar die honger had. En zwijgend met gehemelten die snakten naar een flinken teug genever en dikbemosterd vleesch kwamen ze voorbij " Het Zeemerminneken " waar licht brandde en gezongen wierd, en gingen ze zonder iets te zeggen maar tevreden in hun hart van elkaar weg, ieder naar zijn bed. De herder bij zijn schapen, de bedelaar onder een hooimijt en Pitjevogel naar zijn zolder waar het doorheen sneeuwde.

     

    ******

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bomans in gesprek met Lia Timmermans

    Bomans in gesprek met Lia Timmermans.

     

    Intervieuw in 1971.

     

         Het laatste boek van Godfried Bomans was "Een Hollander ontdekt Vlaanderen". Daaruit publiceerden we al enkele interviews en gaan we verder met de gesprekken die Bomans had met de weduwe Timmermans en haar dochter Lia.

    Het belangrijkste onderwerp van gesprek zal duidelijk zijn : Felix Timmermans.

    Bomans: Het schilderij dat u nu ziet is geschilderd door Felix Timmermans. De drie koningen heetten Balthasar. Kaspar en Melchior, maar in de Drie-Koningentriptiek, dat beroemd boekje van Timmermans, worden ze : Suskewiet, Pietjevogel en Schrobberbeek genoemd. Het schilderij hangt te Oostende in de huiskamer van Lia Timmermans, oudste dochter van Felix, nu mevrouw Aspeslagh. Lia, we kennen elkaar al zo lang, dat het onnatuurlijk zou zijn elkaar opeens voor de tv niet meer te tutoyeren. Hoe is je vader ertoe gekomen dat bekende verhaal te schrijven?

    Lia Timmermans: In Lier spelen de kinderen altijd drie koningen en dat doen ze op een volkse eigenaardige manier. Ze verkleden zich met kartonnen kronen, met oude kleren en een ster en gaan dan rond in de straten en zingen van huis tot huis om een centje voor hun spaarpot rond te halen. In de tijd dat mijn vader kind was, speelde hij dat ook en toen kwam hij steeds twee rare bedelaars tegen, die met z'n tweeën drie koningen speelden; hij moest dikwijls voor ze gaan lopen, vertelde hij, wegens de concurrentie! De bedelaars wilden natuurlijk zoveel mogelijk geld ophalen om jenever te drinken. Vader heeft dat steeds goed onthouden en later heeft hij van die twee bedelaars er drie gemaakt: Pietjevogel, Schrobberbeek en Suskewiet.

     

    Bomans: Je vader haalde eigenlijk veel inspiratie uit het stadje Lier en omgeving.

    Lia Timmermans: Ja, en ook veel uit zijn kinderjaren en die van zijn vader. Ik geloof, dat je dat goed geschreven hebt, wij hebben er nog met moeder over gesproken, ze zei, ja die Godfried Bomans, die heeft dat toch goed gezien, dat ons pa werkelijk alles zette onder de glazen stolp van Lier. Dat heb je geschreven in "Denkend aan Vlaanderen".

     

    Bomans: Ja, dat beeld heb ik gebruikt. Was je vader streng, Lia?

    Lia Timmermans: Nee, wij hadden absoluut geen strenge vader, integendeel. Dat was hij uit principe niet. Hij zegde altijd : een kind moet verwend worden, want de kindertijd is de enige tijd dat men verwend kan worden, later wordt men dat niet meer. Hij vond ook dat als men een heerlijke jeugd heeft gehad, dit een sterkte betekent voor het latere leven.

    Ik geloof dat hij daarin gelijk had.

     

    Bomans: Is dat bij jou ook uitgekomen?

    Lia Timmermans: Ik geloof het wel.

     

    Bomans: Wie werd van jullie het meest verwend?

    Lia Timmermans: Het meest? Wij alle vier, maar ieder op een andere manier. Gomaar werd natuurlijk heel erg verwend, omdat hij de jongste was. Er waren zoveel dingen waarmee vader ons verwende; bijvoorbeeld als het mooi weer was in de zomer, dan ging hij met ons de natuur in. Hij kon heel mooi vertellen over de bomen, de bloemen en de dieren. Wij gingen mee en we mochten dan picknicken; als het héél mooi weer was vond papa dat we niet naar school hoefden.

     

    Bomans: Dan moest je toch een briefje hebben?

    Lia Timmermans: Hij gaf dan altijd hetzelfde briefje mee : Mijn kinderen zijn gisteren niet naar school kunnen komen wegens onvoorziene doch ernstige familieomstandigheden.

     

    Bomans: Een heerlijke vader was dat

    Lia Timmermans: Natuurlijk had het nonnetje het dadelijk door, maar vader tekende er steeds een mooi tekeningetje bij en dan werd het door de vingers gekeken.

     

    Bomans: Wat wou je broer worden in de tijd dat hij klein was?

    Lia Timmermans: Mijn broer wou altijd matroos of kapitein worden. Vader heeft er ten andere nog een verhaaltje over geschreven. Gomaar wilde altijd op een boot varen, maar wij hadden geen boot. Vader liet een matrozenpakje voor hem maken en dan ging hij met de kleine naar Antwerpen. Hij vaarde met Gomaar op de Sint-Annekes-boot, de overzetboot van de rechter- naar de linkeroever van de Schelde. Op Sint-Anneke zegde hij dan : "Sé manneke, nu zijde gij kapitein van den boot; gij zijt den baas en als gij zegt : die boot moet terug naar Antwerpen, dan vaart hij terug". Natuurlijk vaarde de veerboot terug naar Antwerpen!

