Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    29-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster

    Bij de recente Duitse vertaling van Adagio

    Ruim zestig jaar na de oorspronkelijke publicatie verscheen van Adagio een nieuwe vertaling in het Duits (2009). Het werk is van de hand van Ingrid Wolters, een germaniste en romaniste die jarenlang voorzitter was van het Duitse Felix Timmermansgesellschaft. Dankzij haar jarenlange omgang met Timmermans’ werk en haar taalgevoel is zij erin geslaagd een uitmuntende vertaling af te leveren. Iets wat men uitstekend kan toetsen, daar ook de originele Nederlandse tekst in de nieuwe publicatie werd opgenomen.
    Een gelukkige keuze, vind ik dit altijd.

    ‘Adagio, das sind dreiunddreiβig Gedichte der Dankbarkeit und Ewigkeitshoffnung’, luidt het terecht op de achterflap van de nieuwe vertaling (2009). Timmermans werkte aan die gedichten vooral in de laatste jaren van zijn leven, al dateren sommige ‘oerteksten’ van vele jaren eerder. De bundel, die als Timmermans’ geestelijke testament wordt beschouwd en uitgesproken metafysisch georiënteerd is, is de vrucht van een levenslang religieus zoeken. Vele gedichten vertolken direct het zo door en door Timmermansiaanse melancholische levensgevoel:

                                     De blaadren rijzen door den stuggen nevel,
                                     er zijn geen klanken meer, er is geen lied,
                                     slechts in het dorre riet een vroom geprevel…
                                     Nu komt de tijd dat men naar binnen ziet.

                                     Want wij zijn arm, en knagen aan ´t verleden
                                     en spelen met de kaarten van verdriet.   […]   (p. 4)

    Ook de beroemdste Timmermansverzen komen uit deze bundel:

                                     De kern van alle dingen
                                     is stil en eindeloos.
                                     Alleen de dingen zingen.
                                     Ons lied is kort en broos.   (p. 61)

         

    Wie de Adagio-gedichten analyseert, de breedheid van thematiek en diepte van denken en voelen daarachter peilt, komt er nooit toe hun auteur als een oppervlakkige folklorist te catalogiseren – iets wat op basis van minder geslaagd werk (welke auteur leverde er geen?) wel eens werd gedaan. De gedichten in Adagio verschillen daarmee hemelsbreed van de jeugdgedichten waarmee Timmermans had gedebuteerd – ‘der Unterschied […] ist in jeder Hinsicht lebensgroβ, lebensweit’, noteert August Keersmaekers in zijn informatieve nawoord bij de vertaling, waarin onder meer wordt stilgestaan bij Timmermans’ geestelijke evolutie, de plaats van de gedichten in het oeuvre van de auteur en de compositie van de bundel.

    Getuigen de Adagio-gedichten van een diep geestelijk rijpingsproces, evenzeer zijn zij het resultaat van een intens creatief-formeel bezig zijn. Ook dit aspect doet Keersmaekers sterk naar voren komen, door bv. de handschriften. Timmermans was voor alles een kunstenaar, voor wie gedichten componeren vooral een bezig zijn met de vorm van zijn scheppingen betekende. Voor Timmermans was dat geen zaak van techniciteit. Het werken aan en herwerken van de Adagio-gedichten was voor hem een instinctief bezig-zijn, een ritus, haast een vorm van bidden ook. In een brief aan zijn vriend Marc Edo Tralbaut noemde hij een gedicht ‘een belijdenis uit het diepste’.

    De literatuurwetenschap besteedt tegenwoordig veel aandacht aan het ontstaansproces van een tekst. Ook de Timmermansstudie heeft zich op dit terrein bewogen. Een mijlpaal is hier de in 2000 door August Keersmaekers gepubliceerde studie Het geluk van een schrijver: Felix Timmermans en zijn Pallieter (1) , twee boeken die via een studie van de verschillende overgeleverde tekstvarianten uitvoerig aantonen hoe hard de Lierse auteur aan zijn zogenaamd spontaan gegroeid meesterwerk had geschaafd alvorens hij het in het licht gaf. Hoe oorspronkelijk  Timmermans’ artistieke talent ook was en hoe spontaan en natuurlijk tot stand gekomen zijn werk (in zijn beste momenten) ook lijkt, toch was het meestal het resultaat van schaven en herwerken, en opnieuw bijvijlen. En twijfelen.

    Dat was ook voor Adagio het geval. Voor de definitieve afwerking van die gedichten deed Timmermans een beroep op Albert Westerlinck, de toenmalige redactiesecretaris van Dietsche Warande en Belfort, het tijdschrift waarin de eerste van die gedichten werden gepubliceerd. Per brief of ten huize van de dichter sleutelde Westerlinck mee aan de verzen – overigens vooral verstechnisch; de impact van de Leuvense hoogleraar op de definitieve tekst is uiteindelijk niet zo groot geweest. (Over die samenwerking schreef Marcel Janssens recentelijk nog in een jaarboek van het Felix Timmermansgenootschap.) Dat Timmermans voor de publicatie niet over één nacht ijs ging, getuigde hij expliciet in een briefje aan een vriend: ‘Ondertussen heb ik een paar oude gedichten, die ik in de tijd hier en daar op een envelop of in een notaboek gekribbeld had, opnieuw ontcijferd, ze gekalefaterd, hun een nieuwen asem ingeblazen. En uit die sluimerende koppen zijn door de zon der ervaring en den regen van een dikwijls heiligend lijden […] gedichten gegroeid. […] Ik mag nu wel niet zeggen dat zij zo maar uit mijn pen zijn gevloeid […] Daarbij moet ik u nog schrijven, dat ik verwonderd ben hoe eenvoudig en toch hoe ingewikkeld het is een gedicht te maken.’(2)


    (1) August Keersmaekers, Het geluk van een schrijver: Felix Timmermans en zijn Pallieter. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Letterkunde, 2000.
    (2) Geciteerd in: Marcel Janssens, ‘Albert Westerlincks medewerking aan Adagio’. In: Job Deckers (samenst.), Het witte huis. Jaarboek 2005 van het Felix Timmermansgenootschap. Lier: Felix Timmermansgenootschap, 2005, p. 85-93, het citaat op p. 87.


