Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
26-08-2022
Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
Interview met Tonet Timmermans Tonet Timmermans: 'Ik wil mensen gelukkig maken.'
Door Jooris van Hulle
Op 26 maart 1926 werd Antonia (Tonet') Timmermans geboren. Enkele dagen later, het was toen al april, verscheen in een Nederlandse krant dit bericht: 'De vrienden van Felix Timmermans hebben dezer dagen een aardig prentje uit Lier ontvangen, zooals het hier boven staat, en nader verklaard wordt door eenig trotsch vaderlijk proza: 'Felix Timmermans en zijn vrouw, Marieke Janssens, hebben het geluk u te melden dat op 26 maart 1926, Peterus de Ooievaar bij hen een kindeken heeft gebracht, met doopnaam Antonia. Moeder en kind zijn goed gezond.' Het erop volgend commentaar klinkt profetisch voor de weg die Tonet, zovele jaren later, met haar kunst zal inslaan: 'Wel, er zullen heel wat Nederlandsche vrienden zijn die Peterus alleen daarom al een braaf dier vinden en Timmermans' Antonia zal al heel wat hartelijk glimlachende gezichten in de wereld gebracht hebben, met dit prentje, bijna nog voor zij zelf aan haar eersten glimlach toe was.'
Nog altijd, ook nu ze bijna tachtig is geworden, vindt Tonet in het schilderen de kracht om te blijven glimlachen en meer nog: die sprankel levensvreugde te delen met anderen.
In je schilderijen vertel je een verhaal in kleuren. Treed je zo in het spoor van je vader? 'Tekenen en schilderen was bij ons thuis heel gewoon. Mijn vader was altijd wel ergens bezig ermee en vaak gebeurde het dat hij ons op regenachtige dagen meenam naar zijn werkkamer, waar we net als hij konden tekenen schilderen. Later zijn Gommaar en ik er verder mee doorgegaan. Ik ben naar de academie getrokken in Ter Kamerenbos, maar ik heb de opleiding maar één jaar gevolgd. Het was oorlog en ik moest de trein nemen naar Brussel en dan nog een eind met de tram door de stad heen. Ik deed dat wel graag, maar mijn vader was bang, er was vaak alarm en dan stonden de treinen soms wel een paar uren stil, zodat ik vaak te laat weer thuis raakte. Dan heb ik thuis verder van hem geleerd hoe het moest. Na zijn dood heeft Oscar van Rompay in 'Het Soete Naemken' een soort academietje opgericht, waar ik samen met Louis Verhoeven, Mieke Couteele en nog een tiental anderen de zondagvoormiddag naar toe trok om te leren schilderen.'
Heb je er geen spijt van dat je de officiële academie niet hebt kunnen blijven volgen? 'Het was door de oorlog nu eenmaal onmogelijk. Ik kon me trouwens niet voorstellen dat er ooit een moment zou komen dat er geen oorlog meer zou zijn. In 'Het Soete Naemken' heb ik dan gewoon gedaan wat me werd ingegeven. Had ik in Brussel verder kunnen studeren, dan zou ik misschien wel anders gaan schilderen zijn, meer academisch. Ik zou in ieder geval veel meer techniek gekend hebben. Nu heb ik het zowat allemaal zelf moeten ontdekken, onder meer door erover te lezen. Gauguin bijv. fascineerde me. Mijn vader zei trouwens altijd: 'Als het erin zit, moet het er ook uitkomen. Zoek het maar uit, je komt er wel.' In die zin was hij voor mij echt een stimulans. Hij is gestorven toen ik nog maar twintig was. Nu besef ik heel goed dat ik nog veel van hem had kunnen leren. Hij kende alle technieken en vooral, hij deed het verschrikkelijk graag en hij was heel origineel in zijn schilderijen en in zijn tekeningen. Mijn werk is een hommage aan mijn vader. Het is dank zij hem dat ik altijd verder ben blijven schilderen. Misschien, in andere omstandigheden, was ik wel aan de universiteit gaan studeren, maar de oorlog heeft dit onmogelijk gemaakt.'
