|   De Nederlandse dichter, schrijver, journalist en literair criticus Michaël Zeeman werd geboren op Marken op 18 september 1958. Zie ook mijn blog van 18 september 2010 en eveneens alle tags voor Michaël Zeeman op dit blog.   Marken IHet knekelveld: hier zag ik hen
 toen ik niet beter wist of
 aanstonds gingen graven open.
 Engelen in blauwe overalls en
 plompe modderlaarzen zij spatten
 met water alsof het licht was.
 
 Jeu de boules met het hoofd van
 een man van honderdtachtig jaar
 zij braken de kaak van zijn schedel
 een tandeloze kinnebak en er droop
 een lijntje van rulle aarde uit.
 
 Rommelend zag ik later op die dag
 de trage vuilniswagen naar dit
 weiland gaan, de molens kraakten.
 Zij gingen als mortel in een vloer
 beensplinters, kiezen en weer
 die draderige aarde.
 
 De onbereikbaarheid: een brede wetering
 om de heuvel vol graven, vol doden
 samen met Angelica weet ik de angst
 (mijn zusje, mijn zusje - al die verhalen)
 wij stellen vast hoe smal de greppel werd.
 
 Is dit te weten dat men ouder werd
 het brede water werd een hinkestap
 droogt na een jeugd de Lethe uit?
   II.Ons sjibbolet is mij reeds lang ontschoten
 ik ken de taal niet die men nodig heeft noch
 ken ik het gebaar dat vrede sticht en orde
 en voor een antwoord zorgt of een gesprek;
 er lopen mensen om mij heen aan wie ik ooit
 gevraagd heb om een brood, een liter melk.
 
 Nu ik mij witte hemden een lijntje stropdassen
 verwierf trek ik mij spoedig terug in een café
 de argwaan van een lompe jongen schimmen aan
 een tap het werend vocht aan al het meubilair
 stellen de engte vast van mijn verblijf.
     Michaël Zeeman (18 september 1958 - 27 juli 2009)
 Marken
     De Nederlandse kunstschilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie- en theatermaker Armando werd geboren op 18 september 1929 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 18 september 2010 en eveneens alle tags voor Armando op dit blog.   Weggebracht De mond zei dat de mond gesproken had.
 Snel de laatste regel geschreven,
 bleker dan een doodsklok.
 
 Er werd op de driftige deur gebonsd.
 
 Hier zijn de benen, hier zijn de armen,
 ze worden weggebracht.
     Armando: Melancholie, 2006
   Nog Het is er nog,het feest van dwaze elfen,
 de klopjacht op het evenbeeld,
 een zitplaats voor de haat.
 
 Het is er nog,
 de hardgekookte hongersnood,
 een zijweg aan de overkant,
 de hang naar het verraad.
 
 Het is er nu nog steeds,
 het werd een metgezel.
     Armando (Amsterdam, 18 september 1929)
     De Nederlandse schrijver en letterkundige Ton Anbeek werd geboren in Ede op 18 september 1944. Zie ook mijn blog van 18 september 2010 en eveneens alle tags voor Ton Anbeek op dit blog. Uit: De verkeerde wereld van Gerrit Komrij “Een gedetailleerde analyse van de hele bundel kan hier natuurlijk niet gegeven worden. Enkele gedichten zijn bovendien bepaald niet gemakkelijk, zodat het afwegen van de interpretatiemogelijkheden vele bladzijden zou vergen (‘Helena's stopwatch’ bij voorbeeld, en het gedicht dat ‘Verkeerde wereld’ heet). Ik zal alleen wat uitvoeriger stilstaan bij het eerste gedicht, ‘Janus’, omdat het een aantal aanknopingspunten biedt om de thematiek van de bundel in zijn geheel te achterhalen. Janus is de Romeinse god met de twee gezichten, die nogal eens op poorten wordt afgebeeld: een geschikte titel voor een openingsvers.
 Janus
 
 De zee is droog. Het vasteland is nat.
 Alleen de dode dingen hoor je zingen.
 De levende hebben hun tijd gehad
 En zwijgen stom. Groeten uit Scheveningen.
 