    Poëzie vertalen is niet minder ingewikkeld. De vertaler moet rekening houden met beide voorvermelde facetten, de inhoud en de vorm van de brontekst. Beide moet hij zich eigen maken en opnieuw tot uitdrukking brengen, in een andere taal maar toch zo dicht mogelijk tegen de oorspronkelijke vorm aanleunend. Kan men überhaupt wel vat krijgen op de bedoeling van een auteur, het effect dat hij beoogde met zijn werk, de sfeer die een tekst uitstraalt? Een kunstwerk vertalen is altijd ook een nieuw maken. Dat vertalen een kunst op zich is, geldt nog meer voor het genre poëzie – met zijn betekenislacunes, ambivalenties, woordspelingen, ritme en rijm… Hoe dit alles bewaren en tegelijk her-uitdrukken, bovendien zo dicht mogelijk tegen de brontekst aan? Een geslaagde vertaling kan niet anders dan het resultaat zijn van rijping. Zij is het product van lezen en herlezen, bewerken en herwerken. En aan de grond ervan ligt altijd een grondig inzicht in het werk van de te vertalen auteur.

           

    Het is een zegen dat zich aan de recente Adagio-vertaling zo’n doorgewinterde Timmermans-lezeres gezet heeft. Haar werk getuigt ervan dat zij zich Timmermans’ verzen diep eigen heeft gemaakt. Zo brengt haar omzetting niet altijd een woord-voor-woord-vertaling, maar durfde de vertaalster hier en daar doorslaggevende keuzes te maken die tot gevolg hadden dat de sfeer en het ritme van de oorspronkelijke verzen zo onaangetast als mogelijk bleven. Zo wordt ‘De blaadren rijzen door den stuggen nevel’ in het Duits ‘Die Blätter fallen, dichte Nebel steigen’. En zo ‘knagen wij’ in het Duits niet ‘aan ’t verleden’, maar zijn wij  ‘im Gestern noch verfangen’, en ‘stelt’ (in hetzelfde gedicht) ‘het schoonste sprookje ons niet tevreden’, dan ‘wekt’ dat in het Duits ‘kein Verlangen’:

                                    Denn wir sind arm, in Gestern noch verfangen,
                                    die Karten aus Verdruss sind unser Spiel.
                                    Das schönste Märchen weckt uns kein Verlangen,
                                    und durch den Nebel lockt kein Zukunftsziel.     (p.5)

    Elders wordt 'der aarden bloeme' vertaald als 'Erdendingen' en wordt 'Uw naam te noemen' 'Deinen Namen singen':

                                   Als dauwdrop aan der aarde bloeme                   AlsTautropf an den Erdendingen
                                   weerspiegel ik het al.                                          so spiegle ich das All.
                                   Ik hoor de spheren zoemen.                                Ich hör' die Sphären klingen,
                                   Gansch 't sterrendal                                             das Sternental 
                                   probeert Uw naam te noemen.                            will Deinen Namen singen.    (p.30-31)

    In de aangehaalde verzen koos de vertaalster voor een niet-letterlijke vertaling om het rijm te kunnen behouden. Gelukkige poëtische vondsten, die bovendien de sfeer en ook het oorspronkelijke ritme onaangetast laten. Dat geldt ook voor de vertaling van volgende verzen, waarbij de woordvolgorde licht werd veranderd:                                                               

                                    Het ligt zo zwaar op mijn gemoed,                Es liegt so schwer mir im Gemut,
                                    alleen kan ik het niet bewerken;                     allein kann ich es nicht erreichen;
                                    maar, als Gij mij een teken doet,                    doch wird mir Trost und Kraft und Glut,
                                    zal mij dat troosten en versterken.                  wenn Du mir, Gott, nur schenkst ein Zeichen.
                                    Dan wordt het goed!                                        Dann wird es gut!     (p. 20-21)

    Mits het nodige taalgevoel en zoeken, en zich diep te laten doordringen van Timmermans' geest, komt men soms tot verbluffende resultaten, waarbij de vertaling allesbehalve afbreuk doet aan het originele vers.
    Dan blijkt eens te meer dat het Duits wellicht de meest geschikte vreemde taal is om Timmermans' poëzie in om te zetten. Bijvoorbeeld:

                                   [...] maar ach, mijn ziel, ik weet het niet,            [...] ach, Seele mein, was mag es sein?
                                   ik heb ineens zoo 'n schoon verdriet.                   Ein schöner Kummer fängt mich ein.(p.40-41)

    Terecht evenwel heeft Wolters het rijmschema niet altijd als zaligmakend beschouwd. In sommige gedichten zette zij dit naar haar hand. Veelal gaat het ook daar om doordachte aanpassingen, die beoogden de sfeer van de originele verzen zo goed mogelijk te vatten:

                                  De maanschil perelmoert in 't water,                    Perlmuttern glänzt der Mond im See,
                                  maar in de schaduw sluipt de dood.                     im Schatten schleicht das Todeslos.
                                  Gelukkiglijk, dat ziet ze niet,                               Ach, glücklich nur, dass sie's nicht sieht;
                                  dat is voor later.                                                    bald naht das Weh.      (p. 44-45)

    Dit handvol voorbeelden moge aantonen dat Ingrid Wolters steeds de wonderbare eenvoud van de oorspronkelijke verzen respectvol heeft benaderd, terwijl die eerbied haar anderzijds niet heeft geremd soms enkele noodwendige kleine aanpassingen aan te brengen. August Keersmaekers citeert dan ook terecht Timmermans’ vriend en vertaler Karl Jacobs, die destijds aan de vertaalster schreef: ‘Ich finde, dass Sie den Ton und die Stimmung des Originals ausgezeichnet treffen, und ich lese Adagio von mal zu mal lieber. […] Diese zeitlosen musikalischen Gedichte haben nach all den Jahren nichts von ihrer Schönheit eingebüβt.’ (p. 77.)


    Felix Timmermans, Adagio. Gedichte im niederländischen Original des Dichters aus Flandern und in deutscher Übertragung von Ingrid Wolters.
    Mit einem Nachwort von August Keersmaekers. Heilbad Heiligenstadt: Verlag F.W. Cordier, 2009.

    ******

    29-06-2021 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dit schreef Gommaar

    Gommaar Timmermans schreef dit ......

    *********

    25-06-2021 om 10:56 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes

    Waarom ik van Timmermans hou.

    Lezing voor de Felix Timmermans Kring door Viktor Claes – 8/10/1995

    Ja, ik hou van Felix Timmermans. Ik hou van de mens Timmermans zoals ik hem heb leren kennen uit het boek van zijn dochter Lia (Mijn Vader) en uit andere biografieën en getuigenissen.
    Ik hou van de tekenaar en de schilder Felix Timmermans die in zijn vaak naïeve kunst een congeniaal beeld geeft van de nog ongeschonden natuur, van de bekoorlijke Lierse straten en gebouwen, van de eenvoudige goede mensen die hij ook in zijn literair werk beschrijft.