In hoeverre heb je ook inspiratie gezocht en gevonden in de boeken van je vader? 'Misschien niet op een heel directe manier, maar zeker door de beschrijvingen van de natuur. Door hem leerde ik intens kijken naar mijn omgeving.'
Heb je ook werk van hem geïllustreerd? 'Ooit, ik was toen nog heel jong, heb ik een uitgave van zijn 'Vertelsels' geïllustreerd. Als ik er nu op terugkijk.... Ik zou als vader mijn dochter van nog geen twintig nooit mijn werk hebben later illustreren. Maar hij had het graag, en dus.....Midden de jaren tachtig heb ik dan wel voor een uitgave van de 'Vertelsels' aparte, kleine schilderijtjes gemaakt in plaats van illustraties. Ik heb trouwens vaak in opdracht gewerkt. Ik heb heel veel portretten geschilderd of gewerkt voor mensen die hun huis of hun tuin wilden laten schilderen of hun hond of hun kat. Ik deed dat wel graag, maar het liefst nog schilderde ik wat me zelf direct trof.'
Ook Lier moet je blijvend hebben geïnspireerd... 'Nog altijd trouwens. Als ik nu nog eens in Lier kom, zie ik altijd weer plaatsen waar van ik denk dat ik die toch nog eens zou moeten kunnen schilderen. Het is allemaal uiteraard veel veranderd, ik zou er kunnen terug gaan wonen, maar ik heb hier in en rond Oostende mijn kinderen en kleinkinderen. Lier is de stad van mijn kindertijd en mijn jeugd en dat zal altijd zo blijven. Daarom ben ik altijd dit Lier van toen blijven schilderen, met mijn vader erbij, onze hond van vroeger.... Die band die er was tussen Lier en mijn vader, hoe hij van zijn stad hield, die heb ik in mijn kinderlijke verbeelding altijd bewaard en zal ik ook altijd, weer trachten op te roepen. Toch heb ik me de laatste tijd vooral toegelegd op het schilderen van bloemstukken en stillevens. Ik gebruik nu ook lichtere, meer getemperde kleuren. Misschien ben ik wel wat milder geworden.'
Je hebt ook lang in Zuid-Afrika gewoond. 'Mijn man, die nu al meer dan dertig jaar geleden gestorven is, was een Zuid-Afrikaan. Na zijn opleiding in Stellenbosch was hij, op aanraden van een Vlaamse prof die naar ginder was getrokken, naar Gent gekomen om er verder te studeren. Zo heb ik hem leren kennen en ben ik met hem naar zijn land teruggekeerd. Mijn drie kinderen zijn trouwens ginder geboren. Ik heb in Kaapstad gewoond en later aan de grens van Zoeloeland. Ik ben dan ziek geworden, ik moest een zware operatie ondergaan. We zijn dan naar Europa gekomen en voor drie jaar in Londen gaan wonen. Daarna kwam er nog een jaar Zuid-Afrika bij, in Kaapstad. Een prachtig land trouwens, met zijn schitterende fauna en flora, zijn unieke sterrenhemel. En de mensen, vooral de kleurlingen, niet zozeer dus de Zuid-Afrikanen zelf, zijn er zo vrolijk.'
Heeft het land ook je werk beïnvloed? 'Zeker... die kleuren, die door het felle zonlicht nog verhevigd werden. Ik werkte er wel in een bijna volledig isolement, met het eerste kleine stadje op bijna tweehonderd kilometer afstand. Ik kende de taal niet, ik heb vooral van mijn kinderen wat Zoeloe geleerd. Ons dorpje, Pommeroi heette het, is zelfs bij de Afrikanen niet gekend. Het bestond uit een gevangenis, een huis voor de dokter en drie 'treading stores', die door Indiërs werden opengehouden. Soms kwamen de mensen me wel vragen een scherm te beschilderen of een of ander dier dat ze dan zo getrouw mogelijk afgebeeld wilden zien.'