     

    Bomans: Prachtig is dat! Was jouw vader vroom, Lia?

    Lia Timmermans: Ja, dat is een van die dingen die op mij steeds een grote indruk hebben gemaakt; hij was zo diep godsdienstig. Hij ging iedere dag naar de mis en ging ook iedere dag te communie. Hij hield geen zedepreken, maar bad heel veel. Hij was diep gelovig met een zeer kinderlijk geloof en een grote nederigheid.

     

    Bomans: Hoe laat ging hij naar de kerk?

    Lia Timmermans: Hij ging altijd naar de mis van half acht.

     

    Bomans: Dan moest hij vroeg op. Deed hij nog iets in het huishouden?

    Lia Timmermans: Dat vond hij wel eens plezant Als wij niet graag naar school gingen, maakte hij zelf het ontbijt klaar: chocoladekoffie of hij bakte spek met eieren, en wanneer hij dan nog iets plezierigs verteld had, gingen wij weer goedgezind naar school.

     

    Bomans: Hij hield dus heel veel van zijn kinderen. Jij was de eerste die trouwde en de enige van wie hij het huwelijk heeft meegemaakt. Had hij toen verdriet?

    Lia Timmermans: Hij vond het wel spijtig. Ik weet nog, dat hij toen geweend heeft; ik stond er verstomd van en begreep het niet.

     

    Bomans: Begreep je niet, dat het om jou was?

    Lia Timmermans: Jawel, maar ik begreep niet dat een vader verdriet kon hebben wanneer zijn dochter trouwde.

     

    Bomans: Ging je ver weg wonen?

    Lia Timmermans: Wel nee, ik bleef te Lier wonen, tien minuutjes verder.

     

    Bomans: Wanneer schreef jouw vader het meest?

    Lia Timmermans: Hij schreef het meest 's morgens. Wanneer we naar school waren. Nadien maakte hij een wandelingetje, naar het begijnhof of tot de vesten en dan schreef hij nog een stukje. In de namiddag kwam er niets van terecht: dan schilderde of tekende hij vaak op zijn kamer, en zaten wij er allemaal bij, dat mocht.

     

    Bomans: Mocht je er ook bij praten?

    Lia Timmermans: We mochten praten, onze poppen aankleden, poppenlappen maken, schilderen en zijn eigen verf gebruiken.

     

    Bomans: Je vader zal wel een goeie verteller geweest zijn.

    Lia Timmermans: Ja. hij vertelde verhalen. Als we klein waren vertelde hij steeds van het konijntje; verder was er een figuur die halvelings verzonnen was en halvelings werkelijkheid; ik ben het eigenlijk nooit echt te weten gekomen; dat was Kaluike, een arme schoenmaker uit de tijd dat vader nog kind was. Die man was zo arm, vertelde hij, dat hij maar één broek had. Vader zegde : als die broek gewassen was en buiten aan de draad te drogen hing, dan zat Kaluike te werken met een rok van zijn vrouw aan. Deze Kaluike kon heel goed vertellen, zei vader. Hij vertelde, dat hij trommelaar was geweest bij de soldaten en hij kon zo goed trommelen dat de koning, toen nog Leopold II, hem bij zich liet roepen in het paleis te Brussel en dat hij voor de troon op een veloeren stoel moest gaan zitten en daar een trommelsolo spelen en dat de koning zodanig was aangedaan dat de tranen hem zo maar over zijn gezicht stroomden.

     

    Bomans: Dat is prachtig. Las hij veel?

    Lia Timmermans: Hij las veel en langzaam. Er waren verschillende boeken waarvan hij hield en die las hij dan telkens opnieuw.

     

    Bomans: Geef eens een voorbeeld.

    Lia Timmermans: De Ilias las hij altijd opnieuw. Er waren sommige dingen van Emerson en van Joris-Karl Huysmans die hij opnieuw las, vroeger ook van Maeterlinck, nadien heeft hij dat niet meer gedaan. Het laatste wat hij gelezen heeft was van Giono, dat was natuurlijk een beetje...

     

    Bomans: Heeft hij ook wel eens een boek van mij aan jullie gegeven, toen je jong was?

    Lia Timmermans: Maar wist ge dat niet? Zo hebben wij jou leren kennen. Vader was naar Nederland geweest, hij kwam terug en zei: "Sé mannekes nu heb ik iets goeds bij, iets plezant; das nu van 'n jongske en dat woont tussen de bloemen en de vlinders en de insekten en dat is plezant tegelijkertijd". Dat was toen Erik.

    Bomans: Heb je dat als kind gelezen?

    Lia Timmermans: Ik was toen al wat ouder, hoor.

     

    Bomans: In 1946 kwam ik bij je vader. Toen hoorde ik Schubert-liederen zingen. Ik vond het zo prachtig klinken in dat oude huis, in het stille Lier en in de kamer ernaast klonken die Schubert-liederen maar door. Je vader zat in een pyjama en hij droeg een kruisje om zijn hals. Hij was jarig, maar dat wist ik niet. Hij werd omhelsd door de pastoor, dat viel me wel op, en hij kreeg een kus op beide wangen. Ik dacht : dat doen bij ons de pastoors niet.

    Heb jij toen ook gezongen?