    Viktor Claes en Gaston Durnez

    Ik hou van de Vlaming Felix Timmermans die in zijn jeugd droomde van een "Koninkrijk Vlaanderen" en zich in de Eerste Wereldoorlog o.a. als Voorzitter van de Vlaamsgezinde vereniging Volksopbeuring inzette om hongerige kinderen te voeden en arme mensen te helpen. Hij had het ongeluk in een land te leven waar Vlamingen nog tweederangsburgers waren en daarvoor heeft hij tweemaal moeten boeten.Maar ik wil het vooral over de schrijver Timmermans hebben.

    De Vlaamse schrijver Felix Timmermans vind je natuurlijk ook in zijn werk terug, in de liefde voor zijn geboortestreek
    ( Lier, St Gummaruskerk, Begijnhof, de dorpen Grobbendonk, Bouwel  Emblem enz.)

    LIER
    Waar de drie kronkelende Nethen een zilveren knoop leggen; waar plots het spekbuikige, overvloedhoornige Brabant zich scheidt van 't mijmerend, magere Kempenland, daar is het...

    (Schoon Lier)
    Met haar dak lijk een horizont, haar feestelijke toren, feestelijke timpanen, feestelijke schoorbogen, balustraden, pinakels, nissen, spuwdraken en heiligenbeelden, bloemt ze op als een kostelijke juweeldoos, waarvan haar kleurige kerkramen de blinkende edelstenen zijn.

    (Sint Gummaruskerk)
    Orgelmuziek zuigt het hart naar binnen.
    De ramen juichen als een Vlaamse vlaggenstoet.
    De oude huizen hebben een ziel. Zij zijn warm doorolied van de tijd; de poëziebalsem geurt eruit lijk lentevioletten.
    Ze zijn van binnen naar buiten gebouwd, gelijk de mensen wier gelaat geboetseerd is naar hun innerlijkheid en karakter. Ze zijn eerlijk en hartelijk.

    (Schoon Lier)
    Het Begijnhof is d' amandelboon van Lier.

    (Schoon Lier)
    (de begijnen:)   De geur van 't geloof waait uit hun witte kappen, en de vrede staat recht als een zuil uit de hemel, recht op de rode daken en de oude muren, wit en stil als een gedurige zondag.

    (Schoon Lier)
    Als men ginder in de verte tegen de horizon een molentje draaien ziet, dan krijgt het landschap leven, dan verroert het landschap, en een gevoel van vrede en herderlijke eenvoudigheid wandelt door uw hart.
    (De molen van Fransoo in Pallieterland – 1922/1923)


    MINNEKE POES – 1942
    Maar de geitemelk, die er ons Gommeerke elke dag gaat halen, direkt van de uier in de melkpot, is zuiverwit als hagel en als een okkernoot zo hartelijk van smaak. Het is bijna niet te geloven, hoe er in deze dorre streek, die toch voor natuurlijke vruchten, enkel knorrige mastetoppen afwerpt, zoiets edel mild en blank als geitemelk kan bestaan.
    Het is als een perel in een koppige oester.
    Er is een taaie kracht in deze natuur van den en heidekruid, die in het zand haar leven zoekt.
    Een langzame kracht die immer in hetzelfde gebaar blijft staan.
    Eeuwig, armoedig-groen, en hard van moeite als de vereelte hand van de arme heiboer.
    Doch zo rond de Sinksendagen lacht ze, als het gegiechel in een koperen trompet: dat is wanneer de brem zijn gouden droppels uitfonteint.
    Eenvoudige, goede, eerlijke mensen komen overal terug in zijn werk

    HET KINDEKEN JEZUS IN VLAANDEREN - 1917
    Op de schelft, in de duisternis zat er een te dromen op zijn viool.
    Verder was het goed en stil onder die eenvoudige mensen, die roken naar mest en aarde, die dag in, dag uit met hun beesten leefden en vergroeid waren van lijf en ziel, naar de rustige stilte der velden en de oneindigheid der hemelen.

    De herders horen de naderende muziek van de engelen in de kerstnacht.
    Allen luisterden nu naar een fijn muziek, dat als een dauw over de hemelen druppelde;  't waren korte of lange klanken, hier, dan daar, dan ginder, lijk langzame regenlekken, die elk een zoete toon gaven als ze de bomen of de aarde raakten. 

     

    Overdadiger is de natuur, uibundiger de levenslust in Pallieter. Het optimisme en de onbezorgde genotzucht van de levensgenieter Pallieter is lang de bestbekende zijde van Felix Timmermans geweest. Er is gezegd dat Pallieter een losbol, dagenmelker was, dat hij niet werkt en dat hij de wereld bekijkt als een grote speelgoedwinkel, dat hij zich op een godslasterlijke manier volpropt met bier, frikadellen en pannekoeken….

    Ondanks alles kan die levensvreugde nog aanstekelijk werken en er zijn passages en hoofdstukken genoeg waar ik zoveel van hou dat de keuze bijzonder moeilijk valt.
    De onbezorgde vreugde van Pallieter komt gerijpt en gelouterd terug in Boerenpsalm o.a. in dit citaat :

    BOERENPSALM - 1935
    Ha, wat is er zo jeugdig als bij 't krieken van de dag, in uw werkbroek te schieten, naar buiten te wippen  en de koelte van de morgen over uw vel te voelen ritselen. De nevel ligt nog op de velden.
    De vruchten, het kruid, het gras zijn overzadigd van dauwdruppels. Het is zo schoon, en 't is zo stil, dichtbij en heel in de verte. Ge hebt spijt dat ge moet hoesten, de zon breekt door de smoor, en de reuken van het veld rollen rond uw hoofd.

    Ge riekt de klaver, het koren, het beekwater, het mest, de bloemen, de honing, ge luistert naar de leeuwerik. En zo staat ge daar in uw deur te asemen, de morgen in te drinken, lijk koele drank, en van de groei van uw vruchten te genieten, van uw werk dat daar zo schoon ligt, ordelijk in voren en vlakken, lijk schone tapijten. Ge wipt op van geluk en werklust, uw bloed trilt en ge zwiert, rijker dan een koning de staldeuren open.
    Ha, die warme reuk van beesten en mest.

    Aan het eind van deze spreekbeurt zou het moeten duidelijk zijn waarom ik van Timmermans hou.
    Ik hou van zijn beschrijvingen van zijn geboortestad, het begijnhof, de goede arme Kempen met zijn rijke natuur. Ik hou van zijn Pallieteriaanse vreugde in het leven.
    Ik hou van de taalkunstenaar met zijn frisse , expressieve beeldspraak.
    Ik hou van wat hij over de liefde zegt. Ik hoop dat ik voor sommigen heb kunnen aantonen dat wat hij schrijft, veel beter is dan de kerk in zijn tijd dacht.
    Ik hou van de manier waarop hij aan de natuur een bovennatuurlijke dimensie geeft en hoe zijn opgang naar God van een diep inzicht in het geestelijk louteringsproces getuigd en soms bijna mystieke allures krijgt.