Je werk wordt gerekend tot de naïeve schilderkunst, een vorm van 'outsider art' die behoort tot de randgebieden van de 'officiële' beeldende kunst. Wat betekent de term voor jou? 'Het enige wat ik aan mijn werk naïef vind, is dit: je schildert alles zoals je weet dat het is. Anders schilder je alleen watje ziet. Ik heb bijvoorbeeld eens het Zwin geschilderd. Daar zie je mensen bloemen plukken, je ziet de duinen, wat verder zie je mensen op het strand liggen en dan nog verder de zee met boten erop... In werkelijkheid zie je dat niet allemaal samen, maar je weet dat het er allemaal is. Dat is voor mij 'naïef schilderen: op die manier trachten weer te geven wat typisch is voor een landschap, voor een woning, voor een tuin.... Die elementen schik je dan op het doek.'
Opvallend is hoe de naïeve schilderkunst een symmetrische compositie voorop stelt 'Ik doe dat helemaal niet opzettelijk. Ik schilder zoals ik denk en zoals ik het zelf mooi vind en er zelf plezier aan beleef. Wat psychologen of psychiaters erover denken of hoe zij het allemaal zouden verklaren, daar hou ik me niet mee bezig. Ik wil de mensen ook iets bieden waar ze zelf plezier aan beleven, onder meer door de dingen te schilderen die anders totaal vergeten zouden raken.'
Wie zijn, binnen de naïeve schilderkunst, je grote voorbeelden geweest? 'Ik ga er zeker niet van uit dat alle naïeve schilderkunst meteen ook mooi zou zijn. Toen ik zelf zowat mijn weg begon te vinden, was er veel belangstelling voor de Tsjechische school. Ik zag die niet graag, voor mij was het zo'n beetje allemaal hetzelfde. Als je dat ging vergelijken met het werk van Henri Rousseau.... die was origineel en boeiend. Als ik naïef ben gaan schilderen, dan is het omdat ik me er gewoon goed bij voel. Ik heb mezelf nooit moeten of willen dwingen 'anders' te schilderen. En toch is er, weer heel spontaan, een evolutie gekomen. Vroeger schilderde ik allemaal kleine mensjes, nu vooral portretten en stillevens, waarbij, zoals ik reeds zei, de kleuren heel wat lichter zijn geworden.'
Hoe ga je precies te werk bij het schilderen? Maak je vooraf een tekening? 'Ja. Ik werk trouwens heel langzaam, ik leg verschillende lagen verf boven elkaar. Daarom ook ben ik vaak op hetzelfde moment met verschillende dingen bezig. Het mag dan heel wat tijd vragen om een schilderij af te werken, ik heb er juist heel veel plezier in. Dat werk over het Zwin bijvoorbeeld, ik schilderde er die kleine mensen die op het strand liggen, maar ik zette ze toch maar nog gauw een zonnebril op.'
Hoe zie je zelfde respons die je gekregen hebt op je werk? 'Ik heb altijd mogen rekenen op heel veel goeie en gemeende belangstelling. Je wordt wel niet tot de 'groten' gerekend, maar dat ben ik ook niet. Ik heb nooit wakker gelegen van wat 'de' kunstkritiek dacht of meende te moeten denken van mijn schilderijen. Ze mochten dat voor mij gerust kinderachtig vinden, ik weet dat de mensen het graag zagen ... Nu verkoop ik niet zoveel meer, ik hou mijn werk bij voor de kinderen en ik stel ook niet zo vaak meer tentoon.'
Naïef wordt vaak kritiekloos gelijkgesteld met kinderachtig.... 'Kinderachtig of kinderlijk.... het is een wereld van verschil. Ik ben altijd wel ergens dat kind van toen gebleven. Als ik iets schilder, dan schilder ik het omdat ik het graag zie en graag doe. Een boodschap moetje er niet achter zoeken, ik wil daar niets mee zeggen. Ik wil er alleen de mensen gelukkig mee maken. Wat nu gebeurt in de wereld, dat is zo triestig allemaal. Waarom zouden we het ook in de kunst nog allemaal eens dik in de verf moeten zetten? We worden op teevee dagelijks geconfronteerd met de ellende van oorlog en ziektes. Mensen zien toch ook graag eens iets wat vrolijk is om zo voor eventjes weg te kunnen zijn van de hardheid waarin ze dagdagelijks leven en moeten leven. Ik geniet ervan als ik zie dat ook jonge mensen nog aangesproken worden door die kleine momenten van geluk die ik probeer op te roepen. Kijk, een werk als de 'Guernica' van Picasso; dat is prachtig natuurlijk, maar het is al erg genoeg dat het moest geschilderd worden. Ik zou dat nooit doen of kunnen doen.'