    Lia Timmermans: Nee, helaas niet Ik heb niet zo een goede stem; het waren mijn zusters Clara en Tonet. Zij zongen en ik moest begeleiden.

     

    Bomans: Jij speelde piano?

    Lia Timmermans: Ik moest altijd piano spelen, ja,

     

    Bomans: Speelde jouw vader ook een instrument?

    Lia Timmermans: Alhoewel hij niet muzikaal onderlegd was, hield hij enorm veel van muziek en als hij iets moois gehoord had, speelde hij dat zelf thuis op de piano. Hij speelde dikwijls op een ocarina, dat is een porseleinen fluit Ik vond dat het een treurig geluid gaf; maar hij floot erop om ons op te vrolijken. Ik zie het nog, in de winter als het zondag was, en donker en grijs in het stille stadje Lier en ik vond het een beetje triestig, dan speelde pa op zijn ocarina, doch ik vond het zo treurig klinken, dat alles nog triester werd.

     

    Bomans: Hij had daar zelf geen flauw vermoeden van?

    Lia Timmermans: Nee.

     

    Bomans: Onder de werken van Felix Timmermans, daar valt ook zijn dochter te rekenen, en dit niet het minste van zijn oeuvre.

     

    Bomans: U bent de vrouw van Felix Timmermans, "Marieke" uit Pallieter. U hebt me als raadsel opgegeven hoe oud u bent, maar dat kan ik niet schatten. U moet het zelf maar zeggen.

    Mevrouw Timmermans: Ik word in juli 79.

     

    Bomans: Echt waar?

    Mevrouw Timmermans: Echt waar.

     

    Bomans: Timmermans woonde in Lier, woont u daar nog?

    Mevrouw Timmermans: Ja, nog altijd.

     

    Bomans: In hetzelfde straatje, in hetzelfde huis?

    Mevrouw Timmermans: Ja  ja, in hetzelfde huis.

     

    Bomans: Hoe heet die straat?

    Mevrouw Timmermans: De Heyderstraat.

     

    Bomans: Al uw kinderen zijn nu uit het nest gevlogen?

    Mevrouw Timmermans: Allemaal weg.

     

    Bomans: U bent alleen?

    Mevrouw Timmermans: Ik ben alleen, ja.

     

    Bomans: Valt u dat zwaar?

    Mevrouw Timmermans: Ja, soms valt het heel zwaar.

     

    Bomans: Stemt het u soms weemoedig om al die herinneringen aan Felix om u heen te zien?

    Mevrouw Timmermans: Rust, waarachtig, ik zie dat graag, ik kijk ernaar, ’t is daarom dat ik zolang in dat huis gebleven ben, helemaal alleen.

     

    Bomans: Als uw man met een boek bezig was, sprak hij dan wel eens met u daarover?

    Mevrouw Timmermans: Ja, hij las het me voor.

     

    Bomans: Hij las het voor?

    Mevrouw Timmermans: Hij las het voor, telkens als hij wat geschreven had moest ik ernaar luisteren en hij vroeg zelfs, wat denkt ge ervan? Ik kan me herinneren, dat er iets was waarvan ik had gezegd : dat moogt ge niet schrijven, dat hoort zo niet en hij heeft naar mij geluisterd.

     

    Bomans: Vond u dat uw man de kinderen te veel verwende?

    Mevrouw Timmermans: Nee, niet te veel. Natuurlijk, als hij op reis was geweest, bracht hij van alles mee, dan waren de kinderen eropuit om hem te zien, hij verwende ze wel, maar toch niet overdreven.

     

    Bomans: Ik ga er fier op de vrouw van Felix Timmermans ontmoet te hebben, u kunt ervan overtuigd zijn, mevrouw Timmermans, dat de werken van uw man in Nederland nog volop leven.

    Mevrouw Timmermans: Dat ben ik ook; ik had overtijd een familie die bij mij gekomen was, zo maar onverwachts hé, uit Holland, en die vertelde me dat ze al de boeken van Felix nog hadden en er dikwijls enen namen om in te lezen.

     

    Bomans: Daar hoor ik ook bij.

    Mevrouw Timmermans: Dat vind ik heel vriendelijk. Ik lees ook uw boeken, hoor.

     

    Bomans: "t Is niet waar?

    Mevrouw Timmermans: Jawel!

     

    Het boek "Een Hollander ontdekt Vlaanderen" van Godfried Bomans is verschenen bij Elsevier Brussel.

     

    ******

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een schrijvende Breughel - Twan Mientjes

    Een schrijvende Breughel...

    Honderd jaar na dato : de wereld volgens Timmermans

    Door Twan Mientjes  -  1986  -  Dagblad voor Noord Limburg.

     

         Trage bloemkoolwolken boven keersrechte kerktorens. Bussels licht over de dampende eerde. En bovenal koleuren - helle, wemelende koleuren : de wereld volgens Felix Timmermans.

    "Kom, lot er os de sijs van aflakke", zeiden fotograaf Jacques Peeters en verslaggever Twan Mientjes. En beiden togen, Op Goed Geluk, naar het stadje waar de grote Vlaamse schrijver, vandaag op de kop af 100 jaar terug, het levenslicht zag.

    Over Schoon Lier. Een paar ontmoetingen, en nog zo wat zaken.

     

                gommaar.jpg
     

         "Ge treft het". Gommaar Timmermans zal het op het eind van de dag tegen ons zeggen.

    De zoon des schrijvers, thans 56 jaren oud, doelt daarmee op het weer.