 Op dit strand worden alle vrouwen mooi.
 Hun ogen glanzen en rondom hun monden
 Verdwijnt hier elke levervlek en plooi.
 Haast om te zoenen zijn hier alle honden.
 
 De jongens daarentegen hebben in
 Hun neuzen onophoudelijk bezoek
 Van kevers, in hun oogkas huist een spin.
 Hun voorhoofd is vergaan, hun wang is zoek.
 Regel 1 is een ondubbelzinnig signaal: we bevinden ons in de omgekeerde wereld. Het is overigens opvallend hoe hardnekkig sommige lezers deze opening een realistische interpretatie proberen te geven, iets in de geest van: ‘de zee is over het strand gespoeld, er zijn zandbanken boven gekomen enz.’ Dat lijkt mij een fundamenteel foute lezing, want de regel wil juist aangeven dat we ons in een andere werkelijkheid ophouden. Blijkbaar heeft het te maken met het dodenrijk want ‘de levende [dingen] hebben hun tijd gehad’. De afronding van de eerste strofe: ‘Groeten uit Scheveningen’ levert met zijn ansichtkaartencliché een ironisch commentaar op een wel heel vreemd strandtafereel.”     Ton Anbeek (18 september 1944)
 Borstbeeld van Janus in het Vaticaan
     De Duitse dichter en schrijver Stephan Sarek werd geboren op 18 september 1957 in Berlijn. Zie ook mijn blog van 18 september 2010 en eveneens alle tags voor Stephan Sarek op dit blog Uit: Das Truthuhnparadies „Zwei Tauben waren nämlich gerade dabei, auf dem Balkon in meinen frischen Brötchen herumzuhacken, und als ich sie empört fortscheuchte, schissen sie mir vor Schreck auf den Tisch. Unschwer erahnte ich das Gesicht meiner Mutter, hätte sie dies gewusst. »Weißt du eigentlich, wie viele Krankheitserreger in solch einer Taube stecken?« würde sie vorwurfsvoll fragen. Anzunehmenderweise enthielt Taubenkacke Cholera-, Typhus- und Pestbakterien in einer ausgewogenen Mischung. Meine Mutter ist überängstlich, dachte ich, wusch mir aber gründlich die Hände, nachdem ich das Häufchen mit Toilettenpapier entfernt hatte. Meine Wohnung lag im dritten Stock und bot einen phantastischen Blick auf die Straße. Die meisten Balkone waren trostlos, grau und leer, doch der Nachbarbalkon eins tiefer war vollgestellt mit Antennen und Satellitenschüsseln. Als dort die Tür zur Wohnung aufging, sah ich auch, wem sie gehörte. Der Verrückte trat hinaus und schaute wie magisch angezogen gleich zu mir empor.Er winkte mir fröhlich zu, zog aber dann, genau wie vorhin, wieder dieses geheimnisvolle Gesicht. Er stand etwas hilflos da. Offenbar wollte er mir auch diesmal sein Geheimnis verraten, wusste aber nicht, wie er es auf diese Distanz ohne Geschrei schaffen sollte. Als ich seinem Blick standhielt, sah er schüchtern zur Seite. Sicher hätte er ebenso zurückhaltend reagiert, wäre er ein ganz normaler Mann und kein Verrückter. Männer haben Angst vor starken Frauen, und dass ich eine starke Frau war, hatte ich eben beim Einkaufen bewiesen.
 Der Verrückte zog sich in seine Wohnung zurück. Wie ein Hund, der seinen Schwanz einzieht, dachte ich. Und bei dem Stichwort Schwanz kam mir mein eigenes Problem einmal wieder in den Sinn. Mein Problem war nämlich, dass ich keines damit hatte. Diese Erkenntnis der jüngsten Zeit hatte meinen Entschluss mitgetragen, in eine Großstadt zu ziehen. Obwohl ich mich über zu wenige Verehrer nie beklagen konnte, war ich doch anders als meine ältere Schwester, die nun mit dem siebten Mann ihres Lebens eine Familie gründen wollte.“
 