Is uw werk dan ook niet gericht op een soort droomwereld? 'Misschien wel, als je het ziet als een moment van rust, van aandacht voor de schoonheid van de eenvoudige dingen. Alles kan mooi zijn... Het brood bijvoorbeeld dat mijn vader schilderde, het maakt je toch gelukkig iets te bekijken dat zo eenvoudig is, maar tezelfdertijd zo mooi. Als je veel hebt meegemaakt in je leven, dan ga je beseffen dat de dagdagelijkse dingen nog het meest vreugde en voldoening kunnen schenken.'
Het is ook wat je vader je heeft getoond. Herlees je nu nog zijn boeken? 'Niet alles uiteraard. Vooral Minneke Poes, daar grijp ik vaak naar terug. Ik heb al die wandelingen meegemaakt, de sfeer staat me nog zo voor ogen. Ik kan er zomaar stukjes blijven uit lezen.
Zijn er ook herinneringen die er uit springen? 'Ik heb heel veel mooie herinneringen aan mijn vader. Maar vooral de momenten waarop we naar 'de buiten' trokken, zijn me bijgebleven. Ik was er zelf ook heel graag. Als er iets is dat ik hier in de stad mis, dan is het dit. Op onze wandelingen maakte mijn vader dan tekeningetjes, hij vertelde erover en voor mij ging zo een hele wereld open. Niet zozeer wat ik toen allemaal zag, is me bijgebleven, maar wel de manier waarop mijn vader leerde kijken. Dat heb ik altijd onthouden: waar je ook bent, het belangrijkste is met wie je er bent.'
Heb je zelf ook nooit, letterlijk in het spoor dan van je vader, die ervaringen en herinneringen willen neerschrijven? 'De inspiratie daarvoor heb ik nooit echt gehad. Ik denk dat ik het niet zou kunnen.'
Lees je ook graag de poëzie van je vader? 'Zijn gedichten zijn uniek voor mij En vaak zijn ze een steun geweest voor mij. Als Lia gestorven is - voor mij kwam haar dood als een totale verrassing, we waren alle dagen samen trouwens, ze was precies mijn moeder geworden over al die jaren heen - wist ik niet meer waarin of waaruit. Dan heb ik, hier in de eenzaamheid van dat grote huis, vaders gedichten gelezen, onder meer dat prachtige vers 'ik zeil langs regenbogen Gods stilte tegemoet.' Ik verlangde echt naar een teken van mijn zuster die zo onverwacht uit mijn leven was verdwenen. Toen kwam ik hier, enkele dagen nadien, in mijn keuken en ik zag, voor de eerste keer op deze plaats, een reusachtige regenboog. Dan wist ik: 'Mijn zus is aangekomen.' Dat was en is een troost voor mij. Daarom ook ben ik ervan overtuigd dat het werk van mijn vader zal blijven, juist omdat het gevoelens oproept, zonder daarom sentimenteel te zijn. En omdat hij alles zo scherp zag. Als dat geen rijkdom is.... Ook voor jonge mensen kan dit enorm veel betekenen, precies omdat het werk zoveel vreugde brengt in een tijd die ook voor hen niet altijd even rooskleurig is.
Beste bezoeker van mijn blog over Felix Timmermans.
Waneer u verder in het blog surft zal je vaststellen dat een groot aantal foto’s niet meer zichtbaar zijn.
Dit komt in eerste plaats door het feit dat de firma, website die ik gebruikte beslist heeft om van gratis ondersteuning naar betalend over te schakelen.
Ze hebben als actie de foto’s verwijderd.
Het plaatsen van nieuwe foto’s of vervangingen vraagt wel wat werk.