    Typisch Pallieter-weer.

     

         Lier schittert vandaag in de zon. De hitte spat uiteen op de kasseien. Jongelui, met walkmans over hun oren. Reizen op hun brommers voorbij de terrasjes. Trossen tienermeisjes, die vandaag hun laatste schooldag hebben, groepen bijeen op de bruggetjes over de Nethe. Ge treft het, zei Gommaar Timmermans, maar we vingen aan met pech.

         Bij aankomst is het Timmermans-museum gesloten. "Had ook uw komst tevoren aangemeld", zegt de juffrouw in het Bureau voor Toerisme licht verwijtend. Zij is in blijde verwachting, en wij ook, want haar Vlaamse vriendelijkheid en plichtsbesef doen haar toch even telefoneren naar Marcel Boschmans, de gepensioneerde stadsbibliothecaris. De goede man offert er zijn middag pauze aan op. Het hoeft maar heel kort, zeggen we, want allebei zijn we al eens eerder in het Timmermans-Opsomer-huis geweest. Halverwege de rondleiding echter is hij het die zegt dat we geen haast moeten hoeven hebben.

         Hij vraagt of we het er niet mee eens zijn dat de vele vitrines met boeken, boeken en nog eens boeken plaats hebben gemaakt voor "een thematische aanpak". Timmermans en zijn schilderwerk. Timmermans en zijn krachtig sobere illustraties. De devote Timmermans.

    We geven de oud-stadsbibliothecaris gelijk. "Zelf heb ik een kleine pastel van hem", vertrouwt Boschmans ons toe. "Niet meer, want ze zijn zo vreselijk duur".

     

    * * * * *

     

    Wie was Felix Timmermans? Goeie vraag.

    Wat zullen we zeggen om diepe indruk te maken?

     

         Dat "de Fé" in 27 talen is uitgeven en dat, pakweg, Harry Mulisch hem dat niet nazeggen kan? Zullen we herinneren aan zijn onsterfelijke Pallieter, "de held van een Vlaanderen dat alleen brassen, lampetten en slampampen kan", zoals een boze August Vermeylen ooit recenseerde – en daarmee blijk gaf van gênant onbegrip voor deze sprankelende ode aan het leven, op papier gezet nadat Timmermans een diepe crisis doorgemaakt had?

         Moeten we hier gaan citeren uit "De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijntjen" – een der allerschoonste novellen die ooit aan die harkerige Nederlandse taal ontfutseld zijn? Of zulten we parallellen gaan trekken met Adriaan Brouwer en Pieter Brueghel, de twee schilders die Timmermans zelf zo graag had willen zijn, en aan wie hij dan maar twee volstrekt eigenzinnige biografieën wijdde?

     

         "Voorgangers noch navolgers", schreef Timmermans' eigen biograaf José de Ceulaer, en precies zo is het. En daarom zeggen wij slechts : léés Felix Timmermans om te ontdekken dat wij niet slechts te maken hebben met een veredelde Toon Kortooms. met enkel een soort van soevereine streekromantieker. Zelfs de mallotige Pallieter was nog een klein filosoof je.

    "O Sinte Fransiscus, die scheel zaagt van den hoenger", riep Pallieter uit : Timmermans' barokke bourqondiërdom en ascetische mystiek in één zin samengebundeld.

         A propos : kortelings nog zagen wij "Ik zag Cecilia komen" verfilmd voor televisie.

    Hoe kan men nu een schrijver, van wiens werk de lyriek afdrupt en die zijn zinnen woord voor woord als een boeket bloemen rangschikte, in celluloid trachten te vangen?

    In de jammerlijk gekanaliseerde Nethe drijven plastic zakken en een dode vis. "Alle vissen zwemmen, behalve die gebakken zijn", zeggen we Pallieter na. En binnensmonds laten we een vloek als het middeleeuwse begijnhof vanuit het stadspark moeilijk te fotograferen valt zonder twee 20-eeuwse, wit-rode basketbalschotten van een naburig schoolpleintje mee te nemen.

         Onzin eigenlijk.

    Natuurlijk kan de moderne tijd niet aan Lier voorbijschieten. In een etalage prijkt dan ook een mislukte houten Timmermans-buste temidden van de compact-discs.


    pompc.jpg
     

    Maar nog fraaie gebouwen, ornamenten en doorkijkjes zat. In het Begijnhof zelf bijvoorbeeld. Italiaans heet is het daar, en uitgestorven. Letterlijk, want "het laatste begijntje is vorig jaar naar familie vertrokken", vertelt ons haar oude buurvrouw. Behalve haar en haar eveneens zeer oude, gestokte buurman, treffen wij slechts , een paar dames, stovend in de zon op een bankje, respectievelijk koelte zoekend op tuinstoeltjes in hun voorportiekje. En een schilder die de laatste hand legt aan een fris groen boszicht.

         "Zeker heb ik Timmermans gekend", glimlacht de bewoonster van Margarethastraatje nummero één. "Een doodeenvoudig mens". Ik zag hem vaak langs slenteren, happend van een appeltje. Ge kon er vreselijk mee lachen. Eens bracht ik een Hollander op diens verzoek naar Timmermans' woning. "Bent u Felix Timmermans", vroeg dien Hollander. "Ja, dat ben ik", zei de schrijver, en deed de deur vervolgens weer toe.

    Het besje schatert het x-jaar na dato nog eens een keer uit.