 
   Stephan Sarek (Berlijn, 18 september 1957)
 Cover
     De Vlaamse dichter, toneelschrijver en essayist Omer Karel De Laey werd geboren in Hooglede op 18 september 1876. Zie ook mijn blog van 18 september 2010 en eveneens alle tags voor Omer Karel De Laey op dit blog.   Verhangen ’s Nuchtens, over winter, hangt 'nschuwe schooier in de top
 van een eike, langs een wegel,
 witgeijzeld, aan 'n strop.
 
 Zijn gerokken lijf, in vodden,
 wiegelt met een doof gerucht
 van de takken, lijk de slinger
 van een uurwerk, door de lucht.
 
 Diepe, met de randen vóór zijn
 ogen, zit een vette hoed,
 en er leken uit zijn neuze-
 gaten zwarte druppels bloed.
 
 Over ’t veld, in wilde snakken,
 loopt de scherpe wind en vaart,
 huilend lijk een brakke, door de
 stoppels van zijn roste baard.
 
 Uit de hemel, grauw lijk asse,
 met een aardig moordgeschreeuw
 draait een kraaie, rond de eike,
 nerewaarts, tot in de sneeuw.
 
 En ze vlucht, omdat de schooier
 zijn bebloede tong uitsteekt
 naar de zon, die lijk een gouden
 penning, door het oosten breekt.
     Omer Karel De Laey (18 september 1876 - 16 december 1909)
 Plakket aan de voormalige woning van Omer Karel De Laey in Hooglede
     De Nederlandse dichter, journalist en docent Michael Deak (pseudoniem van Simon Kapteijn) werd geboren op 18 september 1920 in Alkmaar. Michael Deak is op 5 september op 95-jarige leeftijd overleden. Zie ook alle tags voor Michael Deak op dit blog.   Danseres Zij ligt naast mij, reebruin; zij rekt zich uiten laat mij zacht de lof der minnen spellen.
 Met vingers die haar edeltenen tellen
 streel ik de dieren achter in haar huid.
 Wanneer de gemshoorn in het orgel fluitdan zijn haar voetjes spitse springgazellen
 waarin de welpen van haar enkels zwellen,
 en die zijn snel en breekbaar als geluid.
 Haar voeten zijn van Venus en volmaaktmet sterren om haar tenen te versieren
 en als zij danst breekt er de melkweg uit.
 Zij ligt naast mij, reebruin, als zij ontwaakten in mijn handpalm ademen de dieren,
 slaags met haar hartslag waar mijn vinger sluit.
     Michael Deak (18 september 1920 – 5 september 2016)
 Alkmaar, Kuipersbrug
     De IJslandse dichter en schrijver Einar Már Gudmundsson werd op 18 september 1954 geboren in Reykjavík. Zie ook alle tags voor Einar Már Gudmundsson op dit blog en ook mijn blog van 18 september 2010.   I Think of You (Fragment) I think of youin the stairways of housing blocks
 in the haze of the sweetshop
 that was freedom beyond
 the fence
 that breaktime locked us inside
 of you
 when winter kindled cold cigarettes
 between us
 you in the sweetshop and heroes of
 the cold war in pornographic poses
 dirty magazines in the window
 that made the boiler room mystical
 when we made sure
 no one could hear the kisses that rang
 like shouts between us
 I was hans and you were gretel
 the witch was the woman upstairs
 