Daarom wil ik mij verontschuldigen, maar het komt wel terug in orde. Bedankt voor het begrip
Door Denijs Peeters – naar aanleiding van een tentoonstelling in Diest
Het was een mooie dag, de zon had zich bij de komst van de lente stralend over de aarde gezet toen ik belde aan het grote witte huis in de De Heyderstraat te Lier. Gommaar kwam opendoen. Hij wist waarvoor ik gekomen was en zei : « Tonet zal aanstonds komen. Wacht hier even », en hij liet mij een grote kamer binnen. Tegen de muur van de schouw hing een groot portret van Felix Timmermans, geschilderd door Baron Isidoor Opsomer. Boven het handteken van de kunstenaar had het penseel geschreven : « Aan mijn goede vriend Felix Timmermans ». Het is een Opsomer op zijn best. Talrijke schilderijen van Felix Timmermans hingen aan de muur. Schilderijen, die te weinig worden gewaardeerd en waarover wel eens uitvoerig mag geschreven worden. Flor Van Reeth had gelijk toen hij in « Ons Volk Ontwaakt » van 16 Juni 1921 de aandacht vroeg voor het schilderwerk van Timmermans. Toen kwam Tonet binnen en samen gingen wij naar haar atelier. Wij spraken die eerste zonnige namiddag vóór het open raam, met vóór ons de prachtige St.-Gommarustoren, over de schilderkunst en over haar werk. Want Tonet Timmermans schildert en wie haar werk heeft gezien moet eerlijk bekennen dat zij bij de beste jongeren van haar generatie mag gerekend worden. Zij is persoonlijk, zij is zichzelf. Zij vertelde ons over haar jeugd, over haar leerjaren en over de schilders, die haar waardering meedroegen. Nadien liet zij haar werk zien, prachtige schilderijen en waterverftekeningen, alles om blijven voor te staan en om ervan te genieten. Toen ik tegen de avond haar atelier verliet en met blijdschap naar de stad terugkeerde heb ik steeds gedacht aan haar schilderijen. Eerst enkele weken later schreef ik mijn bevindingen erover neer.
Tonet Timmermans werd te Lier geboren de 26 Maart 1920 als derde dochter van Felix Timmermans. Van jongsaf is zij opgegroeid in de kunst, in het genieten van de schoonheid en in de schilderachtige atmosfeer van de huiskamer. Want haar vader was schrijver en schilder en hoe dikwijls heeft hij niet geschreven met het hart van een schilder. Denk aan « Pallieter », « Het Kindeke Jezus in Vlaanderen » « Pieter Brenghel », « Adriaan Brouwer » en andere grote werken die zo aantrekkelijk zijn om de woordelijke uitbeelding van de schilderachtige aspecten.
In haar vader had Tonet Timmermans een goede leermeester, die haar hart van jongsaf als een grote poort heeft opengezet om de schoonheid, die iedere dag meebrengt en verschillend is, te laten genieten. Hij leerde haar de geest van de Primitieven aanvoelen en liet haar gekleurde platen zien van de werken van deze grootmeesters. Zij hadden de binnen-pit van de schilderkunst en om de geest van hun werk volledig te verstaan, nam de vader zijn dochter mede naar de musea's en plaatste haar voor het echte werk van deze grote figuren.
De drang om te schilderen zat van jongsaf in het bloed van Tonet Timmermans. Zij werd leerlinge aan het Hoger Instituut voor Sierkunde te Ter Kameren bij Brussel en legde zich vooral toe op de grafiek. Een van haar bijzonderste leermeesters aldaar was Joris Minne. Maar tijdens de oorlog bracht de dagelijkse reis van Lier naar Brussel talrijke moeilijkheden mede en , door Felix Timmermans werd voorgenomen zijn dochter verder te laten studeren bij de Antwerpse schilder en grafieker Staf de Bruyne. Buiten een bezoek aan het atelier van De Bruyne en een gemoedelijk namiddagpraatje over de schilderkunst is daar niet veel van gekomen want de reis naar Antwerpen bracht dezelfde moeilijkheden mede als haar dagelijkse tocht naar Brussel. Tonet Timmermans bleef thuis en wat haar overbleef was de zelfstudie van het werk der grootste schilders.