    Wat haar favoriete Timmermans-boek is, vragen we.

         "Het kindeke Jezus in Vlaanderen", klinkt het devote antwoord. "En waar de ster bleef stille staan", zegt haar buurman. En vervolgens ratelt het vrouwtje door hoe jammer het eigenlijk toch is "dat de kinderen op zondagen niet meer zoals vroeger in een net kostuumpje lopen. Vroeger was het toch schoner hier".

         Zo vertelt buurman ons dat de huisjes hier aan het begijnhof van de kerk en de gemeente zijn, maar die van de gemeente een stuk goedkoper in huur. "Van buiten worden ze wel gerestaureerd, van binnen niet. Inderdaad, daar komen de toeristen toch niet". De melkboer arriveert, en binnen kookt de soep over, dus gaan wij een praatje maken met de schilder, die het laatste begijntje hier vereeuwigd heeft, en die "pas beroemd zal worden als ik al dood ben". We geven hem een goede kans, maar zijn vergeten naar zijn naam te vragen.

         Het blijft schitterend, dat Begijnhof. Een dorp in een dorp. Hoe zei Timmermans het ook weer? "En lijk appelenreuk in een kast waar appelen hebben in gelegen, zo leefde hier de vergane Kerstenheid".

    En juffrouw Symforosa natuurlijk, die volgend jaar een standbeeldje krijgt.

     

     

    Bofferds zijn we.

         De oud-stadsbibliothecaris had ons aan De Werf de witte winkelwoning gewezen van Timmermans' enige zoon Gommaar. Hij is nog thuis ook. "Ik stond op het punt van vertrek, maar kom binnen", zegt De Zoon, en hij gaat ons door zijn winkel in antiquiteiten voor naar een achterkamer. Hij heeft wel wat van zijn vader. Tenminste de buik, al komt Gommaar nog niet aan de 111 kilo van papa. "Door en door verwend wierd ik", beaamt De Zoon. die zestien was toen zijn vader stierf.

         "Een huiselijke man, waar een grote rust van uitging. Op vrije middagen en zondagsnamiddags nam hij ons, mijn drie zussen en ik, mee wandelen. Of ook wel als we geen vrij hadden. Als het dan heet was, schreef hij een briefje naar school dat het te mooi weer was om te leren". De Zoon verhaalt ons verder hoe vader zelf confiture maakte van eerdbeziën. hoe hij een liefhebber van dieren was met twee, drie, vier katten in huis, een pluk kippen — niet voor de eieren – en capucineduifjes.

     

         Vaders mooiste boeken? Adriaan Brouwer en Symforosa. Dat is een soort van evolutie voor Gommaar geweest. "Pallieter is natuurlijk mooi als juichkreet aan het leven. Hier en daar en wat overdreven, maar als geheel toch mooi. Maar Adriaan Brouwer, dat is toch meer bezadigd, rijper". Voor we gaan, vragen we Gommaar Timmermans nog hoe hij zich zijn vader het best herinnert. Hij prakkezeert even, en zegt dan : "Ik zie hem nog in zijne lange gele stofjas de plaats bezemen, met in elk van zijn zakken wat jonge katjes, bang dat ze anders platgetrapt wierden. Dat is zo een beeld dat mij voor ogen is gebleven.

         Gommaar Timmermans is al met al tevreden over de erkenning die zijn vader ten deel is gevallen, "al hebben sommige critici hem niet goed begrepen". Van Marcel Boschmans mochten we niet "in die pot gaan zitten roeren": Timmermans heeft de blunder begaan in oorlogstijd de Duitse Rembrandtprijs in ontvangst te nemen. Op zijn sterfbed (1947) werd hij gerehabiliteerd door een onderzoekscommissie, maar zelf heeft hij dat niet meer mogen vernemen.

    Lees wat Louis Vercammen schreef over een inspecteur die Timmermans vlak na de oorlog kwam uithoren :

    — "Waar woont die Membra, waarvan ge al dat geld gekregen hebt?"

    — Timmermans : "U bedoelt Rembrandt?"

    — "Ja natuurlijk. Waar woont die?"

    — "Maar dat is een Hollandse schilder."

    — "Een Hollander! Zeker een NSB'er. Goed dat hij hier niet woont, of hij zat al vast".

    We hebben, als puntjesprecieze Nederlanders, de smet op Timmermans' blazoen voor het evenwicht toch éventjes nog in het spotlicht gezet, meneer Boschmans. Neemt u ons niet kwalijk.

     

     

         Langs het Zimmerplein, waar Lierke Plezierke zijn naam eer aan doet en de kranen met Caves-bier lustig laat stromen, rijden we richting kerkhof om de Fé een laatste groet te brengen. Op weg daarheen komen we langs een drie weken geleden onthuld Pallieterbeeld. Een stevige bronzen kolos, die eigenwijs zijn neus de wind in steekt. Pallieter blijft Timmermans achtervolgen.

         Het boek blijft hem bestempelen tot een weliswaar grandioze maar weinig diepzinnige woordengoochelaar. De wijsheid, die kwam, zoals bij zoveel grote kunstenaars, in zijn latere jaren. In boeken als Adriaan Brouwer en vooral de ontroerende Boerenpsalm. "Elke mensch heeft zijn vogel, en heeft een steen in zijn hart liggen. Naar die zotte vogel luistert men, en men doet van alles om het gewicht van dien steen niet te voelen".