    Het behandelen van een tema als dit voor een publiek als hier is een gewaagde onderneming.
    Je zit / staat voor mensen die Timmermans beter gelezen hebben en er meer van afweten.
    Het vraagt bovendien moed, want je verraadt meer van jezelf dan je denkt. Wanneer ik me van mijn onderwerp heb laten afleiden, was het met de bedoeling Timmermans te verdedigen en zijn werk in een ruimere context te plaatsen.
    Ik hoop daardoor aangetoond te hebben dat zijn kunst minder tijdsgebonden is dan die van veel tijdgenoten aan wie in de tegenwoordige literatuurgeschiedenissen meer aandacht besteed wordt.

    PALLIETER – 1916
    Als Pallieter zag wat een heerlijk weer de dag ging brengen, gooide hij zijn klak in de lucht en liep met lachend gezicht naar de zolder, op het donkere beiaardkamerken. Hij wierp er een houten dakdeurken open en het witte licht kwam binnengespoten, en van de eerste verblinding bekomen zag hij daaronder het friese morgendland in al zijn deinende wijdheid blootliggen.

    De bossen zijn het hart der aarde! Overal was de weldadige reuk van mos en sappig hout, En dan die bosbeziën, die rode bosbeziën met een rijns smaaksken achteraan!
    Pallieter zijn lippen zagen er purper van. En zo drong hij heen door een wellustige overdaad van leven en groei, tot hij kwam in het eigenlijke woud.
    Daar deed hij zijn hoed af, bleef getroffen staan, en voelde zich geen duim meer groot. Hier waren geen struiken, maar uit de rosse bladgrond rezen overal de grijze, gladde beukebomen lijk keersen recht omhoog en spanden ginder boven met dicht bladerengewelf het zicht des hemels af; zij rijden zich achter en nevens elkaar tot een onmetelijke diepte van bomen, die heel ver vergroeide tot een grijze houtgordijn waar lucht noch land door pierde.

    Ze zwegen en luisterden naar een nachtegaal, die alleen in de verholenheid van een  bloeiende kerseboom zijn gouden hart liet roeren. Maar daar, als niet opeens begonnen, klonk er van op het Begijnhof het diepgevoeld gestreel van een cello.
    De cello sprak; 't was innig lijk een zingende mensenstem, 't klonk lijkuit de waterdiepte omhoog.
    't Droeg de ijlheid van de hemel en de jongheid van de lente, 't Was Beethoven, Benoit, Wagner, Palestrina en Grieg. Zo dreven ze schoon als in een droom over het water weg, en over het nachtelijke, stille land wandelde de galm van de heerlijkste muziek der aarde, 't Was alsof God zijn voeten op de wereld had gezet.

    Merels en zoetelieven, wielewalen en vinken, kneuters en kwiksteerten deden van wellust de bomen zingen; en tussen het geklank van die verschillende rumoerige vogelekelen, floot kalm en trots de koninklijke nachtegaal. Het was als een gulden fluit, die in de bomen hong en telkenmale klonk, als er een regenlek op klopte.
    Er was een zalige weldadigheid over het land, een zoete bedwelming, die opsteeg uit alle dingen.
    De hemel was warm-grijs, en blauw lagen ginder de verre verten, als fijne wierook.

    Zo goed als alles wat ik tot dusver besproken heb uit het literaire werk van Felix Timmermans wordt door de literatuurkritiek afgedaan met termen als heimatkunst, streekliteratuur, naiëve vertelkunde – termen die door de veel toonaangevende moderne literatuurcritici denigrerend bedoeld zijn.
    Hier wil ik nu evenuitweiden over een aantal factoren die daartoe bijgedragen hebben.

    1- Aan een eerste punt hoef ik niet veel woorden te verspillen.
    Het is maar al te goed bekend dat na de jongste wereldoorlog een aantal duistere krachten korte metten meenden te mogen maken met de katholieke Vlaamse kunstenaars.

    2- Ten tweede hebben we de beschuldiging dat de streekverhalen van Felix Timmermans, Ernest Claes enz. psycholgische diepgang missen. Men spreekt van een aaneenschakeling van losse miniaturen, simplistische karakteruitbeelding en een tekort "sociale bewogenheid". Pallieter wordt "ongecompliceerd vitalistisch" genoemd.
    Het kindeken Jezus in Vlaanderen en De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijnten worden "sprookjesachtig" genoemd en "van alle intellectuele bekommernis gespeend".

              

    Sprookjes uit een ver mythisch verleden dat kunnen moderne literatuurhistorici nog aanvaarden, maar iets dat sprookjesachtig, onschuldig, eenvoudig is en rechtlijnig in onze tijd dat kan toch niet meer door de beugel.
    Gecompliceerde gevoelens, verwrongen karakters, decadente levensverhoudingen die kunnen het best met psycho-analytische metodes bestudeerd worden en die worden ongeveer als een conditio sine qua non voor moderne hoogstaande literatuur beschouwd.
    De bestbekende zijde van de schrijver Felix Timmermans is lang de levensgenieter Pallieter geweest. Zijn uitbundige levenslust.

    Moderne wetenschappers gaan zelfs zover dat ze door hun psycho-analytische theorieën toe te passen diepe, onvermoede lagen proberen bloot te leggen in onschuldige teksten die iets anders uitdrukken, dat ze verborgen – vooral seksuele – instinkten en neigingen ontdekken bij auteurs die anders geïnterpreteerd moeten worden.

    2 voorbeelden:
    1) Het gedicht van Guido Gezelle : Serenum erit (Al rood is’t dat ik zie: één ovenvier heel ’t westen) is in 1986 het slachtoffer geworden van een interpretatie in psycho-analytische zin. De rode avondhemel kondigt mooi weer aan voor de volgende morgen. Nu vergelijkt Guido Gezelle dat vuurrode westen met de geslachte en gevilde lichamen van stieren en ossen in het slachthuis.
    Het zijn die manelijke en ontmande dieren die de gedachten van de literatuurkenner leiden naar castratie, menstruatie, fallische symbolen, zondeval, schuld en sex!
    Alleen zo wordt de poëzie van Guido Gezelle interessant!
    Het ergst is wellicht nog een zinnetje als dit: "Castratie, en de ontkenning ervan, fallische en gesneden moeder, ontmoet men overal in Gezelles poëzie.