Maar intussen begon zij te tekenen.Zij illustreerde het luxueuse vertelselboek van Janneke en Mieke, « Een parelvisser bij Neptunus » van Albe, en « Felix Timmermans vertelt » van Felix Heidendal. Haar grootste grafisch werk is echter de uitbeelding in 412 platen van de legende van Genoveva van Brabant, waarin een grote inspiratie en een sterke technische vaardigheid samengaan. Tonet Timmermans voert ons terug naar de geest van de middeleeuwen, maar wij voelen ons ook in de geest van onze tijd. Zij hecht een groot belang aan het uittekenen van het detail waardoor deze tekeningen winnen aan spanning en stijl.
Zij draagt naast de primitieven een grote verering toe aan het werk van Pieter Breugel, El Greco, Manet, Van Gogh, Suzanne Valadon en bij de meer moderne schilders aan Bracque, De Vlaminck, Rousseau en aan de Vlamingen James Ensor en Baron Isidoor Opsomer. Haar bijzonderste voorkeur geniet echter de Fransman Raoul Dufy. Maar met geen dezer schilders draagt het werk van Tonet Timmermans verwantschap, geen één van hen heeft haar beïnvloed, maar langs allen heeft zij de weg gevonden naar haar eigen palet, haar eigen uitdrukking en haar eigen bezieling. Het werk van Tonet Timmermans kan echter gesitueerd worden als zijnde gegroeid tussen de geest van haar vader en de stielkennis van Raoul Dufy. Nochtans zijn de kernen van het werk van beiden niet terug te vinden in haar werk, maar haar persoonlijkheid spruit voort uit deze samenvloeiing. Wat tot de ontwikkeling van haar persoonlijkheid ongetwijfeld heeft bijgedragen zijn de vele reizen die Tonet Timmermans heeft gemaakt in het buitenland. Zij bezocht Holland, Duitsland en Zwitserland, maar het liefst verbleef zij in Italië en het zuiden van Frankrijk. Door te reizen heeft Tonet Timmermans haar werk verruimd en heeft zij een breder inzicht gekregen in haar werk. Haar techniek is hierdoor sterker geworden en haar durf groter, haar palet vaster en haar kleuren heviger. Want Tonet Timmermans houdt van de kleur, van de zuivere kleur zoals zij leeft in de natuur. Kleuren leven en daarom geven zij het leven aan een schilderij.
Er zit zon in haar werk en het is alsof de zon de kleuren geeft aan de figuren die zij schildert. De frisheid der kleurengamma's geven de harmonie aan iedere schilderij of zij nu een stilleven schildert of een compositie. Zij ziet de kleuren zoals Van Gogh en Dufy, zij eerbiedigt de kleuren omdat in iedere kleur de helderheid leeft van de zon. Iedere schilderij is gezond, helder, fris en jong, alles is spontaan op het doek geborsteld en iedere schilderij heeft haar bekoorlijkheid en haar speciale uitdrukking. Zowel in het jazzorkest als in de villa « La Palle » die zij in Stresa heeft geschilderd, evenals in « De clown en de fluitspeler ». Het zijn Vlaamse kleuren, waarin de weergave van de gezonde geest en opvatting van de kunstenares worden weergegeven. Hoe sterk afgetekend staat de clown in het wit met een groen sluier om de lenden, de linkerhand met een roze bloem omhoog in de lucht, terwijl de rechterhand een banjo vasthoudt, tegenover de fluitspeler met rode mantel, groene vest en geruite broek, die tegen zijn rug aanleunt. Verschillende kleuren, die een hevige en opvallende uitdrukking geven, zijn de afwisseling van deze twee figuren, maar versmelten hen tot een groot harmonieus geheel. Prachtig. Tonet Timmermans heeft een goede hand om te schilderen, het is duidelijk zichtbaar dat dit schilderij de uitwerking is van haar persoonlijke groei, gedacht en uitbeelding. Gans anders van kleurenschakering is « De Foordanseres ». In een lang kleed van boven naar beneden afwisselend met rode en gele strepen wordt zij, met een blauwe bloem in haar hand, door de foorkramer op de voorgrond van het theater gebracht om aan de menigte voorgesteld te worden. De houding van de danseres is schuchter en terughoudend tegenover de vrije manier van handelen van de foorkramer. Hij draagt een trui met groene en dunne blauwe strepen, een bruine sjaal die overeenstemt met zijn ros haar dat onder zijn muts uitsteekt. De scherpe tegenstelling komt tot uiting in de kleuren waarin Tonet Timmermans beide figuranten aflijnt, evenals in de derde figuur op dit schilderij : de kassierster die in een gemakkelijke houding van achter de toog alles aanziet. Zou men deze schilderij gewaagd noemen ? Neen, zij spreekt alleen van een grote stielkennis en van de durf van de kunstenares om de tonaliteiten waarin de personen zijn uitgebeeld te laten harmoniëren.