     

    Een sobere, kloeke witte steen staat er bovenop Timmermans' laatste rustplaats, onder drie reusachtige coniferen. Wij zijn op dit moment de enige bezoekers.

     

    Uit Adagio:

    "De kern van alle dingen

    is stil en eindeloos.

    Alleen de dingen zingen.

    Ons lied is kort en broos.

     

    En donker zingt mijn bloed

    van heimwee zwaar doorwogen.

    Ik zeil langs regenbogen

    Gods stilte tegemoet".

     

     

    hetbelofteland.jpg 

     

    ******

    11-05-2013 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven als GoT in Lier

    Leven als GoT in Lier

     

    Uit Zie-magazine van 1973.

     

     

    Hij noemt zich GoT en zijn schepping is de wereld

    van Fideel en Bombazijn, van de tweehoofdige

    gevlekte Filodendron en van Weber, van Iambo-ree

    en de neushoorn die in de spinazie staat.

     

    Wie is GOT ?

    GOT is Gommaar Timmermans.

     

    Waar is GOT ?

    GOT is in Lier, in een huis aan de Werf, een wit huis

    zonder nummer maar het moet tien zijn.

    Een huis dat vroeger deel uitmaakte van een brouwerij

    en een muur heeft met een « knik » in.

     

    Is GOT de zoon van Felix Timmermans ?

    Ja GOT is de zoon van Felix Timmermans, de enige,

    het jongste kind.

    Zijn zusters heten Lia, Klara en Tonet.

     

    Hoe oud is GOT ?

    GOT is bijna 43.

     

     

               Afbeelding op volledig scherm bekijken 


        
    Genoeg katechismus. We treden binnen in het huis van GommaarTimmermans. Je kan toch niet eeuwig Got blijven zeggen. We worden weerhouden door een prekonciliaire schuchterheid. Trouwens Got ziet er niet erg goddelijk uit. Iedere gedachte aan God de Vader is ver als je hem ziet : enorme borstelsnor, twee luie bruine ogen die in vuur en vlam schieten als het hem begint te interesseren, een sympatieke, trage glimlach.

     

    Bent u tevreden met uw naam ? Gommaar is op zijn minst gezegd een ongewone.

         Gommaar is een heel mooie naam. Ik ben er tevreden mee. Het is een plaatsgebonden naam en dat vind ik juist zo plezierig. Wie Gommaar zegt, zegt Lier. Och, nu geven ze zo'n namen niet meer, dat is nog iets van voor de oorlog.

     

    Woont u graag in Lier ?

         Het is altijd plezierig om te wonen in de stad waar je geboren bent. Het is ook veel gemakkelijker, iedereen kent je. Wie zou hier trouwens niet willen wonen, het is niet lelijk hier.

     

    Waarom is de Tweehoofdige Gevlekte Filodendron verdwenen ?Dat was een van onze favorieten.

         Ja, die Filodendron. Die vonden ze bij de kinderkrant Pats een beetje te moeilijk worden. Hoe begint een mens eraan, he ? Eerst had hij twee hoofden en zes poten, maar die poten zijn geleidelijk weggevallen en ik heb ook eens een hoofd vergeten. Niemand heeft het gezien. Nu is de Filodendron er niet meer, maar zijn vriendjes, je weet wel, Weber en Co, verschijnen nog in Knack-Magazine.

         Ik werk graag voor kinderen, echt, maar een verhaal is voor mij pas geslaagd als volwassenen het kunnen lezen. Dat zijn echte goede kinderboeken, dingen als Winnie The Pooh en Schatteneiland.

     

    Stripverhalen?

         Het spijt me hoor, maar ik lees ze haast nooit. Er zit zoveel aktie in, zoveel tekst. Ik word er moe van. Trouwens, ik geloof niet in ingewikkelde tekenverhalen voor kinderen. Het moet simpel blijven. Nu is mijn Fideel ook soms erg moeilijk voor kinderen. Ik vergeet altijd dat ik voor een kinderkrant werk. Maar klachten heb ik nog niet gekregen. Jongens van zo'n twaalf of dertien jaar begrijpen het wel. Ik probeer veel aan de verbeelding over te laten en het ideale voor mij is het « getekend vertelsel ». Dat is iets anders dan een beeldverhaal of een strip. Bij een getekend vertelsel staat de tekst onderaan en zijn er geen praatballonnetjes.

         Ik heb zo een paar verhalen gemaakt voor een damesblad. Over een boer die met zijn kip naar Moskou trekt tijdens de veldtocht van Napoleon. Het is uitgegeven in boekvorm. We zijn nu aan het proberen een boek in elkaar te krijgen over Fideel. Ik kan er nog niet veel over vertellen want 't is allemaal nog in het beginstadium.

         Fideel de Fluwelen Ridder is begonnen als een verhaaltje over twee kasteelheren die het altijd met elkaar aan de stok hadden. Je had Heer Bombazijn en zijn tovenaar die van alles moest uitvinden om de vijand te verslaan. Fideel liep daar zo een beetje tussen.

     

    Is hij het gezonde verstand ?

         Och nee, verstand zou ik het niet noemen. Hij kijkt naar de esbattementen van de anderen en hij verwondert zich konstant over de dwaasheden die er gebeuren. Ja, en dat boek... ik wil het niet als een album en ik wil er ook geen specifiek kinderboek van maken. Als het een image van kinderboek krijgt dan is het fout.

     

    Hoe moet het dan wél worden ?