    2) Een Zweedse dissertatie (proefschrift) over de Zweedse schrijver en Nobelprijswinnaar Pär Lagerkvist (Dikten som besvärjelse, 1987). 
    Pär Lagerkvist = godzoeker, maar in zijn jeugd zeker ook atheïst. Het leven eindigt voor hem met de dood en God is een mooie droom of, zoals Pär Lagerkvist het in een jeugdverhaal "De Godsgedachte" beschrijft, een naakte jonge vrouw die door de jager in een bos vervolgd wordt, maar als hij haar wil kussen is er alleen een bron met ijskoud water. Hij zoent en ziet in de weerspiegeling alleen zichzelf, zijn eigen gezicht, wit en koud als de dood.
    Wie dieper ingaat op de Godsgedachte vindt alleen zijn eigen angst en de dood. Er is geen God. Het leven is 'ein Serie zum Tode' De Zweedse dissertatie maakt van heel dit verhaal een zuiver erotisch verhaal dat hij ontleedt volgens de theorie van Lacan.
    Hij komt tot totaal verkeerde conclusies. Hij heeft Lacan gelezen, maar niet Lagerkvist.
    Met Pär Lagerkvist zijn we ogenschijnlijk mijlenver van Felix Timmermans terechtgekomen. En toch is dat niet het geval.
    Want hij mocht dan een atheïst zijn ,later heeft hij zich een "religieus atheïst" genoemd , hij was vooral een godzoeker en reeds in zijn literaire programmaverklaring uit1913 beveelt hij de oude godsdienstige werken als de Bijbel, de Avesta, het Egyptische dodenboek, de Rigveda, de Edda en de oude Latijnse kerkhymnen aan als lectuur en studiemateriaal om de moderne literatuur weer gezond te maken. In diegodsdienstige oorkonden, zegt hij, vinden we "eenvoudige gedachten, ongecompliceerde gevoelens ten aanzien van de eeuwige krachten van het leven, verdriet en vreugde, eerbied, liefde en haat, uitdrukkingen van het algemeen menselijke dat zic boven het individuele verheft."

    Hier zitten we midden in wat Felix Timmermans doet in zijn werk: eenvoudige mensen aan het woord laten, ongecompliceerde gevoelens uitdrukken, zijn vreugde uitzingen om het leven.
    En Pär Lagerkvist gaat nog verder: de moderne letterkunde is verpest door een "onvermoeide lust om te graven in de duisterste diepten van de menselijke ziel", door de belangstelling voor "het ziekelijke, ongezonde."
    Het geliefde type is tegenwoordig de "psychisch ontredderde".

    De psychoanalyse zal in Pär Lagerkvist nooit – en ook in Felix Timmermans niet – een bondgenoot vinden.
    De vraag naar psychologische analyse is een moderne eis, het uitrafelen van gevoelens en instinkten is een moderne verwachting in de letterkunde. Vindt u zo iets in de sprookjes, in parabelen van het Nieuw Testament, of in heel de bijbel? Bij Homerus, Vergilius, Dante?
    U zult heel weinig belangstelling voor psychoanalyse vinden in heel de antieke of middeleeuwse literatuur.
    De Beatrijs bijv. En toch leert men daar meer over de verhouding van de mens tegenover het echte leven, tegenover de eeuwige problemen (liefde, God, goedheid, waarheid, trouw en ontrouw) dan in veel moderne literatuur.

    3) De gecompliceerde verwikkelingen van het menselijke zieleleven doen me nog aan iets anders denken. Onze voorzitter noemde daarstraks de titel van een artikel: "Is de vrijgevochten schoonheid een hond die in zijn eigen staart bijt? "
    Degenen die benieuwd geworden zijn naar de betekenis van die vraag en de inhoud van dat artikel zullen me deze uitweiding wel vergeven. Ik wil al onmiddellijk zeggen dat er bij Felix Timmermans geen sprake is van een vrijgevochten schoonheid, en dus ook niet van een hond die in zijn eigen staart bijt.

    In mijn artikel gaat het over het ware, het goede en het schone (Verum, Bonum et Pulchrum) die in de oudheid en in de middeleeuwen een vanzelfsprekende eenheid uitmaakten.
    De eerste tekenen van een scheiding tussen het schone en het ware en goede vinden we in het individualisme van de Renaissance wat zal leiden tot de emancipatie van de kunstenaar en de eigengerechtigheid van de geniale dichter.
    Bij Kant (Kritik der Urteilskraft) is de autonomie van de schone kunsten bereikt. Poe en Baudelaire verzetten zich tegen het moralisme in de literatuur, wat leidt tot de kunst om de kunst.

    In de oudheid, bij de Kelten en oude Germanen was de dichter een persoon van aanzien, de opvoeder van het volk, die dicht bij de priester stond en bij God. Hij schreef verzen bij alle belangrijke levensmomenten van geboorte tot dood, bij de jacht en de oogst, om te juichen of om te treuren.
    Wat zien we nu in de 19de eeuw? 
    De kunstenaar krijgt het stigma van een zonderling en extravagant. Hij is een bohémien die aan de rand leeft van de maatschappij. Hij gedraagt zich excentriek.
    In de Europese literatuur van de 19de eeuw,hebben we zulke bohémien-schrijvers en dandytypes van Byron tot Oscar Wilde. In de Nederlandse literatuur kunnen we denken aan Kloos en Van Deysel.
    En tegenwoordig hebben we misschien meer zulke dan normale mensen in de literatuur.
    Het esthetische is dus de hoogste waarde geworden. Voor Nietzsche is niets meer waar en het bestaan is alleen nog te rechtvaardigen als estetisch fenomeen. Dat dit leidt tot een ontreddering van de menselijke persoonlijkheid is bij hem duidelijk te zien: de Umwertung aller Werte voert de schrijver Nietzsche tot het nihilisme en de mens Nietzsche tot volledige waanzin ( Dat is de hond die in zijn eigen staart bijt).

    Ook bij ons wordt het estetische de hoogste norm. Kloos voelt zichzelf een God in zijn gedachten en Perk erkent geen god naast de Schoonheid, "Wier naam geheiligd zij". Emmanuel de Bom gelooft niet in eeen vergankelijke moraal en schrijft dat "het schone langer zal leven dan het ware".
    De vrijgevochten schoonheid brengt ons tot tal van kortademige experimenten zoals dadaïsme, surrealisme, concrete poëzie. Pas op! – ik weet goed dat ik me met zulke uitspraken op glad ijs waag.
    Ik ben niet tegen vormvernieuwing in de kunst. Experimenten zijn er nodig. Alles wordt zo vlug cliché in de letterkunde. Daarom moet een schrijver steeds opnieuw naar frisse beelden zoeken en een treffend taalgebruik.