 I think of you
 who thought you could joke with days
 that later proved deadly serious
 and turned themselves in like gangsters
 in the midwinter exams
 that hung like a cobweb
 in the ribbons of plaits and spread
 over the crewcut heads
 on an eternal bummer
 in the headmaster's speeches
 it was like jumping a bus only with time
 putting it all off until tomorrow
 sooner or later you would fall under the wheels
 I think of you
 whose only mistakes were made
 from ruthlessness towards yourself
 your face so wrinkled
 so lethargic in a cottoned dream along the streets
 like an airbed
 that the wind has forsaken
 
 and I think of me
 turning to avoid that face
 at the bus stop
 like truth
 like a memory I have buried
 with an azure ticket between your fingers
 en route to where
 the used condoms
 the broken ships
 and the yellow asylum
 still await you
 at 16 rpm through life
 gathering rings under your eyes in your sleep.
     Einar Már Gudmundsson (Reykjavík, 18 september 1954)
     De Nederlandse dichter, schrijver, biograaf en letterkundige Gerrit Borgers werd op 18 september 1917 te Brummen geboren. Zie ook alle tags voor Gerrit Borgers op dit blog. Uit: Anna Blaman “Onlangs wilde iemand van mij weten hoe het toch kwam, dat het werk van Anna Blaman, geschreven met zulk een warmte en overtuiging, geheel afgestemd op levensaanvaarding, niettemin op het hoofdthema is gebouwd van de menselijke eenzaamheid. Lag daar niet een tegenstrijdigheid in? Afkerig van een vlot antwoord in de trant van biografisch improviseren, maakte ik er mij met wat vage opmerkingen van af; toch moest ik er achteraf erkennen, dat de vraag wel degelijk zin had gehad, in zover er een paradox mee werd aangeroerd, die iets zeer wezenlijks behelst van wat Anna Blaman tot schrijven moet hebben gedreven.Niets immers geeft een betere omschijving van de bestaansvoorwaarden van haar personages dan een eenzaamheid, die op verrassende wijze haar eigen tegendeel blijkt te zijn. Niet zozeer nog door de drang om een als ondraaglijk ervaren toestand desnoods geforceerd te doorbreken, - iets dat vaak genoeg in haar boeken geschiedt, - doch veeleer omdat eenzaamheid geen tastbare vorm aanneemt anders dan in innig contact met de medemens. Ik ben bijna éen met deze geliefde, of deze vriend, en doordat ik er zo dicht bij ben, zie ik eerst recht wat mij van het bereiken gescheiden houdt. De mens zonder bindingen, voor zover hij bestaat, weet misschien theoretisch, dat hij eenzaam is, maar hij wordt het zich niet bewust in concrete beproevingen. Hij is eenzaam, maar niet verlaten, en heeft er verder geen last van.
 Deze oneenzame eenzaamheid, waarin Anna Blaman een persoonlijke variant beleefde op een algemeen menselijk grondconflict, heeft literair zeer verschillende vormen aangenomen, waarbij zich globaal een ontwikkeling laat opmerken van de overweldigende erotische passie, volstrekte eenwording belovend aan de onervarene, naar het rustiger verlangen naar wederzijds begrip, dat dan uiteraard onder diezelfde paradoxale wet komt te vallen van wel en niet, van slagen en mislukken op een en hetzelfde moment.
 In de roman Eenzaam avontuur eenzaamheid genoeg; maar we kunnen dit ook anders beschouwen, want bij nader inzien zijn de handelende personen zo weinig eenzaam als het begrip avontuur met al zijn implicaties en bijbetekenissen maar te raden geeft. Lijden mag hier het individu onder zijn alleen-zijn, in ontgoocheling, waanzin, op zijn best berustend in menselijke beperktheid, de lezer vergaat het veeleer zo, dat hij na afloop de impressie behoudt van een overvolle ruimte, waarin de mensen borst aan borst elkaar door koortsachtig hijgen van hun bestaan en niet te korten rechten op geluk trachten te overtuigen.”
 
 
   Gerrit Borgers (18 september 1917 – 15 januari 1987)
 Portret van Gerrit Borgers door W. Schrofer, 1960
     Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.
 
  18-09-2017 om 18:35 
geschreven door Romenu  Tags:Michaël Zeeman, Armando, Ton Anbeek, Stephan Sarek, Omer Karel De Laey, Michael Deak, Einar Már Gudmundsson, Gerrit Borgers, Gerrit Komrij, Anna Blaman, Romenu
 
 |