         Nu vraag je veel ! Iets met tekeningen en bladzijden tekst tussen... iets nieuws enfin.

    Als het er tenminste van komt. We hebben goeie hoop en ik ben nog heel entoesiast.

    Iets nieuws doen is altijd plezant.

    Dat is als vakantie. Maar daarna moet het uitgewerkt worden, en dat is een ander probleem. Het echt tekenen is werken, het uitdenken van iets nieuws, het vinden van personages en situaties, is puur plezier.

         Je hebt van die mannen die een heel jaar aan een beeld werken ! Voor mij is zoiets ondenkbaar. Bij mij mag niets duren. Mijn werk moet groeien als... als paddestoelen !

    Anders hangt het me de keel uit.

     

    Voelt u zich een tekenaar ?

         Nu wel, omdat ik zie hoe mijn werk evolueert, maar als het altijd hetzelfde bleef zou ik er vlug gedaan mee maken. Ik ben er tot mijn grote verwondering in verzeild, zonder plan, zonder opzet. Ik heb een heel andere opleiding gehad ; ik volgde aan de Antwerpse akademie binnenhuisarchitektuur, publiciteitstekenen en ceramiek. En ik heb er nooit iets mee aangevangen. Ik werkte eerst bij Esso. Ik moest tekenen voor het personeelsblad en statistieken aanschouwelijk voorstellen. Ik ben er niet lang gebleven en toen ik wegging, was er toevallig een feestje voor iemand die er al veertig jaar werkte. Dat was meteen mijn afscheid. Ik vond dat wel lollig. Dan heb ik een tijdje boeken verkocht bij Desclée in Brugge en na drie jaar ben ik dan zelfstandig gaan werken. Ik was toen getrouwd en we woonden in Oostende, maar we verhuisden naar Lier om dat waagstuk aan te pakken.

     

    Is alles gegaan zoals u het verwachtte ?

         Het gaat altijd anders dan je denkt. Ik vertrok met de idee beeldverhalen en cartoons te maken en nu ontdek ik dat ik « schilderijen » maak. De konstante verwondering dat je zoiets doet... Dat is eeuwig evolueren. Het is goed zo. Als je vertrekt met de bedoeling er iets korts van te maken, als je niets wil verlengen, dan sta je meer open. Dan kan je veel meer andere dingen doen. Zeventig jaar geleden maakten ze hun kunstwerken, hun gebouwen voor de eeuwigheid. Nu niet meer.

         Na Hiroshima zijn ze gaan inzien dat niets blijft duren. Dat is geen fatalisme. Ik geloof vast dat de mens genoeg veerkracht heeft om bijvoorbeeld tegen de milieuvervuiling op te kunnen. Ik heb eens gelezen dat de mens het beest is dat zich het best kan aanpassen. Je moet je voortdurend aanpassen. Zoals mijn tekenfiguurtje de Eendagsvlieg die steno moet kunnen om zijn curriculum vitae te schrijven. Als je daar eens dieper over nadenkt : één dag. Dat is formidabel, dat verandert heel ons tijdsbeeld.

     

    Is geld belangrijk voor u ?

         Belangrijk in zover het een mens veilig stelt. Ik geloof dat in Denemarken de staat je in bescherming neemt als je in nood bent, iets wat je bij ons niet kan zeggen. Een mens moet leven. Daarvoor dient geld. Wat daarnaast komt zijn speledingen. Luxe.

     

    U hebt een mooi huis. Prachtige antieke meubelen. Zou u het niet erg vinden ze te moeten missen ?

         Nee, alleen de veiligheid is belangrijk. Al wat niet noodzakelijk is voor het leven is plezierig maar een mens kan makkelijk zonder.

    Ik geloof wel dat mijn vrouw en ik met een minimum aan geld kunnen leven als dat moet... Maar waarom moet je daarover piekeren ? Moeilijkheden komen misschien nooit, het heeft geen zin je op voorhand al zorgen te maken. Als het zover is. zien we wel verder.

     

    Het zijn erg mooie meubelen. Heeft dat bureautje geheime vakjes ?

         Ik ben ook gek op geheime vakjes maar daarin zijn er geen, nee. Er moet in dit huis nog heel veel veranderen. Als het lente wordt, krijg ik altijd de kriebels en dan wil ik alles verhuizen. Maar dan is het zomer en dat is de tijd om te spelen. Mijn atelier is altijd rommelig, maar geen magnifieke rommel, geen artistieke wanorde, gewone, alledaagse rommel.

         Eenmaal per jaar krijgt het een grondige beurt, de voorbereidingen worden nu gemaakt, je hebt het gezien. (Wij zagen de vrouw des huizes met de poetsvrouw konkelfoezen. Het atelier was overigens, naar onze begrippen, niet wat je noemt « vuil ».Red.)

         Ik werk graag in een proper atelier. Je wordt dan niet afgeleid. Dit huis was vroeger een mouterij-brouwerij, samen met dat van de buren. Wist je dat er in Lier zestien brouwerijen waren ? Daarom zijn er zoveel schone huizen in de stad, met mooie namen als De Eenhoorn en De Ketel. De balken van hiernaast lopen bij mij binnen. Op de overloop zie je er zo een.

    In de zijmuur hier is trouwens ook een «knik». Kijk maar en waar ze tegenwoordig zoiets zouden verdoezelen. Eens respekteerden de mensen dat en ze hebben de moulure van het plafond zelfs zo gelegd dat daar ook een knik in is.