    In mijn artikel geef ik als voorbeeld van spel met de taal dat toch de eenheid van het ware, goede en schone respecteert een gedicht van Guido Gezelle. Ik had even goed een tekst van Felix Timmermans kunnen nemen. De taalkunst van Felix Timmermans is experimenteel en expressief. Zijn beelden verrassend en origineel.
    Dat een vergelijking soms wat ver gezocht lijkt of een vonst wat minder geslaagd is, doet weinig afbreuk aan de waarde van zijn kunst.
    Quandogrie bonus dormitat Homerus (Horatius, De arte poetica). Dutte ook de goede Homerus soms niet eens in?
    De taalkunstenaar Felix Timmermans.

    Expressieve alliteraties:
    De duiven vlogen in klapperende kladden de fijne morgenvelden in, (Pallieter)

    (Pallieter rijdt met het hondekarretje naar de molen en Loebas) liep zo hevig dat het karretje er opzij van slingerde, en knetste en bonkte op de bulten der kasseien, (Pallieter)

    de zonnebloemen zongen van de hommelen. (Pallieter)
    (twee zwarte trage ossen trokken een ploeg) en hun snuiten snoven damp. (Pallieter)

    Oorspronkelijke beeldspraak, expressief:
    (de tarwe staat rijp in de warme zon:) droog en krakend van hitte, lui van 't staan en vol beloften van goed brood. (je ziet de zware goed gevulde aren vooroverhangen; een goede oogst) (Het kindeken Jezus)
    Dit beeld herinnert aan de veldwachter in de processie in Minneke Poes (62) : Vlak na hen blinkt de garde-champetter met blanke sabel, zijn hoofd scheef van recht te gaan, en na hem hommelt en zwermt het volk.

    sprekende vergelijkingen:
    (afwijzende woorden van de hoekige boer die Maria en Jozef niet binnenlaat:)
    Dat kwam eruit lijk een mes. (Het kindeken Jezus)

    (in de vijver tussen waterplanten) lagen karpers roerloos stil als stenen, die niet zakten. (Anna Marie)

    De zon was gezonken als een goudvis. ( Eerste en laatste zin in De Harp van Sint Franciscus)
    Hij zat daar fier op z'n wit paard, lijk 'n gouden meikever. (De harp van St.-Franciscus)
    Dat woord zat nog als 'n snoekhaak in mijnen geest. (De harp van St.-Franciscus)

    originele, metaforisch flitsende bijvoeglijke naamwoorden:
    - steenstijf
    - mussenschuchter (pastoor Bloey. Wijngaerdt)
    - de nonnekens zingen een musfijn latijn (Minneke Poes)
    - slootwaterklare ogen. (toen er van vervuiling nog geen sprake was) (Pallieter)
    - kinderkopdikke bollen (Pallieter) (= frikadellen die Charlotte maakt voor de kermis) (Pallieter)
    - het bakkersovenwarme land (Pallieter)
    - De bomen waren kletsbloot (in de dikke grijze mist; je ziet a.h.w. het water wegspatten als je er met de hand  zou op slaan) (Pallieter)
    - De veldwachter trekt een balkonlip (Minneke Poes)

    Ook samengestelde substantieven
    trompetstem
    hogehoed-woorden

    expressieve vorm
    Een distelvink tikt gaatjes in de stilte (Minneke Poes)
    De zotte zon
    Aan de naar het oosten zotgekromde bomenrijen (kon Jozef zien dat de zee dichtbij was) ( Het Kindeke Jezus)

           

    Bij Felix Timmermans is er geen vrijgevochten schoonheid. Zijn spetterende taalkunst en zijn sprekende, expressieve beeldspraak staan in het teken van de eeuwige waarden van het leven.
    Op het eerste gezicht is zijn werk realistisch, maar door de aansluiting bij het mythische, door het perspectief dat hij opent op het eeuwige, overstijgt hij dat realisme.
    Het schone staat dus in dienst van het ware en het goede. Het goede is de liefde tussen man en vrouw, de naasteliefde , de liefde tot God. Het ware is de diepere zin van het bestaan en ook dit mondt weer als vanzelf uit in God. Over die liefde en die opgang naar God wil ik het nu hebben.

    In het St.-Jan Berchmanscollege te Diest waar ik 50 jaar geleden mijn diploma van het middelbaar onderwijs kreeg, heb ik dit jaar naar aanleiding van dat jubileum namens mijn klasgenoten gesproken over het verschil in onderwijs vroeger en nu.
    Denk nu niet dat ik daar de belhamel gespeeld heb. Ik bedoel : ik voel helemaal niet de behoefte om zoals die vele Walschappen, Geeraertsen of Clausen verontwaardigd en verbitterd te reageren tegen de katholieke kerk of de katholieke opvoeding.
    Integendeel. Ik heb het college bedankt voor onze opvoeding. Wel heb ik een beetje kritiek geuit op bepaalde aspecten van de seksuele opvoeding en daarbij de gewraakte en daarom geschrapte passage uit "Een aangename verrassing" een goed uitgangspunt genoemd voor een les over liefde, huwelijk en seks.

    Misschien even toch die passage – die iedereen (her)kent – opfrissen . Pallieter zoekt Marieke en ontdekt haar terwijl ze met twee nichtjes in een ven aan ’t baden is.
    Hij wordt wild van verlangen en achtervolgt haar.
    Marieke roept hijgend:
    "laat mij, laat mij als u blieft mijn kleren halen," Maar hij was te zot om ernaar te luisteren. Hei, hoe heerlijk het roze lijfken van zijn lief, van het kind dat zijn ziel bezat! daar in dat heidepurper!
    En moe bleef zij staan, kromp zich ineen als voor een groot gevaar, hield de handen voor de saamgenepen dijen, en zag smekend met schaamteblos schuins naar hem op, en vroeg bevend: "laat mij me kleden?"
    "Het is te schoen man engeltje", zei hij, bukte zich en nam haar op het paard, vol geluk dat blote schone lijf met zijn handen te mogen raken.
    Hij zoende haar uitermate maar zij hield de ogen toe, zag niet op, hield haar handjes steeds voor de stijve dijen en er rolde een traantje uit haar ogen.
    "Wat? Traantjes! neeë! da ni!" zei hij, "wij gon a kleren hale", en hij keerde weerom. Toen zag ze hem gelukkig en dankbaar in de ogen, hij gaf haar een lange zoen, en zij sloeg haar malse armen rond zijn nek, en liet haar hoofdje op zijn brede schouders vallen.