In andere tonen maar met dezelfde vaardigheid en met de meeste durf die Tonet Timmermans ooit heeft aangewend geeft het schilderij « De Fruitschotel » het bewijs van haar persoonlijkheid. De vruchten der aarde pronken in de majesteit der kleuren, zij wisselen zodanig af dat alle tonen onderling verschillend zijn. Het zijn de vruchten uit het land van belofte, geschilderd in de kleuren die zo sterk zijn als de stralen van de zon. Dit ganse schilderij is gevuld met vruchtbaarheid, er zijn geen leemten in haar doek, zoals dit meestal voorkomt in de stillevens van andere schilders. Het is een parel waarin de abrikozen schitteren naast de appelen en de druiven, het is de oogst uit de wijngaard die op het schilderij overgaat in een glorie van onvergetelijke vreugde. Van dit schilderij kan iedereen snoepen als van de vruchten zelf ; men wil de vruchten van het schilderij nemen, maar zij zijn geschilderd en het is alleen de geest van de natuur, die door Tonet Timmermans zo prachtig is weergegeven, die spontaan en dringend de komst oproept van de zomer. Daartegenover ademt « De Aanbidding van de Drie Koningen » een andere atmosfeer ; de geest van het Oosten. Vele Vlaamse schilders hebben dit onderwerp aangeroerd in hun werk en ook Tonet Timmermans heeft er zich door laten inspireren.
Zij laat, zoals het meestal in de Vlaamse schilderkunst de gewoonte is geworden, het bezoek van de drie koningen aan het goddelijk Kind niet afspelen in onze landelijke stemming, maar plaatst het motief terug in het Oosten. Drie zingende engelen in het blauw zingen boven de stal hun loflied aan God. St. Jozef met zijn staf in de plooiing van zijn arm en een brandende kaars in een oude kandelaar in de hand, Maria, jong en vol van hemelse genade, draagt een blauw kleed, dat in kleur samengaat met haar mantel waarop haar lange haarlokken neerhangen. Een koning draagt een paternoster en een papegaai in zijn kooi, de andere een kofferke en tussen beiden zit de derde op zijn knieën voor het Kind, de handen samengevouwen en biddend. Dit oude thema werd door Tonet Timmermans in een vernieuwende vorm uitgebeeld met de detailuitwerking van de oosterse aspecten. Toch blijft dit schilderij Vlaams omdat de handeling van de personen en de geest van de kleur van onze bodem zijn. De groei van de schilderachtige kracht en van het volle gezonde leven, die straalt uit de schilderijen van Tonet Timmermans, gaat crescendo vooruit, steeds dieper nijpend naar de kern van het menselijk hart, naar de vreugde van de natuur en naar de verbondenheid met haar land.
Zonder twijfel zal met de jaren haar werk in de goede richting, die zij heeft aangewend, evolueren, want zoals in de natuur zal ook na de groei van het zaad de oogst van de vruchten komen. Moge deze schilderkundige oogst zeer groot zijn voor Tonet Timmermans en voor Vlaanderen, dan neemt zij als vrouw en kunstenares een vooraanstaande plaats in tussen de groten van ons volk.
Ik wens het haar in alle oprechtheid, in alle eerlijkheid en in alle vertrouwen
Ik ben Mon Van den heuvel
Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.