     

    U was de enige zoon van Felix Timmermans. U was zestien toen hij stierf. Hoe zijn uw herinneringen aan hem ?

         Het was een goeie vader. Iemand om bij te zijn. Een heel rustig man. De manier waarop hij ons verhalen vertelde...

     

    Hield hij van kinderen ?

         Van mij toch in ieder geval. Hij ging veel met mij wandelen, niet dat hij dan zoveel praatte... Ik heb de beste herinnering aan hem.

    Het was geen strenge vader. Alles kon. Behalve bepaalde dingen waarover hij zelf ongerust was. We moesten bijvoorbeeld altijd voor het donker thuis zijn, want hij maakte zich zorgen over wat ons overkomen kon. En hij leerde ons de natuur te respekteren. We moesten goed zijn voor de dieren en geen takken van de bomen trekken en zo. Daar kon hij heel kwaad om worden.

         Gek, maar ik heb altijd met de zee en met schepen in mijn hoofd gezeten en dat heb ik zeker niet van hem. We gingen ieder jaar naar de zee met de vakantie en ik heb een heel levendig beeld van mijn vader hoe hij op een hoge duintop ging zitten en met zijn rug naar de zee naar Brugge zat te staren ! Toen ik zo'n acht, negen jaar was droomde ik van de zee.

         Als we in Antwerpen waren qing ik tien keer achter elkaar met de veerboot over en weer naar Sint-Anneke. Die liefde voor de zee heb ik nog maar zuiver beschouwend, want ik doe er niets aan.

     

    Wat zou u uw slechtste eigenschap kunnen noemen ?

         (Got moet hier lang over nadenken.)

    Wel... ik ben kampioen in het uitstellen. Mijn vader was ook zo'n uitsteller en hij zei dat hij er altijd goed bij gevaren is.

     

    U ook ?

         Daar kan ik nog geen bescheid over geven. Ik heb nog niet zoveel ondervinding !

     

    Waar zoekt u uw inspiratie voor uw tekenverhalen ?

         Ik zit nogal veel thuis dus het komt alvast niet van buiten... Ik haal veel uit de aktualiteit, wat ik in kranten lees of op tv zie. Iets wat me bijvoorbeeld geweldig inspireert is het boteroverschot maar je kan er natuurlijk niet over blijven schrijven. Ik vind het geweldig plezant, die manier waarop ze met de boter van hier naar ginder sleuren. Ze vinden van alles uit waarom boter slecht voor de gezondheid zou zijn en er kan geen ziekte gevonden worden of de boter heeft het gedaan !

         Ik laat me wel meeslepen door zulke dingen, vrees ik. Als ik me ergens voor interesseer is het kort maar hevig en verschrikkelijk grondig. Zo ben ik weken lang in de weer geweest om alles over Japanse tuinen te weten te komen. Ik was erdoor gefascineerd en ik wilde over niets anders spreken. Ik zat in biblioteken naar boeken te snuffelen en ik zocht specialisten op die me meer konden vertellen. En dan is het onderwerp uitgeput en alles valt in duigen.

         Maar je hebt het gehad. Het gaat nooit meer verloren. Zo ben ik nu Jack Kerouac aan het lezen en ik wil absoluut naar de bergen. Ik ga helemaal op in zo'n onderwerp.

    Met schepen is dat ook zo. En mijn vrouw doet dapper mee.

     

    Hebt u alles van uw vader gelezen?

         Ja. En ik geloof dat de boeken van mijn vader terug erg in trek komen. We gaan terug naar de romantiek. Ik zie het als de bekende slinger van de klok. We komen van het harde cynisme en de seksliteratuur en we glijden weer naar de romantiek. Kijk maar naar Mulisch, die begint ook terug romantisch te doen.

     

    Hebt u zelf niet geschreven ?

         Nee, en met opzet. Ik wilde niet « de zoon van mijn vader » zijn.

    Maar nu zou ik het wel kunnen. Ik heb naam gemaakt op een heel ander vlak en als ik nu aan het schrijven ging, zou niemand kunnen zeggen dat ik op de naam van mijn vader teerde.

     

    Hier hangen verscheidene schilderijen van uw vader. Schildert u ook ?

         Ja, maar mijn hoofdbezigheid is toch tekenen. Kijk, ik ben niet gewend in het groot te tekenen en daarom maak ik allemaal kleine plaatjes en ik kleef ze op een groot blad zodat ze een geheel vormen. Een soort surrealistische strips. Ik ben nu ook bezig aan een nieuwe figuur : een neushoorn die altijd in een tuintje met spinazie staat en niemand weet hoe hij daar komt.

         De mensen zoeken een naam voor hem, want iets wat een naam heeft, is altijd minder gevaarliik. Ik zie de neushoorn als « het gevaar » dat de mensen altijd bedreigt en waar ze eeuwig op wachten. In het verhaal komt ook een soort Olympische Spelen voor en een vrouwelijke atlete die alles wil winnen.

         Het kogelstoten doen ze daar niet met een gewone gladde bal maar met een dodekaëder, een bal met twaalf vlakken. Op twaalf vlakjes kan je immers meer reklame zetten dan op een rond vlak !

         En de man van het spinazietuintje ziet iedere dag de dodekaëder overvliegen en altijd op hetzelfde uur en na een paar dagen zegt hij :

    « Daar is de dodekaëder van vier uur», want je went aan alles...

     

    *******

    10-05-2013 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!