    Mooi in deze passage is de schroom van Marieke en de zelfbeheersing van Pallieter als hij merkt dat hij in zijn drift te ver zou gaan. Essentieel in de liefde tussen een jongeman en een meisje is het langzaam naar elkaar toegroeien zowel op geestelijk als op lichamelijk gebied.
    Belanhrijk in dit groeiproces is dat – zoals in de passage uit Pallieter – de drift van de man gelouterd en gekanaliseerd wordt door zijn eerbied voor de schroom van de vrouw. Sex is niets om zo maar uit te leven.
    Het verlangen naar elkaar en de eerbied voor elkaar moeten een evenwicht vinden. Men moet altijd het geluk van de ander willen.

    In de katholieke opvoeding – die in de colleges helemaal in het verlengde lag van de priester-seminaries – werd alleen de geestelijke liefde als menswaardig voorgehouden. Het lichamelijke was volledig taboe. Het is misschien toch niet te verwonderen dat die overdreven vrees voor het seksuele soms tot extreme reacties geleid heeft.
    Over die belangrijke aspecten van de liefde : eerbied voor elkaar en het geluk willen van de ander, zijn bij Felix Timmermans mooie bladzijden te vinden.

         

    Nemen we eerst even "De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa, begijntjen" dat vandaag in het middenpunt van onze belagstelling staat. Hoe fijngevoelig beschrijft Felix Timmermans niet de heimelijk gekoesterde verwachting van Symforosa, haar stil liefdesverdriet en ten slotte haar ondanks alles oprecht geluk omdat ze ziet dat hij gelukkig is, dat hij in zijn roeping zijn geluk gevonden heeft.

    Een nog meer gesublimeerde liefde is die tussen Franciscus en Clara in "De harp van St.-Frandiscus".
    Clara is gekomen om in de broederschap opgenomen te worden en nu stond ze daar voor hem "als een droom."(…) "De wereld rond hen verdween als een smoor. Ze zagen God in elkander. God, die hen bijeenbracht als iemand die zijn twee handen bijeenvouwt om te bidden."

    Een wondermooi poëtisch liefdesverhaal is "Ik zag Cecilia komen" (1938).
    U kent ook allemaal wel de bekentenis van Anton van Duinkerken die het op 3 september van datzelfde jaar al 4x gelezen had en het de volgende nacht om 2 uur onder een lantaarnpaal in Amsterdam voorleest voor de bekende psycholoog en bioloog F. J. J. Buytendijk.
    "Ik zag Cecilia komen" is een verhaal van de zuivere liefde, vol heimwee naar geluk. Het mondt tegelijk uit in het besef dat hun tere liefde en hun broze geluk uiteindelijk geborgen is in God.

    Er is meer in u, en mijn mond prevelt vol verering: Morgenster. Blinkende sleutel van de nacht. Gulden harp. Een litanie van schone dingen. Doch het zijn maar woorden en galmen. Want er is geen ster, geen sterrenbeeld en geen sterrennacht, die heerlijker is dan de blik van uw ogen; er is geen bloem, geen muziek zo aandoenlijk als het zien van uw gestalte.
    En gij houdt van mij. En gij hebt uw liefde in mijn hart gegoten. Dat is het wonder waarin mijn ziel verdrinkt.
    Ik weet geen weg met mijn geluk, en ik bid en ik zing en ik ween.

    Luisterend hangt de jagershoren op mijn kamer.
    Hij luistert naar het einde van mijn leven.
    Buiten ligt de sneeuw. God ruist in de oneindige stilte.
    En ook in het lied van uw witte ziel, Cecilia.
    Heel mijn leven is enkel een verlangen naar u.
    En 's nachts hef ik mijn handen op naar de sterren waar gij mij staat af te wachten.
    Ik verlang naar u en gij naar mij. Gij in de dood en ik in 't leven.
    Ik ben als een duif in een kevie. Maar lang zal het toch niet meer duren, dat ik aan mijn ziekte en aan mijn pijnen zal gestorven zijn.
    Ik zie reeds uit naar het uur dat voor mij ook de gewijde kaars zal aangestoken worden, en God mijn ogen toe zal doen.
    Dan vliegt mijn ziel weg naar de klaarte van uw ziel. Dan zult gij nader komen met bloemen in uw haren en bloemen in uw hand.
    Dan zullen wij éen lied en één stilte zijn. = einde

    Wat is zij schoon. Als uit maneschijn en stilte losgepereld. Iets dat niet meer menselijk is, en wat niet lang zal duren.

    Een overgang tussen de liefde en het volgende aspect dat mij bijzonder dierbaar is in het werk van Felix Timmermans, nl. de opgang naar God, is de altruïstische liefde in "Driekoningentryptiek", de onbaatzuchtige naastenliefde die de mens bevrijdt en hem opent voor God.
    De vorige kerstmis hebben Suskewiet, Pitjevogel en Schrobberbeek al hun gebedelde geld en eten aan St Jozef en Maria gegeven.

    **************

    08-06-2021 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes

    DRIEKONINGENTRYPTIEK

    Doch Suskewiet had zijn leven omgekeerd. Er was altijd wel een helder kooltje vroomheid in zijn hart geweest, doch nu was het tot een wit vuur gegroeid, dat hem in hemelse vervoering trok, en vol schone, zoete gevoelens zette, dat hij bijna niet meer wist of hij vanvoor of vanachter leefde.

    "Neen," zei Suskewiet, "ge moet alles wat ge hebt aan God geven.
    En of ge dat aan arme mensen doet of aan God, dat is eender."
    Zoals hij verloren op de wereld gekomen was, een vondeling, zou hij eenzaam en verlaten sterven.
    Alleen de goede schapen bleven bij hem, en kwamen nu en dan eens over de planken zien.
    De maan klom hoger en hoger, werd kleiner in het klimmen en zuiverder dan zilver.
    Suskewiet bad maar gewonnen verloren om de genade van Kerstmis nog eens te mogen beleven.

      

    Schoorvoetend begin ik aan het laatste deel van mijn uiteenzetting : de opgang naar God in het werk van Felix Timmermans.
    Schoorvoetend, want er zijn er die dat al beter gedaan hebben zoals Herman-Emiel Mertens, Ignaas Dom en Albert Westerlinck.

    Een belangrijk element in de religiositeit van Felix Timmermans is zijn geloof in de Voorzienigheid, zijn berusting in wat hem door God gegeven is. De mens is klein; hij dobbert in een vingerhoed op de grote oceaan, maar aanvaardt zijn lot, vol vertrouwen op God, want dat is tenslotte het enige dat telt.

    ADRIAAN BROUWER – 1948

    En nu wacht ik naar het toevallen van mijn ogen. Ik ben misschien geweest wat ik moest zijn? We kunnen er misschien niet aan doen? Of ge heilig zijt, kunstenaar of ketellapper? God blaast u lijk de zaadjes van suikerij op de wereld, en ge moet voor de dag komen met wat Hij u heeft meegegeven.

    Er is een gremel eigen wil bij. Bij mij was die wil een vingerhoed op de oceaan, hoe dikwijls ben ik omgekanteld! Een ding kan God mij niet verwijten, dat ik Hem te veel aan de mouw getrokken heb voor tandpijn, geld en andere nutteloze dingen.
    Ik heb Hem laten doen. Ik ben mislukt als mens. Mijn kunst niet.
    En het werk is toch de vrucht van het leven. Ik ben dan toch iets komen doen...

          

    Kom, laat het nu stil worden. Wij kletsen te veel over die dingen, 't Komt omdat wij er niets van af weten.
    Wij zien, om zo te zeggen, alleen de waterspiegeling van de bomen en de huizen. Het water rimpelt, golft, kabbelt, en we denken dat zo de huizen en de bomen zijn. De echte huizen en bomen zien wij niet, zien we nooit.
    Slechts als het water heel stil kan zijn, zodat g' er kunt op schrijven, kunnen wij ons een gedacht beginnen te vormen, hoe de echte huizen en de echte bomen zouden kunnen zijn. Maar dan moet het heel stil zijn, heel stil in het hart, zonder rimpel, zonder gebabbel...

    Zo tegen de dood aan begint het stil te worden. En die stilte komt, ik voel ze als drup voor drup immer voller in mijn geest opstijgen...
    Dat is iets anders dan brandewijn en belladona! Dat is brandewijn en belladona in 't ècht !
    Ik heb maar één wens: zo zachtjes kunnen uitdoven, met de hand van Isabel in mijn hand... (137-138) = einde

    Zoals de dichter van de psalmen ervaart Felix Timmermans God in de natuur.
    De vader van Cecilia schrijftin zijn boek: "Het lied van God" :

    "Uw lied doorgost de oneindige ruimte.
    De snaren van uw harp zijn van ster tot ster gespannen.
    De melkweg is de zilveren strijkboog in uw handen.
    Uw zang doorzindert alle wezens en dingen (…)"

    Ook Boer Wortel stijgt van de natuur op naar God :
    Ik ben gaan wandelen in de maneschijn. Het koren stond pikkens gereed, en is er iets hartelijker dan 't koren om in te slapen? Ik heb me daar ergens neergelegd en naar de sterren liggen zien. Ik kan daar dikwijls naar zien. Dan wordt ge zo iets heel anders gewaar. Het wordt stil in uw hart en ge denkt aan dingen waar ge anders geen tijd voor hebt.

    Aan Onze Lieve Heer, die dat allemaal geschapen heeft en aan de petieterigheid van uw eigen leven. Mijnheer pastoor zegt dat de sterren zo groot als wereldbollen zijn. 't Papier is verduldig, maar swenst ik daar lag, voelde ik toch iets groots en plechtigs over mij komen, zoals in de kerk soms, en toen heb ik mezelf beloofd, van altijd voor God en alleman zo goed mogelijk mijn devoren te doen.       (Boerenpsalm)

    En voor de pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt zingt de natuur een eeuwig loflied voor de schepper :
    Voor mij is heel de natuur een kleed, waarmee God zich omgordt, en de versierselen van dit kleed: de bomen, de sterren, de waters, de landschappen en de vruchten, de lente, de vogelen en de wolken; ’t spreekt mij allemaal onwillekeurig van Zijn glorie, Zijn leven en Zijn lijden.
    Het is muziek voor mij, het ruist gelijk een orgel. Het is een eeuwige Laudate Dominum!    (De pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt)

    Als de mens het stil maakt in zijn hart, hoort hij God, ervaart hij God in de natuur. Dikwijlswordt dat met muzikale beelden uitgedrukt ( zoals in dit laatste citaat; nog meer in het eerste).
    Soms weten we dan niet goed meer wie die eeuwige zielsmuziek voortbrengt : God of de mens (zie uit Cecilia 3 paragraaf).
    Goede muziek verwezenlijkt een contact met de hemel, schept een hemelse sfeer op aarde. Zo is er in muziek een wisselwerking tussen hemel en aarde en kan muziek de uitdrukking worden van religieuze ervaring.

    Muziek openbaart iets van de hemel
    ↓ (de herders horen de naderende muziek van de engelen in de kerstnacht:) Allen luisterden nu naar een
    ↓ fijn muziek, dat als een dauw over de hemelen druppelde; 't waren korte of lange klanken, hier, dan
    ↓ daar, dan ginder, lijk langzame regenlekken, die elk een zoete toon gaven als ze de bomen of de aarde
    ↓ raakten.           (Het kindeken Jezus in Vlaanderen)

    Muziek tilt de mens op naar God
    ↑ De cello sprak; 't was innig gelijk een zingende mensenstem, ’t klonk lijk uit de waterdiepte omhoog,
    ↑ 't Droeg de ijlheid van de hemel en jongheid van de lente. 't Was Beethoven, Benoit, Wagner, Palestrina
    ↑ en Grieg.
    ↑ Zo dreven ze schoon als in een droom over het water weg, en over het nachtelijke, stille land wandelde
    ↑ de galm van de heerlijkste muziek der aarde. 't Was alsof God zijn voeten op de wereld had gezet.      
    (Pallieter)

    "Wij geloven soms dat het onze ziel is die zingt, doch als Gij daar niet waart zou er geen klank uitkomen"
    (Ik zag Gecilia komen)

    Alles smelt weer samen in de harmonie van God. Mensen, gebeurtenissen, dood en leven, het zijn slechts klanken van zijn lied, waarvoor men zwijgt en dat men slechts al knielend kan beluisteren.       (Ignaas Dom – Ik zag Cecilia komen)

    Cecilia leest voor uit het boek van haar vader "Het Lied van God"
    "Uw lied doorgonst de oneindige ruimte.
    De snaren van uw harp zijn van ster tot ster gespannen.
    De melkweg is de zilveren strijkboog in uw handen.
    Uw zang doorzindert alle wezens en dingen en alles neemt er kleur en vorm naar aan: de sneeuwvlok haar kristallen figuren, de vis zijn juist getelde schubben. De dauwdrop glanst ervan, de Alpen zijn ervan opgericht.

          

                                                                            Viktor Claes en Gommaar Timmermans

    Wij horen het in het afvallen van appelen in de herfstnacht, in de lach der kinderen; wij beluisteren het in elkanders ogen..."
    Haar stem beeft, haar vinger beeft, haar stem wordt stiller. Een groot licht spat open in mijn hart.
    Wankel leest zij voort. "Wij geloven soms dat het onze ziel is die zingt, doch als Gij daar niet waart zou er geen klank uitkomen..."

    **********************

    07-06-2021 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!